Dinsdag 23 oktober 2012, aanvang uur. in de raadzaal van het gemeentehuis te West-Terschelling. Alle stukken zijn reeds in uw bezit.

Transcriptie

1 Agenda De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op: Dinsdag 23 oktober 2012, aanvang uur in de raadzaal van het gemeentehuis te West-Terschelling. Alle stukken zijn reeds in uw bezit. De wethouders worden uitgenodigd bij deze vergadering aanwezig te zijn. 1. Welkom, afwezigheidsmeldingen, agenda vaststellen 2. Vaststellen notulen vergaderingen raad 25 september Mededelingen uit samenwerkingsverbanden, overige mededelingen en lijst ingekomen stukken (Gemeenteblad nummer 2012/69) Korte inhoud: raads- en collegeleden die namens de gemeente in het bestuur van een samenwerkingsverband zitten, kunnen mededelingen doen naar aanleiding van vergaderingen van dit samenwerkingsverband. Overige mededelingen van het college. Er zijn stukken ingekomen in de categorieën A (voorstel: voor kennisgeving aannemen), B (in handen stellen van het college ter afdoening) en C (betrekken bij een raadsvoorstel). Voorstel: besluiten de lijst ingekomen stukken op de voorgestelde wijze af te doen. Afzender lijst ingekomen stukken: presidium. Nadere informatie bij: B. Wiener. Bespreekstukken 4. Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Polder (Gemeenteblad nummer 2012/70) Korte inhoud: de Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Polder is een eerste aanzet tot een nieuw bestemmingsplan. Een integrale herziening is noodzakelijk omdat het bestaande bestemmingsplan zijn actualiteit heeft verloren. Voorstel: instemmen met uitgangspunten voor bestemmingsplan Polder. Afzender: college Portefeuillehouder: wethouder Spanjer Nadere informatie bij: J. Hellevoort

2 2 5. Verleggen Havendam en de consequenties voor Natura 2000 (Gemeenteblad nummer 2012/71) Korte inhoud: op verzoek van de raad zijn de kosten voor het verleggen van de havendam in beeld gebracht. Tevens krijgt de raad de kosten van het opstellen van de Milieu-effectrapportage (MER) hierbij. Voorstel: amendement havendam heroverwegen. Afzender: college Portefeuillehouder: wethouder de Jong Nadere informatie bij: R. Buren 6. Samenwerkingsovereenkomst FUMO (Gemeenteblad nummer 2012/72) Korte inhoud: de samenwerking tussen de Friese gemeenten, Provincie en Wetterskip Fryslân op gebied van een groot aantal vergunningverlenings-, toezicht- en handhavingstaken op gebied van omgevingsrecht wordt vormgegeven in een gemeenschappelijke regeling. Voorstel: gemeenschappelijke regeling vaststellen Afzender: college Portefeuillehouder: wethouder De Jong Nadere informatie bij: R. Buren Hamerstukken 7. Beleidsplan politie (Gemeenteblad nummer 2012/73) Korte inhoud: de raad krijgt gelegenheid te reageren op het Regionaal Beleidsplan Noord-Nederland van de politie. Voorstel: instemmen met beleidsplan. Afzender: college Portefeuillehouder: burgemeester Visser Nadere informatie bij: S. Valk 8. Begroting VAST 2013 (Gemeenteblad nummer 2012/74) Korte inhoud: het Eilander College heeft de gemeenteraad zijn Begroting 2013 toegestuurd. De Eilander Raad heeft deze in zijn vergadering van 28 juni 2012 vastgesteld. Voorstel: instemmen met begroting VAST. Afzender: college Portefeuillehouder: burgemeester Visser Nadere informatie bij: W. van Schoonhoven

3 3 9. Verordening heffing en invordering van (water)toeristenbelasting 2013 (Gemeenteblad nummer 2012/75) Korte inhoud: jaarlijks moet de raad de belastingverordeningen en tarieventabellen voor het nieuwe jaar vaststellen. Deze vloeien voort uit de Meerjarenbegroting die de raad op 8 november 2011 heeft vastgesteld. Deze verordeningen krijgt u meestal in de laatste vergadering van het jaar. Om de recreatieondernemers tegemoet te komen, verzoekt het college u de verordening (water)toeristenbelasting 2013 nu al vast te stellen. Voorstel: Verordening vaststellen. Afzender: college Portefeuillehouder: burgemeester Visser Nadere informatie bij: A. Spanjer-Rodenburg Terschelling, 11 oktober 2012, Mr J.M. Visser, voorzitter De gemeentebladen en conceptbesluiten staan op De stukken liggen voor het publiek ter inzage in de inforuimte. De stukken liggen voor de raadsleden ter inzage in de fractiekamer.

4 Verslag Verslag op hoofdlijnen van de openbare raadsvergadering van de gemeente Terschelling van 25 september 2102 in het gemeentehuis te West-Terschelling om uur. Aanwezig: Dhr. M. Schellenberg, mevr. C. Oosterbaan, dhr. W.H.M. van Deelen, mevr. M. Spanjer (fractie PvdA) Mevr. A.F. Geveke, mevr. R. Cupido-Pootjes (fractie VVD) Dhr. A. Doeksen, dhr. A.C. Schweigmann, dhr. G. Bos (fractie PBT) Dhr. H.K. van der Wielen, dhr. A.J. Romar (fractie CDA) Burgemeester dhr. mr. J.M. Visser, voorzitter Mevr. B.A. Wiener, griffier Mevr. R. Haringa, notulist Wethouder dhr. T. D. de Jong Wethouder dhr. J.G. Spanjer Aanwezig op de publieke tribune ca. 20 personen 1. Welkom, afwezigheidsmeldingen, agenda vaststellen De Voorzitter opent de vergadering en meldt dat wethouder De Jong iets later komt. De agenda wordt conform vastgesteld. 2. Vaststellen notulen vergaderingen raad 17 augustus 2012 en extra raad 4 september 2012 De notulen worden conform vastgesteld. 3. Mededelingen uit samenwerkingsverbanden, overige mededelingen en lijst ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mee dat de interim secretaris-directeur, Roel Vogelzang, vorige week is begonnen. Er volgt inspraak op de lijst ingekomen stukken. Raadsleden Raadslid Doeksen (PBT) stuk A14, beantwoording diverse vragen van raadsleden: Deze brief is niet toegestuurd aan de raadsleden. Hij vraagt of dit in het vervolg kan. Stuk B2, brief omwonenden Dirkmansweg en Noordakkersweg over ongerustheid mogelijke uitbreiding camping Haantjes: Hij sluit zich aan bij de inhoud van de brief.

5 2 Raadslid Van der Wielen (CDA) stuk B1, brief J. Krul en E. Pasman over groenstrook Ceresstraat: Stukken onder B zijn ter afhandeling aan het college. De groenstrook is in de commissie besproken. Het stelt hem teleur dat de wethouder voorbij is gegaan aan de signalen en gevoelens in de raadscommissie. Raadslid Schweigmann (PBT): stuk B1, brief J. Krul en E. Pasman over groenstrook Ceresstraat. Hij heeft een motie vreemd aan de orde van de dag ingediend met de vraag het groen in de wijk te behouden. Nu blijkt dat de strook verkocht wordt of al verkocht is met de mogelijkheid van het plaatsen van een schutting. Was de motie niet duidelijk en spelen er andere zaken? Wellicht is er iets misgegaan in de communicatie. Hij is geïnformeerd door omwonenden en wil hier lering uit trekken. Hij vraagt een onderzoek van de raad over communicatie in het algemeen tussen de betrokken partijen. Raadslid Romar (CDA) stuk A6, jaarrekening 2011 werkvoorzieningschap Fryslân West: De jaarrekening is rijkelijk laat binnen. Er zijn risico s aan verbonden. Hij wil vinger aan de pols houden. September zijn de cijfers 2011 pas binnengekomen. Raadslid Schellenberg (PvdA) vraagt of er aanleiding is te veronderstellen dat het bestuur van de Dienst onvoldoende toezicht houdt? Raadslid Romar (CDA) heeft geen aanleiding daartoe. Het gaat om het principe, hij vraagt of de jaarcijfers eerder aangeleverd kunnen worden. Stuk B2, brief omwonenden Dirkmansweg en Noordakkersweg over ongerustheid mogelijke uitbreiding camping Haantjes. Hij sluit zich aan bij de woorden van raadslid Doeksen. Stuk C5, brief van college B&W over informatie gedane toezeggingen m.b.t. Brede School heeft hij niet bij de stukken kunnen vinden, dat stuk bestaat niet. Raadslid Van Deelen (PvdA) stuk A14, beantwoording diverse vragen van raadsleden: De evaluatie van Omrin heeft op 11 september plaatsgevonden. Hij stelt een vraag over de ondergrondse container in de Burgemeester Mentzstraat. De Voorzitter: Raadslid Doeksen heeft ook over stuk A14 gesproken. De brief bevat veel punten. Hij stelt voor de brief via het presidium te agenderen voor de eerstvolgende commissie. Raadslid Van Deelen (PvdA) sluit zich hierbij aan. Dit is echter een actueel punt. Hij vervolgt: Er zijn vragen gesteld over de ondergrondse container in de Burgemeester Mentzstraat. De plek voldoet niet aan de voorwaarden van plaatsing. Hij vraagt een verklaring voor de gekozen plek. Het college Burgemeester Visser is het eens met raadslid Doeksen, de verzamelbrief had rechtstreeks moeten worden toegestuurd. Hij heeft een procedurevoorstel gedaan, de brief kan afzonderlijk worden besproken in de commissie. De jaarrekening van werkvoorzieningschap Fryslân West is in het begin van de zomervakantie binnengekomen. Door het reces is deze later besproken. De jaarrekening is later dan gebruikelijk. Het is een NV en die heeft andere afdoeningstermijnen. Het gaat financieel redelijk goed en er wordt goed vinger aan de pols gehouden, ook door alle gemeenten.

6 3 Stuk C5 bestaat niet, hij weet niet hoe deze op de lijst is gekomen. Er zijn wel gesprekken gevoerd, de raad wordt bij het betreffende agendapunt ingelicht over de gevoerde gesprekken. Wethouder De Jong sluit zich aan bij de vergadering. Wethouder Spanjer: Stuk B2. Voor uitbreiding van het kampeerareaal ligt er een bestemmingsplan met spelregels. Er staan zaken in die vergunningvrij zijn of waar een aanlegvergunning voor verleend is. De spelregels uit het bestemmingsplan en de regelgeving worden gehanteerd. Groenstrook Ceresstraat. We moeten wat de communicatie betreft ook naar ons zelf kijken. Er ligt de notitie overhoekjes, hierover ontstond discussie. Het is helder om vast te leggen wat een overhoekje is. We hebben naar elkaar misschien niet voor ogen gehad wat partijen bedoelden. Er was een overeenkomst over de groenstrook, in de brief stond dat de raad nog een bestemming aan de grond moest geven. De bestemming is groen geworden. Bouwen op de grond mag niet, een schutting wel. Over Omrin zullen meer vragen komen. De container staat op een plek waar de buurt deze wilde hebben. Als dat niet juist is zullen we hem moeten verplaatsen. Raadslid Van Deelen (PvdA): Plaatsing wijkt af van de voorwaarden, die onduidelijkheid moet weg. Wethouder Spanjer heeft geen kans gehad te vragen waarom de container op deze plaats staat. Omwonenden zijn tevreden met de plek. Hij zal navraag doen en komt erop terug. Raadslid Schellenberg (PvdA) vraagt of wethouder De Jong iets kan zeggen over de erfafscheiding in de Ceresstraat. Wethouder De Jong heeft in goed overleg met omwonenden gesproken en er is gekeken naar de belangen van de kopers en de aanwonenden. Er is een afspraak gemaakt, verkoop van de overhoek met behoud van een strook van twee meter. Open bleef of het erf werd of groen werd bestemd, dat was een besluit aan de raad. Er is besloten dat het groen blijft en daar is voor getekend. Nu wordt er gewerkt aan de uitvoering. Men is nu in overleg over de erfafscheiding met de potentiële kopers en aanwonenden aan de achterkant. De motie is niet uitgelegd dat het hele proces niet goed is gelopen. Daarvoor was het proces al te ver gevorderd. De Voorzitter concludeert: De stukken worden afgedaan volgens voorstel, m.u.v. stuk C5 en de opmerking dat C14 wordt behandeld in de commissie. Bespreekstukken 4. Startnotitie voor herziening Hoorn en De Duunt Raadslid Van der Wielen (CDA): De startnotitie is een eerste aanzet naar de actualisering van het bestemmingsplan. Hij kan zich in grote lijnen vinden in het voorstel, maar heeft een aantal vragen en opmerkingen. De agrarische bedrijven zijn buiten het plangebied gelaten en komen in het bestemmingsplan Polder. De coalitie zet zich in voor bouwen van agrarische bedrijven in het bouwlint. Komt er een correctieve herziening om de agrarische bebouwing op te nemen in het lint?

7 4 Punt 2.4 graslanden. Deze krijgen de bestemming cultuurgrond vanwege het karakter van het waardevolle gebied. Is bouwen op cultuurgrond hiermee uitgesloten? Recreatiewoningen. De regeling voor woningen tussen de Badweg van Hoorn en de watertoren wordt afgestemd op de karakteristiek van de woningen. Wat moeten we ons hierbij voorstellen? Blz. 7, overgangsrecht. In Hoorn is dat objectgebonden. Geldt dit zowel voor het gebouw als het gebruik? Gaat het college bij herziening dan over tot legaliseren, positief wegbestemmen of handhaven? Hij verwacht dat ruimtelijke inpasbaarheid een duidelijke plaats krijgt in het bestemmingsplan. Hij betreurt het dat de mogelijkheid van nieuwbouw ter hoogte van het Jok is uitgesloten. We spreken over een planperiode van 10 jaar. Raadslid Doeksen (PBT) heeft voordat hij instemt een aantal vragen en opmerkingen: Aanbesteding werkzaamheden. Naast ambtelijke inzet moet een bureau gezocht worden. Hiervoor werd de laatste jaren beroep gedaan op Buro Vijn. Hij vraagt een ander bureau. Volgens de huidige aanbestedingregels is dit ook verplicht. Punt 2.2. gaat over bedrijven met een specifieke bedrijfsbestemming. Hij vindt dit een vreemde zin. Om wat voor specifieke bedrijfsbestemming gaat dit? Dorpsstraat 16 is een fietsenverhuur/garage/detailhandel sinds 1992, met de nodige milieuvergunningen. Dorpstraat 18, voorheen nog detailhandel, dat moet zo blijven. Dorpsstraat 20, huifkar- en paardenbedrijf Terpstra staat niet vermeld. Hoort deze thuis in het bestemmingsplan Buitengebied? Is dit bedrijf zuiver agrarisch? Dorpstraat 94, voorheen agrarisch nu opslag en stallingbedrijf. Liggend in een woongebied met rondom recreatieve verhuur, moet hier geen verdere uitbreiding worden toegestaan. Detailhandel punt 2.5. Hij mist Dorpsstraat 18 waar tot voor kort nog detailhandel plaatsvond. De Boltsjekoer is detailhandel met een terras en is al jaren een toegevoegde waarde voor het dorp. Dit bedrijf kan tearoom blijven (vooruitlopend op de Horecanota). Detailhandel in panden met een woonbestemming, zoals voorgesteld, moet in sommige gevallen mogelijk zijn. Dit is in het belang van het dorp. Punt 2.6 Horecanota: De uitgangspunten die in de Horecanota worden vastgelegd zullen in het bestemmingsplan Hoorn en de Duunt worden opgenomen. Hij heeft nog bedenkingen over de benoemde wijzigingen in de Horecanota. De verandering van een B&B naar pension is vreemd, vooral ook door de motivatie. Toezeggingen in het aantal bedden moeten worden gerespecteerd, maar een schaalvergrotingsmogelijkheid zoals bij een bedrijf mogelijk is, is op deze locatie niet passend. Is de bestemming pension op Dorpsstraat 2 nog wel juist? Dit vanwege de eigendomsverandering op het perceel. Blz. 5 Kampeerterreinen. Uitbreiding in kampeerruimte richting de kerk is vanwege de historische en culturele waarde niet aanvaardbaar. De hier benoemde kleinschalige campings moeten wel in stand blijven, deze passen in het beeld van het eiland en zijn medebepalend voor de charme van het dorp Hoorn. De voorwaarden, gekoppeld aan recreatieappartementen en werk aan huis, zijn in deze nota goed benoemd. Niet alleen met een koppeling naar karakteristieke gebouwen, maar mits inpasbaar en onder voorwaarden, ook in andere woningen.

8 5 Bij recreatieve bewoning van woonhuizen is er een verandering van objectgebonden naar persoonsgebonden overgangsrecht. Hoe verhoudt zich dit in de handhaving? Voor bouwhoogten, dakhelling en goothoogte wordt verwezen naar de bestemmingsplannen van de andere dorpen. Hij wil dit nog afwegen m.b.t. hoogten van gebouwen t.o.v. de omgeving. Het is, zeker voor een kern als Hoorn, belangrijk dat hier een behoudend beleid gevoerd wordt. De bouweisen en maatvoering voor recreatiewoningen aan de bosrand ten oosten van de Badweg moeten vast omschreven worden zodat hier geen hoogbouw kan plaatsvinden. Er zijn op De Duunt nog verschillende percelen waar zomerwoningen gerealiseerd kunnen worden. Er wordt alleen verwezen naar invullocaties. Raadslid Spanjer (PvdA) is blij te lezen dat er voldoende capaciteit beschikbaar is voor het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan. Bedrijfsdoeleinden. Deze bestemming is toegekend, wat is mogelijk binnen de bestemming? Ze wil graag dat er gekeken wordt naar de 20%- regeling m.b.t. uitbreiding van de panden benoemd in het stuk. Ze ziet hierop graag een beperking om te voorkomen dat er een te groot bedrijfsvolume in de dorpskernen ontstaat. Ze wacht de volgende fase van het proces af. Raadslid Geveke (VVD): De nota volgt het beleid zoals we hebben gezien in de bestemmingsplannen van de andere dorpen. Er worden twee detailhandelsbedrijven benoemd. Het is jammer dat er maar twee bedrijven met detailhandel zijn. Ze vraagt naar de panden van De Zeekraal en het pand naast Zonneweelde. Detailhandel is belangrijk voor de leefbaarheid. Het is zonde om alles op slot te zetten. In de voorbespreking werd vermeld dat er plannen zijn voor het winkeltje naast Zonneweelde. Ze sluit zich aan bij de vragen van Van der Wielen. De bestemming van de Boltsjekoer is vastgelegd in het bestemmingsplan. Is een tearoom niet in strijd met de Horecanota? Ze kan ermee instemmen dat het bedrijf op deze wijze wordt voortgezet. Het college Wethouder Spanjer kan alle opmerkingen nog niet beantwoorden. Het gaat om een nota van uitgangspunten. Hij stelt voor de opmerkingen mee te nemen in de nota van uitgangspunten en in het voorontwerp hierop terug te komen. Op dat moment kunnen we de discussie aangaan. De Boltsjekoer is detailhandel met de aanduiding tearoom. Hij kan alle panden langslopen, maar het gaat om de grote lijn. De kappen van de recreatiewoningen moeten niet te hoog. De agrarische bedrijven zijn uit het bestemmingsplan gehouden, ze komen in het bestemmingsplan Buitengebied. Het huifkarbedrijf is een agrarisch aanverwant bedrijf. Dat zijn allemaal discussies die in het voorontwerp op tafel komen. Hij stelt voor om de opmerkingen mee te nemen en te beginnen met het voorontwerp. Raadsleden in 2 e termijn Raadslid Doeksen (PBT) heeft aangegeven wat hij graag wil. Hij wenst de wethouder succes.

9 6 Raadslid Spanjer (PvdA) wil graag dat er met de twee aangedragen punten iets wordt gedaan. De bedrijfsdoeleinden zijn niet omschreven. Ze maakt zich zorgen over de 20%-regeling. Raadslid Geveke (VVD) kan zich vinden in het voorstel van de wethouder. De Voorzitter concludeert: Besluit conform voorstel, met de opmerking dat het verslag van de vergadering bij de startnotitie wordt gevoegd. 5. Vaststelling van het bestemmingsplan West-Terschelling Dennenweg (Brede School) De Voorzitter heeft naar aanleiding van de commissievergadering in persoonlijke gesprekken contact gehad met de mensen die een zienswijze hebben ingediend en brengt verslag uit van de gesprekken. Familie Lak: De kern van het probleem is de zorg over hangplekken. Dat is ook een zorg van ons en het zal in het vervolg van het proces uitvoerig aandacht krijgen. De inrichting van het terrein komt in het vervolgproces uitvoerig aan de orde. De heer Tersmette heeft zorg dat zijn recreatieappartement in een bepaalde periode niet goed verhuurbaar is. Daarvoor bestaan andere wegen. Dat gaat niet over het bestemmingsplan. Er is afgesproken contact te blijven houden. Familie Goede blijft problemen houden met de locatie van de school. Zorg is de extra overlast door het verkeer en het extra geluid dat dit met zich meebrengt. Ze hebben er weinig vertrouwen in dat de betrokken partijen en de gemeente tot een goed eindresultaat zullen komen. Mevrouw Jongedijk heeft gesproken namens de heer Gorter. Deze vindt dat de gemeente niet consequent is t.a.v. toepassing van de stedenbouwkundige criteria. Deze worden hier anders toegepast dan in het bestemmingsplan West. Hij beluistert geen principale bezwaren tegen de Brede School op deze locatie. Familie Jongsma vreest voor verkeer in de buurt en wil niet dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld voordat de verkeerssituatie tot op detail is geregeld. Ze hebben geen vertrouwen in het proces en willen dat de maatregelen worden uitgewerkt. De gesprekken zijn niet gevoerd om mensen ertoe te bewegen hun zienswijzen in te trekken, wel om hun standpunten te verduidelijken. De partijen hebben er alle belang bij dat de relatie met de buurt goed is. De partijen en de gemeente zitten in een stapsgewijs proces. Omwonenden hebben het gevoel dat het bestemmingsplan de laatste schakel is waarop nog wat gedaan kan worden. Het proces gaat echter verder, niet alles kan vastgelegd worden in het bestemmingplan. Na de behandeling vanavond staat het aan iedereen vrij om bezwaren in te dienen. Raadsleden Raadslid Van der Wielen (CDA): In de raadscommissie is uitvoerig over de procedure en de gevoelens gesproken. De raad heeft ingestemd met de locatie en het plan en de gemeente is financiële verplichtingen aangegaan. De scholen zitten op één lijn. We moeten beslissen over ruimtelijke voorwaarden. Bij dit plan valt vooral de aandacht voor het totaalproces op. Niet alleen de bouw is uitgewerkt, er is ook veel energie gestoken in het proces. De zienswijzen gaan over de persoonlijke visie van omwonenden. De problemen schat hij niet als onoverkomelijk. In het traject ligt nog niet alles vast. Het bestemmingsplan ziet hij als tussenstap waaruit een school tot stand komt, waarin

10 7 kinderen tot hun recht komen en waar de buurt mee kan leven. Knelpunten zijn benoemd, opgelost, of op te lossen. Het is mogelijk om over te gaan tot het indienen van bezwaar. Vertrouwen in de procedure kun je niet afdwingen, dat moet er zijn. Het wordt een gebouw dat aan alle moderne eisen voldoet. De Voorzitter vult aan dat raadslid Van der Wielen tevens voorzitter van SJT is. Raadslid Schweigmann (PBT): Het bestemmingsplan zou een hamerstuk moeten zijn. In de raadscommissie is alles aan de orde geweest. Hij is verheugd dat er overleg is geweest met omwonenden. Het is jammer te constateren dat één van de bewoners tegen de locatie is. Dat is echter een gepasseerd station. In het proces zijn nog diverse dingen mogelijk. Hij vraagt aandacht voor goede communicatie en noemt dit plan een leerproces, maar ook een voorbeeld voor andere projecten. Raadslid Schellenberg (PvdA): Het is niet geheel gelukt de angst voor overlast bij direct omwonenden weg te nemen. Er is tegemoet gekomen aan de vraag naar gesprekken met omwonenden. De beantwoording van de zienswijzen heeft ons echter niet bereikt. Er is zorg over het autogebruik. Hij stelt voor om de tút en der út oftewel Kiss & ride strook, te schrappen en om te zetten in parkeerplaatsen voor medewerkers. Hij is voorstander van beleid voor autogebruik bij alle scholen op Terschelling. Hij stemt in met het bestemmingsplan en geeft het belang van de Brede School aan. We moeten verder invulling geven aan de plannen en er moet in samenspraak met omwonenden worden gehandeld, waarbij de raad op de hoogte wordt gehouden. De communicatie baart hem zorgen. Communicatie moet bij alle projecten die we krijgen goed zijn. Hij stelt voor de communicatie te onderzoeken en te bekijken wat kan worden verbeterd. Dit moet in het presidium worden uitgewerkt. Raadslid Geveke (VVD) stemt in met het bestemmingsplan. Hebben de gesprekken met de indieners van de zienswijzen iets opgeleverd? De buurt moet serieus worden genomen. Ze vraagt hoe de communicatie in het proces verder vormgegeven gaat worden. Nog niet alles kan vastgelegd worden. Betekent het dat we in een later stadium nog keuzes hebben, bijvoorbeeld voor meerdere parkeerplaatsen of het spreiden van verkeersdruk door gebruik van meerdere ingangen, of is dit vastgelegd in het bestemmingsplan? We moeten met elkaar aan de gang met de communicatie, niet alleen bij projecten. De gemeente heeft over het algemeen bij de burger een vrij slechte naam. Ook dat heeft te maken met communicatie. We moeten het breder trekken en het ook onszelf aantrekken als raad. Ook wij zijn de gemeente. Het college Burgemeester Visser: Communicatie is uiteraard een onderwerp dat aandacht behoeft. In het presidium kan worden besproken hoe we dat kunnen oppakken. Bij de Brede School is een informatieavond belegd waaruit een werkgroep is gevormd. In hun enthousiasme hebben gemeente en buurt onvoldoende scherp gedefinieerd wat de verwachtingen zijn. De afbakening moet beter. De werkgroep DOBS is enthousiast begonnen en heeft veel zaken overgenomen. Dat materiaal moet een plek krijgen bij de partijen die er in komen. De betrokken partijen hebben eerst gekeken naar de invulling aan de binnenkant en synergie,

11 8 de gemeente was ook bezig met buitenkant. Een aantal zaken voldoen aan de normen, maar er is tijd genoeg tussen nu en de realisatie van de bouw om alles uit te kristalliseren. Verkeer is een onderwerp waarover veel suggesties zijn aangedragen, daar zal nog een forse discussie over plaatsvinden. Raadslid Geveke (VVD) interrumpeert: Geldt dat ook voor zaken die in het bestemmingsplan staan? Burgemeester Visser: Als er voorstellen komen die beter zijn dan wat nu wordt aangegeven dan kan dat. Er is speelruimte binnen de marges van het bestemmingsplan. Als men zaken echt niet wil, dan hoeven we die niet te doen. De raad is niet alleen verantwoordelijk voor de omwonenden, maar ook voor openbaar en christelijk onderwijs, SJT en SKOT. Die vijf partijen moeten het met elkaar vinden. Raadslid Geveke (VVD): Als we de discussie over de omgeving nog aan moeten gaan is het dan niet verstandiger om onderwerpen te schrappen in het bestemmingsplan? Burgemeester Visser: Dat is niet verstandig. Een bestemmingsplan moet een realiteitsgehalte hebben maar dat betekent niet dat alles tot op de laatste letter geregeld is. Hij vervolgt: Er is niet slecht gecommuniceerd, maar misschien te enthousiast. De buurt is betrokken bij het proces, daar zitten leermomenten in voor de communicatie in de toekomst. Na vaststellen van het bestemmingsplan gaan we met werkgroep DOBS om tafel hoe verder te opereren, bij voorkeur samen met de buurt. Hij beluistert brede instemming van de raad en hoopt dat ook de omwonenden zien dat de locatiekeuze is gemaakt. De school komt er. Hij hoopt dat men mee wil denken hoe alles in te vullen. Het is een eigen afweging van mensen om een bezwaarschrift in te dienen. Het is niet aan ons om daar een oordeel over te geven. De gesprekken waren niet bedoeld om nieuwe toezeggingen te doen, toezeggingen kunnen niet zonder overleg met alle partijen. De reactienota is het antwoord op de zienswijzen. De gesprekken hebben wat vertrouwen en inzicht in persoonlijke omstandigheden van mensen opgeleverd. We kunnen zorgen voor overleg met de buurt, we kunnen niet iedere omwonende dwingen tot overleg. Vandaar het woord kan. De vergadering wordt voor 10 minuten geschorst. Burgemeester Visser heeft in de schorsing gesproken met familie Goede. De opmerking dat ze ten principale bezwaar maken tegen de locatie is niet terecht. Ze hebben vooral bezwaar m.b.t. de omgeving en waarom nog niet alles is geregeld. Ze willen graag weten hoe alles komt voordat ze een definitief standpunt innemen. Wethouder Spanjer legt de betekenis van een bestemmingsplan uit. Een bestemmingsplan is een juridisch kader, daarin hoort een functie. Zijn de functie en de positie van het gebouw in het plangebied gekozen dan moet je aangeven hoe je alles denkt te organiseren. Een voorbeeld is de ontsluiting. Het terrein kun je inrichten, dat is voor een deel vergunningvrij, maar het is goed om fundamentele dingen aan te geven.

12 9 Er gelden wel normen, bijvoorbeeld voor parkeren. Er moeten 15 parkeerplaatsen komen volgens de norm, dat is een ondergrens. Je kunt ouders niet verbieden om kinderen met de auto te brengen. De gemeente is verplicht om dat veilig te laten uitvoeren en moet voor een voorziening zorgen. Hoe je dat ter plaatse regelt kan in een overleg, maar we moeten, vanwege de normen, nu wel aangeven hoe we dat doen. Burgemeester Visser: De gebruikers van de Brede School hebben daar weinig tijd voor gehad. We gaan met elkaar kijken hoe we het aantal auto s bij de school kunnen beperken. Raadsleden in 2 e termijn Raadslid Schweigmann (PBT) gaat nogmaals in op de communicatie. Goede communicatie is buiten praten, ook luisteren. We moeten tevreden zijn over het overleg. Hij bespeurt vaak afstand tussen burger, ambtelijk apparaat en raad. Hij pleit voor goede communicatie en is blij met raadsbrede instemming om de communicatie te onderzoeken. Raadslid Schellenberg (PvdA): Het is goed dat de raad kijkt naar de belangen van omwonenden, maar uiteraard verliezen we de belangen van de doelgroepen binnen de school niet uit het oog. Dit is in het belang van de eilander gemeenschap. In de reactienota ontbraken antwoorden, het kan zijn dat ze in de gesprekken met de omwonenden wel aan de orde zijn geweest. Maar hij mist ze als raadslid. Burgemeester Visser zegt toelichting toe als er onderwerpen zijn waarover de raad informatie mist. Communicatie kent vele facetten. De verhouding gemeente / burger kent ook vele facetten en het is en blijft een lastig onderwerp. We gaan in dit proces verder met een betere afbakening van de verwachtingen. De Voorzitter constateert vaststelling van het bestemmingsplan Brede School. 6. Kadernotitie Werk Vermogen Raadsleden Raadslid Spanjer (PvdA): De kadernotitie is een vervolg op de Startnotitie. Verdere invulling van het beleid zal plaatsvinden. De fractie kan zich hierin vinden en hoopt op een duidelijk en werkbaar realisatieplan. Wat gebeurt er als de landelijke politiek beslist niet door te gaan met het wetsvoorstel en de invoering? Het voorstel is controversieel verklaard. De Tweede Kamer kan het van de lijst schrappen. We willen met elkaar doorgaan met deze transitie. Dat vraagt een aanzienlijke verandering van de gemeente, de Dienst en Empatec de komende jaren. Wat betekent dat voor onze organisatie? Wat als er landelijk een andere beslissing wordt genomen? Zijn we daarop voorbereid? Raadslid Cupido (VVD): De informatieavond van Empatec heeft nogal indruk gemaakt. Ze kan instemmen met het voorstel. Het is verheugend om gezamenlijk tot een effectieve en efficiënte werkwijze te komen. Dat zal zeker ook leiden tot kostenverlaging. Een goed systeem lijkt haar prima.

13 10 Raadslid Bos (PBT): Hoewel deze doelgroep op een eiland een andere aanpak en kansen heeft dan in gemeenten op de vaste wal, is doorontwikkeling van Empatec een goede zaak. De formule en de aanpak hebben resultaat, ook op het eiland. Er wordt gevraagd in te stemmen met de financiering van de kosten t/m Hij maakt zich zorgen over hoe de besluitvorming in de landelijke politiek t.a.v. sociale wetgeving zal zijn. Hoe we gemeentelijke invulling kunnen geven hangt af van de mogelijkheden in de komende begrotingsvergadering. Het is een lastig dossier, mede doordat het landelijk controversieel is. Hij kan instemmen met het voorstel. Raadslid Romar (CDA): Sociale zaken en zorg zijn onderwerpen die volop in beweging zijn. De aangekondigde wet is controversieel verklaard. Hij heeft het idee dat de ontwikkeling van de afgelopen jaren zal doorzetten. Er wordt goed ingespeeld op de toekomstige ontwikkelingen. Hij gaat akkoord met de richting die we opgaan en gaat akkoord met het voorstel. Het college Wethouder De Jong: Alle fracties zijn positief maar spreken zorgen uit. De invoering van de Wet Werken naar Vermogen is tot nader order opgeschort. Maar er is een bepaalde lijn ingezet. We moeten een slag maken om tot een integraal geheel te komen. Dat vraagt een slag in cultuur. Nu is het tijd om dit op een goede manier vorm te geven. Er is een duidelijke rol voor de gemeenten weggelegd. De taken lagen tot nu toe bij de Dienst. Dat vraagt een heroriëntatie. De gemeenten moeten een vinger aan de pols houden. De directeur van Empatec heeft voorlichting op het eiland gegeven en we moeten de eilandpositie goed op het netvlies houden. Ook in dit proces moeten we nagaan wat hier gebeurt. Is het in ons belang dat er een grote uitvoeringsorganisatie komt en kan die hier renderen? De Voorzitter concludeert instemming met de kadernotitie. 7. Benoemen plaatsvervangend lid Eilander Raad De stembriefjes worden uitgedeeld en er wordt een stemcommissie samengesteld. Deze bestaat uit raadsleden Schweigmann (PBT), Cupido (VVD) en Oosterbaan (PvdA): Raadslid Schweigmann (PBT) doet verslag namens de stemcommissie: Er zijn 11 stemmen uitgebracht, 10 op naam van Doeksen en 1 stem blanco. De Voorzitter concludeert: Daarmee is de heer Doeksen benoemd als plaatsvervangend lid van de Eilander Raad. Hamerstukken 8. Ontwerpbegroting 2013 van Fryslân West De Voorzitter concludeert: Geen inspraak, besluit conform voorstel e Bestuursrapportage 2012 De Voorzitter concludeert: Geen inspraak, besluit conform voorstel.

