Jonge dove kinderen in Vlaanderen: Taalontwikkeling, vroege stimulatie en communicatie Overzicht van nieuwe ontwikkelingen en inzichten en hun impact op de leer-en opvoedingsnoden van lerenden Claire Tollenaere en Kimberley Mouvet VLOR seminarie 26 oktober 2012
Overzicht: Voorstelling Vroegtijdige screening Communicatieve ontwikkeling Jonge dove kinderen met CI Resultaten huidig onderzoek Conclusies
Overzicht: Voorstelling Vroegtijdige screening Communicatieve ontwikkeling Jonge dove kinderen met CI Resultaten huidig onderzoek Conclusies
Voorstelling Sint-Lievenspoort Gent: CAR: Centrum voor Ambulante Revalidatie MPI BuBaO Kinderopvang Thuisbegeleidingsdienst
Voorstelling (2) Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Taalkunde Focus: Vlaamse Gebarentaal als taal binnen de dovengemeenschap Vrije Universiteit Brussel Faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen Vakgroep Klinische en Levensloop psychologie Focus: moeder-kind interactie
Overzicht: Voorstelling Vroegtijdige screening Communicatieve ontwikkeling Jonge dove kinderen met CI Resultaten huidig onderzoek Conclusies
Vroegtijdige screening Nieuwe ontwikkelingen leiden tot veranderde aanpak: Medische ontwikkelingen: vroege verwijzing naar gespecialiseerde centra Technologische ontwikkelingen: vroege stimulatie van gehoor Sociale-maatschappelijke ontwikkelingen: verbeterde zorginstellingen, maar ook instroom anderstaligen
Vroegtijdige screening (2) Gevolgen vroegtijdige screening voor kind en familie: Grotere plasticiteit van de hersenen bij jonge kinderen. Vroeg opgedane ervaringen zijn van belang voor verdere ontwikkeling. Het verder vergroten van de ontwikkelingsachterstand wordt tegengegaan. Het ontstaan van secundaire problemen wordt beperkt. Ouders beginnen sneller met het verwerkingsproces, waardoor de kansen van het kind vergroten. Bij doven en slechthorenden: ontwikkelen van de auditieve perceptie. Start van de taal- en spraakontwikkeling binnen de taalgevoelige periode, zowel gesproken als gebarentaal.
Vroegtijdige screening (3) Gevolgen vroegtijdige screening voor zorg: Nieuwe doelgroepen Kinderen met een matig of licht gehoorverlies. Kinderen met een unilateraal gehoorverlies. Kinderen met auditieve neuropathie en aanverwante stoornissen. Dove kinderen van horende ouders Horende kinderen van dove ouders. Dove kinderen van dove ouders. Kinderen met meervoudige problemen. Kinderen uit anderstalige gezinnen. (meertaligheid)
Overzicht: Voorstelling Vroegtijdige screening Communicatieve ontwikkeling Jonge dove kinderen met CI Resultaten huidig onderzoek Conclusies
Communicatieve ontwikkeling Communicatie = uitwisselen van betekenis
Communicatieve ontwikkeling (2) Talige ontwikkeling : uitwisselen betekenis in talige symbolen
Communicatieve ontwikkeling (3) Leeftijd (jaar;maand) Gesproken talen (horendhorend) 0;8 Brabbelen Brabbelen 0;9-1;0 Wijzen Wijzen Gebarentalen (doof-doof) 1;0 1;5 Eerste woordjes Eerste gebaren 1;6 1;11 Twee-woord combinaties Twee-gebaar combinaties 2;5-5 Grammatica-ontwikkeling Steeds complexere structuren Grammatica-ontwikkeling Steeds complexere structuren 5-9 Opbouw verhalen Opbouw verhalen
Communicatieve ontwikkeling (5) Wat zegt de literatuur over dove en slechthorende kinderen van horende ouders? Vóór CI: Onderzoek naar moeder-baby interactie en grammatica-ontwikkeling Stress (Feher-Prout 1996; Knussen & Sloper 1992; Pipp-Siegel et al. 2002; Quittner 1991) Aandachtsstrategieën (Koester et al. 1998; Koester 1995; Lederberg & Everhart 1998; Loots & Devisé 2003; Loots et al. 2005; Meadow-Orlans & Spencer 1996; Waxman & Spencer 1997) Intersubjectiviteit Attachment (Lederberg & Mobley 1990) Opvoederssensitiviteit (Loots & Devisé 2003; Loots et al. 2005; Meadow-Orlans & Spencer 1996) Intuïtiviteit (Koester 1992; Koester & Lahti-Harper 2010) Grammatica-onderzoek (Anderson & Reilly 2002; Van Herreweghe & Vermeerberghen 2003; Van den Bogaerde & Baker 2005)
Loots 2000 [mijn vertaling] Dove kinderen en adoloscenten lijken vaak Vlaamse Gebarentaal stuctuur te (willen) gebruiken wanneer ze Nederlands schrijven. [...] hun Nederlandse composities lijken een omzetting te zijn van een soort gedegrammaticaliseerde Vlaamse Gebarentaal. We moedigen onderwijzers in doveneducatie dan ook aan om (meer) aandacht te besteden aan de grammatica van Vlaamse Gebarentaal en hun leerlingen bewust te maken van het grammaticale verschil tussen Vlaamse Gebarentaal en Nederlands. Van Herreweghe & Vermeerberghen 2003 [mijn vertaling]
Communicatieve ontwikkeling (6) Besluit onderzoeken vóór 21 ste eeuw: Horende ouders met dove kinderen: Meer stress Moeilijker aandacht trekken Verstoorde intersubjectiviteitsontwikkeling Dove ouders met dove kinderen: Visuele communicatie Gemeenschappelijke identiteit Taalontwikkeling dove kinderen algemeen: Vertraagde of moeilijke ontwikkeling van de gesproken taal
Communicatieve ontwikkeling (7) 2000: introductie CI bij kinderen onder 1 jaar: Onderzoek naar taalontwikkeling In gesproken taal in functie van gehoor (Geers 2006; Nikopoulos et al. 2004; Niparko et al. 2010; Schauwers et al. 2008; Svirsky et al. 2000; Robbins et al. 2004) In functie van leeftijd van implantatie (Nicholas & Geers 2007; Svirsky et al. 2004; Tomblin et al. 2005; Watson et al. 2006) In functie van leesvaardigheid (Geers 2003, 2004; Spencer et al. 2003; Connor & Zwolan 2004; Spencer & Oleson 2008; Archbold et al. 2008) Onderzoek naar rol ouders Beslissing (Berg et al. 2007; Hardonk 2011; Christiansen & Leigh 2002; Hyde et al. 2010; Incesulu et al. 2003; Matthijs et al., to appear) Stress (Beadle et al. 2000; Weisel et al. 2007; Zaidman-Zait & Most 2005) Besluit: Cochleaire implantatie helpt kinderen gesproken taal te ontwikkelen, maar heeft een impact op het gezinsleven (stress, niet-ingeloste verwachtingen,...)
Communicatieve ontwikkeling (8)... Wat met gebarentaal? Onderzoek naar de rol van gebarentalen in de opvoeding van jonge dove kinderen (met CI) is zeldzaam in vergelijking met onderzoek naar de gesproken taalontwikkeling van deze groep Onderzoek naar de rol van gebarentalen toont vaak tegenstrijdige resultaten door grote verschillen tussen kinderen (Spencer 2004; Van Deun et al. 2009; Majdak 2006; Makhdoem et al. 1998) en maakt vaak gebruik van een kleine of onduidelijk gedefinieerde groep deelnemende kinderen (Nordqvist & Nelfelt 2004; Yoshinaga-Itano 2006; Ruggirello & Mayer 2010) Resultaten zijn moeilijk te veralgemenen Resultaten zijn makkelijk bedolven onder onderzoek naar gesproken taalontwikkeling en gehoor
Communicatieve ontwikkeling (9) Hoe doen we het in SLP? Ontwikkelingsgericht! Ontwikkelingen van auditieve perceptie Ontwikkelingen van visuele perceptie Taalstimulering Spraakstimulering
Overzicht: Voorstelling Vroegtijdige screening Communicatieve ontwikkeling Jonge dove kinderen met CI Resultaten huidig onderzoek Conclusies
Jonge dove kinderen met CI Uit de praktijk blijkt: CI wordt gekozen in functie van horen spreken Integratie. Gesproken taal/spraakontwikkeling komt vlug op gang Vertraagd in vergelijking maar evenwijdig met horende kinderen Een groot percentage gaat onmiddellijk naar gewoon onderwijs, met GON- begeleiding
Jonge dove kinderen met CI (2) In de praktijk: In samenwerking met ouders en omgeving Aanleren communiceren Via visuele strategieën Transfer uit therapie naar dagelijkse leven, opgevolgd door thuisbegeleiding Belang van de verschillende strategieën Verschillende stappen Unilateraal Bilateraal Ervaringen in de praktijk
Jonge dove kinderen met CI (3) Socio-emotionele ontwikkeling Identiteitsontwikkeling Training sociale vaardigheden Omgaan met mogelijkheden, kwaliteiten, beperkingen Info rond dovengemeenschap, dovencultuur, VGT
Jonge dove kinderen met CI (3) 4 jaar durend onderzoek Taalontwikkelingstesten Vlaamse Gebarentaal Nederlands Interactie-onderzoek Video-beelden Rol cochleair implantatie Interview Deelnemende moeder-kind paren: 8 dove kinderen met CI van horende ouders 3 slechthorende kinderen van horende ouders 1 doof kind van dove ouders 1 slechthorend kind van slechthorende ouders 1 horend kind van horend ouders Getest op 6, 9, 12, 18 en 24 maanden
Jonge dove kinderen met CI (4) Algemene onderzoeksvragen: Hoe verloopt de gesproken en gebarentaalontwikkeling van jonge dove kinderen in tijden van cochleaire implantatie (lexicogrammaticaal)? Wat is de invloed van communicatie met een visueel element op de gesproken en gebarentaalontwikkeling van deze groep (gedeelde aandacht, dialoogvorming, lexicogrammaticaal)? Is er wederzijdse beïnvloeding tussen gesproken en gebarentaalontwikkeling (lexicogrammaticaal)?
Jonge dove kinderen met CI (5) Verschillende communicatiestrategieën: monolinguaal Nederlands: moeder communiceert voornamelijk met het kind in Nederlands Er wordt weinig rekening gehouden met blikrichting Monolinguaal VGT: Moeder communiceert voornamelijk met het kind in VGT Er wordt veel rekening gehouden met blikrichting Bimodaal Nederlands: Moeder communiceert voornamelijk met het kind via de stem, maar ondersteunt kernwoorden met gebaren en/of gestes Er wordt rekening gehouden met blikrichting Sequentieel bilinguaal Nederlands/VGT: Moeder communiceert met het kind afwisselend in monolinguaal Nederlands, bimodaal Nederlands en bilinguaal Nederlands/VGT Er wordt veel rekening gehouden met blikrichting = factor in communicatiekeuze Simultaan bilinguaal Nederlands/VGT: Moeder communiceert voornamelijk met het kind in bilinguaal Nederlands/VGT Er wordt veel rekening gehouden met blikrichting
Overzicht: Voorstelling Vroegtijdige screening Communicatieve ontwikkeling Jonge dove kinderen met CI Resultaten huidig onderzoek Conclusies
Resultaten huidig onderzoek Case study: Longitudinaal onderzoek naar de interactiepatronen en de taalontwikkeling bij 1 doof kind met bilaterale cochleaire implanten (0;6 2;0) Analyse van videobeelden, CDI voor Nederlands en voor VGT en interview rond functioneel grammaticale taalontwikkeling van het kind Interactionele analyse toonde een grote verandering in de communicatieve context na eerste CI, gereflecteerd in vertraagde lexicongroei zes maanden later (Nederlands, VGT, totaal). SFL-analyse toonde een vertraagde taalontwikkeling longitudinaal.
Resultaten huidig onderzoek (2) Lexicale ontwikkeling: Longitudinaal onderzoek naar de lexicale ontwikkeling (Nederlands, VGT, totaal lexicon) bij 11 dove kinderen (met CI en met HA) Analyse van CDI voor Nederlands en voor VGT Op tweejarige leeftijd blijken 6 (van 11) kinderen een risico op taalachterstand te vertonen voor Nederlands, waarvan 5 ook voor totaal conceptueel lexicon en 3 voor VGT. Als groep, scoren ze gemiddeld lager dan horende én dove peers voor productie, en lager dan horende peers voor Nederlands en lager dan dove peers voor VGT voor begrip. Het totale receptieve lexicon ligt tussen de gemiddelden van horende en van dove peers.
500 450 400 350 300 hearing deaf comprehension 250 200 150 sample Dutch sample VGT 100 sample total 50 0 0;9 1;0 1;6 2;0 350 300 hearing 250 BSL deaf production 200 150 ASL deaf sample Dutch 100 50 sample VGT 0 0;9 1;0 1;6 2;0 sample total
Resultaten huidig onderzoek (3) Invloed communicatiestrategie op taalontwikkeling: Longitudinaal onderzoek naar de interactiepatronen en de taalontwikkeling bij 4 dove kinderen met bilaterale cochleaire implanten (1;0 2;0) Analyse van videobeelden Hoe meer communicatie met een visueel element, hoe meer gecoördineerde gedeelde aandacht en hoe meer totale communicatieve output van het kind. Longitudinaal gebruik van communicatie met een visueel element lijkt gunstig voor longitudinale taalontwikkeling van het kind.
420,0 420,0 360,0 300,0 240,0 180,0 120,0 60,0 360,0 300,0 240,0 180,0 120,0 60,0 Camille Daisy Rose Violet 0,0 12m 18m 24m Gedeelde aandacht Input met visueel element door moeders 0,0 12m 18m 24m Input met visueel element door moeders Productie kinderen 420 360 300 240 180 120 60 Camille Daisy Rose Violet 0 12m 18m 24m 12m 18m 24m
Resultaten huidig onderzoek (4) Invloed sociale context op interactie: Comparatieve longitudinale case study naar de relatie tussen discours en interactie bij twee dove kinderen met bilaterale cochleaire implanten (0;6-1;6) Analyse van semi-gestructureerd interview en van videobeelden De aard van de interactie van beide dyades veranderde na CI. Dit bleek samen te gaan met een intensifiëring van het medische discours. Dit discours leek zich te enten op het gevoel dat het kind anders was dan alle andere kinderen, dat bij beide moeders aanwezig was.
Resultaten huidig onderzoek (5) Invloed van sociale context op interactie Cross-sectioneel onderzoek naar de relatie tussen constructie van doofheid, taalideologie en taal-in-interactie bij 6 dove kinderen (3 met CI, 3 met HA) Analyse van semi-gestructureerd interview en van videobeelden Ouders ontwikkelen een hoogst persoonlijke visie op doofheid en op taal. Kleine verschillen op het niveau van discours relateren op het niveau van interactie. Hoe meer VGT en dovencultuur een plaats hadden in het discours van de moeder, hoe meer communicatie met een visueel element er werd gebruikt, hoe langer de gemiddelde dialoog duurde en hoe meer het kind zich communicatief uitdrukte.
Resultaten huidig onderzoek (6) Ter herinnering: Algemene onderzoeksvragen Hoe verloopt de gesproken en gebarentaalontwikkeling van jonge dove kinderen in tijden van cochleaire implantatie (lexicogrammaticaal)? Wat is de invloed van communicatie met een visueel element op de gesproken en gebarentaalontwikkeling van deze groep (gedeelde aandacht, dialoogvorming, lexicogrammaticaal)? Is er wederzijdse beïnvloeding tussen gesproken en gebarentaalontwikkeling (lexicogrammaticaal)?
Resultaten huidig onderzoek (7) Algemene onderzoeksresultaten: Taalontwikkeling jonge dove kinderen? Vertraagd op gebied van lexicale én functionele ontwikkeling Verandering communicatieve context na eerste CI lijkt negatief effect Invloed van communicatie met visueel element? Langer gecoördineerde gedeelde aandacht Langere dialogen Meer communicatieve productie longitudinaal Invloed tussen Nederlands en VGT? Groter totaal conceptueel lexicon Wisselwerking tussen interactie en sociale discoursen na CI krijgt Nederlands de voorkeur Gezien vertraagde taalontwikkeling in o.a. Nederlands, en gezien het wegvallen van verdere stimulatie voor gebarentaalontwikkeling, groeit het totaal conceptueel lexicon (nog) trager
Resultaten huidig onderzoek (8) Hoe verhoudt dit zich tot ander onderzoek? De Raeve et al. 2009: bilinguaal of monolinguaal? Auditieve ontwikkeling: vergelijkbaar Zes maanden voor en zes maanden na CI: geen reactie op gesproken taal bij monolinguaal kind; veel betere communicatie bij bilinguale kind Spreekvaardingheid: voorsprong voor monolinguaal kind Woordenschatontwikkeling: niet leeftijdsadequaat voor zowel monolinguaal als bilinguaal kind (! Gebarenschat van bilinguaal kind werd niet gemeten onduidelijk hoe groot totaal conceptueel lexicon is! ) We pleiten dan ook voor een gecombineerd gebruik van gesproken taal en gebaren(taal) in de vroege ontwikkeling van jonge dove kinderen met CI (p. 18)
Resultaten huidig onderzoek (9) Hoe verhoudt dit zich tot ander onderzoek? Woll (in press): vergelijking dove en horende kinderen For both comprehension (r= +.56; p<.05) and production (r=+.71; p<.01), children with larger vocabularies in BSL had larger vocabularies in English. These data suggest that bilingual development has no adverse effect on language development and provide support for bilingual approaches to language development for deaf children in both hearing and deaf families.
Resultaten huidig onderzoek (10) Hoe verhoudt dit zich tot ander onderzoek? Leeson 2012 Communicating in a language understood by the child in group and individual settings is vital. There is NO empirical evidence to demonstrate that being a bilingual signed language/spoken language user inhibits speech development (Marschark and Spencer 2009, Takkinen 2012) It is ESSENTIAL that a deaf child has access to signing peers and adults in order to facilitate age appropriate language development (Takkinen 2012), which in turn impacts on positive identity formation, and crucially, mental well-being (Gregory et al. 1995). Otherwise, the sense that the deaf child is the only person in the world like this remains. As on Flemish mainstreamed deaf child put it, the loneliness stays (Vermeerbergen et al, 2012).
Overzicht: Voorstelling Vroegtijdige screening Communicatieve ontwikkeling Jonge dove kinderen met CI Resultaten huidig onderzoek Conclusies
Conclusies Dove kinderen van horende ouders ontwikkelen taal op een tragere manier dan horende kinderen van horende ouders Communicatie met een visueel element blijkt voordelig voor de totale talige ontwikkeling van het dove kind.
Conclusies (2) Belang van verderzetting multi-disciplinaire revalidatie, na de peuterleeftijd. Belang van een goede samenwerking met het onderwijs: zowel bijzonder onderwijs als het gewoon onderwijs, in combinatie met het GON Toekomstgericht denken.
Dank voor de aandacht! Vragen?