Toetsgids pabo. Nederlandse taal. Deze bundel is een handleiding bij de landelijke kennistoets voor het pabovak Nederlandse taal.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toetsgids pabo. Nederlandse taal. Deze bundel is een handleiding bij de landelijke kennistoets voor het pabovak Nederlandse taal."

Transcriptie

1 Toetsgids pabo Nederlandse taal Deze bundel is een handleiding bij de landelijke kennistoets voor het pabovak Nederlandse taal. Hierin onder meer uitleg over: de toetsmatrijs het soort toetsvragen de duur van de toets toegestane hulpmiddelen herkansing Januari 2013

2 Inleiding Welke kennis en vaardigheden vraagt de landelijke kennistoets Nederlandse taal van studenten? Waar gaan de vragen over en hoe zien ze er uit? Deze bundel geeft daarop antwoord. In twee delen en op twee niveaus. Het eerste gedeelte - de toetsgids - beschrijft de formele kant van de toets. Daarbij gaat het om zaken als: de toetsmatrijs het aantal vragen de moeilijkheidsgraad de toegestane hulpmiddelen herkansingen De inhoud van de landelijke kennistoets Nederlandse taal is gebaseerd op de kennisbasis, zie: Vakcommissie De vakcommissie heeft de toetsmatrijs, de blauwdruk voor iedere toets, vastgesteld. Als handreiking voor de studenten is tevens een overzicht van toetsdoelen opgesteld. Samenstelling vakcommissie Folkert Kuiken Ineke Stigter Henk Huizenga CONCEPT 2 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

3 Toetsgids Nederlandse taal

4 Toetsgids 1 - De inhoud van de toets de vragen De toets bevat 100 vragen. Ze gaan over de inhoud van een deel van de kennisbasis. De toets is opgesteld in de Nederlandse taal. Een antwoord is ofwel goed, ofwel fout. Een goed antwoord levert 1 punt op een fout antwoord of geen antwoord 0 punten. In totaal zijn er 100 punten te behalen in deze toets de toetsmatrijs De toets bestaat uit vier blokken die verwijzen naar kennis over vier typen taalvaardigheid: Mondelinge taalontwikkeling Sprekers leren hun moedertaal in eerste instantie mondeling. Woordenschatuitbreiding is een belangrijk deel van deze mondelinge taalontwikkeling. Schriftelijke taalontwikkeling Hoewel de ontwikkeling van geletterdheid vaak thuis al een aanvang neemt, vindt een groot deel van de schriftelijke taalontwikkeling op school plaats. Op school worden kinderen tijdens de taallessen systematisch onderwezen in de schriftelijke code (beginnende geletterdheid, voortgezet technisch lezen, spellen). Begrijpend lezen en schrijven Goed en vlot lezen en schrijven zijn vaardigheden waarin je beter wordt naarmate je ze veel oefent. Dit gebeurt op allerlei momenten, niet alleen tijdens de lees- en stellessen, maar ook tijdens het lezen van jeugdboeken en bij andere vakken. De kennis over teksten en jeugdliteratuur die hiermee samenhangt, is voor lezen en schrijven voor een groot deel identiek: denk aan kenniselementen als tekstsoort en doel van de tekst. Taalkunde Op metaniveau over taal kunnen denken en praten, kan alleen als je beschikt over een taalkundig begrippenapparaat. Naast terminologie die samenhangt met Taalbeschouwing, omvat deze categorie ook algemeen taalkundige begrippen die relevant zijn voor een leerkracht basisonderwijs 4 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

5 De vakcommissie Nederlandse taal heeft de toetsmatrijs vastgesteld. Hierin is aangegeven welke domeinen geschikt zijn voor landelijke digitale toetsing. Per toetsblok en domein staat vermeld hoeveel vragen de toets telt. De nummering van de domeinen verwijst naar de kennisbasis. Van onderdelen van domeinen die niet in de toetsmatrijs staan opgenomen, vindt toetsing op instellingsniveau plaats. Toetsblok Domeinen kennisbasis Aantal A. Mondelinge taalontwikkeling 25 vragen B. Schriftelijke taalontwikkeling 36 vragen C.Begrijpend lezen en schrijven 19 vragen D.Taalkunde 20 vragen 1. Mondelinge taalvaardigheid Woordenschat Beginnende geletterdheid Voortgezet technisch lezen 7 9. Spelling Begrijpend lezen Stellen 5 7. Jeugdliteratuur 2 8. Taalbeschouwing 20 Totaal de taxonomie van Bloom Leraren beheersen hun vak op verschillende niveaus. Ze hebben niet alleen de vereiste feitenkennis, maar komen op basis daarvan ook tot doordachte oplossingen. Taxonomie, zo heet de indeling van kennis naar verschillende niveaus. De redactie gebruikt de taxonomie van Bloom. De indeling van deze Amerikaanse psycholoog is van laag naar hoog: kennis inzicht toepassing analyse synthese evaluatie De landelijke kennistoets test vooral de beheersing van de eerste drie niveaus. 5 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

