De invloed van opleidingsniveau op het zoekgedrag naar werk: een studie naar de rol van acculturatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van opleidingsniveau op het zoekgedrag naar werk: een studie naar de rol van acculturatie"

Transcriptie

1 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode De invloed van opleidingsniveau op het zoekgedrag naar werk: een studie naar de rol van acculturatie Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, Optie bedrijfspsychologie en personeelsbeleid Door Dierickx Katrien Promotor: Prof. Dr. Fontaine Jonny Begeleiding: Beirens Koen

2 Ondergetekende, Dierickx Katrien geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden

3 Voorwoord Bij deze wens ik iedereen te bedanken die mij geholpen en gesteund hebben bij het maken van deze scriptie. Vooreerst wens ik graag mijn promotor, Prof. Dr. J. Fontaine te bedanken omdat hij mij de kans heeft gegeven om mij te verdiepen in de onderwerpen acculturatie en jobzoekgedrag. Ik heb dankzij deze kans ook aan de lijve ondervonden dat het niet eenvoudig is om een onderzoek uit te voeren, en dat er meerdere obstakels zijn dan je denkt in bijvoorbeeld het vinden van respondenten. Verder dank ik mijn begeleider K. Beirens. Hij zorgde voor een goede begeleiding van deze scriptie. Het geven van tips, het aanwijzen van literatuur en het kritisch doorlezen van de tekst waren slechts enkele taken die hij op zich heeft genomen. Ook mijn familie, vrienden en kennissen wil ik bedanken voor hun steun. Zonder hun aanmoedigingen had ik deze scriptie onmogelijk tot een goed einde kunnen brengen. Ook bedank ik sommige onder hen voor hun tijd die ze hebben gestoken in het kritisch nalezen en herlezen van deze scriptie. Tot slot wens ik de respondenten hartelijk te bedanken, zonder hen was er helemaal geen onderzoek geweest. Ook de scholen, bedrijven, collega s van mijn moeder, die wilden meewerken aan mijn onderzoek, ben ik heel erg dankbaar. Oostakker, 15 mei Katrien Dierickx

4 Abstract Wegens een duidelijke ondertewerkstelling bij allochtonen van Turkse of Marokkaanse origine werd er in het huidige onderzoek nagegaan of dit veroorzaakt wordt door het opleidingsniveau. Veelal is er in voorgaand onderzoek gebruik gemaakt van jobzoekgedrag om het werkstatus te voorspellen. In dit onderzoek werd gekeken of er een verband bestaat tussen het opleidingsniveau en de intensiteit van het zoekgedrag naar werk bij allochtonen. De invloed van opleidingsniveau op het jobzoekgedrag werd al eerder bestudeerd, hierbij richtte men zich voornamelijk op autochtonen. Verder werd er ook onderzocht of er een verband is tussen acculturatie en jobzoekgedrag en of er een moderatie-effect is van acculturatie op het verband tussen opleidingsniveau en jobzoekgedrag. Voor het huidige onderzoek werden 103 vragenlijsten afgenomen bij laatstejaarsstudenten van Turkse of Marokkaanse origine en 67 vragenlijsten afgenomen bij werkende allochtonen van Turkse of Marokkaanse origine. De vragenlijst bestond uit 2 grote delen. Ten eerste werd nagegaan in welke mate men zich aanpast aan de cultuur van het gastland en in welke mate men de cultuur van het land van origine behoudt. Ten tweede werd gepeild naar de intensiteit waarmee men opzoek ging naar werk, dit door de respondenten per mogelijk zoekkanaal een score te laten aanduiden die de intensiteit aangaf. De resultaten geven aan dat hoe hoger werkende allochtonen zijn opgeleid hoe intensiever men opzoek gaat naar een job. Verder werd ook gevonden dat de dimensie cultural maintenance een effect heeft op het jobzoekgedrag. Allochtonen met een hoog niveau van cultural maintenance vertonen meer jobzoekgedrag dan allochtonen met een laag niveau van cultural maintenance.

5 Inhoudsopgave Introductie 1 Jobzoekgedrag 2 Acculturatie 3 Immigratie in België 7 Arbeidsmarktpositie en socio-economisch statuut van allochtonen 9 Huidig onderzoek 12 Methode 17 Steekproef 17 Instrumenten 17 Procedure 19 Data analyse 20 Resultaten 22 Preliminaire analyse 22 Toetsing hypotheses 25 Discussie 30 Implicaties van het onderzoek 33 Beperkingen van deze studie suggesties voor toekomstig onderzoek 34 Referenties 37

6 Lijst met tabellen en figuren Tabel 1 Verdeling van de leerlingen naar gesproken thuistaal en 1 eindpositie in het voltijds secundair onderwijs. Tabel 2 De 15 belangrijkste buitenlandse nationaliteiten 8 in België op Tabel 3 Werkloosheid volgens de voornaamste nationaliteiten. 10 Tabel 4 Gemiddelden, standaarddeviaties en Pearson correlaties 23 voor de variabelen van de laatstejaarsstudenten. Tabel 5 Gemiddelden, standaarddeviaties en Pearson correlaties 24 voor de variabelen van de werkende allochtonen Tabel 6 Resultaten van de univariate variantie analyse met als 25 afhankelijke variabele jobzoekgedrag en als onafhankelijke variabele groep Tabel 7 Resultaten van de univariate variantie analyse met als 26 afhankelijke variabele jobzoekgedrag en als onafhankelijke variabele opleidingsniveau ouders Tabel 8 Resultaten van de univariate variantie analyse met als 27 afhankelijke variabele jobzoekgedrag en als predictoren cultural adaptation en cultural maintenance Tabel 9 Resultaten van de univariate variantie analyse met als 28 afhankelijke variabele jobzoekgedrag en als predictoren cultural adaptation, cultural maintenance, opleidingsniveau vader en opleidingsniveau Tabel 10 Resultaten van de univariate variantie analyse met als 29 afhankelijke variabele jobzoekgedrag en als predictoren cultural adaptation, cultural maintenance en opleidingsniveau

7 Figuur 1 Twee-dimensioneel model van acculturatie 5 Figuur 2 Model van het moderatie-effect van acculturatie op 15 het verband tussen opleidingsniveau van de ouders en jobzoekgedrag Figuur 3 Model van het moderatie-effect van acculturatie op 15 het verband tussen opleidingsniveau en jobzoekgedrag

8 Introductie België heeft een immigrantenpopulatie van ongeveer 12 % van de totale populatie en behoort tot één van de meest multiculturele landen van de Europese Unie. De Belgische immigrantenpopulatie kunnen we onderverdelen in drie grote groepen; de EG-burgers die 60 % van de totale immigrantenpopulatie uitmaken, de Marokkanen (meer dan ) en de Turken (ongeveer ) (Martiniello, 2003). Voor het verdere onderzoek gaan we ons concentreren op allochtonen van Turkse en Marokkaanse origine die in België zijn komen wonen (1 ste generatie) of in België geboren zijn (2 de generatie). Er werd door Verhoeven (2000) vastgesteld dat allochtonen systematisch meer risico lopen om terecht te komen in minder gunstige segmenten van de arbeidsmarkt, met name in sectoren en banen die gekenmerkt worden door een hogere werkonzekerheid en slechtere arbeidsvoorwaarden en omstandigheden. Uit de literatuur blijkt dat allochtonen kwetsbaarder zijn voor werkloosheid dan autochtonen (FOD, werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg,2006). Een veel gehoorde verklaring voor de achtergestelde positie van allochtonen op de arbeidsmarkt is de achterstand op het vlak van onderwijs. Zoals blijkt uit Tabel 1 is er een grote doorstroming van Turkse en Marokkaanse kinderen naar een eindpositie in het BSO en een geringe doorstroming van deze kinderen naar een eindpositie in het ASO (Steunpunt WAV, 2005). Ook de instroom en doorstroom van allochtonen in hoger onderwijs is nihil te noemen. Tabel 1 Verdeling van de leerlingen naar gesproken thuistaal en eindpositie in het voltijds secundair onderwijs (Vlaanderen; cohorte ) ASO (%) TSO/KSO (%) BSO (%) Onbekend (%) Totaal (%) Totaal (n) Totale proefgroep 35,7 30,2 29,6 4, Turks sprekend 11,2 20,2 68, Marokkaans sprekend 5, , Bron: Steunpunt WAV (2005)

