PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Transcriptie

1 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING LEERJAAR 3 GEMENGDE LEERWEG

2 LEERJAAR: /2019 LEERWEG: GL VAK: METHODE: Biologie Biologie voor jou GT 6 de editie DIAGNOSTISCHE TOETSEN 1 Boek 3a thema 1: organen en cellen (basisstof 1 t/m 8) S 50 min Rekenmachine 2 Nee 3101 S.O. thema 1: organen en cellen S 20 min Rekenmachine 0.5 ja 3102 Boek 3a thema 2: bacteriën, schimmels en planten (basisstof S 50 min Rekenmachine 2 Nee t/m 4) Practicum thema 1: microscopie + biologisch tekenen P & S Rekenmachine 1 Nee Boek 3a thema 2: dierenrijk (basisstof 5 t/m 8) S 50 min Rekenmachine 2 Nee 3201 Boek 3a thema 3: voortplanting en ontwikkeling (basisstof 1 S 50 min Rekenmachine 2 Nee 3202 t/m 9) S.O. thema 2: voortplanting en ontwikkeling S 20 min Rekenmachine 0.5 Ja 3203 Boek 3b thema 6: Regeling (basisstof 1 t/m 7) S 50 min Rekenmachine 2 Nee 3204 Werkstuk zwangerschap / SOA P & S Rekenmachine 1 Nee Boek 3b thema 5: Zintuigen (basisstof 1 t/m 6) S 50 min Rekenmachine 2 Nee 3301 Boek 3b thema 5: Stevigheid en bewegen (basisstof 1 t/m 6) S 50 min Rekenmachine 2 Nee 3302 S.O. thema 5: Zintuigen S 20 min Rekenmachine 0.5 Ja 3303 Practicum; been en kraakbeen P & S Rekenmachine 1 Ja 3304

3 4 Boek 3b thema 4: erfelijkheid (basisstof 1 t/m 12) S 50 min Rekenmachine 2 Nee 3401 S.O. thema 6: kruisingsschema S / P 20 min Rekenmachine 0.5 ja 3402 Boek 3a thema 5: evolutie (basisstof 1 tm 5) S 50 min Rekenmachine 1 Nee 3403 Totaal diagnostische toets telt mee als: 1 R03 SCHOOLEXAMENS 1 Boek 3a thema 1 (bs 1 t/m 8) & thema 2 (bs 1 en 4) S 60 Rekenmachine 1 Ja Boek 3a thema 3 (bs 1 tm 9) & thema 2 (bs 8) S 60 Rekenmachine 1 Ja Boek 3b thema 6 (bs 1 t/m 7) & thema 7 (bs 1 t/m 6) S 60 Rekenmachine 1 Ja Dierentuin onderzoek S of P Rekenmachine 1 Ja 3420 Elk schoolexamen telt 1x mee. Korte omschrijving leerstof: Periode 1 Periode 2 Periode 3 Leerstofomschrijving Aan het einde van deze periode weet je het verschil tussen plantaardige en dierlijke cellen, wat organen zijn en hoe een organisme is opgebouwd. Verder weet je nu meer over bacteriën en schimmels en iets over wieren en sporen- en zaadplanten. Deze periode heb je leren werken met een microscoop en geleerd hoe je een microscopische tekening maakt Leerstofomschrijving Aan het einde van deze periode weet je meer over de indeling van het dierenrijk, welke dieren een skelet hebben en het verschil tussen geleedpotigen en gewervelde dieren. Over de gewervelde dieren leer je hoe zij zich voortplanten en speciaal bij de mens wordt extra aandacht gegeven aan de puberteit, de voortplantingsorganen, hormonen, de vruchtbaarheidscyclus, zwangerschap en geboorte en aan geslachtsziekten en hoe je die kunt voorkomen. Leerstofomschrijving Aan het einde van deze periode weet je hoe je zenuwstelsel werkt, wat prikkels en impulsen zijn, welke delen bij het centrale zenuwstelsel horen en wat de verschillende functies van al deze delen zijn. Ook leer je nu nog meer over hormonen: hoe deze allerlei processen regelen, zoals de groei of je

4 Periode 4 bloedsuikerspiegel. Verder komen alle zintuigen aan bod en leer je vooral heel veel over de bouw en werking van je oren en ogen. het menselijke skelet in elkaar zit en hoe de spieren werken. Ook leer je alles over een goede lichaamshouding, gezond bewegen en blessures Leerstofomschrijving Aan het einde van deze periode weet je hoe. Verder wordt alles over erfelijkheid behandeld: je leert voorspellen welke eigenschappen nakomelingen zullen krijgen als je iets van de ouders weet, hoe stambomen werken en welke functie DNA heeft. Veranderingen in DNA noemen we mutaties en die kunnen rare eigenschappen of zelfs kanker veroorzaken. Welke erfelijke ziekten kunnen we al vóór de geboorte vaststellen? DNA en erfelijkheid verklaren ook hoe evolutie werkt, maar het is natuurlijk ook interessant hoe wetenschappers steeds beter het proces van evolutie hebben leren begrijpen. Bij de grote Praktische Opdracht komt alle leerstof van het hele jaar samen, maar de nadruk zal liggen op de dingen die je dit jaar hebt geleerd over mens en dier.

5 LEERJAAR: /2019 LEERWEG: GL VAK: METHODE: Duits TrabiTour LBK/GT DIAGNOSTISCHE TOETSEN 1 Schriftelijke overhoring Hoofdstuk 10: S 30 geen 1 nee 3101 Woordenlijst Duits Nederlands Woordenlijst Nederlands Duits Hoofdstuktoets Hoofdstuk 10: Landeskunde Luisteropdracht Lernecke Plauderecke A+B Schreibecke Leestekst Werkboek Hoofdstuk 10: Grammatica (twee keer) Mondeling S 60 geen 2 nee 3102 S n.v.t. woordenboek = gem. 2 nee Schriftelijke overhoring Hoofdstuk 12: Woordenlijst Duits Nederlands Woordenlijst Nederlands Duits Hoofdstuktoets Hoofdstuk 12: Landeskunde Luisteropdracht Lernecke Plauderecke A+B Schreibecke Leestekst S 30 geen 1 nee 3201 S 60 geen 2 nee 3202

6 Werkboek Hoofdstuk 12: Grammatica (twee keer) Mondeling S n.v.t. woordenboek = gem. 2 nee Schriftelijke overhoring Hoofdstuk 14: Woordenlijst Duits Nederlands Woordenlijst Nederlands Duits Hoofdstuktoets Hoofdstuk 14: Landeskunde Luisteropdracht Lernecke Plauderecke A+B Schreibecke Leestekst Werkboek Hoofdstuk 14: Grammatica (twee keer) Mondeling S 30 geen 1 nee 3301 S 60 geen 2 nee 3302 S n.v.t. woordenboek = gem. 2 nee Schriftelijke overhoring Hoofdstuk 16: Woordenlijst Duits Nederlands Woordenlijst Nederlands Duits S 30 geen 1 nee 3401 Project Oostenrijk: Boek nummer 3, hoofdstuk 9 S/P 60 werkboek computer woordenboek 2 nee 3402 Werkboek Hoofdstuk 16: Grammatica (twee keer) Mondeling S n.v.t. woordenboek = gem. 2 nee 3403 Totaal diagnostische toets telt mee als:

7 SCHOOLEXAMENS 1 Gebruik van een woordenboek: Jij moet vragen kunnen beantwoorden over verschillende teksten Jij moet woordjes kunnen vertalen met behulp van een woordenboek Grammatica: Jij moet zwakke werkwoorden kunnen vervoegen Jij moet werkwoorden met stam eindigend op -s, -z of β kunnen vervoegen Jij moet werkwoorden met stam eindigend op d of t kunnen vervoegen Jij moet de werkwoorden haben en sein kunnen vervoegen S 60 woordenboek 1 ja Luister- en Kijktoets: Jij hoort verschillende luisteropdrachten en moet hierover een aantal meerkeuzevragen en/of open vragen beantwoorden. Jij kijkt naar een video en moet hierover een aantal meerkeuzevragen beantwoorden. 3 Talendorp Duits: Jij moet een leestekst voorlezen en wordt beoordeeld op de uitspraak. Jij moet drie gesprekken in het Duits voeren met gasten in het talendorp. 4 Schrijfvaardigheid: Jij moet 2 of 3 Duitse teksten schrijven. Hierbij staat aan de linke kant de tekst van een brief, een of iets dergelijks in het Nederlands en rechts de Duitse vertaling waarbij onderdelen weggelaten zijn. Deze onderdelen moet je in kunnen vullen. Grammatica: Jij moet de voorzetsels vor, für, in, nach, zu op de juiste manier kunnen gebruiken. L 60 geen 1 nee 3220 M 15 geen 1 nee 3320 S 60 woordenboek 1 ja 3420 Elk schoolexamen telt 1x mee.

8 Korte omschrijving leerstof: Periode 1 Grammatica: vervoegen van werkwoorden, vervoegen van de hulpwerkwoorden haben, sein in de aanhang van het werkboek Periode 2 Luisteropdrachten Periode 3 Gesprekken volgens uitgereikt stencil. Periode 4 Brieven en/of mail volgens uitgereikt stencil. Grammatica: voorzetsels vor, für, in, nach, zu in de aanhang in het werkboek

9 LEERJAAR: /2019 LEERWEG: GL VAK: METHODE: Engels Stepping stones 5 de editie DIAGNOSTISCHE TOETSEN 1 Theme: Have fun! Mensen uitnodigen en daarop reageren, toestemming vragen en geven, afspraken en reserveringen maken. Grammatica en vocabulaire. Theme 2: To the limit Mensen waarschuwen, mensen geruststellen, aanwijzingen en instructies geven. Grammatica en vocabulaire. SO vocabulary 20 min - Gem. van deeltoets is 1 Nee 3101 SO stones 20 min Gem. van Nee deeltoets is 1 REP theme 1 60 min 1 Nee 3102 SO vocabulary 20 min - Gem. van Nee 3103 deeltoets is 1 SO stones 20 min Gem. van Nee deeltoets is 1 REP theme 2 60 min 1 Nee Theme 3: Law and order Aangifte doen, misdaad kunnen beschrijven, het hebben over politiewerk. Grammatica en vocabulaire SO vocabulary 20 min - Gem. van Nee 3201 deeltoets is 1 SO stones 20 min Gem. van Nee deeltoets is 1 REP theme 3 60 min 1 Nee 3202

10 3 Theme 4: After school Over passies praten, over bijbaantjes en geld verdienen en uitgeven praten. Grammatica en vocabulaire Theme 5: Down under Over gebruiken praten, je gevoelens over een land uiten. Grammatica en vocabulaire SO vocabulary 20 min - Gem. van Nee 3301 deeltoets is 1 SO stones 20 min Gem. van Nee deeltoets is 1 REP theme 4 60 min 1 Nee 3302 SO vocabulary 20 min - Gem. van Nee 3303 deeltoets is 1 SO stones 20 min Gem. van Nee deeltoets is 1 REP theme 5 60 min 1 Nee Theme 6: Get involved Praten over wat er gebeurd in de wereld, wat je belangrijk vindt. Grammatica en vocabulaire SO vocabulary 20 min - Gem. van Nee 3401 deeltoets is 1 SO stones 20 min Gem. van Nee deeltoets is 1 REP theme 6 60 min 1 Nee 3402 Totaal diagnostische toets telt mee als: 1 R00 SCHOOLEXAMENS 1 Lees- en schrijfvaardigheid Schriftelijke toets 60 min Woordenboek 1 Ja 3120 EN-NL en woordenboek NL- EN 2 Kijk- en luistervaardigheid Schriftelijke toets 120 min Geen 1 Nee Spreekvaardigheid Mondelinge overhoring 15 min. Per persoon Woordenboek EN-NL en 1 Nee 3320

11 woordenboek NL- EN 4 Folder maken Praktijk opdracht 5 lessen Woordenboek EN-NL en NL-EN Elk schoolexamen telt 1x mee. 1 Nee 3420 Korte omschrijving leerstof: Periode 1 Periode 2 Periode 3 Strategieën gebruiken voor vergroting woordenschat Strategieën gebruiken t.b.v. informatie verzamelen Spraaktaal hanteren Aanleggen taalportfolio Strategieën gebruiken voor vergroting woordenschat Strategieën gebruiken t.b.v. informatie verzamelen Spraaktaal hanteren Aanleggen taalportfolio Strategieën gebruiken voor vergroting woordenschat Strategieën gebruiken t.b.v. informatie verzamelen Spraaktaal hanteren Aanleggen taalportfolio Periode 4 Strategieën gebruiken voor vergroting woordenschat Strategieën gebruiken t.b.v. informatie verzamelen Spraaktaal hanteren Aanleggen taalportfolio Bridging the Gap

12 LEERJAAR: 3 LEERWEG: GL VAK: METHODE: LO Geen 1 Sport 1 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage). Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 2 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 3 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 4 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij OMZA Praktisch NVT NVT 1 Nee 3105 Vrijstelling langdurig geblesseerden Indien een leerling niet aan het praktische deel van de lessen kan meedoen, dient hij/ zij voor de betreffende periode een werkstuk te maken. Dit in overleg met de leerkracht. Theoretisch / (Eventueel mondelinge toel. door de docent te bepalen. 1 Nee 3106 N.B: In de bijlage staan alle sporten die in leerjaar 3 & 4 worden aangeboden. De Lo docent bepaald per periode welke onderdelen worden afgesloten. Min. Drie onderdelen in periode 1.

13 LEERJAAR: 3 LEERWEG: GL VAK: METHODE: LO Geen 2 Sport 1 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage). Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 2 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 3 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 4 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij OMZA Praktisch NVT NVT 1 Nee 3205 Vrijstelling langdurig geblesseerden Indien een leerling niet aan het praktische deel van de lessen kan meedoen, dient hij/ zij voor de betreffende periode een werkstuk te maken. Dit in overleg met de leerkracht. Theoretisch / (Eventueel mondelinge toel. door de docent te bepalen. 1 Nee 3206 N.B: In de bijlage staan alle sporten die in leerjaar 3 & 4 worden aangeboden. De Lo docent bepaald per periode welke onderdelen worden afgesloten. Min. Drie onderdelen in periode 2

14 LEERJAAR: 3 LEERWEG: GL VAK: METHODE: LO Geen 3 Sport 1 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage). Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 2 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 3 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 4 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij OMZA Praktisch NVT NVT 1 Nee 3305 Vrijstelling langdurig geblesseerden Indien een leerling niet aan het praktische deel van de lessen kan meedoen, dient hij/ zij voor de betreffende periode een werkstuk te maken. Dit in overleg met de leerkracht. Theoretisch / (Eventueel mondelinge toel. door de docent te bepalen. 1 Nee 3306 N.B: In de bijlage staan alle sporten die in leerjaar 3 & 4 worden aangeboden. De Lo docent bepaald per periode welke onderdelen worden afgesloten. Min. Drie onderdelen in periode 3.

15 LEERJAAR: 3 LEERWEG: GL VAK: METHODE: LO Geen 4 Sport 1 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage). Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 2 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 3 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij Sport 4 (Zie toelichting in Verklaring en Bijlage) Praktisch NVT NVT 1 Ja, Alleen bij OMZA Praktisch NVT NVT 1 Nee 3405 Vrijstelling langdurig geblesseerden Indien een leerling niet aan het praktische deel van de lessen kan meedoen, dient hij/ zij voor de betreffende periode een werkstuk te maken. Dit in overleg met de leerkracht. Theoretisch / (Eventueel mondelinge toel. door de docent te bepalen. 1 Nee 3406 N.B: In de bijlage staan alle sporten die in leerjaar 3 & 4 worden aangeboden. De Lo docent bepaald per periode welke onderdelen worden afgesloten. Min. Twee onderdelen in periode 4.

16 Bijlage Pta Lichamelijke opvoeding Het Element leerjaar 3 en 4 In de eerste, tweede, derde en vierde periode van het derde leerjaar alsmede de (vierde, vijfde, zesde en zevende periode van het vierde leerjaar moeten de leerlingen minimaal twee of drie onderdelen afsluiten per periode. Deze onderdelen worden aangegeven in het bijgesloten programma van toetsing en afsluiting voor het leerjaar waarin de leerling zich bevindt. Per periode maakt de docent een keuze uit de diverse sportgebieden. Indien een leerling in een periode een onderdeel met een beoordeling heeft afgesloten, krijgt de leerling in principe in dezelfde periode een herkansing voor deze test. Gezien de beschikbare accommodatie, materiaal en de weersgesteldheid, bepaalt de docent welke onderdelen worden behandeld en afgesloten (per periode). Een onderdeel dat is afgesloten in een periode wordt in een vervolgperiode van hetzelfde leerjaar niet meer afgenomen. Diegenen die langdurig geblesseerd zijn kunnen door de L.O. docent per periode vrijgesteld worden van fysieke testen. Daarvoor in de plaats moeten betreffende leerlingen per periode een werkstuk maken over een onderwerp i.o.m. de LO-docent. De leerling heeft de mogelijkheid om tijdens de reguliere Lo lessen aan zijn/haar werkstuk te werken. Om te kunnen slagen: - Moeten alle afgesloten onderdelen gemiddeld met een voldoende (5,5 of hoger) beoordeeld zijn. Het gemiddelde wordt berekend over de periodecijfers van het 3 e en het 4 e leerjaar. - Voldoet een leerling niet aan de eisen dan zal de vakdocent i.o.m. de examencommissie en vervangende opdracht opgeven. Deze opdracht zal met een voldoende moeten worden afgerond. Het schoolexamen start in het derde leerjaar en loopt door in het vierde leerjaar. Wij wensen iedereen veel succes bij het afsluiten van het schoolexamen voor het vak L.O. De LO-docenten Gedragsindicatoren OMZA Elke periode beoordeelt de docent de leerling op zijn Omza-vaardigheden. Met als doel om de leerling naast kennis over zijn/haar bewegingsvaardigheden ook inzicht te geven in zijn/haar gedrag tijdens de s&b / Lo lessen.

17 Organisatie Meedoen Zelfvertrouwen Autonomie Gymkleding mee Omgang materialen van school (ook in kleedkamer) Helpen opbouwen/ opruimen Tijdens activiteit Actieve rol als wachter Tijdens uitleg (luisterhouding) Doorzettingsvermogen Zelfstandig kunnen werken Beter worden in bewegen o.b.v. compliment, tip of uitdaging Met andere (dan bijv. vrienden of vaste groepje) klasgenoten samenwerken Activiteit uitdagend houden (op eigen iniatief aanpassen) Totaal 10 punten Nadere omschrijving van de onderdelen Atletiek Kogelstoten : Het kunnen uitvoeren van de stoottechniek met een zijwaartse glijpas. Speerwerpen : Het kunnen uitvoeren van een speerworp met de laatste 3 passen van de Finse 5-pas. Hoogspringen : Het kunnen uitvoeren van de Schotse sprong of parallelstraddle of Fosbury-flop. Lopen : - Duurloop: Het in looppas kunnen uitvoeren van een 12 minutenloop. Het in looppas kunnen uitvoeren van een 800 meterloop. - Sprint: Meisjes: het kunnen uitvoeren van een 80 meter sprint. Jongens: het kunnen uitvoeren van een 100 meter sprint. - Shuttlerun-test: Het in looppas kunnen uitvoeren van de shuttlerun-test - Schemaloop: Het in looppas kunnen uitvoeren van een schemaloop. De cijferwaardering wordt bepaald door de docent op basis van de gestoten of geworpen afstand, de gesprongen hoogte, de gelopen afstand in tijd gemeten, waarbij de inzet van de persoon en de technische uitvoering van de verschillende onderdelen meegewogen kan worden.

18 Spel Softbal : Het kunnen spelen van een softbalwedstrijd waarbij het volgende wordt beheerst: de functies van werper, catcher, korte-stop, honkman, veldspeler, slagman en de spelregels. Frisbee : Het kunnen spelen van een frisbeewedstrijd met een opstelling, waarbij het volgende wordt beheerst: de side-arm worp en de onderhandse worp, de vangtechnieken en de spelregels. Voetbal: Het kunnen spelen van een voetbalwedstrijd waarbij het volgende wordt beheerst: het trappen met de binnenkant van de voet en met de wreef. het stoppen van een bal met de voet, het kunnen dribbelen met een bal, het afschermen van de bal, het kunnen van vangen van een bal door de keeper, het kunnen inwerpen van een bal en het kennen van de spelregels. Basketbal: Het kunnen spelen van een basketbalwedstrijd met een zonespel, waarbij het volgende wordt beheerst: chest-, bounce-overheadpass, lay-up, set-hot, dribbel, pivot, rebound, het vangen van de bal en de spelregels. Volleybal: Het kunnen spelen van een volleybalwedstrijd met het systeem waarbij het volgende wordt beheerst: onder- en bovenhandse techniek, onderhandse opslag, set-up, smash en de spelregels. Tafeltennis: Het kunnen spelen van een tafeltenniswedstrijd waarbij het volgende wordt beheerst: opslag, fore- en backhand, smash, korte bal en de spelregels. Easy-tennis: Het kunnen spelen van een easy-tenniswedstrijd waarbij het volgende wordt beheerst: de service, fore- en backhand, volley en de spelregels. Zaalhockey: Het kunnen spelen van een zaalhockeywedstrijd waarbij het volgende wordt beheerst: pushen, stoppen van de bal, dribbelen met de bal, het spelen met de platte kant en het haakje van de stick en de spelregels. Badminton: Het kunnen spelen van een badmintonwedstrijd waarbij het volgende wordt beheerst: de opslag kort en diep, de clear, rechte drop, netspel, fore- en backhand, smash en de spelregels. Tchouckbal: Het kunnen spelen van een tchouckbal-wedstrijd met ruitopstelling waarbij het volgende wordt beheerst: het samenspel, sprongschot, bovenhandse strekworp, onderhandse worp, en de spelregels. De cijferwaardering wordt bepaald door de docent op basis van het technische kunnen van de leerling en het spelen van de wedstrijd door de leerling. Turnen Springen: Kastbreedte: Het kunnen uitvoeren van een hurksprong over de kastbreedte met de springplank als afzet. Minitramp: Het kunnen uitvoeren van een (tip)-salto op een schuin landingsvlak van hoog naar laag (draaiing) om de breedte-as is vereist.) Het kunnen uitvoeren van een spreid- of hurksprong over bokhoog. Ringen: Zwaaien: Het kunnen uitvoeren van de ringzwaaibeweging met halve en/of hele draaien om de lengteas (gevolgd door een vouwhang) met een afsprong in de achter zwaai. Brug: Het kunnen uitvoeren van de zwaaibeweging met het komen tot buiten dwars- en/of spreidzit en een wend- of keersprong al dan niet met een halve draai. Rekstok: Het kunnen maken van een molendraai of borstwaartsom of buikdraai achterover al dan niet met een ondersprong. Balanceren/Jongleren: Het kunnen balanceren en jongleren op en/of met diverse attributen.rollen: Lange mat: Het kunnen maken van een koprol voorover en een radslag of handstand doorrollen. Valmat: Het kunnen maken van een zweefrol en/of handstand-overslag. De cijferwaardering wordt bepaald door de docent op basis van het technisch kunnen van de leerling.

19 LEERJAAR: /2019 LEERWEG: GL VAK: Loopbaan oriëntatie (LOB) TOELICHTING Loopbaanleren op het Element betekent in de kern: Persoonlijke groei: leerlingen krijgen de kans om hun talenten te ontdekken en vervolgens maximaal te ontwikkelen. Eigen regie: leerlingen zijn zelf eigenaar van hun leerproces en maken hierin eigen keuzes. Zo worden leerlingen uitgedaagd om te leren vanuit hun eigen gedrevenheid en intrinsieke motivatie. Reflecteren: leerlingen kijken terug op concrete ervaringen (binnen en/of buiten de school) en leren te reflecteren op hun eigen handelen. Partnerschap: leerling, mentor/(loopbaan)coach en ouder(s)/verzorger(s) werken samen op basis van openheid, vertrouwen, veiligheid, respect en integriteit. Leerjaar 1 Leerjaar 2 De school stelt zich ten doel dat de leerling zicht krijgt op zijn eigen talenten en mogelijkheden al of niet gekoppeld aan beroepscontexten en antwoord kan geven op vragen als: Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? De leerling doet ervaringen op in de vier profielen en kan vertellen welke profiel bij hem/haar past. Naast vakspecifieke kennis en vaardigheden wordt er op het hele Element gewerkt aan 5 algemene competenties: Periode 1: Zelfstandig werken & Leren Periode 2: Onderzoeken & Presenteren Periode 3: Plannen & Organiseren Periode 4: Samenwerken & Overleggen Reflecteren & Loopbaanleren En houdt zijn ontwikkeling in een portfolio bij. De school stelt zich ten doel dat de leerling betekenisvolle praktijkervaringen opdoet. In verschillende werkvelden van de (verschillende) profiel(en) de voor- en nadelen ontdekt. De leerling leert de ervaringen te verbinden met de eigen wensen, waarden en mogelijkheden. Naast vakspecifieke kennis en vaardigheden wordt er op het hele Element gewerkt aan 5 algemene competenties: n.v.t. Gehele jaar Portfoliomap, portfolio week, portfoliogesprek, lob gesprek, mentoruur, praktijklessen en snuffel stages, workshop en gastlessen n.v.t. n.v.t. Portfoliomap, portfolio week, portfoliogesprek, lob gesprek, mentoruur, praktijklessen, snuffel stages, n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

20 Periode 1: Zelfstandig werken & Leren Periode 2: Onderzoeken & Presenteren Periode 3: Plannen & Organiseren Periode 4: Samenwerken & Overleggen Reflecteren & Loopbaanleren En houdt zijn ontwikkeling in een portfolio bij Leerjaar 3 De leerling : - ervaart en onderzoekt de verschillende werkvelden binnen de profiel(en) 'aan den lijve' en verkent daarin de voor- en nadelen; - stelt zich voor hoe het is om in de betreffende werkvelden te werken; - geeft met anderen betekenis aan zijn ervaringen - legt verbanden tussen zijn ervaringen en zijn mogelijkheden en wensen; - trekt een conclusie - maakt een keuze voor het mbo - doet praktijkexamen Naast vakspecifieke kennis en vaardigheden wordt er op het hele Element gewerkt aan 5 algemene competenties: - Periode 1: Zelfstandig werken & Leren - Periode 2: Onderzoeken & Presenteren - Periode 3: Plannen & Organiseren - Periode 4: Samenwerken & Overleggen - Reflecteren & Loopbaanleren En houdt zijn ontwikkeling in een portfolio bij. workshop en gastlessen n.v.t. n.v.t. Portfoliomap, portfolio week, portfoliogesprek, mentoruur, praktijklessen, stages, workshop en gastlessen en mbo-stad n.v.t. n.v.t. n.v.t. Leerjaar 4 De leerling: - leert en loopt stage binnen zijn beroepsopleiding - verkent werkvelden binnen zijn opleidingskeuze - onderzoekt of hij/zij verder wil studeren in hbo - haalt zijn startkwalificatie of diploma. Naast vakspecifieke kennis en vaardigheden wordt er op het hele Element gewerkt aan 5 algemene competenties: n.v.t. n.v.t. Portfoliomap, portfolio week, portfoliogesprek, mentoruur, praktijklessen, stage, workshop en gastlessen en mbo lessen n.v.t. n.v.t. n.v.t.

21 Periode 1: Zelfstandig werken & Leren Periode 2: Onderzoeken & Presenteren Periode 3: Plannen & Organiseren Periode 4: Samenwerken & Overleggen Reflecteren & Loopbaanleren En houdt zijn ontwikkeling in een portfolio bij. SCHOOLEXAMENS Niet van toepassing.

22 LEERJAAR: /2019 LEERWEG: Theoretisch VAK: METHODE: Maatschappijleer Thema s Maatschappijleer VMBO KGT DIAGNOSTISCHE TOETSEN 3.1 Toets 1 Leren pag. 17 werkboek Thema s maatschappijleer Leren pag tekstboek Thema s Maatschappijleer Toets 2 Leren begrippenlijst pag werkboek Thema s Maatschappijleer Leren pag tekstboek Thema s Maatschappijleer Verzamelopdracht Vrije opdracht, werken aan competenties en levensbeschouwing Schriftelijk 20 min Geen 1 nee 3101 Schriftelijk 20 min Geen 1 nee 3102 Schriftelijk 180 min Geen 3 nee Toets 1 Leren begrippenlijst pag. 87 werkboek Thema s Maatschappijleer Leren pag tekstboek Thema s Maatschappijleer Verzamelopdracht Vrije opdracht, werken aan competenties en levensbeschouwing 3.3 Toets 1 Leren begrippenlijst pag werkboek Thema s Maatschappijleer Leren pag tekstboek Thema s Maatschappijleer Verzamelopdracht Vrije opdracht, werken aan competenties en levensbeschouwing Schriftelijk 20 min Geen 1 nee 3201 Schriftelijk 180 min Geen 3 nee 3202 Schriftelijk 20 min Geen 1 nee 3301 Schriftelijk 180 min Geen 3 nee 3302

23 Totaal diagnostische toets telt mee als: 1 R00 SCHOOLEXAMENS 3.1 Leren pag en pag tekstboek Thema s Schriftelijk 60 min Geen 1 ja 3120 Maatschappijleer. 3.2 Leren pag tekstboek Thema s Maatschappijleer. Schriftelijk 60 min Geen 1 Ja Leren pag tekstboek Thema s Maatschappijleer. Schriftelijk 60 min Geen 1 Ja Praktische opdracht buurtonderzoek Schriftelijk 540 min Geen 1 Nee 3420 Elk schoolexamen telt 1x mee. Korte omschrijving leerstof: Periode 3.1 Periode 3.2 Periode 3.3 Periode 3.4 Aan het eind van de eerste periode is de leerling in staat uit te leggen wat criminaliteit inhoudt, wat de oorzaken zijn en hoe we criminaliteit kunnen voorkomen. Ook is de leerling in staat uit te leggen hoe een strafproces verloopt van arrestatie tot veroordeling. Daarnaast kan de leerling maatschappelijke omstandigheden als oorzaak van criminele activiteiten herkennen en wetenschap over criminaliteit op misdrijven en misdadigers toepassen. Aan het eind van de tweede periode is de leerling in staat uit te leggen wat de pluriforme samenleving inhoudt, hoe deze is ontstaan, tegen welke problemen de pluriforme samenleving aanloopt en wat dat voor de maatschappij en de leerling zelf betekent. Daarnaast kan de leerlingen verschillende eisen uit het hedendaagse toelatingsbeleid herkennen en toepassen en de rol van religie, het individu en de samenleving als collectief op integratie benoemen en beoordelen. Aan het eind van de derde periode is de leerling in staat te uit te leggen welke functie de media heeft in onze samenleving. De leerling kan uitleggen welke soorten media er zijn, welke invloed deze media en reclame hebben op de maatschappij en op de leerling persoonlijk. De leerling is in staat een journaal te analyseren op bronnen, inhoud en kan echt en nep nieuws van elkaar onderscheiden. De leerling is in staat kritisch met informatie om te gaan en weet uit leggen hoe hij of zij verstandig gebruik kan maken van media. Daarnaast kan de leerling een informatie op de juiste manier op waarheid controleren en heeft het voldoende vaardigheden om hoor en wederhoor te kunnen toepassen. Praktische opdracht buurtonderzoek. De leerling onderzoekt in eigen buurt de oorzaken, gevolgen van criminaliteit in eigen omgeving. Het onderzoek bestaat uit een inventarisatie van criminaliteit in de eigen buurt, interviews buurtbewoners, winkeliers en handhavers. Alle werkboekopdrachten (per thema) op theoretisch leerwegniveau worden gemaakt, nagekeken en eventueel besproken. Alle opdrachten moeten op tijd worden ingeleverd. Wanneer de opdrachten te laat worden ingeleverd worden er twee punten afgetrokken van het cijfer. Aan het eind van leerjaar 4, nadat periode 7 is afgesloten, is het mogelijk het vak maatschappijleer te herkansen. De herkansing bestaat uit twee onderdelen: een praktische opdracht (weging 50%) en een toets (weging 50%) van alle leerstof behandeld vanaf periode 1 t/m periode 8. Het cijfer dat de leerling haalt voor de herkansing vervangt het eindcijfer van maatschappijleer, als het cijfer voor de herkansing hoger ligt dan het eindcijfer.

24 LEERJAAR: /2020 LEERWEG: GL VAK: METHODE: Nask Nova Malmerg DIAGNOSTISCHE TOETSEN 1 Toets 1: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3101 Hoofdstuk 1 : Krachten Binas Toets 2: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3102 Hoofdstuk 2 : Elektriciteit Binas Praktische vaardigheid en werkboek op orde Schriftelijk Nee Toets 3: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3204 Hoofdstuk 3 : Energie Binas Toets 4: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3205 Hoofdstuk 7: Materie Binas Praktische vaardigheid en werkboek op orde Schriftelijk Nee Toets 5: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3307 Hoofdstuk 5 : Licht Binas Toets 6: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3308 Schakelingen 6 : Schakelingen Binas Praktische vaardigheid en werkboek op orde Schriftelijk Nee Toets 7: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3410 Hoofdstuk 4 : Het weer Binas Toets 8: Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Ja 3411 Hoofdstuk 8 : Straling Binas Praktische vaardigheid en werkboek op orde Schriftelijk Nee 3412 Uitvoeren van een experiment en presenteren van de resultaten in een verslag Praktijk Schriftelijk Totaal diagnostische toets telt mee als: 1 R00 Nee Nee

25 SCHOOLEXAMENS 1 Schoolexamen Hoofdstuk 1 : Krachten Hoofdstuk 2 : Elektriciteit 2 Schoolexamen Hoofdstuk 3 : Energie Hoofdstuk 7 : Materie 3 Schoolexamen Hoofdstuk 5 : Licht Hoofdstuk 6 : Schakelingen 4 Schoolexamen Hoofdstuk 4 en Hoofdstuk 8 als korte toets Praktische opdracht Uitvoeren van een experiment + presentatie in een werkstuk Elk schoolexamen telt 1x me Schriftelijk 60 min Rekenmachine Binas Schriftelijk 60 min Rekenmachine Binas Schriftelijk 60 min Rekenmachine Binas Schriftelijk Verslag 30 min - Binas ICT 1 Ja Ja Ja Ja Nee 3420 Korte omschrijving leerstof: Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Hoofdstuk Krachten : krachten meten en herkennen, netto kracht en druk Hoofdstuk Elektriciteit : spanning, stroomsterkte, vermogen, energie en elektriciteit in huis Hoofdstuk Energie : brandstoffen, wind- en zonne-energie en waterkracht Hoofdstuk Materie : moleculen, deeltjesmodel, atomen als bouwstenen Hoofdstuk Licht : schaduwen, spiegels, infrarood en ultraviolet Hoofdstuk Schakelingen : weerstanden, LDR, NTC, relais en transistor Hoofdstuk 4 en 8 : luchtdruk, temperatuur, wolken en onweer, straling Vaardigheden bij het vak Natuurkunde

26 LEERJAAR: /2019 LEERWEG: GL VAK: METHODE: Nederlands Nieuw Nederlands DIAGNOSTISCHE TOETSEN 1 Lezen H1 Repetitie 60 min 2 Nee 3101 Schrijven H1 Repetitie 60 min 2 Nee 3102 Schrijven H2 Repetitie 60 min 2 Nee 3103 Grammatica en Spelling H1 Repetitie 60 min 2 Nee 3104 Fictiewerk 1: rap/ songtekst verslag 1 Nee Lezen H2 Repetitie 60 min 2 Nee 3201 Lezen H3 Repetitie 60 min 2 Nee 3202 Openboek toets lezen Repetitie 60 min 1 Nee 3203 Grammatica en Spelling H2 Repetitie 60 min 2 Nee 3204 Fictiewerk 2: boek verslag 1 Nee Kijk en luisteroefeningen Repetitie 60 min 2 Nee 3301 Cito Kijk-en-luistertoets Repetitie 60 min 2 Nee 3302 Fictiewerk 3: korte film Verslag 1 Nee 3303 SO Lezen H4 Repetitie 60 min 2 Nee Grammatica en Spelling H3 Repetitie 60 min 2 Nee 3401 Grammatica en Spelling H4 Repetitie 60 min 2 Nee 3402 Fictiewerk 4: film Verslag 1 Nee 3403 Fictiewerk 5: boekentas Verslag 1 Nee 3404

27 Totaal diagnostische toets telt mee als: SCHOOLEXAMENS 1 Schrijven Schoolexamen 60 min Woordenboek 1 Ja Lezen Schoolexamen 60 min Woordenboek 1 Ja Kijken en luisteren Schoolexamen 120 min Woordenboek 1 Nee Taalverzorging Schoolexamen 60 min Woordenboek 1 Nee 3420 Elk schoolexamen telt 1x mee. Korte omschrijving leerstof: Periode 1 Schrijven hoofdstuk 1 en 2 Zakelijk en persoonlijk schrijven Zakelijke brief en Periode 2 Lezen hoofdstuk 1, 2 en 3 Begrijpend lezen: hoofdzaken, hoofdgedachte, tekstdoelen, publiek en verband en signaalwoorden Periode 3 Kijken en Luisteren 1, 2, 3, 4 en 5 Kijk en Luistervaardigheden: informatie selecteren, kritiek geven en ontvangen, presenteren, reportage en debat Periode 4 Taalverzorging hoofdstuk 1,2,3 en 4 Leestekens, tegenwoordige tijd, verleden tijd, tussenletters, voltooid deelwoord, samengestelde zinnen, woordsoorten en onvoltooid deelwoord

28 LEERJAAR: /2019 LEERWEG: GL VAK: METHODE: Wiskunde Getal en Ruimte 10 e editie DIAGNOSTISCHE TOETSEN 1 Hoofdstuk 1: procenten Schriftelijk 30 min. Rekenmachine 1 Nee 3101 Hoofdstuk 1: procenten Schriftelijk 60 min. Rekenmachine 2 Nee 3102 Hoofdstuk 2: kaart en doorsnede Schriftelijk 60 min. Rekenmachine 2 Nee 3103 Koershoekmeter 2 Hoofdstuk 3:formules en grafieken Schriftelijk 30 min Rekenmachine Hoofdstuk 3:formules en grafieken Praktische - Rekenmachine opdracht Hoofdstuk 5 en 10.2: Goniometrie Praktische - Rekenmachine opdracht Koershoekmeter 3 Hoofdstuk 6: verschillende verbanden Schriftelijk 30 min Rekenmachine Hoofdstuk 6: verschillende verbanden Schriftelijk 60 min Rekenmachine Rekenmachine Hoofdstuk 7: oppervlakte en inhoud Schriftelijk 60 min Rekenmachine 1 Nee Nee Nee Nee Nee Nee 3303

29 4 Hoofdstuk 8: getallen Schriftelijk 30 min Rekenmachine Koershoekmeter Hoofdstuk 8: getallen Praktische - Rekenmachine opdracht Koershoekmeter Hoofdstuk 9: grafieken en vergelijkingen Praktische - Rekenmachine opdracht 1 Nee Nee Nee 3403 Totaal diagnostische toets telt mee als: 1 R00 SCHOOLEXAMENS 1 Schoolexamen Hoofdstuk 1: procenten en Hoofdstuk 2: kaart en doorsnede 2 Schoolexamen Hoofdstuk 3: formules en grafieken en Hoofdstuk 5 en 10.2: Goniometrie 3 Schoolexamen Hoofdstuk 6: verschillende verbanden en Hoofdstuk 7: oppervlakte en inhoud 4 Praktische opdracht Hoofdstuk 8: getallen en Hoofdstuk 9: grafieken en vergelijkingen Elk schoolexamen telt 1x mee. Schriftelijk 60 min Rekenmachine Koershoekmeter Schriftelijk 60 min Rekenmachine Koershoekmeter Schriftelijk 60 min Rekenmachine Koershoekmeter Verslag - Rekenmachine ICT 1 Ja Ja Ja Nee 3420

30 Korte omschrijving leerstof: Periode 1 Hoofdstuk 1: Procenten Berekeningen kunnen maken waarbij een verhoging in procenten gegeven is. Percentage kunnen berekenen als een absolute toename of afname gegeven is. Het kunnen berekenen van de oude en nieuwe situatie als een absolute en procentuele toename of afname gegeven is. Berekeningen kunnen maken waarbij een verhoging in promille gegeven is. Promillage kunnen berekenen als een absolute toename of afname gegeven is. Werken met exponentiele formules. Hoofdstuk 2: Kaart en doorsnede Het kennen van de 16 windrichtingen. Weten wat een koers is, een koers kunnen aflezen en uitzetten. Het kunnen werken met schaal. Het kunnen lezen van hoogtekaarten. Een verticale doorsnede van een landschap kunnen maken bij een hoogtekaart. Het kennen van de wiskundige ruimtefiguren met de verschillende doorsneden, vooral het diagonaalvlak. Het op ware grootte kunnen tekenen van een doorsnede in een kubus en een balk. Verschillende aanzichten herkennen en tekenen. Periode 2 Hoofdstuk 3: Formules en grafieken Het kunnen tekenen van een grafiek bij een lineaire formule. Kennen van de begrippen maximum en minimum Het herkennen van een tabel met een regelmatige toe- of afname. Het kunnen opstellen van de formule bij een tabel met regelmatige toe- of afname. Het kunnen opstellen van een formule bij een lineaire grafiek. Hoofdstuk 5: Goniometrie Het kunnen berekenen van de tangens van een hoek. Het kunnen berekenen van de hoek als de rechthoekszijden gegeven zijn. Het kunnen berekenen van het hellingspercentage. Het kunnen berekenen van een rechthoekszijde als een hoek en een rechthoekszijde gegeven zijn. Het kunnen berekenen van de tangens in de ruimte Goniometrie Bekend zijn met de sinus en cosinus als verhouding tussen de zijden van een rechthoekige driehoek.

31 Periode 3 Hoofdstuk 6: Verschillende verbanden Het kunnen herkennen van een kwadratisch verband aan de formule en aan de grafiek. Het kunnen tekenen van een grafiek bij een kwadratisch verband. Het kunnen herkennen van een wortelverband aan de formule en aan de grafiek. Het kunnen tekenen van een grafiek bij een wortelverband. Het herkennen van machtsverbanden aan de formule. Het kunnen tekenen van een grafiek bij een machtsverband. Het kunnen herkennen en tekenen van een periodiek verband. Het kunnen bepalen van een periode. Het kunnen berekenen van de top van een parabool Hoofdstuk 7: Oppervlakte en inhoud Het toepassen van de begrippen oppervlakte en inhoud in praktische situaties. Het kunnen gebruiken van de formules voor de berekening van de oppervlakte van een driehoek, een parallellogram, van samengestelde figuren en van ruimtefiguren. Het kunnen gebruiken van de formules voor de berekening van de inhoud van een balk, prisma, piramide, cilinder en kegel. Het verband kennen tussen de oppervlakte van een figuur en zijn vergroting. Periode 4 Hoofdstuk 8: Getallen Het kunnen rekenen met grote en kleine getallen. Het kunnen werken met de wetenschappelijke notatie. Het kunnen rekenen met eenheden van tijd en snelheid. Het kunnen rekenen met verhoudingen. Hoofdstuk 9: Grafieken en Vergelijkingen Het zelf kunnen tekenen van en assenstelsel om een grafiek bij een formule in te tekenen. Het herkennen van grafieken bij de lineaire verbanden y = x, y = c en y = c. Het kunnen tekenen van som- en verschilgrafieken. Het kunnen maken van een som- en verschilformule. Vergelijkingen oplossen met grafieken, met de balansmethode en met inklemmen.