Implementatie leerplan Nederlands eerste graad B-stroom Pedagogisch begeleiders Nederlands Chinese schutter mist moeder Buschauffeur rijdt dronken schoolkinderen rond Gratis bus voor 65+ te duur Fietser aangereden door laagstaande zon Goedkope laptop breekt door Politie controleert op fietsen zonder licht Schooljaar 2010-2011 Scenario Wie? Aan wie? In welke situatie? 1 Introductie 2 Toelichting leerplannen 3 Vragen Wat? Bedoeling? Kanaal? Waarover? Hoe? Effect? Toelichting leerplannen Geschiedenis Uitgangspunten Wat blijft, welke evoluties? Toelichting bij de 2 componenten Integratie Evaluatie Minimale materiële vereisten Verder: bibliografie, bijlagen, verklarende woordenlijst, lijst van de eindtermen Visietekst Werken in de eerste graad Geschiedenis Talenbeleidsnota > actualisering ET en OD Bao en eerste graad so: taalbeschouwing > houding inspectie 1
Vraag naar concreter invullen verticale en horizontale samenhang resultaatgerichte ET taalstructurele met heldere basisterminologie (eenduidig begrippenapparaat) interculturele gerichtheid Geschiedenis Overleg met betrokkenen Voor het leerplan: resonansgroepen (A- en B- stroom) formulering & gebruiksvriendelijkheid moeilijkheidsgraad & haalbaarheid Voor tijdens na Horizontaal Verticaal Inspectie Educatieve uitgeverijen Overleg met betrokkenen Uitgangspunten leerplannen Aansluiting bao so Samenstelling lpc: leraren eerste graad, pedagogisch begeleiders, docent lerarenopleiding, leerplanvoorzitter bao Start lpc A-stroom: 07-08; lpc B-stroom: 09-10 Voorzitter lpc Nl so betrokken bij lp Nl bao Lp - pedagogische wenken: aandacht voor voor wat betreft doelen, termen, aanpak, ICT Gemeenschappelijke implementatie van leerplan Uitgangspunten leerplannen B Leerplan B-stroom: opbouw Aansluiting / horizontaal overleg B-stroom: overleg met alle leerplanvoorzitters, Nederlands, mavo, techniek, natuurwetenschappen met servicedocument (verbanden tussen vakken - in ontwikkeling) Inleiding Algemene doelen Doelen en didactische wenken 2 componenten Taalbeleid Bibliografie Bijlagen Beginsituatie Minimale materiële vereisten Verklarende woordenlijst 2
Praktische taalvaardigheid Integratie van vaardigheden Leerplan B inhoud: accenten Behouden Graadleerplan Visie op het vak: nadruk op communicatieve functionaliteit Wat blijft? Welke evoluties? B Goed kunnen spreken, schrijven, luisteren en lezen bevordert ook het leren en deelname aan de samenleving (interculturele gerichtheid) met ondersteunende vaardigheden, attitudes Gebaseerd op OD: inspanningsverplichting voor alle doelen (taal)vaardigheden - luisteren - spreken - lezen - schrijven - woordenschat 2 componenten: - (taal)vaardigheid - taalbeschouwing (taalgebruik en taalsystematiek) Wat blijft? Welke evoluties? B Leerplancomponenten Behouden Brug met het basisonderwijs Pedagogischdidactische wenken Taalbeleidsgedachte: ondersteuning bij schooltaal, instructietaal Transfer naar andere vakken Pedagogisch-didactische wenken ondersteunen de integratiegedachte Taalvaardigheid Taalbeschouwing Vaardigheden Taalbeschouwing Luisteren Spreken Lezen Schrijven Taalgebruik Taalsysteem attitudes, inzichten, attitudes, inzichten, attitudes, inzichten, attitudes, inzichten, attitudes, inzichten, attitudes, inzichten, 3
Behouden Doelen taalvaardigheden B publiek verwerkingsniveau Taalvaardigheid: niveaus kopiërend beschrijvend structurerend beoordelend Gebaseerd op ongewijzigde ontwikkelingsdoelen 34 doelen, doorlopend genummerd Mogelijkheid tot verdieping en uitbreiding Aandacht voor OVUR Publiek en verwerkingsniveau bekende leeftijdgenoot onbekende leeftijdgenoot bekende volwassene onbekende volwassene 20 Taalvaardigheid - wenken Strategisch: OVUR Receptieve en productieve taalvaardigheden: - schematisch voor (OV) tijdens (U / R) na (R) - literair lezen en luisteren naar ontspannende teksten = aanzet tot literaire competentie Ideeën voor criteria en ondersteunende vragen 2-9-2010 21 Differentiatie 2-9-2010 23 4
TBS Nadenken over taalgebruik - communicatieve situatie Verbeteren taalvaardigheid > taalbeschouwing Tempo Evaluatie (sticordi) Differentiatie Aanbod Wie? Wie? zender (spreker, schrijver) Wat? Hoe? boodschap Waarover? In welke omstandigheden? relatie boodschap werkelijkheid Werkvormen Vragen en opdrachten Wat? Aan wie? Bedoeling? Weg en Hoe? middelen? ontvanger bedoeling (luisteraar, lezer) Ondersteuning Waarover? In welke omstandigheden.? Aan Weg wie? en middelen? Effect? Effect? situatie kanaal effect Bart Masquillier en Marleen Lippens 26 2-9-2010 28 Doelen taalbeschouwing B 9 doelen Basis en uitbreiding bij doel 9 Taalgebruik en taalsysteem Spelling ook als ondersteunende bij schrijfvaardigheid Terminologie gebaseerd op OD en op advieslijst taalbeschouwelijke termen Waarvoor is reflecteren op taalgebruik en taalsysteem zinvol? 1 alert maken voor en respect tonen voor eigen en andermans taalgebruik 2 verbeteren eigen taalvaardigheid 3 elementair inzicht in de structuur van taal die leerlingen gebruiken 4 in functie van (werkwoord)spelling 5 hulp bij aanleren van moderne vreemde talen 6 cultureel en intercultureel belang 5
Frans Nederlands Genus / geslacht Persoon en getal Frans Nederlands Kabouter Wesley Wanneer ben je goed in taal? Functies taalbeschouwingsonderwijs Ondersteuning taalvaardigheid Hulp bij aanleren vreemde talen Hulp bij spelling Interculturele component 2-9-2010 32 Ondersteuning taalvaardigheid Voor de moderne vreemde talen Bv. doel 2 TG Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruiksituaties reflecteren op het gebruik van standaardtaal, regionale en sociale taalvariëteiten. Bv. doel 8 TS reflecteren op teksten en de tekstopbouw Een persoonlijke bedenking 1 ste p enk 2 de p enk 3 de p enk 1 ste p mv 2 de p mv 3 de p mv Je parle Tu parles Il/elle parle Nous parlons Vous parlez Ils/ elles parlent Ik praat Jij praat Hij/zij praat Wij praten Jullie praten Zij praten 2-9-2010 33 Voor de moderne vreemde talen In functie van de (werkwoord)spelling Lang leve het Nederlands! 2 de -3 de leerjaar 4 de leerjaar 5 de leerjaar 6 de leerjaar MON MA MES TON TA TES SON SA SES MIJN JOUW (JE) ZIJN EN HAAR C est son vélo Het is zijn fiets. Het is haar fiets. C est sa copine Het is zijn vriendin Het is haar vriendin Handeling Vormen Regelmaat Herkennen Werkwoord Stam Uitgang Infinitief Persoonsvorm Enkelvoud Meervoud Tijd Tegenwoordige tijd Verleden tijd Stam Uitgang Infinitief Persoonsvorm Enkelvoud Meervoud Tijd Tegenwoordige tijd Verleden tijd Persoon 1 ste persoon 2 de persoon 3 de persoon Klankverandering tt Tegenw oordige tijd vt Verleden tijd alle Andere w erkw oordvormen dan pv 6
In functie van de (werkwoord)spelling In functie van (inter)culturele gerichtheid Bv. Beleefdheidsvorm Concepten belangrijker dan termen Heldere terminologie Termen Bao 2000 onderw erp persoonsvorm gezegde w erkw oordelijk naamw oordelijk gezegde voorw erpen bepalingen Termen Bao 2010 onderw erp persoonsvorm Termen SO 2010 onderw erp persoonsvorm predicaat w erkw oordelijk naamw oordelijk gezegde lijdend voorw erp meew erkend voorw erp bepaling Koppelteken (vroeger ook liggend streepje) Trema (vroeger ook deelteken) Infinitief (vroeger ook noemvorm) Predicaat: alles wat over het onderwerp gezegd wordt (vroeger gezegde) Nwg, wwg, naamwoordelijk deel van het gezegde -> Invulling gezegde is veranderd! 45 18 Taalbeschouwing - wenken Waar komt het in taalbeschouwing op aan? De aanpak Doel: nadenken over de manier waarop we met taal situaties aanpakken. Dus: op de eerste plaats reflecteren op TAALGEBRUIK! 7
Taalbeschouwing - wenken Vroeger en nu B Reflecteren op taalgebruik Wie? Wat? Waarover? Aan wie? Met welke bedoeling? Hoe? In welke omstandigheden? Langs welke weg en met welke middelen? Effect? Reactie? Reflecteren op de systematiek van taal Klanken Woorden Zinnen Tekst Betekenissen Spellingvormen Leerplan 1997 Leerplan 2010 Taalbeschouwing geïntegreerd in vaardigheden Woordenschat Spellingremediëring Taalsystematiek Specifieke doelen taalbeschouwing Taalgebruik en taalsystematiek Vroeger en nu B Nu B Klassiek grammaticaonderwijs Nadruk op vorm. Gedecontextualiseerd d.w.z. losse zinnen worden ontleed. Er wordt op een abstract niveau met taal omgegaan. Gebaseerd op de klassieke Latijnse grammatica. Kennis van termen is een belangrijke doelstelling. Onderwijs in taalbeschouwing Nadruk op betekenis, communicatie. Reflectie op natuurlijke contexten. Leerlingen gaan aan de slag met concrete authentieke taalmaterialen. Communicatieve aanpak. Begrippen en termen worden samen aangeleerd. Taalbeschouwing vandaag Aanpak taalgebruik en taalsysteem Aandacht voor woordenschatdidactiek: voorbewerken, semantiseren, consolideren, controleren. Integratie B Evaluatie Integratie Integratie van vaardigheden Integratie van taalbeschouwing ICT-integratie Evaluatie: een nieuwe visie op onderwijs vereist een nieuwe visie op evaluatie Voorwaarden voor goede evaluatie - valide - betrouwbaar - efficiënt - objectief - transparant - normering 8
Zelfevaluatie Peerevaluatie Co-evaluatie Kenmerken alternatieve evaluatie - aangepast aan de leerlingen Evaluatie - integratie van evaluatie met onderwijzen en leren - betrokkenheid van leerlingen - constructie i.p.v. reproductie - levensechtheid Veel concrete voorbeelden van evaluatiefiches 54 Minimale materiële vereisten Krachtige leeromgeving nodig! Klaslokalen met verplaatsbaar meubilair Woordenboek, cd-speler, video of dvd-speler, pc met internetaansluiting Multimedialokalen Ruimtes om individueel en/of in groep te werken 58 Verder in het leerplan Bibliografie Bijlagen Verklarende woordenlijst Lijst van de eindtermen 2-9-2010 53 9
2-9-2010 55 Vragen? 2-9-2010 57 10