9 Tot op heden werd er in België nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek verricht over werk bij allochtonen, alsook over de invloed van jobzoekgedrag bij allochtonen. Het is dus zeer relevant dat er onderzoek wordt gedaan naar de mogelijke invloeden op het wel of niet hebben van werk. In deze studie wordt onderzocht of er een invloed is van het studieniveau op de intensiteit waarmee allochtonen op zoek gaan naar een job. Ook de rol van acculturatie wordt onderzocht. Er wordt gekeken of er een moderatie-effect is van acculturatie op het verband tussen opleidingsniveau en jobzoekgedrag. Jobzoekgedrag Jobzoekgedrag slaat op het verzamelen van informatie in het op zoek gaan naar een potentiële job, verzamelen en evalueren van mogelijke jobs en uit het kiezen van verschillende jobs op de arbeidsmarkt (Barber, Daly, Giannantonio, & Philips, 1994). De bronnen van jobzoekgedrag kunnen onderverdeeld worden in drie grote categorieën (Huffman & Torres, 2001). Bij de informele zoekmethode maakt men gebruik van persoonlijke contacten om werk te vinden. Verder heb je ook de formele zoekmethodes waarbij men op zoek gaat naar een job via krantenadvertenties en uitzendbureaus. Soms gebruikt men ook de directe methode; hier neemt de kandidaat-werknemer contact op met een instelling in de hoop dat er een vacature openstaat (Mace, Atkins, Fletcher & Carr, 2005). Onderzoek naar de bronnen van zoekgedrag heeft uitgewezen dat jobzoekers meer kans hebben op het vinden van werk en op een betere job als ze gebruik maken van informele bronnen zoals vrienden en kennissen (Granovetter, 1973). Saks en Ashforth (1997 ) vonden evidentie dat formele bronnen een grotere effectiviteit hebben voor andere succes criteria. De sterkte van de band is van groot belang als men gebruik maakt van de informele zoekmethoden. Zo zouden zwakke banden (kennissen, collega s) meer niet redundante informatie geven dan sterke banden (familie en dichte vrienden) en een beter bron zijn van job gerelateerde informatie (Granovetter, 1973). Hoewel hierover nog veel discussie bestaat, stelt men dat het gebruik van zwakke banden leidt tot hogere lonen en een grotere jobsatisfactie (Granovettor, 1973).

10 Een lagere socio-economische status, waartoe de meeste immigranten behoren, wordt geassocieerd met kleinere netwerken en minder zwakke banden (Chapple, 2001). Door een gebrek aan stabiliteit ervaren mensen met een laag inkomen ook moeilijkheden bij het zoeken naar een job (Granovetter 1988 zoals geciteerd in Chapple, 2001). Jobzoekgedrag heeft meerdere proximale gevolgen waaronder het worden uitgenodigd voor een jobinterview en het ontvangen van een jobaanbieding, alsook meerdere distale gevolgen zoals het krijgen van werk en de kwaliteit ervan (Van Hooft, Born, Taris, & Van der Flier, 2004). De intensiteit van jobzoekgedrag refereert naar de frequentie die jobzoekers besteden aan specifiek jobzoekgedrag of activiteiten zoals het voorbereiden van een interview of het contact nemen met een interim-kantoor. Uit onderzoek blijkt dat de intensiteit van jobzoekgedrag de werkstatus voorspelt (Kanfer, Wanberg & Kantrowitz, 2001). Van Hooft et al. (2004) beschreven dat zoekintensiteit het verwerven van een job voorspelt. Op een schaarse markt, met werkzoekers met een gelijk niveau van ervaring, zullen diegene die intensiever en met meer energie op zoek gaan naar een job een grotere kans hebben om een job te vinden met een gelijkaardig loon en niveau van verantwoordelijkheid (Feldman, 1996). Als we kijken naar het jobzoekgedrag van mensen van allochtone afkomst dan blijkt uit onderzoek dat deze minder gebruik maken van jobzoekmethodes dan autochtonen. Dit doordat ze vaak een gelimiteerde kennis hebben over de gewoontes van de locale arbeidsmarkt (Chiswick (1982) zoals geciteerd in Frijters, Shields & Price, 2005). Beggs en Chapman (1990) stellen dat dit komt doordat allochtonen een kleiner sociaal netwerk hebben dan autochtonen. Uit het onderzoek van Frijters et al. (2005) komt naar voor dat de keuze van de zoekmethode bijna niets verklaard van de verschillen in het vinden van een job tussen blanke mensen die in de UK zijn geboren en de verschillende immigrantengroepen. Frijters et al. (2005) vinden dat immigranten op alle vormen van jobzoekgedrag slechter presteren; en dus niet enkel op formele zoekgedragmethoden of deze die sociale netwerken vereisen.

11 Acculturatie Acculturatie verwijst naar die fenomenen die ontstaan wanneer groepen of individuen met verschillende culturen in continu en direct contact komen met elkaar, met als gevolg dat er zich veranderingen voordoen in de oorspronkelijke culturele patronen van een of beide individuen of groepen (Redfield, Linton & Herskovits, 1936, p.149 zoals geciteerd in Berry, 1997, p.7). Acculturatie kan zowel op groepsniveau als op individueel/psychologisch niveau voorkomen (Graves, 1967 zoals geciteerd in Berry, 1997). Twee invloedrijke modellen van acculturatie zijn voorgesteld in de literatuur, afhankelijk van het feit of men acculturatie ziet als een één -dimensioneel of een twee dimensioneel proces. Het meest gekende één - dimensioneel model is voorgesteld door Gordon (1964, zoals geciteerd in Berry, 1997). Men nam aan dat acculturatie een proces van verandering is in de richting van de dominante cultuur. (Van de Vijver, & Phalet, 2004). Door sociale ontwikkelingen is men de één - dimensionele modellen van acculturatie gaan vervangen door twee - dimensionele modellen. Het meest gebruikte twee - dimensionele model van acculturatie is het model van Berry (1997). In dit model refereert acculturatie naar twee onafhankelijke dimensies; namelijk ten eerst hoe een immigrant, die zich tijdelijk of permanent heeft gesetteld, omgaat met de cultuur van afkomst (cultural maintenance) en ten tweede hoe een immigrant omgaat met de cultuur van het land waarin men zich vestigt (cultural adaptation). Deze belangrijkste aspecten van acculturatie worden gecombineerd waaruit vier acculturatie strategieën voorkomen namelijk integratie, assimilatie, separatie of segregatie en marginalisatie. De integratiestrategie houdt in dat men hun eigen culturele identiteit behoudt, en dat men veel contact heeft met de dominante cultuur. Assimilatie verwijst naar een strategie waarbij mensen hun eigen culturele identiteit achter zich laten en waarbij er veel interactie plaatsvindt met de dominante cultuur. Als men de eigen culturele identiteit behoudt en men de interactie met de dominante cultuur probeert te vermijden, dan vindt separatie plaats. Marginalisatie treedt op als de immigrant niet betrokken is

12 bij de eigen noch de dominante cultuur. In de realiteit kan men niet altijd vrij kiezen welke acculturatiestrategie men zal volgen, soms wordt de acculturatiestijl namelijk opgelegd door de dominante groep. Wanneer de niet dominante groep ertoe wordt verplicht om de separatie optie te kiezen spreekt men van Segregatie. Op dezelfde manier spreekt men van Pressure Cooker wanneer assimilatie wordt opgelegd door de dominante groep. De strategie marginalisatie wordt bijna nooit vrijwillig gekozen, men marginaliseert doordat de dominante groep probeert om assimilatie op te leggen gecombineerd met exclusie. Wil ik goede relaties vestigen met mijn gastcultuur? (cultural adaptation) Ja Neen Wil ik goede relaties handhaven met mijn cultuur van origine? (cultural maintenance) Ja Integratie Separatie Neen Assimilatie Marginalisatie Figuur 1: Twee-dimensioneel model van acculturatie In onderzoek staat beschreven dat elke acculturatiestrategie een andere impact heeft op acculturatieve stress en op aanpassingsproblemen. Acculturatieve stress is een reductie van het gezondheidsniveau (inclusief psychologische, somatische en sociale aspecten) van individuen die acculturatie ondergaan en waarvan er evidentie is dat deze gezondheidsfenomenen systematisch gerelateerd zijn aan acculturatiefenomenen. Individuen met een marginalisatie of separatie - oriëntatie zullen meer stress en aanpassingsproblemen ervaren terwijl geïntegreerde individuen een lager niveau van stress en een betere aanpassing rapporteren (Berry, Kim, Minde en Mok, 1987). Aldus blijkt dat zowel het waarde hechten aan acculturatie met de gastcultuur (hoge cultural adaptation) als het hebben van een sterke identificatie met cultuur van herkomst (hoge cultural maintenance) beiden nodig zijn voor een optimale socioculturele aanpassing.