6 2 - Het afnemen van de toets toetsomgeving De afname van de toets gebeurt in een beveiligde, digitale omgeving. Studenten loggen in met een eigen wachtwoord. Zolang de toets loopt, is het niet mogelijk om internet of andere computerprogramma s te gebruiken. Bij een storing blijven de gegeven antwoorden opgeslagen. Om daarna verder te gaan is opnieuw inloggen voldoende. De toets is opgebouwd uit 4 blokken. Studenten kunnen binnen een blok naar iedere gewenste vraag navigeren. Daar zijn drie knoppen voor: vorige (vorige vraag) volgende (volgende vraag) examennavigator (direct een vraag kiezen) Wanneer studenten op de knop naar het volgende blok klikken, sluiten ze het blok af. Als niet alle vragen binnen het blok beantwoord zijn, wordt de student hiervoor gewaarschuwd. Pas daarna verschijnt de eerste vraag van het volgende blok in beeld. Terugkeren naar een eenmaal afgesloten blok is niet mogelijk. Met twee knoppen rechts bovenin het scherm kunnen studenten de leesbaarheid vergroten: om het lettertype te vergroten om het contrast te verhogen 6 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

7 2.2 timer, duur van de toets en afsluiting een timer op het beeldscherm een balk die de voortgang toont duur van de toets: twee uur afsluiten met toets beëindigen Iedereen gelijk? De toets bevat voor iedereen dezelfde vragen. Binnen een blok kiezen studenten zelf de volgorde waarin ze vragen beantwoorden. Op het beeldscherm is een timer afgebeeld met de tijd die nog rest tot afsluiting van de toets. Een balk toont de voortgang: het aantal al beantwoordde vragen ten opzichte van de totaal aantal vragen. Vragen die na twee uur niet zijn beantwoord, gelden als fout. Na twee uur krijgen de studenten van de surveillant de instructie om op de knop toets beëindigen te drukken. Na afsluiting zijn de antwoorden opgeslagen en niet meer te wijzigen. De surveillanten geven tweemaal informatie over de nog beschikbare toetstijd. De eerste keer een half uur voor, en de tweede keer vijf minuten voor afsluiting van de toets hulpmiddelen Het gebruik van kladpapier is toegestaan. De surveillant reikt dit uit en neemt het na afloop ook weer in voorzieningen voor studenten met een studiebeperking Alle studenten kunnen gebruik maken van de algemene schermaanpassingen: het vergroten van de letters en het veranderen van het contrast. Daarnaast hebben sommige studenten recht op dertig minuten extra toetstijd. De examencommissie van hun opleiding beslist daarover. 7 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

8 3 - De uitslag voldoende of onvoldoende Toetsdeskundigen en vakexperts bepalen de grens tussen zakken en slagen. Deze zogeheten cesuurstelling heeft een wetenschappelijk fundament uitslag Studenten krijgen de uitslag via hun opleiding. Dat gebeurt zo snel mogelijk, maar uiterlijk vier werkweken na het sluiten van de landelijke toetsperiode inzage Studenten kunnen de gemaakte toets na afloop van een toetsperiode onder examencondities inzien. Zij vragen dat dan aan bij de examencommissie van hun opleiding. 3.4 bezwaar en beroep Studenten kunnen binnen zes weken na de uitslag van de toets hier bezwaar tegen maken. Dat doen ze bij de examencommissie van hun opleiding. 3.5 herkansing Bij een onvoldoende als resultaat van de toets heeft de student recht op een herkansing. Voorbeeldvragen Via de website zijn voorbeelden van toetsvragen beschikbaar. Ook bestaat de mogelijkheid daarmee te oefenen. 8 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

9 Toetsdoelen Nederlandse taal

10 Toetsdoelen Kennis én vaardigheden spelen bij elk schoolvak een belangrijke rol. In de kennisbasis en bij deze toetsdoelen gaat het om de kennis die een docent moet hebben om in de volle omvang van zijn vak les te kunnen geven. De toetsdoelen bieden aan opleiders en studenten een houvast voor de selectie van leerstof en de voorbereiding op de kennistoets. De kennistoets bevat vragen gebaseerd op kennis van, en inzicht in, de doelen uit de lijst. De toetsdoelen vloeien voort uit de in 2009 vastgestelde kennisbasis. Eventuele aanpassing vindt tegelijk met de herziening van de kennisbasis plaats. Voor de verschillende opleidingen blijft er ruimte om in het onderwijs verdieping en verbreding aan te brengen en dit ook op instellingsniveau te toetsen. Enkele opmerkingen: Wanneer een kenniselement uit de kennisbasis niet in de lijst voorkomt, betekent dit dat het in de toets niet bevraagd zal worden. In de kennisbasis komen sommige kenniselementen in meerdere domeinen voor. Voor de toets is er steeds een keuze gemaakt en komen de toetsdoelen bij zo n kenniselement slechts bij één domein voor. Enkele toetsdoelen zijn twee keer opgenomen in de lijst. Dat betekent dat er in die gevallen twee vragen over het betreffende toetsdoel in de toets voor komen. 10 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