14 Reglement van Orde gemeenteraad De Voorzitter concludeert: Geen inspraak, besluit conform voorstel. 11. Plaatsvervangend voorzitter raadscommissie De Voorzitter concludeert: Geen inspraak, besluit conform voorstel. De Voorzitter sluit de vergadering om uur. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 23 oktober Mevrouw B. Wiener Griffier De heer mr. J.M. Visser Voorzitter

15 Gemeenteblad Onderwerp: Ingekomen stukken Jaar/Nummer: 2012 / 69 In behandeling bij: Sector griffie / B. Wiener Voorstel De stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. De stukken onder B ter afdoening in handen stellen van het college. De stukken onder C (laten) betrekken bij een raadsvoorstel. Samenvatting Er zijn brieven en andere stukken aan de raad ingekomen in de categorieën A. Toelichting De volgende stukken zijn ingekomen: A. 1. Van college van B&W: brief over vraag van Raad van State naar aanvullende informatie bij beroepen bestemmingsplannen dorpen. 2. Van college van B&W: derde voortgangsrapportage plattelânsprojekten. 3. Van college van B&W: conceptnotitie Strandrijden. 4. Van college van B&W: recreatieve gebiedsanalyse SBB. 5. Van provincie Fryslân: definitieve visie lokaal-bestuurlijke inrichting Zuidoost- Fryslân en de Friese Waddeneilanden: gebundelde gemeentelijke reacties, reactienota en eindconclusie. Ter inzage liggende stukken Map met ingekomen stukken. Datum behandeling in presidium Terschelling, 8 oktober Het presidium van de raad van de gemeente Terschelling, B.A. Wiener, griffier J.M. Visser, voorzitter

16 Raadsbesluit Onderwerp: Ingekomen stukken Jaar/nummer: 2012 / 69 De raad van de gemeente Terschelling: Gelezen - De ingekomen stukken. - Het voorstel ter afdoening van deze stukken. Besluit: De stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. Terschelling, 23 oktober De raad van de gemeente Terschelling voornoemd, B.A. Wiener, griffier. mr. J.M. Visser, voorzitter.

17 Gemeenteblad Onderwerp: Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Polder Jaar/Nummer: 2012 / 70 In behandeling bij: Sector Grondgebied / Team ROM / Joost Hellevoort Voorstel Het college stelt voor in te stemmen met de Nota van uitgangspunten voor het bestemmingsplan Buitengebied Polder en het in dit gemeenteblad opgenomen procedurevoorstel. Toelichting De Nota van uitgangspunten is een eerste aanzet tot een bestemmingsplan voor de Terschellinger Polder. Het bestemmingsplan is noodzakelijk omdat het bestaande bestemmingsplan Buitengebied (Polder) zijn actualiteit heeft verloren. De regelgeving is niet meer afgestemd op de feitelijke situatie en huidige beleidsinzichten. Daarnaast spelen formele motieven een rol. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening moeten bestemmingsplannen eens in de 10 jaar worden herzien. Het bestemmingsplan Buitengebied (Polder) is vastgesteld op 18 juli 1978 en daarna verschillende keren gedeeltelijk herzien. De uitgangspunten in de nota zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op de bestaande situatie. De ontwikkelingsmogelijkheden die in het bestemmingsplan worden opgenomen zijn beperkt. De reden hiervoor is tweeledig. Ten eerste is nog onvoldoende concreet waar en in welke vorm ontwikkelingen zich in de polder zullen voordoen. Uitvoering van de projecten, opgenomen in het Ontwikkelplan Terschellinger Polder, zal daar tzt inzicht in moeten verschaffen. Ten tweede moet voorkomen worden dat een uitgebreide merprocedure moet worden gevolgd als gevolg van allerlei ontwikkelingsmogelijkheden die in het bestemmingsplan worden opgenomen. Het is dan onmogelijk om voor 30 maart 2013 een ontwerpbestemmingsplan in procedure te brengen. De noodzaak om voor 30 maart 2013 een nieuw bestemmingsplan in procedure te brengen is gelegen in het feit dat dan het voorbereidingsbesluit Buitengebied en recreatiegebied De Duunt vervalt. Juridische gevolgen Voorbereidingsbesluit Op 30 maart 2013 vervalt het voorbereidingsbesluit Buitengebied en recreatiegebied De Duunt. Als er voor die datum geen ontwerpbestemmingsplan in procedure is gebracht dient het college een beslissing te nemen op tijdens de duur van het voorbereidingsbesluit binnengekomen aanvragen om een vergunning. Past een aanvraag in het geldende bestemmingsplan dan moet vergunning worden verleend. Dit kan betekenen dat voor ongewenst geachte ruimtelijke ontwikkelingen alsnog vergunning moet worden verleend.

18 2 Leges Artikel 3.1 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bestemming van gronden binnen een periode van 10 jaar, gerekend vanaf de datum van vaststelling van het bestemmingsplan, telkens opnieuw moet worden vastgesteld. Indien niet voor het verstrijken van de periode van tien jaar opnieuw een bestemmingsplan of een beheersverordening wordt vastgesteld vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van bijvoorbeeld leges voor een omgevingsvergunning. Deze sanctionering treedt in werking met ingang van 1 juli Financiële/personele/organisatorische gevolgen Gezien de tijd en inzet die de reorganisatie vraagt en ziekte binnen het team ROM is er onvoldoende capaciteit om het bestemmingsplan geheel in eigen beheer op te stellen. De vraag is of er binnen het budget voor ruimtelijke plannen voldoende ruimte is om een groot deel van de werkzaamheden aan te besteden. Dit is afhankelijk van de offertes die voor deze werkzaamheden worden aangevraagd. De raad zal hierover nader worden geïnformeerd. Procedurevoorstel Gezien de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit Buitengebied en recreatiegebied De Duunt, moet het ontwerpbestemmingsplan uiterlijk 30 maart 2013 in procedure zijn gebracht. In tegenstelling tot het bestemmingsplan voor Hoorn en De Duunt wordt geen voorontwerp opgesteld maar gelijk een ontwerp. Wel zal voor de totstandkoming van het ontwerp overleg worden gevoerd met verschillende instanties en de agrarische sector. Planning maand/jaar oktober 2012 november januari 2013 februari 2013 maart 2013 april 2013 mei 2013 juni 2013 Bestemmingsplan Hoorn en De Duunt Vaststellen Nota van uitgangspunten door de gemeenteraad Opstellen ontwerpbestemmingsplan Behandeling raadsvoorstel terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan Opstellen nota zienswijzen en raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Opstellen nota zienswijzen en raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Behandeling raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan in commissie en gemeenteraad Advies van de raadscommissie In de vergadering van 9 oktober 2012 heeft de raadscommissie geadviseerd een conserverend bestemmingsplan op te laten stellen in plaats van een beheersverordening. Het college heeft dit advies opgevolgd en het raadsvoorstel en de nota van uitgangspunten naar aanleiding daarvan aangepast. Ter inzage liggende stukken - Bestemmingsplan Buitengebied Polder, Nota van uitgangspunten, versie 10 oktober 2012.

19 3 Terschelling, 10 oktober Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling, R. Vogelzang, mr. J.M. Visser, a.i. secretaris burgemeester

20 Raadsbesluit Onderwerp: Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Polder Jaar/nummer: 2012 / 70 De raad van de gemeente Terschelling: Gezien het gemeenteblad Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Polder, d.d. 10 oktober 2012; Besluit: - in te stemmen met de uitgangspunten voor een bestemmingsplan voor de Terschellinger Polder, zoals opgenomen in de nota Bestemmingsplan Buitengebied Polder, Nota van uitgangspunten van 10 oktober 2012; - in te stemmen met het procedurevoorstel zoals opgenomen in het gemeenteblad Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Polder, d.d. 10 oktober Terschelling, 23 oktober De raad van de gemeente Terschelling voornoemd, B.A. Wiener, griffier mr. J.M. Visser, voorzitter

21 Bestemmingsplan Buitengebied Polder Nota van uitgangspunten Joost Hellevoort Grondgebied 10 oktober 2012

22 1. Inleiding De Nota van uitgangspunten is een eerste aanzet tot een bestemmingsplan voor de Terschellinger Polder. Het bestemmingsplan is noodzakelijk omdat het bestaande bestemmingsplan Buitengebied (Polder) zijn actualiteit heeft verloren. De regelgeving is niet meer afgestemd op de feitelijke situatie en huidige beleidsinzichten. Daarnaast spelen formele motieven een rol. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening moeten bestemmingsplannen eens in de 10 jaar worden herzien. Het bestemmingsplan Buitengebied (Polder) is vastgesteld op 18 juli 1978 en daarna verschillende keren gedeeltelijk herzien. De uitgangspunten in de nota zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op de bestaande situatie. De ontwikkelingsmogelijkheden die in het bestemmingsplan worden opgenomen zijn beperkt. De reden hiervoor is tweeledig. Ten eerste is nog onvoldoende concreet waar en in welke vorm ontwikkelingen zich in de polder zullen voordoen. Uitvoering van de projecten, opgenomen in het Ontwikkelplan Terschellinger Polder, zal daar tzt inzicht in moeten verschaffen. Ten tweede moet voorkomen worden dat een uitgebreide merprocedure moet worden gevolgd als gevolg van allerlei ontwikkelingsmogelijkheden die in het bestemmingsplan worden opgenomen. Het is dan onmogelijk om voor 30 maart 2013 een ontwerpbestemmingsplan in procedure te brengen. De noodzaak om voor 30 maart 2013 een nieuw bestemmingsplan in procedure te brengen is gelegen in het feit dat dan het voorbereidingsbesluit Buitengebied en recreatiegebied De Duunt vervalt. Toekomstige ontwikkelingen, bijvoorbeeld ontwikkelingen die zijn gebaseerd op de uitwerking van het Ontwikkelplan Terschellinger Polder (mei 2012), zullen gerealiseerd worden in afwijking van het bestemmingsplan. 2. Uitgangspunten In dit hoofdstuk worden voor verschillende ruimtelijke functies uitgangspunten geformuleerd die in de meeste gevallen zijn gebaseerd op de bestaande situatie en/of de mogelijkheden die het geldende bestemmingsplan Buitengebied (Polder) biedt. Daarnaast wordt voor een aantal situaties een locatiespecifieke regeling voorgesteld. Voorafgaand aan de uitgangspunten wordt per functie ingegaan op de begrenzing van het plangebied Begrenzing plangebied Het plangebied heeft betrekking op de Terschellinger Polder met uitzondering van de daarin gelegen dorpen en verblijfsrecreatiegebieden. Hiervoor zijn aparte bestemmingsplannen opgesteld. Aan de noordkant vormt de Duinweg (fietspad) de plangrens. Aan de zuidkant is gekozen voor de zeedijk Landbouw Agrarisch bouwperceel Bouwpercelen worden toegekend aan bestaande agrarische bedrijven. De begrenzing wordt overgenomen uit het bestemmingsplan Buitengebied (Polder) en de meest recent vergunde situatie. Mogelijkheden voor uitbreiding buiten het bouwperceel en nieuwbouwlocaties worden niet in het bestemmingsplan opgenomen. In het kader van het project Nijeplaats/kavelruil, opgenomen in het Ontwikkelplan Terschellinger Polder, wordt met betrokkenen onderzocht waar en op welke wijze uitbreiding van agrarische bedrijven plaats kan vinden. Ook wordt gekeken naar nieuwe bedrijfslocaties. Maatvoering agrarische bebouwing Voor de maatvoering van de bouwwerken op het bouwperceel wordt aansluiting gezocht bij recent verleende vergunningen voor bouwwerken op agrarische bouwpercelen. Dat betekent een maximale bouwhoogte van 10 meter. In het bestemmingsplan Buitengebied (Polder) is 2

23 nog een maximale bouwhoogte van 14 meter toegestaan. De inbreuk op het landschapsbeeld van bedrijfsgebouwen met een bouwhoogte van 14 meter wordt te groot geacht. Gezien de recent verleende vergunningen voor agrarische bedrijfsgebouwen lijkt een grotere bouwhoogte dan 10 meter ook niet noodzakelijk voor een optimale agrarische bedrijfsvoering. Daarnaast wordt uitgegaan van een dakhelling van minimaal 15 graden en maximaal 60 graden. Landschappelijke inpassing Omdat de uitbreiding van agrarische bedrijfsgebouwen van grote invloed kan zijn op het landschapsbeeld zal onderzocht of er een voorwaardelijke verplichting tot landschappelijke inpassing in het bestemmingsplan kan worden opgenomen. Met een dergelijke verplichting kan bijvoorbeeld de aanleg en instandhouding van beplanting als voorwaarde aan de vergunning voor een bouwplan worden verbonden. Opslag buiten het agrarisch bouwperceel Het is niet altijd mogelijk om de opslag van kuil en ander organisch materiaal op te slaan op het agrarisch bouwperceel. In het bestemmingsplan Buitengebied (Polder) is daarom een regeling opgenomen die opslag in sleufsilo s buiten het agrarisch bouwperceel mogelijk maakt. In het bestemmingsplan zal een vergelijkbare regeling worden opgenomen. Aanlegvergunningenstelsel Bestemmingsplan Buitengebied (Polder) In het bestemmingsplan Buitengebied (Polder) is ter bescherming van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Dit betekent dat bepaalde werkzaamheden, zoals het egaliseren van gronden en het planten van bomen, zijn verboden tenzij er een vergunning voor wordt verleend. De vergunning kan alleen worden verleend indien hierdoor aan de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en de agrarische belangen geen onevenredige schade wordt toegebracht. Onderzoek Oranjewoud Belangrijk onderdeel van het aanlegvergunningenstel ziet op de bescherming van de aardkundige waarden in de Terschellinger Polder. Eind 2007 zijn deze waarden door Oranjewoud in beeld gebracht. Ook is aangegeven wat de invloed is van verschillende werkzaamheden, zoals het frezen en ploegen van gronden, op de aardkundige waarden. Van het onderzoek is gebruik gemaakt om, samen met de agrarische sector, te komen tot een werkbaar en gedragen aanlegvergunningenstelsel. Aan het aanlegvergunningenstelsel, dat is opgenomen in het Bestemmingsplan Buitengebied (2008), is echter door Gedeputeerde Staten haar goedkeuring onthouden. Aardkundige waarden Kenmerkend voor het landschap van de Terschellinger Polder zijn de aardkundige waarden. Als we het hebben over aardkundige waarden, dan wordt hiermee bedoeld datgene dat door de natuur gemaakt is. Voor de bedijking, toen dit gebied nog behoorde tot de Waddenzee, lagen hier geulen en prielen, met daartussen opgeslibde schorren. Deze natuurlijke ontwikkeling van het landschap is in sommige percelen in de Terschellinger Polder nog bijzonder goed zichtbaar. In samenspraak met de agrarische sector en de provincie zal voor het bestemmingsplan een aanlegvergunningenstelsel worden opgesteld. Daarbij geldt het onderzoek en de regeling in het bestemmingsplan Buitengebied (2008) voor de gemeente als uitgangspunt. Verbreding agrarische bedrijfsvoering 3