13 De psychologische aanpassing verwijst naar psychologisch of emotioneel welzijn, dit kan gemeten worden door bepaling van zelf-gerappordeerde psychologische symptomen en waargenomen distress. Daarnaast heb je socioculturele adaptatie dat verwijst naar het vermogen om cultureel eigen sociale vaardigheden en gedragsmatige competenties te verwerven en te gebruiken, dit om thuis te horen in de gastcultuur. In tegenstelling tot psychologische aanpassing heeft men te maken met cultureel leren en verwerven van sociale vaardigheden. Ward en Kennedy (1994) hebben getracht om hun eigen werk over psychologische en socioculturele aanpassing te doen opgaan in Berry s theorie. Uit de beoordeling van de twee fundamentele dimensies van acculturatie (cultural maintanance en cultural adaptation) en de twee domeinen van aanpassing (psychologisch en sociocultureel) stelt men vast dat een zwakke identificatie met de eigen cultuur is geassocieerd met een hoog voorkomen van psychologische aanpassing. Daarnaast stelt men dat mensen die een zwakke identificatie hebben met de gastcultuur meer moeilijkheden ervaren in socioculturele aanpassing. Er worden ook verschillen op het vlak van aanpassing gevonden over de vier acculturatie stijlen. Voor psychologische aanpassing ervaren geïntegreerde migranten minder psychologische distress in vergelijking met geassimileerde migranten. Voor socioculturele aanpassing werden het grootst aantal moeilijkheden ervaren bij de separatiegroep, en de minste moeilijkheden bij de geassimileerde en de geïntegreerde groepen, er was een medium niveau van moeilijkheden bij de marginalisatie groep (Ward & Rana-Deuba, 1999). De acculturatiestrategie integratie wordt dus duidelijk naar voor geschoven als de beste optie, doch moet men in het achterhoofd houden dat dit niet altijd zo is. Er wordt vaak aangenomen dat acculturatie attitude en zelf gerapporteerd gedrag door elkaar gebruikt kunnen worden. Attitude en gedrag worden vaak door elkaar gebruikt in vragenlijsten en worden samen geanalyseerd, waardoor impliciet wordt aangenomen dat ze verwisselbaar zijn (Arends-Tóth, van de Vijver & Poortinga, 2006). Doch hebben een groot aantal studies aangetoond dat attitude en gedrag enkel sterk gerelateerd zijn als de metingen betrekking hebben op dezelfde actie, context, doel, tijd, en graad van detail. De relaties tussen de geaggregeerde metingen van attitude en gedrag zijn sterk, ofschoon een algemene attitude mogelijks niet gerelateerd is aan een bepaald gedrag (Bentler & Speckart, 1979). Arends-Tóth et al. (2006) concluderen uit

14 hun onderzoek dat bij de assessment van acculturatie, voor attitude en gedrag enkel uitwisseling mogelijk is in sterk begrensde condities. Men kan dus stellen dat gedragsmatige en attitudinale aspecten van acculturatie moeten gemeten worden met aparte schalen. In dit onderzoek wordt de focus gelegd op zelf gerapporteerd gedrag. Dit omdat er al veel onderzoek is verricht naar attitudinale acculturatie; daartegenover is er een gebrek aan onderzoek naar gedragsmatige acculturatie. Een andere reden waarom we de voorkeur geven aan gedragsmatige acculturatie is enerzijds omdat gedragsmatige metingen van acculturatie minder reactief zijn; anderzijds worden deze minder beïnvloed door subjectieve normen. De algemene items horen allemaal tot het domein van de actuele kennis, acties en tastbare gedragingen en niet tot de waarden, identiteit en attitude. Immigratie in België In Tabel 2 staan de belangrijkste nationaliteiten van buitenlanders in België. Het aandeel van de EU-onderdanen in de buitenlandse bevolking bedroeg eind %. De Italianen vormen nog steeds de grootste gemeenschap. De Marokkaanse en Turkse gemeenschap zijn de grootste gemeenschappen onder de noemer niet-europese bevolking. Niettemin is de Marokkaanse en Turkse bevolkingsgroep sterk in aantal afgenomen sinds 1999, een daling die voornamelijk te verklaren valt door de inwerkingtreding van de nieuwe naturalisatiewet in 2000, waarbij het bekomen van de Belgische nationaliteit voor buitenlanders werd vergemakkelijkt. De Marokkanen en Turken zijn de twee voornaamste landen van oorsprong van de genaturaliseerde Belgen: in 2000 waren ze op zich goed voor 63.1 % van de personen die geopteerd hadden voor de Belgische nationaliteit, in 2004 bedroeg hun aandeel 37.9 % (FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, 2006). Over de vreemdelingen die Belg zijn geworden bestaat er geen accurate informatie. Zij worden bij de andere Belgen gevoegd. Deze tekortkomingen in het beschikbare statistische materiaal, en in het bijzonder het feit niet te kunnen beschikken over gegevens op grond van een sluitende etnische registratie zijn alom bekend ( Van der Straeten & Jacobs, 2004; Okkerse & Termote, 2004). Bewust van het feit dat de

15 etnische kenmerken op de arbeidsmarkt ook nog blijven doorspelen na het verwerven van de Belgische nationaliteit, deden verschillende onderzoekers pogingen om deze allochtone Belgen in de arbeidsmarktstatistieken te blijven opvolgen ( Okkerse & Termote, 2004). Tabel 2 De 15 belangrijkste buitenlandse nationaliteiten in België op mannen vrouwen totaal % vrouwen Italië ,5 Frankrijk ,9 Nederland ,5 Marokko ,6 Spanje ,9 Turkije ,3 Duitsland ,1 Portugal ,6 Verenigd Koninkrijk ,6 Griekenland ,8 Polen ,0 Congo ,7 Verenigde Staten ,5 Ex - Joegoslavië ,4 Algerije ,6 Totaal der Totaal buitenlanders bron: FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg (2006) Op 31 december 2004 telde België inwoners waarvan met een vreemde nationaliteit, ofwel 8.34 % van de totale bevolking. Hier maakte men gebruik van de huidige nationaliteit waardoor degene die de Belgische nationaliteit hebben verworven niet werden meegeteld (FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal

16 overleg, 2006). Op 1 januari 2005 heeft men een poging gedaan om ook de genaturaliseerde Belgen op te nemen in de statistiek door gebruik te maken van de nationaliteit bij geboorte. In dit onderzoek werden personen geteld die van buitenlandse afkomst waren of buitenlands waren bij geboorte, wat neerkomt op 15 % van de Belgische bevolking van deze mensen zijn in België geboren, over het algemeen worden zij met de term tweede generatie aangeduid immigranten zijn in het buitenland geboren. Van de personen afkomstig uit het buitenland zijn er genaturaliseerde personen (Eggerickx, Bahri & Perrin, 2006). Arbeidsmarktpositie en Sociaal economisch status van allochtonen Verhoeven (2000) stelde vast dat er op de Vlaamse en Brusselse arbeidsmarkt sprake was van een etnostratificatie. Allochtonen zitten steevast in een minder gunstige positie op de arbeidsmarkt, met name in sectoren en jobs met een hoge werkonzekerheid en slechtere arbeidsomstandigheden en voorwaarden, dit voornamelijk omwille van hun afkomst. Het hoogste stratum (hoge jobzekerheid, hoge lonen, goede arbeidsomstandigheden) wordt bevolkt door de autochtonen en de mensen met een nationaliteit uit de buurlanden. Het tweede stratum wordt door de nieuwe Belgen ( genaturaliseerde), de Italianen en Zuid - Europeanen en een restcategorie bevolkt. Het laatste stratum wordt gevormd door de Marokkanen en de Turken. Ook de sociaal economische posities die allochtonen en autochtonen bekleden in België zijn sterk verschillend. Ook hier is er een stratificatie mogelijk (Tielens, 2005). Op nagenoeg alle indicatoren scoren de Turken en de Marokkanen het zwakst: ze kennen het laagste aandeel werkenden. Ongeveer arbeidskrachten met een vreemde nationaliteit zijn actief op de Belgische arbeidsmarkt. Zij vertegenwoordigen 8 % van de totale beroepsbevolking. Wanneer ook rekening wordt gehouden met genaturaliseerde vreemdelingen stijgt de vreemde arbeidsvertegenwoordiging tot 13 %. De meeste vreemde arbeidskrachten zijn EU-onderdanen, niet EU-burgers vertegenwoordigen slechts 2 % van de totale beroepsbevolking (Okkers & Termote, 2004).