11 Domein 1 mondelinge taalvaardigheid luisterdoelen kan aangeven welke luisterstrategie (globaal luisteren, intensief luisteren, gericht luisteren, kritisch luisteren) geschikt is om een bepaald luisterdoel (iets te weten willen komen, een gevoel willen ondergaan, een mening willen vormen, een handeling willen uitvoeren, een spel willen spelen) te realiseren spreekdoelen kent de spreekdoelen amuseren, informeren, instrueren en overtuigen en kan in een taalgebruikssituatie aangeven welke doelen een spreker hanteert sociale taalfuncties kent de sociale taalfuncties zelfhandhaving, zelfsturing, sturing van anderen, structurering van het gesprek en kan van een taalgebruikssituatie aangeven welke sociale taalfunctie van toepassing is cognitieve taalfuncties kent de cognitieve taalfuncties: rapporteren, redeneren, projecteren en kan cognitieve taalfuncties ordenen in mate van complexiteit kan van een taalgebruikssituatie aangeven welke cognitieve taalfunctie van toepassing is mondeling presenteren Weet dat bij mondeling presenteren de volgende stappen worden genomen: oriënteren op de inhoud, doel en publiek bepalen, plannen, presenteren, reflecteren op doel en inhoud taalverwerving kan in een taalgebruikssituatie aangeven of een kind zijn taal leert ten aanzien van semantische, fonologische, morfologische, syntaxische en pragmatische aspecten kent twee verschillende theorieën over taalverwerving: creatieve constructie theorie en interactionele benadering taalontwikkelingsfasen kent de taalontwikkelingsfasen en hun kenmerken (prelinguaal: huilen, vocaliseren, vocaal spel, brabbelen en linguaal: vroeglinguale fase, differentiatiefase, voltooiingsfase ); kan aangeven in welke fasen de prelinguale fase van de taalontwikkeling verloopt (huilen, vocaliseren, vocaal spel, brabbelen); kan aangeven in welke fasen de linguale fase van de taalontwikkeling verloopt (vroeglinguale fase, differentiatiefase, voltooiingsfase) kan in taaluitingen van kinderen de taalontwikkelingsfasen herkennen 11 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

12 tweede taalverwerving kent de verschillen tussen eerste en tweede taalverwerving met het oog op de factoren taalkennis en tijd en kent de begrippen simultane en successieve tweetaligheid kent het begrip interferentiefout en kan in een taalgebruikssituatie aangeven of er sprake is van interferentiefouten cognitieve academische taalvaardigheid kent het verschil tussen Cognitieve Academische Taalvaardigheid (CAT) en Dagelijks Algemeen Taalgebruik (DAT) en herkent CAT in praktijkvoorbeelden 12 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

13 Domein 2 Woordenschat woordenschatuitbreiding kent de begrippen woordenschatuitbreiding in de breedte (meer nieuwe woorden verwerven) en in de diepte (diepe woordenkennis verwerven) en kan voorbeelden van deze typen woordenschatuitbreiding herkennen in een praktijkvoorbeeld receptieve woordenschat productieve woordenschat kent het verschil tussen receptieve en productieve woordkennis wat betreft aard en omvang en kan receptieve en productieve woordkennis herkennen in een praktijkvoorbeeld woordleerstrategieën kent vier strategieën om de woordbetekenis te achterhalen (woord analyseren, gebruik maken van verbale en non-verbale context, gebruik maken van een bron in 1e of 2e taal, letten op overeenkomsten tussen 1e en 2e taal) en kent de relatie tussen woordleerstrategieën en principes van woordenschatverwerving kent drie strategieën om de woordbetekenis te onthouden (herhalen en opschrijven, ophalen uit het geheugen, woord produceren) en herkent in taalleersituaties de gebruikte woordleerstrategieën woordbetekenis kent de begrippen label en concept en de relatie tussen die twee begrippen, weet dat woordbetekenis is opgebouwd uit betekenisaspecten en kan cruciale betekenisaspecten van woorden onderscheiden van minder belangrijke woordenschatopbouw kan aangeven welke betekenisrelaties (synoniem, categorie-exemplaar/hyponiem, antoniem, context) tussen woorden bestaan kan aangeven welke vormrelaties (rijmwoorden, homoniemen) tussen woorden bestaan vaktaalwoorden schooltaalwoorden signaalwoorden kent de begrippen vaktaalwoord, schooltaalwoord en signaalwoord en kan bij een taalgebruikssituatie aangeven wat vaktaalwoorden, schooltaalwoorden en signaalwoorden zijn 13 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

