INFO MIGRATIE. De winst met circulaire migratie Synergie tussen migratie- en ontwikkelingsbeleid IOM als bruggenbouwer Arbeidsmigratie bespoedigen



Vergelijkbare documenten
Aan de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking de heer drs. A.G. Koenders. Aan de Staatssecretaris van Justitie mevrouw mr. N.

Migratie en ontwikkeling Sessie: Praktijk en beleid van actoren

Migratie en Ontwikkeling Triple-win of Nederlands belang? December 2008

Migratie en Ontwikkeling

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus EB Den Haag. Den Haag, november 2004

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Vraag 1: Kent u de berichtgeving over het stijgende aantal asielaanvragen van Kosovaren in Nederland? 1)

De Bilt, 7 februari 2019

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) DGD EN DE ONTWIKKELINGSACTOREN

Manifest voor de Rechten van het kind

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Het komende uur. Bevolkingsparticipatie. Zuid-Amerika als nieuwe examenregio: een voorproefje. De achtergrond van bevolkingsparticipatie

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Stichting KARDO Jaarverslag en jaarrekening 2013 Stichting Kardo Nederland adres: Thomas A kempisstraat 101A 8021BL Zwolle Nummer KvK:

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Advies over de strategienota s van DGOS

SESSIE V B DE BIJDRAGE VAN MIGRANTEN AAN DE ONTWIKKELING VAN HUN THUISLAND PROMOTEN

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

De Raad (Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking) heeft tijdens zijn zitting van 12 december 2014 de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

UITDAGINGEN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. Arnout Justaert Directeur ngo-federatie

Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Beleidsplan

Actiepunten 2016 van de overheid m.b.t. de uitvoering van het Convenant ten aanzien van de verbeteringen in de steenkoolketen

Wie zijn wij? Waar staan wij voor? Onze mensen

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha

MVO 3.0 Zorgen voor economische groei in Afrika én in de EU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

International Association of Lions Clubs. Wij zijn Lions

Sustainable development goals

WAAR WIJ VOOR STAAN. Socialisten & Democraten in het Europees Parlement. Fractie van de Progressieve Alliantie van

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

"De financiële sector is het probleem,

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

WELKOM CARE. ACT. SHARE. LIKE CORDAID.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

JAARPLAN STICHTING LMSTANDARD SUPPORTS

Via de wijk aan het werk

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

SER-jubileum: symposiumreeks

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND

DE DRIJVENDE KRACHT ACHTER DYNAMISCHE ICT RECRUITMENT OPLOSSINGEN

Datum 16 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de toename van het aantal afgewezen asielzoekers dat van de radar verdwijnt

Beleidsvisie ten behoeve van de Stichting Lezen en Schrijven

Algemene beschouwing

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

Ik wil van deze gelegenheid graag gebruik maken om u mee te nemen met een worsteling die niet alleen de DT&V raakt, maar de hele vreemdelingenketen;

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Over de. Bernard van Leer Foundation

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

Met de voeten in de modder

HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID

Opties voor Internationale samenwerking Bijlage 2 bij advies internationale samenwerking

Vrienden van dorcas.

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel ONTWERPVERSLAG

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Alle kinderen kunnen Roefelen Stichting Roefelen zoekt partners

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2010 (01.12) (OR. en) 17223/10 ASIM 120 NOTA

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

Eerste Kamer der Staten-Generaal

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

DEMOGRAFIE. Mensen werken langer door uit financiële 65+ noodzaak COMPLEXITEIT VOOR UWV NEEMT TOE

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Q&A Migratie. Wat doen Nederland en de EU om te voorkomen dat mensen op de vlucht slaan?

Geachte Tweede Kamer commissieleden voor cultuur,

Nederlandse samenvatting Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

BELGISCH EU VOORZITTERSCHAP ASIEL EN IMMIGRATIE Programma

Van baan naar eigen baas

DE KRACHT VAN SAMENWERKEN

Transcriptie:

MIGRATIE INFO NUMMER 3 14e JAARGANG oktober 2008 De winst met circulaire migratie Synergie tussen migratie- en ontwikkelingsbeleid IOM als bruggenbouwer Arbeidsmigratie bespoedigen thema Migratie en ontwikkeling IOM Internationale Organisatie voor Migratie

Migratie Info is een uitgave van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) Nederland en bevat nieuws en achtergrondinformatie over migratievraagstukken rond drie thema s: terugkeer, overkomst naar Nederland en migratie & ontwikkeling. Het blad verschijnt één keer per kwartaal en wordt toegestuurd aan relaties van IOM en aan overige geïnteresseerden. Migratie Info wordt mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het onderwerp migratie wordt vanuit diverse invalshoeken belicht. Aan bod komen onder meer: terugkeer programma s, gezinshereniging, uitgenodigde vluchtelingen, procedures, overheidsbeleid, achtergronden, praktijkervaringen en (internationale) ontwikkelingen. IOM Nederland IOM-kantoren IOM Logistieke Unit Postbus 10796 2501 HT Den Haag T 070-31 81 500 Telefax: 070-33 85 454 Postbus 1002 8001 BA Zwolle T 0900-74 64 466 (t 0,05 p/m) Brede Haven 25 5211 TL Den Bosch T 0900-74 64 466 (t 0,05 p/m) Sluisstraat 65 1075 TD Amsterdam T 0900-74 64 466 (t 0,05 p/m) Vertrekpassage West Transportstraat 267 1118 AW Schiphol www.iom-nederland.nl 2

Inhoud Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 VOORWOORD De onderkenning van het verband tussen ontwikkeling en migratie groeit! Dat blijkt niet alleen uit de aanhoudende stroom van migranten en vluchtelingen die een poging wagen om in Europa of de VS een nieuw bestaan op te bouwen. Het blijkt ook uit het feit dat migranten uit alle delen van de wereld ook in Nederland laten zien dat zij een positieve inbreng kunnen hebben in de samenleving. De realiteit is ook dat de Nederlandse politiek zichtbaar meer erkenning geeft aan de samenhang tussen migratie en ontwikkeling. Dit blijkt uit de onlangs verschenen beleidsnotitie Internationale Migratie en Ontwikkeling, gericht op een evenwichtige wereldwijde benadering van deze problematiek. In oktober 2008 vindt in Manilla het Global Forum on Migration and Development plaats. Dit Forum is een informeel overleg, opgezet en geleid door de staten zelf en heeft een belangrijke meerwaarde voor het lopende debat over internationale migratie en ontwikkeling. Doel is ook de wederzijdse voordelen van migratie te vergroten. IOM benadrukt dat meer aandacht voor de wereldwijde stroom van migranten en hun integratie hoort bij de toenemende globalisering. Dit komt onder meer tot zijn recht door migranten direct te betrekken bij projecten waarin een brug wordt geslagen met ontwikkeling in het land van herkomst. Met tijdelijke uitzendingen biedt IOM ondersteuning aan migranten die willen bijdragen aan de ontwikkeling van hun herkomstland. Hun ervaringen, alsmede de visies van diasporagroeperingen in en buiten Nederland en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, treft u in deze Migratie Info aan. De redactie Inhoudsopgave Circulaire migratie Circulaire migratie vereist een verbinding tussen migratie en daadwerkelijke arbeidsbehoeften. Zo kan migratie in het voordeel werken voor beide partijen. Dr. Irena Omelaniuk schetst de toenemende aandacht voor circulaire migratie. Pagina 2 en 3 Migranten beschermen Veilige, gereguleerde migratie biedt de beste kaders voor het beschermen en het versterken van de positie van migranten. Pagina 5 en 6 Filippijnen De miljarden geldovermakingen hebben wel geleid tot meer koopkracht, maar niet tot meer inkomen per hoofd van de bevolking. Pagina 7 t/m 9 Migratie- en ontwikkelingsbeleid De kern van het migratie- en ontwikkelingsbeleid is een triple-win, zegt Han-Maurits Schaapveld van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Pagina 10 t/m 12 Bruggenbouwer IOM is de bruggenbouwer tussen landen van herkomst, de diaspora en Nederlandse organisaties waarbij een migrant een sleutelrol vervult. Pagina 14 t/m 16 Ghana Ghanese artsen zijn waarschijnlijk het meest geschikt om gezondheidszorg in Ghana te helpen ontwikkelen. Pagina 17 t/m 19 Afghanistan Het is belangrijk dat de Afghanen in Nederland hun kennis en ervaring inzetten voor ons door oorlogen geteisterde land. Pagina 22 en 23 Kaapverdië Op Kaapverdië ontstaat meer erkenning voor de rol van de diaspora bij de ontwikkeling van het land. Pagina 26 1

Visie: dr. Irena Omelaniuk, senior adviseur voorzitter Global Forum on Migration and Development, Filippijnen Betekenis en winst van circulaire migratie Circulaire migratie vereist een sluitende verbinding tussen migratie en daadwerkelijke arbeidsbehoeften, zowel in het herkomst- als in het gastland. Het gaat verder dan de migratiecirkel simpelweg afsluiten met terugkeer. Als circulaire migratie is gekoppeld aan ontwikkeling dan is er directe samenwerking tussen de overheden in het herkomst- en gastland. Zo kan migratie in het voordeel werken voor beide partijen. Dr. Irena Omelaniuk schetst de toenemende aandacht voor en betekenis van circulaire migratie. Het begrip circulaire migratie stond als een van de nieuwste beleidskwesties op de agenda van de eerste Global Forum on Migration and Development (GFMD) in 2007. Daarbij is circulaire migratie gedefinieerd als de vloeiende beweging van mensen tussen landen, inclusief tijdelijke of permanente beweging die, als het vrijwillig gebeurt en is verbonden aan de arbeidsbehoeften van de herkomst- en gastlanden, voordelig kan uitpakken voor alle betrokkenen. Deze definitie houdt rekening met de tijdelijke en permanente dynamiek van de al bestaande migratie: tijdelijke migranten die terugkeren of circuleren tussen herkomst- en gastlanden, en permanente migranten die hetzelfde doen. Het onderkent het mislukken van de vroegere tijdelijke arbeidsprogramma s die wilden voldoen aan de behoeften van de arbeidsmarkt in het gastland en aan de behoeften van de migranten. Deze programma s faalden omdat de beoogde tijdelijke migratie uiteindelijk langdurig en permanent werd. De agendering in 2007 in Brussel had als doel te komen tot nieuwe voorstellen voor tijdelijke arbeidsmigratie die succesvoller moet zijn dan de traditionele bilaterale arbeidsovereenkomsten. Mauritius en de EU namen hierin het voortouw, voornamelijk in de context van het communiqué van de EU uit 2007, On Circular Migration and Mobility Partnerships between the European Union and Third Countries, met voorstellen voor pilotprogramma s met partnerlanden. De sleutel is partnerschap en het samen plannen en ontwikkelen van oplossingen voor de arbeidsmarkt Nieuwe vorm van partnerschap In het model dat door Mauritius ter tafel werd gebracht is het concept van circulaire migratie daadwerkelijk geïntegreerd in de ontwikkelingsstrategieën van dat land. Mauritius stelt een nieuwe vorm van partnerschap voor met betrokkenheid van beide kanten. De betrokkenheid van herkomstlanden betekent meer gerichte intersectorale arbeidstraining, informatie, hulp bij migratie en algemene versterking van het bedrijfsleven om terugkerende migranten aan te trekken met hun nieuwe vaardigheden en kapitaal. Aan de kant van het gastland ligt de betrokkenheid in flexibel visumbeleid, werkvergunningen en contractuele overeenkomsten. Hiermee krijgen migranten de kans om te wisselen tussen sectoren en werkgevers en om nieuwe vaardigheden te verwerven die ze kunnen gebruiken bij terugkeer in het herkomstland. Goedwerkende circulaire migratieprogramma s zijn bijvoorbeeld de programma s voor seizoensarbeiders voor de landbouw, zoals tussen de Centraal- en Oost- Europese landen (voormalig Oostblok) en Duitsland of tussen Mexico/Guatemala en Canada. Met uitzondering van de Canadese programma s die daadwerkelijk landarbeiders selecteren uit noodlijdende gebieden, wordt echter te weinig gekeken naar ontwikkelingsbehoeften. Andere voorbeelden van de rondetafeldiscussies in Brussel zijn migranten uit India die permanent in de VS wonen en die minimaal een keer per jaar terugkeren naar huis voor zaken, of Filippijnse contractarbeiders die regelmatig naar huis terugkeren. In India heeft een dergelijke circulatie in veel gevallen geleid tot zaken of handel tussen het herkomst- en het gastland. Flexibel beleid dat dergelijke naar-en-van bewegingen tussen landen bevordert, kan dit stimuleren. Een strikt gehanteerd geen-terugkeer- of geen-circulatiebeleid van gastlanden daarentegen sluit migranten uit en leidt tot verstikkende zakelijke, handels- en uitwisselingsregels tussen landen. Als gevolg van het forum in Brussel organiseerden Mauritius en de EU op 8 september 2008 een workshop circulaire migratie om een aantal proefprogramma s op te zetten tussen de EU en andere partners van ontwikkelingslanden. 2

Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 Het Global Forum on Migration and Development in Brussel leidde tot voorstellen over tijdelijke arbeidsmigratie Deze discussie en het experiment met circulaire migratie raken de kern van de vraag over hoe migratie beter kan worden beheerst, zodat het wederzijdse ontwikkelingsvoordelen kan opleveren voor zowel het herkomst- als het gastland. De sleutel is partnerschap en het plannen en ontwikkelen van een gezamenlijke, open arbeidsmarkt. Als migratie het antwoord is op de arbeidsbehoeften van het herkomsten het gastland, dan verbeteren de positie en de emancipatie van migranten en hun gezinnen. Goede circulaire migratie kan overheden en burgers, die vaak twijfelen aan de waarde van migratie, positief overtuigen. Het Global Forum haalt, naar ik hoop, juist die beleidselementen uit bilaterale partnerschappen die toepasbaar zijn op een meer multilateraal of wereldwijd niveau. Constructief voor alle partijen IOM bouwt bruggen tussen overheden, migranten en organisaties, met name door samenwerkingsinitiatieven op gebieden als migratiemanagement, arbeidsmigratie, het tegengaan van mensenhandel en ontwikkelingsmigratie. De initiatieven zijn op de uitvoering gerichte projecten, mat als uitgangspunt dialoog en overleg. Het verschil ten opzichte van puur op dialoog gebaseerde projecten, is dat de dialoog bij IOM leidt tot een op de praktijk gerichte aanpak. IOM stimuleert de dialoog op regionale en interregionale niveaus, zoals het Bali-proces, het Puebla-proces, MIDSA, het Colombo-proces, 5 plus 5, de Abu Dhabi-dialogen en op multilateraal niveau via de International Dialogue on Migration in Genève. Dit heeft herkomsten bestemmingslanden bij elkaar gebracht in grensoverschrijdende samenwerkingsinitiatieven. Een voorbeeld is de samenwerking tussen de landen uit het zuiden van de Kaukasus en een aantal EU-lidstaten. Er zijn ook een aantal zeer succesvolle en ontwikkelingsvriendelijke arbeidsmigratieprogramma s, bijvoorbeeld tussen Guatemala en Canada, en er vormen zich nieuwe circulaire migratieovereenkomsten zoals tussen Mauritius en Frankrijk/Canada. Allemaal voorbeelden die vanuit een dialoog leiden naar praktische samenwerkingsrelaties. IOM is in staat om die dialoog tussen verschillende betrokken partijen uit meerdere landen om te zetten in betekenisvolle, grensen organisatieoverschrijdende resultaten. 3

Global Forum on Migration and Development 2008 versterkte positie van migranten bevordert ontwikkeling De nauwe betrokkenheid van vele overheden verzekert wereldwijde beleidsveranderingen! Vanuit die ervaring en overtuiging worden de voorbereidingen getroffen voor de tweede vergadering van het Global Forum on Migration and Development (GFMD) in oktober 2008 in Manilla. Middelpunt van de diverse thema s en aandachtsgebieden zijn de tijdens de eerste vergadering in Brussel in 2007 gestelde prioriteiten, namelijk mensenrechten en de bevordering van reguliere migratie. Deze keuzen sluiten aan bij het standpunt van de High Level Dialogue on International Migration van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september 2006: profijt van internationale migratie kan niet zonder een goede bescherming van de rechten van de migrant, zowel met het oog op de migranten zelf als in het belang van de gemeenschappen in herkomst- en bestemmingslanden. Aangezien migratie jaarlijks groeit en de significante voordelen ervan zichtbaar worden, zoeken beleidsmakers in zowel herkomst- als bestemmingslanden naar mogelijkheden om de complexe relatie tussen migratie en ontwikkeling te begrijpen en om de wederzijdse voordelen ervan te vergroten. Het GFMD biedt een unieke, bilaterale mogelijkheid om de potentiële synergie tussen migratie en ontwikkeling te verhelderen. Ook biedt het de mogelijkheid om richting te geven aan actuele onderzoeksresultaten en goede praktijkervaringen met het oog op gezamenlijke, samenhangende vormen van migratie- en ontwikkelingsmanagement. Werkwijze Voor het tweede Forum zijn zeven teams samengesteld die in ontwikkelings- en ontwikkelde landen het Forum voorbereiden, om zodoende ook de overheidsbetrokkenheid te vergroten. Deze teams zullen met overheden en expertorganisaties de rondetafelbesprekingen voorbereiden. Doel is dat de partijen zich verdiepen in de nationale ervaringen in zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden. Speciale aandacht zal er zijn voor innovatieve ervaringen en voorstellen. Alle overheden zijn uitgenodigd om de beste ervaringen uit te wisselen. Er zijn rondetafelbijeenkomsten over de thema s - migratie, ontwikkeling en mensenrechten - veilige en reguliere migratie heeft meer ontwikkelingsimpact - politieke en institutionele samenhang en partnerschap. Onder leiding van de Global Forum Taskforce zal elke rondetafel bespreking tot concrete voorstellen leiden. Het tweede GFMD in Manilla brengt de bevindingen en aanbevelingen van de eerste vergadering, gehouden in 2007 in Brussel, een stap verder naar het invoeren van langetermijn beleidswijzigingen, zowel in als tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Deze wijzigingen impliceren ook de herkenning dat migratiebeleid niet langer los kan staan van andere beleidsterreinen, met name ontwikkelingsbeleid. De koppeling tussen ontwikkelings- en migratiebeleid is dan een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij wederzijds profijt wordt gezien en gemeten. De ontwikkelingsdoelen en spinoffeffecten van migratie kunnen bijdragen aan en van toepassing zijn op zowel herkomstals bestemmingslanden. Het delen van verantwoordelijkheden tussen ontwikkelings- en ontwikkelde landen kan bevorderen dat migratie bijdraagt aan ontwikkeling en andersom, én kan leiden tot migratie uit keuze in plaats van migratie uit noodzaak. Een aantal praktische modellen worden inmiddels uitgevoerd, onder andere hoe migratie in te voegen in een nationale ontwikkelingsstrategie en hoe de vaardigheden beter kunnen circuleren dan ze weg te trekken uit arme landen. De resultaten ervan worden tijdens toekomstige GFMD s gepresenteerd. Het Wereldforum voor Migratie en Ontwikkeling (Global Forum on Migration and Development) (GFMD) is opgezet als een informeel, multilateraal en door de staten zelf geleid proces, dat tot doel heeft meerwaarde toe te voegen aan het lopende debat over internationale migratie en ontwikkeling door het versterken van internationale samenwerking, het verdiepen van de dialoog tussen staten onderling en het bespreken en bevorderen van nieuw beleid op het gebied van migratie en haar relatie tot ontwikkeling. 4

Interview: dr. Irena Omelaniuk, senior adviseur voorzitter Global Forum on Migration and Development, Filippijnen Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 veilige migratie biedt migrant betere kansen Veilige, gereguleerde migratie biedt de beste kaders voor het beschermen en het versterken van de positie van migranten. Het kan grote voordelen opleveren voor de ontwikkeling van samenlevingen in het herkomstland en voor de economieën in de herkomst- en bestemmingslanden. Deze twee veronderstellingen vormen de basis voor het thema Secure, regular migration can achieve stronger development impacts dat op de agenda staat van het Global Forum on Migration and Development in Manilla. Harde bewijzen voor beide veronderstellingen zijn er niet. Maar volgens dr. Irena Omelaniuk, voorzitter van het rondetafeldebat over dit thema tijdens het Global Forum, blijken beide aannames te kloppen bij een nadere beschouwing van de persoonlijke omstandigheden van migranten. Mensen die op basis van internationaal gebruikelijke, gereguleerde programma s in het buitenland werken, hebben een grotere kans op een beter loon en sociale bescherming. Als gevolg daarvan kunnen zij vaker geld overmaken en meer investeren in de welvaart van hun gezinnen, de samenlevingen en de economie in hun herkomstland. Mensen die op illegale wijze migreren, in het bijzonder als zij het land in zijn gekomen via mensensmokkel of handel, zijn kwetsbaar voor misbruik, uitbuiting, slechte gezondheid en zelfs de dood. Zij zijn veel minder goed in staat om hun families in het herkomstland te helpen en zij zijn minder in de gelegenheid om hun eigen rechten als mens op te eisen. Als een vrouw slachtoffer van mensenhandel is, mist een familie de verzorging van de kinderen en van de ouderen. Dat kan leiden tot een breuk in de familie of zelfs het uitblijven van inkomsten voor die familie. Miljoenen migranten in grijze en zwarte economieën Het verbeteren van het ontwikkelingspotentieel door middel van gereguleerde migratieprogramma s vereist volgens Omelaniuk een groot aantal maatregelen in het herkomstland én in het bestemmingsland. Een beter op elkaar aangesloten arbeidsmarkt, migratieplanning en een beleid tussen herkomst- en bestemmingslanden kunnen er voor zorgen dat miljoenen migranten die momenteel werken in grijze en zwarte economieën, in goed georganiseerde migratieprogramma s terechtkomen die bescherming bieden. Migranten kunnen zich beter ontwikkelen en profiteren van inkomensvoordelen. Zo ontstaat een meer duurzame arbeidsmigratie met voordelen voor zowel het land van herkomst als het land van bestemming. Het versterken van legale migratie kan volgens Omelaniuk illegale arbeidsmigratie tegengaan en in het bijzonder smokkelaars en handelaren afschrikken. Ook vergroot het de veiligheid van migranten en daarmee de geloofwaardigheid van migratie en de positieve effecten die migratie heeft op ontwikkeling. Nieuw beleid moet zorgen dat gereguleerde, ordelijke arbeidsmigratieprogramma s aantrekkelijker zijn voor migranten dan illegale migratie. Beleidsmakers zouden doordrongen moeten raken van de winstgevendheid van smokkel en handel, en programma s moeten ontwikkelen die dergelijke winstgevendheid ondermijnen. Rol van migranten Wat betreft de rol van migranten zelf ziet Omelaniuk dat leden van diaspora-groepen over de hele wereld bruggen bouwen tussen landen, culturen en gemeenschappen. Er zijn talrijke initiatieven, ingebed in gereguleerde IOM bereidt Colombiaanse arbeidsmigranten voor die in Canada gaan werken. 5

Irena Omelaniuk Dr. Irena Omelaniuk heeft een brede ervaring op het gebied van migratie. Na de persoonlijk migratie met haar Duits-Poolse ouders na de Tweede Wereldoorlog, werkte ze vanaf 1983 bij de Australische Immigratiedienst. In 1994 ging ze naar IOM in Genève. Van 1997 tot 2000 was ze als Chief of Mission voor IOM in Duitsland, waar toen de vrijwillige terugkeer van vluchtelingen naar Bosnië, Herzegovina en Kosovo actueel was. In 2000 keerde ze terug naar Genève en werd ze verantwoordelijk voor wereldwijde projectontwikkeling ter ondersteuning van vrijwillige terugkeer, het tegengaan van mensenhandel, samenwerking op het gebied van migratie, arbeidsmigratie en informatiecampagnes. Ze was hoofdredacteur van de uitgave World Migration 2005 en werkte twee jaar op detacheringsbasis vanuit IOM bij de Wereldbank voor de publicatie van de Global Economic Prospects 2006 over migratie en geldovermakingen. In 2007 werd ze gevraagd door het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken als politiek adviseur voor het Global Forum on Migration and Development (GFMD) in Brussel. Momenteel is Irena Omelaniuk senior adviseur van de Filippijnse voorzitter van het Global Forum for Migration and Development, dat in oktober plaatsvindt in Manilla op de Filippijnen. migratieprogramma s. Uit veel onderzoeken naar diaspora en ontwikkeling blijkt dat vakbekwame migranten een belangrijke aanwinst zijn voor het herkomstland. De Chinese diaspora bijvoorbeeld heeft tussen 1985 en 2000 voor zo n zeventig procent bijgedragen aan de buitenlandse directe investeringen van China. Indiase werknemers in het buitenland hebben fors geïnvesteerd in India, variërend van het outsourcen van bedrijven naar India vanuit de VS en andere landen tot het investeren in Indiase diaspora-obligaties. Het veelbesproken succes van de zogenaamde Silicon Valley Indiërs is het resultaat van een combinatie van technische expertise, initiatief, Engelse taalvaardigheid en het netwerken door de diaspora onderling. Dit wordt meer en meer gestimuleerd door de Indiase overheid. Het bedrijfs- en investeringsklimaat worden versterkt, enerzijds om talenten binnen de diaspora aan te trekken, en anderzijds om gekwalificeerde mensen aan te moedigen om thuis te blijven. Omelaniuk benadrukt dat dit soort successen vaker voorkomen in grotere ontwikkelingslanden zoals China en India. Daar zijn de gevolgen van brain drain (de migratie van het intellect) niet zo groot als voor kleinere economieën. In het algemeen zullen diasporaleden met hun investeringen weer terugkeren als er sprake is van economische groei. Voor kleinere economieën daarentegen zoals in Afrika, het Caribisch gebied of Moldavië in Europa, gaat de grote uittocht van talent niet noodzakelijkerwijs gepaard met terugkeer. Dit komt onder meer omdat het bedrijfs- en investeringsklimaat niet zo aantrekkelijk is en de overheden niet voldoende aantrekkelijke stimulansen willen of kunnen aanbieden. Duurzame arbeidsmigratie heeft veel voordelen voor zowel het land van herkomst als het land van bestemming. Kleinschalige initiatieven Naast deelname aan ontwikkelingsprojecten en tijdelijke uitzending zoals het IOM-programma Migration for Development in Africa (MIDA), brengen mensen vaak producten en kapitaal mee als ze op bezoek gaan of met vakantie gaan in hun herkomstland, of ze doen er zaken of investeringen. Deze indirecte bijdragen aan ontwikkeling kunnen uiteindelijk hoger oplopen dan officiële gefinancierde ontwikkelingshulpprojecten. Wat Omeleniuk persoonlijk de moeite van het onderzoeken waard vindt, zijn de vele kleinschalige zakelijke initiatieven van de diaspora in de bestemmingslanden in samenwerking met de plaatselijke overheid, het bedrijfsleven en internationale organisaties zoals IOM. Samenwerkingsinitiatieven zoals Ghanacoop, die kleinschalig transnationale handel en ontwikkelingshulp tussen bijvoorbeeld Italië en Ghana stimuleert, hebben directe invloed op plaatselijke gemeenschappen in het herkomstland. Ik weet dat economen twijfelen aan de invloed ervan op ontwikkelingseconomieën, juist door de kleinschaligheid. Maar ik denk dat het heel belangrijk is voor het Global Forum for Migration and Development als men weet hoeveel van dit soort ondernemingen er zijn, wat hun bedrijfsdynamiek is, wat hun invloed is op het herkomstland en wat hun groeipotentieel is. Dit soort informatie kan van invloed zijn op de diasporagerelateerde politiek in zowel het herkomst- als het gastland en op het besef van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen alle partijen in het bevorderen van veilige, legale migratie via overeenkomsten en gezamenlijke afspraken. I have a 50 percent chance of dying in the desert or in the ocean, whereas by remaining at home, I have a more than 50 percent chance of dying, but quite slowly. Bron: www.irinnews.org 6

Interview: Fabio Baggio, Scalabrini Migration Center, Filippijnen Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 Impact van de massale arbeidsmigratie in de Filippijnen Wat is de impact van de massale internationale arbeidsmigratie in de Filippijnen? Wat betekent het dat ongeveer tien procent van de bevolking, ofwel bijna acht miljoen mensen, overzee wonen en werken? Wat gebeurt er met hun geldovermakingen en hun inzet voor ontwikkelingsprojecten in het herkomstland? Mr. Fabio Baggio, directeur van het migratieonderzoeksinstituut Scalabrini Migration Center (SMC) in Manilla, geeft in zijn rapport Migration and Development in the Philippines een beeld van de gevolgen van de massale arbeidsmigratie en doet enkele aanbevelingen. Want volgens hem kan de lichte vooruitgang in menselijke ontwikkeling niet als bevredigend worden gezien en zijn er geen concrete bewijzen dat de hoge remittances (geldovermakingen) tot een significante verbetering van de binnenlandse economie hebben geleid. Omvang van de migratie Vanaf de zeventiger jaren in de vorige eeuw verlieten miljoenen Filippino s hun land om te zoeken naar groenere weilanden overzee. Volgens de Commissie voor Filippino s Overzee (CFO) werkten en leefden eind 2005 7.924.188 Filippijnse burgers overzee. Dit komt neer op tien procent van de nationale bevolking. Van de bestemmingslanden is de Verenigde Staten koploper met 2,5 miljoen Filippijnse immigranten, gevolgd door bijna een miljoen arbeiders in Saoedi-Arabië. Wat opvalt is dat sinds 1990 de exodus uit de Filippijnen steeds meer vrouwen telt. In 2004 vormden ze meer dan zeventig procent van de nieuw aangenomen arbeidskrachten. Economische impact van remittances In 2005 maakten de overzeese Filippino s ongeveer 10,7 miljard dollar over naar het herkomstland. Dit was een toename van 25 procent ten opzichte van de 8,6 miljard in 2004. Recente studie toont aan dat tachtig procent van de Filippino s formele kanalen gebruiken om het geld over te maken. Wat betreft de economische impact ervan zijn er volgens Baggia geen concrete bewijzen dat deze hoge inkomsten tot een significante verbetering van de binnenlandse economie heeft geleid. Een rapport van de Filippijnse Senaat eind 2005 stelde enerzijds vast dat remittances een enorm ontwikkelingspotentieel voor de nationale economie hebben. Zo dragen deze gelden bij aan een betere betalingsbalans, vergroting van het nationaal inkomen, toename van de kredietwaardigheid, armoedereductie, vergroten van het gezinsinkomen en dergelijke. Aan de andere kant wijst het rapport op de risico s van een remittances-afhankelijke economie. Het kan leiden tot een cultuur van afhankelijkheid onder achtergebleven families. Ook kan het leiden tot zelfgenoegzaamheid van de autoriteiten als het gaat om fiscaal en handelsbeleid. Bovendien rijzen er zorgen over het gebruik van de gelden, want er zijn waarnemingen dat slechts een klein deel wordt gespaard of verstandig geïnvesteerd. Niet in de laatste plaats kan men zich afvragen of de economische voordelen opwegen tegen de investeringen in het vormen van menselijk kapitaal. Naast huizenbezit en duurzame goederen, wordt het geld voornamelijk besteed aan voedsel en huishoudelijke zaken. In mindere mate wordt het geld besteed aan onderwijs en ondernemerschap. Ook wordt het geld besteed aan migratie, want naar het buitenland gaan brengt uitgaven met zich mee. De sterke indruk bestaat dat migranten die in het buitenland werken een zware tijd hebben om de met geleend geld betaalde, vaak exorbitant hoge wervingsgelden en andere kosten voor hun baan te betalen. Ook dit aspect moet meegewogen worden bij de impact van remittances. Ontwikkeling in de Filippijnen Bij het meten van de ontwikkelingsimpact van migratie voor de ontwikkeling van het land, hanteert Baggio de Humen Development Index van de United Nations Development Programme (UNDP) met als drie dimensies levensverwachting, kennis en levensstandaard. De uitkomsten van de metingen leiden voor Baggio tot de conclusie dat de lichte vooruitgang in de ontwikkeling van de inwoners in de afgelopen jaren niet voldoende is geweest. Natuurlijk dragen de remittances bij aan gezondheid en onderwijs. Maar we zien de werkeloosheidscijfers amper veranderen als gevolg van de enorme migratie. De miljarden overmakingen hebben wel geleid tot meer koopkracht van de migrantengezinnen, 7

Fabio Baggio, directeur van het migratieonderzoeksinstituut Scalabrini Migration Center, doet aanbevelingen op het gebied van arbeidsmigratie in de Filippijnen maar niet bijgedragen aan meer inkomen per hoofd van de bevolking, armoedereductie of minder inkomensongelijkheid op nationaal niveau. Kijkend naar de millenniumdoelstellingen is het optreden van de Filippijnen uitstekend als het gaat om universeel primair onderwijs, het bevorderen van gendergelijkheid, de empowerment van vrouwen, het terugdringen van kindersterfte en de strijd tegen HIV/AIDS, malaria en andere ziekten. Maar in het uitroeien van extreme honger en armoede en het verbeteren van gezondheidszorg lopen de Filippijnen ver achter op de doelstellingen, concludeert Baggio. Goede initiatieven Bij het verbeteren van de ontwikkelingsimpact van internationale migratie spelen de Filippijnse overheid, internationale organisaties en de samenleving een rol. Baggio schetst enkele resultaten en hiaten. Van overheidswege zijn goede initiatieven genomen. Overheidsdepartementen krijgen steun bij het ontwikkelen van nationaal migratiebeleid. De CFO werkt aan het versterken van banden met de Filippijnse gemeenschappen overzee. Er zijn programma s om contacten onder jongeren te bevorderen en om kennis, technologie en kapitaal te delen. Vanuit twee programma s PHILNEED en LINKAPIL hebben de Filippino s wereldwijd tweeënhalf miljoen dollar ingezameld voor lokale projecten op de Filippijnen. De Overseas Workers Welfaire Administration richt zich op de belangen en het welzijn van Filippijnse migrantenwerkers en hun families en ontwikkelt herintegratieprogramma s voor terugkeerders. Deze programma s worden uitgevoerd in samenwerking met lokale overheden en ngo s. Van de kant van de gemeenschappen is in 2000 de Ayala Foundation USA opgericht, waarbij in de VS wonende Filippino s projecten in hun herkomstland kunnen ondersteunen. In 2005 werd op die manier bijna een half miljoen dollar in projecten op de Filippijnen geïnvesteerd. Diverse Filippijnse ngo s stimuleren de migranten om zich met hun spaargelden en investeringen te richten op kleinschalige ondernemingen. Al deze inspanningen en activiteiten ten spijt, zijn er nog steeds veel hiaten in het realiseren van positieve effecten van migratie op de ontwikkeling van de Filippijnen. Baggio concludeert dat de overheidsinitiatieven vaak beperkt zijn, niet in samenhang en vaak te veel gefocust op het bevorderen van solidariteit en steun vanuit overzeese Filippijnse gemeenschappen. Het ontwikkelingspotentieel van overmakingen en de voordelen van kennisuitwisseling lijken geen prioriteit op de agenda van de Filippijnse overheid. Voor Internationale organisaties op het gebied van migratie zoals IOM, ILO (International Labour Organization) en UNDP ligt er een taak in het bevorderen van de discussie over migratieontwikkeling op de Filippijnen. Aan de kant van de samenleving lijken een tekort aan bronnen en aan samenwerking de grootste hiaten te vormen. De positieve impact van de diasporafilantropie blijft beperkt tot de migratie-provincies en leidt tot ongelijkheid tussen regio s. Er is behoefte aan meer onderzoek en studie naar de mogelijkheden voor migratie en ontwikkeling, vindt Baggio. Er zijn geen concrete bewijzen dat de hoge remittances tot een significante verbetering van de binnenlandse economie hebben geleid. Minimaliseren van kosten Een andere manier om meer profijt te halen uit migratie is het minimaliseren van de (sociale) kosten. Er zijn al diverse activiteiten ondernomen. Voorbeelden hiervan zijn de Migrant Workers and Overseas Filippinos Act voor betere bescherming en het bevorderen van het welzijn van migrantenarbeiders. De Anti Trafficking in Persons Act streeft onder andere naar het uitroeien van mensenhandel en het beschermen van slachtoffers. Enkele overheidsorganen richten zich op arbeidsomstandigheden en het tegengaan van illegale rekrutering. Ook internationale organisaties dragen bij. Zo heeft IOM een aantal voorlichtings- en oriëntatieprogramma s ter voorbereiding op 8

Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 Professionals in de Filippijnse gezondheidszorg zijn de meeste gevraagde arbeidsmigranten ter wereld het vertrek. De ILO heeft naast instrumenten in het kader van de conventies betreffende arbeidsmigratie, een project ter bescherming van werkers in de huishoudelijke sector. Groeperingen in de samenleving en ngo s zijn van het begin af aan actief in het minimaliseren van de prijs van migratie en het strijden voor migrantenrechten. Ook de katholieke kerk en een internationaal forum van overheid en migratieadvocaten (Consultative Council on Overseas Filippono Workers) bespreken zaken en zorgen van de arbeidsmigranten. Filippijnse ngo s stimuleren migranten om te investeren in kleinschalige ondernemingen. Echter, ondanks de range van initiatieven in de verschillende sectoren zijn er ernstige hiaten, aldus Baggio. De Filippijnse wettelijk kaders voor de bescherming van arbeidsmigranten is inderdaad een van de beste in Azië, maar er zijn chronische problemen op het niveau van implementatie. Illegale rekrutering, uitbuiting en ook mensenhandel maken nog steeds deel uit van de dagelijkse ervaringen van veel Filippino s overzee. De sterke afhankelijkheid van de overheid van (gelden van) arbeiders in het buitenland leidt vaak tot het toestaan van de arbeidscondities in ontvangende landen ten koste van de rechten van de migranten. Het antwoord op de brain drain en de toenemende exodus van professionals, met name in de gezondheidssector, is inadequaat. Aanbevelingen Er zijn lessen te leren uit de ervaringen van de Filippijnen. Baggio doet enkele aanbevelingen voor de belangrijkste partijen in herkomstlanden. Beleidsmakers moeten oog hebben voor de economische voordelen van internationale arbeidsmigratie en zouden zich moeten richten op het opbouwen van een sterke en levendige binnenlandse economie. Hoewel de Filippijnse migratie vaak wordt gezien als een effectief model, kan en mag een dergelijke internationale werkgelegenheidsstrategie volgens Baggio niet dienen als langetermijnoplossing voor de binnenlandse werkgelegenheidsproblemen. De overheid moet zorgen voor een goed economisch en politiek klimaat en beleid waarin overmakingen en vaardigheden van werkers overzee bijdragen aan het versterken van arbeidsmogelijkheden in het land. Verder vindt Baggio dat de impact van de arbeidsmigratie, kijkend naar de verhouding kosten en baten, nog steeds onduidelijk is. Beleidsmakers moeten samenwerking zoeken met de wetenschap voor meer onderzoek en beter migratiebeleid. Van internationale organisaties verwacht Baggio een rol van bruggenbouwers tussen staten in de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het beheer van migratie en voor de ontwikkeling en het welzijn van migrantenarbeiders. De internationale organisaties moeten de dialoog tussen overheid, wetenschap en samenleving bevorderen, zowel in het bereiken van meer begrip als voor het vinden van effectieve antwoorden op de kansen en bedreigingen van migratie. Ten slotte benadrukt Baggio dat ngo s nooit het zicht mogen verliezen op de gevolgen van migratie. Het elimineren van de oorzaken voor migratie en het beschermen van menselijke ontwikkeling mag op hun agenda niet ontbreken. Bovendien is de betrokkenheid van lokale overheden, ngo s en migrantenorganisaties onmisbaar om internationale migratie daadwerkelijk te laten bijdragen aan ontwikkeling. Bron: Fabio Baggio, Migration and Development in The Philippines, in Aderanti Adepoju, Ton Van Naerssen and Annalies Zoomers (Eds.), International Migration and National Development in sub-saharan Africa, Brill, Leiden-Boston 2008, pp. 204-221. www.smc.org.ph 9

Interview: Han-Maurits Schaapveld, Ministerie van Buitenlandse Zaken Meer synergie tussen Migratie en Ontwikkeling Nederland was met de notitie Ontwikkeling en Migratie in 2004 een van de voorlopers in het migratie-en ontwikkelingsdossier en heeft sindsdien al enige resultaten geboekt op dit terrein. Het is van groot belang dat Nederland zich verder inzet op dit terrein daar het onze overtuiging is dat er meer winst te behalen valt uit het stimuleren van wederzijdse positieve beleidsuitkomsten op het raakvlak van migratie en ontwikkeling. Dit schrijven de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders en de Staatssecretaris van Justitie Nebahat Albayrak in het voorwoord van hun gezamenlijke beleidsnotitie Internationale Migratie en Ontwikkeling 2008. In de beleidsnotitie wordt het migratie- en ontwikkelingsbeleid voor de komende jaren op basis van zes beleidsprioriteiten uiteengezet. Volgens Han-Maurits Schaapveld, directeur Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de kern van het beleid de triple-win : winst van migratie voor de migrant zelf alsook voor de landen van herkomst en bestemming. Het voorgestelde beleid heeft een belangrijke focus op ontwikkelingssamenwerking. Er is aandacht voor diverse aspecten rond migratie en ontwikkeling, met nadruk op de dialoog met herkomstlanden over zaken als migratiemanagement, geldovermakingen (remittances) en de bijdrage van de diaspora zelf. Han-Maurits Schaapveld licht toe wat voor de Nederlandse overheid het belang is van samenwerking op de van oorsprong gescheiden beleidsterreinen van (im)migratie enerzijds en ontwikkeling anderzijds. Er kan synergie optreden tussen deze terreinen en ze kunnen elkaar wederzijds versterken. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking kan het thema migratie bijvoorbeeld meenemen in de discussie met landen waar migratie effect heeft op de ontwikkeling. Met behulp van ontwikkelingsgelden kan de terugkeer van migranten ook meer duurzaam worden gemaakt. Zowel ontwikkelingssamenwerking als migratie zijn zaken van nationaal belang, maar wel geheel verschillend. Dat komt samen in één notitie en dat is winst, stelt Schaapveld. Belangrijke meerwaarde is dat het beleid vorm krijgt mét de migrant. Nederland streeft naar (intensivering van) de dialoog over migratie met ontwikkelingslanden en naar het vastleggen van de samenwerking in partnerschappen. Terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers maakt hiervan integraal onderdeel uit. Voor de inhoud van deze partnerschappen wijst Schaapveld op de zogenoemde mobility partnerships die in EU-verband zijn gesloten met Kaapverdië en Moldavië.Daarin zijn afspraken gemaakt over ontwikkelingsmogelijkheden, migratiemanagement, terugkeer en circulaire migratie. Met de migrant en met de diaspora Belangrijke meerwaarde ten opzichte van de eerste beleidsnotitie in 2004 is dat het beleid vorm krijgt mét de migrant. Nederland wil migrantenorganisaties meer betrekken in de beleidsdialoog en -uitvoering inzake ontwikkelingssamenwerking. Het streven is om de kennis en expertise van migranten vooral thematisch en/of landenspecifiek in te zetten. Het betrekken van de diaspora bij de ontwikkelingsdialoog gebeurt op diverse manieren. Schaapveld: In het kader van het programma Personele Samenwerking met Ontwikkelingslanden kunnen migranten bij grote Nederlandse ngo s werken en opgeleid worden. Op deze manier kunnen migranten bijdragen aan de dialoog én vanuit ontwikkelingsorganisaties als deskundige meewerken. Een andere manier om de diaspora te betrekken zijn de consultatiedagen over ontwikkelingsgerelateerde thema s. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft inmiddels drie van deze consultatiedagen georganiseerd en de belangstelling ervoor is groot. Met middelen voor gerichte versterking kan een aantal migrantenorganisaties doorgroeien tot volwaardig partner in ontwikkelingssamenwerking, mede gezien de kennis van en et begrip voor de culturele context. Ook in herkomstlanden groeit volgens Schaapveld de belangstelling om de diaspora te betrekken bij de ontwikkeling van het land of hen in te zetten bij het tegengaan van tot mislukken gedoemde migratie. Remittances Een zichtbare bijdrage aan de ontwikkeling van herkomstlanden ligt in de remittances, ofwel geldovermakingen van migranten naar het herkomstland. Nederland zal inzetten op meer transparantie in de Nederlandse markt 10

Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 Han-Maurits Schaapveld, directeur Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken. Met behulp van ontwikkelingsgelden kan de terugkeer van migranten meer duurzaam worden gemaakt. voor geldovermakingen en het vergroten van het armoedeverminderende effect van geldovermakingen door bijvoorbeeld het stimuleren van initiatieven van migranten. Overheidsinmenging in de besteding van geldovermakingen is echter onwenselijk. Schaapveld: Uitgangspunt blijft dat geldovermakingen privégelden betreffen. Wie zijn wij om te beoordelen of een huis bouwen minder betekent dan investeren in onderwijs? Wel kan Nederland zich inzetten voor gunstige randvoorwaarden, waaronder het aanpakken van de transactiekosten. Ook kunnen we het aantrekkelijk maken om meer te denken in de richting van microfinanciering en mobiel bankieren. Autoriteiten in herkomstlanden moeten zorgen voor goede kanalen zodat het geld op de beoogde plaats komt. Het is hun taak om te zorgen voor een dusdanig investeringsklimaat dat de gelden breder ten goede komen aan de gemeenschap en hun ontwikkeling. Pilot circulaire migratie De beleidsnotitie voorziet in een pilot circulaire migratie, waarin mensen uit ontwikkelingslanden de mogelijkheid krijgen tijdelijk naar Nederland te komen om ervaring op te doen. Er komen twee pilots voor elk maximaal honderd circulaire migranten per land. Circulaire migratie kan bijdragen aan de ontwikkeling van het land, via remittances en kennis en ervaring die mensen mee terugnemen. Naast de bijdrage aan ontwikkeling is de verwachting dat door meer legale migratiemogelijkheden de illegale migratie afneemt. Ten slotte is circulaire migratie een mogelijkheid om brain drain om te buigen in brain gain. De pilot wordt grondig geëvalueerd om te zien of het daadwerkelijk na twee jaar iets oplevert en of circulaire migratie invloed heeft gehad op het beleid in het land ten aanzien van andere migratieaspecten. Belangrijk is ook de medewerking van het land bij terugkeer. Duurzame terugkeer en herintegratie Terugkeer kent tot nu toe onder andere de algemene terugkeer met een financiële stimulans, de terugkeer met nadruk op herintegratie en specifieke programma s zoals voor bijvoorbeeld minderjarigen. De komende jaren zal, op basis van evaluatie van de huidige regeling, ingezet worden op voortzetting van de financiële herintegratieondersteuning en uitbreiding van de steun in natura. De mensen die zo n tien jaar weg geweest zijn moeten hun weg én de aansluiting weer vinden. Daarom wordt bij terugkeerondersteuning steeds meer vanuit de behoefte en situatie in het herkomstland gekeken welke ondersteuning gewenst is. Desgevraagd ziet Schaapveld daarin nadrukkelijk een rol voor IOM, met als kanttekening dat het vooral gaat om situaties waarin herkomstlanden om IOM-steun vragen. Ik zie dat liever dan wanneer IOM of een andere organisatie een programma voor een land bedenkt en bij ons ter financiering aanbiedt. Bijdrage aan Global Forum Nederland hecht veel waarde aan het Global Forum on Migration and Development, dat in oktober in Manilla plaatsvindt. We zijn daar nauw bij betrokken, aldus Schaapveld. De Secretaris Generaal van Justitie, Joris Demmink is lid geweest van de Global Commission on International Migration, waarvan het rapport de basis vormde voor de High Level Dialogue on Migration and Development in september 2006. De belangrijkste uitkomst van die Dialoog is de Global Forum on Migration and Development. Beleidsprioriteiten Voor de komende jaren heeft Nederland gekozen voor zes beleidsprioriteiten. Tevens is een keuze gemaakt om activiteiten uit te voeren in de OS-partnerlanden, aangevuld met drie landen die vanuit nationaal migratieperspectief van belang zijn. Voor de periode 2008 2009 is gekozen voor Marokko, Sierra Leone en Angola. De beleidsprioriteiten zijn: 1 Meer aandacht voor migratie in de ontwikkelingsdialoog en voor ontwikkeling in de migratiedialoog 2 Institutionele ontwikkeling op het gebied van migratiemanagement 3 Stimuleren van circulaire migratie/ brain gain 4 Versterken van de betrokkenheid van migrantenorganisaties 5 Versterken van de relatie tussen geldovermakingen en ontwikkeling 6 Bevorderen van duurzame terugkeer en herintegratie 11

Dialoog over de toekomst van internationale samenwerking Op initiatief van het ministerie van Buitenlandse Zaken vond in de periode mei tot september 2008 een interactieve dialoog plaats over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking. Voor de dialoog, die wordt gehouden op de website ontwikkelingisverandering.nl, heeft het ministerie Nederlandse maatschappelijke organisaties uitgenodigd. Doel van de dialoog is het gezamenlijk analyseren van de veranderende internationale context van ontwikkelingssamenwerking. Tevens worden de kansen en bedreigingen die hieruit voortvloeien in kaart gebracht en de gevolgen voor de rollen van maatschappelijke organisaties en het ministerie. De afgelopen maanden hebben de betrokken organisaties via de site het onderwerp ontwikkelingssamenwerking tegen het licht gehouden en is samen opnieuw nagedacht over internationale samenwerking. De uitkomsten van de dialoog worden door minister Bert Koenders gebruikt voor een nieuwe beleidsnotitie. Als uitgangspunt voor het opnieuw nadenken over ontwikkelingssamenwerking gebruikt de dialoog twee documenten; de in oktober vorig jaar verschenen beleidsbrief van Koenders Een zaak van iedereen en de uit 2001 daterende notitie van Pieter Lammers Civil society en structurele armoedebestrijding. www.ontwikkelingisverandering.nl Nederland biedt ook personele en financiële ondersteuning. Evenals tijdens het Belgische voorzitterschap van het eerste Forum in Brussel in 2007, steunt Nederland nu het Filippijnse voorzitterschap met personeel en met een financiële bijdrage. Tevens is Nederland een actieve deelnemer in de voorbereidende vergaderingen met name waar het gaat om de toekomst van het Forum. Inhoudelijk participeert Nederland in de voorbereiding van twee sessies en zal Nederland naar verwachting in Manilla, evenals in Brussel het geval was, panelleden en een rapporteur leveren. Besef van de impact van migratie Schaapveld benadrukt het belang dat landen in hun beleid meer rekening gaan houden met de impact van migratie. Hij geeft enkele voorbeelden. Migratie van hoger opgeleiden kun je niet tegenhouden, maar je kunt wel zoals Zambia doet, een premie geven voor artsen die blijven. De mogelijkheid zoals de MIDA- en TRQNprogramma s van IOM om migranten in te zetten voor het herkomstland, zou je in het ontwikkelingsbeleid van het land terug moeten zien. Als twintig procent van de afgestudeerde artsen migreert, zou de overheid moeten zorgen dat er evenveel extra artsen opgeleid worden. Voor Nederland geldt dat financiële steun voor de bouw van ziekenhuizen op het platteland heroverwogen moet worden als blijkt dat er geen artsen zijn om er te werken. Bij het ontwikkelen van migratiemanagement kan Nederland ondersteuning bieden. Doel is dat het land goed weet wat er gebeurt op het gebied van migratie. Dat verschilt enorm per land en de Koninklijke Marechaussee en de Immigratie en Naturalisatiedienst beschikken over expertise om landen daarbij te helpen. Het gaat om zaken als dataverzameling, verbeterd grensbeheer, informatievoorziening, het bestrijden van mensenhandel en mensensmokkel en bescherming van vluchtelingen en asielzoekers. Discussies aanzwengelen Ook de genderimpact van migratie wordt meegenomen. Niet in de zin van specifieke projecten voor vrouwen, maar er moet oog zijn voor alle aspecten rond migratie van vrouwen. Schaapveld: We vinden het vooral van belang dat er in brede zin aandacht is voor het onderwerp vrouwen en migratie. Een land moet er rekening mee houden in het migratiemanagement, kijken naar het belang van economische afhankelijkheid en toegang tot anticonceptie. Je moet het ook wegen met het oog op gezinshereniging en bijvoorbeeld de relatief hogere geldovermakingen door vrouwen dan door mannen. Volgens Schaapveld groeit het besef van de impact van migratie(beleid). Herkomstlanden lijken zich steeds meer bewust van de positieve en negatieve gevolgen van migratie. Zeker bij bijvoorbeeld een ministerie van Gezondheid. Maar de minister van Financiën heeft meer oog voor de remittances dan voor de brain drain in de gezondheidszorg. Kortom, er moeten nog linken komen tussen de ministeries. Wij en andere donoren zullen die discussies proberen aan te zwengelen. Remittances in 2006: 300 miljard US dollar (USD) Migranten die werkzaam zijn in geïndustrialiseerde landen stuurden in 2006 meer dan 300 miljard USD naar ontwikkelingslanden. De overmakingen worden gegenereerd door ongeveer 150 miljoen migranten die geld regelmatig geld naar huis sturen, doorgaans tussen 100 en 300 USD per keer. Volgens de studie was Azië in 2006 de topbestemming met meer dan 114 miljard USD, gevolgd door Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (68 miljard), Oost-Europa (51 miljard), Afrika (39 miljard) en het Nabije Oosten (29 miljard). Wat betreft landen afzonderlijk: India kreeg het meeste (24,5 miljard USD), gevolgd door Mexico (24,2 miljard), China (21 miljard), de Filippijnen (14,6 miljard) en Rusland (13,7 miljard). Bron: Sending money home: Worldwide remittances to developing countries een studie van het UN Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling (IFAD) en de Inter- American Development Bank (IDB). 12

Gezamenlijke visie van tien Nederlandse organisaties Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 Samenwerking met het oog op duurzame terugkeer Bevorderen dat mensen die niet in Nederland mogen blijven veilig, waardig en met perspectief kunnen terugkeren. Met dat doel werken tien Nederlandse organisaties op het gebied van terugkeer van migranten aan een gezamenlijke visie en een gezamenlijke aanpak. De afzonderlijke organisaties zullen niet langer eigen projecten ten behoeve van terugkeer organiseren. Door de samenwerking komt er een rolverdeling die past bij de eigen kwaliteiten en die een meerwaarde levert aan het gestelde doel van terugkeer. In maart 2008 hebben de organisaties (zie kader) deze intentie schriftelijk aan de Staatssecretaris van Justitie en de Minister van Ontwikkelingssamenwerking kenbaar gemaakt. De achterliggende jaren is het aanbod voor terugkeerondersteuning gegroeid. De inspanningen vanuit maatschappelijke organisaties tonen aan dat het taboe rond terugkeer is doorbroken. De acceptatie dat niet iedere migrant kan blijven en het besef dat het mogelijk is om ook in het herkomstland een toekomst op te bouwen, groeien. De veelheid van projecten en programma s maakt het echter voor alle partijen, en niet in de laatste plaats voor migranten die ondersteuning zoeken bij hun terugkeer, ondoorzichtig waar zij terechtkunnen en waarvoor. Er is overlap in het aanbod van landelijke organisaties en er zijn kleinschalige lokale initiatieven met een beperkt zicht op de situatie in het land van herkomst. Dit kan leiden tot vertraging bij terugkeer of onduidelijke verwachtingen en daarmee teleurstellende ervaringen. Diversiteit vereist maatwerk Daarom is IOM warm voorstander van én partij in de samenwerking. IOM meent dat het realiseren van duurzame en geslaagde terugkeer niet eenvoudig is en maatwerk vereist. Elke migrant verkeert in een unieke situatie. Er zijn zeer uiteenlopende redenen om naar Nederland te komen, er zijn verschillen in culturele achtergrond en opleidingsniveau en in de mate waarin men op de hoogte is van en contacten heeft in de Nederlandse samenleving. Ook de wil om het bestaan na terugkeer op te pakken loopt uiteen. Wie acht jaar op een beschikking moest wachten is anders gemotiveerd dan iemand die na een halfjaar besluit om terug te gaan. Van invloed is ook of autoriteiten in het herkomstland instemmen met terugkeer en of er sprake is van conflicten in het land. Bovendien is het de vraag of het beeld van de situatie bij vertrek destijds nog aansluit bij de realiteit. De werkelijkheid kan inmiddels veranderd zijn en kan van invloed zijn op de toekomst na terugkeer. Door de samenwerking wordt zowel voor de migrant als voor zijn hulpverleners helder wat men kan verwachten. Ondersteuning bij terugkeer vraagt dus om flexibiliteit. Kennis van en contacten in het herkomstland zijn van cruciaal belang. De terugkeerondersteuning van IOM is mede succesvol dankzij de IOM-vestigingen in veel herkomstlanden, die zicht hebben op de lokale situatie en ideeën kunnen toetsen op haalbaarheid. Helderheid in taken en functies IOM is verheugd dat tien organisaties met uiteenlopende belangen, achterbannen en doelstellingen concrete voorstellen ontwikkelen voor samenwerking bij vrijwillige terugkeer van migranten. De deelnemende organisaties zullen het aanbod afstemmen, zodat zowel voor de migrant als voor zijn hulpverlener(s) helder is wat men kan verwachten. Een mogelijke afstemming is verdeling van de meest voorkomende terugkeerlanden onder de deelnemende organisaties. Zij kunnen zich specialiseren in terugkeer naar een bepaalde regio en samenwerking zoeken met ngo s in die landen. Voor IOM kunnen dit bijvoorbeeld landen zijn met IOM-vestigingen en speciaal opgeleide herintegratie-officers. Andere organisaties kunnen zich richten op landen waar zij specialisten hebben. Ook specialisatie in de terugkeerondersteuning is denkbaar. De vragen om ondersteuning lopen uiteen van hulp bij medische problemen, hulp bij het vinden van opleidingstrajecten en werk tot het zoeken naar huisvesting en kredietverlening. De vragen betreffen zowel de mogelijkheden in grote steden als op het platteland. Individueel maatwerk én samenwerking met partijen in het land van herkomst zijn dus nodig wil terugkeer duurzaam zijn. Betrokken organisaties - Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) - Cordaid - Healthnet TPO - International Organization for Migration (IOM) - Nidos - Pharos - Stichting Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers Humanitas (SAMAH) - Stichting Hersteld vertrouwen In de Toekomst (HIT) - Stichting Mondiale Samenleving (SMS) - VluchtelingenWerk Nederland (VWN) 13

Interview: Ralph Welcker, manager afdeling Migratie & Ontwikkeling van IOM Migranten als agents of change Met tijdelijke uitzending biedt IOM Den Haag ondersteuning aan migranten die een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van hun herkomstland. Dit gebeurt onder andere in het kader van drie projecten, namelijk Temporary Return of Qualified Nationals (TRQN), MIDA Ghana Gezondheidszorgproject en DIAS DE Cabo Verde, Diaspora for Development of Cape Verde. Het doel van het MIDA Ghana Gezondheidszorgproject is om bij te dragen aan de ontwikkeling van de gezondheidssector in Ghana. DIAS DE Cabo Verde bestaat uit tijdelijke uitzending ten behoeve van kennisoverdracht van diaspora in Nederland, Portugal en Italië voor de ontwikkeling van Kaapverdië. Daarnaast worden zogenaamde netwerkmissies georganiseerd voor Kaapverdische migranten die in Kaapverdië willen investeren of een bedrijf willen beginnen. De uitzendingen met het oog op capaciteitsopbouw vinden plaats op basis van door herkomstlanden gevraagde kennis en expertise. Ralph Welcker is manager van de afdeling Migratie & Ontwikkeling van IOM Nederland. Hij geeft een uitleg van de werkwijze, schetst de resultaten en benadrukt het belang voor migrant, herkomst- en bestemmingsland. Werkwijze In het kader van TRQN I heeft IOM de afgelopen twee jaar 160 tijdelijke uitzendingen ondersteund. De invulling en landenkeuze voor tijdelijke uitzending lagen in de lijn van de speerpunten van het Nederlandse overheidsbeleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en wederopbouw in voormalige conflictgebieden. Daarnaast is gekeken naar het migranten potentieel in Nederland en de aanwezigheid van een IOM-vestiging ter plaatse. De IOM-projecten worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met partnerorganisaties in de landen van herkomst, veelal overheden, maar ook partners uit de private sector. TRQN I was op 30 juni 2008 afgelopen en krijgt een vervolg met TRQN II, dat een looptijd heeft van drie jaar met tijdelijke uitzendingen naar Afghanistan, Bosnië Herzegovina, Sierra Leone, Soedan en Georgië. Belangrijk is dat de inzet daadwerkelijk aansluit op de behoefte. Welcker benadrukt het vraaggestuurde karakter van de projecten. De lokale overheid en instellingen in herkomstlanden geven aan welke expertise nodig is en waarvoor. Vaak gaat het om mensen zoals ingenieurs, managers, artsen en landbouwdeskundigen maar ook om maatschappelijk werkers of technische vakmensen. De vragen komen vooral uit sectoren als gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur. In Sierra Leone bijvoorbeeld krijgt de landbouwsector op deze manier ondersteuning. Het gaat overigens niet om het vervullen van vacatures maar om mensen die kennis kunnen overdragen aan lokale collega s, die op hun beurt weer anderen opleiden en trainen. Tijdens de uitzending onderhoudt IOM contacten met zowel de deskundige als de lokale instelling om na te gaan of de vooraf gestelde doelen en taken ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Bekendmaking en aanmelding Via de IOM-vestigingen in de herkomstlanden beschikt IOM in Nederland over een database van door lokale organisaties geïdentificeerde behoeftes. IOM Nederland maakt deze behoeftes bekend onder de doelgroep. We werken daarnaast met migrantenorganisaties die vaak weer andere organisaties vertegenwoordigen en met sleutelfiguren uit de gemeenschap die over uitgebreide netwerken beschikken. Een voorbeeld hiervan zijn het Sudan Platform en het New Sudanese Organizations Network (NSON), die beide weer meer dan veertig andere Sudanese organisaties in Nederland vertegenwoordigen. Mensen vertellen ook elkaar over dit soort projecten. We werken ook met de ambassades van die landen, plaatsen artikelen in diasporabladen of maken de projecten bekend via migrantenradio en televisie. Tevens is de IOM-website een belangrijk kanaal om de doelgroepen te bereiken. Mensen die geïnteresseerd zijn kunnen zich opgeven met een aanmeldingsformulier en motivatiebrief. Welcker: Wij voeren dan een matchmaking uit. Wij weten waar een 14

Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 Ralph Welcker: IOM speelt de rol van bruggenbouwer tussen landen van herkomst, de diaspora en Nederlandse organisaties waarbij een migrant een sleutelrol kan vervullen. bepaalde behoefte ligt en kijken of er onder de aanmeldingen geschikte kandidaten zijn. Als dat zo is, geven we dat aan de geïnteresseerde organisatie in het herkomstland door en die beslist over de selectie. Het gebeurt ook dat mensen via hun eigen netwerken in het land van herkomst zijn uitgenodigd door een lokale organisatie om ondersteuning te verlenen. Evenals bij de aangeboden functies toetst IOM of het verzoek past in de doelstellingen van het project. Het is één van onze taken om er met onze partners op toe te zien dat de inzet daadwerkelijk aansluit op de behoefte. Voor iedereen moet duidelijk zijn wat van de betrokkene wordt verwacht, zoals welke kennis en ervaring overgebracht gaan worden en aan wie. IOM Nederland tekent een overeenkomst met degene die wordt uitgezonden en de IOM-vestiging in het herkomstland tekent een overeenkomst met de lokale organisatie. Het MIDA-project voor Ghana begon met een onderzoeksproject naar de haalbaarheid ervan, het zgn. MIDA GHana I. De onderzoeksresultaten hebben geleid tot MIDA Ghana II, in het kader waarvan 66 uitzendingen van Ghanezen uit Nederland, Engeland, Duitsland en België door IOM zijn ondersteund. MIDA Ghana III loopt vanaf april 2008 tot en met maart 2012 en richt zich nadrukkelijker op de ontwikkeling van het achtergebleven noorden van Ghana en de ondersteuning van opleidingsinstituten. Om de werking van de 66 uitzendingen te schetsen vertelt Welcker dat er binnen de gezondheidszorg meer dan 8.000 mensen direct van hebben geprofiteerd. Werknemers en studenten van meer dan veertig ziekenhuizen en opleidingsinstituten kregen trainingen, colleges en kennisoverdracht on the job. De deskundigen bestonden uit artsen, chirurgen, psychiaters en verpleegkundigen. Ook een ict-deskundige is uitgezonden vanwege zijn kennis van systeembeheer in ziekenhuizen. Na zijn uitzending is hij gevraagd door het ministerie voor gezondheidszorg om voor de hele gezondheidszorg in Ghana een datasysteem op te zetten. Onderdeel van MIDA Ghana III is ook de mogelijkheid dat de uitgezonden expert iemand identificeert die gebaat zou zijn bij een stage of training in Engeland of Nederland. Belangstelling groeit De belangstelling voor tijdelijke uitzending onder zowel organisaties in herkomstlanden als onder migranten in Europa groeit. De mogelijkheden raken steeds meer bekend. Binnen IOM worden plannen en ervaringen wereldwijd uitgewisseld. Door de inmiddels gerealiseerde projecten ontstaan nieuwe ideeën. Zo is onlangs door de Ethiopische overheid een project ontwikkeld voor tijdelijke uitzending van de Ethiopische diaspora wereldwijd, samen met IOM en UNDP (MIDA Ethiopië), aldus Welcker. Uitzending gebeurt altijd op basis van een trainingsplan dat is opgesteld door een lokale organisatie in de wetenschap dat iemand korte tijd komt. Welcker begrijpt wel dat mensen soms langer willen, maar het gaat om een gerichte aanpak en kennisoverdracht. Wie daarna door een instelling wordt uitgenodigd voor een langere periode, onderhoudt zelf de contacten. De keuze voor landen wordt mede bepaald door de prioriteiten in het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Een belangrijke factor van afweging is ook het potentieel aan migranten in het bestemmingsland. Tevens is van belang of het land van herkomst een beleid heeft ten aanzien van migratie en ontwikkeling, bijvoorbeeld als onderdeel van algemene ontwikkelingsdoelen om de armoede te bestrijden en de millenniumdoelen te behalen, en of het land positief staat tegenover de inzet vanuit de diaspora. Welcker: Voor ons is het ook relevant dat er een IOM-vestiging is. Daarnaast kijken we of samenwerking op Europees niveau mogelijk is. In het kader van het project TRQN II wordt bijvoorbeeld samengewerkt met het vergelijkbare Britse Temporary Return for Reconstruction and Development Project (TRRD). Met een gezamenlijke Europese aanpak kun je meer bereiken. Naast de IOM-projecten zijn er uiteenlopende mogelijkheden waarop migranten bijdragen aan de ontwikkeling van hun land. Migranten maken geld over aan familie en lokale gemeenschappen in het herkomstland en diverse migrantenorganisaties in Nederland kennen eigen ontwikkelingsprojecten. Op de vraag naar de duurzaamheid en blijvende effecten van dergelijke tijdelijke 15

TRQN: de herkomstlanden geven aan welke expertise nodig is. uitzendingen, antwoordt Welcker: Dit vraagt natuurlijk allereerst de capaciteit en bereidheid van de lokale organisatie om de opgedane kennis ook daadwerkelijk te benutten. De nationale overheden kunnen ook in belangrijke mate bijdragen door de strategische inzet van de diaspora op te nemen in hun ontwikkelingsplannen, zoals nu bijvoorbeeld gebeurt bij het Ministerie van Gezondheidszorg in Ghana in het kader van het project MIDA Ghana. De individuele migrant zou een bijdrage kunnen leveren (en doet dit vaak al) door regelmatig terug te gaan, samenwerkingsverbanden te stimuleren met Nederlandse organisaties of via internet vervolgtrainingen of adviezen te geven. IOM probeert een brug te slaan tussen duurzame ontwikkeling en de inzet van migranten die daaraan kunnen bijdragen. Agents of change Met dergelijke projecten probeert IOM een concrete bijdrage te leveren aan migratie en ontwikkeling. IOM is niet primair een ontwikkelingsorganisatie, maar een organisatie die zich inspant in het belang van de individuele migrant, het ontvangende land en het land van herkomst. De kracht van de IOM-programma s ligt volgens Welcker in de netwerken van IOM, zowel hier in Nederland met de diaspora als in het land van herkomst. Daardoor kan IOM de rol spelen van bruggenbouwer tussen landen van herkomst, de diaspora en Nederlandse organisaties waarbij een migrant een sleutelrol kan vervullen. Meerwaarde is ook de ervaring die IOM de afgelopen vijftig jaar in operationele zin heeft opgebouwd met praktische ondersteuning van migranten wereldwijd. Behalve de kennis en ervaring die hij of zij meebrengt heeft de migrant een extra toegevoegde waarde. Ze hebben vaak een voorsprong in de taal, in de affiniteit met de cultuur en ze hebben hun netwerken. Migranten kunnen sneller problemen signaleren én met oplossingen komen. Natuurlijk geldt dat niet voor iedereen, maar de mensen die zich bij ons aanmelden hebben oog voor het proces en het belang van veranderingen daar waar die nodig zijn. Agents of change noemen wij hen. Zoals een Sierra Leonese consultant uit Rotterdam die in opdracht van de havenautoriteiten van Freetown is nagegaan wat de capaciteitsbehoefte is op het vlak van logistieke ondersteuning. Doordat hij gemakkelijk kon communiceren met de werknemers en begreep met welke problemen zij op de werkvloer te maken hadden, heeft hij mensen kunnen motiveren om op een andere, positievere manier naar hun werk te kijken. Inmiddels is het merendeel van zijn aanbevelingen door de directie van het havenbedrijf overgenomen en in praktijk gebracht. Dan zie je hoe waardevol de inzet van migranten kan zijn. 16

Interview: Paul Ofori-Atta, Ghanese arts in Engeland Migratie Info 14e jaargang, nummer 3 Britse Ghanezen steunen gezondheidszorg in Ghana van Brain drain naar brain gain Sinds Mr. Paul Ofori-Atta tijdens zijn medische stage op het platteland in Ghana de beperkte en schrijnende gezondheidszorg zag, laat het hem niet meer los. Vanaf begin jaren tachtig van de vorige eeuw zet hij zich in voor verbetering ervan. Na een persoonlijke kruistocht in Ghana zelf, doet hij dat nu met collega s vanuit het buitenland. Ghanese artsen die hun vaardigheden en ervaringen in het buitenland verder hebben ontwikkeld, kennen beide werelden en zijn waarschijnlijk het meest geschikt om gezondheidszorg te helpen ontwikkelen en beter en veiliger te maken, concludeert Ofori-Atta. Paul Ofori-Atta is geboren in Ghana en werkt nu als Brits orthopedisch chirurg in Hertfordshire in Engeland. In 1982 studeerde hij af als arts aan de medische faculteit van de universiteit van Ghana. In de laatste fasen van zijn opleiding zag hij de problemen van ziekenhuizen en patiënten op het platteland. Zowel in een regioziekenhuis ten noorden van Accra als in een missieziekenhuis zag ik de schaarse middelen. Ik denk dat het deze ervaringen zijn die mij hebben gestimuleerd mij in te zetten voor de ontwikkeling van gezondheidszorg op het platteland. Hij nam ontslag bij het Ministerie van Volksgezondheid en begon aan zijn kruistocht. Ik werd een van de eerste freelance Ghanese artsen die waren opgeleid in Ghana en werden aangenomen door de katholieke kerk om te gaan werken in het missieziekenhuis. Hij realiseerde er diverse verbeteringen, het aanzien van het ziekenhuis steeg en al snel werd het aangemerkt als leerplek voor studenten van de faculteit geneeskunde. Ofori-Atta ging door. Hij wilde beter omgaan met de meer moeilijke gevallen, zoals arme mensen die hij moest doorverwijzen naar gespecialiseerde zorg maar die problemen hadden met de hoge kosten ervan. Na het behalen van zijn Fellow of the Royal College of Surgeons, deel 1 (England Accra Centre) en te hebben gewerkt als (aankomend) chirurgisch specialist, besloot Afori-Atta na wederom een discussie met zijn professor en met de zegen van de katholieke bisschop naar Europa te gaan voor voortzetting van zijn carrière. In Ierland, waar zijn vrouw en kinderen zich bij hem voegden, besloot hij verder te gaan in de traumazorg en orthopedie in Groot-Brittannië. Tijdelijk werd definitief Het vertrek van Ofori-Atta uit Ghana zou tijdelijk zijn. In 1994 keerde het gezin Ofori-Atta terug naar Ghana om na vijf jaar opleiding en afwezigheid voorgoed terug te keren naar het missieziekenhuis. Ondanks goede voorbereidingen en gesprekken met zijn potentiële werkgever, bracht de terugkeer niet wat hij verwachtte. Zijn streven naar verbeteringen in de gezondheidszorg werd niet op prijs gesteld. Gefrustreerd door het tekort aan basismateriaal en het gebrek aan ondersteuning voor fondsenwerving, keerde hij binnen een paar maanden terug naar Engeland. Daar werkt hij tot nu toe als Brits orthopedisch chirurg. Tijdens een familiebezoek aan Ghana met zijn gezin in 2006, bezocht hij ook enkele bevriende collega s in verschillende ziekenhuizen. We zagen een orthopedisch ziekenhuis dat een overdaad aan getraumatiseerde patiënten van een gynaecologische privékliniek moest opvangen. Dat veroorzaakte bij mijn hele gezin de behoefte om iets te doen. Maar wat? Voorgoed terugkeren was geen optie. Dan zou het aantal orthopedische chirurgen met één worden vermeerderd van acht naar negen op een bevolking van ongeveer 25 miljoen. Ik zou echter ook een bijdrage kunnen leveren met een educatieve ingang om bewustzijn te vergroten en bekwame Ghanese artsen op te leiden. Zo zou het tekort aan lokale experts op allerlei gebieden van de gezondheidszorg aangepakt kunnen worden. En zo ontstond het idee voor Motec Life - UK, een charitatieve organisatie die professionals in de diaspora zou Mobiliseren om zich te richten op Orthopedische Traumazorg en aanverwante chirurgie, op Educatie en het vergroten van Capaciteit, efficiëntie en verantwoordelijkheid, allemaal gericht op het bevorderen en beschermen van gezondheid en Leven. IOM bevindt zich in het centrum van onze verbeterdoelstellingen. Motec Life UK werkt samen met professionals uit de gezondheidszorg en andere aanverwante vakmensen, zoals IT-ers, experts op het gebied van logistiek, accountants, advocaten, technici en anderen. Ik weet dat niet alle Ghanese vakmensen bereid zijn om zich vrijwillig in 17

Paul Ofori-Atta (vooraan) met zijn Motec Life-team. te zetten voor onze doelen of om zich in te zetten voor vrijwilligerswerk in het land van herkomst, om wat voor reden ook. Soms is dan alleen buitenlandse expertise en hulp voorhanden om een bepaalde verandering tot stand te brengen. Vandaar onze multiculturele, multinationale samenstelling. Brain drain wordt brain gain Al heel lang laten veel artsen en verplegend personeel de kusten van Ghana achter zich. Van de zestig studiegenoten van Ofori-Atta zijn er ongeveer achttien in Ghana werkzaam, inclusief de mensen die zijn teruggekeerd na een periode in het buitenland. Er is zeker sprake van een zogenaamde brain drain in de gezondheidszorg in Ghana. Ik vind echter De ene goede daad, verdient de andere. We exporteren het beste wat we hebben, maar we kunnen dit omdraaien en het op vele manieren in ons voordeel laten werken. Ghanese artsen die hun vaardigheden en ervaringen in het buitenland verder hebben ontwikkeld, kennen beide werelden en zijn waarschijnlijk het meest geschikt om gezondheidszorg te helpen ontwikkelen en beter en veiliger te maken. Dit kan volgens Ofori-Atta door terug te keren naar Ghana als vakman, samen te werken met collega s, oude en nieuwe ideeën uit te wisselen, andere manieren van verbetering te laten zien en ervaringen te delen over een betere en efficiëntere gezondheidszorg in de ontwikkelde wereld. Ook door onderzoek te doen naar effectieve alternatieven kunnen doelstellingen worden verwezenlijkt zodat de gezondheidszorg in het land verbetert. Medische professionals moeten de handen ineenslaan, vindt Ofori-Atta, niemand uitgezonderd, en regelmatig op werkbezoek gaan in samenwerking met het Ghanese Ministerie van Gezondheidszorg. Er moeten fora komen waar deze vrijwilligers hun ervaringen en aanbevelingen kunnen uitwisselen met de plaatselijke medische staf en administrateurs alsmede met het Ministerie van Gezondheidszorg, óók op regionaal niveau. Werken aan motivatie MOTEC helpt vijf geselecteerde ziekenhuizen in Ghana met het verwezenlijken van hun aspiraties. MOTEC-medewerkers brengen regelmatig educatieve bezoeken en werken samen met de plaatselijke medische staf met het oog op het verbeteren van hun praktijk. Met onze partners in de ziekenhuizen werken wij aan de motivatie van medisch personeel door verbeteringen in de medische verzorging, verpleging, fysiotherapie, laboratoria, openbare gezondheid, tandheelkunde etc. We blijven de plaatselijke interesse in verbeteringen stimuleren en aandacht vragen van de centrale overheid voor onze waarnemingen en de resultaten van onze samenwerkingsverbanden. Sommige leden van Motec willen de diensten dusdanig verbeteren dat het voor hen gemakkelijker wordt voorgoed naar het land van herkomst terug te keren en te werken in die geselecteerde ziekenhuizen. En we willen onze educatieve programma s uitbreiden naar scholen en gezondheidsinstituten in het noordelijk deel van Ghana. Ofori-Atta geeft het voorbeeld van het plaatselijke ziekenhuis in Asafo Sefwi, het St. John of God Hospital dat word geleid door de Ierse filantropenbroeders Laurence Kearns en John Mitchell. Op hun verzoek heeft een team van drie Motecmedewerkers Ghana bezocht om gericht te kijken naar mogelijke verbeteringen, in het bijzonder op het gebied van mensen en infrastructuur. Unaniem werd besloten om een ongebruikt gebouw in te richten voor chirurgische verrichtingen die niet meer plaatsvonden wegens een gebrek aan expertise. Die faciliteit zal ook gebruikt worden als opleidingscentrum voor plaatselijke artsen en verplegend personeel en andere buitenlandse vrijwilligers naast Motec. In dit centrum zullen oogoperaties, liesbreukbehandelingen, tandheelkundige en kleine orthopedische ingrepen worden uitgevoerd. Het team is ook voornemens een verlaten intraveneuze infuusafdeling in hetzelfde ziekenhuis nieuw leven in te blazen met de ondersteuning van plaatselijke vakmensen en sponsorgelden. Samen met IOM Ofori-Atta is blij met de samenwerking met IOM, die ontstond na een studiebijeenkomst op het IOM-kantoor in Londen. IOM ondersteunt de educatieve initiatieven, coördineert bijeenkomsten voor het uitwisselen van ervaringen die zijn opgedaan door de vrijwilligers in de diaspora en IOM geeft advies. IOM bevindt zich in het centrum van onze verbeterdoelstellingen die zijn voortgekomen uit onze samenwerkingsverbanden in Ghana en door de aanwezigheid van onze vakmensen in de diaspora. Voor mij 18