VISITATIERAPPORT Passe Partout Apeldoorn Directie Robert Woudenberg Aantal leerlingen 196 Aantal leerkrachten 13 Namen leden visitatiecommissie Bas Moll Josine Cornelisse Tamme Wiegersma Datum visitatie 07-06-2012 Soort visitatie eerste erkenning 5-jaarlijkse erkenning hervisitatie eerste erkenning hervisitatie 5-jaarlijkse erkenning hervisitatie na bezwaarprocedure Handtekening voorzitter visitatiecommissie
1 BEVINDINGEN De visitatiecommissie komt op grond van de uitgevoerde activiteiten tot de volgende bevindingen. 1 Visie -- - + ++ De visie en de werkwijze van de school zijn 1.1 gebaseerd op de antropologie van Maria Montessori. De visie en de werkwijze van de school zijn 1.2 vastgelegd in het schoolplan en de schoolgids. In de visie en de werkwijze van de school zijn kosmisch onderwijs en opvoeding, opvoeding tot 1.3 onafhankelijkheid en opvoeding tot sociaal verantwoordelijk gedrag duidelijk herkenbaar. De werkwijze en de uitgangspunten van de school 1.4 worden onderschreven door het bevoegd gezag. De werkwijze en de uitgangspunten van de school 1.5 worden onderschreven door het team. De leraren werken vanuit de concepten die in de visie 1.6 van de school naar voren komen. 1.7 De werkwijze en de uitgangspunten van de school worden gerespecteerd door de ouders van de kinderen die de school bezoeken. De school heeft een breed gedragen visie en werkwijze gebaseerd op de antropologie en het pedagogisch en didactisch concept van Maria Montessori. Norm voldoende: 1.1-1.3-1.4-1.5-1.7 2 Deskundigheid -- - + ++ Leraren beschikken over het Montessoridiploma of 2.1 studeren hiervoor. Leraren hebben in de afgelopen drie schooljaren activiteiten ontplooid om hun 2.2 Montessoribekwaamheid op peil te houden of te vergroten. Directieleden beschikken over het Montessoridiploma 2.3 of een certificaat of studeren ervoor. Directieleden hebben in de afgelopen drie schooljaren activiteiten ontplooid om hun 2.4 Montessoribekwaamheid op peil te houden of te vergroten. De school werkt met de bekwaamheidseisen 2.5 Montessoribasisonderwijs. Het personeel van de school is deskundig op het terrein van het inrichten en geven van Montessorionderwijs. Norm voldoende: 2.1-2.3 1 1 2 2
3 Zelfevaluatie -- - + ++ 3.1 De school heeft een kwaliteitszorgsysteem. De school betrekt de voorwaarden uit de gulden 3.2 tien nadrukkelijk in haar kwaliteitszorgsysteem. De school heeft ten behoeve van de visitatie een 3.3 zelfevaluatie ingeleverd. De school heeft een plan voor verbetering en / of 3.4 borging van haar montessorikwaliteit vastgesteld. De school houdt aantoonbaar zicht op de kwaliteit van het Montessorionderwijs. Norm voldoende: 3.2-3.3 4 Contacten ouders -- - + ++ 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 Leraren laten zich regelmatig door ouders informeren over de opvattingen en ervaringen van ouders aangaande de ontwikkeling van hun kind(eren). Leraren informeren ouders regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind(eren). Leraren rapporteren ouders regelmatig schriftelijk over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind(eren). De rapportage bevat in elk geval pedagogische gegevens. De rapportage bevat in elk geval gegevens over de sociale ontwikkeling van het kind. De school voert regelmatig overleg met ouders/verzorgers over de ontwikkeling van hun kind(eren). Norm voldoende: 4.4-4.5 3 5 Lokaal -- - + ++ Kinderen kunnen zich gemakkelijk verplaatsen door 5.1 het lokaal. Kinderen hebben plekken om samen te werken en te 5.2 spelen. De inrichting van het lokaal maakt het mogelijk dat 5.3 kinderen zelfstandig werken. Kinderen worden gestimuleerd door de aankleding 5.4 van het lokaal. 4 Kinderen hebben de gelegenheid zich terug te 5.5 trekken. 5.6 Kinderen leren en spelen in een verzorgd lokaal. Het lokaal draagt bij aan een voorbereide en stimulerende omgeving. Norm voldoende: 5.3-5.4 3
6 Schoolgebouw -- - + ++ Kinderen kunnen zich gemakkelijk verplaatsen door 6.1 het schoolgebouw. Kinderen hebben in het schoolgebouw plekken om te 6.2 werken en te spelen. Kinderen worden uitgedaagd tot zelfstandig werken 6.3 door de inrichting van het schoolgebouw. Kinderen worden gestimuleerd door de aankleding 6.4 van het schoolgebouw. Kinderen leren en spelen in een verzorgd 6.5 schoolgebouw. Het schoolgebouw draagt bij aan een voorbereide en stimulerende omgeving. Norm voldoende: 6.3-6.4 7 Materiaal -- - + ++ 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 Onderbouwkinderen kunnen kiezen uit een variatie aan materiaal voor de ontwikkeling van de waarneming. materiaal voor de ontwikkeling van de motoriek. materiaal voor taal. materiaal voor rekenen en wiskunde. materiaal voor geometrie. materiaal voor de kennisgebieden. Kinderen werken met complete en schone materialen. Het materiaal is in voldoende hoeveelheid aanwezig en wordt ook gebruikt. De materialen dragen bij aan een voorbereide en stimulerende omgeving. Norm voldoende: 7.1-7.2-7.3-7.4-7.6 7.7 en 7.8 5 6 8 Heterogeniteit -- - + ++ 8.1 Kinderen zitten in heterogene leeftijdsgroepen. 8.2 Kinderen zitten in heterogene tafelgroepen. 8.3 Kinderen werken samen in heterogene groepjes. De leraar benut de heterogene samenstelling van de 8.4 groep. Leraren werken in heterogene groepen. Norm voldoende: 8.1-8.4 4
9 Vrije keuze (kinderen) -- - + ++ Kinderen kiezen hun werk zelf, tenzij hier 9.1 beredeneerd van wordt afgeweken. Kinderen kiezen hun werk vanuit een zelfgemaakte 9.2 planning. 7 Kinderen kiezen hoelang ze met een werkje bezig 9.3 zijn. 9.4 Kinderen kiezen de eigen samenwerkingsvorm. 9.5 Kinderen werken rustig. 9.6 Kinderen werken zelfstandig. Kinderen werken zelfstandig op basis van eigen keuzes. Norm voldoende: 9.1-9.6 10 Vrije keuze (leraar) -- - + ++ 10.1 De leraar hanteert een vrij lesrooster. 10.2 De leraar ondersteunt het keuzeproces bij kinderen. 10.3 De leraar creëert werkperiodes waarin kinderen zelfstandig kunnen werken. 10.4 De leraar ondersteunt het zelfstandig werken. Leraren stimuleren het kiezen en zelfstandig werken van kinderen. Norm voldoende: 10.1-10.3 11 Kindvolgsysteem -- - + ++ 11.1 Er is een kindvolgsysteem voor elk kind in gebruik. 8 11.2 Het kindvolgsysteem is actueel. 8 11.3 De groepsadministratie bevat relevante gegevens. 11.4 De groepsadministratie geeft inzicht in het onderwijsleerproces. 11.5 Het kindvolgsysteem bevat in elk geval pedagogische gegevens en gegevens over de sociale ontwikkeling van het kind. Leraren houden een goede administratie bij. Norm voldoende: 11.2-11.3-11.5 5
2 EINDOORDEEL EN ADVIES Om te komen tot een eindoordeel hanteert de visitatiecommissie de hieronder aangegeven normering. NORMEN EINDBEOORDELING Verkrijgen erkenning. Hervisitatie bij verkrijgen erkenning. Behouden erkenning. Hervisitatie bij behoud erkenning. Standaarden 1,2,4,5,7,8,9 voldoende. Eén of meer van de standaarden 2,5,7,8 of 9 zijn twijfelachtig. Alle standaarden voldoende. Eén of meer van de standaarden 5,7,8,9,10 of 11 zijn twijfelachtig. Het oordeel van de visitatiecommissie luidt als volgt: OORDEEL VISITATIECOMMISSIE VOLDOET NIET VOLDOET ONDER VOORWAARDEN VOLDOET Motivatie oordeel: Montessorischool Passe Partout is volgens de commissie een te erkennen Montessorischool. De Commissie heeft wel een aantal kritische opmerkingen die toegelicht worden in de. Mede vanwege de ontwikkeling die de school doormaakt, het stevig inzetten op scholing en de duidelijk geformuleerde plannen is de commissie tot een positief oordeel gekomen. Op basis van dit oordeel stelt de visitatiecommissie het volgende advies voor erkenning hervisitatie binnen een periode van intrekken (voorlopige) erkenning 6
3 AANBEVELINGEN Op grond van de bevindingen in dit rapport heeft de visitatiecommissie de school de volgende opmerkingen en deels : 1. Ten aanzien van visie: De commissie wil de school een groot compliment geven voor de schoolgids waarin het Montessori concept duidelijk verwoord is. Ook de positieve houding van het schoolbestuur, financieel is een steun in de rug voor de school. De aanbeveling die de commissie de school wil mee geven is het ontwikkelen en duidelijk laten zien van kosmisch onderwijs. 2. Ten aanzien van deskundigheid: Een positief oordeel vanwege het feit dat op dit moment 10 van de 13 teamleden de Montessori scholing volgen.(net eerste jaar succesvol afgesloten) Dit gezamenlijk scholen en de aansluiting van de drie reeds gediplomeerden bij de uitwerking van de cursus in de leerlandschappen draagt duidelijk bij aan de inhoudelijk positieve ontwikkeling van de school. 3. Ten aanzien van contacten ouders: De drie ouders waar de commissie mee sprak waren duidelijk positief. De aanbeveling die de commissie hier doet, mede gebaseerd op gesprek met leerkrachten panels en het bestuderen van rapporten en verslaggeving luidt, pas het rapport aan opdat het duidelijker wordt inclusief de meetbare opbrengst. 4. Ten aanzien van lokaal: De school beschikt naar de mening van de commissie over mooie lichte lokalen. De commissie ziet wel duidelijk mogelijkheden voor het verbeteren van een stimulerende omgeving. Er hangt met name weinig kinderwerk waaraan kinderen zich kunnen spiegelen, waardoor ze gemotiveerd raken een voorbeeld te volgen. Ook werk, al of niet op een aandachtstafel, naar aanleiding van een kosmische les kan inspirerend en stimulerend zijn. Ook zou een rusthoek, met name in de onderbouw kunnen bijdragen aan een iets rustiger werkomgeving. 5. Ten aanzien van schoolgebouw: Een mooi schoolgebouw met werkplekken op de gang. De commissie trof echter gedeeltelijk lege vitrine kasten aan. De commissie geeft de school ter overweging mee de scheiding van de bouwen met ieder een eigen verdieping ter discussie te stellen. Een onderbouw naast een midden en een bovenbouw kan positief bijdragen aan een montessoriaanse werksfeer. 6. Ten aanzien van materiaal De school is bezig het materiaal weer een duidelijke plek te geven naast of mogelijk zelfs in plaats van de methoden. Nu ziet de commissie een school waar het materiaal gebruik voornamelijk in opbouw is. 7. Ten aanzien van vrije keuze (kinderen) : De kinderen hebben een voldoende vrije werkkeuze. Er wordt in midden en bovenbouw gewerkt met werkplanners. Leerkrachten zijn dit jaar gestart met het voeren van reflectiegesprekken. Dat gebeurt nog niet met alle kinderen. Mede op basis van die gesprekken zou de ondersteuning van de vrije werkkeuze van de kinderen vormgegeven moeten worden. 8. Ten aanzien van kindvolgsysteem In de school zijn feitelijk meerdere kindvolgsystemen aanwezig. Voor een deel in het hoofd van de leerkrachten, sociaal emotioneel via de EGGO kaarten, leeropbrengsten via de CITO LOVS, via de registratie in de leerkrachten mappen (echter vaak ongedateerd!) en op de school server. Deze benadering maakt het systeem kwetsbaar, tijdrovend en ontoegankelijk. Dat is de reden dat de commissie lang getwijfeld heeft over het eindoordeel over kenmerk kindvolgsysteem. De commissie adviseert de school nadrukkelijk hier een stroomlijning in aan te brengen gericht op vergroten inzichtelijkheid, praktische mogelijkheden en overdraagbaarheid. 7