17 Tabel 3 Werkloosheid volgens de voornaamste nationaliteiten 2000 Werkloosheidsgraaheidsgraad werkloos Italië Marokko Frankrijk Turkije Congo Spanje Nederland Portugal Algerije Griekenland Duitsland Polen Overige Totaal buitenlanders Waarvan EU België Algemeen totaal bron: FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg (2006) Uit de statistieken van de overheid blijkt dat allochtonen kwetsbaarder zijn voor werkloosheid dan autochtonen (FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, 2006). Alle allochtone arbeidskrachten hebben een hogere werkloosheidsgraad dan autochtonen. Turken en Marokkanen worden het zwaarst getroffen door werkloosheid met een werkloosheidsgraad die 5 maal hoger is dan de autochtone werkloosheidsgraad. Ook de genaturaliseerde vreemdelingen (wg: 16 %) hebben het relatief moeilijker om

18 een baan te vinden. Als deze dan job hebben is de kans groot dat ze die positie niet lang kunnen bestendigen. Vreemdelingen hebben niet alleen een hogere werkloosheidsgraad dan autochtonen, ze moeten gemiddeld genomen ook langer zoeken naar een betrekking. Ongeveer 60 % van de werkloze vreemdelingen is al meer dan een jaar aan het zoeken naar een betrekking in vergelijking met slechts 48 % voor de werkloze autochtonen. Van de genaturaliseerde vreemdelingen is 42 % al ten minste 2 jaar op zoek naar een betrekking. Het gemiddelde opleidingsniveau varieert tussen de verschillende categorieën vreemdelingen. Turken en Marokkanen zijn oververtegenwoordigd in het laagst geschoolde segment van de arbeidsmarkt, 39 % kreeg enkel primair onderwijs en slechts 10 % heeft hoger onderwijs genoten. Andere niet EU-burgers zijn dan weer oververtegenwoordigd in het hoogst geschoolde segment. Het opleidingsniveau van EU-burgers en genaturaliseerde vreemdelingen is vergelijkbaar met dat van autochtonen. Vreemdelingen zijn relatief gezien oververtegenwoordigd in de handel, horeca en bouwnijverheid en ondervertegenwoordigd in de meeste dienstensectoren. Maar de allochtonen zijn aan een inhaalbeweging bezig, hun verdeling naar sector van tewerkstelling convergeert naar die van de autochtonen (FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg 2006). Vreemdelingen hebben vaker een arbeidersstatuut. De verschillen met de autochtonen zijn kleiner voor genaturaliseerde vreemdelingen maar zeer uitgesproken voor Turken en Marokkanen. Van de huidige Turkse en Marokkaanse tewerkgestelde bevolking doet 66 % handenarbeid in vergelijking met 33 % bij de autochtonen. Er zijn weinig verschillen tussen autochtonen en allochtonen met betrekking tot voltijdse of deeltijdse arbeid. Niet EU-loontrekkenden zijn in verhouding wel meer tewerkgesteld onder een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Het hebben van een Buitenlandse oorsprong heeft ook een significant effect op het loonniveau; Marokkanen, sub Sahara Afrikanen, Italianen en Zuid Europeanen ontvangen lagere lonen dan groepen met een meer Belgisch voorkomen, zoals Oost, Noord en West Europeanen en zelfs Turken (Vertommen & Martens, 2006). Nieuwe Belgen met Turkse of Marokkaanse origine doen het vaak iets beter dan de vreemdelingen, doch is het verschil niet bijzonder groot. Bij de vrouwen bekleden de Turken een bijzondere positie in de meest negatieve zin. Er is dus sprake van een socioeconomische etnostratificatie (eindrapporten, steunpunt WAV).

19 Bij het verklaren van de achtergestelde positie van allochtonen wordt vaak verwezen naar het lagere onderwijsniveau. Allochtonen tellen meer laaggeschoolden, maar als men voor dit kenmerk controleert, bekomt men nog steeds dezelfde stratum opsplitsing waarbij de Turken en Marokkanen de laagste positie innemen (eindrapporten, steunpunt WAV). Een andere verklaring voor het feit dat allochtonen het slecht doen op de arbeidsmarkt is discriminatie. Discriminatie komt zowel voor tijdens het zoeken naar werk, dit wordt baandiscriminatie genoemd, als op het werk zelf, dit noemt loondiscriminatie. Baandiscriminatie impliceert dat de werkgever bij aanwerving, promotie, of bij ontslag rekening houdt met de nationaliteit, origine van een persoon. Loondiscriminatie staat voor het feit dat werkgevers personen van verschillende origine een verschillend lonen uitbetalen voor het uitvoeren van hetzelfde werk. Naast deze vormen van bewuste discriminatie kan er ook onbewuste discriminatie of achterstelling optreden. Een belangrijke bron van achterstelling bij de aanwerving is het kanaal waarlangs een werkgever zoekt naar kandidaten. Zo hebben allochtonen minder kansen om tewerkgesteld te raken in een onderneming waar nog geen allochtonen tewerkgesteld zijn als die voor de invulling van nieuwe banen put uit relaties van het personeel of de bedrijfsleiding. Het personeel zelf, en hun kennissen, hebben altijd het voordeel dat zij sneller op de hoogte zijn van vacatures. Allochtonen die geen Nederlandstalige kranten lezen sluiten zichzelf uit van informatie verspreid via advertenties in die kranten. Een tweede bron van achterstelling is het bestaan van een culturele vertekening bij het opstellen en verbeteren van examens en testen. Huidig onderzoek Uit onderzoek blijkt dat de gebruikte zoekstrategie een grote invloed heeft op het succes op de arbeidsmarkt. Zo wordt gezegd dat mensen die intensiever op zoek gaan naar een betrekking een grotere kans hebben om een job te vinden. Als men kijkt naar pas afgestudeerden dan ziet men dat pas afgestudeerden die vroeg op zoek gaan naar een job en die veel tijd en energie steken in deze zoektocht hun interviewvaardigheden

20 verbeteren en zo hun aantal job aanbiedingen doet stijgen (Feldman, 1996). Ook werd vastgesteld dat de intensiteit van jobzoekgedrag het werkstatus voorspeld (Kanfer et al., 2001). In dit onderzoek gaan we na welke factoren het jobzoekgedrag beïnvloeden. Vooreerst wordt er gekeken of er een invloed is van de groep waartoe men behoord op het zoekgedrag naar werk. Van Hooft et al. (2004) stellen dat zoekintensiteit het verwerven van een job voorspeld. Hieruit blijkt dat werkende allochtonen intensief naar een job op zoek zijn gegaan en naderhand ook een job hebben gevonden. Terwijl de laatstejaarsstudenten nog geen vooruitzichten op een job hebben en dus nog niet intensief op zoek zijn gegaan naar werk. H1: Werkende allochtonen maken meer gebruik van jobzoekgedrag in vergelijking met allochtone laatstejaarsstudenten. De volgende hypothese is tweeledig, vooreerst wordt de invloed van het opleidingsniveau van de ouders op het zoekgedrag naar werk bij laatstejaarsstudenten belichten. De scholing van ouders kan een benadering zijn voor allerlei niet observeerbare determinanten. Voorbeelden van niet observeerbare determinanten kunnen zijn: ouders hun voorkeur voor een opleiding, kinderen hun mogelijkheden of de mate van steun of hulp bij het schoolwerk door ouders. Verder zijn de variabelen van scholing van de ouders een benadering voor de efficiëntie waarmee ouders investeren in de kinderen hun opleiding en de economische bronnen die ouders tot hun beschikking hebben om te investeren in hun kinderen (Gang, 1997). Van Ours en Veenman (2003) vonden dat de verschillen in opleidingsverworvenheden tussen autochtone Nederlanders en tweede generatie immigranten voornamelijk veroorzaakt worden door verschillen in de opleiding van de ouders. Als de verschillen in rekening worden gebracht verdwijnen de verschillen in opleidingsverworvenheid tussen tweede generatie immigranten en autochtone Nederlanders grotendeels. H2 a: Allochtone laatstejaarsstudenten met ouders met een hoger opleidingsniveau maken meer gebruik van jobzoekgedrag dan allochtonen laatstejaarsstudenten met ouders met een lager opleidingsniveau.