14 vaktaalwoorden schooltaalwoorden signaalwoorden kan bij een taalgebruikssituatie aangeven wat inhoudswoorden en functiewoorden zijn woordenschatopbouw mentaal lexicon kent het begrip mentaal lexicon en kent de manier waarop woorden in het geheugen liggen opgeslagen (netwerkopbouw) kent de verschillende soorten informatie die over een woord zijn opgeslagen (akoestisch, fonologisch, semantisch, syntactisch, orthografisch) en kent de verschillende relaties die woorden onderling verbinden (fonologisch, semantisch, syntactisch, orthografisch) woordenschatverwerving kent drie principes van woordenschatverwerving (labelen, categoriseren, opbouwen van netwerk) en kan bij een taalgebruikssituatie aangeven welk principe van woordenschatverwerving van toepassing is 14 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

15 Domein 3 Beginnende geletterdheid ontluikende geletterdheid kent het begrip ontluikende geletterdheid in relatie tot beginnende geletterdheid en gevorderde geletterdheid boekoriëntatie en verhaalbegrip kan de begrippen boekoriëntatie en verhaalbegrip relateren aan (de ontwikkeling van) beginnende geletterdheid en herkent kenmerken van boekoriëntatie en verhaalbegrip in een leessituatie functies van geschreven taal kent het begrip functies van taal en herkent taalbewustzijn met betrekking tot functies van geschreven taal in het taalleesgedrag van kinderen taalbewustzijn en alfabetisch principe kent de begrippen taalbewustzijn en alfabetisch principe en herkent verschijningsvormen van taalbewustzijn en het alfabetisch principe in het taalleesgedrag van kinderen auditieve vaardigheden kent de begrippen fonologisch en fonemisch bewustzijn en herkent verschijningsvormen van fonologisch en fonemisch bewustzijn in praktijksituaties kan bij een activiteit aangeven welke van de auditieve vaardigheden gehanteerd wordt: auditieve objectivatie, auditieve analyse, auditieve synthese, temporeel ordenen, bepalen van klankpositie visuele vaardigheden kan bij een activiteit aangeven welke van de visuele vaardigheden gehanteerd wordt: visuele analyse, visuele synthese, spatieel ordenen, letterpositie bepalen elementaire leeshandeling kent het begrip elementaire leeshandeling en kent de verschillende stappen van de elementaire leeshandeling: visuele analyse, grafeem-foneemkoppeling, fonemen in volgorde onthouden (temporele ordening), auditieve synthese, betekenis geven herkent deze leesstrategie in leessituaties elementaire spellinghandeling kent de verschillende stappen van de elementaire spellinghandeling (auditieve analyse, fonemen in volgorde onthouden, foneem-grafeemkoppeling, woord schrijven) en kan aangeven of een woord volgens de elementaire spellinghandeling geschreven kan worden herkent deze spellingstrategie in taalgebruikssituaties 15 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

16 klankzuivere woorden kan aangeven of een woord klankzuiver is schriftsystemen kent de begrippen grafeem en foneem en kan aangeven uit hoeveel letters/ grafemen/fonemen een woord is opgebouwd herkent voorbeelden van pictografisch schrift, logografisch schrift en alfabetisch schrift ontwikkeling geletterdheid kent de fasen van de ontwikkeling van de spontane schrijfvaardigheid (tekenen, krabbelen, ketens letterachtige vormen, 1 of enkele letters gebruiken, invented spelling) en herkent deze fasen in de schrijfproducten van kinderen functionele geletterdheid functioneel analfabetisme kent de begrippen functionele geletterdheid en functioneel analfabetisme en kan voorbeelden van functionele geletterdheid en functioneel analfabetisme herkennen in een taalgebruikssituatie thuissituatie en geletterdheid kent het belang van de taalsituatie thuis voor de ontwikkeling van geletterdheid en weet dat de taal waarin geletterdheid ontwikkeld wordt er niet toe doet 16 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

17 Domein 4 Voortgezet technisch lezen strategieën technisch lezen kent de verschillende leesstrategieën en hun functies (elementaire leeshandeling (zie ook 3.1.7), lezen met behulp van klankclusters en spellingspatronen, van visuele woordvorm, van morfologische analyse, van context) kan bij een taalgebruikssituatie of een oefening aangeven welke leesstrategie gehanteerd wordt voordrachtsaspecten kent de verschillende voordrachtsaspecten (uitspraak en articulatie, klemtoon, zinsmelodie, natuurlijkheid en emotionaliteit, tempo en volume, lezen van woordgroepen en interpunctie) en kan bij een taalgebruikssituatie of een oefening aangeven welk voordrachtsaspect van het lezen gehanteerd wordt leesteksten niveaubepaling van teksten kent factoren die een rol spelen bij de moeilijkheidsgraad van een tekst (woordgebruik, zinsconstructies, tekstsoort en inhoud, stijl, vormgeving, lengte) en kent de indelingscriteria van de AVI,BAVI, LAT en CLIB-indeling automatisering Kent het begrip automatisering en kan bij een leessituatie of een oefening aangeven of er sprake is van automatiseren leesproces kan bij een taalgebruikssituatie of een oefening aangeven welke theorie over het leesproces van toepassing is (bottom-up, top-down en interactiemodel) dyslexie kent de definitie van dyslexie volgens de Gezondheidsraad en kent de symptomen van dyslexie in de kleuterleeftijd: moeite met rijtjes benoemen en opzeggen van versjes 17 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

