DUURZAAMHEID VOGELVLUCHT. 40 jaar duurzaamheid in Nederland. Duizend Duurzame Daden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DUURZAAMHEID VOGELVLUCHT. 40 jaar duurzaamheid in Nederland. Duizend Duurzame Daden"

Transcriptie

1 DUURZAAMHEID IN VOGELVLUCHT 4 jaar duurzaamheid in Nederland Duizend Duurzame Daden

2 Duurzaamheid in vogelvlucht 4 jaar duurzaamheid in Nederland ontwikkelingen sinds Duurzaamheid 217 Inkomen Onderwijs Sociale zekerheid Gender gelijkheid Gezondheid Sport Maatschappelijke participatie Veiligheid Goed bestuur Waterkwaliteit Luchtkwaliteit Natuur Biologische landbouw Afvalstoffen Energieverbruik CO 2 uitstoot Hernieuwbare energie Mobiliteit Werkloosheid Overheidsfinanciën De uitdagingen zijn niet kleiner geworden, onze mogelijkheden wel veel groter Geurt van de Kerk Januari 218

3 Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige generatie en gaat niet ten koste van de behoeften van toekomstige generaties. VN Commissie Brundtland, 1987 Dat betekent dat eenieder over voldoende middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien en zich persoonlijk te ontwikkelen binnen een harmonieuze en veilige samenleving, en dat we zorgvuldig omgaan met onze leefomgeving en de natuur waarin, waaruit en waarmee we leven, zodanig dat ook de generaties na ons dit kunnen blijven doen. Het gaat dus om Sociale Duurzaamheid en om Ecologische Duurzaamheid. Die gaan hand in hand en kunnen niet los van elkaar worden gezien. Daarvoor is een Duurzame Economie nodig, een randvoorwaarde om Sociale en Ecologische Duurzaamheid te kunnen realiseren en in stand te houden. Duurzaamheid in vogelvlucht 4 jaar duurzaamheid in Nederland Wageningen, januari 218 Duizend Duurzame Daden Stichting Duurzame Samenleving Overname van teksten uit dit document is toegestaan met duidelijke bronvermelding. info@nederlandduurzaam.nl duizend duurzame daden op weg naar een duurzame toekomst

4 Inhoud Voorwoord Samenvatting Inleiding Deel I Nederland in vogelvlucht Deel II Nederland in Europees perspectief Woord van dank Bijlagen A. Overzicht resultaten 2 indicatoren B. Berekeningswijze C. Bronnen D. Afkortingen Over ons Duizend Duurzame Daden

5 VOORWOORD De uitdaging is niet kleiner geworden. Die was groot in, het begin van de ruim 4 jaar die Duurzaamheid in vogelvlucht beslaat. En hij is 4 jaar later, nog steeds groot, zoals uit deze vogelvlucht blijkt. Sterker nog, de uitdaging is groter geworden. We zullen in minder tijd meer moeten doen om de stap naar een werkelijk duurzame samenleving te zetten. Laten we even terugblikken. Herinnert u zich nog, 1972, Grenzen aan de groei, het spraakmakende rapport van de Club van Rome, waarin aan de hand van vier toekomstscenario s de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen is beschreven? Het gaf velen een schok. Anderen vonden het zwaar overdreven en ook nu vindt menigeen nog steeds dat het rapport er grotendeels of zelfs volledig naast zat: veel te somber, want nieuwe technologie zal alle problemen wel oplossen. Toch hebben we het er vandaag de dag nog vaak over. Uit evaluaties blijkt dat het in 1972 geschetste business as usual scenario helaas een goed beeld geeft van wat we nu zien gebeuren. Grenzen aan de groei was mede oorzaak dat er binnen de Verenigde Naties een wereldwijd baanbrekende ontwikkeling op gang kwam, die in 1987 leidde tot het rapport van de Commissie Brundtland. Brundtland heeft voor het eerst het begrip Duurzame ontwikkeling gedefinieerd. Deze kernachtige definitie is de basis voor ons werk en staat dan ook op de eerste pagina van deze vogelvlucht. Kort daarop, in 1988, verscheen in Nederland het uitdagende rapport Zorgen voor morgen van het RIVM. Het droeg er toe bij dat Nederland internationaal gezien ooit koploper was op milieugebied. We zijn ons langzamerhand meer en meer bewust geworden dat er veranderingen nodig zijn om ook voor de generaties die na ons komen een mooie en leefbare planeet achter te laten. We zijn heel veel dingen steeds beter en efficiënter gaan doen, met minder menskracht, minder grondstoffen, minder milieuvervuiling. Tel uit je winst. 4 Duurzaamheid in vogelvlucht

6 We willen de aarde ongeschonden en mooier doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. Het is het enige erfgoed dat we hebben. In onze cultuur noemen we de aarde moeder aarde. Je moet je moeder goed verzorgen en niet gedachteloos uitbuiten en leegplunderen. Levensmotto van Noord-Amerikaanse indianen Toch lezen we elke dag weer dat het niet goed gaat met onze moeder aarde en de mensen die daarop en daarvan leven. Hoe kan dat nou? Blijkbaar doen we iets niet goed. Nog niet zo heel lang geleden heeft Michael Braungart uitgelegd: Je moet niet de verkeerde dingen steeds beter willen doen, je moet de goede dingen doen. En die steeds beter doen. Daar kan niemand het mee oneens zijn. Wat zijn dan die goede dingen? Eigenlijk weten we dat allemaal wel. En laten we ons vooral ook bewust zijn dat er heel veel mensen zijn die zich daar met veel enthousiasme en energie, met creativiteit en daadkracht nu al dagelijks voor inzetten. We noemen toch een paar goede dingen om te doen. klimaatverandering Het is zonneklaar dat de niet meer te ontkennen klimaatverandering om directe actie vraagt. Dat gebeurt al op veel manieren vanuit talloze particuliere initiatieven. De overheid kan en moet ook meer doen dan nu, veel meer. Misschien is het belangrijkste in dit verband wel om te zorgen dat de kosten die door de CO 2 uitstoot worden veroorzaakt, niet op de maatschappij, op alle inwoners, worden afgewenteld maar gedragen worden door de veroorzakers van de uitstoot: de producenten en de consumenten die hun producten kopen. Kortom, de prijs van elk product moet ook al deze kosten omvatten. Dat zal enorm bijdragen aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen: dat wordt gewoon te duur. En duurzame producten blijken dan goedkoper te zijn dan niet-duurzame! solidaire samenleving Misschien minder zonneklaar al komt het zeker ook in deze vogelvlucht van duurzaamheid naar voren is dat we nog wel een weg te gaan hebben om met elkaar een solidaire samenleving te vormen. Kijk maar om ons heen: toenemende ongelijkheid, groepen mensen die bewust tegen elkaar worden opgezet. Gevaarlijke ontwikkelingen, die we heel serieus moeten nemen en waar we dus aan moeten werken. Ook klimaatverandering zal hierin een grote rol spelen, als miljoenen mensen hun toevlucht elders gaan zoeken om daar een bestaan op te bouwen. Op zich is dat niets nieuws, al vele millennia doen mensen dit. Nu is het wel veel omvangrijker dan ooit tevoren en veel zichtbaarder voor iedereen. duurzame leefomgeving Eveneens zonneklaar is dat we veel zorgvuldiger met onze leefomgeving zullen moeten omgaan. Vervuiling, uitputting van de grondstoffen en verdere achteruitgang van de biodiversiteit accepteren we niet langer. En als er twijfel bestaat of iets wel of niet schadelijk is, zullen we dat uit voorzorg niet toestaan. We gaan niet door met de toekomst van de generaties na ons op het spel te zetten. een echte kostprijs voor alle producten Het oude principe de vervuiler betaalt moet worden afgestoft en in zijn volle omvang worden doorgevoerd. In de prijs van elk product dat op de markt wordt gebracht behoren alle kosten daarvan te zijn opgenomen. Dus niet alleen de directe kosten van het produceren, maar nadrukkelijk ook de kosten die nu en in de toekomst moeten worden gemaakt om nadelige, schadelijke effecten weer weg te nemen. We noemden al de kosten die worden veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen. Het geldt evenzeer voor de kosten van vervuiling (bodem, water, lucht), van nadelige gezondheidseffecten, van schade aan de natuur, van materiële en immateriële schade aan de woon- en leefomgeving van mensen. Daar zal de overheid een centrale rol in moeten spelen. Duurzaamheid in vogelvlucht 5

7 Dit zijn voor de hand liggende onderwerpen die niet ter discussie hoeven te staan. Het is een kwestie van dóen. Er zijn echter ook onderwerpen die nauw samenhangen met de toekomstvisie die iemand heeft. Dan gaat het om antwoorden op vragen welke structurele veranderingen noodzakelijk zijn voor de lange termijn en wellicht ook al voor de korte termijn zoals: maatschappijvorm: is de huidige vorm van democratie nog toereikend voor de komende decennia? verdeling van macht en rijkdom: past de huidige verdeling bij een duurzame, solidaire samenleving; wie draagt de lasten, wie krijgt de lusten? financieel stelsel: draagt het huidige stelsel bij aan een duurzame samenleving of staat het die juist in de weg? belastingstelsel: is ons belastingstelsel voldoende toegerust om de uitdagingen waar we nu voor staan aan te kunnen? Vragen waar eenieder een eigen antwoord op mag geven. Pasklare antwoorden zijn er niet. Veel stof dus tot nadenken. We hopen dat deze vogelvlucht inspiratie biedt om met elkaar het gesprek hierover aan te gaan. Met huisgenoten, buren, vrienden, geïnteresseerden in je stad of dorp. Droom eens hardop met elkaar in wat voor wereld je graag wilt leven en hoe moet die eruit zien. En bedenk hoe je zo n wereld kunt realiseren, welke bijdrage jij daaraan kan leveren, en eenieder naar zijn en haar vermogen. Soms zal dat veel zijn, vaak zal dat weinig zijn. Met elkaar kunnen we meer dan duizend duurzame daden verrichten. We wisten dat deze dag zou komen het samengaan van alle stammen [ ] We zijn hier om de aarde en het water te beschermen. Daarom zijn we er nog. Om te doen wat we nu doen. Om de mensheid te helpen bij het vinden van een antwoord op de grootste vraag van nu: hoe kunnen we weer mét de aarde leven in plaats van tegen de aarde? Brave Bull Allard, woordvoerder van de Standing Rock stam van de Sioux in de VS, tijdens het verzet in van velen tegen de aanleg van een oliepijpleiding onder Lake Oahe, de enige drinkwaterbron van de Standing Rock Sioux. Uit: Nee is niet genoeg, Naomi Klein Duurzaamheid in vogelvlucht

8 Het afgelopen jaar hebben we vanuit Duizend Duurzame Daden onderzoek gedaan naar duurzaamheid in Nederland in de ruim 4 jaar sinds. Daartoe hebben we informatie verzameld omtrent de werkelijke ontwikkelingen en bereikte resultaten in die jaren. Hiervoor hebben we het raamwerk gebruikt (zie pagina 16) met 2 indicatoren die samen de drie pijlers van duurzaamheid vormen: Sociale Duurzaamheid, Ecologische Duurzaamheid en Duurzame economie. We hebben in dit onderzoek antwoorden gezocht op twee vragen: 1. Is Nederland nu duurzaam? 2. Is Nederland de afgelopen 4 jaar duurzamer geworden? SAMENVATTING Uit de ontwikkelingen zoals die in deel I voor elke indicator zijn geschetst, ontstaat een beeld hoe we er qua duurzaamheid in Nederland nu voor staan. Hieruit kunnen we afleiden wat ons nu verder te doen staat. De in deel I gepresenteerde data voor alle indicatoren zijn aan de hand van wat de Engelsen zo mooi noemen een professional judgement van een kleur voorzien, vaak mede in overleg met experts op de diverse gebieden. Een gedetailleerd overzicht is te vinden op pagina 12 en in bijlage A. Onderstaand geven we de resultaten weer, per indicator, onderverdeeld naar de drie pijlers van duurzaamheid. Duurzaamheid in vogelvlucht 7

9 Sociale Duurzaamheid Duurzaamheid Duurzaamheid 217 Inkomen Onderwijs Sociale zekerheid Gender gelijkheid Gezondheid Sport Maatschappelijke participatie Veiligheid Goed bestuur Redelijk tot goed Inkomen Onderwijs Sociale zekerheid Gender gelijkheid Gezondheid Sport Maatschappelijke participatie Veiligheid Goed bestuur Redelijk tot goed Matig Matig Ontoereikend tot slecht Ontoereikend tot slecht Figuur 1 Figuur 2 Nederland staat er op het gebied van Sociale Duurzaamheid redelijk goed voor, al profiteert een (toenemend) aantal inwoners daar niet van. 4 indicatoren zijn vooruitgegaan: Gender gelijkheid van rood naar groen, Onderwijs, Gezondheid en Maatschappelijke participatie van geel naar groen. De overige 5 zijn min of meer gelijk gebleven. Wat valt op? 1. Inkomen: de laagste inkomens hebben het moeilijk. We zien bovendien dat er sprake is van achteruitgang. De inkomensongelijkheid is toegenomen. 2. Onderwijs: het onderwijs is duidelijk vooruitgegaan, zowel qua aantal gediplomeerden als qua deelname aan hoger onderwijs. 3. Sociale zekerheid: het aantal uitkeringen is toegenomen. 4. Gender gelijkheid: een duidelijke vooruitgang, al blijft de gelijke beloning voor vrouwen en mannen nog achter. 5. Gezondheid: de (gezonde) levensverwachting is toegenomen. Daarnaast is er echter een duidelijke toename van mensen met overgewicht, zowel jongeren als ouderen, voorbode van toenemende ongezondheid. 6. Sport: iets meer mensen zijn gaan sporten, al is de toename bescheiden. 7. Maatschappelijke participatie: een positief beeld, waarbij met name de sterke toename van het aantal burgerinitiatieven er uitspringt. Daarentegen is er achteruitgang van de opkomst bij verkiezingen. 8. Veiligheid: het aantal misdrijven is gestegen, maar neemt de laatste jaren weer af, het gevoel van onveiligheid neemt toe. 9. Goed bestuur: Nederland mag zich verheugen over een in het algemeen goed bestuur. Wel is er sprake van enige achteruitgang, met name wat betreft rechtsstaat, corruptiebestrijding en politieke stabiliteit. 8 Duurzaamheid in vogelvlucht

10 Ecologische Duurzaamheid Duurzaamheid Duurzaamheid 217 Waterkwaliteit Luchtkwaliteit Natuur Biologische landbouw Afvalstoffen Energieverbruik CO 2 uitstoot Hernieuwbare energie Mobiliteit Redelijk tot goed Waterkwaliteit Luchtkwaliteit Natuur Biologische landbouw Afvalstoffen Energieverbruik CO 2 uitstoot Hernieuwbare energie Mobiliteit Redelijk tot goed Matig Ontoereikend tot slecht Matig Ontoereikend tot slecht Figuur 3 Figuur 4 Nederland heeft nog een enorme uitdaging op het gebied van Ecologische duurzaamheid. 1 indicator is vooruitgegaan (Luchtkwaliteit), 8 zijn min of meer gelijk gebleven. Wat valt op? 1. Waterkwaliteit: de kwaliteit van het oppervlaktewater is de afgelopen jaren verbeterd, maar nog ontoereikend. 11. Luchtkwaliteit: de luchtkwaliteit is sterk verbeterd en voldoet aan de normen, al geldt dat niet voor alle locaties en worden er dus nog mensen aan te hoge concentraties ongewenste stoffen blootgesteld. 12. Natuur: de laatste jaren is de oppervlakte natuur toegenomen, terwijl de biodiversiteit is teruggelopen. 13. Biologische landbouw: de omvang van biologische teelt is nog uiterst gering, maar er is sprake van bescheiden vooruitgang. 14. Afvalstoffen: er kunnen en moeten nog flinke stappen worden gemaakt. De hoeveelheid huishoudelijk afval en het scheidingspercentage liggen nog ver verwijderd van de gestelde normen. De hoeveelheid bedrijfsafval neemt nog steeds toe. Bij het hergebruik van afvalstoffen is enige vooruitgang geboekt, al zien we daar de laatste jaren weinig meer van. We are the first generation to feel the effect of climate change and the last generation who can do something about it. President Barack Obama 15. Energieverbruik: het totale energieverbruik is tussen en 216 met 12,5% toegenomen. De laatste 1 jaar hiervan (27-216) is het energieverbruik met 8% gedaald. De Europese besparingsdoelstelling in de periode zou haalbaar moeten kunnen zijn, al stijgt het verbruik sinds 214 weer. 16. CO 2 uitstoot: de uitstoot van broeikasgassen bleef binnen de eerste Kyoto-afspraken. Het is een enorme uitdaging om ook aan de vervolgafspraken te gaan voldoen en niet minder om de in het recente regeerakkoord opgenomen ambities voor 23 te halen. 17. Hernieuwbare energie: De afspraken om 14% hernieuwbare energie in 22 te bereiken (EU-richtlijn) lijken niet bijster realistisch. Dat geldt mogelijk eveneens voor de overeengekomen 16% in Mobiliteit: het aandeel van de personenauto in het aantal reizigerskilometers ligt nog steeds rond 8%. De tendens is in de laatste jaren licht dalende. Duurzaamheid in vogelvlucht 9

11 Duurzame Economie Duurzaamheid Duurzaamheid 217 Werkloosheid Overheidsfinanciën Werkloosheid Overheidsfinanciën Redelijk tot goed Redelijk tot goed Matig Matig Ontoereikend tot slecht Ontoereikend tot slecht Figuur 5 Figuur 6 Uit oogpunt van duurzaamheid is de economie in Nederland er als gevolg van de toegenomen werkloosheid tussen en nu enigszins op achteruit gegaan. Wat valt op? 19. Werkloosheid: de totale werkloosheid is toegenomen van 4% in tot 6% in 216, met een maximum van 9% in De laatste jaren neemt de werkloosheid af. De jeugdwerkloosheid is van tot 216 gestegen van 8 naar 11%. Ook de jeugdwerkloosheid daalt de laatste jaren weer. 2. Overheidsfinanciën: De overheidsschuld is toegenomen van 4% naar een top van 76% en bedraagt nu ca 6% van het BNP. Het overheidssaldo is nu ongeveer in evenwicht. Beide sub-indicatoren voldoen (vrijwel) aan de EU-normen. 1 Duurzaamheid in vogelvlucht

12 Duurzaamheid totaalbeeld We laten de resultaten van alle indicatoren nog eens zien, voor (of later) en 217. Duurzaamheid Duurzaamheid 217 Inkomen Onderwijs Sociale zekerheid Gender gelijkheid Gezondheid Sport Maatschappelijke participatie Veiligheid Goed bestuur Waterkwaliteit Luchtkwaliteit Natuur Biologische landbouw Afvalstoffen Energieverbruik CO 2 uitstoot Hernieuwbare energie Mobiliteit Werkloosheid Overheidsfinanciën Inkomen Onderwijs Sociale zekerheid Gender gelijkheid Gezondheid Sport Maatschappelijke participatie Veiligheid Goed bestuur Waterkwaliteit Luchtkwaliteit Natuur Biologische landbouw Afvalstoffen Energieverbruik CO 2 uitstoot Hernieuwbare energie Mobiliteit Werkloosheid Overheidsfinanciën Redelijk tot goed Matig Ontoereikend tot slecht Redelijk tot goed Matig Ontoereikend tot slecht Figuur 7 Figuur 8 In figuur 9 zien we in een oogopslag welke indicatoren voor- dan wel achteruit zijn gegaan en welke ten naaste bij gelijk zijn gebleven. Voor- en achteruitgang in 217 t.o.v. (of later) Inkomen Onderwijs Sociale zekerheid Gender gelijkheid Gezondheid Sport Maatsch. participatie Veiligheid Goed bestuur Waterkwaliteit Luchtkwaliteit Natuur Biologische landbouw Afvalstoffen Energieverbruik CO 2 uitstoot Hernieuwbare energie Mobiliteit Werkloosheid Overheidsfinanciën Achteruitgang Gelijk gebleven Vooruitgang Figuur 9 Duurzaamheid in vogelvlucht 11

13 Onderstaande tabel geeft een volledig overzicht van de resultaten per indicator en sub-indicator. Sociale Duurzaamheid Ecologische Duurzaamheid Duurzame Economie Indicator Sub-indicator Niveau of later Huidig niveau 1 Inkomen Besteedbaar inkomen Minima Ongelijkheid 2 Onderwijs Deelname hoger onderwijs Voortijdig schoolverlaters Sociale zekerheid Aantal uitkeringen 4 Gender gelijkheid Arbeidsdeelname vrouwen Deelname vrouwen hoger onderwijs Gelijke beloning 28 5 Gezondheid Levensverwachting Gezonde levensverwachting 1981 Onder- en overgewicht Sport Aantal sportbeoefenaars 1997 Aantal leden sportvereniging 7 Maatschappelijke Opkomst bij verkiezingen participatie Vrijwilligerswerk 1997 Burgerinitiatieven Veiligheid Aantal misdrijven Onveiligheidsgevoel Goed bestuur Goed bestuur rijksoverheid 24 1 Waterkwaliteit Kwaliteit oppervlaktewater - KRW 29 Concentratie fosfor en stikstof 75 /8/9 11 Luchtkwaliteit Concentratie PM 1 Concentratie NO Natuur Totale oppervlakte natuur 199 Biodiversiteit Biologische landbouw Aandeel biologische teelt Afvalstoffen Huishoudelijk afval 1993 Bedrijfsafval Energieverbruik Energieverbruik niet-huishoudelijk 199 Energieverbruik huishoudens 16 CO 2 uitstoot Uitstoot broeikasgassen, CO 2 equivalenten Hernieuwbare energie Verbruik hernieuwbare energie Mobiliteit Aandeel personenauto s in vervoer Werkloosheid Werkloosheid jaar Werkloosheid jaar 2 Overheidsfinanciën Overheidsschuld (EMU) Overheidssaldo (EMU) redelijk tot goed matig ontoereikend tot slecht De jaartallen geven weer vanaf welk jaar data beschikbaar zijn 12 Duurzaamheid in vogelvlucht

14 Nu kunnen we een antwoord geven op de twee onderzoeksvragen die we ons gesteld hebben: Duurzaamheid in Nederland 1. Is Nederland nu duurzaam? Nee. We zijn pas halverwege een duurzame toekomst. Figuur 1 brengt dit duidelijk in beeld. De berekening hiervan hoe onvolkomen ook vindt u in bijlage B. Duurzaamheid in Nederland Duurzaamheid - totaalbeeld Sociale Duurzaamheid Ecologische Duurzaamheid Duurzame Economie 217 Duurzaamheid - totaalbeeld Sociale Duurzaamheid Ecologische Duurzaamheid Duurzame Economie Figuur 1 Over het geheel genomen staat Sociale Duurzaamheid er nu redelijk goed voor, al profiteert een (toenemend) aantal inwoners daar niet van, gaat het nog vrijwel onverminderd slecht met Ecologische Duurzaamheid en is het met de Duurzame Economie matig gesteld. 2. Is Nederland de afgelopen 4 jaar duurzamer geworden? Ja, zij het in wel zeer bescheiden mate, zoals figuur 11 laat zien. % % Figuur 11 De pijler Sociale Duurzaamheid is vooruitgegaan, Ecologische Duurzaamheid is er in de laatste 4 jaar niet echt beter op geworden en Duurzame Economie is ten gevolge van hogere werkloosheid minder geworden. Kijkend naar de opgaven waarvoor de mensheid ook in Nederland zich gesteld ziet, is er meer nodig dan een tandje bij zetten. Het is alle hens aan dek. Zoals Frans Halsema en Jenny Arean al aan het begin van onze onderzoeksperiode, in 1977, zongen: Vluchten kan niet meer. Nederland in Europees perspectief Voor een twaalftal indicatoren hebben we in deel II de ontwikkeling in Nederland vergeleken met vier omringende landen België, Denemarken, Duitsland en Frankrijk en met het gemiddelde van de landen van de Europese Unie. Soms doet Nederland het relatief gesproken uitstekend of is een middenmoter, soms doet Nederland het dramatisch slecht. Dat laatste doet zich vooral voor op het gebied van klimaat en energie : hoog energieverbruik, hoge uitstoot van broeikasgassen en gering aandeel van hernieuwbare energie. Daar ligt een grote uitdaging. Een overzicht van de resultaten per indicator vindt u op pagina 65. Duurzaamheid in vogelvlucht 13

15 Tot slot De uitdaging om te komen tot een duurzame samenleving is de afgelopen 4 jaar niet kleiner geworden. Er is nog heel veel werk te verzetten en de urgentie om dit te doen is groot. Speerpunten daarbij zijn: Klimaatverandering we zetten volop in op een versnelde transitie naar hernieuwbare energie, mede door de uitstoot van broeikasgassen te belasten: Versnellen energiebesparing Vergroten productie en gebruik alle vormen van hernieuwbare energie Versneld terugdringen CO 2 uitstoot, ook via het belasten van de uitstoot Solidaire samenleving we dragen zorg voor een inclusieve samenleving, waarin niemand buiten gesloten is: Terugdringen ongelijkheid in de maatschappij, waar tweedeling op de loer ligt Terugdringen werkloosheid, met name de jeugdwerkloosheid; maatschappij voorbereiden op te verwachten veranderingen in aard en hoeveelheid werk Terugdringen toename van overgewicht Terugdringen gevoel van onveiligheid Inwoners veel meer betrekken bij het bestuur, versterken van de politieke participatie Zorg dragen voor behoud van de rechtstaat Een echte kostprijs voor alle producten we herstellen het oude principe de vervuiler betaalt in ere. In de prijs van elk product en elke dienst zijn alle (toekomstige) maatschappelijke kosten verwerkt. De overheid zal zorg dragen dat dit consequent wordt doorgevoerd. Er gebeurt al heel veel, door sterk gemotiveerde inwoners, door bedrijven, door maatschappelijke organisaties. Het is nu de kunst om waar nodig en mogelijk die initiatieven te stimuleren en te ondersteunen. En niet in het minst ook om de verantwoordelijkheid als centrale overheid niet langer uit de weg te gaan. De voortekenen zijn gunstig. Nu nog de uitvoering. Daar zijn we met elkaar verantwoordelijk voor, niemand uitgezonderd. Daarom ook de oproep in het voorwoord om met elkaar in gesprek te gaan, nog meer dan nu al gebeurt, en de krachten te bundelen om zo samen meer dan duizend duurzame daden te verrichten. Onze kinderen en kleinkinderen verdienen het. Wat men moet leren doen, leert men door het te doen. Aristoteles Duurzame leefomgeving we accepteren niet langer vervuiling, uitputting van grondstoffen en verdere achteruitgang van de biodiversiteit: Verder verbeteren waterkwaliteit Stoppen achteruitgang en zorg dragen voor verbetering biodiversiteit Stimuleren versnelde uitbreiding biologische landbouw Terugdringen hoeveelheid afvalstoffen, sterker inzetten op echte circulaire economie en deeleconomie Terugdringen autogebruik, versterken openbaar vervoer en versnellen gebruik van elektrisch vervoer 14 Duurzaamheid in vogelvlucht

16 Waarom nu deze vogelvlucht? We hebben eerder onderzoek gedaan waarin de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid in Nederland en Finland met elkaar zijn vergeleken. We hebben dit toen gedaan aan de hand van de Sustainable Society Index. We zijn nu 1 jaar verder en willen nu meer inzoomen op Nederland. In vogelvlucht laten we zien wat er in ruim 4 jaar is bereikt. Dit onderzoek vormt ook de afsluiting van 15 jaar werken aan duurzame ontwikkeling vanuit wat we nu noemen Duizend Duurzame Daden. Steeds was ons doel daarbij informatie te bieden die prikkelt tot nadenken en stimuleert tot handelen. De samenleving schreeuwt wereldwijd om actie. INLEIDING Onderzoeksopzet Voor onze vogelvlucht hebben we geen eigen onderzoeken verricht. We hebben gebruik gemaakt van beschikbare data van openbare bronnen zoals CBS, CPB, SCP, RIVM, PBL, CLO en CROW en die overzichtelijk gepresenteerd, zodat snel een helder totaal beeld ontstaat. Een vogelvlucht zegt het al, we tippen elk onderwerp slechts even aan. Laat u door de informatie inspireren. Hopelijk is dat genoeg om u nieuwsgierig te maken en om op verder onderzoek uit te gaan, teneinde met elkaar kleine en grote stappen te zetten op weg naar een duurzame samenleving. In deel I vindt u informatie over elk van de 2 indicatoren afzonderlijk, zoals aangegeven in het raamwerk hieronder. Dit raamwerk is zeker niet compleet. Eenieder zal ideeën hebben over mogelijke aanvullingen. Wij ook, maar worden nu nog beperkt door gebrek aan data, bijvoorbeeld over de mate van inclusiviteit van de samenleving, de werkgelegenheid en arbeidszekerheid van mensen, de bodemkwaliteit. Duurzaamheid in vogelvlucht 15

17 In deel II hebben we voor een twaalftal indicatoren een vergelijking gemaakt met het gemiddelde van alle EUlanden (soms 27, soms 28, afhankelijk van de beschikbare data) en met de (na)buurlanden van Nederland: België, Duitsland, Denemarken en Frankrijk. Raamwerk Om het niveau van duurzaamheid eenvoudig en duidelijk in beeld te brengen gebruiken we onderstaand raamwerk: 1. Inkomen Besteedbaar inkomen Armoede Ongelijkheid Ons onderzoek is niet volledig. Dat pretenderen wij ook geenszins. Wij vragen aan alle lezers om suggesties te doen voor verdere verbeteringen en zeker ook om meer lange tijdreeksen, data voor de periode tot nu. Helaas zijn wij er niet in geslaagd om voor alle onderzochte indicatoren data voor de hele onderzoeksperiode te verzamelen. Er is dus ook op dit punt nog veel ruimte voor verbetering. Sociale Duurzaamheid 2. Onderwijs 3. Sociale zekerheid 4. Gender gelijkheid 5. Gezondheid 6. Sport Deelname hoger onderwijs Voortijdig schoolverlaters Aantal uitkeringen Arbeidsdeelname vrouwen Deelname vrouwen hoger onderwijs Gelijke beloning Levensverwachting Gezonde levensverwachting Onder- en overgewicht Aantal sportbeoefenaars Aantal leden sportvereniging The longer you can look back, the farther you can look forward. 7. Maatschappelijke participatie 8. Veiligheid 9. Goed bestuur Opkomst bij verkiezingen Vrijwilligerswerk Burgerinitiatieven Aantal misdrijven Onveiligheidsgevoel Goed bestuur rijksoverheid Winston Churchill 1. Waterkwaliteit Kwaliteit oppervlaktewater - KRW Concentratie fosfor en stikstof 11. Luchtkwaliteit Concentratie PM 1 Concentratie NO 2 Ecologische Duurzaamheid 12. Natuur 13. Biologische landbouw 14. Afvalstoffen 15. Energieverbruik 16. CO 2 uitstoot Totale oppervlakte natuur Biodiversiteit Goed bestuur rijksoverheid Huishoudelijk afval Bedrijfsafval Energieverbruik niet-huishoudelijk Energieverbruik huishoudens Uitstoot broeikasgassen, CO2 17. Hernieuwbare energie Verbruik hernieuwbare energie 18. Mobiliteit Aandeel personenauto's in vervoer Duurzame Economie 19. Werkloosheid 2. Overheidsfinanciën Werkloosheid jaar Werkloosheid jaar Overheidsschuld (EMU) Overheidssaldo (EMU) 16 Duurzaamheid in vogelvlucht

18 DEEL I Nederland in vogelvlucht aan de hand van 2 indicatoren Veel informatie is verkregen vanuit de database van CBS, CBS Statline. Alleen waar een andere bron is gebruikt is dit apart vermeld. Is de aarde van u, zodat u er mee kunt handelen, alleen omdat de rode man een stuk papier ondertekent en het aan de blanke geeft? Als wij de tinteling van de lucht en de glinstering van het water niet bezitten, hoe kunt u het dan van ons kopen? Kunt u de bizon terugkopen als de laatste geschoten is? Chief Seattle Duurzaamheid in vogelvlucht 17

19 1 - Inkomen belastingen, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van huishoudens. De Commissie Brundtland zegt het heel duidelijk: iedereen moet in zijn en haar behoeften kunnen voorzien. Dus moet een ieder over voldoende middelen beschikken om dat ook daadwerkelijk te kunnen. Daarom kijken we naar de ontwikkeling van het inkomen per huishouden, de aantallen huishoudens die moeilijk kunnen rondkomen en naar de mate van inkomensongelijkheid. Inkomen Inkomen in 1. euro Inkomen gestandaardiseerd besteedbaar inkomen per huishouden, prijzen Bron: CBS - Welvaart in Nederland 216 Figuur 1.1 Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen per huishouden is in 214 2% hoger dan in Sinds 27 is het met ruim 8% gedaald, met weer een kleine stijging in 214. Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen per huishouden is het bruto-inkomen verminderd met inkomensoverdrachten tussen huishoudens (bijv. alimentatie), premies voor (sociale) verzekeringen inkomensverzekeringen en 2 25 Minima % Huishoudens die (zeer) moeilijk kunnen rondkomen van huishoudinkomen Figuur 1.2 Bron: CBS Sociale monitor, welvaart en welzijn in de Nederlandse samenleving. Het % huishoudens dat (zeer) moeilijk kan rondkomen van het huishoudinkomen, fluctueert sterk. Begin deze eeuw is dit percentage ruim verdubbeld van 8 (21) naar 17% (213). Daarna neemt het weer af. Het % huishoudens in langdurige armoede fluctueert tussen de 2 en 4%. Vanaf 211 neemt dit weer toe. Inkomensongelijkheid 199 Een grote inkomensongelijkheid is niet goed voor de stabiliteit van een samenleving. Er is geen harde grens aan te geven welke mate van ongelijkheid als wenselijk kan worden beschouwd en welke niet meer acceptabel is % hh zeer moeilijk rondkomen % hh in langdurige armoede 18 Duurzaamheid in vogelvlucht

20 Inkomens hoogste 2% / inkomens laagste 2% 5, 4,5 4, 3,5 3, 2,5 2, 1,5 1,,5 198 Inkomensongelijkheid Inkomensongelijkheid Inkomensongelijkheid Figuur 1.3 Bron: CBS. Door een revisie van de Inkomensstatistiek in 2 zijn de cijfers uit de reeks niet geheel vergelijkbaar met die uit de reeks Tussen 1977 en 214 is de inkomensongelijkheid (op basis van het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen van personen in meerpersoonshuishoudens) met een derde toegenomen. Duurzaamheid in vogelvlucht 19

21 2 - Onderwijs Data over het percentage voortijdig schoolverlaters (in VO, MBO en VAVO) zijn beschikbaar vanaf Deze laten een spectaculaire daling zien: van 6,8% (21) naar 2,5% Voor onderwijs zijn vooral kwantitatieve gegevens beschikbaar. Die bieden echter weinig inzicht in de kwaliteit van het onderwijs. Een van de uitzonderingen daarop is het percentage voortijdig schoolverlaters. Daar presenteren we data voor enkele jaren van, naast data omtrent deelname aan het onderwijs. (). Vrouwen verlaten minder vaak dan mannen zonder diploma de school. Onderwijsdeelname Totaal aantal leerlingen / studenten =1 Onderwijskwaliteit Een aanwijzing voor de kwaliteit van het onderwijs passend onderwijs voor iedereen is te vinden in het aantal leerlingen dat de opleiding zonder diploma verlaat, de voortijdig schoolverlaters. % Voortijdige schoolverlaters 25 Figuur 2.1 Bron: CBS Sociale Monitor, welvaart en welzijn in de Nederlandse samenleving. Totaal Mannen Vrouwen = / / 81 / / 91 / 96 2/ 1 25/ 6 / 11 / 16 Figuur 2.2 Het totaal aantal leerlingen en studenten is tussen en enigszins gedaald om vervolgens weer te stijgen tot het aantal in. Dit hangt samen met de demografische ontwikkelingen. Het aantal leerlingen in primair en voortgezet onderwijs laat een afname zien, een direct gevolg van de afname van het aantal kinderen van 5 tot 15 jaar met ruim 2%. HBO, MBO en WO vertonen in deze periode juist een zeer sterke toename van het aantal leerlingen / studenten, ondanks na een aanvankelijke stijging een afname met 8% van het aantal jongeren van 15 tot 25 jaar, zoals in figuur 2.2 is te zien. 2 Duurzaamheid in vogelvlucht

22 = / 76 Totaal aantal leerlingen / studenten =1 198/ 81 / / 91 / 96 2/ 1 25/ 6 / 11 / 16 PO VO MBO HBO WO Totaal Verdeling aantal leerlingen naar onderwijs 6% 5% 3% 31% 55% PO VO MBO HBO WO Figuur 2.4 Verdeling aantal leerlingen naar onderwijs Figuur 2.3 Ter illustratie zijn twee grafieken (figuur 2.4 en 2.5) toegevoegd over de verdeling van het aantal leerlingen naar onderwijssoort in en. Het percentage studenten in MBO, HBO en WO is gestegen van 14% in naar 32% in. 27% 13% 12% 7% 41% PO VO MBO HBO WO Figuur 2.5 Duurzaamheid in vogelvlucht 21

23 3 - Sociale zekerheid Aantal uitkeringen per 1. inwoners Sociale zekerheidsuitkeringen bieden eenieder die dat nodig heeft steun om op een maatschappelijk gewenst niveau in zijn of haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Aantal uitkeringen x Aantal uitkeringen 199 Figuur 3.1 Het totaal aantal uitkeringen (ziektewet, arbeidsongeschiktheid en algemene bijstand) is tussen en 1993 ongeveer verdubbeld, van ruim,9 tot bijna 1,8 miljoen, om vervolgens sterk af te nemen tot ruim 1,3 miljoen in. De laatste jaren is een stijgende tendens zichtbaar. Uitgedrukt in het aantal per 1. inwoners ligt het aantal uitkeringen nu een kleine 15 % hoger dan 4 jaar geleden: 78 in tegenover 68 in. Het maximum was 117 uitkeringen per 1 inwoners in Aantal uitkeringen per 1. inwoners Aantal uitkeringen per 1. inwoners Figuur 3.2 Figuur 3.3 De ontwikkeling van de aantallen uitkeringen per 1 inwoners verschilt sterk voor de drie uitkeringssoorten, ook door de jaren heen, zoals figuur 3.3 laat zien Aantal uitkeringen per 1. inwoners Ziektewet Arbeidsongeschiktheid Algemene bijstand 22 Duurzaamheid in vogelvlucht

24 4 - Gender gelijkheid Gender gelijkheid heeft vele aspecten. Hier laten we er drie zien: de arbeidsparticipatie van vrouwen t.o.v. die van mannen, de onderwijsdeelname van vrouwen en de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen. Arbeidsdeelname Arbeidsparticipatie in % Netto-arbeidsparticipatie vrouwen in % netto-arbeidsparticipatie mannen 198 Figuur 4.1 De arbeidsdeelname van vrouwen is van tot 216 zeer sterk gestegen, van 46% naar 86% t.o.v. de arbeidsdeelname van mannen. Onderwijsdeelname 199 Er is een enorme toename geweest van het aantal vrouwen dat deelneemt aan Hoger Beroepsonderwijs en Wetenschappelijk onderwijs, t.o.v. het aantal mannen. Zowel voor HBO als WO ligt dit percentage nu boven de 1. Voor MBO (data sinds 25) is het percentage vrouwen t.o.v. mannen toegenomen van 88 naar 91% Onderwijsdeelname in % Beloningsverschillen Beloningsverschil in % / 76 1 Deelname aantal vrouwen in % aantal mannen in HBO en WO 198/ 81 / / 91 HBO / 96 2/ 1 25/ 6 / 11 / 16 Figuur 4.2 Figuur 4.3 Bron: CBS. Gelijk loon voor gelijk werk? Banen en lonen bij de overheid en bedrijfsleven, 214 WO Beloningsverschil tussen mannen en vrouwen Overheid Bedrijfsleven Duurzaamheid in vogelvlucht 23

25 Er zijn slechts data beschikbaar voor de laatste paar jaar, van Daaruit blijkt dat de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen zoveel mogelijk gecorrigeerd voor verschillen in achtergrondkenmerken bij het bedrijfsleven iets groter zijn dan bij de overheid, in beide gevallen ten nadele van vrouwen. De trend laat een afname van de beloningsverschillen zien. De toename bij de overheid van 212 naar 214 hoeft volgens de Emancipatiemonitor geen voorbode te zijn van weer toenemende verschillen. Meer informatie: Emancipatiemonitor 216 van CBS en SCP. 24 Duurzaamheid in vogelvlucht

26 5 - Gezondheid goed ervaren gezondheid voor mannen gestegen boven die van vrouwen. Hoe brengen we gezondheid kernachtig in beeld? Voor de hand ligt de gezonde levensverwachting. Daarnaast laten we ook gegevens over de ontwikkeling van over- en ondergewicht zien. Met name overgewicht wordt gezien als een wereldwijd toenemend en groot probleem, de voorbode van ongezondheid. Levensverwachting Levensverwachting Het verschil tussen de totale levensverwachting en de gezonde levensverwachting is toegenomen voor mannen van 12,8 (1981) naar 15 jaar (214) en voor vrouwen van 16,9 (1981) naar 19,7 jaar (214). De figuren 5.2 en 5.3 illustreren dit Levensverwachting vrouwen 9 85 Jaren Jaren Levensverwachting bij geboorte 2 25 Gezonde levensverwachting Figuur Levensverwachting mannen Gezond, mannen Gezond, vrouwen Vrouwen Mannen en vrouwen Mannen Figuur 5.1 De gemiddelde levensverwachting is gestegen van 74,5 jaar () tot 81,6 jaar (214), een toename van ruim 7 jaar. Het verschil in levensverwachting tussen en mannen en vrouwen is in deze periode sterk gedaald, van 6,2 naar 3,4 jaar. Voor de levensverwachting in goed ervaren gezondheid zien we eveneens een vooruitgang, zij het aanzienlijk minder groot. Tussen 1981 en 214 is de levensverwachting in Jaren Levensverwachting bij geboorte 2 25 Gezonde levensverwachting Figuur 5.3 Duurzaamheid in vogelvlucht 25

27 Onder- en overgewicht Gewicht totale bevolking Onder- en overgewicht personen 2 jaar en ouder 8 4 % van de totale bevolking % van personen 2 jaar of ouder Normaal gewicht Matig overgweicht Ernstig overgewicht Ondergewicht Ondergewicht Matig overgewicht Ernstig overgewicht Figuur 5.4 Figuur 5.5 Het percentage mensen met een normaal gewicht is tussen 1981 en 216 sterk gedaald: van 7 naar 54%. Het percentage mensen met ondergewicht is in die periode licht gedaald van 3,3 naar 2,4%. In die zelfde periode is het percentage mensen met matig overgewicht gestegen van 23 naar 31% en met ernstig overgewicht bijna verdrievoudigd, van 4,4 naar 12,3%. De stijging van het aantal mensen met overgewicht geldt vooral voor volwassenen (2 jaar of ouder). Bij jongeren zien we wel een stijging van het matig overgewicht, maar nauwelijks van ernstig overgewicht. % van de 4-2 jarigen Onder- en overgewicht jongeren 4-2 jaar Ondergewicht Matig overgewicht Ernstig overgewicht Figuur Duurzaamheid in vogelvlucht

28 6 - Sport Sportlidmaatschappen Sporten draagt bij aan de gezondheid en vaak ook aan sociale contacten. In 214 zijn door het Ministerie VWS de Kernindicatoren Sport en Bewegen vastgesteld om de stand van zaken op dit terrein te kunnen gaan volgen. Voor ons onderzoek zijn data over een langere periode betekenisvoller. 7 Lichamelijke sport % personen dat lid is van een sportvereniging % personen dat sport beoefent uur per week uur of meer per week Totaal Bron: CBS Permanent Onderzoek Leefsituatie Figuur Bron: Mulier instituut Figuur 6.2 Het aantal leden van sportverenigingen is vanaf gestegen van 18 naar 31%. Ruim de helft van de bevolking beoefent lichamelijke sport. Het percentage sporters is tussen 1997 en 28 gestegen, vooral door de toename van het aantal mensen dat 5 uur of meer per week sport. De verschillen tussen de percentages voor mannen en vrouwen zijn minimaal. Duurzaamheid in vogelvlucht 27

29 7 - Maatschappelijke participatie Vrijwilligerswerk Op gemeentelijk niveau beschikken we alleen over de data van de opkomstpercentages van verkiezingen. Landelijk zijn er gelukkig wat meer data beschikbaar, zij het dat veel informatie uit bevolkingsonderzoeken komt. Het blijft nog behelpen om een evenwichtig kwantitatief beeld te schetsen. Opkomstpercentages verkiezingen Het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet is afgenomen van 6 naar 5% tussen 1997 en 212. Het lijkt zich nu te stabiliseren rond de 5% Vrijwilligerswerk Opkomstpercentages verkiezingen % % Bron: CBS Permanent Onderzoek Leefsituatie Figuur 7.2 Burgerinitiatieven Aantal energiecoöperaties in Nederland Tweede Kamer Provinciale Staten Gemeenteraad Bron: Kiesraad Figuur De opkomstpercentages voor de Tweede Kamer laten een lichte daling zien van 88% naar 82% in de jaren tot nu, met de laagste waarden tussen 73 en 75% - in 1998, en 212. De daling is voor de verkiezingen voor Gemeenteraad en Provinciale Staten aanzienlijk groter dan voor de Tweede Kamer. Aantal Windcoöperaties Energiecoöperaties Bron: Lokale Energiemonitor 216 Figuur Duurzaamheid in vogelvlucht

30 De vele burgerinitiatieven op vooral lokaal en regionaal niveau komen nog nauwelijks in de data naar voren. Deze zijn echter uitermate belangrijk en niet minder talrijk, zoals figuur 7.3 van het aantal energiecoöperaties duidelijk laat zien. Naast de energiecoöperaties zijn er tal van andere burgerinitiatieven, in de zorg, voor gezamenlijke activiteiten in de eigen buurt, op het gebied van de ruileconomie, van gezamenlijke moestuinen, speelgelegenheden voor kinderen en vele andere. Deze dragen in sterke mate bij aan de sociale cohesie en de maatschappelijke participatie. Het Sociaal en Cultureel Planbureau schreef in 29: Nederland kan worden gekarakteriseerd als een land met een in Europees perspectief hoog niveau van vrijwillige inzet, waar geen substantiële neerwaartse trend in de deelname aan vrijwilligerswerk is te signaleren. (SCP, Vrijwilligerswerk in meervoud (29)) Duurzaamheid in vogelvlucht 29

31 8 - Veiligheid gensdelict 1 - zich Veligheid tussen de 1 en 14% beweegt en nu 12% bedraagt. Veiligheid kan aan de hand van kwantitatieve data worden beschreven, maar is ook een subjectief begrip: in welke mate ervaren mensen veiligheid (of onveiligheid). Beide elementen laten we hier zien. Aantal geregistreerde misdrijven Aantal per 1. inwoners Aantal geregistreerde misdrijven % van de bevolking van 15 jaar of ouder Gevoel van onveiligheid Slachtoffers van delicten Figuur 8.2 Het gevoel van onveiligheid is sterk toegenomen vanaf 1999, met een voorzichtige afname sinds Geweldsdelict Vandalismedelict Vermogensdelict Figuur 8.1 Onveiligheidsgevoel Het aantal geregistreerde misdrijven per 1 inwoners is vanaf sterk gestegen van 33 naar 87 in 22. Sindsdien is het weer flink gedaald tot 57 in. De beide reeksen sluiten niet naadloos aan vanwege het doorvoeren van wijzigingen in de manier van registreren. Soort misdrijf Het soort misdrijven dat slachtoffers maakt is in de loop der jaren flink gewijzigd. Het percentage slachtoffers van vandalisme is sterk afgenomen, evenals van geweldsdelicten, terwijl het percentage slachtoffers van een vermo- % van de bevolking van 15 jaar of ouder Figuur Duurzaamheid in vogelvlucht

32 9 - Goed bestuur Waarden van de 6 onderdelen van de index voor Goed Bestuur 2,5 Wat op lokaal niveau niet goed mogelijk is kan wel op landelijk niveau: gegevens tonen die inzicht geven in de mate van Goed bestuur, vaak ook aangeduid als Good Governance. We doen dit op basis van de gegevens van een jaarlijks onderzoek van de Wereldbank naar zes aspecten die met elkaar een beeld geven van Goed bestuur: Zeggenschap en rekenschap, Politieke stabiliteit en afwezigheid van geweld/terrorisme, Doelmatigheid van de overheid, Kwaliteit van wet- en regelgeving, Rechtsstaat en Corruptie bestrijding. Waarden data Wereldbank (schaal -15 tot +15) 11, 1,5 1, 9,5 9, 8,5 8, Goed bestuur Bron: Wereldbank Figuur 9.1 De totaal score, samengesteld uit de zes aspecten van Goed bestuur, fluctueert in de jaren 24 tot 216. De tendens is licht dalend, van 1,4 naar 1 op een schaal van -15 tot +15. De zes aspecten hebben in Nederland alle een waarde die boven het wereldgemiddelde ligt. De waarde voor Politieke stabiliteit en afwezigheid van terrorisme/geweld is t.o.v. de andere 5 aspecten relatief laag. Waarden data Wereldbank (schaal -2,5 tot +2,5) 2, 1,5 1,,5 Zeggenschap en rekenschap Politieke stabiliteit en afwezigheid van geweld/terrorisme Doelmatigheid van de overheid Kwaliteit van wet-en regelgeving Rechtsstaat Corruptie bestrijding Bron: Wereldbank Figuur 9.2 Duurzaamheid in vogelvlucht 31

33 De verschillen in waarden tussen 24 en 216 zijn duidelijker te zien in figuur Ontwikkeling (24=1) 11 24= Zeggenschap en rekenschap Doelmatigheid van de overheid Politieke stabiliteit en afwezigheid van geweld/terrorisme Kwaliteit van wet- en regelgeving Rechtsstaat Corruptie bestrijding Totaal Bron: Wereldbank Figuur 9.3 Twee aspecten gaan duidelijk vooruit, drie gaan procentueel sterk achteruit. De score voor Corruptiebestrijding neemt enigszins af. Per saldo daalt, zoals hier boven al is aangegeven, de waarde voor Goed Bestuur enigszins. 32 Duurzaamheid in vogelvlucht

34 1 - Waterkwaliteit Kwaliteit oppervlakte water volgens KRW Voor het beoordelen van de kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater zijn de resultaten van de eerste twee rapportages van de Kaderrichtlijn Water (KRW), in 29 en, belangrijk. Dat levert geen eenduidig positief beeld, vooral bij de groepen Chemie en Overige stoffen. Het percentage waterlichamen dat aan de norm voor Chemie voldoet daalde van 7% in 29 naar 39% in, voor Overige stoffen van 18% naar 15% in die periode. Deze achteruitgang wordt vooral door verandering van normen veroorzaakt. Ecologie 29 Biologie 29 Fysisch-chemisch 29 2% 4% 6% 8% 1% (Zeer) goed Matig Ontoereikend Slecht Kwaliteit oppervlakte water volgens KRW Chemie 29 Chemie Bron: PBL/CLO Figuur 1.2 Voor een langjarig beeld van de kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland sinds kijken we naar de concentratie van fosfor (P) en stikstof (N) in drie groepen wateren: regionale wateren, meren en rivieren. Overige stoffen 29 6 Waterkwaliteit regionale wateren Concentratie Fosfor (P) en Stikstof (N) Overige stoffen 2% 4% 6% 8% 1% Voldoet Voldoet niet Niet bekend Bron: PBL/CLO Figuur 1.1 mg per liter De ecologische, biologische en vooral de fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater laat sinds 29 een (lichte) verbetering zien Stikstof (N) Fosfor (P) Bron: PBL/CLO Figuur 1.3 Duurzaamheid in vogelvlucht 33

35 Zoals uit figuur 1.3 blijkt, zijn de concentraties fosfor en stikstof in de regionale wateren (kleine rivieren en beken, sloten en kanalen) gedaald. Daardoor is de waterkwaliteit van de regionale wateren verbeterd. Deze voldoet echter nog niet aan de doelstelling, met name niet in sloten. Bron: CLO 7 6 Waterkwaliteit meren Concentratie (mediaan) Fosfor (P) en Stikstof (N) mg per liter Waterkwaliteit rivieren Concentratie (mediaan) Fosfor (P) en Stikstof (N) mg per liter Stikstof (N) 2 Bron: PBL/CLO Figuur Fosfor (P) Stikstof (N) 2 Bron: PBL/CLO Figuur Fosfor (P) Ook figuur 1.6, de milieudruk op water en natuurgebieden, laat een verbetering zien vanaf 199. Deze verbetering neemt de laatste jaren af. De milieudruk ligt nog boven het niveau dat voor een duurzame instandhouding van de natuur noodzakelijk is. Ook in meren zijn de concentraties van fosfor en stikstof afgenomen. Desondanks voldoet gemiddeld slechts 2 tot 3% van de meren aan de doelstelling. De concentraties van fosfor en stikstof zijn in de grote rivieren sterk verminderd sinds medio jaren 7. De gemiddelde fosforconcentraties in de Rijn liggen nu onder de norm, de stikstofconcentraties rond de norm. De stikstofen fosforconcentraties in de Maas dalen, maar liggen nog boven de norm. Bron: PBL/CLO Figuur 1.6 Kortom, vanaf is de kwaliteit van het oppervlaktewater duidelijk verbeterd, zij het dat de snelheid van de verbetering de laatste 1 jaar is afgenomen. Als geheel is de waterkwaliteit nog onvoldoende. 34 Duurzaamheid in vogelvlucht

36 11 - Luchtkwaliteit De luchtkwaliteit is de laatste jaren sterk verbeterd. Deze voldoet in het algemeen aan de (Europese) normen, al geldt dat niet voor alle locaties en worden er dus nog mensen aan te hoge concentraties ongewenste stoffen blootgesteld. Concentratie fijn stof (PM 1 ) Concentratie stikstofdioxide (NO 2 ) De Europese grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van stikstofdioxide van 4 µg NO 2 /m³ is in bij een aantal meetpunten overschreden. Bijna alle overschrijdingen treden op bij binnenstedelijke wegen. Concentratie NO 2 De Europese grenswaarden voor fijn stof van 4 µg PM 1 / m³ zijn in niet overschreden op de meetlocaties. Volgens modelberekeningen komen echter lokaal nog overschrijdingen voor in gebieden met veel (bio-)industrie. 7 6 Concentratie PM 1 µg NO 2 / m µg PM 1 / m Bron: RIVM Figuur Bron: RIVM Figuur 11.1 Duurzaamheid in vogelvlucht 35

37 Ter illustratie voegen we twee figuren bij van de verdeling van de concentraties van NO 2 en PM 1 over Nederland. Bron: RIVM/CLO Figuur 11.3 Bron: RIVM/CLO Figuur 11.4 Voor een verdere toelichting zie de Monitoringsrapportage NSL Duurzaamheid in vogelvlucht

38 12 - Natuur Om een beeld te schetsen van de ontwikkelingen van de natuur in Nederland kijken we naar de oppervlakte natuur en naar de biodiversiteit. Oppervlakte natuur Natuur in Nederland Oppervlakte natuur in ha Natuurgraslanden Heide Bos Rietmoeras Stuifzanden Duinen, strand en zandplaten Bron: CLO Figuur 12.2 Verdere toelichting: trend-kwaliteit-natuurtypen Totaal Bron: Basiskaart Natuur Figuur 12.1 De oppervlakte natuur is tussen 199 en 213 met ruim 4% toegenomen, vooral dankzij een grote toename van het bosareaal en in mindere mate van de natuurgraslanden. De oppervlakten rietmoeras resp. duinen, strand en zandplaten zijn licht afgenomen. Biodiversiteit Terwijl de totale oppervlakte van de natuurgebieden is toegenomen is de kwaliteit sinds gemiddeld afgenomen, zoals blijkt uit figuur De laatste 1 jaar is de trend weer licht positief. En het goede nieuws is dat in december 217 is besloten om medio 218 een Deltaplan gereed te hebben voor het vergroten van de biodiversiteit in Nederland. Duurzaamheid in vogelvlucht 37

39 Living Planet Index Nederland Index - 199= Bron: CLO Figuur 12.3 Verdere toelichting: CLO - nl1569-living-planet-index Voor het aantal diersoorten kijken we naar de Nederlandse Living Planet Index (LPI). Deze geeft de gemiddelde trend weer van 421 soorten zoogdieren, broedvogels, reptielen, amfibieën, vlinders, libellen en (zoetwater- en zee-) vissen samen. Sinds 199 is deze indicator met 14% toegenomen, d.w.z. verbeterd. Deze toename komt met name door het vooruitgaan van zoogdieren, vogels, reptielen en libellen in deze periode. De laatste tien jaar is de trend van alle soorten gemiddeld te samen gestabiliseerd. De LPI geeft een gemiddelde trend weer; er zijn dus ook soortgroepen en/of soorten waarvan de populatie een afnemende trend vertoont. Vooral sommige amfibieën en vlinders vertonen gemiddeld een dalende trend. 38 Duurzaamheid in vogelvlucht

40 13 - Biologische landbouw Areaal biologische teelt in % totale teelt De omvang van het areaal aan biologische landbouw kan worden gezien als een indicator voor de transitie naar een duurzame landbouw. % van het totale landbouwareaal 3, 2,5 2, 1,5 1,,5, Areaal biologische teelt in % totale teelt % van het totale landbouwareaal 3, 2,5 2, 1,5 1,, Akkerbouw Tuinbouw, open grond Tuinbouw onder glas Totaal Figuur 13.2 Figuur 13.1 De oppervlakte van biologisch geteelde gewassen is in de afgelopen 5 jaar toegenomen van 2,5 naar 2,9% van het totale landbouwareaal, een toename met 14%. De sterkste stijging deed zich voor bij open grond tuinbouw en bloemkwekerijgewassen. Bij boomkwekerijen en bij fruitteelt onder glas was sprake van een afname. De vier in oppervlakte belangrijkste soorten teelt zijn in figuur 13.2 afzonderlijk weergegeven. Duurzaamheid in vogelvlucht 39

41 14 - Afvalstoffen We hebben een onderscheid gemaakt tussen huishoudelijk en bedrijfsafval, omdat beide stromen op geheel verschillende wijze worden gestuurd en beïnvloed. Huishoudelijk afval De hoogste waarde voor de hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval in de periode is 569 kg/inwoner in 27. Daarna is een afname te zien tot 496 kg/inwoner (216), ca 2 kg hoger dan de 477 kg/inwoner in Dit ligt ruim boven de aangescherpte doelstelling (Ministerie I&M, 214) van maximaal 4 kg/inwoner in 22. Als we de toeristengemeenten buiten beschouwing laten ligt in 216 het jaar van de meest recente data de hoogste waarde rond de 8 kg/inwoner en het minimum rond de 32 kg/inwoner. Huishoudelijk afval x1. ton Huishoudelijk afval 199 Figuur 14.2 De totale hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval bedroeg in 1993 bijna 73 kton, het maximum was 93 kton in 27, waarna een afname optrad tot 84 kton in 216. Deze 84 kton betekent een toename met 16% sinds Totaal Restafval Geschieden ingezameld afval kg/inwoner De hoeveelheid restafval is met een kwart verminderd, van ca 4 naar 3 kton, dankzij een toename van 45% (1993) naar 62% (216) van het scheidingspercentage (figuur 14.3) Bron: CBS, CLO Figuur Duurzaamheid in vogelvlucht

42 Scheidingspercentage (%) Scheidingspercentage huishoudelijk afval De totale hoeveelheid bedrijfsafval vertoont een grillig beeld. Tussen 1996 en is deze toegenomen van 85 naar 11 kton, een toename van 3%. In dezelfde periode is het nuttig gebruik van bedrijfsafval ruimschoots verdubbeld van 29 (1996) tot 4 kton (216). Hierbij is verbranden niet als nuttige toepassing aangemerkt, omdat de afvalstoffen dan verloren gaan voor hergebruik. 6 Huishoudelijk afval Bron: CBS, CLO Figuur 14.3 De aangescherpte doelstelling (Ministerie I&M, 214) voor het scheidingspercentage is 75% in 22, zoals figuur 14.3 laat zien. Bedrijfsafval kg/inwoner Bedrijfsafvalstoffen Figuur 14.5 x 1. ton De getoonde percentages van 26 tot 211 passen niet erg in het totaalbeeld. Ook als we deze data buiten beschouwing laten, zien we een sterk fluctuerend beeld van het scheidingspercentage tussen 1996 en. Per saldo neemt het percentage licht toe van 34% in 1996 tot 36% in. Van de bedrijfsafvalstoffen is alleen voor verpakkingen een doelstelling bepaald. Totaal Nuttige toepassing excl. verbranden Figuur 14.4 Duurzaamheid in vogelvlucht 41

43 15 - Energieverbruik Voor het Energieverbruik in Nederland kijken we om te beginnen naar het Totaal finaal verbruik van energie. Dat omvat het finaal energieverbruik en het niet-energetisch verbruik van energie. Het niet-energetisch verbruik wil zeggen dat de grondstof niet wordt gebruikt om energie op te wekken, maar wordt gebruikt om andere producten bijvoorbeeld uit aardolie te maken. Energieverbruik huishoudens Het energieverbruik door alle huishoudens is in 4 jaar met 13,7% afgenomen Energieverbruik huishoudens Totaal energieverbruik PJ 3 2 Totaal finaal verbruik Nederland Figuur 15.2 PJ 15 1 Energieverbruik huishoudens Figuur 15.1 PJ 6 Het totaal finaal verbruik in Nederland is tussen en 216 met 12,5% toegenomen. Alles behalve een besparing. De laatste 1 jaar (27-216) is het energieverbruik echter met 8% gedaald. Binnen Europa is afgesproken dat landen 1,5% finale energie per jaar besparen in de periode In figuur 15.1 is dat weergegeven door de rode stip (2125 PJ). Op basis van de ontwikkeling in de laatste 1 jaar zou dat haalbaar moeten kunnen zijn, al stijgt het verbruik sinds 214 weer Energieverbruik per 1. huishoudens 2 25 Energieverbuik per 1. inwoners Figuur Duurzaamheid in vogelvlucht

44 Per huishouden is de afname aanzienlijk groter, 49%, doordat het aantal huishoudens sterk is gestegen. Per inwoner is de afname met 31% weer kleiner dan die per huishouden als gevolg van de afname van het aantal personen per huishouden tussen en 216. Energiebesparing per sector Energiebesparing % Totaal Nijverheid (excl. energiesector) Vervoer Diensten, afval, water, reparatie Landbouw en visserij Huishoudens Figuur 15.4 Figuur 15.4 laat de energiebesparing (excl. het niet-energetisch energieverbruik) per sector voor de jaren zien (dus niet vanaf!). In die periode is het energieverbruik met 2,3% toegenomen. Er zijn drie groepen afnemers die in die periode minder energie verbruiken: Landbouw en visserij: afname 9,4% (het energieverbruik van de visserij is zelfs gehalveerd!), Huishoudens: afname 7,4% en Nijverheid: afname 5,1%. Het niet-energetisch verbruik is in de sector Nijverheid van 199 tot 216 toegenomen met 28%. Duurzaamheid in vogelvlucht 43

45 16 - CO 2 uitstoot Er zijn internationaal afspraken gemaakt omtrent het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen (CO 2, methaan, stikstofoxide en fluorhoudende gassen). Volgens het Kyoto protocol moet de uitstoot van broeikasgassen in Nederland tussen 28 en 212 gemiddeld 6% lager zijn dan de 213,2 Mton CO 2 equivalenten in 199, het basisjaar voor de afspraken in het Kyoto protocol. De gerealiseerde afname in Nederland was in die jaren 6,4%. Aan die afspraak heeft Nederland voldaan. Kabinet Rutte III heeft de ambitie om de uitstoot in 23 met 49% te hebben verminderd. Dat maakt de uitdaging niet minder! CO 2 vormt het grootste aandeel in de broeikasgassen, die onder het Kyoto protocol vallen. Terwijl de totale uitstoot van broeikasgassen is gedaald, is de CO 2 uitstoot tussen 199 en 216 met 2,7% toegenomen. Merk op dat de relatief strenge winters in 1996 en terug te zien zijn in een hogere uitstoot van CO Uitstoot broeikasgassen Vervolgafspraken van Kyoto eisen een verdere verlaging in Nederland tot 175 MtonCO 2 -equivalenten in 22 ten opzichte van de 213,2 Mton CO 2 -equivalenten in 199. In 216 bedroeg de uitstoot 196,6 Mton CO 2 -equivalenten. Het is derhalve een enorme uitdaging om aan die eis te voldoen, zoals figuur 16.1 laat zien: een verdere daling van 11% in 4 jaar. Mton Uitstoot broeikasgassen Mton Totaal broeikasgassen CO 2 -uitstoot Bron: CLO Figuur 16.2 De energiesector heeft zelf het grootste aandeel in de uitstoot van CO 2, gevolgd door Nijverheid (excl. de al genoemde energiesector) en Mobiele bronnen, met name vervoer. Huishoudens zorgen voor 1% van de uitstoot in 216. Werkelijke uitstoot Kyoto eis Ambitie Kabinet Rutte III Bron: CLO Figuur Duurzaamheid in vogelvlucht

46 Aandeel in CO 2 uitstoot % 1% 6% 4% 2% 39% Energiesector Landbouw Mobiele bronnen Nijverheid (excl. energiesector) Diensten, afval en water Particulier huishouden Figuur 16.3 De verschillen in afname dan wel toename van de uitstoot tussen de verschillende gebruikers zijn spectaculair. De nijverheid (zonder de energiesector) en de huishoudens leveren verreweg de grootste bijdrage aan het terugdringen van de uitstoot. Verandering in CO 2 uitstoot Nijverheid (excl. energiesector) Particulier huishouden -2-17,7 Landbouw -4,9 Mobiele bronnen 9,4 Diensten, afval en water Energiesector 17,2 22,9-3% -2% -1% % 1% 2% 3% Afname uitstoot Toename uitstoot Figuur 16.4 Duurzaamheid in vogelvlucht 45

47 17 - Hernieuwbare energie 7 Toepassing hernieuwbare energie in % totaal energieverbruik Het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik is van 1,2% in 199 gestegen tot 6% in 216, zoals figuur 17.1 laat zien. In deze figuur zijn ook de percentages weergegeven waartoe Nederland zich heeft verplicht: volgens de EU-richtlijn (uit 29) 14% in 22 en volgens het Nederlandse Energieakkoord 16% in 223. Een enorme uitdaging. % Hernieuwbare energie in % totaal energieverbruik Elektriciteit Warmte Vervoer Figuur 17.2 % Bronnen hernieuwbare energie Figuur 17.1 x1. ton per jaar Uitgesplitst naar de toepassing van hernieuwbare energie zien we dat in % gebruikt wordt voor warmte, 43% voor elektriciteit en 8% voor vervoer (biobrandstoffen) Biomassa Windenergie Aardwarmte en bodemenergie 25 Waterkracht Zonne-energie Buitenluchtwarmte Figuur 17.3 Waar komt de hernieuwbare energie vandaan? Van het totale verbruik van hernieuwbare energie is momenteel 63% afkomstig van biomassa, 24% van wind (17,4% wind op land en 6,7% wind op zee), 5,4% is zonne-energie, 5,4% komt uit aard- en bodemwarmte, 2,1% komt uit de buitenlucht en tot slot,3% uit waterkracht. 46 Duurzaamheid in vogelvlucht

48 18 - Mobiliteit Reizigerskilometers 2 18 Over mobiliteit is heel veel te zeggen. We beperken ons hier tot het gebruik van de diverse vervoermiddelen. De auto is nog altijd veruit het meest gebruikte vervoermiddel, zowel wat het aantal verplaatsingen als het aantal afgelegde kilometers betreft (zie figuur 18.1). In figuur 18.2 zijn drie vervoermiddelen uitvergroot. Dat laat zien dat het aantal afgelegde reizigerskilometers per bus, tram en metro door de jaren heen zo ongeveer gelijk is gebleven. Het aantal treinkilometers is van 1978 tot verdubbeld van 8 naar 16 miljard, het aantal fietskilometers is met 7% gestegen van 8,8 naar 15 miljard kilometers. Miljard kilometer Bus, tram en metro Trein Fiets Figuur Reizigerskilometers Het aandeel van de auto in het personenvervoer is tussen 1978 en licht afgenomen, van 8,4 naar 78,7%. Miljard kilometer Bus, tram en metro Trein Fiets Auto Figuur 18.1 % Aandeel personenauto in totaal personenvervoer (naar reizigerskilometers) Figuur 18.3 Duurzaamheid in vogelvlucht 47

49 Tussen 22 en 217 is de lengte van de fietspaden spectaculair gestegen van ruim 6 naar bijna 25 kilometer. In de 4 jaar tot is het aantal fietsen ruimschoots meer dan verdubbeld, van 8,6 naar 22,5 miljoen, dat zijn nu 1,3 fietsen per inwoner. 3. Lengte fietspaden in Nederland 2.5 Kilometers Bron: RWS-CIV Figuur Aantal personenauto s en fietsen in Nederland x Personenauto s Fietsen Bron: RWS / BOVAG Figuur Duurzaamheid in vogelvlucht

50 19 - Werkloosheid De werkloosheid onder mensen van 15 tot 75 jaar fluctueert heel sterk. Per saldo is deze van tot 216 toegenomen van 4,2 naar 6%. In 197 was het nog 1,6%. Opmerkelijk is dat de verschillen in werkloosheidspercentage tussen mannen en vrouwen grotendeels zijn verdwenen, al zijn deze nu weer iets groter dan in 213. De werkloosheid onder vrouwen was steeds groter dan onder mannen. In 213 was het verschil slechts,1 procentpunt, ten nadele van vrouwen. % werkloosheid Totale werkloosheid jaar jaar jaar % werkloosheid Totale werkloosheid jaar 199 Figuur 19.1 De jeugdwerkloosheid is in figuur 19.2 apart uitgelicht uit de werkloosheid onder mensen van 15 tot 75 jaar. Voor de maatschappij is het zeker ook op de langere termijn belangrijk om juist jongeren voldoende mogelijkheden te bieden om zich te kunnen ontwikkelen. Het verschil tussen de totale werkloosheid en de jeugdwerkloosheid is gemiddeld 4 procentpunten ten nadele van de jeugd, variërend van 3 tot 6 procentpunten Vrouwen Mannen Totaal Figuur 19.2 De werkloosheid onder jongeren van 15 tot 25 jaar fluctueert, evenals die voor alle leeftijden, sterk. De werkloosheidspercentages van mannen en vrouwen verschillen voor de 15 tot 25 jarigen aanzienlijk minder dan voor de totale groep van 15 tot 75 jaar (figuur 19.3). % werkloze jongeren jaar Jeugdwerkloosheid jaar 199 Figuur 19.3 Hierbij valt ook op dat de werkloosheid onder jonge vrouwen menig jaar lager is dan onder mannen. Voor de groep jaar geldt het omgekeerde: vrouwen zijn vaker werkloos dan mannen (figuur 19.1) Vrouwen Mannen Totaal Duurzaamheid in vogelvlucht 49

51 2 - Overheidsfinanciën Het EMU-saldo varieerde van +2 tot -9% van het BNP in de jaren tot 217. Het saldo beweegt zich nu rond het evenwicht. Voor de houdbaarheid van de financiën van de overheid ook voor duurzaamheid een belangrijke factor hebben we gekeken naar de EMU-schuld. Dit is de nominale schuld van de overheid (rijk, sociale fondsen en overige centrale en decentrale overheden). Binnen de EU is de afspraak gemaakt dat de EMU-schuld niet boven de 6% van het BNP mag liggen. Daarnaast is het overheidssaldo (EMU-saldo) van belang. De EU hanteert als norm dat het begrotingstekort niet hoger mag zijn dan 3% van het BNP. EMU-saldo in % BNP Overheidssaldo Overheidsschuld -8 EMU-schuld in % BNP Bron: CPB Figuur 2.2 Bron: CPB Figuur 2.1 Tussen en nu heeft de EMU-schuld zich bewogen tussen 37 en 76% van het BNP. Per saldo is de schuld opgelopen van 38 naar 62%. 5 Duurzaamheid in vogelvlucht

52 Samenvatting Nederland in 2 indicatoren 1. Inkomen: de laagste inkomens hebben het moeilijk. We zien bovendien dat er sprake is van achteruitgang. De inkomensongelijkheid is toegenomen. 2. Onderwijs: het onderwijs is duidelijk vooruitgegaan, zowel qua aantal gediplomeerden als qua deelname aan hoger onderwijs. 3. Sociale zekerheid: het aantal uitkeringen is toegenomen. 4. Gender gelijkheid: een duidelijke vooruitgang, al blijft de gelijke beloning voor vrouwen en mannen nog achter. 5. Gezondheid: de (gezonde) levensverwachting is toegenomen. Daarnaast is er echter een duidelijke toename van mensen met overgewicht, zowel jongeren als ouderen, voorbode van toenemende ongezondheid. 6. Sport: iets meer mensen zijn gaan sporten, al is de toename bescheiden. 7. Maatschappelijke participatie: een positief beeld, waarbij met name de sterke toename van het aantal burgerinitiatieven er uitspringt. Daarentegen is er achteruitgang van de opkomst bij verkiezingen. 8. Veiligheid: het aantal misdrijven is gestegen, maar neemt de laatste jaren weer af, het gevoel van onveiligheid neemt toe. 9. Goed bestuur: Nederland mag zich verheugen over een in het algemeen goed bestuur. Wel is er sprake van enige achteruitgang, met name wat betreft rechtsstaat, corruptiebestrijding en politieke stabiliteit. 1. Waterkwaliteit: de kwaliteit van het oppervlaktewater is de afgelopen jaren verbeterd, maar nog ontoereikend. 11. Luchtkwaliteit: de luchtkwaliteit is sterk verbeterd en voldoet aan de normen, al geldt dat niet voor alle locaties en worden er dus nog mensen aan te hoge concentraties ongewenste stoffen blootgesteld. 12. Natuur: de laatste jaren is de oppervlakte natuur toegenomen, terwijl de biodiversiteit is teruggelopen. 13. Biologische landbouw: de omvang van biologische teelt is nog uiterst gering, maar er is sprake van bescheiden vooruitgang. 14. Afvalstoffen: er kunnen en moeten nog flinke stappen worden gemaakt. De hoeveelheid huishoudelijk afval en het scheidingspercentage liggen nog ver verwijderd van de gestelde normen. De hoeveelheid bedrijfsafval neemt nog steeds toe. Bij het hergebruik van afvalstoffen is enige vooruitgang geboekt, al zien we daar de laatste jaren weinig meer van. 15. Energieverbruik: het totale energieverbruik is tussen en 216 met 12,5% toegenomen. De laatste 1 jaar hiervan (27-216) is het energieverbruik met 8% gedaald. De Europese besparingsdoelstelling in de periode zou haalbaar moeten kunnen zijn, al stijgt het verbruik sinds 214 weer. 16. CO 2 uitstoot: de uitstoot van broeikasgassen bleef binnen de eerste Kyoto-afspraken. Het is een enorme uitdaging om ook aan de vervolgafspraken te gaan voldoen en niet minder om de in het recente regeerakkoord opgenomen ambities voor 23 te halen. 17. Hernieuwbare energie: De afspraken om 14% hernieuwbare energie in 22 te bereiken (EU-richtlijn) lijken niet bijster realistisch. Dat geldt mogelijk eveneens voor de overeengekomen 16% in Mobiliteit: het aandeel van de personenauto in het aantal reizigerskilometers ligt nog steeds rond 8%. De tendens is in de laatste jaren licht dalende Werkloosheid: de totale werkloosheid is toegenomen van 4% in tot 6% in 216, met een maximum van 9% in De laatste jaren neemt de werkloosheid af. De jeugdwerkloosheid is van tot 216 gestegen van 8 naar 11%. Ook de jeugdwerkloosheid daalt de laatste jaren weer. 2. Overheidsfinanciën: De overheidsschuld is toegenomen van 4% naar een top van 76% en bedraagt nu ca 6% van het BNP. Het overheidssaldo is nu ongeveer in evenwicht. Beide sub-indicatoren voldoen (vrijwel) aan de EU-normen. Duurzaamheid in vogelvlucht 51

53 52 Duurzaamheid in vogelvlucht

54 DEEL II Nederland in Europees perspectief aan de hand van twaalf indicatoren Om een vergelijking te kunnen maken tussen Nederland en enkele omringende landen hebben we Eurostat, de database van de Europese Unie, geraadpleegd. Voor 11 van de 2 door ons onderzochte indicatoren biedt Eurostat relevante data. Daarnaast hebben we voor de indicator Goed bestuur de data uit de database van de Wereldbank gebruikt. We hebben Nederland vergeleken met de vier nabuurlanden: de B4 België, Denemarken, Duitsland en Frankrijk en waar mogelijk met het gemiddelde van de Europese Unie, EU-27 dan wel EU-28, d.w.z. zonder dan wel met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk. De keuze tussen EU-27 en EU-28 is niet door ons gemaakt; we gebruiken alleen de door Eurostat gepresenteerde data die ogenschijnlijk vrij willekeurig EU-27 dan wel EU-28 omvatten. Indien tijdens de periode die de datareeks omvat de data van EU-27 naar EU-28 zijn gewijzigd of omgekeerd, hebben we dat aangegeven met EU-27/28. De data veelal slechts over een korte periode geven inzicht in de prestaties van Nederland in verhouding tot die in de genoemde landen en het EU-gemiddelde. Bij elke figuur volstaan we met een summiere toelichting. Duurzaamheid in vogelvlucht 53

55 Inkomen Gender gelijkheid Armoede verschil Nederland 6,4% België -4,2% Denemarken -,6% Duitsland -4,4% Frankrijk -4,2% EU-27-4,5% Beloningsverschil tussen vrouwen en mannen verschil Nederland -31,8% België -31,6% Denemarken -14,2% Duitsland -3,1% Frankrijk 2,6% EU-27-7,3% Armoede Beloningsverschil % van de bevolking onder de armoedegrens Beloningsverschil vrouwen en mannen in % gemiddelde beloning mannen Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Figuur II.1 In Nederland is het percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens zit lager dan in de B4 en lager dan het gemiddelde van de EU-27. Tussen 27 en 216 is de armoede in Nederland gestegen met 6,4%, terwijl deze zowel in de B4 als gemiddeld in de EU-27 is afgenomen, zoals de tabel laat zien. Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Figuur II.2 In 26 was Nederland nog koploper qua beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen t.o.v. de B4 en de EU-27. De verschillen zijn in Nederland met 31,8% echter het sterkste afgenomen (een close finish met België), waardoor de beloningsverschillen in Nederland nu rond het gemiddelde zitten. 54 Duurzaamheid in vogelvlucht

56 Gender Gap Index verschil Nederland 1,7% België 4,4% Denemarken 4,% Duitsland 3,4% Frankrijk 19,3% Score,8,78,76,74,72,7,68,66,64 Bron: World Economic Forum Gender Gap Index Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk Figuur II.3 De Gender Gap Index, ontwikkeld door het World Economic Forum, onderzoekt een groot aantal onderwerpen op het gebied van Gender gelijkheid in 144 landen. In vergelijking met de B4 is Nederland een middenmoter in de Gender Gap Index. Door een flinke daling in 217 is Nederland gezakt van rangnummer 16 naar 32 en is nu hekkensluiter t.o.v. de B4 geworden. De oorzaken hiervan zijn volgens het rapport met name ongelijke beloning en ongelijkheid in gezonde levensverwachting. En we wachten nog steeds op de eerste vrouwelijke ministerpresident in Nederland. Duurzaamheid in vogelvlucht 55

57 Gezondheid (Gezonde) levensverwachting Levensverwachting bij geboorte - vrouwen Levensverwachting bij geboorte - mannen Jaren Jaren Gezonde levensverwachting bij geboorte - vrouwen Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Figuur II Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Figuur II.5 De levensverwachting van mannen ligt in Nederland royaal boven die van B4 en EU-27/28, de gezonde levensverwachting ligt nu rond het gemiddelde. Jaren Jaren Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Gezonde levensverwachting bij geboorte - mannen Figuur II Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Figuur II.7 In Europees perspectief doen de Nederlandse vrouwen het slechter dan de mannen: rond het gemiddelde resp. daar onder; dit geldt zowel voor de levensverwachting bij geboorte als voor de gezonde levensverwachting. 56 Duurzaamheid in vogelvlucht

58 Opmerkelijk is dat de levensverwachting van zowel mannen als vrouwen zich in een vrij continu stijgende lijn beweegt (met een daling in ), terwijl de gezonde levensverwachting een nogal grillig verloop laat zien, bij vrouwen nog meer dan bij mannen. Dat kan volgens de bron van de data een gevolg zijn van een veranderde interpretatie van de onderzoeksvragen en de daarop verkregen antwoorden. Gewicht Body Mass Index (BMI) Goed bestuur Good Governance Indicators van de Wereldbank verschil Nederland -5,8% België -1,3% Denemarken -6,2% Duitsland -2,8% Frankrijk -13,4% Voor de BMI zijn alleen data voor 214 beschikbaar. Nederland heeft samen met Denemarken en Frankrijk het hoogste percentage personen met een normaal gewicht. 14 Goed bestuur - totaal waarden BMI Gewicht - BMI Waarden data Wereldbank (schaal -15 tot + 15) Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Ondergewicht Normaal gewicht Overgewicht Ernstig overgewicht Figuur II.8 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk Bron: Wereldbank Figuur II.9 Nederland doet het goed t.o.v. de B4, evenals Denemarken. Alle 5 landen hebben in 216 een lagere score dan in 1996 voor het totaal van de 6 Good Governance indicatoren van de Wereldbank. Duurzaamheid in vogelvlucht 57

59 Goed bestuur - waarden per indicator 216 Luchtkwaliteit Waarden data Wereldbank (schaal -2,5 tot + 2,5) 2,5 2, 1,5 1,,5 Corruptie bestrijding Doelmatigheid v.d. overheid Politieke stabiliteit en afwezigheid van geweld/terrorisme Kwaliteit van wet- en regelgeving Rechtsstaat Zeggenschap en rekenschap Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk Concentratie fijn stof, PM 1 In 2 was de luchtkwaliteit PM 1 t.o.v. B4 en EU-28 relatief slecht. Sindsdien is deze in Nederland het meest verbeterd. In 214 staat Nederland in de middenmoot van B4 en EU-28. De kleinste verbetering is voor Frankrijk, dat echter al de hoogste luchtkwaliteit heeft wat PM 1 betreft. verschil Nederland -35% België -34% Denemarken -19% Duitsland -24% Frankrijk -15% EU-28-19% Bron: Wereldbank Figuur II.1 Concentratie PM 1 Kijkend naar de afzonderlijke indicatoren van Goed bestuur, dan zien we dat voor 5 van de 6 indicatoren Nederland in 216 de hoogste score van de 5 landen heeft (soms samen met Denemarken), behalve voor Corruptiebestrijding, waar Denemarken een iets hogere score haalt. µg/m Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II Duurzaamheid in vogelvlucht

60 Afvalstoffen Totaal afval verschil Nederland 44% België 7% Denemarken 6% Duitsland 6% Frankrijk 9% EU-28-2% Huishoudelijk afval verschil Nederland -1% België 4% Denemarken 7% Duitsland -3% Frankrijk 1% EU-28-1% Totaal afval Ingezameld huishoudelijk afval = = Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.12 De totale hoeveelheid afval is in Denemarken en Nederland tussen 24 en 214 het sterkste toegenomen. In EU- 28 is deze met 2% afgenomen. Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.13 Wat de hoeveelheid huishoudelijk afval betreft presteert Nederland aanzienlijk beter dan voor de totale hoeveelheid afval. Nederland laat voor de jaren 24 tot 214 met 1% de grootste afname zien. In de EU-28 bleef de hoeveelheid huishoudelijk afval ten naaste bij gelijk. Duurzaamheid in vogelvlucht 59

61 Afvalscheiding verschil Nederland 2% België 9% Denemarken 3% Duitsland 26% Frankrijk 7% EU-28 81% Scheidingspercentage Gemeentelijk afval Energieverbruik Het energieverbruik per inwoner is in Nederland na België het hoogst t.o.v. B4 en EU-28. verschil 24 - Nederland -15% België -13% Denemarken -13% Duitsland -3% Frankrijk -16% EU-28-12% 8 % Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Figuur II.14 Qua scheiding van gemeentelijk afval is Nederland een middenmoter. Dat geldt ook voor de toename van het scheidingspercentage in de jaren 2 tot 216. kg olie-equivalenten per inwoner 4, 3,5 3, 2,5 2, Energieverbruik per inwoner Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.15 Daar staat tegenover dat Nederland tussen 24 en na Frankrijk de grootste daling van het verbruik per inwoner heeft gerealiseerd. 6 Duurzaamheid in vogelvlucht

62 Uitstoot broeikasgassen Sinds 199 kent Nederland met 8,6% de kleinste afname van de uitstoot van broeikasgassen t.o.v. B4 en EU-28. Desondanks voldoet Nederland aan de (eerste) afspraken van Kyoto. Of dat ook zal gelden voor de vervolgafspraken van Kyoto, zal in 22 moeten blijken. CO 2 equivalenten = 1 % Uitstoot broeikasgassen 2 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU Nederland 25 Broeikasgassen Afname uitstoot 199- België Denemarken Duitsland Frankrijk Figuur II.16 EU-28 Figuur II.17 Voor de uitstoot per inwoner zijn data vanaf 2 beschikbaar. Per inwoner is de uitstoot van broeikasgassen in Nederland hoger dan in B4 en EU-28. Ton CO 2 equivalenten per inwoner % Uitstoot broeikasgassen per inwoner Nederland Broeikasgassen Afname uitstoot per inwoner 2- België Denemarken Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.18 Bovendien is de afname van de uitstoot van broeikasgassen per inwoner in de jaren 2 tot in Nederland vrijwel de laagste. Alleen Duitsland laat een nog geringere daling zien. Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.19 Duurzaamheid in vogelvlucht 61

63 Hernieuwbare energie Data vanaf 24 tonen dat Nederland erg achterblijft t.o.v. B4 en EU-28 wat het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik betreft. In de tabel zijn de doelstellingen volgens de EU-richtlijn (29) voor het jaar 22 weergegeven. Vooral Nederland en België hebben een grote uitdaging om deze doelstellingen te halen. Ook Frankrijk zal nog flink moeten doorzetten. % in Doel in 22 (%) Nederland 5,8 14 België 7,9 13 Denemarken 3,8 3 Duitsland 14,6 18 Frankrijk 15,2 23 EU-28 16,7 2 % hernieuwbare energie in totaal energieverbruik Hernieuwbare energie Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.2 Mobiliteit Onderstaande 3 figuren laten het aandeel van de diverse vervoermiddelen in het personenvervoer zien: auto, trein en bus. De 3 figuren hebben alleen betrekking op het gemotoriseerd vervoer. Fietsen zijn hier dus niet bij inbegrepen. % Aandeel personenauto in totaal personenvervoer (naar reizigerskilometers) Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.21 Het aandeel van de personenauto is het hoogst in Nederland in vergelijking met B4 en EU Duurzaamheid in vogelvlucht

64 % Datzelfde geldt ook voor de trein. % Aandeel trein in totaal personenvervoer (naar reizigerskilometers) 2 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU Aandeel busvervoer in totaal personenvervoer (naar reizigerskilometers) Figuur II.22 Werkloosheid De werkloosheidscijfers tonen voor alle landen een grillig beeld. Over de hele periode 199 tot 216 is de werkloosheid in Nederland relatief laag t.o.v. B4 en EU-28. In 216 heeft alleen Duitsland een lager werkloosheidscijfer. Datzelfde beeld zien we grosso modo voor de beide uitsplitsingen: de jeugdwerkloosheid en de werkloosheid voor personen van 25 jaar en ouder. Frankrijk springt er met een zeer hoge jeugdwerkloosheid in de jaren 9 erg uit. % werkzame bevolking Werkloosheid - totaal 2 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU Figuur II.24 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-28 Figuur II.23 Het aandeel van het vervoer per bus ligt in Nederland aanzienlijk lager dan voor trein en auto vergeleken met B4 en EU-28. Duurzaamheid in vogelvlucht 63

65 % werkzame bevolking % werkzame bevolking Werkloosheid jaar 2 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU Werkloosheid jaar 2 Figuur II.25 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU Figuur II.26 Overheidsfinanciën De hoogte van de overheidsschuld in Nederland beweegt zich grotendeels iets onder het gemiddelde van de 5 getoonde landen. In 216 is deze in Nederland bijna gedaald tot het maximaal toegestane niveau van 6% van het BNP. EMU-schuld in %BNP Figuur II.27 Ook het begrotingssaldo van de overheid ligt in Nederland voor de meeste jaren rond het gemiddelde van B4 en EU-27. Sinds 213 voldoet Nederland weer aan de norm dat het tekort niet groter mag zijn dan 3% van het BNP. EMU-schuld in %BNP Overheidsschuld 25 Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk Begrotingssaldo overheid Nederland België Denemarken Duitsland Frankrijk EU-27 Figuur II Duurzaamheid in vogelvlucht

66 Samenvatting Nederland in Europa Voor een aantal van de twaalf onderzochte indicatoren doet Nederland het relatief gesproken uitstekend of is een middenmoter, soms doet Nederland het dramatisch slecht. Dat laatste doet zich vooral voor op het gebied van klimaat en energie: hoog energieverbruik, hoge uitstoot van broeikasgassen en gering aandeel van hernieuwbare energie. Daar ligt een grote uitdaging. Inkomen: Nederland heeft het laagste percentage inwoners onder de armoedegrens, maar daarentegen de hoogste stijging sinds 27. Gender gelijkheid: de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen zijn in Nederland het sterkste gedaald; Nederland bevindt zich voor dit onderwerp nu in de middenmoot van de nabuurlanden. Door een scherpe daling sinds in de Gender Gap Index is Nederland t.o.v. de B4 van middenmoter nu hekkensluiter geworden. Gezondheid: de levensverwachting bij geboorte van mannen ligt boven het gemiddelde van B4 en EU, terwijl de gezonde levensverwachting rond het gemiddelde ligt. Vrouwen doen het op beide fronten slechter dan de mannen. Nederland heeft (in 214) samen met Frankrijk het hoogste percentage mensen met een normaal gewicht. Goed bestuur: Nederland doet het goed, ook in vergelijking met de B4. Luchtkwaliteit: In 2 had Nederland vrijwel de hoogste concentratie van fijnstof (PM 1 ) van B4 en EU. Sindsdien is de luchtkwaliteit sterk verbeterd en is Nederland nu middenmoter. Afvalstoffen: terwijl de totale hoeveelheid afvalstoffen in Nederland vrijwel het sterkste is gestegen t.o.v. B4 en EU, is de hoeveelheid huishoudelijk afval in Nederland juist het sterkste afgenomen. Qua afvalscheiding bevindt Nederland zich in de middenmoot. Energieverbruik: Het energieverbruik in Nederland per inwoner is na België het hoogst t.o.v. B4 en EU-28. Daar staat tegenover dat Nederland tussen 24 en na Frankrijk de grootste daling van het verbruik per inwoner heeft gerealiseerd. Uitstoot broeikasgassen: Nederland heeft per inwoner een hogere uitstoot dan B4 en EU-28. Bovendien is de afname van de uitstoot vanaf 199 met 8,6% de kleinste t.o.v. B4 en EU-28. Hernieuwbare energie: Nederland blijft erg achter t.o.v. B4 en EU op gebied van hernieuwbare energie. Het staat voor een vrijwel onmogelijke opgave om aan de EU-richtlijn een aandeel van 14% hernieuwbare energie in 22 te voldoen. Mobiliteit: Het aandeel van de personenauto in het aantal reizigerskilometers (gemotoriseerd vervoer, dus zonder de fietsen) is in Nederland het hoogst in vergelijking met B4 en EU. Dat geldt eveneens voor de trein, terwijl het voor het vervoer per bus juist het laagste is t.o.v. B4 en EU. Werkloosheid: Over de hele periode 199 tot 216 is de werkloosheid zowel totaal als de jeugdwerkloosheid in Nederland relatief laag t.o.v. B4 en EU. Overheidsfinanciën: De hoogte van de overheidsschuld beweegt zich grotendeels iets onder het gemiddelde van de B4. In Nederland is deze in 216 bijna gedaald tot het maximaal toegestane niveau van 6% van het BNP. Ook het begrotingssaldo van de overheid ligt in Nederland voor de meeste jaren rond het gemiddelde van B4 en EU- 27. Sinds 213 voldoet Nederland weer aan de norm dat het tekort niet groter mag zijn dan 3% van het BNP. Duurzaamheid in vogelvlucht 65

67 Woord van dank Dit onderzoek hebben we uitgevoerd met hulp van velen, die bereid waren om met ons mee te denken, mee te zoeken, advies te geven, data en teksten kritisch te lezen, suggesties te doen voor verdere verbeteringen en ook heel belangrijk ons keer op keer te bemoedigen. Overbodig om te zeggen dat we zonder al deze hulp kansloos zouden zijn geweest. Heel veel dank dus aan allen die - ieder op zijn of haar wijze tijd en energie, kennis en kunde, creativiteit en denkkracht aan deze vogelvlucht hebben willen besteden. Soms is dat veel geweest, soms weinig, maar altijd belangrijk. Veel dank aan: Ana Lopez Swinkels HIER opgewekt Bert Wolters Ruimte in projecten CBS-Statline de grotendeels anonieme, maar o zo belangrijke medewerkers van CBS Statline Frits Bos CPB Gert Nijsink RWS-WVL Hans Schmeets CBS Henk Kramer - Wageningen Environmental Research (Alterra) Jan Schalk OCD Jurgen de Haan CROW-KpVV Kees Peek RIVM Laurens Brandes RIVM / PBL Linda Muller-Geuzinge CBS Maaike Stoel CPB Mario Gerards RWS-CIV Marion van den Brakel-Hofmans CBS Martin Mellens CPB Paddy Noë Jewel, Wageningen Paul Klein CBS Remko van den Dool Mulier instituut Peter van Puijenbroek PBL Sietze van den Berg BZK Susanna Jonker RIVM Hoe veel we ook te danken hebben aan de steun die we van velen hebben gekregen en dat is heel veel, de verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze vogelvlucht ligt geheel en al bij de mensen van Duizend Duurzame Daden. Mijn grootste dank gaat uit naar mijn collega Arthur Manuel, met wie ik al 15 jaar mag samenwerken aan wat wij ooit samen zijn begonnen: een bijdrage leveren aan het versnellen van de ontwikkeling van een werkelijk duurzame samenleving. Geurt van de Kerk 66 Duurzaamheid in vogelvlucht

68 Overzicht resultaten 2 indicatoren BIJLAGE A In deel I zijn de ontwikkelingen van elke indicator voor de onderzoeksperiode beschreven, d.w.z. vanaf tot nu toe, voor de jaren waarvoor data beschikbaar zijn. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de resultaten per indicator en sub-indicator. redelijk tot goed matig ontoereikend tot slecht De jaartallen geven weer vanaf welk jaar data beschikbaar zijn Sociale Duurzaamheid Ecologische Duurzaamheid Duurzame Economie Indicator Sub-indicator Niveau of later Huidig niveau 1 Inkomen Besteedbaar inkomen Minima Ongelijkheid 2 Onderwijs Deelname hoger onderwijs Voortijdig schoolverlaters Sociale zekerheid Aantal uitkeringen 4 Gender gelijkheid Arbeidsdeelname vrouwen Deelname vrouwen hoger onderwijs Gelijke beloning 28 5 Gezondheid Levensverwachting Gezonde levensverwachting 1981 Onder- en overgewicht Sport Aantal sportbeoefenaars 1997 Aantal leden sportvereniging 7 Maatschappelijke Opkomst bij verkiezingen participatie Vrijwilligerswerk 1997 Burgerinitiatieven Veiligheid Aantal misdrijven Onveiligheidsgevoel Goed bestuur Goed bestuur rijksoverheid 24 1 Waterkwaliteit Kwaliteit oppervlaktewater - KRW 29 Concentratie fosfor en stikstof 75 /8/9 11 Luchtkwaliteit Concentratie PM 1 Concentratie NO Natuur Totale oppervlakte natuur 199 Biodiversiteit Biologische landbouw Aandeel biologische teelt Afvalstoffen Huishoudelijk afval 1993 Bedrijfsafval Energieverbruik Energieverbruik niet-huishoudelijk 199 Energieverbruik huishoudens 16 CO 2 uitstoot Uitstoot broeikasgassen, CO 2 equivalenten Hernieuwbare energie Verbruik hernieuwbare energie Mobiliteit Aandeel personenauto s in vervoer Werkloosheid Werkloosheid jaar Werkloosheid jaar 2 Overheidsfinanciën Overheidsschuld (EMU) Overheidssaldo (EMU) Duurzaamheid in vogelvlucht 67

69 Bijlage B Berekeningswijze De verzamelde data zoals die voor elke indicator zijn weergegeven in deel I vormen de basis voor de verdere verwerking. Zoals altijd zijn deze data, de basisgegevens, het belangrijkste. De basisgegevens zijn aan de hand van wat de Engelsen zo mooi noemen een professional judgement van een kleur voorzien, vaak mede in overleg met experts op de diverse gebieden: Groen redelijk tot goed Geel matig Rood ontoereikend tot slecht. Voor het berekenen van het niveau van de drie duurzaamheidspijlers hebben we de meest eenvoudige berekeningswijze gevolgd, waarbij de kleuren de volgende waarden hebben gekregen: groen = 7,5, geel = 5 en rood = 2,5. De waarden voor de drie pijlers zijn berekend als rekenkundig gemiddelde van de waarden van de onderliggende indicatoren. De waarde voor de totale duurzaamheid is berekend als rekenkundig gemiddelde van de waarden van de 2 indicatoren. De aldus berekende waarden voor de totale duurzaamheid en de drie pijlers zijn weergegeven als percentage van volledige duurzaamheid, d.w.z. 1%. Make it as simple as possible, but not simpler than that. Alfred Einstein 68 Duurzaamheid in vogelvlucht

70 Bronnen BIJLAGE C CBS Gelijk loon voor gelijk werk? Banen en lonen bij de overheid en bedrijfsleven, 214 CBS Permanent onderzoek leefsituatie CBS Sociale Monitor, welvaart en welzijn in de Nederlandse samenleving CBS Statline CLO Compendium voor de leefomgeving CPB Centraal Planbureau CROW-KpVV Kennisplatform Verkeer en Vervoer Emancipatiemonitor 216 van CBS en SCP Eurostat Kiesraad Lokale Energiemonitor 216 Mulier instituut RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RWS-CIV Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening SCP Vrijwilligerswerk in meervoud (29) WUR Basiskaart Natuur, Wageningen Environmental Research (Alterra) Duurzaamheid in vogelvlucht 69

71 BIJLAGE D Afkortingen B4 de 4 (na)buurlanden van Nederland: België, Denemarken, Duitsland en Frankrijk BNP Bruto Nationaal Product BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CLO Compendium voor de Leefomgeving CPB Centraal Planbureau CROW-KpVV CROW-Kennisplatform Verkeer en Vervoer DDD Duizend Duurzame Daden EMU (Europese) Economische en Monetaire Unie EU Europese Unie EU-27 / EU-28 Europese Unie van 27 (excl. Verenigd Koninkrijk) resp. 28 landen HBO Hoger Beroepsonderwijs I&M Ministerie van Infrastructuur & Milieu KRW Kader Richtlijn Water kton - kiloton LPI Living Planet Index MBO Middelbaar Beroepsonderwijs Mton - Megaton OCD Onderzoekscentrum Drechtsteden PBL Planbureau voor de Leefomgeving PJ Petajoule PO Primair onderwijs RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RWS-CIV Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening RWS-WVL Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving SCP Sociaal en Cultureel Planbureau VAVO Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs VO Voortgezet onderwijs VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WO Wetenschappelijk onderwijs WUR Wageningen University and Research 7 Duurzaamheid in vogelvlucht

72 Wij zullen uw aanbod ons land te kopen overwegen. Mochten wij besluiten het te aanvaarden, dan moet ik één voorwaarde stellen: de blanke man moet de dieren van dit land bejegenen als zijn broeders. Ik ben een wilde en kan een andere zienswijze niet begrijpen. Ik heb op de prairie duizenden bizons zien wegrotten die door de blanke man vanuit een rijdende trein waren neergeschoten. Ik ben een wilde en kan niet begrijpen dat het ijzeren paard met zijn rook belangrijker kan zijn dan de bizon, die wij alleen maar doden om in leven te blijven. Wat is de mens zonder dieren? Als alle dieren zouden verdwijnen zou de mens sterven aan een groot gevoel van verlatenheid. Want wat met de dieren gebeurt, gebeurt ook spoedig met de mens. Alles hangt samen. Wat met de aarde gebeurt, gebeurt ook met de kinderen van de aarde. De mens heeft het web van het leven niet geweven, hij is er slechts een draadje in. Wat hij het web aan doet, doet hij ook zichzelf aan. Chief Seattle, opperhoofd van een indianenstam in de Amerikaanse staat Washington, in een toespraak toen de Amerikaanse regering in 1854 zijn land wilde kopen. Duurzaamheid in vogelvlucht 71

73 OVER ONS Duizend Duurzame Daden, in 26 door Arthur Manuel en Geurt van de Kerk opgericht onder de naam Stichting Duurzame Samenleving, is een vrijwilligersorganisatie, met maar één doel: de ontwikkeling naar een duurzame samenleving stimuleren. We willen en kunnen niet langs de kant blijven toekijken; we willen zelf in actie komen. scan dkompas voor een duurzame toekomst v scan dkompas voor een duurzame toekomst We doen dit door middel van nu vier instrumenten, die we aanbieden aan eenieder die er gebruik van wil maken. Deze instrumenten hebben betrekking op individueel niveau: de duurzaamheidsscan voor jongeren en voor volwassenen lokaal niveau: de Gemeentelijke Duurzaamheidsindex (GDI) voor elke gemeente in Nederland landelijk niveau: de Sustainable Society Index (SSI) voor bijna alle landen, met in totaal 99% van de wereldbevolking. ssindex compass to a sustainable society Doet u ook mee? Arthur Manuel Geurt van de Kerk 72 Duurzaamheid in vogelvlucht

Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2015. De GDI prikkelt tot nadenken en stimuleert het handelen

Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2015. De GDI prikkelt tot nadenken en stimuleert het handelen Wakkerstad Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2015 De GDI prikkelt tot nadenken en stimuleert het handelen Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl Oktober 2015 1 1. Gebruik

Nadere informatie

Duurzaamheid: Gemeenten willen wel. Waar blijft het Rijk?

Duurzaamheid: Gemeenten willen wel. Waar blijft het Rijk? PERSBERICHT Duurzaamheid: Gemeenten willen wel. Waar blijft het Rijk? Al weer voor de vijfde keer presenteren we de update van de Gemeentelijke Duurzaamheidsindex, de GDI-. De GDI laat zien hoe elke gemeente

Nadere informatie

Dalfsen Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0

Dalfsen Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Gemeente Dalfsen Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl September 2014 1 1. Gebruik van het werkblad De werkbladen zijn bedoeld

Nadere informatie

Gemeente. Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Stichting Duurzame Samenleving. www.gdindex.nl info@gdindex.

Gemeente. Wakkerstad. Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Stichting Duurzame Samenleving. www.gdindex.nl info@gdindex. Gemeente Wakkerstad Werkbladen Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl September 2014 1 1. Gebruik van het werkblad De werkbladen zijn bedoeld

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Gemeente Duiven. Met vergelijking met Culemborg, Westervoort, Wijchen en Zevenaar.

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0. Gemeente Duiven. Met vergelijking met Culemborg, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Gemeente Duiven Met vergelijking met Culemborg, Westervoort, Wijchen en Zevenaar 21 november 2014 Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval

Nadere informatie

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 Gemeente Utrechtse Heuvelrug en de buurgemeenten Bunnik Buren Renswoude Rhenen Veenendaal Wijk bij Duurstede Woudenberg Zeist 10 maart 2015 Ontwikkeling naar duurzaamheid

Nadere informatie

De Grote Transitie Utrecht

De Grote Transitie Utrecht Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI 2.0 De Grote Transitie Utrecht Bunnik De Bilt Houten IJsselstein Nieuwegein Stichtse Vecht Utrecht Vianen Zeist 19 november 2014 Ontwikkeling naar duurzaamheid is te

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond Inkomensverschillen tussen personen met en zonder migratieachtergrond inkomensverschil tussen 3- jarigen met en zonder migratieachtergrond (zonder/e achtergrond

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Duurzame stad-

Strategisch Thema. -Duurzame stad- Strategisch Thema -Duurzame stad- Modules Samenvatting 1 Houding Nijmegenaren 2 Energieopwekking en -verbruik 3 Omgaan met grondstoffen 5 Duurzame mobiliteit 6 Milieukwaliteit en leefomgeving 7 Datum:

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Lees ter voorbereiding onderstaande teksten. Het milieu De Europese Unie werkt aan de bescherming en verbetering van

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Zekerheden over een onzeker land

Zekerheden over een onzeker land Zekerheden over een onzeker land Parijs, 27 januari 2012 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Demografische feiten 2012-2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden

Nadere informatie

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de

Nadere informatie

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1. Opdracht Expert Overheidsbeleid Het crisisteam is samengesteld. Jij bent als expert overheidsbeleid ingevlogen om vast te stellen wat de overheid doet om ruimtelijk ongelijkheid te verminderen. De deskundigheid

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle andere Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S december 2018

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle andere Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S december 2018 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 8 's-hertogenbosch vergeleken met alle andere Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S december 2018 Voorwoord De positionering van de gemeente 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

Balans van de Leefomgeving

Balans van de Leefomgeving Balans van de Leefomgeving 14 september 2010 Maarten Hajer Agenda 2 In vogelvlucht Successen Resterende problemen Inzoomen op grote dossiers, inclusief beleidsopties Gevolgen van economische crisis Successen:

Nadere informatie

Crises en kansen: van klimaatverandering tot circulaire economie

Crises en kansen: van klimaatverandering tot circulaire economie Crises en kansen: van klimaatverandering tot circulaire economie Inhoud Inleiding Uit de interviews / circulaire economie Afronding Overzicht jaren met hoogst gemeten temperatuur Wereldgemiddelde oppervlaktetemperatuursverandering

Nadere informatie

Temperatuur oppervlaktewater,

Temperatuur oppervlaktewater, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde watertemperatuur

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100) Wanneer onderwijspersoneel geheel of gedeeltelijk werkloos wordt, kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, een werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) aanvragen. Het aantal nieuwe WWuitkeringen in het onderwijs

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 1 Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 De meeste relevante tabellen met betrekking tot partneralimentatie zijn uit de positionpaper 1. Persoonlijk bruto inkomen Tabel

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1 AH 1718 2018Z02669 Antwoord van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 10 april 2018) Vraag 1 Bent u bekend met

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Onze koning zou op Prinsjesdag een klimaatbegroting moeten voorlezen

Onze koning zou op Prinsjesdag een klimaatbegroting moeten voorlezen 1 van 6 09-08-17 07:21 nieuws.achmea.nl Onze koning zou op Prinsjesdag een klimaatbegroting moeten voorlezen 7-9 minuten Leo Meyer is met pensioen, maar ook weer niet. Hij werkte jarenlang in de energiesector

Nadere informatie

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.

Nadere informatie

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Persbericht PB08-086 18 december 2008 9.30 uur Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel In 2006 verkeerden 623 duizend

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag: Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei 2004 6,1 123 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdvraag: Wat is de relatie tussen jongeren, arbeid en geld? Deelvragen: 1. Hoeveel jongeren werken?

Nadere informatie

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Persbericht PB14 037 02 06 2014 16.00 uur CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Koopkracht van werknemers in gezondheids- en welzijnszorg steeg in 2008-2012 elk jaar Zelfstandigen en pensioenontvangers

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1718 Vragen van de leden

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle andere Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2017

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle andere Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2017 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 7 's-hertogenbosch vergeleken met alle andere Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S september 2017 Voorwoord In deze publicatie wordt de gemeente 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

BIJLAGE: LIJST VAN DE INDICATOREN VAN LAKEN

BIJLAGE: LIJST VAN DE INDICATOREN VAN LAKEN BIJLAGE BIJLAGE: LIJST VAN DE INDICATOREN VAN LAKEN Het Social Protection Commitee (SPC) heeft in het kader van zijn mandaat voor 2001 een verslag voorgesteld met een eerste reeks van tien primaire indicatoren

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage Veilig opgroeien in Leeuwarden 2015 bijlage Factsheet Haulerwijk Deze bijlage bevat cijfers op zowel buurtniveau als gemeentelijk- en provinciaal niveau. De cijfers geven inzicht in trends op het gebied

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren

Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren Werkloosheid heeft een grote impact op mensen. Werk betekent deelname aan de maatschappij, een inkomen, sociale

Nadere informatie

Gemeenteraad. Motie. Datum : 30 juni : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen. : Duurzaamheid in Hoogeveen

Gemeenteraad. Motie. Datum : 30 juni : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen. : Duurzaamheid in Hoogeveen Gemeenteraad Motie Datum : 30 juni 2016 Fractie Onderwerp : ChristenUnie, CDA, Gemeentebelangen : Duurzaamheid in Hoogeveen De raad van de gemeente Hoogeveen in vergadering bijeen op 30 juni 2016, Constateert

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Biobrandstoffen, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Biobrandstoffen, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel biobrandstoffen in de

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Hartslag Cafe 15 februari 2018 Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Inhoud presentatie Wat verstaan we eigenlijk onder leefbaarheid? LEMON Telos instrumenten Feiten en kaarten over

Nadere informatie

4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering

4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering 4 oktober 2012 Ruim 700 indicatoren voor opvolging doorbraken Vlaanderen in Actie en Vlaams regeerakkoord 200 medewerkers binnen en buiten de Vlaamse overheid Wat meten we? Welke ontwikkelingen in externe

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie pilot 2013-I

Eindexamen vwo economie pilot 2013-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 maximale winst als MO

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt, midden in de polder, een nieuwe woonwijk: de Groote Wielen. In totaal komen er ongeveer 4.350 woningen, daarvan

Nadere informatie

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op

Nadere informatie

Inkomensstatistiek Westfriesland Augustus 2014

Inkomensstatistiek Westfriesland Augustus 2014 Inkomensstatistiek Augustus 2014 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2014-2041 Datum Augustus 2014 Opdrachtgever De Westfriese gemeenten Inleiding

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking-

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Stadsmonitor -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Modules Totaalbeeld stedenvergelijking 1 Bestuur 2 Bevolking 3 Cultuur 4 Duurzaamheid 5 Economie en werk 6 Imago stad 7 Inkomen en armoedebestrijding 8 Mobiliteit

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 oktober 2011) Nummer 2567 Onderwerp Nederland meest vervuilde land van Europa Aan de leden van Provinciale Staten

Nadere informatie