24 Verbreding van de agrarische bedrijfsvoering kan een ondersteuning zijn voor de hoofdtak van een agrarisch bedrijf. In het bestemmingsplan Buitengebied (2008) zijn hiervoor mogelijkheden opgenomen. Het gaat daarbij om de volgende activiteiten: - kamperen bij de boer; - bedrijfseigen mestvergisting en bedrijfseigen compostering; - agrarische dienstverlenende bedrijvigheid, paardenhouderijen en andere agrarische aanverwante bedrijvigheid; - hoveniersactiviteiten; - museale activiteiten, galerieën, expositieruimtes, het geven van workshops, etc.; - recreatieappartementen; - opslag en stalling van auto s, boten, caravans ed. in de gebouwen. Bestaande (legale) activiteiten blijven onder de werking van het bestemmingsplan uiteraard toegestaan. Onderzocht wordt of de regeling voor ontwikkeling van deze activiteiten, zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied (2008), ook in het nieuwe bestemmingsplan kan worden opgenomen Wegen en paden In het bestemmingsplan Buitengebied (2008) wordt onderscheid gemaakt tussen verharde en onverharde (landschappelijk waardevolle) wegen. In het bestemmingsplan wordt uitgegaan van één verkeersbestemming. Voor het verharden van wegen en paden en aanpassing aan het dwarsprofiel wordt een omgevingsvergunning vereist. In de regeling zullen toetsingscriteria worden opgenomen ter bescherming van de landschappelijk waardevolle kenmerken van verschillende (onverharde) wegen en paden Natuur, landschap en cultuurhistorie Het bestemmingsplan ziet op de bescherming en herstel van de bestaande natuurlijke, landschappelijk en cultuurhistorische waarden van de polder. Het bestemmingsplan biedt geen ruimte voor omvangrijke ontwikkeling van natuur en landschap. Eendenkooien en wielen Voorgesteld wordt om in het bestemmingsplan een vergelijkbare regeling op te nemen voor eendenkooien en wielen als in het bestemmingsplan Buitengebied (2008). Dat betekent dat deze landschapselementen een natuurbestemming krijgen. Archeologische waarden De regeling voor in het plangebied voorkomende archeologische waarden wordt afgestemd op regeling opgenomen in de bestemmingsplannen voor de dorpen. In deze bestemmingsplannen is de bescherming van archeologische waarden geregeld met de dubbelbestemming Waarde Archeologie. Op het moment dat er zich ontwikkelingen voordoen in het gebied dat onder de dubbelbestemming valt, moet nader archeologisch onderzoek plaatsvinden, tenzij de oppervlakte van de ingreep kleiner is dan 50 m2. In dat geval is nader archeologisch onderzoek niet nodig. Elzensingels en elzenhakhoutbos Ter bescherming van de elzensingels en elzenhakhoutbosjes wordt een regeling opgenomen vergelijkbaar met de regeling in het bestemmingsplan Buitengebied (2008). Dit betekent dat elzensingels en elzenhakhoutbosjes specifiek worden bestemd of worden beschermd via een aanlegvergunningenstelsel. Strieperdijk In het bestemmingsplan Buitengebied (2008) heeft de Strieperdijk de dubbelbestemming Cultuurlandschappelijk waardevolle dijk. De regeling binnen deze dubbelbestemming ziet op de bescherming van het dijklichaam. Ook in het nieuwe bestemmingsplan wordt een 4

25 dergelijke regeling opgenomen. Kooibosjes Voor de Kooibosjes wordt een regeling in het bestemmingsplan opgenomen die vergelijkbaar is met de huidige regeling binnen de bestemming Natuur Recreatie Recreatiewoningen en recreatieverblijf In het plangebied staan twee recreatiewoningen (Lies 50 en Vluchtweg 23) en 1 recreatieverblijf (Heester Kooiweg 12). De regeling voor deze wordt afgestemd op de regeling zoals die is opgenomen in de bestemmingsplannen voor de verblijfsrecreatiegebieden. Dat betekent voor de recreatiewoningen een maximale oppervlakte van 90 m2, een goothoogte van maximaal 2,80 m, een dakhelling van maximaal 60 graden en een bouwhoogte van maximaal 7 meter. Voor het recreatieverblijf gelden de volgende bouwregels: maximale oppervlakte 55 m2, een bouwhoogte van maximaal 7 m, een goothoogte van maximaal 2,80 m en een dakhelling van maximaal 60 graden. Kampeerterreinen In het plangebied liggen twee kampeerterreinen. De regeling zal worden afgestemd op de regeling voor de kampeerterreinen in de bestemmingsplannen voor de verblijfsrecreatiegebieden. Er worden echter geen mogelijkheden opgenomen om de kam[peerterreinen uit te breiden. De redenen hiervoor zijn de volgende. Camping De Kooi Camping De Kooi heeft zeer recent haar kampeerareaal kunnen uitbreiden door gebruik te maken van de regeling zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied (2008). Ontwikkelingsmogelijkheden die ontstaan als gevolg van de uitvoering van het Ontwikkelplan Terschellinger Polder zijn niet in het bestemmingsplan opgenomen. Camping Terpstra In de beleidsregels kamperen is dat jeugdkampeerterreinen in aantal en omvang niet mogen toenemen. Het op 1 juni 2001 aanwezige aanbod aan jeugdkampeerterreinen wordt, gelet op de gevolgen voor het woon- en leefklimaat op Terschelling, als het maximaal toelaatbare gezien. Ook voor camping Terpstra geldt dat ontwikkelingsmogelijkheden die ontstaan als gevolg van de uitvoering van het Ontwikkelplan Terschellinger Polder niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen Wonen In het plangebied komen 12 woningen voor. Deze woningen liggen voor een groot deel in het open poldergebied en zijn daardoor bepalend voor de beleving van het landschap. Om die reden wordt gekozen voor bouwregels die minder ruimte bieden dan de bouwregels voor woningen in de dorpen. De beperking van de ontwikkelingsruimte ziet vooral op de hoogte. Daar waar in de dorpen een nokhoogte van 10 meter tot de mogelijkheden behoort wordt in het nieuwe bestemmingsplan uitgegaan van een maximale hoogte van overeenkomstig de bestaande hoogte. Voor wat betreft de gebruiksregels wordt aangesloten bij de regeling zoals die is opgenomen in de bestemmingsplannen voor de dorpen Overig Nutsvoorzieningen Verspreid in de polder komen verschillende kunstgebouwtjes/nutsvoorzieningen voor. De regeling in het bestemmingsplan wordt afgestemd op de bestaande bouwmassa en het 5

26 bestaande gebruik. Manege Op dit moment ontwikkelen de eigenaren van de manege in Hoorn nieuwe plannen voor de toekomst. Zolang daarover geen overeenstemming bestaat wordt de regeling in het nieuwe bestemmingsplan afgestemd op de regeling zoals die is opgenomen in het geldende bestemmingsplan Buitengebied (Polder). Deze benadering is vergelijkbaar met die voor de agrarische bedrijven en kampeerterreinen. Trefpunt landbouwschool (Zuidkant 2) Het landbouwschooltje krijgt een regeling vergelijkbaar met de regeling opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied (2008). Dit betekent dat de huidige functie en bebouwing wordt inbestemd. Westerkeyn (Tijs Smitweg) Het geldende bestemmingsplan Buitengebied (Polder) biedt ruimte voor de realisatie van een omvangrijk hotel. Het college vindt dat dergelijke bebouwing op die locatie niet past in het landschap en niet getuigt van goede ruimtelijke ordening. Dat is aanleiding voor het college om met de eigenaar in gesprek te gaan over alternatieven. De insteek van het college is dat er op deze plek geen hotel wordt gerealiseerd en dat het terrein in gebruik kan blijven als evenemententerrein. De regeling die wordt opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan is mede afhankelijk van de resultaten van het overleg met de eigenaar. Sportveld Midsland (Kallandspad 28a) Voor het sportveld in Midsland wordt afstemming gezocht met de regeling opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied (2008). Helihaven (Kallandspad) Voor de helihaven in Midsland wordt afstemming gezocht met de regeling opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied (2008). Stryper Kerkhof (Midsland) Voor het Stryper Kerkhof wordt afstemming gezocht met de regeling opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied (2008). Daarnaast wordt rekening gehouden met de verleende vergunning voor het plaatsen van een klokkenstoel. Eekenweg 2 en 2a (Striep) Naar aanleiding van een verzoek van het grondverzet en loonbedrijf Hoekstra & Zoon heeft de raad op 27 september 2011 besloten haar medewerking te verlenen aan een bestemmingswijziging voor het perceel Eekenweg 2a. Het verzoek ziet op een zodanige wijziging van het geldende bestemmingsplan dat het perceel Eekenweg 2a gebruikt kan worden voor opslag en stalling van materiaal en materieel, nodig voor de uitoefening van een agrarisch loonbedrijf. De regeling in het bestemmingsplan zal hier op worden afgestemd. Daarbij wordt uitgegaan van een maximale bouwhoogte voor de bedrijfsgebouwen van maximaal 10 meter (zie ook maatvoering agrarische bedrijfsgebouwen) en enige uitbreidingsruimte. De woning op het perceel Eekenweg 2 krijgt een woonbestemming (zie kopje Wonen). t Hogeland (Vluchtweg 22) In het geldende bestemmingsplan Buitengebied (Polder) heeft het perceel Vluchtweg 22 de bestemming Hotel pension. De bouwregels geven ruimte voor bedrijfsgebouwen met een oppervlakte van in totaal 250 m2. Er is geen maximale bouwhoogte in de regels opgenomen. Voorgesteld wordt om de mogelijkheid van een hotel-pension in het bestemmingsplan te handhaven. Wel is het gezien de ligging van het perceel in het open poldergebied wenselijk 6

27 een maximale bouwhoogte te beperken tot een maximale hoogte van 8 meter. Horp 1 a en 3 (Kaard) De voormalige agrarische bedrijfsgebouwen op het perceel Horp 1a en 3 worden gebruikt als paardenpension, hondenopvang en caravanstalling. In het nieuwe bestemmingsplan wordt dit gebruik toegestaan. De regels voor de maatvoering worden afgestemd op de omvang van de bestaande gebouwen. 7

28 Gemeenteblad Onderwerp: Amendement verleggen havendam Jaar/Nummer: 2012 / 71 In behandeling bij: Sector Grondgebied / Rein Buren Voorstel De gemeenteraad heroverweegt het amendement inzake verlegging van de oostelijke havendam d.d. 28 februari Dit gezien het navolgende. Samenvatting Inzake de herinrichting van de haven van West-Terschelling is door de gemeenteraad op 28 februari 2012 een amendement aangenomen waarin uitbreiding van de havenkom wordt aanbevolen. Het college heeft de consequenties van het effectueren van dit voornemen beoordeeld. Daarnaast heeft Adviesbureau Oranjewoud de consequenties voor Natura 2000 van dit alternatief in beeld gebracht. Toelichting Bij de behandeling van het inrichtingsplan van de haven van West-Terschelling is door de gemeenteraad op 28 februari 2012 een amendement aangenomen. De tekst luidt als volgt: In het inrichtingsplan de mogelijkheid van het verleggen van de havendam op te nemen, waarbij de consequenties op gebied van Natura 2000, de natuurlijke effecten en de financiële en economische gevolgen in beeld gebracht worden. De indiener van het voorstel heeft in de vergadering dit voorstel van een nadere argumentatie voorzien. Zo zijn genoemd: meerdere aanleginrichtingen, bredere doorgang, onderzoek naar een fuik als aanleginrichting, meer zwaairuimte, verruiming dokken waardoor ruimere ligplaatsen, een flexibele waterkering, mogelijke uitbreiding jachthaven in zuidelijke richting, het verwijderen van de oesterbanken en preventief optreden verzwakte havendam. Tot zover de toelichting. Het college heeft zich verdiept in de diverse gevolgen van dit besluit: Het onderstaande is daarvan een weerslag. Daarbij is nadrukkelijk gezocht naar de realiseerbaarheid van dit amendement in relatie tot de verwoorde ambities. Dat het amendement aanvangt met een verwijzing naar problematisch uitwerkende natuurwetgeving is niet onbelangrijk, maar er ligt niet als eerste vraag voor. De hoofdreden van het besluit moet liggen in de aanmerkelijke maatschappelijk belangen die gediend worden met de beoogde verlegging van de havendam. Dit gerelateerd aan economische uitvoerbaarheid. Het maatschappelijk belang Het inrichtingsplan voor het havengebied, zoals vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering van 28 februari, kent een aantal duidelijke uitgangspunten. Het amendement beoogt ondermeer het verkeersgebied op het water te vergroten en zo veiliger te maken ten behoeve van de veerdienst. In de

29 2 vastgestelde plannen zijn de aanleginrichtingen voor de veerdienst zo gesitueerd dat tegemoet gekomen wordt aan de bekende wensen op dit gebied. Er zijn twee bruggen voorzien voor de aanleg van de passagiers/autoboten en een dubbele aanlegplaats voor de snelboten. Als deze aanlandinstallaties aldus gerealiseerd zijn, kunnen zij als nachtligplaats gebruikt worden. Verbreding van de doorgang is voor de afwikkeling van diverse verkeersstromen in de haven wellicht wenselijk, maar treedt feitelijk alleen op piekmomenten op. De haven wordt door gebruikers niet als impliciet onveilig ervaren. Het realiseren van kwalitatief goede aanlegplekken in de dokken, ten behoeve van de bruine vloot is reeds opgenomen in het inrichtingsplan. Verruiming van de dokken hier bovenop, leidt tot niet wenselijke capaciteitsuitbreiding. In het kader van de primaire waterkering wordt momenteel overlegd met bevoegde instanties. De uitkomst van dit proces is ongewis en geeft onvoldoende redenen middels verlegging van de oostelijke havendam hierop te anticiperen. Uitbreiding van de jachthaven ten behoeve van kwaliteit en veiligheid is in het inrichtingsplan een plek gegeven en is niet een op een aan de doelstellingen van het amendement te koppelen. Het verwijderen van de oesterbank is een gedeelde ambitie van gemeenteraad en college. Het college is momenteel doende hiervoor vergunning te verkrijgen. Het verleggen van de havendam ter verwezenlijking van deze ambitie is onnodig. Het is het college niet bekend dat de oostelijke havendam verzwakt zou zijn. Economische haalbaarheid De bekostiging van de verlegging van de oostelijke havendam zal in een minimumvariant bij benadering 5 miljoen euro kosten. Zijnde het verleggen van 800 meter dam en het baggeren van een aansluitende strook van 50 tot 75 meter breedte. Hiertegenover staan marginaal te verwachten meeropbrengsten. De onderhoudskosten zullen toenemen. De financieringskosten van de te plegen investering zullen moeilijk te dragen zijn, ook als er substantiële subsidies binnengehaald kunnen worden. De kans hierop is klein gelet op de geringe maatschappelijke en economische meerwaarde. Procedureel Het aanhaken van deze uitbreiding aan de lopende MER procedure is niet realiseerbaar en heeft tot gevolg dat de startnotitie MER Herinrichting Havengebied Terschelling d.d 17 december 2009 weer opnieuw opgesteld dient te worden en in procedure moet worden gebracht. Dit leidt tot een aanmerkelijke tijdsvertraging en meerkosten. Uitwerking natuurwetgeving Wij hebben adviesbureau Oranjewoud gevraagd om de consequenties voor Natura 2000 van dit alternatief in beeld te brengen. In bijgevoegde memo treft u het advies van Oranjewoud aan. Het advies van Oranjewoud komt er op neer, dat het te verwachten is dat het verleggen van de havendam in relatie tot de Natuurbeschermingswet tot zeer grote obstakels leidt.

30 3 Daarom stellen wij u voor, om in het bestemmingsplan en MER uitsluitend de uitbreidingsoptie mee te nemen zoals staat beschreven in de startnotitie MER Herinrichting Havengebied Terschelling d.d 17 december 2009 en geen energie meer te steken in het verleggen van de oostelijke havendam. Advies van de raadscommissie De antwoorden op een aantal schriftelijke vragen van de fractie van het CDA, die zijn ingediend tijdens de behandeling van de raadscommissie op 9 oktober 2012, zullen voor de raadsbehandeling op 23 oktober 2012 aan u worden nagezonden. Ter inzage liggende stukken - Startnotitie MER Herinrichting Havengebied Terschelling d.d 17 december Gemeenteblad Inrichtingsplan Havengebied d.d. 13 februari Raadsbesluit inrichtingsplan havengebied d.d. 28 februari Amendement Verleggen havendam d.d. 28 februari Memo Oranjewoud Consequenties voor Natura 2000 d.d. 23 mei 2012 Datum behandeling in B&W + ondertekening Terschelling, 14 augustus 2012 / 10 oktober Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling, R. Vogelzang, mr. J.M. Visser, Secretaris a.i. burgemeester

31 Raadsbesluit Onderwerp: Amendement verleggen Havendam Jaar/nummer: 2012 / 71 De raad van de gemeente Terschelling: gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 augustus 2012 en het raadsbesluit van 28 februari 2012; Besluit: In te stemmen met het voorstel het amendement inzake verlegging van de oostelijke havendam d.d. 28 februari 2012 te heroverwegen. Terschelling, 23 oktober De raad van de gemeente Terschelling voornoemd, B.A. Wiener, griffier mr. J.M. Visser, voorzitter

32 Gemeenteblad Onderwerp: Instelling gemeenschappelijke regeling FUMO per 1 januari Jaar/Nummer: 2012 / 72 In behandeling bij: Sector Grondgebied / Rein Buren Voorstel 1. in te stemmen met de gemeenschappelijke regeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). 2. kennis te nemen van het bedrijfsplan voor de FUMO. 3. de uitvoering van het basistakenpakket, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de gemeenschappelijke regeling FUMO, op te dragen aan het bestuur van de FUMO, waarbij het streven is dit per 1 januari 2013 te effecturen. 4. de uitvoering van het aanvullend takenpakket, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de gemeenschappelijke regeling FUMO op te dragen aan het bestuur van de FUMO, waarbij het streven is dit per 1 januari 2013 te effectueren. Samenvatting In Fryslân is onder regie van de Provincie en op basis van vrijwillige afspraken tussen 27 gemeenten, Wetterskip Fryslân en Provincie Fryslân getracht te komen tot een Regionale Uitvoeringsdienst Friesland: de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). In juni 2011 hebben de provincie Fryslân, het Wetterskip Fryslân en 24 gemeenten een intentieverklaring gesloten om een uitvoeringsdienst, de FUMO, op te richten en het vervolgtraject in te gaan. Drie gemeenten: Opsterland, Weststellingwerf en Ooststellingwerf (de zogenaamde OWO-gemeenten) hebben toen voorbehouden gemaakt. Toelichting De totstandkoming van de FUMO moet worden gezien in het licht van het streven naar verbetering van de kwaliteit van de milieu vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna afgekort met VTH). Onder verbetering van kwaliteit moet ook vermindering van de kwetsbaarheid van de dienstverlening worden verstaan. In de zgn. package deal hebben het Rijk, de VNG en het IPO in 2009 afspraken gemaakt over het oprichten van een landsdekkend systeem van Regionale Uitvoerings Diensten (RUD s), over de taken van de RUD s en over de wijze waarop die georganiseerd moeten zijn. De uitvoeringsorganisatie FUMO wordt gevormd door het opdragen van de uitvoering van een aantal VTH-milieutaken en de daarvoor benodigde financiële middelen met behoud van eigen bevoegdheden. De bundeling van taken en middelen stelt de nieuwe organisatie in staat het takenpakket op een kwalitatief goede manier uit te voeren en tevens de continuïteit van de dienstverlening te garanderen. Gemeenschappelijke regeling - besturingsmodel en eigenaarschap De FUMO wordt een uitvoeringsorganisatie die in opdracht van de bevoegde gezagen VTH-taken op het gebied van omgevingsrecht uitvoert. De FUMO krijgt in juridische zin de vorm van een Openbaar lichaam op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr): gemeenschappelijke regeling (GR) Fryske

33 2 Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). De Friese gemeenten, provincie en Wetterskip Fryslân zijn eigenaar én opdrachtgever van de FUMO. Als eigenaar waarborgen ze de instandhouding, continuïteit, stabiliteit en financiering van de FUMO. Als opdrachtgever komen zij jaarlijks met de FUMO een werkpakket overeen. De FUMO wordt bestuurd door een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). De gemeenten leveren ieder een wethouder en de provincie levert twee gedeputeerden voor het AB en het Wetterskip Fryslân een bestuurslid. In het geval van de gemeente Terschelling is dit wethouder de Jong met als vervanger wethouder Spanjer. De gemeente Terschelling blijft als bevoegd gezag verantwoordelijk voor het beleid en maakt met de FUMO afspraken over de uitvoering. Die afspraken worden jaarlijks vertaald naar concrete prestaties en vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst. In lijn met de uitvoeringsovereenkomsten met alle deelnemers wordt een jaarprogramma opgesteld. Op basis hiervan vindt dus verantwoording plaats en kan de gemeente sturen. De stemverdeling in het AB is gebaseerd op de ingebrachte financiële bijdrage per deelnemende partij, maar bedraagt nooit meer dan 49% van het aantal stemmen. Daarmee staat de mate van zeggenschap in verhouding met het (financieel) te dragen risico. Deelnemende partijen kunnen besluiten om het bestuur van de FUMO mandaat, volmacht of machtiging te verlenen, om namens de deelnemers besluiten te nemen of (rechts)handelingen te verrichten. In het geval van Terschelling kiezen we ervoor om weliswaar de uitvoering aan de FUMO over te laten, maar zelf de besluiten te blijven nemen. Organisatie De FUMO is vooral een backoffice organisatie. Het is mogelijk dat gemeenten ook de frontofficetaak: de contacten met de burgers overdraagt aan de FUMO. Daar kiest de gemeente Terschelling voorlopig niet voor. De gemeente blijft het eerste aanspreekpunt voor burgers en bedrijven, de gemeente vormt dus de zogenaamde frontoffice. Dit om te bereiken dat het specifieke eilander karakter van de contacten geborgd blijft. De FUMO is één organisatie onder leiding van een directeur en wordt gevestigd op een centrale locatie. Taken en formatie en personeel De benodigde formatie voor de uitvoering van primaire taken in de FUMO is berekend op basis van een verplichte overdracht van de zogenaamde basistaken en de vrijwillige inkoop van aanvullende taken (plustaken). De basistaken worden verplicht door ons afgenomen. De plustaken kunnen we vrijwillig inbrengen. De werklast die is gemoeid met de uitvoering van de basistaken is vooral inrichtinggebonden en wordt bepaald door het aantal en type inrichting (bedrijf). Er is gebruik gemaakt van een Fryske norm (afgeleid van de landelijke normen van Sira/Berenschot) om de benodigde werklast te berekenen. De plustaken zijn becijferd op basis van de opgave door de MAD. Met het opdragen van genoemde taken aan de FUMO gaan ook medewerkers van de Friese gemeenten, de provincie Fryslân, het Wetterskip Fryslân, de MAD en het SFW naar deze nieuwe organisatie over. Daarbij gaat het om medewerkers die in belangrijke mate ook nu al belast zijn met uitvoerende, backoffice milieutaken. Voor de gemeente Terschelling betekent dit dat geen eigen medewerkers worden overgedragen naar de FUMO. Wel heeft het algemeen bestuur MAD, waar Terschelling ook deel van uitmaakt, besloten om al het personeel over te gedragen aan de FUMO.

34 3 De VNG en IPO hebben een concept Landelijke Sociaal Beleidskader (SBK) opgesteld voor de personele gevolgen van overgang van ambtenaren naar een RUD. Dit SBK is nog onderwerp van overleg met de bonden. Voor de situatie in Fryslân zal het landelijke SBK worden uitgewerkt naar een Fries Sociaal Plan. Dit zal plaatsvinden na vaststelling van het voorliggende bedrijfsplan. Exploitatiekosten van de FUMO De exploitatie van de FUMO is begroot op basis van objectieve normen voor de uitvoering van basistaken en een slanke productieomgeving. De structurele kosten bedragen in 2013 afgerond 11,2 miljoen. De dekking van structurele kosten is gebaseerd op een genormeerde kostprijs per type inrichting en uurtarief. Bij de gezamenlijke dekking wordt ervan uitgegaan dat individuele deelnemers per inrichting onder hun bevoegd gezag conform de Fryske normen werken en de overige taken conform genormeerd uurtarief afnemen. De FUMO zal in de periode van de eerste drie jaar een efficiëntievoordeel bewerkstelligen waardoor de exploitatiekosten vanaf 2016 structureel met 5% zijn afgenomen. Implementatiekosten De implementatiekosten zijn eenmalige kosten die aan de opbouw van de FUMO zijn gerelateerd. Deze kosten bedragen naar schatting 1,4 miljoen. De kosten worden voorgefinancierd door de provincie in 2012 en bij de oprichting terugbetaald door de FUMO. De FUMO gaat bij oprichting hiervoor een lening aan die door een tijdelijke tariefstoeslag gedurende de eerste 5 jaar na oprichting wordt verhaald op alle deelnemers. Risico s Voor de deelneming in de GR FUMO is een risicobeheersprofiel opgesteld. Uit dit beheersprofiel blijkt welke specifieke risico s verbonden zijn aan de deelneming en welke instrumenten worden ingezet om risico s te beperken. Aan de hand van dit beheersprofiel vindt, als onderdeel van de reguliere P&C-cyclus een jaarlijkse herbeoordeling van de risico s en de bijbehorende beheersmaatregelen plaats. Het risicoprofiel ligt voor u ter inzage. Consequentie overdracht basistaken naar FUMO voor Terschelling De gemeente Terschelling zal voor 18 meldingsplichtige inrichtingen ( 358,- per inrichting) en voor 17 vergunningverplichtingen ( 1.460,- per inrichting) de basistaken verplicht moeten inbrengen bij de FUMO. Dit staat gelijk aan in totaal bedrag van ,- voor het verplichte basispakket. Op dit moment worden de taken van deze 35 inrichtingen nog uitgevoerd door de MAD. Ons beeld is dat de MAD minder tijd nodig heeft voor de uitvoering van deze taken als nu verplicht in de FUMO is opgenomen (395 uren). De overdracht van inrichtingen (de vvgb-bedrijven) van provincie naar gemeenten betreft voor de gemeente Terschelling slechts één inrichting. De kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van basistaken voor deze inrichtingen komen na de start van de FUMO voor rekening van de gemeente. Voor deze kosten worden gemeenten volledig gecompenseerd via het gemeentefonds. De precieze hoogte van de compensatie is nog niet bekend. Consequentie overdracht aanvullend pakket naar de FUMO voor Terschelling. De uurprijs voor het aanvullende pakket FUMO bedraagt 79,16. In het aanvullende pakket op Terschelling gaat het om de resterende, lichtere 222 bedrijven die veelal meldingsplichtig zijn en zo nu en dan gecontroleerd moeten worden. We verwachten hier 508 uren. Daarnaast denken wij voor de

35 4 specialistische vragen, zoals geluidsmetingen en juridisch advies 182 uren nodig te hebben. Uiteraard zijn we niet verplicht om deze 690 uren voor het aanvullend pakket af te nemen bij de FUMO (het basispakket is wel verplicht). We zouden kunnen kijken waar we dit aanvullend pakket goedkoper af kunnen nemen. Echter gezien het relatief beperkte prijsverschil tussen de uurprijs van de MAD ( 72,75 in 2012) en de uurprijs van de FUMO ( 79,16 in 2013) en de beperkte hoeveelheid werk is het niet handig om hier een andere organisatie voor te benaderen. Vooral omdat we dan zaken doen met twee organisaties waardoor onze eigen organisatie meer tijd moeten besteden aan de afstemming tussen deze organisaties. Dit is niet efficiënt en daar kiezen we dus niet voor. Wij stellen u daarom voor om 690 uren aanvullend pakket af te nemen van de FUMO tegen een uurprijs van 79,16. Het gaat dan om een bedrag van ,- In de GR FUMO is vastgelegd dat we dit aanvullend pakket voor minimaal 5 jaren gaan afnemen. Vergelijking kosten MAD met FUMO In de concept-begroting 2013 is voor de kosten van de MAD voor de uitvoering van onze complete milieu taken, een bedrag van ,- gereserveerd voor vergunningverlening en een bedrag van ,- voor toezicht en handhaving. Totaal komt dit neer op een bedrag van ,- In de FUMO situatie zijn we voor de uitvoering van onze complete milieu taken in ,- nodig voor de (verplichte) uitvoering van het basispakket en daarnaast ,- voor het aanvullend pakket, in totaal ,-. Daarmee verwachten we dat de FUMO niet duurder zal zijn dan de MAD. In de Voorjaarsnota 2012 zijn wij nog van een structurele extra kostenpost van 4.500,- uitgegaan. Consequentie Frictiekosten bij de overgang van de MAD naar de FUMO voor Terschelling In het bedrijfsplan FUMO is bij de gezamenlijke dekking uitgegaan van hetgeen individuele deelnemers per inrichting onder hun bevoegd gezag conform de Fryske normen én de overige taken zoals door henzelf opgegeven conform genormeerd uurtarief afnemen. Een uitgewerkte berekening per gemeente en de berekening van de genormeerde kostprijs per type inrichting en uurtarief is opgenomen in bijlage 10. In deze berekening was in eerste instantie een post werkzaamheden opgenomen die werd veroorzaakt door het verschil tussen de som van hetgeen individuele deelnemers onder hun bevoegd afnemen van de MAD en de som van hetgeen zij voornemens zijn af te nemen van de FUMO. Deze post, groot uren, wordt veroorzaakt door incidentele maar over een langere periode, van de MAD betrokken werkzaamheden die is omgezet in vaste formatie. In het erratum van het bedrijfsplan FUMO, dat medio juli verscheen, is deze post verdeeld over de MAD-gemeenten conform het besluit AB MAD van 26 maart Het besluit van het AB MAD voorziet er in dat de MAD-gemeenten gedurende de looptijd van hun eerste dienstverleningsverleningscontract met de FUMO garant staan voor dat deel van die uren, welke niet worden afgenomen door alle bevoegde gezagen samen. Het erratum van het bedrijfsplan FUMO geeft dus voor de MAD-gemeenten het maximum aantal te verrekenen uren aan indien er geen enkel incidenteel uur zou worden afgenomen. Er wordt niet getwijfeld aan het commitment van de MAD-gemeenten om deze post af te wikkelen zonder nadelige effecten voor de overige FUMO-deelnemers.

36 5 Verder is er geen noemenswaardige twijfel over de behoefte aan incidentele werkzaamheden. De omvang zal geprojecteerd op basis van de verwachte behoefte van alle FUMO-deelnemers welhaast zeker deze uren overschrijden, omdat de totale FUMO volume circa driemaal het MAD volume betreft. Enkele MAD-gemeenten geven echter aan dat de omvang van hun behoefte aan incidentele werkzaamheden komende jaren afwijkt van hetgeen conform verdeling AB MAD wordt gesuggereerd, eenvoudigweg omdat er naar hun zeggen geen behoefte meer is aan dat type werk. Resumerend: De FUMO zal geen facturen sturen voor werkzaamheden die niet zijn verricht en zal geen werkzaamheden verrichten waar geen vraag naar is. De FUMO dient derhalve rekening te houden met de (kleine) kans dat er op enig moment toch minder incidenteel werk zal worden afgenomen dan uur. Het AB MAD zal tijdens de overgang van haar takenpakket naar de FUMO blijven toezien op de correcte afwikkeling van de GR MAD zodat de niet-mad deelnemers van de FUMO gevrijwaard blijven van de consequenties van deze afwikkeling. In dat licht zal het AB MAD ook toezien op naleving van voornoemd besluit en de MADgemeenten conform afgesproken verdeling hun bijdrage gestand laten doen als de totale afname aan incidentele werkzaamheden minder bedraagt dan uren. Conclusie: De genoemde uren voor de MAD gemeenten in het bedrijfsplan vormen vooral een theoretisch risico en zijn de basis voor een verdeling. Als de afname van incidenteel werk FUMO-breed de uren niet overtreft, is dat in het bedrijfsplan in principe afgedekt met de nodige risicobeheersmaatregelen, zoals een flexibele schil. Ter inzage liggende stukken - Ontwerp gemeenschappelijke regeling FUMO. - Definitief bedrijfsplan FUMO. - Bijlagenrapport bij definitief concept bedrijfsplan versie 6.0 Datum behandeling in B&W + ondertekening Terschelling, 9 oktober Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling, R. Vogelzang mr. J.M. Visser, Secretaris a.i. burgemeester

37 Raadsbesluit Onderwerp: Instelling gemeenschappelijke regeling FUMO per 1 januari 2013 Jaar/nummer: 2012 / 72 De raad van de gemeente Terschelling: gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 september 2012; Besluit: 1. in te stemmen met de gemeenschappelijke regeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). 2. kennis te nemen van het bedrijfsplan voor de FUMO. 3. de uitvoering van het basistakenpakket, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de gemeenschappelijke regeling FUMO, op te dragen aan het bestuur van de FUMO, waarbij het streven is dit per 1 januari 2013 te effecturen. 4. de uitvoering van het aanvullend takenpakket, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de gemeenschappelijke regeling FUMO op te dragen aan het bestuur van de FUMO, waarbij het streven is dit per 1 januari 2013 te effectueren. Terschelling, 23 oktober De raad van de gemeente Terschelling voornoemd, B.A. Wiener, griffier mr. J.M. Visser, voorzitter

38 Gemeenteblad Onderwerp: Regionaal Beleidsplan Politie Noord nederland Jaar/Nummer: 2012 / 73 In behandeling bij: Sector Burger en Bestuur / Team Bestuurszaken / Stephan Valk Voorstel De raad neemt kennis van het concept Regionaal Beleidsplan Noord Nederland Daarnaast maakt de raad haar eventuele wensen en bedenkingen kenbaar. Bij het beschouwen van het conceptplan doe wij u alvast de suggestie uit te gaan van de volgende vraagstellingen: Is dit concept Regionaal Beleidsplan Noord-Nederland voldoende herkenbaar? Biedt dit concept Regionaal Beleidsplan Noord-Nederland voldoende kaders alsook ruimte om op lokaal niveau invulling te geven aan de uitvoering van zowel: o het eigen gemeentelijke integrale veiligheidsplan 1 o als ook het nog op te stellen werkplan van de nieuwe politiebasisteams? Het college geeft u in overweging deze vragen positief te beantwoorden. De input die vanuit de huidige driehoek, zowel ambtelijk als bestuurlijk, is gegeven komt in het concept beleidsplan terug. Zaken als het handhaven van de huidige bezetting op de Waddeneilanden tijdens de winterperiode en in het vakantieseizoen, aandacht voor locale zomerproblematiek, evenementenbeleid en verkeersveiligheid zijn in de speerpunten van het concept beleidsplan meegenomen Samenvatting Als onderdeel van het oprichten van een Nationale Politie is een concept beleidplan voor Noord Nederland opgesteld. Ambtelijk en bestuurlijk werd door Terschelling via de huidige driehoek input gegeven aan het concept. Op grond van de nieuwe politiewet dient de gemeenteraad te worden gehoord. Het college van burgemeester en wethouders biedt u naast het concept beleidsplan ook een toelichting over het nieuw politiebestel aan. Toelichting 1. Het nieuwe Politiebestel In tegenstelling tot het huidige regionale bestel met 26 rechtspersoonlijkheid bezittende korpsen (25 1 De gemeente Terschelling dient in het komende jaar een Integraal Veiligheid Beleidsplan op te stellen. Op dit moment wordt nog gewerkt op basis van de Kadernota IVZ uit 2005

39 2 regionale korpsen en het KLPD) komt er één landelijk korps, bestaande uit 10 regionale eenheden, één landelijke eenheid en een Politiedienstencentrum voor een deel van de bedrijfsvoeringstaken. De nieuwe regionale eenheid Noord Nederland wordt gevormd door een samenvoeging van de bestaande korpsen Drenthe, Fryslân en Groningen. De Korpschef van Regiopolitie Groningen, dhr. Oscar Dros, vervult momenteel de functie van regionaal kwartiermaker. Met de nieuwe wet wordt beoogd de volgende doelstellingen te bereiken: 1. behouden en vergroten van de legitimiteit van de politie 2. verhogen van de politieprestaties 3. vergroten van de professionele ruimte van de politiefunctionaris en 4. verhogen van de efficiency om besparingen te realiseren. De bestaande landelijke operationele sterkte van formatieplaatsen blijft gehandhaafd. Met name de bundeling van de bedrijfsvoeringfuncties moet tot besparingen leiden, die na 2015 oplopen tot een bedrag van 230 mln. structureel. Op grond van de wet krijgt de minister van Veiligheid en Justitie de volledige ministeriële verantwoordelijkheid voor de nationale politie. De minister is verantwoordelijk voor het beheer van de politie, het gezag blijft de verantwoordelijkheid van de burgemeester en het Openbaar Ministerie. 1.1 De voorbereidingsfase Sinds medio 2011 heeft de landelijke kwartiermaker in nauwe samenwerking met de regionale kwartiermakers - voortvarend gewerkt de planvorming rond de nieuwe politieorganisatie gereed te hebben. Er zijn en worden zowel op landelijk als regionaal niveau ontwerp-,inrichting- en realisatieplannen opgesteld, die voorafgaand aan de vaststelling door de minister ter advisering zijn voorgelegd aan diverse instanties (zoals VNG, College van Procureurs-Generaal, het Korpsbeheerdersberaad, de Raad van Korpschefs, het Overleg van Regioburgemeesters i.o. en het Genootschap van Burgemeesters). Vanuit verschillende kanten is benadrukt dat de positie van het lokale gezag in het wetsontwerp voldoende tot zijn recht dient te komen in relatie tot de verdeling en inzet van de beschikbare politiecapaciteit. Dat is van belang in het licht van de zorg dat een groter deel van beschikbare politiecapaciteit door de gewijzigde beheersverantwoordelijkheid naar landelijke prioriteiten gaat. In het periodieke overleg tussen de minister en de regioburgemeesters/college van PG s heeft de minister toegezegd om waar mogelijk aan deze bezwaren tegemoet te willen komen. Voor de overgangsfase hebben de minister, het Korpsbeheerdersberaad en het college van PG s de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1. Er mogen geen onomkeerbare stappen worden gezet. 2. Tijdens de verbouwing gaat de verkoop door en moeten de politieprestaties worden verbeterd. Uitgangspunt is dat het primaire politiewerk geen tot weinig last van de reorganisatie van het politiebestel ondervindt. 3. Het ontwerpen van een toekomstbestendige politieorganisatie vraagt om een zorgvuldig vormgegeven verandertraject. Bij het ontwerp, de voorbereiding en de realisatie zal zowel binnen als buiten de organisatie naar een breed draagvlak worden gezocht.

40 3 De Eerste Kamer heeft 10 juli jl. ingestemd met het wetsvoorstel. De nieuwe Politiewet zou dan per 1 september dan wel 1 oktober a.s. gepubliceerd kunnen worden in de Staatscourant. In verband met het doorlopen van de benoemingsprocedure ten behoeve van de nieuwe korps- en regioleidingen zal het ongeveer 3 maanden duren alvorens de zgn. Dag 1, de start van de Nationale Politie, daadwerkelijk plaats vindt. Op 1 januari 2013 zouden dan de sturingslijnen en bijbehorende verantwoordelijkheden worden omgezet. Voor deze datum moeten een aantal producten en werkwijzen ingevoerd zijn om de overgang soepel te laten lopen en om als één nationaal korps te kunnen functioneren. Vervolgens wordt het realisatieplan uitgevoerd en start ook de personele reorganisatie. Het zal dan ook nog enkele jaren duren alvorens de reorganisatie helemaal is afgerond De bestuurlijke betrokkenheid In artikel 3 van het wetsontwerp staat de taak van de politie als volgt omschreven: De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. De taakomschrijving van de politie is in de huidige en nieuwe Politiewet identiek. Omdat de politie, met inachtneming van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit geweld kan gebruiken (geweldsmonopolie) is het essentieel dat de politie met dit zware middel haar taken ondergeschikt aan het gezag uitvoert en over de uitvoering verantwoording aflegt aan democratisch gekozen organen dan wel aan de in de wet genoemde instanties. Rol van de burgemeester en officier van justitie Volgens het wetsontwerp blijven de gezagsverhoudingen ongewijzigd: de burgemeester blijft lokaal verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en de veiligheid en de officier van justitie voor de strafrechtelijke handhaving. In de relatie tot de minister betekent een en ander dat de minister (vanuit zijn beheersverantwoordelijkheid) bepaalt wat de politie kan en het gezag bepaalt wat de politie doet. Indien blijkt dat de vraag (gezag) het aanbod (beheer) overtreft, is het aan de gezagsdragers om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. De beheerder is verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden die de politie in staat stellen te voldoen aan de door de gezagsdragers geformuleerde prioriteiten. De bevoegdheden van de lokale driehoek In de lokale driehoek, bestaande uit de burgemeester(s), de officier van justitie en een verantwoordelijke politiefunctionaris, worden afspraken gemaakt over de concrete inzet van de politie. Aan deze inzet liggen onder meer ten grondslag het integrale veiligheidsplan en de doelstellingen ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving. Ook worden in de lokale driehoek afspraken gemaakt over de inzet van de politie bij demonstraties, evenementen en andere incidenten/eenmalige gebeurtenissen. Bevoegdheden gemeenteraad In het kader van het wetsvoorstel zijn de voornaamste bevoegdheden van de gemeenteraad de volgende:

41 4 1. De burgemeester is aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door hem uitgeoefende gezag (cf. art.15 lid 1) 2. De gemeenteraad stelt, op grond van het wetsvoorstel regierol gemeenten, een integraal veiligheidsplan vast. 3. De gemeenteraad stelt tenminste eenmaal in de 4 jaar de doelen vast die de gemeente op het terrein van de veiligheid nastreeft door de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening door de politie (cf. art.38 lid 1) 4. De gemeenteraad wordt door de burgemeester gehoord over het ontwerpbeleidsplan van de regionale eenheid (i.c. Noord-Nederland) waarin onder andere de verdeling van de beschikbare sterkte over de onderdelen van de regionale eenheid is opgenomen (inclusief districten en basisteams). Dit beleidsplan wordt tenminste éénmaal per vier jaar opgesteld. (cf. art. 38 lid 2 en art.39 lid 1) Regioburgemeester In de nieuwe politiewet wordt een nieuwe bestuurlijke figuur geïntroduceerd: de regioburgemeester. Dit is de door de minister aangewezen burgemeester van de gemeente met het hoogste aantal inwoners in het gebied waarin de regionale eenheid de politietaak uitvoert (cf. art 1 lid 1g). Voor de nieuwe regionale eenheid Noord-Nederland is de beoogd regioburgemeester de burgemeester van Groningen. De rol van de regioburgemeester kent verschillende elementen. Hij is binnen de regionale eenheid adviseur, initiator, coördinator en bemiddelaar, hij geeft zijn zienswijze en dient, indien nodig, knopen door te hakken. Hij heeft daartoe beperkte formele bevoegdheden. Rol politiechef, districtschefs en chefs van de basisteams De politiechef, de districtschefs en de chefs van de basisteams zijn voor de uitoefening van hun taak verantwoording verschuldigd aan het gezag. In dit verband is het essentieel dat het gezag een duidelijk aanspreekpunt met voldoende mandaat bij de politie heeft. In Noord-Nederland wordt hierin voorzien. Op lokaal niveau krijgt elke burgemeester één herkenbare en aanspreekbare politiechef. 2. Actieprogramma Lokale Verankering De lokale inbedding van de politie is al sinds jaar en dag een basiswaarde van het politiebestel, die de minister wil behouden en versterken. Deze verworvenheid raakt het lokale gezag over de politie en de rol van de burgemeester en gemeenteraad bij de aansturing van de politie. De minister heeft een actieprogramma Lokale Verankering ingesteld met als doel in een nationaal politiebestel te borgen dat er voldoende ruimte is voor invulling en uitvoering van lokale prioriteiten en versterking van het lokale gezag. Het actieprogramma wordt in de loop van 2012 opgesteld onder voorzitterschap van de heer Schneiders, burgemeester van Haarlem. Binnen het programma is een aantal aandachtspunten benoemd, te weten de collectieve verantwoordelijkheid voor veiligheid, de positie van de gemeenteraad, de aard van integrale veiligheidsplannen, de positie van de regioburgemeester en de verhouding politie toezichthouders, handhavers en particuliere beveiligers. 3. Het proces van totstandkoming van het Regionaal Beleidsplan Noord-Nederland Er is met betrekking tot het op- en vaststellen van het eerste beleidsplan voor de toekomstige regionale politie eenheid in het transitie-akkoord het volgende afgesproken tussen de minister van VenJ, het Korpsbeheerdersberaad en de

42 5 voorzitter van het College van procureurs-generaal ten behoeve van de transitie naar een Nationale Politie: Onder regie van de (beoogde) regioburgemeester worden door de burgemeesters uit het gebied van de regionale eenheid en de hoofdofficier van justitie voorbereidingen getroffen voor het eerste regionale beleidsplan van de regionale eenheden conform hetgeen daarover bepaald is in het wetsvoorstel. Een en ander zal erop gericht zijn dit eerste regionale beleidsplan uiterlijk op 1 januari 2013 in te laten gaan, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring van het wetsvoorstel. Hiertoe dient het regionale beleidsplan uiterlijk 1 november 2012 gereed en vastgesteld te zijn. Overeenkomstig het wetsvoorstel dienen de vastgestelde beleidsplannen aan de minister en de korpschef te worden gezonden. Afgelopen maanden is het concept Regionaal Beleidsplan Noord- Nederland voorbereid door een ambtelijke werkgroep met daarin vertegenwoordigers vanuit de 62 gemeenten, de politie en het openbaar ministerie. Woensdag 5 september jl. is dit concept op een noordelijke bestuurlijke conferentie met alle burgemeesters, politie en openbaar ministerie in Noord- Nederland definitief als concept vastgesteld en wordt zo spoedig mogelijk toegezonden naar alle 62 burgemeester met het verzoek om dit aan u voor te leggen en daarmee invulling te geven aan het horen. Historie In het regeerakkoord van 2010 is afgesproken een Nationale politie op te richten. De Eerste Kamer heeft op 10 juli 2012 ingestemd met het Wetsvoorstel. Als onderdeel van de oprichting is nu een concept regionaal beleidsplan Noord Nederland opgesteld. De gemeenteraden dienen op grond van de nieuwe politiewet te worden gehoord alvorens het definitieve beleidsplan vast te stellen. Juridische gevolgen/fatale termijnen/handhaving Geen Financiële/personele/organisatorische gevolgen Geen Communicatie/interactiviteit Gemeenteblad, collegebesluit alsmede onderliggende stukken kunnen openbaar gemaakt worden. Ter inzage liggende stukken Concept Regionaal Beleidsplan Noord Nederland Toelichting nieuwe politiebestel Datum behandeling in B&W + ondertekening Terschelling, 11 september Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling, W. van Schoonhoven, mr. J.M. Visser, locosecretaris burgemeester

43 Raadsbesluit Onderwerp: Regionaal Beleidsplan Politie Noord Nederland Jaar/nummer: 2012 / 73 De raad van de gemeente Terschelling: gelezen het voorstel van het college van 11 september 2012 over het Regionaal Beleidsplan voor de Politie Noord-Nederland , Besluit: In te stemmen met genoemd Beleidsplan. Terschelling, 23 oktober De raad van de gemeente Terschelling voornoemd, B.A. Wiener, griffier. mr. J.M. Visser, voorzitter.

44 Gemeenteblad Onderwerp: Concept begroting 2013 Gemeenschappelijke Regeling VAST Jaar/Nummer: 2012 / 74 In behandeling bij: Sector Stafafdeling / WvS Voorstel Deze begroting is in de juni-vergadering voorgelegd aan de Eilander Raad en vastgesteld. Deze begroting voldoet aan de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording en is voorzien van een tekstmatige toelichting op de verschillende beleidsonderdelen. De raden van de deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling VAST kunnen hun gevoelens over de vastgestelde begroting nog kenbaar maken. Indien hiertoe aanleiding bestaat zal op basis hiervan nog een aanpassing van de begroting van VAST kunnen plaatsvinden welke door middel van een begrotingswijziging op de vastgestelde begroting wordt doorgevoerd. Samenvatting Van het Eilander College is de concept-begroting 2013 en het meerjarenperspectief van de Gemeenschappelijke Regeling VAST ontvangen. De individuele raden van de deelnemende eilandgemeenten worden in de gelegenheid gesteld hierover hun gevoelens te laten blijken. Toelichting Voor u ligt de begroting 2013 en het meerjarenperspectief van het Samenwerkingsverband VAST, sinds 2010 de gemeenschappelijke regeling van de vier Friese Waddeneilanden Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog en Terschelling. Naast de afspraken die gemaakt zijn tussen deze vier eilanden, vastgelegd in het document Vast op Koers, is eveneens per 2010 een convenant gesloten tussen het vijfde Waddeneiland Texel en de vier Friese Eilanden. De afspraken uit het document Vast op Koers en de afspraken uit het convenant met Texel voor wat betreft de klassieke (Waddenzeegerelateerde) taken zijn uitgangspunt van deze begroting en de meerjarenbegroting In verband met de bezuinigingen die alle deelnemende gemeenten boven het hoofd hangen, is, evenals in de begrotingsjaren 2011 en 2012, wederom getracht de kosten voor het jaar 2013 strak te begroten.

45 2 Ten aanzien van deze begroting merken wij het volgende op: Met ingang van 2012 is in de begroting het project Duurzame Wadden opgenomen. Voor de begroting van het samenwerkingsverband pakt dit kostenneutraal uit. Naast de middelen uit de subsidie vanuit de Provincie Fryslân worden de uitgaven gedekt door de hiervoor door de eilanden beschikbaar gestelde co-financieringbudgetten. Deze lasten zullen afzonderlijk aan de eilanden worden doorbelast. Voor de toedeling van lasten is dezelfde verdeelsleutel gehanteerd als bij de begroting 2011 en Dit betekent dat de lasten van het programma Klassieke taken zijn doorbelast aan de vijf Waddeneilanden op basis van het inwoneraantal, terwijl de lasten van het programma VAST zijn doorbelast aan de vier eilanden welke participeren in de Gemeenschappelijk Regeling VAST op basis van de verhouding 1/6, 1/3, 1/3 en 1/6 voor respectievelijk Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Uiteraard is ervan uitgegaan dat de gemeente Texel op dezelfde voorwaarden zal blijven participeren in het vijf eilanden programma. Juridische gevolgen/fatale termijnen/handhaving De begroting van het samenwerkingsverband VAST is reeds aangeboden aan de Provincie Friesland. Financiële/personele/organisatorische gevolgen De financiële consequenties van de voorliggende begroting van het samenwerkingsverband zijn in de begroting 2013 van de gemeente Terschelling verwerkt. Ter inzage liggende stukken Begroting Datum behandeling in B&W + ondertekening Terschelling, 9 oktober Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling, R. Vogelzang, mr. J.M. Visser, secretaris a.i. burgemeester

46 Raadsbesluit Onderwerp: Begroting 2013 Gemeenschappelijke Regeling VAST Jaar/nummer: 2012 / 74 De raad van de gemeente Terschelling: bijeen in vergadering op dinsdag 23 oktober 2012, Besluit: In te stemmen met de begroting 2013 van de Gemeenschappelijke Regeling VAST. Terschelling, 23 oktober De raad van de gemeente Terschelling voornoemd, B.A. Wiener, griffier. mr. J.M. Visser, voorzitter.

47 Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband VAST BEGROTING

48 2

49 BEGROTING 2013 Inhoudsopgave 3

50 4

51 Inhoudsopgave Inhoudsopgave blz 5 Inleiding 1. Inleiding 9 2. Uitgangspunten van de begroting 2013 en het meerjarenperspectief Bijdragen per eiland 13 Begroting van de lasten per categorie 15 Bepaling van de bijdrage per eiland 19 Paragrafen 1. Paragraaf Treasury Risicoparagraaf 27 Bijlage 1. Bijlage 1, meerjarenbegroting Bijlage 2, werkzaamheden medewerkers

52 6

53 BEGROTING 2013 Inleiding 7

54 8

55 1. Inleiding Bijgaand treft u aan de begroting 2013 en het meerjarenperspectief van de gemeenschappelijke regeling De Waddeneilanden. Het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (BBV 2004) is leidend voor de begroting 2012 en het Meerjarenperspectief. Op grond van het BBV 2004 bestaat de toekomstgerichte financiële verantwoording ten minste uit: De beleidsbegroting o Het programmaplan o De verplichte paragrafen De financiële begroting o Een overzicht van baten en lasten en een toelichting daarop o Een uiteenzetting van de financiële positie en een toelichting daarop In de verplichte paragrafen die het BBV voorschrijft, zal alleen worden ingegaan op de zaken die relevant zijn voor de gemeenschappelijke regeling De Waddeneilanden. Deze betreffen: de treasuryparagraaf; de risicoparagraaf. MISSIE, VISIE EN STRATEGIE Per 1 januari 2010 bestaat de Gemeenschappelijke Regeling VAST. Het betreft een samenwerking tussen de vier Friese Waddeneilanden Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog en Terschelling. De gemeenschappelijke regeling heeft een bestuursmodel waarbinnen een Eilander Raad, een Eilander College en Portefeuillehoudersoverleggen een plek hebben gekregen. De Gemeenschappelijke Regeling heeft in 2010 afzonderlijk een overeenkomst afgesloten met het Waddeneiland Texel. In deze overeenkomst is een overzicht opgenomen met de werkvelden waarbij samenwerking tussen VAST en Texel plaatsvindt of plaats gaat vinden. De overeenkomst kent een looptijd van 4 jaar tot en met het jaar In 2012 wordt deze samenwerking geëvalueerd. In het traject om te komen tot de notitie VAST op koers! is een missie voor de samenwerking tussen de vier Friese Waddeneilanden vastgesteld. Deze algemene doelstelling (missie) van de samenwerking tussen de vier Friese Waddeneilanden en daarmee van de Gemeenschappelijke Regeling VAST is: Versterken van de bestuurskracht van de afzonderlijke gemeenten door onomkeerbare, niet vrijblijvende en doelgerichte samenwerking met behoud van bestuurlijke zelfstandigheid. Als specificatie van deze missie gelden een drietal (sub)doelstellingen voor de VASTsamenwerking: 1. Vermindering van de kwetsbaarheid van de ambtelijke organisaties. 2. Vergroting van de kwaliteit van de advisering over eilandoverstijgende onderwerpen. 3. Pro-actieve inbreng bij de totstandkoming van Rijks- en Provinciaal beleid. 9

56 De Gemeenschappelijke Regeling, inclusief het vastgestelde bestuursmodel, en het Programmaplan zijn een hulpmiddel om aan te geven op welke wijze invulling gegeven gaat worden aan deze missie en deze doelstellingen (strategie). De tijd staat niet stil en we doen al werkende weg kennis en ervaring op met de Waddensamenwerking. In 2010 en 2011 is op basis van deze opgedane kennis en ervaring en actuele ontwikkelingen, de visie over de Waddensamenwerking nader ontwikkeld. Hiermee wordt het inzicht versterkt op welke wijze : de huidige Gemeenschappelijke Regeling, het huidige bestuursmodel en de beoogde effecten en activiteiten zoals verwoord in de diverse Programma s, afdoende vorm en inhoud (visie) hebben om de missie te realiseren. Bijgaand treft u aan het financieel gedeelte van de begroting 2013 van het samenwerkingsverband VAST inclusief het meerjarenperspectief voor de jaren 2014 tot en met Deze begroting is voorgelegd aan het Eilander College en behandeld in de Eilander Raad van 28 juni In de Gemeenschappelijke Regeling is aangegeven dat de uitwerking van de begroting is vastgelegd in een meerjaren beleidsplan. In dit plan staan per portefeuille de thema s voor de komende jaren. Met dit plan wordt ook aangegeven waar de Gemeenschappelijke Regeling inhoudelijk voor staat. Voorafgaand aan het nieuwe begrotingsjaar wordt in de portefeuille overleggen afgesproken waar het komend jaar de prioriteit moet komen te liggen. Wat willen we in gezamenlijkheid de komende periode bereiken. Uiteraard behoeft dit Programmaplan de komende jaren nog verbetering en doorontwikkeling. In de vergadering van de Eilander Raad van 29 november 2012 wordt het Programmaplan voor de komende jaren vastgesteld Na behandeling in de Eilander Raad zal dit Programmaplan aan de afzonderlijk gemeenteraden worden gezonden. Voor de werkzaamheden van de medewerkers van het Secretariaat is voor het jaar 2013 een overzicht gemaakt van de belangrijkste aandachtspunten, welke aansluiten bij de prioriteiten vanuit de portefeuilleoverleggen.. Vervolgtraject De begroting wordt voorgelegd aan de Eilander Raad in de vergadering van 28 juni De Raad wordt geconsulteerd of de voorliggende begroting aan de gemeenteraden van de deelnemende eilanden kan worden voorgelegd om hun gevoelens hierover te laten blijken, zeker gezien de huidige financiële positie waarin de gemeenten zich bevinden. Na de consultatieronde van Eilander Raad en de afzonderlijke Gemeenteraden, wordt de definitieve begroting 2013 en het meerjarenperspectief aan de Eilander Raad voorgelegd in de vergadering van 29 november, welke is voorzien van een inhoudelijke toelichting op de verschillende beleidsonderdelen en beleidsterreinen. 10

57 2. Uitgangspunten van de begroting 2013 en het meerjarenperspectief In verband met de bezuinigingen die alle deelnemende gemeenten boven het hoofd hangen is getracht de kosten voor het jaar 2013 niet te laten stijgen ten opzichte van Ten aanzien van deze begroting merken wij het volgende op: De personeelskosten zijn begroot op basis van de reële salariskosten zoals die op dit moment gelden. Voor wat betreft de secretariële ondersteuning heeft een invulling van 0,8 fte daadwerkelijk plaatsgevonden. 0,2 fte wordt benut om bij verlof, ziekte en extra werkzaamheden tijdelijk te kunnen invullen. Voor de projecten is één beleidsmedewerker in vaste dienst. Wij gaan ervan uit dat een formatie van 2 fte nodig zal zijn om beleidsmatig zaken te ondersteunen. Deels wordt deze formatie flexibel ingezet op specifieke beleidsterreinen gedurende een afgebakende periode. Voor het jaar 2012 en 2013 wordt extra formatie ingezet om meer sturing en afstemming te organiseren op het ruimtelijk instrumentarium van de eilanden en de toenemende beperkingen hierop door de natuur wet- en regelgeving. Binnen de begroting post personeelskosten zijn middelen gereserveerd voor opleidingen. In 2013 is de migratie van het beheer van de 5 werkplekken naar de gemeente Leeuwarden gerealiseerd. Hiermee loopt het secretariaat gelijk op met de migratie van alle werkplekken van de vier Friese eilanden. In de begroting 2013 zijn de kosten van het beheer opgenomen evenals een post voor overige ICT voorzieningen. Hieruit wordt o.a. het zaaksysteem bekostigd dat wordt ingericht voor alle werkplekken. De dekking van deze structurele verhoging van 7000,00 is binnen de begroting gevonden. De administratiekosten zijn voor het jaar 2013 ongewijzigd. Als gevolg van het besluit van de Eilander Raad om jaarlijks een bijeenkomst te organiseren voor alle raadsleden van de eilanden, zijn de vergaderkosten verhoogd. Ook de kosten voor de vergaderingen van het Eilander College zijn aangepast aan de werkelijke uitgaven. Dekking voor beide aanpassingen is gevonden binnen de post Vergader en Verblijfkosten. De Euregio Waddeneilanden heeft haar activiteiten vooralsnog teruggebracht, in afwachting op een besluit over de toekomstige positie en activiteiten van de Euregio. In het jaar 2011 en 2012 is om deze reden ook geen contributie van de deelnemende eilanden geïnd. Vooruitlopend op deze ontwikkeling is de begrotingspost met 1/3 teruggebracht. Door de nieuwe koers van het Regie College Waddenzee (RCW) is het achterliggende secretariaat fors verkleind. De bijdrage van de 5 Waddeneilanden zal naar verwachting zeker met ,00 verlaagd worden. Deze verlaging wordt geëffectueerd in Voor de jaren 2013 en 2014 wordt de vrijval nog benut voor de gezamenlijke Werelderfgoed coördinator. Hieraan dragen de 3 Provincies, Het Rijk en de 17 Waddengemeenten bij. 11

58 Met ingang van 2012 is in de begroting het project Duurzame Wadden opgenomen. Voor de begroting van het samenwerkingsverband pakt dit echter kostenneutraal uit omdat wij ervan zijn uitgegaan dat deze lasten worden gedekt door de hiervoor door de eilanden beschikbaar gestelde co-financieringsbudgetten. Deze lasten zullen dus afzonderlijk aan de eilanden worden doorbelast. In 2013 zal de actualisatie plaatsvinden van het bestemmingsplan voor de Waddenzee. Hieraan wordt door de 17 waddengemeenten gezamenlijk gewerkt. Naar verwachting zullen de middelen van de vijf eiland projecten ad geheel worden besteed aan het opstellen van de gezamenlijke component binnen het bestemmingsplan. Voor de toedeling van lasten is dezelfde verdeelsleutel gehanteerd als bij de begroting 2010 en Dit betekent dat de lasten van het Vijf Eilanden programma zijn doorbelast aan de Waddeneilanden op basis van het inwoneraantal, terwijl de lasten van het Vier Eilanden programma zijn doorbelast aan de vier eilanden welke participeren in de Gemeenschappelijk Regeling VAST. Dit op basis van de verhouding 1/6, 1/3, 1/3 en 1/6 voor respectievelijk Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. 12

59 3. Bijdragen per eiland Ten opzichte van de begroting 2012 ontstaat dan het volgende beeld voor wat betreft de bijdragen van de individuele eilanden: bijdrage bijdrage gemeente Texel gemeente Vlieland gemeente Terschelling gemeente Ameland gemeente Schiermonnikoog

60 14

61 BEGROTING 2013 Begroting van de lasten per categorie 15

62 16

63 2013 Verdeling Vijf eilanden Vier eilanden Personeelskosten: Secretaris Secretariële ondersteuning ICT-coördinator Projecten 2 fte Opleidingskosten Overige personeelskosten Reis- en verblijfkosten personeel Huisvestingskosten: Huur Energie Verzekeringen/belastingen ICT-voorzieningen Werkplekbeheer Schoonmaakkosten Bureaukosten Kosten financiële administratie: Accountantskosten Financiële ondersteuning partners P&O ondersteuning partners Diverse administratiekosten Vergader- en verblijfkosten: Representatiekosten Kosten video-conferencing Vergaderingen Eilander Raad Presentiegelden Eilander Raad Ondersteuning Eilandergriffier Symposia Vergaderingen Eilander College Vergaderingen werkgroepen Internationale contacten: Contributie Euregio RCW Nieuwe Stijl: (bijdrage 5 eilanden) Bijdrage RCW Werelderfgoedcoördinator Vaste projecten: Energy valley Projecten: Projecten vijf eilanden Ontwikkeling vier eilanden Project duurzaamheid af: bijdragen eilanden project duurzaamheid gemeente Ameland gemeente Vlieland gemeente Terschelling gemeente Schiermonnikoog af: bijdragen derden project duurzaamheid 0 Friesland pmjp Onvoorzien: TOTALE LASTEN

64 18

65 BEGROTING 2013 Bepaling van de bijdrage per eiland 19

66 20

67 Totaalbegroting en bijdrage per eiland Samenvattend kan het volgende overzicht worden gegeven van de totale lasten, verdeeld naar de verschillende programma s en de bijdragen per eiland: Lasten programma Vijf eilanden Totaal programma's Baten programma Vijf eilanden Bijdrage gemeente Texel 38,80% Bijdrage gemeente Vlieland 9,20% Bijdrage gemeente Terschelling 24,40% Bijdrage gemeente Ameland 19,40% Bijdrage gemeente Schiermonnikoog 8,20% Bijdrage gemeente Texel, Euregio Bijdrage gemeente Vlieland, Euregio 333 Bijdrage gemeente Terschelling, Euregio Bijdrage gemeente Ameland, Euregio Bijdrage gemeente Schiermonnikoog, Euregio Lasten programma Vier eilanden Baten programma Vier eilanden Bijdrage gemeente Texel 0,00% 0 Bijdrage gemeente Vlieland 16,67% Bijdrage gemeente Terschelling 33,33% Bijdrage gemeente Ameland 33,33% Bijdrage gemeente Schiermonnikoog 16,67% TOTAAL VAN DE LASTEN TOTAAL VAN DE BATEN

68 22

69 BEGROTING 2013 Paragrafen 23

70 24

71 1. Paragraaf Treasury Op 1 januari 2001 is de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) in werking getreden. In deze wet worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. Deze functie wordt als volgt gedefinieerd: Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële positie en de hieraan verbonden risico s. Gezien de omvang van de gemeenschappelijke regeling en de geldstromen die daarin omgaan, worden geen risico s voorzien ten aanzien van rentewijzigingen, uitgezette gelden of valutaverschillen. Indien sprake mocht zijn van overtollige geldmiddelen in de komende perioden, dan zullen deze alleen worden uitgezet bij Nederlandse bancaire instellingen met een rating die voldoet aan de eisen die de Rijksoverheid hier voor lagere overheden aan stelt. 25

72 2. Risicoparagraaf Medio 2012 is de werkwijze van het Regionaal College Waddengebied (RCW) gewijzigd. Het secretariaat is niet langer belast met uitvoerende taken en in de toekomst willen de deelnemers zich met name richten op ontwikkelinggerichte thema s die gaan spelen in het hele Waddengebied s of van belang zijn voor het Waddengebied. Deze voorgenomen ontwikkeling heeft gevolgen voor de samenstelling van het secretariaat, en de eisen die gesteld gaan worden aan onder andere de nieuwe voorzitter en secretaris van het RCW. Ook zal het secretariaat in afgeslankte vorm verdergaan. De 17 Waddengemeenten dragen bij in een deel van de kosten voor het RCW secretariaat. Deze bijdrage komt voor 50% ten laste van de 5 eilandgemeenten en voor 50% ten laste van de 12 kustgemeenten. In de loop van 2012 zal voor het huidige RCW secretariaat een liquidatiebegroting gemaakt worden, waarmee ook duidelijkheid komt welke gevolgen dit heeft voor de Waddeneilanden. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de eventuele liquidatiekosten gefinancierd moeten worden uit de bijdrage aan het RCW. Deze bijdrage is daarom gefixeerd op het geïndexeerde begrotingsbedrag

73 BEGROTING 2013 Bijlagen 27

74 28

75 BEGROTING 2013 Bijlage 1, meerjarenbegroting

76 30

77 Meerjarenraming Personeelskosten: Secretaris Secretariële ondersteuning ICT-coördinator Projecten 2 fte Opleidingskosten Overige personeelskosten Reis- en verblijfkosten personeel Huisvestingskosten: Huur Energie Verzekeringen/belastingen ICT-voorzieningen Werkplekbeheer Schoonmaakkosten Bureaukosten Kosten financiële administratie: Accountantskosten Financiële ondersteuning partners P&O ondersteuning partners Diverse administratiekosten Vergader- en verblijfkosten: Representatiekosten Kosten video-conferencing Vergaderingen Eilander Raad Presentiegelden Eilander Raad Ondersteuning Eilandergriffier Symposia Vergaderingen Eilander College Vergaderingen werkgroepen Internationale contacten: Contributie Euregio RCW Nieuwe Stijl: (bijdrage 5 eilanden) Bijdrage RCW Werelderfgoedcoördinator Vaste projecten: Energy valley Projecten: Projecten vijf eilanden Ontwikkeling vier eilanden Project duurzaamheid af: bijdragen eilanden project duurzaamheid gemeente Ameland gemeente Vlieland gemeente Terschelling gemeente Schiermonnikoog af: bijdragen derden project duurzaamheid Friesland pmjp Onvoorzien: TOTALE LASTEN

78 32

79 BEGROTING 2013 Bijlage 2, Werkzaamheden Medewerkers

80 34

81 HET SECRETARIAAT Op het kantoor aan de waddenpromenade zijn 5 vaste medewerkers werkzaam, Zij werken allen aan gezamenlijke projecten en beleidsterreinen ten behoeve van de vier of de vijf Waddeneilanden. Er zijn 2 medewerkers op tijdelijke basis werkzaan op het gebied van duurzaamheid en de natuurwet en regelgeving Op het gebied van ICT, Duurzaamheid en Waddenzee is expertise geconcentreerd op het secretariaat. Het betreft inhoudelijke en procesmatige expertise. Daarnaast wordt er door een aantal medewerkers van de eilanden zelf inmiddels werkzaamheden verricht ten behoeve van de eilanden gezamenlijk zoals Centrale Inkoop, Onderwijs, GEO/Vastgoed Informatie, Veiligheidsbeleid, Rampenbestrijding etc. Zij kunnen gebruik maken van de werkplekken op het Secretariaat aan de wal, maar bij voorkeur vindt de uitvoering van werkzaamheden plaats op het eiland zelf. De inhoudelijke voorbereiding van portefeuille overleggen wordt gecoördineerd door een medewerker van een van de eilanden. Vergaderingen vinden plaats op de vaste wal of middels video-conferencing. Algemene Programma s en onderwerpen met betrekking tot Waddeneilanden (Deels vier eilanden, deels vijf eilanden) Voor 2013 willen de eilanden met betrekking tot een aantal belangrijke ontwikkelingen en programma s gezamenlijk optrekken. Zij willen daardoor hun positie versterken en hun belangen goed vertegenwoordigd zien. De inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden wordt op deze onderwerpen geconcentreerd. Samenwerking Eilandbesturen en gemeentelijke organisaties De uitwerking van VAST op Koers wordt in 2013 verder vormgegeven. Op diverse beleidsterreinen wordt gezamenlijk opgetrokken. Hiervoor zijn een vijftal bestuurlijke speerpunten geformuleerd waarop de gemeentelijke organisaties hun samenwerking willen intensiveren. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Gewerkt wordt aan een gezamenlijke strategie op de bestuurlijke speerpunten, Bestaande samenwerking en uitvoering worden geëvalueerd en verbeterd, Nieuwe taken gezamenlijk worden uitgevoerd. De nadere uitwerking van de diverse speerpunten en uitvoering van taken wordt voorbereid binnen de portefeuille overleggen, het Eilander College en het Regieteam. Inzet vanuit het secretariaat: 400 uur Inzet programmacoördinatoren PHO: 80 uren ( inhoudelijke voorbereiding portefeuilleoverleggen) Inzet ambtenaren op de eilanden: vastgelegd in dienstverleningsovereenkomsten (DVO) 35

82 Bestuurskrachtversterkend Relatienetwerk met Ministeries In 2011 is een relatienetwerk met contactpersonen op diverse Ministeries opgezet, een proactieve vorm van Waddentoets. Het relatienetwerk wordt in 2013 verder uitgewerkt en de contacten worden versterkt. Het voornemen is om in 2013 de werking van het netwerk te evalueren, overeenkomstig de afspraak met de minister van BZK. Bij wet en regelgeving, nieuw beleid vanuit het Rijk, de gevolgen voor de Waddeneilanden vooraf worden getoetst. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Afspraken gemaakt worden die ondersteunend zijn voor belangen en opgaven van de eilandbesturen, Bij actuele problemen en ontwikkelingen er directe relaties zijn op de ministeries ter ondersteuning van de eilandbesturen. Inzet vanuit het secretariaat : 250 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: 30 uren Waddenfonds Het Waddenfonds wordt geregionaliseerd en ondergebracht bij een organisatie van drie Provincies. Het systeem van aanvragen (voorheen het tendersysteem) zal worden gewijzigd, in een meer programmatische aanpak. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : De Waddeneilanden invloed hebben op de nieuwe opzet voor het Waddenfonds De Waddeneilanden gaan meeprofiteren van de middelen uit het Waddenfonds Er meerdere programma s worden ontwikkeld, waaronder het programma duurzaamheid Inzet vanuit het secretariaat : 120 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: op de nieuwe programma s Ontwikkelagenda SBB Om de samenwerking tussen de eilandbesturen en SBB te verbreden en verbeteren is een stuurgroep Ontwikkelagenda actief, waarin de eilandbesturen en de directie van SBB zitting hebben. In 2013 wil de stuurgroep evalueren. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Gemeenten en SBB samenwerken op de gemeenschappelijke beleidsterreinen De agenda breder is dan beheer en natuurontwikkeling Eilanden de samenwerking zoeken vanuit gezamenlijke beleidsdoelstellingen De relatie tussen SBB en gemeenten duurzaam wordt verbeterd Inzet vanuit het secretariaat : 120 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: op de uitvoeringsagenda 36

83 RCW nieuwe stijl Rijk, provincie en alle Waddengemeenten, willen de bestuurlijke drukte rondom het Waddengebied verminderen. Het RCW gaat hiertoe meer de rol van Regiecollege vervullen. Het secretariaat van het Regiecollege wordt sterk afgeslankt. De voorbereiding van de te bespreken thema s en onderwerpen zal veel meer vanuit de deelnemers worden gedaan. De ambtelijke inzet wordt daarmee bepaald door de vertegenwoordiger zelf. Het aantal vergaderingen wordt verminderd. Door de inbreng vanuit het secretariaat willen we bereiken dat : De eilandgemeenten en Waddenkustgemeenten gezamenlijk hun belangen inbrengen en hun samenwerking verstevigen De belangen van de eilanden ten aanzien van de Waddenzee goed behartigd worden De inbreng van de gemeenten leidt tot meer regie en een sterke inbreng op het beheer en ontwikkelplannen voor de Waddenzee Inzet vanuit het secretariaat : 80 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: voorbereiding RCW stukken Administratief/ secretariële ondersteuning (Deels vier eilanden, deels vijf eilanden) Het kantoor van het Secretariaat vervult in toenemende mate de centrale plek waar afstemming en overleg tussen de medewerkers van de eilanden plaatsvindt. Afstemming over gezamenlijke aanpak van beleidsonderwerpen, actuele thema s, portefeuilleoverleggen, provinciale overleggen, stuurgroepvergaderingen etc. etc. Dit naast de driemaandelijkse bestuurlijke overleggen met portefeuillehouders van de eilanden, diverse stuurgroepvergaderingen, en de maandelijkse vergaderingen van het Eilander College. Het plannen en organiseren van al deze overleggen, vergaderingen en het voeren van agendabeheer is een belangrijke taak van de secretariële medewerker. Daarnaast behoort het beheer en onderhouden van de informatie op de Website en verdere communicatieactiviteiten tot de werkzaamheden van de secretarieel/ administratief medewerker. Alle administratieve werkzaamheden als financiële administratie, post en archiefwerkzaamheden worden op het kantoor zelf uitgevoerd, dit in overleg en afstemming met de gemeente Terschelling. In 2011 is het aantal uren voor administratief/secretariële werkzaamheden aangepast aan de toenemende werkzaamheden, vergaderingen en overleggen op het secretariaat naar 28 uur per week. De bereikbaarheid en dagelijkse bezetting van het kantoor is hiermee versterkt. Projecten en Programma s met betrekking tot de Waddenzee en Waddenkust (vijf eilanden) Voor de Waddenzee/Waddenkust zijn diverse programma s en projecten actueel. Het betreft veelal provinciale en rijksprogramma s. Hoewel de overheid veel taken en bevoegdheden wil overhevelen naar gemeente of provincie is de Waddenzee een nationaal natuurgebied gebleven. De vijf Waddeneilanden trekken hierin gezamenlijk op. Voor 2013 wordt vanuit het secretariaat meegewerkt aan diverse programma s en projecten: 37

84 Deltaprogramma: Vanuit het nationale DELTA programma zijn de Waddeneilanden betrokken bij twee deelprogramma s, het programma KUST en het programma WADDEN. In 2012 en doorlopend naar 2013 wordt het plan van aanpak opgesteld voor de programma s. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Binnen het deltaprogramma de juiste focus is op de Waddeneilanden De verbindingen worden gelegd met andere (Delta) programma's Gezamenlijk met het Deltaprogramma werken aan de: - Kansrijke strategieën van het Deltaprogramma - Kennisagenda s van Kust en Wadden - Aanpak op de eilanden Zo groot mogelijke invloed wordt uitgeoefend op de programma s Inzet vanuit het secretariaat : 450 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: aantal werkbijeenkomsten, mee voorbereiden stukken Waterveiligheid/POK/Overige Deltaprogramma s: Door het Deltaprogramma wordt de kustveiligheid versterkt voor de lange termijn (100 jaar). Van belang is de verbinding naar andere progamma s op dit onderwerp in de regio te leggen voor de korte termijn. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Invloed wordt uitgeoefend op de water en kustveiligheid van de eilanden Verbindingen worden gelegd met andere (Delta) programma's De invloeden van het Deltaprogramma naar de Regio worden vertaald Nog meer gebruik maken van het Provinciaal Overleg Kust Verdere relatie opbouwen met Rijkswaterstaat Noord-Nederland Inzet vanuit het secretariaat : 100 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: mee voorbereiden stukken Werelderfgoed Waddenzee De Waddenzee (trilateraal) heeft het predicaat Werelderfgoed gekregen. Werelderfgoed is een kwaliteitsaanduiding voor het gehele gebied. De eilanden willen dit positief aanwenden. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Invloed wordt uitgeoefend op de duurzame toerismestrategie Invloed wordt uitgeoefend op promotie en ontwikkelingen rondom werelderfgoedcentra Inzet vanuit het secretariaat : 100 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: terugkoppeling naar het eiland en coördinator Natura-2000 De Natura-2000 wetgeving vanuit Europa heeft veel invloed op toekomstige ontwikkelingen in natuurgebieden. De betrokkenheid bij de nadere uitwerking van deze wet op regionaal niveau is dan ook van groot belang. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Invloed wordt uitgeoefend op het beheer van de Waddenzee, de Noordzeekustzone en de vijf eilanden Gebiedsafsluiting wordt voorkomen en ingezet wordt op een kwalitatieve benadering Verbindingen worden gelegd tussen de drie deelprogramma s door middel van de afspraken in Speerpunt 2 van de evaluatie VAST Inzet vanuit het secretariaat : 200 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: mee voorbereiden stukken, inzet voor eigen N-2000 plannen. 38

85 Ruimtelijk Plan Waddenzee De gemeenten moeten voldoen aan de wettelijke verplichting om voor 2012 actuele bestemmingsplannen te hebben, waaronder het bestemmingsplan voor de Waddenzee. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Een éénduidige ruimtelijke regeling komt voor het Waddenzeegebied in samenwerking met de 13 vaste wal gemeenten, Rijk en Provincie Een duidelijke taakverdeling komt tussen de verschillende overheidspartijen Voldoende invloed is van de Waddengemeenten in het Waddengebied Inzet vanuit het secretariaat : 200 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: mee voorbereiden stukken, inbrengen ontwikkelingen. Convenant Vaarrecreatie Middels het monitoren van vaargedrag wordt de visie op de jachthavens en haveninrichting voorbereid. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : De havenvisie en de haveninrichtingsplannen goed worden begeleid De monitoring goed wordt gevolgd, evenals de afronding van het convenant Er invloed wordt uitgeoefend op een positieve afsluiting van het convenant Inzet vanuit het secretariaat: 120 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden: Begeleiden richtingsplannen per gemeente, en inzet in het cluster voor opstellen oplegnotitie havenclusters ( 1000,00 per gemeente) Visserij Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Invloed wordt uitgeoefend op de processen van o.a. staandwantvisserij De N-2000 processen Garnalen, MZI, Boomkor en schelpdiervisserij worden gevolgd Inzet vanuit het secretariaat: 120 uur RCW De afgevaardigde vanuit Het Eilander College,dhr. A. de Hoop, heeft zitting in het RCW. Door de inbreng vanuit het secretariaat willen we bereiken dat : De inhoudelijke stukken voor de vergadering goed worden voorbereid De Waddeneilanden goed vertegenwoordigd worden en invloed uit kunnen oefenen Inzet vanuit het Secretariaat: 60 uur Programma Rijke Waddenzee Het programma Rijke Waddenzee kent een veelheid aan projecten waardoor nader invulling gegeven kan worden aan gewenste natuurontwikkelingen in de Waddenzee. Het programma Rijke Waddenzee zal het natuurprogramma worden binnen het Waddenfonds. In de regiekamer is Mevrouw F. Giskes afgevaardigde vanuit het Eilander College. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken: De inhoudelijke voorbereiding van de vergadering v.d. Regiekamer Verbeteren gebruik van genoemde projecten uit het programma Invloed uitoefenen op de geselecteerde projecten Vanuit eilanden projecten inbrengen om samenwerking te stimuleren Inzet vanuit het secretariaat: 60 uur Inzet van contactpersoon Texel: Informatie stroom vanaf Texel t.b.v. gezamenlijke voorbereiding. 39

86 Projecten en Programma s met betrekking tot de ICT Samenwerking Waddeneilanden (Vier eilanden) De Friese Waddeneilanden en de gemeente Leeuwarden hebben besloten te gaan samenwerken op het gebied van ICT. In 2011 is daartoe door de Gemeenschappelijke Regeling VAST en de gemeente Leeuwarden een raamovereenkomst opgesteld en zijn diverse deelovereenkomsten getekend. Een plan van aanpak voor de implementatie in 2011 is inmiddels vol in uitvoering. Een doorkijk naar de samenwerking op de middellange termijn, is eveneens in ontwikkeling. De inzet van ICT voor de Waddeneilanden moet effectiever (kwaliteit) en efficiënter (geld). Voor het jaar 2012 worden vanuit het secretariaat diverse programma s en projecten geïnitieerd: Overhevelen infrastructuur ICT naar Leeuwarden Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Het technisch beheer van de ICT voorzieningen bij de gemeente Leeuwarden wordt belegd, een stabiele infrastructuur voor de eilanden wordt bewerkstelligd, dit inclusief het regulier beheer. Inzet vanuit het secretariaat: 400 uur Inzet van/ op de eilanden: besluitvorming applicatiekeuzes 50 uur ondersteuning lokale ICT 200 uur Contract management Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Het contract met Leeuwarden wordt beheerd De SLA -besprekingen worden gevoerd en geëvalueerd De facturering en het afgesproken prijspeil centraal wordt bewaakt De dienstverlening op het afgesproken peil centraal wordt bewaakt Inzet vanuit het secretariaat: 200 uur Inzet van de eilanden: afstemming dienstverlening 50 uur Demand Management Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : De behoeftes van de individuele eilanden worden geïnventariseerd en vertaald naar een gezamenlijke opdracht voor de gemeente Leeuwarden Een zo standaard mogelijk pakket aan dienstverlening wordt verkregen voor de eilanden Inzet vanuit het secretariaat: 850 uur Inzet van de eilanden: afstemming nieuwe dienstverlening 50 uur Inrichten gecentraliseerd functioneel beheer Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Gelijksoortige beheertaken (functioneel) worden geconcentreerd in beheerteams Resterende beheertaken op de eilanden efficiënt en kwalitatief hoog worden uitgevoerd Inzet vanuit het secretariaat: 400 uur Inzet van/ op de eilanden: Leveren menskracht voor afstemming en beheer 400 uur Projectmanagement Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Gezamenlijke projecten centraal worden begeleid Het hoogst mogelijke synergievoordeel wordt behaald Inzet vanuit het secretariaat: 150 uur Inzet van de eilanden: Leveren inhoudelijke inbreng 200 uur 40

87 Projecten en Programma s met betrekking tot het ambitiemanifest Duurzame Waddeneilanden (Deels vier eilanden, deels vijf eilanden) De vijf Waddeneilanden hebben in september 2007 het ambitiemanifest Waddeneilanden, de energieke toekomst vastgesteld, met als doel in 2020 zelfvoorzienend te zijn voor duurzame energie- en watervoorziening. De uitvoering van het ambitiemanifest kan een goede impuls gebruiken. Individuele eilander initiatieven zijn zeer de moeite waard. Het is nu zaak spoedig de gecoördineerde aanpak van het Ambitiemanifest zo vorm te geven dat dergelijke initiatieven snel van de grond komen. Voor de jaren worden vanuit het secretariaat diverse programma s en projecten geïnitieerd. Stappenplan Duurzame Eilanden Voor de Waddeneilanden is een stappenplan voor de komende jaren opgesteld. Onderliggend zijn energievisies per eiland opgesteld, waarin de huidige energiebehoefte is opgenomen, aangevuld met het effect van de voorgestelde maatregelen. Uitvoeringsprogramma 2012 / 2014 Stappenplan wordt vertaald in een uitvoeringsprogramma voor de jaren 2012 t/m Om de eilanden te ondersteunen bij het ontwikkelen van projecten, ook gelet op de kansen bij het Waddenfonds, is er extra ondersteuning ingehuurd voor het helpen opstellen van de plannen en het aanjagen. Hiervoor is 260 uur begroot. In het uitvoeringsplan zijn projectlijnen opgenomen die overeenkomen met het stappenplan. Hieronder zullen verschillende concrete projecten op de eilanden gedraaid kunnen gaan worden. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat : Er concrete projecten ontstaan die gezamenlijk uitgewerkt kunnen worden, waardoor de ambities van de Waddeneilanden op het gebied van duurzame energie ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. De gemeenten optimaal ondersteund worden bij het gaan realiseren van projecten op de eilanden. Het draagvlak en de betrokkenheid bij de eilandbewoners en ondernemers vergroot en versterkt wordt. Inzet vanuit het secretariaat in: 200 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden : dit is onderdeel van de uitwerking die op dit moment plaatsvindt. Naar verwachting zal de inzet in uren wel omhoog gaan, of zullen er andere constructies moeten worden uitgewerkt om de eilanden hierin verder te ondersteunen. Samenhang uitvoeringsprogramma en activiteiten Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken : opschaling en versnelling van activiteiten op de eilanden versterken organiserend vermogen op de eilanden afstemming en samenwerking bevorderen door samen met de contactambtenaren en de bestuurders zorg te dragen dat projecten tot uitvoering komen op de eilanden opstarten/ontwikkelen projecten gericht op energiebesparing en decentrale energie opwekking Inzet vanuit het secretariaat in: 500 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden 2013: nader te bepalen 41

88 Uitwerken/ ontwikkelen projecten Naast bestaande en bekende businesscases moet gewerkt worden aan nieuwe concepten, financieringsgsmogelijkheden en partners. Door de inbreng vanuit het secretariaat en de eilanden willen we bereiken dat: Een Kennisplatform komt over projecten, ideeën, partijen, financieringsmogelijkheden, subsidiemogelijkheden, waaronder het Waddenfonds Coalities, convenanten, samenwerkingsafspraken ontstaan gericht op concrete duurzame energieprojecten ( besparing of opwekking) Inzet vanuit het secretariaat: 400 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden 2013: nader te bepalen Communicatie Door de inbreng van het secretariaat en de eilanden wordt gewerkt aan programma en projectcommunicatie. Hiermee wordt: Bekendheid voor het ambitiemanifest, stappenplan en de projecten gegenereerd Exposure gegenereerd ten aanzien van Duurzame Waddeneilanden, in relatie met gemeenten en provincie Inzet vanuit het secretariaat in 2013: 100 uur Inzet contactambtenaren van de eilanden 2013 : 50 uren 42