18 Domein 5 Begrijpend lezen en schrijven leesdoel bepalen kent de verschillende doelen die de lezer hanteert bij het lezen (informatie zoeken, weten hoe iets te maken/doen, meningen zoeken, argumenten zoeken, ontspannen) en kan bij een taalgebruikssituatie of een oefening aangeven welk leesdoel de lezer hanteert leesstrategieën kent strategieën die de lezer kan inzetten om een tekst te begrijpen: voor, tijdens en na het lezen: bepalen leesdoel; leggen en afleiden van verbanden; voorspellen van informatie; het maken van voorstellingen; opsporen structuur; herkennen tekstsoort; vinden van het thema en de hoofdgedachte van teksten; zelf stellen en beantwoorden van vragen; plannen, sturen, bewaken en corrigeren van het eigen leesgedrag; beoordelen van teksten op hun waarde; reflecteren eigen leesactiviteiten en hun resultaten en kan bij een taalgebruikssituatie of een oefening aangeven op welke strategie voor het begrijpend lezen een beroep wordt gedaan technieken voor informatieverwerking kent het begrip studerend lezen (toekennen van betekenis aan geschreven taal met als doel de tekst te reproduceren) en kan aangeven welke technieken adequaat zijn bij informatieverwerking (bijvoorbeeld onderstrepen van hoofdzaken, maken van samenvatting, schema, diagram, mindmap, woordveld of woordweb) reflecteren op leesgedrag kent het begrip zelfreflectiestrategie (sturen, controleren, evalueren van leesgedrag) en herkent dit in praktijksituaties en kan aangeven welke factoren het leesgedrag beïnvloeden (moeilijkheidsgraad tekst, tekstsoort, passende leeswijze, leeservaring, leesmotivatie, voorkennis tekstonderwerp, concentratie) tekstsoorten kent de verschillende tekstsoorten(verhalende tekst, informatieve tekst, directieve tekst, beschouwende tekst, argumentatieve tekst) en kan bij een tekst aangeven tot welke tekstsoort die behoort tekstkenmerken kent de tekstkenmerken inhoud, vorm, bedoeling; thema, taalgebruik, structuur en doel en kent de relatie tussen tekstkenmerken, tekstsoorten en de moeilijkheidsgraad van teksten 18 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

19 relaties in teksten kent minstens zes taal-denk-relaties (vraag-antwoord, chronologie, voorbeelden, vergelijking, middel-doel, voorwaardelijke structuur) en kan aangeven welke taaldenkrelatie in een gesproken of geschreven tekst gelegd wordt (en kan daarbij gebruikmaken van voegwoorden, verwijswoorden en signaalwoorden) tekstdoelen kan het doel van een tekst aangeven: informeren, overtuigen, amuseren, instrueren informatieverwerking kent de twee hoofdtypes van informatieverwerking (perceptie en cognitie) en kan aangeven wat we verstaan onder perceptie (informatie verwerken via je zintuigen) en cognitie (nieuwe kennis creëren door oude en nieuwe kennis te verbinden en deze nieuwe kennis te gebruiken) en kan aangeven wat we verstaan onder studievaardigheden (het kunnen hanteren van studieteksten en informatiebronnen, bijv. schema s, tabellen, grafieken, kaarten) 19 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

20 Domein 6 Stellen bepalen doel, publiek en tekstsoort verzamelen, selecteren en ordenen inhoud structureren formuleren reviseren verzorgen reflecteren op schrijfgedrag kent de begrippen verzamelen, selecteren, ordenen van inhoud, formuleren, revisie, verzorgen en reflecteren op schrijfgedrag; kent de plaats van al deze stappen in het schrijfproces en herkent deze stappen in een schrijfsituatie (5.1.8) Tekstkenmerken-schrijven kent de begrippen tekstdoel, publiek en tekstsoort en hun onderlinge relatie en kent ten minste drie specifieke tekststructuren (stapelstructuur, verhaalstructuur, betoogstructuur) en kan deze herkennen schrijfproces Weet dat in het schrijfproces drie componenten een rol spelen: kennis van de schrijver; de communicatieve situatie; het feitelijke schrijfproces. Kent de drie fasen van het schrijfproces (schrijven, plannen en reviseren), kent het verschil tussen formuleren en coderen en kan de genoemde elementen in een praktijksituatie herkennen schrijfstrategieën kent de begrippen vertellend en denkend schrijven en kan bij een situatie aangeven of vertellend of denkend schrijven wordt toegepast kent het begrip schrijfstrategie (aanpak van het schrijfproces) en herkent strategische schrijven in een praktijkvoorbeeld 20 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

21 Domein 7 Jeugdliteratuur literaire genres weet dat genres op verschillende manieren ingedeeld kunnen worden en kent de criteria die daarbij een rol spelen (op basis van thema, woord en beeld, doelstelling, vorm) beoordelingscriteria jeugdliteratuur kent de invalshoeken waarop jeugdliteratuur beoordeeld kan worden (literair, pedagogisch, ideologisch) en herkent deze benaderingen in praktijkvoorbeelden (boekbesprekingen) 21 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