21 Bij het tweede deel van de hypothese gaan we kijken naar het eigen opleidingsniveau van werkende allochtonen. Uit onderzoek blijkt dat opleidingsniveau een invloed heeft op de zoekintensiteit naar werk (Schmitt & Wadsworth, 1993; Wanberg, Kanfer & Rotundo, 1999; Boheim & Taylor, 2002). H2 b: Werkende allochtonen met een hoger opleidingsniveau maken meer gebruik van jobzoekgedrag dan werkende allochtonen met een lager opleidingsniveau. Vervolgens wordt er gekeken naar de acculturatie dimensies cultural adaptation en cultural maintenance en wordt er onderzocht of de waard van deze dimensies een invloed hebben op het jobzoekgedrag. Onderzoekers stellen dat integratie de beste optie is, integratie wordt naar voor geschoven als de strategie die leidt tot de minste acculturatieve stress, marginalisatie en separatie met een hoog level en assimilatie met een medium level (Berry et al., 1987). Ward en Rana-Deuba (1999) vonden dat geïntegreerde migranten de minste problemen ondervonden tijdens de socioculturele aanpassing en de psychologische aanpassing. In het huidig onderzoek wordt er gewerkt met de twee hoofddimensies cultural adaptation en cultural maintenance. Integratie is gelijk aan een hoge mate van cultural adaptation en een hoge mate van cultural maintenance. Dus wordt er verwacht dat een hoge mate van cultural adaptation en een hoge mate van cultural maintenance het jobzoekgedrag positief zal beïnvloeden. H3 a: Allochtonen met een hoger niveau van cultural adaptation maken meer gebruik van jobzoekgedrag dan allochtonen met een lager niveau van cultural adaptation. H3 b: Allochtonen met een hoger niveau van cultural maintenance maken meer gebruik van jobzoekgedrag dan allochtonen met een lager niveau van cultural maintenance. Tot slot wordt er gekeken of de acculturatiedimensies het verband tussen opleidingsniveau van ouders en jobzoekgedrag modereert. Zie figuur 2.

22 Cultural maintenance Opleidingsniveau ouders Jobzoekgedrag Cultural adaptation Figuur 2: Model van het moderatie-effect van acculturatie op het verband tussen opleidingsniveau van de ouders en jobzoekgedrag H4 a: H4 b: Allochtone laatstejaarsstudenten met ouders met een laag opleidingsniveau en met een hoge mate van cultural adaptation gaan meer op zoek naar werk dan allochtone laatstejaarsstudenten met ouders met een laag opleidingsniveau en een lage mate van cultural adaptation. Allochtone laatstejaarsstudenten met ouders met een laag opleidingsniveau en met een hoge mate van cultural maintenance gaan meer op zoek naar werk dan allochtone laatstejaarsstudenten met ouders met een laag opleidingsniveau en een lage mate van cultural maintenance. Figuur 3 toont het model van de acculturatiedimensies als moderator op het verband tussen opleidingsniveau en jobzoekgedrag. Cultural maintenance Opleidingsniveau Jobzoekgedrag Cultural adaptation Figuur 3: Model van het moderatie-effect van acculturatie op het verband tussen opleidingsniveau en jobzoekgedrag

23 H4 c: Lager opgeleide personen met hoge mate van cultural adaptation gaan meer op zoek naar werk dan lager opgeleide personen met een lage mate van cultural adaptation. H4 d: Lager opgeleide personen met hoge mate van cultural adaptation gaan meer op zoek naar werk dan lager opgeleide personen met een lage mate van cultural adaptation.

24 Methode Steekproef De participanten van deze studie bestonden uit twee verschillende groepen; allochtone laatstejaars BSO (Beroeps Secundair Onderwijs) studenten (N= 103) en werkende allochtone (N=67). In dit onderzoek bedoelt men met allochtonen personen van Turkse of Marokkaanse origine die in België zijn komen wonen (1 ste generatie) of in België geboren zijn (2 de generatie). De huidige woonplaats van de allochtonen is Vlaanderen. De allochtonen laatstejaarsstudenten hadden een gemiddelde leeftijd van jaar (SD= 1.13). Deze groep bestond voor 44 % uit mannen. Op het tijdstip van de afname zaten de participanten in het laatste jaar BSO. Deze zullen op het einde van het schooljaar de arbeidsmarkt betreden. Op het moment van de afname hadden deze jongeren nog geen job of vooruitzicht op een job. De gemiddelde leeftijd van de steekproef werkende allochtonen bedroeg jaar (SD= 4.29) en bestond voor 51 % uit mannen. 28 % heeft als hoogst behaalde opleidingsniveau BSO, 30 % TSO, 10 % ASO, 20 % hoger onderwijs en 12 % universiteit. Als we de twee groepen samen bekijken dan is de gemiddelde leeftijd (SD= 5.01). 46 % van de totale steekproef bestaat uit mannen. Instrumenten Zoekintensiteit. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de Job Search Behavior Index (JSBI) van Kopelman, Ravenpor & Millsap (1992) om na te gaan hoe intensief respondenten gebruik maken van zoekstrategieën bij het vinden van een job. Er worden enkele items uit de oorspronkelijke schaal niet weerhouden gezien zij niet van toepassing zijn op de steekproef van dit onderzoek. De schaal zonder de niet

25 weerhouden items bestaat uit acht verschillende activiteiten die mogelijk zijn bij een zoektocht naar een job (vb opstellen of verbeteren van mijn CV). De items werden gerepresenteerd in een vijfpunten likert- schaal, gaande van 1 (helemaal geen tijd besteed aan deze activiteit) tot 5 (ontzettend veel tijd besteed aan deze activiteit). Omdat de oorspronkelijke vragenlijst werd aangepast aan het kader van het onderzoek was het belangrijk om de betrouwbaarheid van de vragenlijst na te gaan. Uit analyse kwam één factor naar voor die 45 % van de variantie verklaarde. Ook bleek er een hoge consistentie te zijn tussen de items van.82, waardoor we in het verdere onderzoek de gemiddelde scores van de factor kunnen gebruiken. Acculturatie. Voor het meten van acculturatie wordt gebruik gemaakt van de behavioural acculturation scale (BACS 16). De BACS is een schaal die gebruik maakt van de two statment methode die belangrijke aspecten van de acculturatie inhoud domein bevat. De BACS 16 is een korte acculturatievragenlijst die de focus legt op het meten van actuele kennis, acties en gedragingen eerder dan op interne psychologische karakteristieken. Deze vragenlijst bevat acht items die de adaptatiedimensie meten en acht items die de maintenancedimensie meten. De responsschaal is een zespunten likertschaal met antwoordopties van 1 = helemaal niet akkoord, 2 = niet akkoord, 3 = eerder niet akkoord, 4 = eerder akkoord, 5 = akkoord, 6 = helemaal akkoord. De schaal heeft geen centraal of neutraal punt, dus de respondent is verplicht te verklaren of men akkoord is of niet. Na een betrouwbaarheidsanalyse kwamen de 2 verwachte dimensies naar voor, cultural maintenance en cultural adaptation. De interne consistentie van de items van de factor cultural maintenance bedraagt 0.76 en van de items van de factor cultural adaptation Daar deze interne consistenties voor beide hoog zijn, wordt in de analyse gebruik gemaakt van de gemiddelde score van beide factoren. Opleidingsniveau. Opleidingsniveau werd bevraagd aan de hand van één item; Wat is uw huidig of hoogst behaalde opleidingsniveau? Men kon kiezen tussen BSO, TSO, ASO, Hoger onderwijs of Universitair onderwijs.

26 Opleidingsniveau ouders. Hieromtrent werden twee items in de vragenlijst opgenomen. Opleidingsniveau vader: Wat is het hoogst behaalde diploma van uw vader? en opleidingsniveau moeder: Wat is het hoogst behaalde diploma van uw moeder?. Voor beide items kon men uit negen antwoorden kiezen. Geen diploma / lager onderwijs / lager middelbaar onderwijs / hoger middelbaar onderwijs, beroepsonderwijs / hoger middelbaar onderwijs,technisch onderwijs / hoger middelbaar onderwijs, algemeen onderwijs / 1 of 2 jaar specialisatie na middelbaar onderwijs / hoger onderwijs buiten universiteit / universitair onderwijs. Controle variabelen. Als controlevariabelen werden geslacht (0= man; 1= vrouw) en leeftijd (in aantal jaren) opgenomen in de vragenlijst. Hiervan werd nagegaan in hoeverre deze variabelen een invloed uitoefenen op de onderzochte relaties binnen het onderzoek. Procedure Aan de hand van een lijst van scholen in het Vlaamse werd er op zoek gegaan naar scholen met allochtone leerlingen in het laatste jaar. Bij het eerste telefonische contact met de directie werd duidelijk gemaakt hoe het onderzoek eruit zag. Tevens werd er gepeild naar hun bereidheid en beschikbaarheid voor deelname aan het onderzoek. Van de 42 gecontacteerde scholen waar allochtone leerlingen in het laatste jaar studeren waren er 11 scholen bereid om mee te werken aan het onderzoek. Het aantal allochtone laatstejaars varieerde van school tot school. Sommige scholen hadden slechts twee of drie leerlingen in het laatste jaar, andere vijftien tot twintig. De studenten werden gecontacteerd tijdens de lessen. Vooreerst kregen de studenten een korte uitleg en beschrijving van het doel van de afname. Vervolgens kregen ze voldoende tijd om de vragenlijst in te vullen. De responsrate voor de allochtone laatstejaarsstudenten bedroeg nagenoeg 100 %. Naarmate het onderzoek vorderde werd duidelijk dat het vinden van hooggeschoolde allochtone laatstejaarsstudenten moeilijk verliep, dit doordat de hogescholen en universiteiten geen gegevens over nationaliteit en

27 origine mogen bijhouden. Naast de afname bij laatstejaarsstudenten werden er ook vragenlijsten verspreid onder werkende allochtonen. Hiervoor werden verschillende kanalen gebruikt. Zo werd de vragenlijst online geplaatst en werd er een vraag tot invullen geplaatst op forums en verspreid via mail. Ook werden twee bedrijven aangesproken om mee te werken aan dit onderzoek. In deze fase van het onderzoek gebeurde de afname individueel. Bij deze groep was het de bedoeling om retrospectief te werk te gaan bij het invullen van de vragenlijst over jobzoekgedrag. De responsrate van deze groep is moeilijk te bepalen gezien we moeilijk kunnen bepalen hoeveel werkende allochtonen bereikt werden via het internet. Bij beide groepen werd er een duidelijke nadruk gelegd op anonimiteit, dit om sociale wenselijkheid van de antwoorden te beperken. Er werd steeds duidelijk meegegeven dat het een bevraging was in het kader van deze scriptie en dat de school of het bedrijf de vragenlijsten nooit in handen zou krijgen. Data analyse Voor de eerste hypothese werd er gebruik gemaakt van univariate variantieanalyse met als afhankelijke variabele jobzoekgedrag, als onafhankelijke variabelen groep en als controlevariabelen geslacht en leeftijd. Hier worden de beide groepen in de analyse opgenomen waardoor het gebruik van select cases niet nodig is. Bij het testen van de tweede hypothese werden de twee groepen apart geanalyseerd. Hiervoor werd gebruik gemaakt van select cases. De analyse van de laatstejaarsstudenten bestond uit een univariate variantie-analyse met als afhankelijke variabele jobzoekgedrag, onafhankelijke variabelen opleidingsniveau vader en opleidingsniveau moeder en wederom de controlevariabelen geslacht en leeftijd. Voor de analyse van de werkende allochtonen werd ook univariate variantie-analyse gebruikt, en net zoals bij de laatstejaarsstudenten is de afhankelijke variabele zoekgedrag en de controlevariabelen geslacht en leeftijd. Het enige verschil bestond eruit dat hier gebruik werd gemaakt van het eigen opleidingsniveau als onafhankelijke variabele. Vervolgens werd de gehele groep gebruikt voor het testen van de derde hypothese. Er werd gebruik gemaakt van univariate variantie-analyse met zoekgedrag als afhankelijke variabele, cultural adaptation en cultural maintenance als onafhankelijke variabelen en geslacht en leeftijd

28 als controlevariabelen. Bij de analyse van de laatste hypothese werden de twee groepen opnieuw apart geanalyseerd, dit door gebruik te maken van select cases. Voor de laatstejaarsstudenten werd er een univariate variantie-analyse uitgevoerd met één afhankelijke variabele jobzoekgedrag, vier onafhankelijke variabelen cultural adaptation, cultural maintenance, opleidingsniveau vader en opleidingsniveau moeder en met twee controlevariabelen geslacht en leeftijd. Verder werd er ook gepeild naar de hoofdeffecten van alle variabelen en de interactie-effecten van cultural adaptation X opleidingsniveau vader, cultural adaptation X opleidingsniveau moeder, cultural maintenance X opleidingsniveau vader en cultural maintenance X opleidingsniveau moeder. Zo werd er nagegaan of er een moderatie-effect was van cultural adaptation en cultural maintenance op het verband tussen opleidingsniveau ouders en het jobzoekgedrag. Ook de analyse van de werkende allochtonen gebeurde aan de hand van een univariate variantie-analyse met jobzoekgedrag als afhankelijke variabele, cultural adaptation, cultural maintenance en opleidingsniveau als onafhankelijke variabelen en geslacht en leeftijd als controlevariabelen. Hier werd wederom gekeken of er een moderatie-effect was van cultural adaptation en cultural maintenance op het verband tussen opleidingsniveau en jobzoekgedrag.

29 Resultaten Preliminaire analyses Tabel 4 geeft de gemiddelden, de standaardafwijkingen en de correlaties van de variabelen van laatstejaarsstudenten van allochtone afkomst weer. Hieruit blijkt dat de afhankelijke variabele jobzoekgedrag duidelijk correleert met culturale adaptation (r = 0.38). Dit ligt in de lijn van de verwachtingen. Verder zien we dat het opleidingsniveau van de vader correleert met het opleidingsniveau van de moeder (r = 0.59). In Tabel 5 worden de gemiddelden, de standaardafwijkingen en de correlaties van de werkende allochtonen weergegeven. Als we kijken naar de controlevariabelen dan zien we een duidelijke correlatie tussen leeftijd en jobzoekgedrag (r= -0.34). De richting van de correlatie geeft aan dat, hoe ouder de werkende allochtoon is, hoe minder deze zoekgedrag heeft vertoond bij het vinden van een job. Ook bij deze groep is er een correlatie tussen de afhankelijke variabele jobzoekgedrag en culturale adaptation (r= 0.26). Als we naar het opleidingsniveau kijken blijkt deze hoog te correleren met cultural maintenance (r= -0.39). De negatieve richting van de correlatie wijst erop dat mensen met een lager diploma zich sterker identificeren met de eigen cultuur en dat mensen met een hoger diploma zich minder identificeren met de eigen cultuur. Verder correleert opleidingsniveau ook sterk met jobzoekgedrag (r= 0.32), er kan gesteld worden dat werkende allochtonen met een hoger opleidingsniveau meer zoekgedrag vertonen dan allochtonen met een lager opleidingsniveau. Als we naar de resultaten van de twee groepen kijken zien we bij beiden een duidelijke correlatie tussen jobzoekgedrag en cultural adaptation. Aldus kan men stellen dat er zowel bij werkende allochtonen als bij laatstejaarsstudenten een verband is tussen jobzoekgedrag en cultural adaptation.

