Publieke marktleider



Vergelijkbare documenten
Een open loket, ook in slechte tijden

BNG Bank draagt bij aan oplossing maatschappelijke uitdagingen

Een solide belegging AAA-borgstelling

Naslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 8: Financiële stelsel. 8.1 Overzicht

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Paragraaf 4: Financiering

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Van kapitaalmarktinstelling naar kredietinstelling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

ABN AMRO Groenbank B.V. ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2012

Oan Provinsjale Steaten

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

1 Bent op de hoogte van de demonstratie op 14 april jl. in Brussel tegen de verdere liberalisering van de postsector?

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s

Toekomstperspectief Zorgmarkt. Piet Eichholtz

3.5.4 Deelnemingen. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Welkom! Faculty of Economics and Business Administration

ABN AMRO Groenbank B.V. Enkelvoudige halfjaarlijkse jaarrekening

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

ABN AMRO Groenbank B.V. ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel tot het aangaan van een gelimiteerde achteruangovereenkomst

Wie kopen er hypotheekloos?

Machtiging voor het aangaan van geldleningen in 2009 en aanpassing mandaat voor kortlopende geldleningen.

PROGRAMMABEGROTING

Schuldpositie gemeente Purmerend. Presentatie commissie AZ 15 mei 2017

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

ABN AMRO Groenbank B.V. Enkelvoudige jaarrekening

E F F E C T U E E L. augustus Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh

Treasurystatuut Nordwin College

ABN AMRO Groenbank B.V. ENKELVOUDIGE HALFJAARLIJKSE JAARREKENING VOOR DE PERIODE EINDIGEND OP 30 JUNI 2010

Vraag 1: Kunt u de omvang schetsen van de kredietverlening aan waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Waternet door de NWB Bank?

Financiële positie: sturen op stabiliteit, flexibiliteit, weerbaarheid en wettelijke kaders. VBG 3 oktober 2012 Staf Depla

Hypotheek Index Q2 2017

stijgt 22% overheden BNG Bank De nettowinst bedroeg miljoen. In 226 miljoen is van mening dat

Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG

Praktische opdracht Economie Euro

Voorstel besluit Toelichting

ABN AMRO Groenbank B.V.

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

PARAGRAAF 4 : FINANCIERING

Bijlage: Technische invulling Stabiliteit en Groeipact verdrukt onbedoeld publieke investeringen

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Treasury reglement. 4 juni van 5

Memo. Informatienotitie stand van zaken aandeelhouderschap Eneco, Inleiding

Hoe realiseren we samen optimale financiering?

4.4 Financiering. Inleiding

Risicobeheersing en achtervang September / oktober Erik Terheggen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Halfjaarbericht BNG Bank 2018

Treasurystatuut gemeente Groningen Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 5.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

Gemeenten voegen 2,3 miljard euro toe aan eigen vermogen

Ontwikkelingen in de financiële sector in Nederland; gevolgen voor MKB en Kredietunies.

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Sï3. B&W-nota. gemeente Winterswijk. : : 1/7 datum nota : zaaknummer blad. programma werkdoei. : 13: Financiën

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

No.W /III 's-gravenhage, 7 december 2012

Speech Annet Bertram,DG Wonen, namens de minister van VROM bij Jubileumbijeenkomst SVN 5 oktober 2006 te Rotterdam

Slimmer met vastgoed hoe kunnen gemeente de sociale opgave accommoderen in tijden van bezuinigingen?

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Case 1: de fusie. Wat was de aanleiding om 3TGO in te zetten?

Inhoudsopgave. Pagina. Doelstelling, aandeelhouders en directie 3. Bericht aan aandeelhouders 4. Verslag van de directie 5

De solvabiliteitsratio van het Nederlandse bankwezen

Domein en financiering

Financieel Management

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

AANDEELHOUDERSVERGADERING ROYAL REESINK N.V.

De Europese Investeringsbank in kort bestek

Europees Stabiliteit en GroeiPact verdrukt

PS2011BEM13-1. Titel : Herziening verordening interne zaken provincie Utrecht Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 2

Memorie van toelichting Treasurystatuut 2014 gemeente Losser

Financiering. (Alternatieve) Financiering en Voorwaarden. Financiering - MCN

Woningwet Tekst en uitleg voor huurdersorganisaties. Tweede druk, februari 2016

Versteend (on)vermogen

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Notitie evaluatie provinciaal impulsplan Starters: een eigen thuis!

Alternatieve financieringsvormen voor bankkrediet. Bart P.M. Joosen

Laagste groei verstrekte hypotheken sinds 2013

Transcriptie:

Honderd jaar BNG Bank 2006-heden 1990-2005 1976-1989 1945-1975 1922-1945 1914-1921 Publieke marktleider BNG Bank bestaat dit jaar honderd jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum schreven de Utrechtse historici Jozef Vos en Gerarda Westerhuis het boek Kredietwaardigheid verzilverd. In B&G kunt u dit jaar meelezen met de opmerkelijke geschiedenis van een opmerkelijke bank. In deel 5: In een periode van privatisering, deregulering, internationalisering en schaalvergroting kiest de bank er uitdrukkelijk voor om zich te blijven richten op de publieke klanten en om zelfstandig te blijven opereren onder de paraplu van de staat. Door Robert Bakker BNG Bank Met ingang van 1 januari 1989 stond BNG Bank ingeschreven als kredietinstelling in het register van de Wet toezicht krediet wezen. De dienstverlening van de bank bleef statutair beperkt tot overheden en instellingen in de semipublieke sfeer. Dankzij de nieuw verworven status kon de bank echter wel beschikken over dezelfde geld- en kapitaalinstrumenten als haar concurrenten, de algemene banken. De ongekend dynamische omgeving waarin de bank nu opereerde, vroeg om permanente bezinning over het strategische beleid. De val van de Berlijnse muur, in het westen gevierd als een triomf van de vrije markt economie, versterkte de algemene tendens naar deregulering, liberalisering en globalisering. Onder invloed daarvan ontstond in het Nederlandse bankwezen een nieuwe concentratiebeweging, De val van de Berlijnse Muur in 1989, een keerpunt in de internationale verhoudingen 16 bedoeld om de internationale concurrentie het hoofd te bieden. De concurrentie voor BNG Bank kwam voorlopig alleen nog uit het binnenland, maar hoe zou dit in de (Europese) toekomst zijn? Moest BNG Bank zich daarom ook aansluiten bij een andere financiële instelling? En hoe moest de bank omgaan met de vervaging van de grenzen van het publieke domein? Europese integratie zet door In het kader van een gemeenschappelijke interne markt gold vanaf juli 1990 voor acht van de twaalf Europese lidstaten volledig vrij onderling kapitaalverkeer. In 1991 werd in het Verdrag van Maastricht overeenstemming bereikt over een strenge nationale begrotingsdiscipline. In 1997 werd dit in Amsterdam concreter ingevuld met voor elke lidstaat een maximaal begrotingstekort van drie procent van het bbp en een maximale overheidsschuld van 60 procent van het bbp. Onder die voorwaarden zouden de eurolanden per 1 januari 1999 hun wisselkoersen fixeren en werd in januari 2002 de euro als gemeenschappelijke munt in twaalf landen. Onder leiding van de premiers Lubbers en Kok en gesteund door een krachtige economische groei, kon Nederland relatief eenvoudig aan de eisen voldoen. In 2000

De aanleg van de Oude Maastunnel, een onderdeel van de HSL-zuid, is mede gefinancierd door BNG Bank daalde de overheidsschuld tot onder de norm van 60 procent en was er zelfs sprake van een begrotingsoverschot, terwijl landen als Italië en Griekenland bij lange na niet voldeden aan de Europese eisen. De maatschappelijke ontevredenheid nam in Nederland echter toe. De Nederlandse overheidsfinanciën verslechterden als gevolg van economische tegenwind. Zowel de Europese begrotingsdiscipline als de economische tegenwind hadden een dempend effect op de overheidsinvesteringen. Een belangrijk knelpunt vormde de verouderde infrastructuur waardoor de bereikbaarheid van de Randstad een steeds groter probleem werd en Nederland steeds minder aantrekkelijk werd als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven. Er werden plannen gepresenteerd voor de bouw van vijf tunnels, voor de aanleg van een hogesnelheidslijn van Amsterdam naar het zuiden en van de Betuwelijn voor het goederentransport van Rotterdam naar Duitsland. Voor de financiering daarvan werden belastingen verhoogd en werd ook gerekend op publiek-private samenwerking (pps). De belangstelling van private investeerders viel echter tegen. Decentrale overheden werden betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe woningbouwlocaties in het kader van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex). De gemeenten kregen hiervoor rijksbijdragen, maar moesten ook putten uit eigen middelen en kregen minder bijdragen uit het gemeentefonds. Mede onder invloed hiervan werden de geplande projecten vertraagd. In reactie hierop werd in de nieuwe Nota Ruimte meer overgelaten aan provincies en gemeenten zélf. Ook het bestuurlijke speelveld veranderde. Na een vergeefse poging om stadsprovincies te vormen, lukte het achtereenvolgende kabinetten wél om het aantal gemeenten te verkleinen via een proces van schaalvergroting en herindelingen. Van de meer dan duizend Nederlandse gemeenten bij de oprichting van BNG Bank in 1914 waren er in 2013 nog 408 over. Maximale klantenbinding Bovenstaande ontwikkelingen leidden ertoe dat het strategisch beleid van de bank in het voorjaar van 1991 werd aangepast. Centraal stonden drie uitgangspunten: opbouw van een substantieel marktaandeel bij binnenlandse (en eventueel buitenlandse) marktpartijen, handhaving van het zekerheidsprofiel, met als uitgangspunt dat de bank second to the state moest zijn en maximale klantenbinding. Meer dan voorheen richtte de bank zich op de relatie met gemeenten, woningcorporaties, bouwfondsen, nutsbedrijven, zorginstellingen en onderwijsinstellingen. Gemeenten vonden dat ze vanuit het Rijk onvoldoende bijdragen kregen voor de forse investeringen die van het verlangd werden. Dat de gemeentelijke financiën gedurende de tweede helft van de jaren negentig toch een overschot vertoonden, had te maken met de economische bloei, maar vooral met de sterk dalende uitgaven voor sociale volkshuisvesting en in de nutssector. Als gevolg van verzelfstandiging en privatisering daalden niet alleen de gemeentelijke investeringen, maar Op het voormalige vliegveld Ypenburg, aangewezen als vinex-locatie, zijn tussen 2000 en 2010 bijna 12.000 woningen gebouwd B&G September/oktober 2014 17

Honderd jaar BNG Bank ontving de gemeente ook grote bedragen uit de verkoop van nutsbedrijven. De grotere financiële autonomie van de gemeenten, de meer complexe verdeling van geldstromen vanuit het gemeentefonds, de stijgende lokale belastingen en de privatisering dan wel verzelfstandiging van gemeentelijke taken vroeg om professionalisering van het financiële beheer van gemeenten. BNG Bank sprong nadrukkelijk in op deze vraag met onder meer een eigen netwerk voor elektronische datacommunicatie, BNG Data Services. In 1992 werd via dit netwerk het pakket BNG Treasury Services geïntroduceerd. Vanaf 1993 werd BNG Data Services samen met de elektronische dienstverlening van de VNG ondergebracht in GemNet. Andere diensten die de bank introduceerde in reactie op de vraag van gemeenten waren BNG Consultancy Services (inmiddels omgedoopt tot BNG Advies), het Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publieke Sector (later BNG Gebiedsontwikkeling) en BNG Capital Management, nu actief onder de naam BNG Vermogensbeheer. Als gevolg van de gekozen strategie onderscheidde de bank zich met haar prijs-kwaliteitverhouding altijd positief van haar concurrenten, en dat leidde tot resultaat bij de verschillende klantengroepen. Na een daling van haar marktaandeel in de vaste schuld van gemeenten, tot onder de vijftig procent in de jaren negentig, wist de bank dit aandeel te herstellen tot 54 procent in het jaar 2004. Ondanks deze stijging nam het gemeentelijk aandeel als percentage van het totaal door BNG Bank verstrekte vaste leningen flink af. Dit was het gevolg van de zeer snelle opkomst van de verzelfstandigde woningcorporaties binnen de klantenkring van de bank. Op initiatief van staatssecretaris Heerma kregen woningcorporaties in de jaren negentig meer beleidsvrijheid en een grotere financiële zelfstandigheid. Met de zogenaamde bruteringsoperatie kocht het Rijk de toekomstige subsidierechten van de corporaties af en betaalden de corporaties tegelijkertijd de eerdere opgenomen langlopende rijksleningen terug. Omdat het op macroniveau om ongeveer dezelfde bedragen ging, konden ze als het ware tegen elkaar worden weggestreept. De toegenomen verantwoordelijkheid leidde ook hier net als bij de gemeenten tot professionalisering en een meer bedrijfsmatig denken. En ook hier ging dit gepaard met schaalvergroting: het aantal woningcorporaties halveerde tot ongeveer 400 in 2010. Al spoedig werd duidelijk dat het toezicht op het functioneren van de woningcorporaties nogal wat te wensen overliet. Er ontstond politieke discussie over onder meer de wenselijkheid van steeds verdergaande fusies, de hoogte van directiesalarissen en de soms wel erg avontuurlijke projecten van sommige corporaties. Dit alles laat onverlet dat de branche voor BNG Bank van groeiende betekenis was. Met 26,8 miljard euro was de bank in 2004 de grootste financier van de sociale woningsector, zoals ook nu nog het geval is. Ook bij de nutsbedrijven was sprake van een sterke beweging naar verzelfstandiging. Dit resulteerde uiteindelijk in een daling van het marktaandeel van BNG Bank. Voor de bank was de centrale vraag of kabelen telecombedrijven, afvalverwerkers, openbaarvervoerbedrijven en water- en energiebedrijven na het proces van verzelfstandiging en liberalisering een statutaire marktpartij zouden blijven. Wanneer overheden niet langer een meerderheidsbelang in voormalige nutsbedrijven hadden of als deze bedrijven niet meer tot het publieke domein werden gerekend, vervielen ze voor de bank statutair als klant. Het sterkst speelde dit bij de energiebedrijven. Na de wettelijk afgedwongen splitsing tussen distributeurs en productie- en handelsondernemingen viel de laatste categorie niet meer binnen het statutaire werkterrein van de bank. Met het oog op kostenbeheersing en in het kader van verzelfstandiging van overheidstaken en liberalisering van de Premier Wim Kok en vice-premier Hans Dijkstal imiteren minister Zalm bij de Algemene Beschouwingen in 1996 18

Het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam, gefinancierd door BNG Bank markt werd de overheid vanaf 1987 ook terughoudender in het verstrekken van garanties voor zorginstellingen. In reactie hierop werd BNG Bank terughoudend in haar kredietverstrekking aan deze sector. Wel kwam de bank met het idee om, naar analogie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, ook voor de zorgsector een waarborgfonds in te richten. Veel later dan gehoopt, in november 1999, volgde de oprichting van het Waarborgfonds voor de Zorgsector. BNG Bank liet haar aanvankelijke terughoudendheid varen en werd ook voor de zorgsector een belangrijke financier. Hoewel ook onderwijsinstellingen in de loop van de jaren tachtig een grotere eigen financiële verantwoordelijkheid kregen, bleven de uitzettingen van BNG Bank in deze sector relatief beperkt. Door in te spelen op de ontwikkelingen bij haar klanten wist BNG Bank haar positie als marktleider in de kredietverlening aan de Nederlandse publieke sector te verstevigen en haar bedrijfsresultaat op peil te houden. groter. Omdat met ingang van 1991 onderhandse leningen door BNG Bank niet meer beleenbaar waren bij DNB, waardoor geldgevers hun uitzettingen aan de bank gingen limiteren, moest de bank voor haar financiering ook nadrukkelijk naar het buitenland kijken. In 1992 werden de eerste stappen gezet op weg naar buitenlandse funding en werden twee leningen in vreemde valuta geplaatst. De jaren daarna werden Medium Term Notes en (buitenlandse) obligaties belangrijker dan onderhandse leningen. Dankzij haar nieuwe status als kredietinstellingen kreeg de bank ook meer mogelijkheden voor kortlopende financiering. Een deel van de korte financieringsbehoefte kon de bank nu eenvoudig verkrijgen uit de kortlopende uitzettingen van haar eigen klanten. BNG Bank streefde naar een scherp inkoopbeleid, maar eind 1991 werd al geconstateerd dat het grotere beroep op de kapitaalmarkt leidde tot hogere tarieven. Na een intensieve voorbereiding slaagde de bank er in 1994 in om de hoogste status, triple A, te verwerven van de drie toonaangevende rating agencies Moody s, Standard & Poor s en Fitch. De triple A-rating en de nauwe verbondenheid met de staat hadden tot gevolg dat de bank kapitaal kon aantrekken tegen zeer lage tarieven. In 2005 vond de langlopende financiering van de bank bijna in zijn geheel plaats door obligatieleningen onder een Debt Issuance Programma, met gestandaardiseerde voorwaarden, dat inmiddels de omvang had van 70 miljard euro. Bij zo n grote omvang van de balans werd risicobeheer steeds belangrijker. Een groot deel van de funding van de bank vindt inmiddels in vreemde valuta plaats. BNG Bank dekt altijd zowel de valutarisico s als de renterisico s af. De bank maakt gebruik Goedkoop lenen dankzij triple A-rating De uitbreiding van de kredietverlening had tot gevolg dat de leningenportefeuille was gestegen van ruim 30 miljard euro in 1990 tot meer dan 75 miljard euro in 2005. Om dit te financieren werd het beroep op de kapitaalmarkt van de bank ook steeds P. van Besouw, bestuursvoorzitter BNG Bank (1992-2003) bij de aandeelhoudersvergadering van BNG Bank B&G September/oktober 2014 19

Honderd jaar BNG Bank Haagse tram in 2000, beplakt met reclame, omdat BNG Bank buiten de primaire doelgroep ook bekend wilde worden van geavanceerde systemen voor risicomanagement. Schaalvergroting geen doel op zich Door zich te blijven focussen op de publieke sector en door haar excellente kredietwaardigheid te koesteren, was BNG Bank in staat haar positie als leider in deze nichemarkt te behouden. De algemene tendens van schaalvergroting leidde bij BNG Bank niet tot neigingen in dezelfde richting. Beleidsstukken bevatten steevast de zinsnede dat de bank schaalvergroting niet als doel op zich beschouwt, om daar onmiddellijk aan toe te voegen dat ze meer zag in flexibele vormen van samenwerking op belangrijke deelterreinen. Incidenteel kwam een mogelijk samengaan met NWB Bank, voorheen bekend als de Waterschapsbank, ter sprake. Als voordeel hiervan werd genoemd dat het overheidskarakter van de combinatiebank nóg sterker zou zijn en dat een mogelijke overname van NWB Bank door een andere partij zou worden voorkomen. De schaalvoordelen bij een mogelijke fusie tussen NWB Bank en BNG Bank waren er echter slechts in beperkte mate. Een nadeel was dat beleggers bij één combinatiebank mogelijk een limiet zouden stellen aan hun uitzettingen aan deze combinatie, hetgeen ten koste zou gaan van de funding. Er was ook een belangrijk verschil in strategische visie: NWB Bank verleende uitsluitend krediet aan de solvabiliteitsvrije publieke sector, terwijl BNG Bank ook niet-gegarandeerde solvabiliteitsplichtige leningen verstrekte. Het belangrijkste bezwaar was misschien wel dat de dominantie van één combinatiebank voor de publieke sector bij andere banken verzet zou oproepen. De BNG-directie achtte de nadelen van een fusie derhalve groter dan de voordelen. In de eerste jaren van het nieuwe millennium speelde het vraagstuk van nauwere samenwerking tussen beide banken opnieuw. Toen hield de directie van NWB Bank de boot echter af, omdat een nauwere samenwerking ten koste zou gaan van de herkenbaarheid van deze bank. De staat blijft grootaandeelhouder De privatiseringsgolf leidde tot vragen over de relatie tussen BNG Bank en de staat. Bijvoorbeeld of de bank vennootschapsbelasting moest gaan betalen. Private concurrenten als Postbank en ABN Amro zagen met lede ogen dat BNG Bank, die als overheidsbedrijf was vrijgesteld van vennootschapsbelasting, de grenzen van haar statutaire marktpositie probeerde op te rekken. Als de bank dezelfde klanten heeft als commerciële banken, dan is het toch logisch dat ze ook aan hetzelfde belastingregime wordt onderworpen? De tweede vraag die de staat zich stelde was of ze nog grootaandeelhouder van de bank moest blijven. Veel andere publieke instellingen (zoals bijvoorbeeld KPN) werden geprivatiseerd, ten gunste van het schatkistsaldo. De discussie over deze twee zaken speelde gedurende een aantal jaren. In 2002 stelde de bank het rapport BNG en de publieke taak op, mede ondertekend door de directie financieringen van het ministerie van Financiën. Conclusie van dit rapport was dat de bank voldeed aan de norm van een efficiënte behartiging van het publieke belang. Om te blijven functioneren als inkoopcombinatie voor de publieke sector was een goede rating en dus de steun van de staat essentieel. Zou die steun wegvallen dan zou de publieke sector de hogere tarieven van de commerciële banken moeten opbrengen. Na diverse besprekingen en onderhandelingen werd een compromis bereikt. De raad van commissarissen van de bank concludeerde dat ze kon leven met het betalen van vennootschapsbelasting, onder voorwaarde dat de staat zijn aandeelhouderschap voortzette. Daarmee was één gevaar bezworen. Dat de afdracht van vennootschapsbelasting, per 1 januari 2005, ingrijpende consequenties zou hebben voor het dividendbeleid en de kostenbeheersing van de bank, zou later blijken. De illustraties in dit artikel zijn ontleend aan het boek. De eerste vier delen van de samenvatting kunt u lezen in de drie voorafgaande edities van B&G, die ook toegankelijk zijn via www.bngbank.nl. Exemplaren van het boek kunnen worden aangevraagd via b&g@bngbank.nl 20