22 Domein 8 Taalbeschouwing functies van taal (5.3.2) kent de drie functies van taal (communicatief, expressief, conceptualiserend); kan in een taalgebruikssituatie aangeven welke functie van toepassing is en kan van een tekst aangeven welke functie die heeft taalbeschouwingsstrategieën kent de taalbeschouwingsstrategieën analyseren, relateren, vergelijken, classificeren, generaliseren, herordenen en herkent in een taalgebruikssituatie of een oefening welke taalbeschouwingsstrategie wordt gehanteerd taalgebruik kent het begrip register en herkent formeel en informeel taalgebruik taalvariatie kent de begrippen taalvariatie (binnen en tussen individuen, groepen, regio s) en taalvariëteit en kan voorbeelden van taalvariatie herkennen/benoemen in praktijksituaties en kent het verschil tussen standaardtaal en dialect en weet welke autochtone standaardtalen in Nederland erkent zijn (Fries en Nedersakisch) taal kent de relatie tussen mondelinge en schriftelijke taal en weet dat taal een recursief systeem is (en wat dit inhoudt kan uitingen beschouwen op verschillende taalkundige niveaus en aangeven of ze op fonologische of orthografisch niveau incorrect of multi-interpretabel zijn kan uitingen beschouwen op verschillende taalkundige niveaus en aangeven of ze op morfologisch niveau incorrect of multi-interpretabel zijn kan uitingen beschouwen op verschillende taalkundige niveaus en aangeven of ze op syntactisch niveau incorrect of multi-interpretabel zijn kan uitingen beschouwen op verschillende taalkundige niveaus en aangeven of ze op semantisch niveau incorrect of multi-interpretabel zijn kan uitingen beschouwen op verschillende taalkundige niveaus en aangeven of ze op pragmatisch niveau incorrect of multi-interpretabel zijn fonologie kent het begrip fonologie en kan aangeven hoeveel fonemen er in een woord zitten morfologie kent het begrip morfologie, kan een woord verdelen in morfemen en kan bij een woord aangeven of er sprake is van vervoeging, verbuiging, afleiding of samenstelling 22 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

23 syntaxis kent het begrip syntaxis en kan de structuur van zinnen duiden met behulp van termen uit de zinsontleding en woordbenoeming zoals die in de Cito entree toets voor de Pabo voorkomen: Woordsoorten: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, koppelwerkwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, voorzetsel, telwoord, bijwoord, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord Zinsdelen: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, naamwoordelijk deel, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling, bijvoeglijke bepaling semantiek kent de begrippen semantiek, antoniem, hyponiem en synoniem en kan aangeven of er tussen woorden sprake is van een betekenisrelatie in termen van antoniemen, hyponiemen en synoniemen pragmatiek kent de begrippen pragmatiek en taalhandeling en kent voorbeelden van meerdere taalhandelingen (vragen, bevelen, beweren, beloven, dreigen) en kan deze herkennen in taalgebruikssituaties orthografie kent de begrippen homofoon en homograaf en kan bij een woordpaar aangeven of er sprake is van een homofoon of een homograaf metalinguïstisch bewustzijn kent het begrip metalinguïstisch bewustzijn en kan in taalgebruiksituaties het gebruik van dit bewustzijn herkennen taalverandering kent het begrip taalverandering en kan voorbeelden van taalverandering herkennen 23 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

24 Domein 9 Spelling spellingstrategieën kent de begrippen directe en indirecte spellingstrategie, kent de vijf spellingstrategieën (fonologische strategie, woordbeeld-, regel-, analogie- en hulpstrategie) en kan van een woord aangeven volgens welke spellingstrategie het gespeld moet worden kan bij een voorbeeld aangeven welke spellingstrategie ( direct, indirect, fonologische strategie, woordbeeld-, regel-, analogie- en hulpstrategie) een kind heeft gehanteerd spellingcategorieën kan van een reeks woorden aangeven tot welke spellingcategorie deze woorden behoren kan van een reeks woorden aangeven of ze tot dezelfde spellingcategorie behoren werkwoordspelling kan aangeven hoe in een werkwoordsvorm het morfologisch principe van de Nederlands spelling wordt toegepast (regel van gelijkvormigheid) kan aangeven hoe in een werkwoordsvorm het morfologisch principe van de Nederlands spelling wordt toegepast (regel van overeenkomst) kan aangeven hoe de spelling van een werkwoordsvorm wordt bepaald door grammaticaal inzicht principes Nederlandse spelling kent de vier hoofdprincipes van de Nederlandse spelling (fonologisch, morfologisch, etymologisch en syllabisch principe) kan van een (grafeem in) een woord aangeven welk principe van de Nederlandse spelling van toepassing is 24 CONCEPT Toetsgids pabo Nederlandse taal

