Stichting E-hulp.nl 020-6884981 Van Diemenstraat 92 1013 CN Amsterdam www.e-hulp.nl info@e-hulp.nl

Vergelijkbare documenten
Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

21st Century Skills Training

Check je sociale media

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Scholieren eisen tijd en begeleiding voor hun loopbaan

Alzheimer Nederland en sociale media

Activiteiten Jaarverslag 2013

ZIJN WIE JE BENT EN WIE JE WILT ZIJN. De waarde van de praktijkhuizen van Ixta Noa

8TING & LABORIJN IN DE SW LABORIJN APP BIEDT GROTE KANSEN IN VERBETEREN INFORMATIEVOORZIENING

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Vraagstuk: Sterk vermoeden dat de communicatie van de school niet meer bij de cursisten doelgroep past en verbeterd kan worden.

Zelfevaluatie. Inleiding:

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

Sporthuis/GoSport Roy Schungel

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Presentatie kwalitatief onderzoek beleving respondenten moestuinproject Asten - Someren

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Evaluatierapport Opleiding: Excellent Docent Media en Maatschappij Juni

Mediawijsheid protocol Basisschool Op t Hof

FASE 1 ONDERZOEK NOVEMBER 2017

Het White Box model:

Je steunsysteem is overal om je heen.

Goed toegerust op ontdekkingsreis

De mediawijze adolescent

Inge Test

Methodiek Junior Praktijk Opleider

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

Huiswerkbeleid

Evaluatierapport Social Media Professional opleiding Juni

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

School en computers. Paulusse BedrijfsOpleidingen

Erno Mijland. De beste leraar is hij, die het meest van zijn leerlingen opsteekt. #smiho 100 direct toepasbare tips JEAN DE BOISSON

Linkedin; nut en gebruik. 19 april Frits Gubbels

MODULE 1 ZELFANALYSE WERKBOEK: STAP 5. 1 Persoonlijke successen 2 SWOT analyse 3 Samenvatting & conclusie

Brochure. Primair onderwijs. Brochure. Primair onderwijs

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Samenwerking. Betrokkenheid

INLEIDING My community Het kiezen van een geschikt platform Twitter Facebook Conclusie Facebook pagina en Facebook groep Facebook pagina

SAMEN STA JE STERK S U P P O R T F R Y S L Â N B E L E I D S P L A N

Evaluatierapport Social Media Professional opleiding Maart 2014

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Strategisch bedrijfsplan Het Algemeen Maatschappelijk Werk werkt voor mens en maatschappij

Opleidingsprogramma DoenDenken

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

Onderzoek Maatschappelijke Stage

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Projectplan. Open project Versie 2.0. Elga de Klerk 21 november CMD2F

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Media aandacht naar aanleiding van artikel profielsites Lectoraat elearning zomer 2007

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

MAAK HET MEE! Beleidsplan

Goed toegerust op ontdekkingsreis

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Evaluatierapport Nationale Opleiding MediaCoach 2015

Kader voor ontwikkeling - Vaardigheden

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Samen een plan maken... Samen beslissen...over de toekomst!

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs.

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Rapportage. De Kracht van Communicatie. DirectResearch in samenwerking met Logeion Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon

Aan de slag met. Facebook. en Twitter!

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten

Unieke opleiding in Arboland. Opleiding. Copla Opleiding Training Consultants Coaching

Social Mediaprotocol

Is digitaal het nieuwe normaal? Een onderzoek bij kansengroepen naar hun gebruik van internet en sociale media voor arbeidsbemiddeling

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

RUIMTE VOOR HELDEN Ouderbrochure

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Hyves handleiding voor de Groenteman

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN

Leren & Leven in het Kindcentrum

Social Media. De definitie

leren in oss, zo doen we dat!

Levensloopbegeleiding

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid

WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging

Leerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Theoretische verantwoording

Evaluatierapport Terugkomdagen 2014 Nationale Opleiding MediaCoach Februari

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)

Jaarplan schooljaar

Even kijken waar wij staan?

Transcriptie:

Stichting E-hulp.nl 020-6884981 Van Diemenstraat 92 1013 CN Amsterdam www.e-hulp.nl info@e-hulp.nl Deze scriptie is aangemeld voor de Scriptieprijs Online Hulp 2012. Een overzicht van alle scripties over hulpverlening via internet is te vinden op http://www.e-hulp.nl/scriptieprijs. Wij wensen u veel leesplezier. De Scriptieprijs is een initiatief van stichting E-hulp.nl, kennis- en adviescentrum voor online hulpverlening. E-hulp.nl adviseert instellingen uit Zorg en Welzijn bij het ontwikkelen en implementeren van online hulpverlening. Wij houden al het nieuws bij over online hulpverlening, hebben een handboek online hulpverlening geschreven, faciliteren een linkedin groep en een Netwerk Online Hulp en organiseren jaarlijks het Congres Online Hulp.

Maaike Aagten & Marije Veenvliet 133223 133025 Bachelorrapport Sociaal Pedagogische Hulpverlening Academie Mens en Maatschappij Saxion Enschede 1

Waar het traject stopt, gaat social media verder Maaike Aagten : 133223 Marije Veenvliet : 133025 Bachelorbegeleider Opdrachtgever Praktijkbegeleider : K. Menkehorst : ROC van Twente, traject Playing for Success : A. ter Brugge Sociaal Pedagogische Hulpverlening Academie Mens en Maatschappij Saxion Enschede Almelo, 21 mei 2012 2

VOORWOORD Voor u ligt het bachelorrapport dat is uitgevoerd in opdracht van Playing for Success Almelo. Playing for Success Almelo is een tien-weeks traject dat voortijdig schoolverlaten onder jongeren van 16 tot 23 jaar wil voorkomen. Dit doen zij in samenwerking met het ROC van Twente, Heracles Almelo en Gemeente Almelo. Dit rapport betreft het resultaat van het onderzoek, naar de manier waarop passende nazorg geboden kan worden aan de deelnemers van Playing for Success doormiddel van social media. Het nazorgtraject is bedoeld om (oud-)deelnemers te blijven ondersteunen na afloop van het tien-weekse traject. Dit bachelorrapport is ontstaan in het kader van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening van Saxion Hogeschool Enschede. Om belangstellenden gedurende het onderzoek op de hoogte te houden, hebben wij een weblog bijgehouden. Deze weblog is tevens ontstaan onder het motto practice what you preach en is te vinden op: http://nazorgdoorsocialmedia.blogspot.com/ Bij deze willen wij ook graag een aantal personen bedanken die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van dit bachelorrapport. Allereerst is dat Alice ter Brugge, docent bij Playing for Success en tevens onze opdrachtgever. Zij heeft ons tijdens het gehele proces begeleid en ondersteund bij de uitvoering van het onderzoek. We zijn haar dank verschuldigd voor de tijd en moeite die ze hierin heeft gestoken. De tweede persoon die wij willen bedanken is Paulo Moekotte, hij heeft op vele momenten met ons meegedacht en een nuttige bijdrage geleverd aan het onderzoek. Daarnaast gaat onze dank uit naar Monique Engelbertink en Karin Menkehorst. Zij hebben ons gedurende het onderzoek deskundige begeleiding geboden, voorzien van zinvolle feedback en zij hebben verbeteringen aangedragen. Tot slot willen wij de docenten en de deelnemers bedanken die tijd hebben vrijgemaakt om mee te werken aan de interviews. Maaike Aagten & Marije Veenvliet Almelo, 21 mei 2012 3

INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 6 1 INLEIDING 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Projectkader 9 1.3 Doelstelling 10 1.4 Hoofd- en deelvragen 10 1.5 Leeswijzer 10 1.6 Samenvatting 11 2 THEORETISCH KADER 12 2.1 Playing for Success 12 2.2 Social media 15 2.3 Passende nazorg 17 2.4 Deskundigen 19 2.5 Samenvatting 23 3 METHODE VAN ONDERZOEK 25 3.1 Type onderzoek 25 3.2 Onderzoekspopulatie 26 3.3 Instrumenten 26 3.4 Procedure 27 3.5 Betrouwbaarheid 27 3.6 Interne en externe geldigheid 28 3.7 Ethische overwegingen 29 3.8 Samenvatting 29 4 RESULTATEN 30 4.1 Mogelijkheden deelnemers 30 4.2 Mogelijkheden docenten 32 4.3 Samenvatting 37 5 CONCLUSIES 39 5.1 Conclusies deelvragen 39 5.2 Conclusie hoofdvraag 49 5.3 Aanbevelingen 51 5.4 Sterktes en zwaktes onderzoek 55 5.5 Discussie 57 REFERENTIES 60 BIJLAGEN 63 Bijlage I Benadering respondenten 63 Bijlage II Interview deelnemers 64 Bijlage III Interview docenten 66 Bijlage IV Interview deskundigen 68 4

Bijlage V Labelschema deelnemers 68 Bijlage VI Labelschema docenten 78 Bijlage VII Evaluatieformulier opdrachtgever 92 5

SAMENVATTING Social media is een steeds groter opkomend verschijnsel. Mensen zijn sociale wezens die graag kennis delen en meningen uiten. Vooral jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 25 jaar, maken veel gebruik van sociale netwerken. Playing for Success wil de mogelijkheden van social media benutten. Playing for Success Almelo, onderdeel van het ROC van Twente, is een tien-weeks traject om voortijdig schoolverlaten te voorkomen onder jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar. In de huidige situatie houdt de hulpverleningsrelatie na tien weken op. Er is een beperkte mogelijkheid voor eventuele verdere hulp. De docenten van Playing for Success locatie Almelo hebben geconstateerd dat er veel behoefte is aan ondersteuning na afloop van het traject. Playing for Success Almelo is de eerste locatie die een nazorgtraject wil gaan ontwikkelen. Deze locatie wil hiervoor gebruik gaan maken van social media. In opdracht van Playing for Success Almelo is onderzoek gedaan naar de vraagstelling: Op welke manier kan social media ingezet worden om passende nazorg te bieden aan de deelnemers van Playing for Success?. Hierbij is de volgende opdracht geformuleerd: Een concept ontwikkelen voor een nazorgtraject bij Playing for Success Almelo waarbij social media ingezet wordt. Om tot een antwoord te komen op de vraagstelling, is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd waarbij kwalitatieve gegevens verzameld werden. Het onderzoek betrof een behoeften- en ontwikkelingsonderzoek. Door middel van zestien diepte-interviews met deelnemers en docenten en twee diepte-interviews met deskundigen is inzicht verkregen in de huidige situatie en de gewenste situatie. Het is gebleken dat de deelnemers in de huidige situatie behoefte hebben aan contact na afloop van het tienweekse traject. Daarnaast bestaat er vanuit de docenten behoefte aan contact. Uit de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat Facebook de meest geschikte vorm is voor een passend nazorgtraject. Er wordt geadviseerd om een Facebook-pagina te ontwikkelen voor Playing for Success Almelo. Op deze pagina wordt aanbevolen om onderscheid te maken tussen een algemeen gedeelte en een privégedeelte. Door middel van social media hebben de (oud)-deelnemers de mogelijkheid om vragen te stellen na afloop van het traject. Hierdoor blijft de groep als netwerk bestaan. De docenten hebben op deze manier de mogelijkheid om op de hoogte te blijven van de jongeren en om het traject te evalueren. Om het traject te laten slagen zal het nazorgtraject aan de hand van social media geïmplementeerd moeten worden. De Facebook-pagina zal tijdens het tien-weekse traject onder de aandacht van de deelnemers worden gebracht. Het nazorgtraject zal getest moeten worden door middel van een pilot. Een suggestie voor een vervolgonderzoek zou een actieonderzoek kunnen zijn. Bij dit actieonderzoek kan op een interactieve manier het nazorgtraject getest worden. Het nazorgtraject kan tussentijds geëvalueerd en bijgesteld worden. 6

1 INLEIDING In het eerste hoofdstuk staat allereerst de aanleiding (1.1) van het onderzoek beschreven. Deze aanleiding geeft informatie over de achtergrond van het onderzoek, het nut, de relevantie en het ontstaan van het probleem. In de volgende paragraaf (1.2) staat het projectkader beschreven, hierin komen de kaders waarbinnen dit onderzoek plaatsvond naar voren. Vervolgens wordt in paragraaf 1.3 de doelstelling, op korte- en lange termijn, beschreven. Op basis van de doelstelling is de hoofdvraag geformuleerd (1.4). Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn deelvragen opgesteld, deze zijn te vinden in paragraaf 1.5. Hoofdstuk één zal afgesloten worden met een leeswijzer (1.6) en een samenvatting (1.7). 1.1 Aanleiding De laatste jaren is het gebruik van internet een steeds belangrijker onderdeel geworden van het dagelijks leven. Men beleefde de afgelopen dertig jaar de evolutie van analoge naar digitale technologie. De laatste vijftien jaar liet het internet toe om te verbinden met computers, servers en websites over de hele wereld. De laatste vijf jaar werd de kracht van mensen die zich met elkaar gaan groeperen en verbinden in sociale netwerken ontdekt. Momenteel ziet men de mogelijkheden van digitalisering en het internet (Caudron, 2011). In 1998 had 16% van de Nederlandse bevolking thuis toegang tot het internet. In 2009 steeg dit percentage naar 92% (Schalken e.a., 2010). Van Dale Online Professioneel Nederlands (2012) omschrijft het internet als een wereldwijd computernetwerk dat het mogelijk maakt informatie te verspreiden of te zoeken en te e- mailen. Internet is interactief en daarmee voor iedereen en vooral dóór iedereen te gebruiken (Engelfriet, 2008). Met de opkomst van het internet is ook het begrip social media geboren. Mensen zijn sociale wezens die graag kennis delen en meningen uiten. Vroeger stond men op de stoep een praatje te maken met de buren, tegenwoordig doet men dit via social media met de hele wereld (Caudron, 2012). Koeleman (2011) verstaat onder social media de, ook in het Nederlands gangbare, Engelse benaming voor websites waarvan de gebruiker, met geen (of weinig) tussenkomst van professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hierbij staat de dialoog tussen de gebruikers centraal. Hieronder worden de online communicatieplatformen als weblogs, social netwerksites als Hyves, Facebook, LinkedIn, Google+ en Twitter verstaan. Bij social media hoort ook de mogelijkheid om online conversaties te volgen. Volgens het Centraal Bureau voor de statistiek (CBS, 2011a) gaf, in 2011, 53% van de internetgebruikers aan dat ze in de voorafgaande drie maanden actief waren geweest op deze sociale netwerken. Social media is ook erg populair onder de jeugd. Vooral jongeren in de leeftijd van 16 tot 25 jaar maken veel gebruik van sociale netwerken, namelijk 88%. Ze beschikken over vaardigheden om online te communiceren en te leren. De jongeren, van 16 tot 25 jaar, maken steeds meer gebruik van sociale netwerken om informatie uit te wisselen. Voorbeelden hiervan zijn: berichten of nieuwtjes op een chat-site, het deelnemen aan een nieuwsgroep of een online discussieforum en het lezen van weblogs. Het uitwisselen van tekstberichten komt het meest voor bij jongeren, 78% maakt hier gebruik van (CBS, 2011b). 7

In verschillende branches maakt men gebruik van het verschijnsel internet. In de hulpverlening is dit ook niet onopgemerkt gebleven. Online hulpverlening maakt een steeds groter deel uit van de gereedschapskist van moderne hulpverleners. Verdere groei van deze vorm van hulp of ondersteuning valt daarbij te verwachten (Schalken e.a., 2010). Instellingen uit het maatschappelijk werk, de GGZ en jeugdzorg bieden online hulp bij psychische, sociale of maatschappelijke problemen. Er zijn verschillende benamingen voor hulp via internet, bijvoorbeeld e-hulp, digihulp, e-health, internet ondersteuning of online hulp (Nikken, 2007). Online hulpverlening is hulp die instellingen bieden bij psychische, sociale of maatschappelijke problemen waarbij gebruikgemaakt wordt van internettechnologie. Het richt zich op het primaire zorgproces van informatie, advies, ondersteuning, begeleiding, behandeling of nazorg (Schalken e.a., 2010). Het richt zich op het bieden van informatie, advies of ondersteuning via internet op het gebied van zorg, welzijn of educatie in de vorm van preventie, behandeling of nazorg (E-hulp, 2007). Binnen online hulpverlening zijn drie typen hulpvormen te onderscheiden: passieve, actieve en interactieve hulpvormen. Passieve hulpvormen zijn hulpvormen waarbij de gebruiker geen invloed heeft op de inhoud ervan. Actieve hulpvormen zijn hulpvormen waarbij de gebruiker zelf de inhoud beïnvloedt, maar er geen interactie is met andere hulpvragers of hulpverleners. Interactieve hulpvormen zijn hulpvormen waarbij de gebruikers (hulpvragers en/of hulpverleners) elkaar wederzijds beïnvloeden. Het verschil met face-to-face hulpverlening is dat online hulpverlening onafhankelijk van plaats en tijd is, er minder zintuiglijke waarnemingen zijn en de communicatie via technische hulpmiddelen loopt (Schalken e.a., 2010). Online hulpverlening neemt ook een steeds grotere rol in binnen de jeugdhulpverlening. Een belangrijke ontwikkeling welke binnen de jeugdhulpverlening gaande is, is jeugdzorg 2.0. Laurens Waling is de initiatiefnemer van deze beweging. Jeugdzorg 2.0 (z.j.) gaat over de mogelijkheden van innovatie en social media om jongeren online te betrekken, kennis tussen professionals te delen en vernieuwing van de jeugdzorg te faciliteren. Volgens Laurens Waling kunnen hulpverleners jongeren beter bereiken met social media dan met face-to-face contact. Volgens hem leggen jongeren binnen vijf minuten hun problemen op tafel, terwijl je in een gesprek veel tijd nodig hebt om een vertrouwensband op te bouwen. Daarnaast scheelt het reistijd. Wanneer je een gesprek houdt via een webcam, kan er veel makkelijker besloten worden om zes keer tien minuten af te spreken in plaats van één keer een uur (De Goede, 2011). Het gebruik maken van online hulpverlening aan de hand van social media sluit aan bij leefwereld van de jeugdigen. Hulp via internet is zeer laagdrempelig. Door de groei van het internet de afgelopen jaren, heeft elke burger in principe toegang tot het internet. Jongeren kunnen vrijwel allemaal thuis op internet en anders kunnen zij uitwijken naar bibliotheken, vrienden en school (Duimel & de Haan, 2007). Daarnaast is het effectief, flexibel en goedkoop. Door gebruik te maken van de vele mogelijkheden van social media kan de hulpverlening verbeterd worden (Nederlands Jeugdinstituut [NJI], 2012). Playing for Success Almelo wil de mogelijkheden van social media benutten. In Almelo is Playing for Success een traject om voortijdig schoolverlaten onder jongeren tussen de 16 en 23 jaar te voorkomen. Het is een samenwerking tussen het ROC van Twente, Heracles Almelo en Gemeente Almelo. Momenteel bestaat het traject uit een tien-weeks programma. Tijdens deze tien weken werken de deelnemers aan zichzelf en aan hun 8

toekomst. De afsluiting bestaat uit een presentatie waarin de vragen wie ben ik, wat wil ik en hoe ga ik dit bereiken, worden beantwoord. Het effect hiervan is dat de deelnemers meer inzicht krijgen in zichzelf, daarnaast hebben zij hun toekomstbeeld helder voor ogen. Dit traject vindt zijn oorsprong in Engeland. Inmiddels zijn daar 160 centra waarin wordt samengewerkt met sportclubs. Door de successen in Engeland is het concept overgekomen naar Nederland. In Nederland worden op diverse locaties deelnemers van 9 tot 14 jaar begeleid om leerachterstanden op te heffen. Playing for Success Almelo wijkt enigszins af van de andere locaties elders in het land, doordat de leeftijd van de deelnemers hier 16 tot 23 jaar betreft. Playing for Success levert een belangrijke bijdrage aan het zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld van de deelnemers. Deze doelen worden behaald doordat er een uitdagende en inspirerende leerplek wordt aangeboden buiten school, namelijk een voetbalstadion. Hier worden zoveel mogelijk positieve leerervaringen opgedaan (Playing for Success, z.j.). Bij Playing for Success Almelo houdt de hulpverleningsrelatie na tien weken op. Er is een beperkte mogelijkheid voor eventuele verdere hulp. De docenten van Playing for Success locatie Almelo hebben geconstateerd dat er veel behoefte is aan ondersteuning na afloop van het traject. Onder de deelnemers ontstaan er na verloop van tijd hulpvragen. Vanwege het ontbreken van een nazorgtraject blijven hulpvragen bestaan. Voor de deelnemers is de drempel te hoog om te bellen of langs te komen om hun vragen te bespreken. Problemen kunnen op deze manier worden opgestapeld en een jongere kan verder afglijden (A. ter Brugge, persoonlijke communicatie, 10 januari 2012). Playing for Success Almelo is de eerste locatie die een nazorgtraject wil gaan ontwikkelen. Deze locatie wil hiervoor gebruik gaan maken van social media. Er zal een concept ontwikkeld moeten worden. Vervolgens kan er een pilot van start gaan en mocht de effectiviteit hiervan bewezen worden, dan zal dit nazorgtraject landelijk doorgevoerd kunnen worden. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan het ontwerpen van een concept, over welke wijze een passend nazorgtraject kan worden aangeboden. Hierbij werd gekeken naar de mogelijkheden van social media. 1.2 Projectkader Dit onderzoek heeft plaatsgevonden binnen het ROC van Twente. Het onderzoek richtte zich op een tien-weeks beroepskeuzetraject, namelijk Playing for Success in Almelo. De doelgroep die betrokken was bij dit onderzoek zijn de deelnemers en docenten van Playing for Success en deskundigen binnen het ROC van Twente. De deelnemers zijn jongeren van 16 tot 23 jaar die dreigen uit te vallen, of al uitgevallen zijn binnen het onderwijs. Na het afronden van het tien-weekse traject, werd duidelijk dat er behoefte is aan een vorm van contact. Zowel deelnemers als docenten lopen er tegenaan dat er in de huidige situatie geen eenduidig en passend nazorgtraject bestaat. Er is onderzocht wat er, met behulp van social media, ontwikkeld moest worden om een nazorgtraject op te zetten voor de deelnemers van Playing for Success. Het onderzoek heeft geleid tot een concept van een nazorgtraject, waarbij gebruik gemaakt wordt van social media. De resultaten zijn tegemoet gekomen aan de vraag van Playing for Success locatie Almelo, maar hebben ook een bijdrage geleverd aan de trajecten van andere locaties van Playing for Success in Nederland. 9

1.3 Doelstelling Korte termijn Het ontwikkelen van een concept voor een nazorgtraject voor deelnemers van Playing for Success, locatie Almelo, waarbij gebruikt gemaakt wordt van social media. Lange termijn Het concept van het nazorgtraject wordt getest door middel van een pilot bij Playing for Success, locatie Almelo. Het landelijk implementeren van een nazorgtraject, waarbij gebruikt gemaakt wordt van social media. 1.4 Hoofd- en deelvragen Hoofdvraag Op welke manier kan social media ingezet worden om passende nazorg te bieden aan de deelnemers van Playing for Success? Opdracht Een concept ontwikkelen voor een nazorgtraject bij Playing for Success Almelo waarbij social media ingezet wordt. Theoretische deelvragen 1. Wat houdt het traject Playing for Success in? 2. Wat zijn social media, welke vormen zijn er en wat zijn de voor- en nadelen? 3. Welke nazorg is passend, als er wordt gekeken naar de methode van Playing for Success? 4. Welke mogelijkheden zien deskundigen om social media in te kunnen zetten voor passende nazorg? Praktijkgerichte deelvragen 5. Welke mogelijkheden zien de deelnemers (jongeren van 16 tot 23 jaar) om social media in te kunnen zetten voor passende nazorg? 6. Welke mogelijkheden zien de docenten om social media in te kunnen zetten voor passende nazorg? 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk twee wordt er antwoord gegeven op de theoretische deelvragen, zoals beschreven in paragraaf 1.4. In hoofdstuk drie is de methode van dit onderzoek uitgewerkt. In hoofdstuk vier zijn de resultaten van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk vijf zijn aan de hand van deze resultaten de conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen vormen de basis voor het concept van het nazorgtraject. Daarnaast zijn er sterke en zwakke punten van het onderzoek beschreven en zijn discussiepunten uitgewerkt. 10

1.6 Samenvatting De laatste jaren is het gebruik van internet een steeds belangrijker onderdeel geworden van het dagelijks leven. Met de opkomst van het internet is ook het begrip social media geboren. Volgens het CBS (2011a) zijn het vooral jongeren in de leeftijd van 16 tot 25 jaar die gebruik maken van social media, namelijk 88%. Ook in de hulpverlening is internet niet onopgemerkt gebleven. Online hulpverlening richt zich op het primaire zorgproces van informatie, advies, ondersteuning, begeleiding, behandeling of nazorg. Online hulpverlening neemt ook een steeds grotere rol in binnen de jeugdhulpverlening. Een belangrijke ontwikkeling welke binnen de jeugdhulpverlening gaande is, is jeugdzorg 2.0. Het gebruik maken van online hulpverlening aan de hand van social media sluit aan bij leefwereld van de jeugdigen. Hulp via internet is zeer laagdrempelig, effectief, flexibel en goedkoop. Playing for Success Almelo wil de mogelijkheden van social media benutten. Bij Playing for Success houdt de hulpverleningsrelatie na tien weken op. Er is een beperkte mogelijkheid voor eventuele verdere hulp. De docenten van Playing for Success locatie Almelo hebben geconstateerd dat er veel behoefte is aan ondersteuning na afloop van het traject. Onder de deelnemers ontstaan er na verloop van tijd hulpvragen. Vanwege het ontbreken van een nazorgtraject blijven hulpvragen bestaan. Playing for Success Almelo is de eerste locatie die een nazorgtraject wil gaan ontwikkelen aan de hand van social media. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan het ontwerpen van een concept, over welke wijze een passend nazorgtraject kan worden aangeboden. In hoofdstuk twee zullen de theoretische deelvragen aan bod komen. Met behulp van literatuur zullen de vier deelvragen beantwoord worden. 11

2. THEORETISCH KADER In dit hoofdstuk worden de theoretische deelvragen beantwoord. In paragraaf 2.1 wordt deelvraag één: Wat houdt het traject Playing for Success in? beantwoord. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2 antwoord gegeven op deelvraag twee: Wat zijn social media, welke vormen zijn er en wat zijn de voor- en nadelen? In paragraaf drie staat deelvraag drie centraal: Welke nazorg is passend, als er wordt gekeken naar de methode van Playing for Success Almelo? De laatste deelvraag wordt beantwoord in paragraaf vier, deze deelvraag luidt: Welke mogelijkheden zien deskundigen om social media in te kunnen zetten voor passende nazorg? Het hoofdstuk sluit af met een samenvatting in paragraaf 2.5. 2.1 Playing for Success In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de eerste theoretische deelvraag: Wat houdt het traject Playing for Success in? Playing for Success vindt zijn oorsprong in Engeland. Sinds 1997 heeft de organisatie als doel jongeren, tussen de 9 en 14 jaar te begeleiden bij leerachterstanden. Er is een samenwerking tussen de overheid, plaatselijke overheden en sportclubs. Sportclubs bieden een ruimte aan, waar de deelnemers les krijgen. De praktijk heeft uitgewezen dat een voetbalomgeving extra effect heeft bij Playing for Success, doordat deze omgeving aantrekkelijker is dan een schoolomgeving. Momenteel wordt er gebruik gemaakt van allerlei sporten van rugby tot zeilen. Er zijn in Engeland 160 centra waarin wordt samengewerkt met sportclubs. Na deelname aan het programma bleken leerlingen één tot anderhalf jaar te zijn ingelopen op hun leerachterstand. Daarnaast is hun zelfvertrouwen gegroeid en is hun zelfbeeld positiever geworden. Door de successen in Engeland is het concept overgekomen in Nederland. In Nederland worden op diverse locaties deelnemers van 9 tot 14 jaar begeleid om leerachterstanden op te heffen. Daarnaast levert Playing for Success een belangrijke bijdrage aan het zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld. Ze werken hieraan op een uitdagende en inspirerende plek buiten school waar ze zoveel mogelijk positieve leerervaringen opdoen, namelijk het voetbalstadion. Playing for Success in Nederland is een samenwerking tussen betaalde voetbalclubs, primair en/of voortgezet onderwijs, gemeenten en mbo- en hboinstellingen (Playing for Success, z.j.). Op 15 september vond de kick off plaats van Playing for Success in Almelo (Playing for Success, z.j.). Dit is een traject om voortijdig schoolverlaten onder jongeren tussen de 16 en 23 jaar te voorkomen. Playing for Succes ging samenwerken met Assist. Assist is een samenwerkingsverband tussen Heracles Almelo, gemeente Almelo en ROC van Twente. Het intensieve beroepskeuzetraject Assist draait inmiddels drie jaar. Scholen uit de regio, waaronder ROC, AOC en voortgezet onderwijs maken gebruik van Assist. Ook deelnemers vanuit het 1000-jongerenplan volgen het beroepskeuzetraject zodat zij met begeleiding weer de arbeidsmarkt op kunnen. Daarnaast wordt er samengewerkt met Scoop Welzijn en Tactus Verslavingszorg om jongeren die moeite hebben met een opleiding succesvol af te ronden te stimuleren om na te denken over hun toekomstmogelijkheden. De deelnemers zijn vier dagdelen per week aanwezig in het Polmanstadion. Één dagdeel wordt besteed aan sport. Naast lichaamsbeweging is het doel, werken aan het groepsproces en het vergroten van het zelfvertrouwen. Tijdens de eerste weken worden beroepskeuzetesten afgenomen, dit vormt de basis voor het 12

traject. De uitkomsten hiervan worden als uitgangspunt gezien. Er wordt een stageplek gezocht welke passend is bij de uitkomsten van de test, indien mogelijk lopen de deelnemers twee dagen per week stage. De lessen bestaan verder uit individuele gesprekken waarbij stil wordt gestaan bij diens mogelijkheden en diens toekomstbeeld. Daarnaast wordt er veel tijd besteed aan groepsgesprekken, waarbij groepsdynamica een grote rol speelt: de deelnemers delen ervaringen, discussiëren over verschillende onderwerpen en ondersteunen elkaar in het maken van keuzes. Zij leren zichzelf kennen, waarbij gekeken wordt naar eigen kwaliteiten zodat vervolgens doelen gesteld kunnen worden. Tijdens het traject maken de deelnemers een portfolio, hierin worden het CV, de reflectieverslagen, de stageverslagen, het levensverhaal, de eindpresentatie en andere belangrijke stukken verzameld. Het traject wordt afgesloten met een eindpresentatie. In deze presentatie evalueren de deelnemers het traject, daarnaast wordt stilgestaan bij de vragen: wie ben ik, wat wil ik en hoe ga ik dat bereiken. Ouders, verwijzers zoals het ROC, RMC, Bureau Jeugdzorg, diverse scholen en andere betrokkenen worden uitgenodigd om bij deze presentatie aanwezig te zijn. Aan de verwijzers wordt een deelnemersrapportage verstrekt, waarin evaluaties en adviezen staan (Methodiek Playing for Success, 2009). De verbinding tussen leren en sport draagt bij aan het verhogen van het niveau van het onderwijs en is een krachtig wapen in de strijd tegen leerachterstanden. Jongeren die niet gemotiveerd zijn, geen zelfwaardering of zelfvertrouwen hebben, volgen bij het ROC van Twente een beroepskeuzetraject, in het Polmanstadion van Heracles Almelo. Het topsportklimaat en het succes van de voetbalomgeving dragen bij aan een goede leeromgeving die uitdaagt, stimuleert en prikkelt tot betere prestaties (Playing for Success, z.j.) Visie Bij Playing for Success staat de deelnemer centraal. Zij hebben vaak langdurig in een onderwijssysteem gezeten dat niet past, hierdoor lukt het hen niet te slagen in een omgeving waar de leerstof centraal stond. Ze hebben vaak al veel teleurstellingen achter de rug als ze aan het traject Playing for Success beginnen. Door te kiezen voor de uitgangspunten van natuurlijk leren, door zo praktisch mogelijk bezig te zijn en door aan te sluiten bij de belangstelling van de deelnemer wordt geprobeerd het traject zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Het is belangrijk dat de deelnemer zich veilig voelt in de groep. Het traject Playing for Success laat deelnemers succeservaringen opdoen tijdens het leren, dit werkt motiverend. Er wordt tijdens het traject uitgegaan van wat een deelnemer kan, hierdoor voelt de deelnemer zich gewaardeerd. Dit draagt bij aan een positief zelfbeeld. Het initiatief tot leren wordt bij de deelnemer gelegd en de deelnemer moet zichzelf verantwoordelijk voelen voor zijn eigen leerproces. De deelnemers functioneren doorgaans niet in een grote groep doordat ze een korte spanningsboog hebben en moeilijk presteren in een omgeving met veel prikkels. De groep bestaat daarom uit maximaal vijftien deelnemers en de lessen worden gegeven in een overzichtelijke en duidelijk gestructureerde leeromgeving (Methodiek Playing for Success, 2009). 13

Missie Jongeren, van 16 tot 23 jaar, die nog niet in het bezit zijn van een startkwalificatie, in een periode van tien weken een betere kans bieden op een baan en / of zorgen voor een aansluiting op beroepskwalificerende opleidingen (Methodiek Playing for Success, 2009). Methodiek De gehanteerde methodiek is oplossingsgericht werken. De begeleiding is toekomstgericht en gericht op het creëren van oplossingen. Er wordt gekeken naar mogelijkheden en kwaliteiten. De deelnemer is daarin deskundig: het gaat over zijn leven, zijn keuzes en zijn toekomst. Daarnaast speelt groepsdynamica een belangrijke rol. De groep moet een veilige plek zijn, waarbij de jongeren elkaar accepteren, erkennen en herkennen. De groep is een netwerk en moet daarnaast inspireren en stimuleren voor het maken van keuzes. Het doel van deze methodiek is om deelnemers in beweging te krijgen door ze bewust te maken van hun kracht, waardoor ze een keuze kunnen maken voor de toekomst. De volgende vier vragen lopen als een rode draad door het tienweeks-traject: Wie ben ik; Wat wil ik; Hoe ga ik dit bereiken; Wie en wat heb ik daarvoor nodig (Methodiek Playing for Success, 2009). Samen met de docent worden er vervolgens korte en lange termijn doelen geformuleerd, zodat de deelnemers weer grip krijgen op en de regie krijgen over hun eigen leven. Uitgangspunten bij het realiseren van de doelstellingen is onder andere ervarend leren. Door concrete ervaring en door beleving wordt er effectiever geleerd van bepaalde activiteiten. Het sluit meer aan bij de leefwereld van jongeren dan schoolse situaties. Hierbij valt te denken aan stage, het uitvoeren van een opdracht en vooral de groepsdynamica. Ervarend leren wordt om vijf redenen gezien als motiverend: Het is concreet en uitdagend; Het biedt mogelijkheden tot het ontdekken van interesses en eigen mogelijkheden; Het geeft aanknopingspunten voor zelfreflectie; Het biedt mogelijkheden voor het opdoen van positieve ervaringen wat bijdraagt aan de ontwikkeling van gevoelens van eigenwaarde; Het speelt in op de medeverantwoordelijkheid van de jongere (Methodiek Playing for Success, 2009). Empowerment als onderdeel van oplossingsgericht werken Een ander onderdeel van de benadering is de empowerment - gedachte. Hierbij wordt ingespeeld op de competenties en de behoefte aan zelfbepaling. In deze benadering worden de eigen krachten van jongeren nadrukkelijk aangesproken en geactiveerd. Belangrijk is dat de jongeren de resultaten toeschrijven aan eigen handelen. De doelstelling is het vergroten van het zelfoplossend vermogen. Het ervaren van competentiegevoelens en zelfmanagement werkt motiverend. Een integrale benadering is ook van groot belang. Problemen buiten het traject kunnen een jongere zo in beslag nemen dat het functioneren in het traject belemmerd wordt. Er wordt aandacht geschonken aan de totale leefsituatie, omdat alle zaken die voor een jongere zwaar zijn in beeld moeten worden gebracht. Motivatieproblemen kunnen veel verschillende oorzaken hebben. De docent zal zich eerst moeten richten op de achtergrond van het 14