30 Tabel 4 Gemiddelden, standaarddeviaties en Pearson correlaties voor de verschillende variabelen voor de laatstejaarsstudenten. Variabelen M SD geslacht a / 2. leeftijd / 3. cultural maintanance / 4. cultural adaptation / 5. jobzoekgedrag ** / 6. opleidingsniveau vader / 7. opleidingsniveau moeder ** / *p <.05 **p <.01 a. dummygecodeerd met referentieniveau vrouw

31 Tabel 5 Gemiddelden, standaarddeviaties en Pearson correlaties voor de verschillende variabelen voor de werkende allochtonen. Variabelen M SD geslacht / 2. leeftijd / 3. cultural maintanance / 4. cultural adaptation / 5. jobzoekgedrag ** * / 6. opleidingsniveau **.12.32** / *p <.05 **p <.01 a. dummygecodeerd met referentieniveau vrouw

32 Toetsing hypotheses Om de eerste hypothese te onderzoeken werd er een univariate variantie-analyse uitgevoerd met als afhankelijke variabele jobzoekgedrag, als onafhankelijke variabele groep en als controlevariabelen geslacht en leeftijd. Wat de controlevariabelen betreft, is er een significant effect van leeftijd op jobzoekgedrag, F(1, 165)= 5.66, p < 0.05, μ² p =.03. De richting van het effect toont ons dat oudere personen significant minder gebruik maken van jobzoekgedrag (β= -0,05). De andere controlevariabele geslacht blijkt eveneens significant te zijn F(1, 165)= 6.81, p < 0.05, μ² p =.04. De gemiddelde score op jobzoekgedrag was significant hoger bij vrouwen (M=3.19) dan bij mannen (M=2.83). In tegenstelling tot de controlevariabelen vinden we geen significant effect van de onafhankelijke variabele groep op het jobzoekgedrag F(1, 165)= 1.56, p = Tabel 6 Resultaten van de univariate variantie analyse met als afhankelijke variabele jobzoekgedrag en als onafhankelijke variabele groep. F df. p μ² p Controlevariabelen geslacht a leeftijd Predictoren groep a. dummygecodeerd met referentieniveau vrouw Vervolgens hebben we voor de laatstejaarsstudenten van allochtone afkomst en de werkende allochtonen apart een univariate variantie-analyse uitgevoerd. De analyse van de laatstejaarsstudenten werd uitgevoerd met als afhankelijke variabele jobzoekgedrag, twee controlevariabelen geslacht en leeftijd, en twee predictoren opleidingsniveau moeder en opleidingsniveau vader. De analyse van de tewerkgestelden bestaat uit een afhankelijke variabele jobzoekgedrag, twee controlevariabelen geslacht

33 en leeftijd en één onafhankelijke variabele opleidingsniveau. In Tabel 7 vind je de resultaten terug van deze analyse. Voor de laatstejaarsstudenten bleek geen enkele variabele significant, zowel de controlevariabelen als de predictoren hebben geen significant effect op het jobzoekgedrag bij laatstejaarsstudenten van allochtone afkomst. Bij de tewerkgestelden zijn er wel significante variabelen gevonden. Zo is er een significant effect van leeftijd op het jobzoekgedrag F(1, 63)= 8.86, p < 0.01, μ² p =.12. Personen met een jongere leeftijd investeren significant meer tijd aan jobzoekgedrag dan personen met een oudere leeftijd (β= -.07). De onafhankelijke variabele opleidingsniveau heeft ook een duidelijk significant effect F(1, 63)= 7.93, p < 0.01, μ² p =.11. Overeenkomstig met hypothese 2b kunnen we stellen dat werkende allochtonen die beschikken over een hoger opleidingsniveau meer jobzoekgedrag vertonen dan werkende allochtonen met een lager opleidingsniveau (β= 0.2). Tabel 7 Resultaten van de univariate variantie analyse met als afhankelijke variabele jobzoekgedrag en als onafhankelijke variabele opleidingsniveau. F df. p μ² p Controlevariabelen geslacht a leeftijd Predictoren opleidingsniveau a. dummygecodeerd met referentieniveau vrouw Vervolgens wordt onderzocht of er een effect is van cultural adaptation en cultural maintenance op de afhankelijke variabele jobzoekgedrag, dit onder controle van geslacht en leeftijd. In Tabel 8 worden de resultaten van deze analyse weergegeven. We zien dat de beide controlevariabelen significant zijn, geslacht F(1, 165)= 8.80, p < 0.01, μ² p =.05 en leeftijd F(1, 165)= 8.64, p < 0.01, μ² p =.09. Vrouwen van allochtone afkomst (M= 3.19) maken significant meer gebruik van jobzoekgedrag dan mannen van allochtone afkomst (M= 2.83). Het blijkt ook dat jongere personen van

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

CoVaT-CHC Basisversie:

CoVaT-CHC Basisversie: W. Magez CoVaT-CHC Basisversie: toetsing bij allochtone en autochtone leerlingen in de bovenbouw van het lager onderwijs 1 2 COVAT-CHC BASISVERSIE: TOETSING BIJ ALLOCHTONE EN AUTOCHTONE LEERLINGEN IN DE

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De steekproefenquête naar de arbeidskrachten (EAK), in België opgezet door de

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/043 ADVIES NR 10/23 VAN 5 OKTOBER 2010, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2011, BETREFFENDE HET MEEDELEN VAN ANONIEME

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Allochtoon talent aan het werk

Allochtoon talent aan het werk Allochtoon talent aan het werk Ethnische verschillen in posities op de arbeidsmarkt van recent afgestudeerden VFO Studiedag dr. Steven Lenaers 13 november 2008 Inhoud I. Onderzoeksthema II. Methodologie

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Constructie van de variabele Etnische afkomst Constructie van de variabele Etnische afkomst Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een allochtoon. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De enquête naar de arbeidskrachten (EAK) is een sociaal-economische steekproefenquête

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014) Dat onze samenleving steeds diverser wordt is een open deur intrappen. Opeenvolgende migratiestromen brachten mensen uit alle hoeken van de wereld naar Brussel: werknemers uit Italië, Spanje, Marokko,

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016 De arbeidsmarkt in mei 2016 Datum: 17 juni 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016 De arbeidsmarkt in maart 2016 Datum: 11 april 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in december 2014 De arbeidsmarkt in december 2014 Datum: 14 januari 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche december 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Hoe zoeken werkzoekenden?

Hoe zoeken werkzoekenden? Hoe zoeken werkzoekenden? Doyen G. en Lamberts M. (2001), Hoe zoeken werkzoekenden? HIVA, K.U.Leuven. Het gaat goed op de Vlaamse arbeidsmarkt. Sinds een aantal jaren stijgt de werkgelegenheid en daalt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in juni 2014 De arbeidsmarkt in juni 2014 Datum: 17 juli 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils Kort samengevat In dit hoofdstuk volgen we de loopbaan van de voltijds en uit het tweede kwartaal van 1998 op tot en met het derde kwartaal

Nadere informatie

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Kortcyclische arbeid, Op de teller! Kortcyclische arbeid, Op de teller! 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische arbeid. Dit laat toe een duidelijke definiëring

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016 De arbeidsmarkt in augustus 2016 Datum: 8 september 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Hoofdstuk. Migratie. in België

Hoofdstuk. Migratie. in België 17 Hoofdstuk 2 Migratie in België Dit hoofdstuk duikt in de migratiestatistieken van België. Zo komen niet alleen de stocks van de buitenlandse bevolking aan bod, maar ook cijfers rond de immigratie- en

Nadere informatie

De loopbaan van een werkloze

De loopbaan van een werkloze De loopbaan van een werkloze Wat zijn de loopbaanpatronen van de werklozen? Wie blijft er werkloos en wie vindt er een job? De analyse van de loopbaanpatronen van de werklozen maakt het mogelijk om profielen

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5; TC/98/84 ADVIES Nr. 98/07 VAN 7 JULI 1998 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN (DEPARTEMENT SOCIOLOGIE) TOT HET BEKOMEN VAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID EN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Resultaten van de socioeconomische. Valérie Gilbert Virginie Vaes FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Resultaten van de socioeconomische. Valérie Gilbert Virginie Vaes FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Resultaten van de socioeconomische monitoring Valérie Gilbert Virginie Vaes FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ORIGINE EN MIGRATIEACHTERGROND CONCEPTEN 2 Origine Identificatie van personen

Nadere informatie

COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen

COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen 07.03.2017 Commissie Welzijn arbeidsmarkt Terminologie buitenlandse herkomst : personen die legaal en langdurig in België verblijven, en die bij hun geboorte

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in augustus 2014 De arbeidsmarkt in augustus 2014 Datum: 17 september 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in april 2016 De arbeidsmarkt in april 2016 Datum: 10 mei 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen Richtlijnen voor auteurs - De hoofdindeling ligt vast en bestaat uit volgende rubrieken:

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

MAANDAG 5 FEBRUARI BINNENLAND. De diepe barst

MAANDAG 5 FEBRUARI BINNENLAND. De diepe barst MAANDAG 5 FEBRUARI 2018 - BINNENLAND De diepe barst België is zowat het meest mislukte migratieland in de rijke wereld. Met die stelling trok Ive Marx, hoogleraar en columnist van deze krant, aan de alarmbel.

Nadere informatie

Integratie van minderheden: een pleidooi voor conceptuele zuiverheid

Integratie van minderheden: een pleidooi voor conceptuele zuiverheid Integratie van minderheden: een pleidooi voor conceptuele zuiverheid Norbert Vanbeselaere, Joke Meeus & Filip Boen Labo voor Exp. Soc. Psychol., K.U.Leuven maart 2007 Belgische samenleving = etnisch-cultureel

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in september 2014

De arbeidsmarkt in september 2014 De arbeidsmarkt in september 2014 Datum: 13 oktober 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche september 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in mei 2014 De arbeidsmarkt in mei 2014 Datum: 13 juni 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in oktober 2016 De arbeidsmarkt in oktober 2016 Datum: 9 november 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015 De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/146 ADVIES NR. 13/65 VAN 2 JULI 2013, GEWIJZIGD OP 5 NOVEMBER 2013 EN OP 7 OKTOBER 2014, INZAKE DE MEDEDELING

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016 De arbeidsmarkt in januari 2016 Datum: 12 februari 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in augustus 2017 De arbeidsmarkt in augustus 2017 Datum: 7 september 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe?

Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe? Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe? Over hoeveel jongeren weten wij iets? AANTAL RESPONDENTEN MET OOIT EEN BAAN NAAR GEBOORTECOHORTE Golf 1 Golf 2 Golf 3 TOTAAL Cohorte

Nadere informatie

Allochtoon talent aan het werk

Allochtoon talent aan het werk Doelgroepen Allochtoon talent aan het werk Vandevenne, G. & Lenaers, S. 2007.. Diepenbeek: Onderwijs wordt terecht beschouwd als de voornaamste hefboom om de kansen van kansarme en allochtone jongeren

Nadere informatie

NIEUWE BELGEN IN LOONDIENST IN VLAANDEREN: GEWOGEN EN MINDER VREEMD BEVONDEN? Hoofdstuk 18

NIEUWE BELGEN IN LOONDIENST IN VLAANDEREN: GEWOGEN EN MINDER VREEMD BEVONDEN? Hoofdstuk 18 NIEUWE BELGEN IN LOONDIENST IN VLAANDEREN: GEWOGEN EN MINDER VREEMD BEVONDEN? Hoofdstuk 8 Katrien Tratsaert Inleiding De meeste officiële bronnen over de arbeidsmarkt in Vlaanderen registreren enkel de

Nadere informatie

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 242 van GRIET COPPÉ datum: 20 januari 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Buitenlandse werkkrachten - Zorgsector Op mijn schriftelijke

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2016

De arbeidsmarkt in juni 2016 De arbeidsmarkt in juni 2016 Datum: 8 juli 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen Stuk 1025 (1997-1998) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1997-1998 29 april 1998 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in mei 2017 De arbeidsmarkt in mei 2017 Datum: 6 juni 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Algemeen overzicht : Resoc-Serr Midden-West West-Vlaanderen NWWZ (2004) : 5989 Werkloosheidsgraad : 5,45 5989 werklozen Werkzaamheidsgraad : 72,67 102026 werkenden Activiteitsgraad

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

VOW/QFT OPERATIONEEL MAKEN. STATISTISCHE ANALYSES VAN 1000 VRAGENLIJSTEN DIE IN 2009

VOW/QFT OPERATIONEEL MAKEN. STATISTISCHE ANALYSES VAN 1000 VRAGENLIJSTEN DIE IN 2009 Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Ervaringsfonds Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DIOVA) VOW/QFT OPERATIONEEL MAKEN. STATISTISCHE ANALYSES VAN 1000

Nadere informatie

BART CAPÉAU (ECARES ULB) LIEVE EEMAN, STEVEN GROENEZ, MIET LAMBERTS (HIVA KULEUVEN)

BART CAPÉAU (ECARES ULB) LIEVE EEMAN, STEVEN GROENEZ, MIET LAMBERTS (HIVA KULEUVEN) BART CAPÉAU (ECARES ULB) LIEVE EEMAN, STEVEN GROENEZ, MIET LAMBERTS (HIVA KULEUVEN) Colloquium Diversiteit en discriminatie op de arbeidsmarkt 5 Septemer 2012 OVERZICHT 1. Opzet van het onderzoek 2. Centrale

Nadere informatie

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE De data over de arbeidsmarkt zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk waarin arbeidsmarktstatistieken die zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven worden

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2017

De arbeidsmarkt in februari 2017 De arbeidsmarkt in februari 2017 Datum: 8 maart 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017 De arbeidsmarkt in januari 2017 Datum: 7 februari 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Angst, Depressie en Acculturatie. Koen Beirens Johnny R. J. Fontaine

Angst, Depressie en Acculturatie. Koen Beirens Johnny R. J. Fontaine Angst, Depressie en Acculturatie Koen Beirens Johnny R. J. Fontaine 1 2 Uitgangspunt Wederkerende observatie: immigranten rapporteren meer angst en depressie en scoren algemeen hoger op psychopathologie-instrumenten

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in maart 2017 De arbeidsmarkt in maart 2017 Datum: 12 april 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

Referentie GLORIEUX, I., I. LAURIJSSEN & Y. VAN DORSSELAER, Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt. Garant, Antwerpen, 2009.

Referentie GLORIEUX, I., I. LAURIJSSEN & Y. VAN DORSSELAER, Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt. Garant, Antwerpen, 2009. 1. Referentie Referentie GLORIEUX, I., I. LAURIJSSEN & Y. VAN DORSSELAER, Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt. Garant, Antwerpen, 2009. Taal Nederlands ISBN ISSN 9789044124828 Publicatievorm

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Maten, makkers, diploma s

Maten, makkers, diploma s De Standaard: DONDERDAG 8 FEBRUARI 2018 - OPINIES Maten, makkers, diploma s Karen Phalet, Batja Mesquita en Marc Swyngedouw wijzen op een straffe statistiek: een Turkse Vlaming heeft dubbel zoveel kans

Nadere informatie

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN

Nadere informatie

5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek

5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek 5. Verkrijgen en toekennen van de Belgische nationaliteit 1 5.1. Impact van de wijzigingen van het nationaliteitswetboek Sinds het ontstaan van het Koninkrijk stijgt het aantal vreemdelingen dat Belg wordt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2017

De arbeidsmarkt in april 2017 De arbeidsmarkt in april 2017 Datum: 10 mei 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/15/022 BERAADSLAGING NR. 15/006 VAN 3 FEBRUARI 2015 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE EN ANONIEME

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Niet-werkende werkzoekenden in Genk Niet-werkende werkzoekenden in Genk Genk telde eind december 2016 3.367 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). De niet-werkende werkzoekenden omvatten volgende categorieën: werkzoekenden met werkloosheidsuitkeringsaanvraag

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in mei 2015 De arbeidsmarkt in mei 2015 Datum: 11 juni 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016 De arbeidsmarkt in februari 2016 Datum: 16 maart 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015 De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Tom Vandenbrande Op het vlak van de gelijke vertegenwoordiging van kansengroepen op de arbeidsmarkt bengelt Vlaanderen aan de staart van het Europese peloton.

Nadere informatie

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in Sint-Jans- Inhoudstafel Demografie Vreemdelingen 1 en aandeel personen met vreemde nationaliteit in 2017 1 en aandeel vreemdelingen, totaal en naar nationaliteitsgroep 1 en aandeel vreemdelingen met nationaliteit

Nadere informatie

Succescriteria bij de activering van anderstalige nieuwkomers

Succescriteria bij de activering van anderstalige nieuwkomers Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Succescriteria bij de activering van anderstalige nieuwkomers Dr. Hanne Vandermeerschen Peter De Cuyper Gent, 13 juni 2018 Potentiële beroepsbevolking in

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

TEWERKSTELLINGS- MAATREGEL JONGERENBONUS

TEWERKSTELLINGS- MAATREGEL JONGERENBONUS Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 BRUSSEL www.werk.be /////////// TEWERKSTELLINGS- MAATREGEL JONGERENBONUS Een cijfermatige analyse /////////// 1 Inhoud 2 Inleiding... 3 3 Kenmerken en bereik van de

Nadere informatie

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in Sint-Agatha- Inhoudstafel Demografie Vreemdelingen 1 en aandeel personen met vreemde nationaliteit in 2017 1 en aandeel vreemdelingen, totaal en naar nationaliteitsgroep 1 en aandeel vreemdelingen met

Nadere informatie