Nederlandse taal. Toetsgids pabo. Studiejaar 2015-2016

Nederlandse taal. Toetsgids pabo. Studiejaar 2015-2016 Toetsgids pabo Nederlandse taal Deze toetsgids is een handleiding bij de landelijke kennistoets Nederlandse taal voor de pabo. Hierin onder meer uitleg over: toetsmatrijs aantal toetsvragen duur van de

Nadere informatie

Toetsgids Nederlandse taal

Toetsgids Nederlandse taal Landelijke kennistoets voor de pabo Toetsgids Nederlandse taal studiejaar 2016-2017 september 2016 Versie 2016/2017-1A Inleiding In deze toetsgids voor de landelijke kennistoets Nederlandse taal (pabo)

Nadere informatie

Landelijke kennistoets lerarenopleiding basisonderwijs. Toetsgids Nederlandse taal

Landelijke kennistoets lerarenopleiding basisonderwijs. Toetsgids Nederlandse taal Landelijke kennistoets lerarenopleiding basisonderwijs Toetsgids Nederlandse taal Studiejaar 2018-2019 versie 20 september 2018 Inhoud Contents 1 2 3 4 5 Inleiding 3 Programma Landelijke kennistoetsen

Nadere informatie

Landelijke kennistoets voor de pabo. Toetsgids Nederlandse taal

Landelijke kennistoets voor de pabo. Toetsgids Nederlandse taal Landelijke kennistoets voor de pabo Toetsgids Nederlandse taal studiejaar 2017-2018 versie juli 2017 Inleiding In deze toetsgids voor de landelijke kennistoets Nederlandse taal (pabo) is informatie opgenomen

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID 1. Lees- en schrijfmotivatie 1.1 Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven. 1.2 Ze beschouwen lezen en schrijven als dagelijkse routines.

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

1 De kennisbasis Nederlandse taal

1 De kennisbasis Nederlandse taal Noordhoff Uitgevers bv De kennisbasis Nederlandse taal. De opzet van de kennisbasis. De inhoud van de kennisbasis. Toetsing van de kennisbasis. Hoe gebruik je Basiskennis taalonderwijs? In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid Bron: Aarnoutse, C. & Verhoeven, L. (red.), Zandt, R. van het, Biemond, H.(in voorbereiding). Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. Een leerlijn voor groep 4 tot

Nadere informatie

Samenvatting voor de kennisbasistoets taal Samenvatting van het boek Basiskennis taalonderwijs van Henk Huizenga en Rolf Robbe.

Samenvatting voor de kennisbasistoets taal Samenvatting van het boek Basiskennis taalonderwijs van Henk Huizenga en Rolf Robbe. Samenvatting voor de kennisbasistoets taal Samenvatting van het boek Basiskennis taalonderwijs van Henk Huizenga en Rolf Robbe. Hoofdstuk 2 Taalonderwijs en taal Schooltaal = een wat officiëlere taal,

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Lerarenopleiding basisonderwijs. Toetsgids Nederlands

Lerarenopleiding basisonderwijs. Toetsgids Nederlands Lerarenopleiding basisonderwijs Toetsgids Nederlands Studiejaar 2019-2020 versie augustus 2019 Inhoud Contents 1 2 3 4 5 Inleiding 3 Programma Landelijke kennistoetsen Voorbereiding Toetskalender 3 3 3

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

3 LEERPLANDOELEN. In de basisschool geldt als streefdoel voor strategieën:

3 LEERPLANDOELEN. In de basisschool geldt als streefdoel voor strategieën: 3 LEERPLANDOELEN In de basisschool geldt als streefdoel voor strategieën: Een leerling wil, durft en kan op zijn niveau nadenken over zijn manier van luisteren, lezen, spreken en schrijven en past zijn

Nadere informatie

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 Bijlage 5. Eindtermen Nederlands van de tweede graad tso 1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, probleemstellingen

Nadere informatie

Stappenplan. Stap 1: Kies per periode uit aan welke doelen je wilt gaan werken.

Stappenplan. Stap 1: Kies per periode uit aan welke doelen je wilt gaan werken. Routeboekje Taal 1 Stappenplan Stap 1: Kies per periode uit aan welke doelen je wilt gaan werken. Stap 2: Stem deze doelen af met je juf en/of meester. (Kleur de vakjes achter het doel bij de juiste periode)

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 Bijlage 2. Eindtermen Nederlands van de tweede graad aso 1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, probleemstellingen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving Inhoudsopgave Inleiding 1 Taal en taalonderwijs 1.1 Achtergrondkennis: wat is taal? 1.1.1 Functies van taal 1.1.2 Betekenis van taal 1.1.3 Systeem van taal 1.1.4 Componenten van de kennis over taal 1.2

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht

Nadere informatie

LUISTERVAARDIGHEID EN

LUISTERVAARDIGHEID EN LUISTERVAARDIGHEID EN SCHRIJFVAARDIGHEID IN DE ISK Goede zinnen schrijven vind ik best moeilijk. Lies Alons Bijeenkomst 8-15 november 2016 DOELEN VANDAAG 1. Je kijkt nog een keer naar luistervaardigheid

Nadere informatie

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1 Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1 De geel gemarkeerde eindtermen worden met de methode en mits didactisch ernaar handelen gerealiseerd. 1. Luisteren De

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Klas: IG2 HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F Spelling: vorming

Nadere informatie

1 Luisteren. 2 Spreken/gesprekken voeren. Bijlage 6. Eindtermen Nederlands van de derde graad aso

1 Luisteren. 2 Spreken/gesprekken voeren. Bijlage 6. Eindtermen Nederlands van de derde graad aso 1 Bijlage 6. Eindtermen Nederlands van de derde graad aso 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen door een bekende volwassene m.b.t.

Nadere informatie

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: - NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven 4 Lessen Nederlands: Stimuleren vrij lezen, Verhaalfragmenten aanbieden/promopraatjes Nieuw Nederlands Hoofdstuk: Spreken en Gesprekken blz.

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst Locatie: Innova Schooljaar: 2016-2018 Vak: Nederlands las: 3 & 4 Afdeling: mavo Bronnen: Nieuw Nederlands 3 vmbo-gt Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4 Minor Dyslexie 2016-2017 Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4 Programma Vragen over theorie Tot nu toe Complexiteit van lezen: tussendoelen deelvaardigheden Minor Dyslexie 1-4 2 Vragen over theorie

Nadere informatie

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Schrijven en leren op de pabo en de basisschool Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Onderwerpen Schrijven op de lerarenopleiding en de basisschool De kracht van schrijven voor het leren en

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding Taal en taalonderwijs Taalverwerving 57

Inhoudsopgave. Inleiding Taal en taalonderwijs Taalverwerving 57 Inhoudsopgave Inleiding 13 1 Taal en taalonderwijs 15 1.1 Achtergrondkennis: wat is taal? 17 1.1.1 Functies van taal 19 1.1.2 Betekenis van taal 24 1.1.3 Systeem van taal 27 1.1.4 Componenten van de kennis

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

Bijlage 9. Eindtermen Nederlands van de derde graad tso

Bijlage 9. Eindtermen Nederlands van de derde graad tso 1 Bijlage 9. Eindtermen Nederlands van de derde graad tso 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, en probleemstellingen door een bekende volwassene m.b.t.

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 4 - TECHNISCH LEZEN 82 TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen Kerndoel 4 - Technisch lezen Bij kerndoel 4 - De leestechniek. Toelichting en verantwoording

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie Taaldomein vmbo Methode Taaldomein 1 Mondeling 60p Schooltype vmbo-kgt 1-2, k3-4 2 Lezen 266p Editie vanaf 2004 3 Schrijven 120p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 285p 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen:

Nadere informatie

BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW

BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW Belang van het bekijken van de taalontwikkeling bij de aanvang van therapie De therapie zelf Beroep doen op het metalinguïstisch

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Studiewijzer TaalCompetent

Studiewijzer TaalCompetent TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen

Nadere informatie

Audit WoordenSchatuitbreiding.

Audit WoordenSchatuitbreiding. Naam: Groep: Audit WoordenSchatuitbreiding. Invoeringsfase: Opmerkingen (knelpunten afspraken): Datum: Tijd: 1. Doelen: a. b. c. 2. Discussie en/of reflectie: 3. Klassenbezoek / feedback: Werkwijze: Observatiepunten

Nadere informatie

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)

Nadere informatie

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN: LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL ALGEMEEN: p.8 2.3 Literatuur In onze leerplannen is literatuur telkens als een aparte component beschouwd, meer dan een vorm van leesvaardigheid. Na de aanloop

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5 Kindgegevens: Voornaam Achternaam Geboortedatum Groep Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5 Thuistaal Opvoeding tweetalig n.v.t. ja nee notatiewijze: kijkpunt is nog niet in ontwikkeling

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Toetstermen en taxonomiecodes

Toetstermen en taxonomiecodes Toetstermen en taxonomiecodes Door middel van toetstermen is vastgelegd wat deelnemers moeten kennen en kunnen. Een toetsterm is bepalend voor de inhoud van de opleiding en de toetsing. Dit betekent dat

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes. Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden:, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren 1e graad 2e graad 3e graad uiteenzetting leerstofonderdeel

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011 Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - havo/vwo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus taal Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve

Nadere informatie

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen Titel / thema tekst / toets Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen LUISTERVAARDIGHEID De leerlingen kunnen Lu 1 op beschrijvend niveau van narratieve,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Staal. Kerndoelanalyse SLO Staal Kerndoelanalyse SLO oktober 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van

Nadere informatie

Kennisbasis Nederlands op de pabo. Belang van het vak

Kennisbasis Nederlands op de pabo. Belang van het vak Kennisbasis Nederlands op de pabo Belang van het vak In de discussie over het taalonderwijs van de afgelopen vijftig jaar stond de volgende vraag centraal: moet het taalonderwijs gericht zijn op de vormen

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie