Leerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad"

Transcriptie

1 Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs. Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Leerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad Guy De Becker, Geert Hellemans, Marleen Leroy Pedagogisch begeleiders Nederlands, Klassieke Talen, Frans Doel: Dit document biedt leraren Nederlands en vreemde talen die in de eerste graad lesgeven een overzicht van de visie en aanpak in de verschillende leerplannen. Het behandelt meer specifiek de kijk op taalbeschouwing in de leerplannen Nederlands en de aansluiting bij het onderwijs in vreemde talen. Hopelijk kan deze tekst wat verduidelijking bieden en tegelijk ook dienen als een basis voor overleg en afspraken tussen leraren. 1. Wat is er nieuw in de leerplannen Nederlands a-en b-stroom? 1.1. Zelfde visie- - brede taalbeschouwing- (inter)culturele gerichtheid-extra aandacht voor integratie De visie op het vak Nederlands blijft in de nieuwe leerplannen dezelfde. De component taalvaardigheid (luisteren, spreken, lezen en schrijven) krijgt ruime aandacht. Belangrijk is dat leerlingen het Nederlands kunnen gebruiken in een aantal voor hen relevante communicatieve situaties. Ze leren de gepaste strategieën om vaardigheidstaken goed uit te voeren (bijv. zich oriënteren op een tekst, voorkennis activeren, reflecteren over het resultaat ) De eindtermen taalvaardigheden blijven ongewijzigd. Leerlingen doen ook aan taalbeschouwing: ze denken na over hun eigen taalgebruik en dat van anderen en ook over het taalsysteem. Reflecteren op taalgebruik doen ze aan de hand van het communicatiemodel. Ze denken ook na over strategieën, taalvariatie en taalconventies. Nadenken over het taalsysteem is altijd gerelateerd aan taalgebruik. Hierbij gaat denken leerlingen na over klanken,woorden,zinnen,teksten,betekenissen en spellingvormen. Nieuw zijn de eindtermen (inter)culturele gerichtheid die in het leerplan bij taalschouwing en bij aanzet tot literaire competentie zijn opgenomen. Leerlingen moeten aan verschillende cultuuruitingen met een talige component in onze samenleving betekenis kunnen geven; gedachten, belevingen en gevoelens bij ervaringen met de eigen culturele leefwereld in vergelijking met anderen verwoorden en vanuit eigen referentiekader waardering krijgen voor de diversiteit in het culturele erfgoed. In het nieuwe leerplan wordt veel aandacht besteed aan het integreren van de verschillende vaardigheden bijv. luisteren en spreken of lezen en schrijven. Lessen taalbeschouwing worden dan bij voorkeur ook geïntegreerd met vaardigheden. Taalbeschouwing wordt hier ruimer opgevat dan alleen maar grammatica en spelling. Bij taalbeschouwing reflecteren leerlingen vanuit een communicatieve situatie in natuurlijke DPB, F. de Merodestraat 18, 2800 Mechelen, tel.: fax: dpb.mb@kerknet.be Website: Maandberichten Vademecum Vakdocumenten - 1 -

2 contexten over taalgebruik en taalsysteem. De nadruk ligt vooral op de betekenis. Bij het reflecteren over taalgebruik en taalsysteem hebben ze een (beperkt) aantal begrippen en termen nodig Kijk op taalbeschouwing in eerste graad en basisonderwijs (brug bao/so)vertrekken vanuit communicatie Vanaf 1 september 2010 zijn er ook nieuwe eindtermen voor taalbeschouwing zowel voor het basisonderwijs als voor de eerste graad secundair onderwijs. Die zijn opgesteld door een eindtermencommissie met specialisten van zowel basisonderwijs als secundair onderwijs en moderne vreemde talen. De bedoeling was om de brug tussen basisonderwijs en secundair onderwijs te verzekeren en afspraken te maken over een heldere en consequente terminologie. Ook de leerplanmakers van het basisonderwijs (Ned.en Frans) en de leerplanmakers van het SO overlegden over de aanpak van taalbeschouwing en de gebruikte termen. Zowel in het basisonderwijs als in de eerste graad vertrekt taalbeschouwing vanuit communicatie LEERPLAN TAALBESCHOUWING 2010 (basisonderwijs) Taalgebruik en taalbeschouwing In taalbeschouwing reflecteren leerlingen op alle aspecten van taal. Dat actief onderzoek bevat allerlei taalverschijnselen, aspecten van het taalgebruik en het taalsysteem. Het onderzoek vertrekt dus vanuit taalverschijnselen of situaties waarmee kinderen kennismaken als ze luisteren, spreken, lezen en schrijven. Kinderen gaan daarbij op zoek naar de regelmatigheden in een taal. Daarbij leren kinderen gaandeweg regels ontdekken over taalverschijnselen die ze vaak al lang beheersen. Ze voeren dat onderzoek steeds in relatie tot het taalgebruik, over taal die echt gebruikt wordt. Taalgebruik en taalbeschouwing vormen samen de pijlers van taalverwerving. Taalbeschouwelijk onderwijs in het basisonderwijs kunnen we dan samenvatten in twee aspecten: - nadenken over het taalgebruik van de leerlingen of van anderen in de communicatie; - nadenken over aspecten van het taalsysteem (als deel van het taalgebruik) zoals klanken, woorden, zinnen, teksten, betekenissen en spellingvormen Nadenken over taalgebruik Taalbeschouwing leert kinderen alert te maken om hun en andermans taalgebruik te beschouwen. Daardoor leren ze situaties zelfstandiger en beter aanpakken. Dat leidt er uiteindelijk toe dat kinderen mensen worden die zich verwonderen over en verheugen in het wonder van die menselijke taal. Dat maakt van hen volwaardige, mensontmoetende taalgebruikers, die openstaan voor het woord, met respect voor de eigen en andermans cultuur. Om na te denken over het taalgebruik biedt het deelleerplan een taalmodel met 9 vragen: Wie is de zender? Wat is de boodschap? Wat is de relatie van de boodschap tot de werkelijkheid? Wie is de ontvanger? Wat is de bedoeling van de communicatie? Hoe wordt er gecommuniceerd? In welke - 2 -

3 omstandigheden, situatie wordt er gecommuniceerd? Wat is de weg en wat zijn de middelen? Wat is de reactie, het effect? Nadenken over het taalsysteem (als deel van het nadenken over taalgebruik) Binnen de weg en de middelen, denken de basisschoolkinderen geleidelijk aan ook na over de semantische en structurele aspecten van het taalsysteem. Dat doen ze om deze redenen: - hulp bij het gebruiken van hun taal en het verwerven van betekenissen van woorden, zinnen en teksten. - een beetje inzicht krijgen in het taalsysteem dat ze gebruiken; - inzicht krijgen in delen van het taalsysteem als ondersteuning van de spelling; - hulp bij het aanleren van moderne vreemde talen. Op gebied van syntaxis reflecteren leerlingen over zinnen aan de hand van de negen vragen. Daarbij worden alleen het onderwerp benoemd. Wat er over het onderwerp gezegd wordt, wordt benoemd als rest van de zin en niet langer meer als gezegde. (dit wordt in het So nu benoemd met predicaat maar dit is een uitbreidingsterm). Het aantal begrippen wordt hier wel beperkt. Op het morfologisch domein worden heel wat termen aangebracht. Hier is er zelfs een uitbreiding (bijv. 1 ste persoon, 2 de persoon, 3 de persoon ) In het So onderwijs wordt taalbeschouwing eveneens opgevat als reflecteren over taalgebruik en taalsysteem. De nadruk ligt zoals al gezegd op de boodschap, de betekenis. Ontleden van contextloze zinnen is niet meer aan de orde. In de plaats daarvan proberen we lessen taalbeschouwing zoveel mogelijk te laten vertrekken vanuit een context. Leerlingen denken na over de betekenis van zinnen. Ze vervolledigen zinnen of construeren zinnen. (zinsopbouwdidactiek). Taalbeschouwing wordt in het nieuwe leerplan niet langer verdeeld in inzicht in taal en tekst, woordenschat, grammatica en spelling. Dit betekent dat de leraar integratie nastreeft en taalsysteem en taalgebruik aan elkaar koppelt Begrippenlijsten Begrippen die leerlingen vanuit het bao kennen, begrippen en termen die in de eerste graad worden aangebracht Er kwam een advieslijst met termen die bij voorkeur gebruikt worden in alle niveaus van basisonderwijs tot hoger onderwijs. Deze lijst is vooral bedoeld voor leerplanmakers en educatieve uitgevers. Leerlingen moeten alleen de termen kunnen gebruiken die in de leerplannen staan. Nieuw is dat nu ook termen zijn opgenomen in de eindtermen. In het leerplan basisonderwijs heeft men zich in het leerplan beperkt tot die termen. In de leerplannen SO worden bovenop de eindtermen bijkomende basistermen opgenomen die alle leerlingen moeten kunnen gebruiken. Daarnaast zijn er nog een aantal termen die als uitbreiding mogen aangeboden worden. Deze zullen zeker nodig zijn in klassen met opties waarbij men wil observeren of leerlingen aanleg en belangstelling hebben voor meer theoretische richtingen (vooral voor leerlingen met optie Klassieke talen)

4 Beleefdheidsvorm Werkwoordelijk gezegde Naamwoordelijk gezegde Bepaling Pagina Inhoudsopgave Predicaat Hoofdtelwoord Rangtelwoord Register Antoniem Genus Articulatie Interpunctie Koppelwerkwoord Beeldspraak Witregel Tussenkopje In het leerplan Nederlands voor de a-stroom blz. 45 staat een overzicht van termen en begrippen die leerlingen moeten kunnen gebruiken wanneer ze reflecteren over taal. Bijkomende basistermen die niet in de eindtermen voorkomen, zijn cursief opgenomen. Beginsituatie i.v.m. de termen: wat al in het basisonderwijs aan bod kwam, kreeg een *. De uitbreidingstermen staan in de tweede kolom. (zie bijlage) 1.5. Samenwerking met de Vreemde talen Bij het tot stand komen van het nieuwe leerplan Nederlands BaO en SO is er horizontaal overleg geweest met de leerplanmakers Frans en Klassieke talen op gebied van aanpak, timing en terminologie. Leraren kunnen met een gerust gemoed hun leerplannen volgen. Uiteraard zal er overleg moeten zijn tussen leraren over het aanbrengen van taalbeschouwelijke begrippen die in de vreemde talen nodig zijn. 2. Taalbeschouwing Nederlands en het leerplan Frans 1e graad (2010) Het leerplan Frans sluit zeer nauw aan bij taalbeschouwing Nederlands in basis- en secundair onderwijs. Grammatica heeft steeds een ondersteunende functie en kan nooit een doel op zich zijn. In de eerste graad gaat het om elementaire grammatica die functioneel wordt aangebracht om de leerlingen te helpen fouten te vermijden. De leraar Frans in de eerste graad moet rekening houden met de aanvangssituatie van de leerlingen: zeer beperkte kennis van grammaticale termen en begrippen, de gangbare terminologie uit de taalbeschouwing Nederlands. In het eerste leerjaar SO bouwt hij verder op wat de leerlingen in het basisonderwijs geleerd hebben. Door te werken aan en te reflecteren op taalbeschouwing hebben de leerlingen in het basisonderwijs grammaticale structuren in betekenisvolle contexten leren observeren, conceptualiseren en inoefenen. Deze benadering en manier van werken vormt een basis waarop leraren Frans in het secundair onderwijs kunnen verder bouwen wanneer zij grammaticale items behandelen

5 In het secundair onderwijs is grammatica louter functioneel. Dit betekent dat die grammaticale items aangebracht worden die een leerling nodig heeft om een taaltaak uit te voeren. De selectie van grammaticale items gebeurt vanuit concrete taalgebruiksituaties. De teksten en de oefeningen waarin de leerling taalgebruik observeert zijn zo authentiek mogelijk. Grammaticaonderricht dient om te vereenvoudigen door overzicht en niet om te compliceren met uitzonderingen. Een leerling verwerft morfosyntactische structuren om die op een realistische manier te kunnen aanwenden in zinvolle en authentieke taalgebruiksituaties. De doelstellingen van het grammaticaonderricht : - De leerlingen kunnen veel voorkomende morfologische vormen gebruiken en gebruiksregels toepassen om communicatieve correctheid te bereiken (bv lidwoord, bijvoeglijk naamwoord enz.). - Ze kunnen gepast gebruik maken van grammaticaoverzichten. - Ze zien het belang in van grammaticale correctheid voor de gesproken en geschreven communicatie. Zoals voor taalbeschouwing Nederlands kunnen de leerlingen reflecteren over taal en taalgebruiksituaties om zo hun functionele en ondersteunende kennis uit te breiden. Dit betekent dat zij in zinvolle communicatieve contexten : - in de klas behandelde structuren kunnen herkennen en ontleden naar aanleiding van nieuwe teksten; - onder begeleiding, regels kunnen ontdekken en formuleren door te observeren hoe vormen en structuren functioneren. (Grammaticale terminologie in het Frans gebruiken en opmerken welke vormen en structuren een uitzondering zijn op de geldende regel behoren tot de uitbreiding.) De leerling leert het functioneren van de grammatica van de vreemde taal stapsgewijs ontdekken. Hij merkt de gelijkenissen op en vooral de verschillen met de grammatica van het Nederlands. Voor Nederlands leren de leerlingen het functioneren van de taal observeren en correcte zinnen produceren in functie van de tweeledigheid van de zin (onderwerp en de rest van de zin) en de syntactische valentie van de werkwoorden. De leraren Frans moeten van die benadering op de hoogte zijn en er rekening mee houden. Dit veronderstelt dus overleg met de leraren Nederlands en heel duidelijke afspraken onderling. Daarenboven bepalen de eindtermen Nederlands een grammaticale termen- en begrippenlijst waar de leraren Frans rekening mee moeten houden. Met de syntactische valentie van de werkwoorden bedoelt men de verbindingsmogelijkheden van de werkwoorden. Men vertrekt dus van de betekenis van de werkwoorden en van de aanvullingen die al dan niet nodig zijn om het werkwoord en de zin hun zin-volheid te geven. Het is pas later, wanneer het nodig wordt, dat men overgaat tot het benoemen van de zinsdelen. Deze benadering wordt best ook in het Frans gevolgd. De leerlingen leren, in een eerste stap, betekenisvolle zinnen bouwen. Nadien, in een tweede stap, kan men overgaan naar het benoemen van de zinsdelen en daarbij doet men beroep op de Nederlandstalige terminologie

6 3. Taalbeschouwing in de leerplannen klassieke talen eerste graad (Klassieke-Studiën / Latijn / Grieks, versie 2011) Anders dan in de vakken Nederlands en Frans hanteren leraren klassieke talen eerder een ontledende, analyserende aanpak, omdat zij een passieve taalbeheersing beogen (lectuur van oude teksten) en de leerlingen zelf geen Latijn of Grieks moeten kunnen spreken of schrijven. Vooral twee onderdelen uit de leerplannen klassieke talen hebben betrekking op taalbeschouwing: taalverwerving en taalreflectie. Taalverwerving omvat de studie van woordenschat en grammatica (uitspraak, vormleer of morfologie en tenslotte syntaxis). Veel aandacht gaat hier naar het begrijpen en hanteren van een correct begrippenkader (bv. woordsoorten, zinsdelen). Deze taalverwerving is functioneel opgevat: ze staat ten dienste van leesvaardigheid en vormt geen doel op zich. Een goede kennis van woordenschat en grammatica is onontbeerlijk, wil men tot een succesvolle leeservaring komen. Maar de fundamentele vraag bij het aanleren van grammaticale leerinhouden, is: beantwoordt deze oefening aan een nood in een leescontext? De belangrijkste vernieuwingen in de eerste graad hebben betrekking op het onderdeel syntaxis: de nieuwe leerplannen vertrekken vanuit de principes van de valentiegrammatica. Daarin wordt het gezegde opgevat als het fundamentele zinsdeel van een zin. Dit gezegde bepaalt hoeveel noodzakelijke aanvullingen (0, 1, 2 of 3) er in een zin moeten staan en van welke aard (onderwerp, voorwerp enz.) die moeten zijn opdat de zin grammaticaal af zou zijn. In de eerste graad komen de volgende zinsdelen aan bod: gezegde (werkwoordelijk gezegde / naamwoordelijk gezegde), onderwerp, lijdend voorwerp, voorwerp (m.i.v. meewerkend voorwerp), bepaling van gesteldheid en bijwoordelijke bepaling. In de leerinhouden over syntaxis wordt niet enkel gesproken over zinsdelen, maar ook over zinsdeelstukken (de kern van een zinsdeel en zijn aanvullingen, waaronder de bijvoeglijke bepaling). Bij de opsomming van de leerinhouden is er meestal voor gekozen een onderscheid te maken tussen de morfologische vorm (bv. nominatief), de syntactische functie (bv. onderwerp, bijwoordelijke bepaling) en de semantische rol (bv. tijd, reden, middel), waar die vroeger soms door elkaar liepen (vergelijk bv. 'nominatief: onderwerp' met 'ablatief: reden'). Toch biedt het leerplan geen volledig grammaticaal overzicht: niet altijd is de semantische rol geëxpliciteerd. De functionaliteit bij het leesproces vormt hier het criterium. Taalreflectie vormt een onderdeel van de leerplandoelstellingen rond lectuur. Deze doelstellingen zijn geordend volgens drie momenten van tekststudie: taalreflectie, lectuurreflectie en cultuurreflectie. Taalreflectie is elementair tekstbegrip op basis van verworven taalkennis en leesvaardigheid. Lectuurreflectie houdt in: literaire interpretatie door inhoudelijke en stilistische analyse. Met cultuurreflectie bedoelen we de totaalinterpretatie van een tekst vanuit de ruimere cultuurhistorische context en transfer naar onze maatschappij door vergelijking en confrontatie. Ook al kunnen deze drie momenten van tekststudie soms samenvallen, toch bieden ze een houvast bij de systematische aanpak van teksten

7 De leerplandoelstellingen m.b.t. taalreflectie zijn gericht op het aanleren van een leesmethode en leesstrategieën, zoals bijvoorbeeld: verwachtingen over de tekstinhoud formuleren op basis van de titel of ondertitels van een tekst, het (tegenstellend, redengevend, enz.) verband tussen twee opeenvolgende zinnen benoemen, tekstbegrip tonen door de tekst te parafraseren of expressief te lezen. De leerplannen klassieke talen hebben ook aandacht voor het communicatieve aspect van taal, want het eerste doel is het lezen en interpreteren van literaire teksten. Leerlingen ontwikkelen daarbij vertaalvaardigheid en het vermogen tot verfijnde expressie in het Nederlands. Vanaf de eerste graad wordt in het onderdeel lectuurreflectie ook aandacht besteed aan de schrijfstijl van een auteur, aan stijlmiddelen en de functie ervan binnen de tekst

8 Bijlage 1 Eindtermen Nederlands taalbeschouwing lager onderwijs EINDTERMEN TAALBESCHOUWING LAGER ONDERWIJS 2009 Overkoepelende attitudes 6.1* De leerlingen zijn bereid om op hun niveau: bewust te reflecteren op taalgebruik en taalsysteem; van de verworven inzichten gebruik te maken in hun talig handelen. 6.2* Bij het reflecteren op taalgebruik en taalsysteem tonen de leerlingen interesse in en respect voor de persoon van de ander, en voor de eigen en andermans cultuur. Taalgebruik 6.3 Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruikssituaties en op hun niveau bij de eindtermen Nederlands reflecteren op de belangrijkste factoren van een communicatiesituatie: zender, ontvanger, boodschap, bedoeling, situatie. 6.4 Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruikssituaties op hun niveau reflecteren op: het gebruik van standaardtaal, regionale en sociale taalvariëteiten; het gebruik van in hun omgeving voorkomende talen; normen, houdingen, vooroordelen en rolgedrag via taal; taalgedragsconventies; de gevolgen van hun taalgedrag voor anderen en henzelf; talige aspecten van cultuuruitingen in hun omgeving. Taalsysteem 6.5 Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruikssituaties en op hun niveau bij de eindtermen Nederlands reflecteren op een aantal aspecten van het taalsysteem met betrekking tot: klanken, woorden, zinnen, teksten; spellingvormen; betekenissen. Strategieën 6.6 De leerlingen kunnen op hun niveau reflecteren op de door hen gebruikte luister-, spreek-, lees- en schrijfstrategieën, en daarbij de attitudes, kennis en vaardigheden van de eindtermen Nederlands inzetten. Begrippen en termen 6.7 De leerlingen kunnen bij alle eindtermen Nederlands de bijbehorende taalbeschouwelijke begrippen en termen gebruiken, nl.: 1 fonologisch domein: klank, klinker, medeklinker, rijm, uitspraak 2 orthografisch domein: alfabet, letter, klinker, medeklinker, eindletter, hoofdletter, kleine letter, koppelteken, apostrof, trema, accent, leesteken, punt, vraagteken, uitroepteken, komma, dubbele punt, spatie, aanhalingsteken, afkorting 3 morfologisch domein: woord, samenstelling, afleiding, voorvoegsel, achtervoegsel, zelfstandig naamwoord, eigennaam, verkleinwoord, enkelvoud, meervoud, mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, stam, uitgang, persoonsvorm, persoon, 1 e persoon (ik-wij), 2 e persoon (jij-jullie), 3 e persoon (hij, zij, het zij), enkelvoud, meervoud, infinitief, tijd, tegenwoordige tijd, verleden tijd 4 syntactisch domein: zin, zinsdeel, onderwerp, persoonsvorm, woordgroep 5 semantisch domein: synoniem, uitdrukking - 8 -

9 6 tekstueel domein: tekst, fictie, non-fictie, inleiding, midden, slot, hoofdstuk, alinea, regel, kopje, titel, bladzijde, lay-out, cursief, vetjes, feit, mening 7 pragmatisch domein: zender, spreker, schrijver, ontvanger, luisteraar, lezer, boodschap, bedoeling, situatie 8 sociolinguïstisch domein: Nederlands, Frans, Duits, Engels, standaardtaal, dialect, moedertaal, vreemde taal - 9 -

10 Bijlage 2 Begrippenlijst eerste graad a-stroom (15) Termen Bijkomende termen die niet in de eindtermen voorkomen, zijn cursief opgenomen. Beginsituatie i.v.m. de termen: wat al in het basisonderwijs aan bod kwam, kreeg een *. Grammatica Fonologisch Orthografisch Morfologisch BASIStermen klank* klinker* medeklinker* rijm* uitspraak* intonatie alfabet* letter* klinker* medeklinker* eindletter* hoofdletter* kleine letter* koppelteken* apostrof* trema* accent* leesteken* punt* vraagteken* uitroepteken* komma* dubbele punt* spatie* aanhalingsteken* afkorting* woord* grondwoord samenstelling* afleiding* voorvoegsel* achtervoegsel* zelfstandig naamwoord* - eigennaam* UITBREIDINGstermen tweeklank articulatie tempo tussenletter / tussenklank interpunctie kommapunt beletselteken

11 - verkleinwoord* getal - enkelvoud* - meervoud* mannelijk* vrouwelijk* onzijdig* genus lidwoord* - bepaald - onbepaald bijvoeglijk naamwoord* werkwoord* persoonsvorm* stam* uitgang* infinitief* hulpwerkwoord bijwoord imperatief koppelwerkwoord tijd* tegenwoordige tijd* verleden tijd* toekomende tijd voltooid deelwoord onvoltooide tijd voltooide tijd voornaamwoord persoonlijk voornaamwoord (als o lv mv ) bezittelijk voornaamwoord aanwijzend voornaamwoord vragend voornaamwoord wederkerend voornaamwoord persoon*: eerste persoon* tweede * derde * beleefdheidsvorm voorzetsel telwoord hoofdtelwoord rangtelwoord Syntactisch 1 De zin* zinsdeel* woordgroep* onderwerp (o)* werkwoordelijk gezegde (wwg) predicaat Andere delen van wwg:

12 persoonsvorm* (pv) naamwoordelijk gezegde (nwg) afgescheiden deel van de pv (adpv) voltooid deelwoord (vd) infinitief (inf) werkwoordelijke uitdrukking (ww. uitdr.) wederkerend voornaamwoord (wed. vn.) delen van nwg: de werkwoorden (zie wwg) naamwoordelijke deel van het gezegde voorwerpen: lijdend voorwerp (lv) meewerkend voorwerp (mv) bepaling 2 Soorten zinnen vragende zin zinnen met inversie mededelende zin: - bevestigende zin - ontkennende zin Semantisch Tekstueel synoniem* homoniem letterlijk figuurlijk spreekwoord uitdrukking* tekst* fictie* non-fictie* inleiding* midden* slot* hoofdstuk* alinea* regel* kopje* titel* bladzijde*, pagina inhoudsopgave, inhoud enkelvoudige zin samengestelde zin antoniem beeldspraak tekstsoort teksttype tekstdoel tussenkopje / tussentitel

13 context signaalwoord lay-out* cursief* vetjes* witregel Sociolinguïstisch pragma tisch taalgebruik feit* mening* Nederlands* Frans* Engels* Duits* standaardtaal* Standaardnederlands dialect* moedertaal* vreemde taal* zender* spreker* schrijver* ontvanger* lezer* luisteraar* boodschap* bedoeling* situatie* kanaal effect (taal)register communicatiemodel

14 Bijlage 3 : Leerplan Frans 1 e graad SO grammatica leerinhouden (kort) Morfologisch domein - Het lidwoord : bepaald, onbepaald, samengetrokken, deelaanwijzend, de na een ontkenning en na een hoeveelheid - Het zelfstandig naamwoord: genus, getal, overeenkomst - Zelfstandig gebruikte voornaamwoorden 1 - Bijvoeglijk gebruikte woordsoorten : bijvoeglijk naamwoord, bezittelijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden - Het werkwoord : regelmatige en onregelmatige werkwoorden, indicatif présent, passé récent, futur proche, impératif, passé composé, imparfait, futur simple, conditionnel présent om beleefd iets te vragen - Het bijwoord - De ontkenning Syntactisch domein - De bouw van de bevestigende zin: de eenvoudige samengestelde zin - De bouw van de ontkennende zin: de eenvoudige samengestelde zin - De bouw van de vragende zin - Het persoonlijk voornaamwoord: als onderwerp, onderscheid vertrouwelijke vorm en beleefdheidsvorm, beklemtoonde vorm na een voorzetsel en bij de mise en reliëf, als lijdend en meewerkend voorwerp 2 - Een aantal taalstructuren eigen aan de correcte spreektaal 1 Wat schuin is aangegeven duidt het verschil aan met de eindtermen voor het BaO 2 Vermits de begrippen en de termen LV en MV pas in de 1 e graad SO in het leerplan Nederlands aan bod komen, is het aangewezen die functies voor Frans pas in het 2 e jaar aan te brengen

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Leerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad

Leerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs. Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Leerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad Guy De Becker, Geert Hellemans, Marleen

Nadere informatie

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1 Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1 De geel gemarkeerde eindtermen worden met de methode en mits didactisch ernaar handelen gerealiseerd. 1. Luisteren De

Nadere informatie

Leerplan Nederlands Taalbeschouwing

Leerplan Nederlands Taalbeschouwing Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL Leerplan Nederlands Taalbeschouwing Ingediend door het Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (VVKBaO) VSKO. Dit deel

Nadere informatie

3 LEERPLANDOELEN. De basisschool stelt zich als streefdoel voor taalbeschouwing:

3 LEERPLANDOELEN. De basisschool stelt zich als streefdoel voor taalbeschouwing: 3 LEERPLANDOELEN De basisschool stelt zich als streefdoel voor taalbeschouwing: Een kind wil, durft en kan op zijn niveau nadenken over aspecten van het taalgebruik en het taalsysteem door taalverschijnselen

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands

Eindtermen Nederlands Voor de eerste graad van het secundair onderwijs, A-stroom 31 maart 201 MOTIVERING VOOR HET INDIENEN VAN VERVANGENDE EINDTERMEN NEDERLANDS Algemene toelichting Als motivering geldt nog steeds alles wat

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

Eindtermen Nederlands lager onderwijs Eindtermen Nederlands lager onderwijs Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 1.1 een voor hen bestemde mededeling

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE SECUNDAIR ONDERWIJS Kroniek van de begeleider Ik wens jullie eerst en vooral een energierijk 2013 met veel geluk zowel op persoonlijk vlak als professioneel.

Nadere informatie

KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS

KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS EERSTE GRAAD PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Nadere informatie

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1.2.3 Trappen van vergelijking 20 INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden

Nadere informatie

Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs anno 2010

Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs anno 2010 VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Ronde 6 Bart Masquillier VVKBaO Contact: bart.masquillier@vsko.be Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Studiewijzer TaalCompetent

Studiewijzer TaalCompetent TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

Taalbeschouwing: een doorlopende leerlijn basisonderwijs eerste graad secundair onderwijs A-stroom

Taalbeschouwing: een doorlopende leerlijn basisonderwijs eerste graad secundair onderwijs A-stroom Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel MEDEDELING referentienr. : M-VVKSO-2011-047 datum : 2011-06-17 gewijzigd : contact : Dienst Leren en Onderwijzen, dlo.vvkso@vsko.be

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: - NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden: Werken aan leerlijnen De nieuwe leerplannen zijn nu van kracht in het basisonderwijs, in de eerste en de tweede graad. Dit is een geschikt moment om leerlijnen opnieuw te bekijken of uit te werken. Wat

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

Implementatie leerplan Nederlands eerste graad A- en B-stroom

Implementatie leerplan Nederlands eerste graad A- en B-stroom Implementatie leerplan Nederlands eerste graad A- en B-stroom Pedagogisch begeleiders Nederlands Schooljaar 2010-2011 1 Scenario 1 Introductie 2 Toelichting leerplannen 3 Vragen en reflecties 4 Extra ondersteuning

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat

Nadere informatie

Implementatie leerplan Nederlands eerste graad B-stroom

Implementatie leerplan Nederlands eerste graad B-stroom Implementatie leerplan Nederlands eerste graad B-stroom Pedagogisch begeleiders Nederlands Chinese schutter mist moeder Buschauffeur rijdt dronken schoolkinderen rond Gratis bus voor 65+ te duur Fietser

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden

Nadere informatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie Taaldomein vmbo Methode Taaldomein 1 Mondeling 60p Schooltype vmbo-kgt 1-2, k3-4 2 Lezen 266p Editie vanaf 2004 3 Schrijven 120p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 285p 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen:

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven 4 Lessen Nederlands: Stimuleren vrij lezen, Verhaalfragmenten aanbieden/promopraatjes Nieuw Nederlands Hoofdstuk: Spreken en Gesprekken blz.

Nadere informatie

Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties)

Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties) Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties) Thema 1 Hoe het begint : Vragen over communicatie. (Het communicatieschema met Zender, Boodschap, Ontvanger, Doel, Effect, Kanaal en de leesdoelen

Nadere informatie

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 Bijlage 5. Eindtermen Nederlands van de tweede graad tso 1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, probleemstellingen

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch

Nadere informatie

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst Locatie: Innova Schooljaar: 2016-2018 Vak: Nederlands las: 3 & 4 Afdeling: mavo Bronnen: Nieuw Nederlands 3 vmbo-gt Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling

Nadere informatie

HUIDIG LEERPLAN FRANS

HUIDIG LEERPLAN FRANS HUIDIG LEERPLAN FRANS ASPECTEN VAN BEGINSITUATIE Lln : Frans nieuw vak geen voorkennis vereist aanpak systematisch & geleidelijk vorderend weinig of geen stimuli of talige omgeving kdn willen wel graag

Nadere informatie

Netwerk TaalCentraal 1 VARIANT - leerwerkboek. Netwerk TaalCentraal 1 - leerwerkboek Thema 1 Hoe het begint

Netwerk TaalCentraal 1 VARIANT - leerwerkboek. Netwerk TaalCentraal 1 - leerwerkboek Thema 1 Hoe het begint Thema 1 Hoe het begint Blok 1 Les 1: Kennismaking (met gedicht en associaties) : Vragen over communicatie. (Het communicatieschema met Zender, Boodschap, Ontvanger, Doel, Effect, Kanaal en de leesdoelen

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 10

Inhoud. 1 Spelling 10 Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel

Nadere informatie

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten. A. LEER EN TOETSPLAN Leerjaar: 3 Onderwerp: Luistervaardigheid 11, 12, 13, 14 11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Klas: IG3v (Docent: RKW) D Week: 13 t/m 24 Onderdeel: Grammatica Woordsoorten Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 Werkwoorden en persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, aanwijzende,

Nadere informatie

BASISEDUCATIE LEERGEBIED NEDERLANDS

BASISEDUCATIE LEERGEBIED NEDERLANDS RLLL-RLLL-ADV-004bijl34 BASISEDUCATIE LEERGEBIED NEDERLANDS Matrix Versie 1.0 BVR Pagina1van27 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 Hoe de matrix NT 1 lezen?... 3 3 Matrix Lezen... 3 4 Matrix Schrijven... 10 5 Matrix

Nadere informatie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Over lezen

Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting door M. 943 woorden 16 januari 2013 8,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Over lezen 2.2 Spanning Open plekken: zijn plekken in een

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

i n h o u d Inhoud Inleiding

i n h o u d Inhoud Inleiding V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Klas: IG2 HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F Spelling: vorming

Nadere informatie

Summerschool. Graad 1 Leerjaar 1

Summerschool. Graad 1 Leerjaar 1 Summerschool Graad 1 Leerjaar 1 Een traject afleggen START werkwoord beeld verhaal Routeplanner De Laatste Ronde KNOOPPUNTEN 1. Literatuur en leesstops 2. Taal, taalsysteem en taalgebruik 3. Vaardigheden

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013

Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013 Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013 Gewijzigde eindtermen Taalprof Peter-Arno Coppen van

Nadere informatie

Implementatie leerplan Nederlands eerste graad A-stroom

Implementatie leerplan Nederlands eerste graad A-stroom Implementatie leerplan Nederlands eerste graad A-stroom Pedagogisch begeleiders Nederlands Chinese schutter mist moeder Buschauffeur rijdt dronken schoolkinderen rond Gratis bus voor 65+ te duur Fietser

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT IG3 2017-2018 Trimester 2 Vak: Nederlands Onderdeel: Grammatica -- RKW Woordsoorten Week 13 t/m 24 Aantal lessen per week: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie 1, 2 en 3 De leerling kent de onderstaande woordsoorten:

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Doorstroming

Programma van Toetsing en Doorstroming Leerweg: BB Klas: 1 Vak: Nederlands Methode: Op Niveau e editie Toetsnr Wat moet je voor de toetsing doen? Eindtoets blok 1 herkent de hoofdpersoon en bijfiguren in een verhaal kunt de belangrijkste gebeurtenissen

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen H1-H3 (RTTI) Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1-3 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online Cambiumned.nl De leerling kent de theorie m.b.t. de zinsdelen: - persoonsvorm

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

NE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 2012-2014

NE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 2012-2014 PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 01-014 CODE VERANT- WOORDING KERNDEEL WEGING KENNIS CIJFER CODE VAKVAARDIGHEID CIJFER CODE WEGING AANVULLENDE OPMERKINGEN 1 Fictie (herhaling) boeken kiezen,

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 10. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (derde leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vrij concreet

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende de onderwijsdoelen voor de eerste graad van het secundair onderwijs

Voorontwerp van decreet betreffende de onderwijsdoelen voor de eerste graad van het secundair onderwijs Voorontwerp van decreet betreffende de onderwijsdoelen voor de eerste graad van het secundair onderwijs DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; Na beraadslaging, BESLUIT:

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 7. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (eerste en tweede leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vertrouwd

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4 Leerstofoverzicht Taal in beeld groep blok woordenschat spreken/luisteren schrijven taalbeschouwing Les : betekenis door plaatje Les : spreken Les : bij elke tekst hoort een schrijver Les : spelen met

Nadere informatie

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie