Gemeentefonds. Decembercirculaire 2014

Vergelijkbare documenten
Ons kenmerk : ADV/MvB/15 Onderwerp : Raadsinformatiebrief: Decembercirculaire gemeentefonds 2014.

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

Wy stelle jo foar te besluten om: de begroting te wijzigingen conform de mutaties in de decembercirculaire gemeentefonds 2014.

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

RAADSVOORSTEL. B en W-besluit nr.: Naam programma: Onderwerp: Actualisering specifieke uitkeringen.

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

1. Aanleiding Aanleiding voor dit raadsvoorstel is het uitkomen van de decembercirculaire 2014.

Doorkiesnr.:

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

Algemene uitkering

Raadsinformatiebrief1

Provinciefonds. Decembercirculaire 2014

Raadsvoorstel: Onderwerp: Septembercirculaire 2015

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 juni 2018 U Lbr. 18/030. Hoofdpunten meicirculaire 2018.

Financiële begroting 2016

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

- = voordeel (bedragen x 1.000)

Postbus AA Bezoekadres Stadsplein LZ IBAN: NL49 BNGH BIC: BNGHNL2G

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Meicirculaire 2018 gemeentefonds

Gepubliceerd in de Staatscourant (geldig vanaf 5 november 2015)

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF

Septembercirculaire 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1 e Bestuursrapportage 2014 & Kadernota 2015

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording

Gemeentefonds. Septembercirculaire 2014

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

Raadsinformatiebrief 73

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Financiën Ingekomen stuk D5 (PA 13 november 2013) Concern Financiën. Ons kenmerk FA20/ Datum uw brief

gemeentefonds bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Alle gemeenteraden in Gelderland In kopie naar colleges van B&W. 7 oktober Geachte heer, mevrouw,

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

UITGANGSPUNTEN voor de Programmabegroting

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

Memo * * Registratienummer / 14Z : College van BenW. : Leden van de gemeenteraad. Datum : 26 juni 2014

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

Bijlage 5 - Algemene Uitkering (AU) gemeentefonds

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sytzo van der Schaaf /Wim Bakker Sietze van de Berg /Hans Smit Rein Hogendorf Allen Lid commissie BBV FAMO - flitsbijeenkomsten 12, 16 en 25 november

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 14 november 2017 U Lbr. 17/068 (070)

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Raadsinformatiebrief 81

Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 15/047

en onvoorziene investeringen oprichten intergemeentelijke adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid

Specificatie algemene uitkering Albrandswaard decembercirculaire Toelichting op mutatie Mutaties integratie-uitkering sociaal domein

RAADSINFORMATIEBRIEF. De gemeenteraad. 1 juli 2014 Raadsinformatiebrief gevolgen meicirculaire 2014 gemeentefonds Financiën 57922

Samen meer bereiken. Thema s FAMO. Winterbijeenkomst Annelies Kroeskamp. Interbestuurlijk Programma: belicht vanuit het Rijk

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

**** Disclaimer **** Geachte heer/mevrouw,

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

Integratie-uitkering Sociaal Domein

RAADSINFORMÄTIEBRIEF 18R.00419

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 1 november 2016 Corr. nr.:

Gemeentefonds. Decembercirculaire 2015

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Update 17 juni Tijdelijke wet deelfonds sociaal domein en Meicirculaire 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeente Delft VERZONDEN - 7 JAN Geachte leden van de raad,

Financiële ontwikkelingen decentralisaties sociaal domein. Beeldvormende avond 3 december 2015

Datum : Status : Monitoring Sociaal Domein Krimpen aan den IJssel 1 e kwartaal 2015

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Adviezen Vernieuwing BBV

Inkoopbesluit specialistische jeugdhulp regio Noordoost Brabant

Vernieuwing Besluit Begroten en Verantwoorden, implicaties voor concerncontrol

Provinciefonds. Maartcirculaire 2018

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

= = Raadsvergadering d.d. 25 november 2014 Agendanr..

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

( Roosendaal. Raadsmededeling. Inleiding

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 7 ONDERWERP

Economisch hart van de Kempen

Een eerste inzicht in het budget voor de Wmo Inleiding

35000-B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019

Transcriptie:

Gemeentefonds Decembercirculaire 2014

de gemeentebesturen, ter attentie van de raden en de colleges van B&W DGBK/ Bestuur, Democratie en Financiën Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon eventuele vragen per e-mail postbus.gf@minbzk.nl Datum 11 december 2014 Kenmerk 2014-0000664227 Onderwerp decembercirculaire gemeentefonds 2014 bekendmaking van beleid en het geven van informatie Doelstelling Juridische grondslag Relaties met andere circulaires septembercirculaire 2014 (2014-0000286660); meicirculaire 2014 (2014-0000286660); decembercirculaire 2013 (2013-0000749924); septembercirculaire 2013 (2013-0000536544); meicirculaire 2013 (2013-0000231941) Ingangsdatum 11 december 2014 Geldig tot 1 juli 2015

Decembercirculaire gemeentefonds 2014

Voorwoord Gemeenten ontvangen op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de gemeentefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. Van de circulaires heeft de decembercirculaire doorgaans een beperkte strekking. Het gaat primair om onderwerpen die vóór het einde van het jaar geregeld dienen te zijn, met het oog op de jaarafsluiting door het Rijk en de gemeenten. Deze decembercirculaire verschijnt aan de vooravond van de invoering van de decentralisaties sociaal domein. De circulaire bevat de neerslag van de inspanning van alle betrokkenen om te komen tot goede financiële kaders. Mede namens de staatssecretaris van Financiën, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dr. R.H.A. Plasterk Decembercirculaire gemeentefonds 2014

Decembercirculaire gemeentefonds 2014

Inhoudsopgave 1 Hoofdpunten... 1 2 Algemene uitkering... 3 2.1 Inleiding en accres... 3 2.2 Wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering... 3 1. Centra voor Jeugd en Gezin... 3 2.3 Verdeling mutaties algemene uitkering... 3 2.4 Veranderingen in het verdeelstelsel... 4 2.4.1 Inleiding... 4 2.4.2 Groot onderhoud gemeentefonds... 4 2.5 Maatstaven, bedragen per eenheid, uitkeringsfactor en overige uitkeringsonderdelen... 5 3 Integratie-uitkering Sociaal domein... 7 3.1 Inleiding... 7 3.2 Omvang en verdeling... 7 3.3 Inrichting informatievoorziening sociaal domein... 9 3.4 Eenmalige accountantscontrole Iv3 sociaal domein... 11 4 Decentralisatie- en integratie-uitkeringen... 13 4.1 Inleiding... 13 4.2 Omvang en verdeling decentralisatie- en integratie-uitkeringen... 13 1. Centra voor Jeugd en Gezin... 13 2. Huishoudelijke hulp toelage... 13 3. Implementatie Participatiewet... 14 4. Green Deal... 14 5. Pilot integraal persoonsgebonden budget... 14 6. Eigen Kracht... 15 7. LHBT-emancipatiebeleid (Regenboogsteden)... 15 8. Ondersteuning raadsman Loppersum... 15 9. Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches... 15 10. Gezond in de Stad... 15 5 Overige mededelingen... 17 5.1 Inleiding... 17 5.2 Bevoorschotting... 17 5.3 Regeling informatie voor derden... 17 5.4 Informatie voor derden beschikbaar via Open Data... 18 5.5 Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording... 18 5.5.1 Algemeen... 18 5.5.2 Kengetallen financiële positie... 19 5.6 Verantwoording en berekening drempelbedrag schatkistbankieren... 20 5.7 Herverdeling wegenbeheer... 20 Decembercirculaire gemeentefonds 2014

5.8 Wijzigingsbesluit BBV inzake gebruik derivaten... 21 5.9 Kennisbank Openbaar Bestuur... 21 Bijlagen... 23 Bijlage 2.4.2.1 Overgangsregeling groot onderhoud... 24 Bijlage 4.2-3 Decentralisatie-uitkering Implementatie Participatiewet... 34 Bijlage 4.2-7 Decentralisatie-uitkering LHBT-emancipatiebeleid (Regenboogsteden)... 36 Decembercirculaire gemeentefonds 2014

1 Hoofdpunten Gemeenten ontvangen op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de gemeentefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. De circulaires bevatten ook actuele informatie die op een later tijdstip in de rijksbegroting wordt verwerkt. De mededelingen zijn steeds onder het voorbehoud van parlementaire goedkeuring. De decembercirculaire heeft doorgaans een beperkte strekking. Het gaat primair om onderwerpen die vóór het einde van het jaar geregeld dienen te zijn, met het oog op de jaarafsluiting door het Rijk en de gemeenten. De accresraming 2014 blijft in deze circulaire ongewijzigd. December is in beginsel geen moment voor nieuwe accresramingen. De afgelopen jaren waren daarop een uitzondering in verband met het nieuwe regeerakkoord in 2012 en het begrotingsakkoord in 2013. Met ingang van 2015 worden de middelen van de decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin overgeheveld naar de algemene uitkering. De verdeelwijze blijft nagenoeg ongewijzigd, zodat maar in beperkte mate herverdeeleffecten optreden. Conform de toezegging aan de Tweede Kamer worden de gemeenten met kazernes en gevangenissen bij het groot onderhoud gemeentefonds tegemoet gekomen via een extra overgangsmaatregel waarbij het meetellen van kazernes en gevangenissen geleidelijk wordt afgebouwd. De circulaire verschijnt aan de vooravond van de invoering van de decentralisaties sociaal domein. De circulaire bevat hierover een aantal mededelingen. De bedragen voor 2015 ondergaan op dit moment ten opzichte van de septembercirculaire 2014 geen wijziging. Zij zijn echter niet definitief. In deze circulaire zijn de redenen daarvoor opgenomen. Daarnaast bevat de circulaire informatie die verband houdt met de invoering van objectieve verdeelmodellen. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 1

Decembercirculaire gemeentefonds 2014 2

2 Algemene uitkering 2.1 Inleiding en accres Hoofdstuk 2 bevat mededelingen over de algemene uitkering uit het gemeentefonds. In paragraaf 2.2 worden de wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering behandeld en in paragraaf 2.3 worden de consequenties daarvan voor de verdeling aangegeven. In paragraaf 2.4 volgen mededelingen over de wijzigingen in het verdeelstelsel. De accresraming 2014 blijft in deze circulaire ongewijzigd. Het accres wordt in beginsel driemaal per jaar geraamd, te weten naar aanleiding van de Voorjaarsnota, de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. Bij wijze van uitzondering bevatten de vorige twee decembercirculaires mededelingen over het accres, in verband met het nieuwe regeerakkoord in 2012 en het begrotingsakkoord in 2013. Het definitieve accres 2014 wordt volgens de gebruikelijke systematiek bij het Financieel Jaarverslag over 2014 vastgesteld en gemeld in de meicirculaire 2015 en verwerkt in het uitkeringsjaar 2015. Ten behoeve van uw jaarafsluiting 2014 is het accres zoals gemeld in de septembercirculaire 2014 de laatst gemelde stand. 2.2 Wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering Tabel 2.2.1 bevat de wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering ten opzichte van de septembercirculaire 2014. De tabel wordt gevolgd door een toelichting op de mutaties. Tabel 2.2.1 Ontwikkeling algemene uitkering, mutaties ten opzichte van de septembercirculaire 2014 (in miljoenen euro's) 2014 2015 2016 2017 2018 2019 stand septembercirculaire 2014 15.604,932 14.755,997 15.095,500 15.243,937 15.297,972 15.518,932 cluster Jeugd 1) Centra voor jeugd en gezin 383,137 383,137 383,137 383,137 383,137 stand deze circulaire 15.604,932 15.139,134 15.478,637 15.627,074 15.681,109 15.902,069 Toelichting 1. Centra voor Jeugd en Gezin De middelen van de decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin maken vanaf 2015 onderdeel uit van de algemene uitkering. De VNG steunt deze overheveling, die past binnen het beleid om gelden zoveel mogelijk via de algemene uitkering uit te keren. 2.3 Verdeling mutaties algemene uitkering De verdeling van de mutatie uit paragraaf 2.2 vindt plaats via de maatstaven jongeren, huishoudens met laag inkomen, minderheden en eenouderhuishoudens. Er is een beperkt herverdeeleffect vanwege kleine definitieverschillen met de maatstaven van de decentralisatieuitkering. Het effect wordt samengenomen met het herverdeeleffect groot onderhoud in de grondslag voor de suppletie-uitkering groot onderhoud. Het effect wordt daardoor over twee jaar gespreid. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 3

2.4 Veranderingen in het verdeelstelsel 2.4.1 Inleiding Tabel 2.4.1 bevat een overzicht van de wijzigingen in het verdeelstelsel van de algemene uitkering ten opzichte van de septembercirculaire 2014. Tabel 2.4.1 Wijzigingen in het verdeelstelsel van de algemene uitkering Nummer Onderwerp Aard van de maatregel Ingangsjaar 1 Groot onderhoud Aanpassing bedragen suppletie-uitkering; aanpassing peildatum maatstaf achterstandsleerlingen 2015 De toelichting op de wijzigingen volgt in paragraaf 2.4.2. 2.4.2 Groot onderhoud gemeentefonds Afronding eerste fase In paragraaf 2.4.2 van de septembercirculaire 2014 zijn voor de eerste fase van het groot onderhoud aanpassingen aangekondigd voor de maatstaf achterstandsleerlingen (drempel), voor de Waddengemeenten en voor de BAG-gemeenten (kazernes en gevangenissen). In deze paragraaf zijn deze aanpassingen uitgewerkt. Zij hebben geleid tot een herberekening van de suppletieuitkeringen zoals opgenomen in bijlage 2.4.2.1 van de septembercirculaire 2014. In paragraaf 2.2 van deze circulaire is de overgang van de decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin naar de algemene uitkering gemeld. Deze overgang is betrokken bij de herberekening van de suppletieuitkeringen. In bijlage 2.4.2.1 van deze circulaire is het nieuwe overzicht met herverdeeleffecten en suppletieuitkeringen (inclusief aanvullende bijdrage BAG-gemeenten) opgenomen. De specificatie van de bedragen is als bijlage bij deze circulaire op internet gepubliceerd. Bij de maatstaf achterstandsleerlingen (drempel) zijn de aantallen bevroren op de stand 1 oktober 2010. De ontwikkeling van de aantallen achterstandsleerlingen tussen 2010 en 2014 en de ontwikkeling van de kostenstructuur van de gemeenten die voor de maatstaf in aanmerking komen sluiten onvoldoende op elkaar aan. Wij bezien de mogelijkheden voor een structurele oplossing in de tweede fase van het groot onderhoud. Voor de Waddengemeenten is de suppletie-uitkering zodanig aangepast dat geen sprake meer is van een herverdeeleffect uit hoofde van de eerste fase van het groot onderhoud. Aanleiding is de specifieke situatie van deze gemeenten, samenhangend met de geografische ligging. Deze aanpassing zal worden gevolgd door een structurele maatregel via de maatstaven voor de Waddeneilanden in de tweede fase van het groot onderhoud. De minister van BZK heeft in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer van 4 september 2014 Decembercirculaire gemeentefonds 2014 4

toegezegd de gemeenten met kazernes en gevangenissen tegemoet te komen via een extra overgangsmaatregel van drie jaar. Het meetellen van de kazernes en gevangenissen wordt geleidelijk afgebouwd: 100% in 2015, 67% in 2016 en 33% in 2017. De aanvullende bijdrage zal via de suppletie-uitkering worden verstrekt. Bij de berekening is uitgegaan van de relevante eenheden van de capaciteit bijzondere woongebouwen binnen de voormalige woningvoorraadstatistiek van het CBS 1 en van de bedragen per eenheid en uitkeringsfactor zoals gehanteerd bij de berekening van de herverdeeleffecten groot onderhoud. Zoals gemeld in paragraaf 2.4.2 van de septembercirculaire 2014 wordt de positie van de gemeenten met studentenflats en zorginstellingen in relatie tot het gebruik van de BAG bezien in het jaarlijkse Periodiek Onderhoudsrapport bij de gemeentefondsbegroting en in de tweede fase van het groot onderhoud. Voortgang tweede fase De onderzoeken naar de (sub)clusters Brandweer en rampenbestrijding, Werk en inkomen, Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing en Onderwijshuisvesting zijn in volle gang. De resultaten van deze onderzoeken worden verwerkt in de meicirculaire 2015 en hebben effect met ingang van het uitkeringsjaar 2016. Bij elk van de vier onderzoeken is sprake van een begeleidingscommissie waarin de fondsbeheerders, de vakdepartementen, de VNG, de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) en enkele gemeenten zitting hebben. Over de resultaten en de samenhang met de eerste fase van het groot onderhoud zal advies worden gevraagd aan de VNG en de Rfv. 2.5 Maatstaven, bedragen per eenheid, uitkeringsfactor en overige uitkeringsonderdelen Maatstaven De peildatum van de maatstaf achterstandsleerlingen is gewijzigd (zie paragraaf 2.4.2). Bedragen per eenheid Tabel 2.5.1 bevat de gewijzigde bedragen per eenheid 2015 door de overheveling van de middelen van de decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin naar de algemene uitkering. Tabel 2.5.1 Gewijzigde bedragen per eenheid 2015 (bedragen in euro's in basis) maatstaven b.p.e. 2015 wijzigingen b.p.e. 2015 stand september 2014 deze circulaire jongeren 195,40 47,18 242,58 huishoudens met laag inkomen 86,47 10,13 96,60 minderheden 302,96 17,44 320,40 eenouderhuishoudens 149,76 58,54 208,30 1 Categorieën 11-penitentiaire instelling en 32-intern/woongeb_politie/krijgsmacht, stand 1 januari 2012. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 5

Uitkeringsfactor Wij stellen de uitkeringsfactor voor het jaar 2012 definitief vast op 1,505. De definitieve cijfers over de WOZ-waarden 2012 geven geen aanleiding tot het aanpassen van de uitkeringsfactor. De uitkeringsfactor 2014 ramen wij op 1,480 (was 1,479). De stijging met één punt ten opzichte van de septembercirculaire 2014 is het gevolg van de uitdeling van de verdeelreserve 2014. De uitkeringsbasis is niet geactualiseerd ten opzichte van de stand septembercirculaire 2014. De raming van de uitkeringsfactor 2015 blijft met 1,426 ongewijzigd. Overige uitkeringsonderdelen Ten opzichte van de septembercirculaire 2014 zijn de bedragen van de overgangsregeling groot onderhoud gewijzigd. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 6

3 Integratie-uitkering Sociaal domein 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat de laatste stand van zaken over de omvang en de verdeling van de integratieuitkering Sociaal domein (paragraaf 3.2), over verantwoording en Iv3 (paragraaf 3.3) en over de eenmalige accountantsverklaring bij Iv3 (paragraaf 3.4). 3.2 Omvang en verdeling Inleiding De bedragen voor 2015 ondergaan op dit moment ten opzichte van de septembercirculaire 2014 geen wijziging. Zij zijn echter niet definitief. Hierna volgen de redenen waarom dat het geval is. Daarnaast volgt informatie die verband houdt met de invoering van objectieve verdeelmodellen. In de meicirculaire 2015 zullen de bedragen daadwerkelijk worden aangepast. Ontwikkelingen in de macrobedragen Wlz-indiceerbaren Besluitvorming in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) heeft tot gevolg dat sommige cliënten niet onder de Wmo 2015 en onder de Jeugdwet maar onder de Wlz zullen vallen. In verband hiermee zal de integratie-uitkering Sociaal domein vanaf het jaar 2015 worden verlaagd. Het gaat om een bedrag van maximaal 134 miljoen ( 25 miljoen Wmo 2015 en 109 miljoen Jeugdwet). De omvang van de correctie per gemeente kan in januari 2015 worden bepaald op basis van de realisatiegegevens over de overgang van Wlz-indiceerbaren naar de Wlz. Deze gegevens komen op afzonderlijk gemeentelijk niveau beschikbaar. Het Ministerie van VWS zal deze bedragen per gemeente zo snel mogelijk bekend maken. Beschermd wonen Door een aantal centrumgemeenten is aangegeven dat het budget GGZ-C niet toereikend is. Redenen die zijn aangedragen zijn, naast een verdeelvraagstuk, de groei beschermd wonen algemeen, sectorvreemde zorg, verzwaring zzp s, toename deel pgb en de omvang van overbruggingszorg. Er is gezamenlijk met de VNG geïnventariseerd of er centrumgemeenten zijn die tegen financiële knelpunten aanlopen waardoor niet kan worden ingekocht. Deze centrumgemeenten hebben met spoed ondersteuning gekregen. Voor voorziene risico s die niet tot korte termijn problemen voor de inkoop hebben geleid geldt dat aan de hand van een analyse van de realisatiecijfers van de NZa over 2014 (februari 2015) wordt bezien of het budget 2015 GGZ-C moet worden bijgesteld. Uitvoeringskosten pgb-trekkingsrecht In de technische toelichting in het internetbericht behorend bij de meicirculaire 2014 (zie Decembercirculaire gemeentefonds 2014 7

www.invoeringwmo.nl) is aangekondigd dat met betrekking tot het pgb-trekkingsrecht met de VNG nog afspraken gemaakt moesten worden over de dienstverlening van de SVB en de bijbehorende kosten. Met de VNG is inmiddels de bestuurlijke afspraak gemaakt dat het Ministerie van VWS voor 2015 zowel de ontwikkelingskosten als de uitvoeringskosten SVB pgb-trekkingsrecht voor gemeenten voor zijn rekening neemt. Met ingang van 2016 komt dit voor rekening van gemeenten. Zij zullen dan ook sturing krijgen over deze taak van de SVB. Jeugdhulp In bestuurlijke afspraken met de VNG en de branches gespecialiseerde zorg voor Jeugd (zie: afspraken bovenregionale jeugdhulp) is vastgelegd dat er onderzoek plaatsvindt naar de uitgaven in de jeugd-ggz en naar de toepassing van het woonplaatsbeginsel voor gemeenten met zeer veel residentiële jeugdhulpcapaciteit. Dit moet inzicht verschaffen in de vraag of moet worden besloten tot een aanpassing van het macrobudget en de verdeling voor 2015. Naast deze bestuurlijke afspraken is een ander punt naar voren gekomen dat mogelijk het budget voor gemeenten beïnvloedt. Dit betreft een extra toevoeging en verdeling van het budget voor de zorg die kinderartsen in het kader van medisch specialistische zorg leveren aan jeugdigen bij ADHD. Het betreft een overheveling van de Zorgverzekeringswet naar het macrobudget, in de orde van grootte van 10 miljoen. Het bedrag wordt vanaf 2016 aan het macrokader toegevoegd. Voor 2015 wordt door zorgverzekeraars, de VNG en VWS gezamenlijk een oplossing uitgewerkt voor de inkoop en financiering van deze jeugdhulp. Nominale indexatie Het Rijk besluit in principe in het voorjaar over het al dan niet toekennen van de rijksbrede compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (nominale indexatie). Als het Rijk besluit om de middelen voor de nominale indexatie uit te keren zullen deze ook aan de integratie-uitkering worden toegekend. Als onderdeel van de (voorjaars)besluitvorming vindt er een wegingsmoment plaats. Hierbij kunnen de vakdepartementen onder regie van de fondsbeheerders de afweging maken om de nominale indexatie in bijzondere gevallen voor specifieke knelpunten aan te wenden, echter altijd binnen het sociaal domein (zie de brief van 2 december 2014 van de minister van BZK aan de VNG). Invoering objectieve verdeelmodellen in 2016 Objectief verdeelmodel Wmo 2015 Bij de publicatie van het onderzoek naar het verdeelmodel Wmo 2015 eind augustus zijn de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) en de VNG om advies gevraagd over zowel het model als het ingroeipad. Op basis van diverse bijeenkomsten in het land, gesprekken met gemeenten en de adviezen van de Rfv en de VNG is bestuurlijk met de VNG overeengekomen dat het objectieve verdeelmodel voor alle gemeenten vanaf 2016 wordt ingevoerd. Het objectief verdeelmodel kan niet worden ingevoerd zonder een goede overgangsregeling. Zie hierna onder Overgangsregeling integratie-uitkering Sociaal domein. Over het objectief verdeelmodel voor centrumgemeenten (de Decembercirculaire gemeentefonds 2014 8

verdeling van de middelen beschermd wonen) is afgesproken de verdeling voor 2015 in 2016 te handhaven en ruimte te geven aan een op te richten commissie op voorstel van de 43 centrumgemeenten. Deze commissie wordt door de VNG gevraagd een visie op de doelgroep beschermd wonen te geven en een daarbij passend verdeelmodel te ontwikkelen. Zoals hiervoor is aangegeven geldt voor de historische verdeling van het budget beschermd wonen dat in het voorjaar van 2015 wordt bezien hoe de historische verdeling kan worden verbeterd, mede aan de hand van de realisatiecijfers 2014. De VNG en de centrumgemeenten worden hier nauw bij betrokken en zo spoedig mogelijk worden de centrumgemeenten geïnformeerd. Objectief verdeelmodel jeugd In bijlage 3.3.3a van de meicirculaire 2014 is de verdeling van het macrobudget Jeugdwet voor het jaar 2015 over de gemeenten opgenomen. Die verdeling is gebaseerd op historisch zorggebruik (basisjaar 2012). Met ingang van 2016 zullen de middelen voor jeugdhulp verdeeld worden middels een objectief verdeelmodel. Dit zal geleidelijk plaatsvinden, middels een nog te ontwikkelen ingroeipad. Een objectief verdeelmodel voorspelt de verwachte uitgaven aan jeugdhulp per gemeente op basis van structuurkenmerken. Het onderzoek naar het objectief verdeelmodel is afgerond en heeft geleid tot rapporten van het SCP en Cebeon. Het model kent nog een conceptstatus, aangezien de Raad voor de financiële verhoudingen en de VNG gevraagd zijn advies te geven over dit model. In het voorjaar van 2015 zal het objectief verdeelmodel definitief vastgesteld worden. Overgangsregeling integratie-uitkering Sociaal domein Nu de ontwikkeling van de objectieve verdeelmodellen jeugd en Wmo 2015 is afgerond gaat de aandacht uit naar het ontwikkelen van een goede overgangsregeling. Door de regeling worden de herverdeeleffecten die bij de overgang op de objectieve verdeling optreden in een nader te bepalen tempo geëffectueerd. Er liggen hier enkele complexe vraagstukken. Deze wil het Rijk samen met de VNG en de gemeenten oplossen. Het Rijk zal hiertoe het initiatief nemen en een werkgroep instellen. Sociale werkvoorziening Voor het onderdeel Wsw van het participatiebudget in de integratie-uitkering is uitgegaan van de taakstelling 2014 (na verwerken van de overdracht taakstelling) als basis, maar dit onderdeel van de budgettoekenning zal conform de bestuurlijke afspraak van het Ministerie van SZW en de VNG voor 2015 worden herzien op basis van het aantal gerealiseerde Wsw-arbeidsplaatsen in standaardeenheden in 2014. 3.3 Inrichting informatievoorziening sociaal domein De eerste fase van de inrichting van de informatievoorziening in het sociaal domein is per 1 juli 2014 afgerond. Op die datum heeft de Ministeriële Commissie Decentralisaties (MCD) akkoord gegeven op het tussen het Rijk, de VNG en de gemeenten overeengekomen ontwerp voor de inrich- Decembercirculaire gemeentefonds 2014 9

ting van de informatievoorziening sociaal domein. Over dit ontwerp zijn de Eerste Kamer en de Tweede Kamer op 7 juli 2014 geïnformeerd. 2 In het ontwerp is gezocht naar een zo scherp mogelijke aansluiting tussen de informatiebehoefte van de gemeenten en die van het Rijk. Daarbij is enkelvoudige uitvraag en meervoudig gebruik van informatie, waarbij het CBS het gegevensverzamelpunt vormt, het uitgangspunt. Voor gemeenten wordt informatie ontsloten middels de door de VNG en KING ontwikkelde gemeentelijke monitor sociaal domein via waarstaatjegemeente.nl. Tijdens de Algemene ledenvergadering van de VNG van 18 juni 2014 is de gegevensset vastgesteld die daarvoor wordt gebruikt. Het gaat om gegevens gerelateerd aan (1) early warning items, (2) het wijkprofiel, (3) het gebruik van sociale voorzieningen en (4) cliëntervaring en toegankelijkheid. 3 Het Rijk ontsluit informatie via de zogenaamde overall monitor sociaal domein. Deze monitor is in samenhang met de gemeentelijke monitor sociaal domein ontwikkeld. De overall monitor brengt de uitkomsten van de monitoring gerelateerd aan de drie decentralisatiewetten samenvattend bij elkaar en voegt daar de uitkomsten van de bestuurlijke monitoring en de zogenaamde sociaal domein index aan toe. In de bestuurlijke monitoring staat centraal hoe gemeenten bestuurlijk en organisatorisch omgaan met de decentralisaties. De sociaal domein index gaat in op de effecten van de decentralisaties voor (kwetsbare) burgers. Met behulp van de overall monitor sociaal domein wordt inzicht gegeven in het functioneren van het systeem van het gedecentraliseerde sociaal domein op onderdelen en als geheel. Vervolgproces Op dit moment wordt door het Ministerie van BZK gewerkt aan de operationalisering van de overall monitor sociaal domein. Het ministerie voert dit proces uit in samenwerking met het SCP, het CBS en ICTU. In mei 2016 ontvangt de Tweede Kamer een eerste rapportage in het kader van de overall monitor sociaal domein. Verder zet het Ministerie van BZK in op de doorontwikkeling van de inrichting van de informatievoorziening. Dat houdt in dat de informatievoorziening stapsgewijs verder wordt geïntegreerd, aangescherpt en waar mogelijk vereenvoudigd. Daarbij zal er aandacht zijn voor de relatie met die beleidsterreinen die grenzen aan de decentralisaties in het sociaal domein. 2 Kamerstukken 2013-2014, 33750 VII. Nr. 67 en bijlage blg-361997 (zie ook http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/07/07/kamerbrief-over-deinrichting-van-de-informatievoorziening-sociaal-domein.html) 3 https://www.visd.nl/visd/beleidsinformatie-sociaal-domein-2015 Decembercirculaire gemeentefonds 2014 10

3.4 Eenmalige accountantscontrole Iv3 sociaal domein De colleges van B&W zijn bij brief van 25 november 2014 geïnformeerd over het beschikbaar komen van een format voor het rapport van bevindingen van de accountant en een format dat gebruikt kan worden in het kader van de opdrachtbevestiging voor het eenmalig onderzoek Iv3 3D. U treft de brief en beide formats hier aan. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 11

Decembercirculaire gemeentefonds 2014 12

4 Decentralisatie- en integratie-uitkeringen 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat mededelingen over de decentralisatie- en de integratie-uitkeringen uit het gemeentefonds. Paragraaf 4.2 informeert over de wijzigingen in de decentralisatie- en integratieuitkeringen en over de omvang en de verdeling ervan. 4.2 Omvang en verdeling decentralisatie- en integratie-uitkeringen Tabel 4.2.1 bevat de mutaties in de decentralisatie- en integratie-uitkeringen ten opzichte van de septembercirculaire 2014. De tabel wordt gevolgd door een toelichting. Daarna volgen overige mededelingen. Tabel 4.2.1 Mutaties decentralisatie- en integratie-uitkeringen 2014-2019 (bedragen in miljoenen euro's) 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Stand septembercirculaire 2014 3.083,213 2.395,639 2.197,451 2.103,070 2.102,516 2.102,597 mutaties deze circulaire 1) centra voor jeugd en gezin -383,137-383,137-383,137-383,137-383,137 2) huishoudelijke hulp toelage 40,000 3) implementatie Participatiewet 3,500 17,500 14,000 4) green deals 0,442 5) pilot Integraal PGB 0,365 6) eigen kracht 0,330 0,330 7) LHBT-emancipatiebeleid (regenboogsteden) 0,290 0,580 0,580 8) ondersteuning raadsman Loppersum 0,093 0,223 Stand deze circulaire 3.088,233 2.070,225 1.829,224 1.720,513 1.719,379 1.719,460 Toelichting 1. Centra voor Jeugd en Gezin Zie paragraaf 2.2 van deze circulaire voor de toelichting. 2. Huishoudelijke hulp toelage In paragraaf 4.2-4 van de septembercirculaire 2014 is aangekondigd dat zowel in 2015 als in 2016 75 miljoen per jaar extra via een decentralisatie-uitkering beschikbaar komt voor een huishoudelijke hulp toelage (HHT). Bij de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) is het budget op basis van de motie Slob voor 2015 verhoogd met nog eens 40 miljoen. De middelen HHT worden de gemeenten beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Anders dan in de septembercirculaire 2014 is aangekondigd, wordt de verdeling over de gemeenten opgenomen in de meicirculaire 2015. Vooruitlopend hierop worden de gemeenten die een aanvraag hebben ingediend afzonderlijk door het Ministerie van VWS geïnformeerd. Op 17 september 2014 heeft de staatssecretaris van VWS per e-mail aan wethouders de voorwaarden uiteengezet om gebruik te maken van een spoedprocedure. Gemeenten konden in het Decembercirculaire gemeentefonds 2014 13

kader van die procedure hun plannen indienen vóór 1 oktober 2014. Op basis van deze spoedprocedure hebben 240 gemeenten een aanvraag ingediend. Het overgrote deel van deze gemeenten heeft reeds een beschikking van het Ministerie van VWS ontvangen waarin is aangegeven welk bedrag op basis van hun aanvraag wordt uitgekeerd via de decentralisatieuitkering HHT. Daarnaast hebben op basis van de standaardprocedure 154 gemeenten aangekondigd een plan te zullen indienen voor 1 december 2014. Omdat de termijn voor het beoordelen tot januari 2015 loopt ontvangen deze gemeenten na de beoordeling in januari 2015 een beschikking van het Ministerie van VWS waarin het bedrag is aangegeven dat op basis van hun aanvraag wordt uitgekeerd via de decentralisatie-uitkering HHT. 3. Implementatie Participatiewet In het kader van de implementatie Participatiewet ontvangen de 35 centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio s voor de periode 2014 2016 in totaal 35 miljoen. De centrumgemeenten worden op deze manier in staat gesteld, in samenwerking met UWV en werkgevers, de regionale werkbedrijven in te richten. Per centrumgemeente gaat het om 100.000 in 2014, 500.000 in 2015 en 400.000 in 2016. Meer informatie is te vinden op het Gemeenteloket SZW: http://www.gemeenteloket.minszw.nl/dossiers/werk-en-inkomen/participatiewet-enquotumregeling/nieuwsberichten/35-miljoen-euro-voor-invoering-participatiewet.html. De verdeling van de decentralisatie-uitkering Implementatie Participatiewet is opgenomen in bijlage 4.2-3. 4. Green Deal In paragraaf 6.13 van de junicirculaire 2012 en in paragraaf 7.6 van de septembercirculaire 2013 zijn gemeenten geïnformeerd over de decentralisatie-uitkering Green Deal. In 2014 wordt als laatste tranche een bedrag van 117.000 aan de gemeente Amsterdam toegekend. Het gaat om de Green Deal Smart City, Kleine Ring en Green Data Poort. Aan de gemeente Den Helder is over 2014 het resterende bedrag van 325.000 toegekend voor het Kenniscentrum Wind op Zee. 5. Pilot integraal persoonsgebonden budget De gemeenten Delft en Woerden gaan een pilot uitvoeren op het gebied van een integraal persoonsgebonden budget (pgb). Het invoeren van een integraal pgb moet leiden tot samenhang tussen verschillende vormen van gemeentelijk beleid in het sociaal domein. Hierbij wordt onderzocht tegen welke knelpunten men aanloopt, wat er dient te worden aangepast en voor welke doelgroep een integraal pgb toepasbaar zou zijn. Er is een bedrag van 365.000 beschikbaar voor het projectteam van de pilot. Het bedrag wordt aan de gemeente Delft uitgekeerd. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 14

6. Eigen Kracht Het programma Eigen Kracht heeft betrekking op het activeren van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt richting werk. Op de uitnodiging van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio's om het programma Eigen Kracht uit te voeren hebben 11 gemeenten positief gereageerd. De decentralisatie-uitkering voor dit beleid bedraagt voor deze gemeenten in 2014 en 2016 30.000 per gemeente per jaar. Het betreft de gemeenten Almere, Amersfoort, Den Haag, Eindhoven, Enschede, Gorinchem, Groningen, Helmond, Leiden, Roermond en Tiel. 7. LHBT-emancipatiebeleid (Regenboogsteden) Via de decentralisatie-uitkering LHBT-emancipatiebeleid (Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen en Transgenderpersonen) ontvangen 29 gemeenten in 2014 elk 10.000 voor de start en de uitrol in 2015. Zowel in 2016 als in 2017 ontvangen deze gemeenten elk 20.000. Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal. De verdeling over de gemeenten is opgenomen in bijlage 4.2-7. 8. Ondersteuning raadsman Loppersum De gemeente Loppersum ontvangt in 2014 93.000 en in 2015 223.000 in verband met de ondersteuning van een onafhankelijk raadsman, aangesteld door de minister van Economische Zaken als aanspreekpunt voor schadeafhandeling met betrekking tot de gaswinning in de provincie Groningen. Overige mededelingen 9. Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches Gemeenten die in 2014 middelen ontvangen mogen er van uitgaan dat zij deze middelen ook over 2015 zullen ontvangen. Wel krijgen de gemeenten de gelegenheid wijzigingen door te geven. Zij ontvangen hiertoe één dezer dagen een brief van het Ministerie van VWS. De uitkomsten kunnen naar verwachting in de meicirculaire 2015 worden verwerkt. 10. Gezond in de Stad In bijlage 4.2-7 van de septembercirculaire 2014 zijn de bedragen vermeld van de gemeenten die in 2015 in beginsel in aanmerking komen voor de hogere decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad. Dat overzicht is definitief geworden. Bij brief van 29 september 2014 aan de desbetreffende gemeenten heeft de staatssecretaris van VWS aangekondigd dat de bedragen ook in 2016 en 2017 van kracht zullen zijn. De extra middelen zijn voor die beide jaren nog niet daadwerkelijk aan het gemeentefonds toegevoegd. Nadat dit is gebeurd zal de verwerking in de circulaire plaatsvinden. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 15

Decembercirculaire gemeentefonds 2014 16

5 Overige mededelingen 5.1 Inleiding Paragraaf 5.2 bevat mededelingen over het gemeentefonds die geen betrekking hebben op één van de specifieke onderdelen uit de hoofdstukken 2, 3 of 4. Vervolgd wordt met mededelingen op het terrein van de gemeentefinanciën. 5.2 Bevoorschotting Uitkeringsjaar 2012 De beschikking waarmee de algemene uitkering voor 2012 wordt vastgesteld zal eind december 2014 naar de gemeenten worden verzonden. Gemeenten waarvoor nog niet alle basisgegevens definitief zijn vastgesteld, zullen de beschikking op een later tijdstip ontvangen. Uitkeringsjaar 2014 De gegevens uit deze circulaire leiden tot aanpassing van de voorschotbetalingen op de uitkeringen over 2014. Het betreft de bijstelling van de uitkeringsfactor en de decentralisatie-uitkeringen die met ingang van de betaalmaand december 2014 geëffectueerd zullen worden. Uitkeringsjaar 2015 De gegevens uit deze circulaire werken met ingang van de betaalmaand januari 2015 door in de voorschotbetalingen op de uitkeringen over 2015. 5.3 Regeling informatie voor derden Op 13 november 2014 is in de Staatscourant de nieuwe Regeling informatie voor derden (Iv3) gepubliceerd. Zie: http://wetten.overheid.nl/bwbr0014668/geldigheidsdatum_02-12-2014. Met deze publicatie is de vernieuwde regeling ook in werking getreden. Een nieuwe regeling was noodzakelijk omdat met ingang van 1 januari 2015 taken op het gebied van jeugdzorg, participatie en maatschappelijke ondersteuning gedecentraliseerd zijn. De toelichtingen op de functies, categorieën en balansstanden maken niet langer een integraal onderdeel uit van de regeling, maar zijn apart gepubliceerd. Zie (zowel voor gemeenten als gemeenschappelijke regelingen): http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/gemeentelijke-financien/financielefunctie/informatie-voor-derden-iv3. De definitieve toelichting bevat niet langer de wijzigingen ten opzichte van de oude regeling. In vergelijking met de eerdere versie zijn enkele teksten preciezer gemaakt en is de tekst bij de categorie betreffende de financiële derivaten geactualiseerd. De oude versie van het Iv3-informatievoorschrift (17 oktober 2014), waarin ook de aanpassingen Decembercirculaire gemeentefonds 2014 17

zichtbaar zijn, is beschikbaar gebleven. 5.4 Informatie voor derden beschikbaar via Open Data Nederland heeft zich aangesloten bij het Open Government Partnership (OGP), het wereldwijde initiatief om overheden beter te laten functioneren door transparant te zijn over hun inkomsten en uitgaven. Van daaruit stimuleert de rijksoverheid overheden transparant te zijn en gegevens als open data beschikbaar te stellen. Daarom stelt de overheid zoveel mogelijk eigen data vrij beschikbaar. Eén van de initiatieven die hieruit voortvloeit is om de Iv3-data van decentrale overheden als open data beschikbaar te stellen. Het CBS zal de onbewerkte Iv3-data die het van decentrale overheden ontvangt vanuit zijn wettelijke taak volgend jaar als open data voor een breed publiek beschikbaar gaan stellen. 5.5 Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording 5.5.1 Algemeen Op 8 mei 2014 heeft de Adviescommissie vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), ook wel genoemd naar zijn voorzitter, de commissie Depla, zijn rapportage uitgebracht. De instelling van de commissie vond plaats op initiatief van de VNG. De motivatie daarvoor was dat, tien jaar na opstelling van het BBV, er diverse ontwikkelingen zijn die vragen om vernieuwing van het BBV. In reactie op het adviesrapport heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als verantwoordelijk minister voor het BBV, aangegeven het een waardevol rapport te vinden en dat de aanbevelingen ook in belangrijke mate overeenkomen met de beleidsontwikkeling die het Ministerie van BZK op dit moment onderneemt en voorstaat. Waarmee de verwachting is dat een groot deel van de aanbevelingen voortvarend kan worden uitgewerkt. In lijn met het voorstel uit het adviesrapport, is vervolgens door het Ministerie van BZK het besluit genomen een stuurgroep in te stellen die tot taak heeft te bezien hoe de adviezen kunnen worden uitgewerkt. De stuurgroep hanteert daarbij zo veel als mogelijk het rapport als uitgangspunt. De uitwerking van de adviezen is opgedragen aan in totaal zeven werkgroepen. De stuurgroep en de werkgroepen kennen een brede samenstelling met onder andere vertegenwoordigers van gemeenten en provincies. Het betreft de volgende onderwerpen: 1. Uniforme productenlijst in de begroting 2. Beleidsindicatoren 3. Kengetallen financiële positie 4. Doorwerking naar verbonden partijen 5. Rechtmatigheid en wettelijke controle 6. Inzicht in overhead en kosten 7. Stelsel van baten en lasten Decembercirculaire gemeentefonds 2014 18

Het is de verwachting dat vóór de zomer 2015 besluitvorming plaatsvindt over de door de werkgroepen voorgestelde uitwerking. Op basis daarvan zal de beoogde vertaling in aangepaste BBV-regelgeving plaatsvinden. Rekening houdend met de reguliere procedures die daarvoor gelden, zoals formele consultatie van het IPO en de VNG, zal inwerkingtreding vermoedelijk gefaseerd plaatsvinden. 5.5.2 Kengetallen financiële positie Inmiddels heeft de stuurgroep ingestemd met een voorstel om te komen tot een verplichte basisset van vijf kengetallen die in samenhang informatie moeten geven aan raads- en statenleden over de financiële positie van hun gemeente of provincie. Doel is dat daarmee beter door hen het oordeel over de structureel en reëel sluitende begroting kan worden onderbouwd. Voorgesteld wordt de set van kengetallen te presenteren in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, omdat de kengetallen een goed beeld geven van de financiële positie en dus van betekenis zijn voor de weerbaarheid en wendbaarheid. Het is van belang de kengetallen in samenhang te presenteren aangezien een afzonderlijk kengetal niet zoveel zegt over de financiële positie. De vijf kengetallen zijn: 1. Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. De netto schuldquote wordt berekend inclusief of exclusief doorgeleende gelden. Omdat er onzekerheid is of deze leningen wel allemaal terug zullen worden betaald, is het verstandig om dit onderscheid te maken. Op die manier wordt dit risico in beeld gebracht. 2. De solvabiliteitsratio Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen. Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin de decentrale overheid in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. 3. Kengetal Grondexploitatie Hierin wordt informatie gegeven over de waarde van de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage. 4. Structurele exploitatieruimte De structurele exploitatieruimte geeft aan hoe wendbaar een gemeente is. Als de structurele baten hoger zijn dat de structurele lasten is een gemeente in staat om (structurele) tegenvallers op te vangen. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten (conform artikel 17 lid c BBV = exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. 5. Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden De belastingcapaciteit geeft de potentiële ruimte aan die een gemeente heeft om haar structurele Decembercirculaire gemeentefonds 2014 19

baten te verhogen om stijgende structurele lasten (zoals kapitaallasten) op te vangen. De onroerendzaakbelasting, de rioolheffing en de reinigingsheffing bepalen hoe hoog de woonlasten per gemeente zijn. Het Coelo publiceert ieder jaar deze lasten in de Atlas van de lokale lasten. Woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t worden vergeleken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uitgedrukt in een percentage daarvan. De komende maanden zal het voorstel over de financiële kengetallen door het Ministerie van BZK worden verwerkt in een conceptwijzigingsbesluit van het BBV. Dat zal ook formeel ter consultatie worden voorgelegd aan de VNG en het IPO. De planning daarbij is dat medio 2015 het besluit kan worden vastgesteld. De beoogde invoering ervan is met de begroting 2016 en de jaarrekeningstukken 2015. 5.6 Verantwoording en berekening drempelbedrag schatkistbankieren De regeling schatkistbankieren is sinds 5 december 2013 van toepassing voor decentrale overheden. Onderdeel van de regeling is dat gelden tot een drempelbedrag buiten de schatkist kunnen worden aangehouden (regeling schatkistbankieren decentrale overheden, artikel 7, 2e lid). De verantwoording over de berekening en het gebruik van dit drempelbedrag is opgenomen in het wijzigingsbesluit van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten van 16 juli 2014 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-290.html). De nota van toelichting bij het besluit wekt de indruk dat uitgegaan moet worden van het begrotingstotaal van het lopende jaar naar de stand van 31 december. Dit is in de praktijk niet werkbaar. Voor de verantwoording en berekening van het drempelbedrag schatkistbankieren dient te worden uitgegaan van het begrotingstotaal van het lopende jaar naar de stand van 1 januari. Door de stand van 1 januari aan te houden kan gedurende het jaar op een vast bedrag gestuurd worden in de berekening van het drempelbedrag. Daarmee sluit dit aan bij de definitie van begrotingstotaal in de Wet fido (die onder andere wordt gebruikt voor het vaststellen van de kasgeldlimiet). 5.7 Herverdeling wegenbeheer In de jaarlijkse septembercirculaire informeren wij de gemeenten die het betreft hoe zij het bedrag dienen aan te passen dat zij aan waterschappen moeten overmaken voor het beheer van gemeentelijke wegen door de waterschappen. Door vragen van gemeenten is ons gebleken dat hierin voor het jaar 2014 een onjuistheid is geslopen. Deze zetten wij bij deze circulaire recht. Het systeem van aanpassing is wettelijk vastgelegd en kent een verandering met ingang van 2014. Vanaf dat jaar is de verhoging alleen nominaal, niet ook reëel. De jaarlijkse reële ophoging (3,125% van het bedrag 1993) heeft betrekking op de 20 jaren van 1994 tot en met 2013 en had met ingang van 2014 moeten worden stopgezet. Dat had in de septembercirculaire 2013 voor 2014 moeten zijn gebeurd, maar de reële verhoging is doorgetrokken, recent ook voor 2015. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 20

De nieuwe berekeningswijze met ingang van 2014 is: bedrag in t = bedrag in (t-1) + groeipercentage (t) * bedrag in t-1. 5.8 Wijzigingsbesluit BBV inzake gebruik derivaten In paragraaf 5.10 van de septembercirculaire 2014 bent u geïnformeerd over een wijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) vanwege de uitwerking van het rijksbrede beleidskader derivaten (Tweede Kamer 2013 2014, 33 489, nr. 14). De wijziging van het BBV bevat een aanscherping van de verslaglegging over het gebruik van derivaten. Gebruiken decentrale overheden derivaten dan nemen zij voortaan in de toelichting op de balans de volgende informatie op: o de naam en rating van de financiële onderneming; o het type derivaat; o de belangrijkste kenmerken; o de groep leningen of financieringsbehoefte waaraan het derivaat kan worden toegerekend; o indien sprake is van een niet-effectieve positie nemen zij op welke maatregelen genomen worden om die positie ongedaan te maken en de termijn. Door het wijzigingsbesluit BBV wordt voortaan het gebruik van derivaten via de jaarrekening verantwoord, waarmee het onderdeel is van de rechtmatigheidscontrole van de accountant. Het voorstel is dat het BBV met ingang van 1 januari 2015 in werking treedt, waarmee het voor de jaarstukken van het jaar 2014 van toepassing is. In de Ruddo is het prudent gebruik van derivaten uitgewerkt. Het rijksbrede beleidskader derivaten scherpt het prudent gebruik aan. Deze aanscherping leidt er toe dat in de Ruddo het volgende is opgenomen: o decentrale overheden mogen alleen voorgeschreven typen derivaten hanteren; o decentrale overheden mogen geen niet-effectieve positie innemen; o bij het afsluiten van derivaten mogen geen eenzijdige bijstortverplichting worden opgenomen, die uitsluitend nadelige gevolgen hebben voor de decentrale overheden. De verwachting is dat de aanpassing van de Ruddo per 1 januari 2015 van kracht wordt. 5.9 Kennisbank Openbaar Bestuur Het Ministerie van BZK heeft onlangs de Kennisbank Openbaar Bestuur vernieuwd en uitgebreid. Op de Kennisbank vindt u kennis, informatie en data op het gebied van het openbaar bestuur die het Ministerie van BZK verzamelt en gebruikt, zoals grafieken, infographics en ruim 300 onderzoeksrapporten en publicaties. Ook kunt u via de kennisbank zelf tabellen en grafieken samenstellen. De kennis is onderverdeeld in meer dan dertig verschillende thema s waaronder Staat van het Bestuur 2014, Decentralisaties in het sociale domein en Burgerschap en doedemocratie. Onlangs is ook de themapagina Inkomsten van gemeenten toegevoegd met Decembercirculaire gemeentefonds 2014 21

informatie en cijfers over de verschillende inkomstenbronnen van gemeenten in de periode 2008-2014. Deze en overige thema s op de kennisbank kunt u vinden via www.kennisopenbaarbestuur.nl. Omdat kennis dynamisch is wordt de kennisbank regelmatig geactualiseerd en uitgebreid met nieuwe thema s en gegevensbronnen. Decembercirculaire gemeentefonds 2014 22

Bijlagen Decembercirculaire gemeentefonds 2014 Decembercirculaire gemeentefonds 2014 23

Bijlage 2.4.2.1 Overgangsregeling groot onderhoud Decembercirculaire gemeentefonds 2014 24

Herverdeeleffecten per inwoner (Hve/inw) en overgangsregeling 2015 Gemeente Inwoners Hve/inw Suppletie-uitkering Aanvulling BAG 1 Totaal suppletieuitkering Aa en Hunze 25.357-6 81.480 0 81.480 Aalburg 12.846-3 16.160 0 16.160 Aalsmeer 30.759 32-486.962 0-486.962 Aalten 27.013-14 187.751 0 187.751 Achtkarspelen 28.016-11 159.691 0 159.691 Alblasserdam 19.801 16-160.514 0-160.514 Albrandswaard 25.069 5-68.576 47.113-21.462 Alkmaar 94.866-2 78.768 35.900 114.669 Almelo 72.459-7 242.402 55.059 297.461 Almere 196.013 3-290.268 109.461-180.807 Alphen aan den Rijn 106.785 0 11.632 119.157 130.789 Alphen-Chaam 9.717 12-60.731 0-60.731 Ameland 3.578-70 250.811 0 250.811 Amersfoort 150.897 0 24.190 367.131 391.321 Amstelveen 85.015 31-1.321.118 0-1.321.118 Amsterdam 810.937-8 3.128.783 1.333.182 4.461.965 Apeldoorn 157.545-6 490.043 316.638 806.681 Appingedam 12.064-21 127.346 0 127.346 Arnhem 150.823-6 427.603 717.621 1.145.224 Assen 67.190-18 592.097 333.539 925.636 Asten 16.440-6 46.523 0 46.523 Baarle-Nassau 6.612 6-19.631 0-19.631 Baarn 24.314 5-62.873 0-62.873 Barendrecht 47.377 10-235.240 0-235.240 Barneveld 54.152-13 342.798 273.981 616.779 Bedum 10.494-6 32.352 0 32.352 Beek 16.271 5-44.573 0-44.573 Beemster 8.910 11-49.925 0-49.925 Beesel 13.617 6-41.260 0-41.260 Bellingwedde 8.920 1-2.463 0-2.463 Bergambacht 9.970 12-59.301 0-59.301 Bergeijk 18.256 5-42.740 0-42.740 Bergen L 13.237-2 14.367 0 14.367 Bergen NH 30.076-7 104.474 0 104.474 Bergen op Zoom 66.419-3 110.305 0 110.305 Berkelland 44.666-5 115.725 59.779 175.504 Bernheze 29.690-2 24.366 0 24.366 Bernisse 12.368 11-70.545 0-70.545 Best 28.617 1-9.117 0-9.117 Beuningen 25.288 5-65.613 0-65.613 Beverwijk 40.093 18-355.408 0-355.408 het Bildt 10.626-10 54.538 0 54.538 De Bilt 42.036 9-189.220 0-189.220 Binnenmaas 28.710 7-97.478 0-97.478 Bladel 19.834-15 145.207 0 145.207 Decembercirculaire gemeentefonds 2014 25

Herverdeeleffecten per inwoner (Hve/inw) en overgangsregeling 2015 Gemeente Inwoners Hve/inw Suppletie-uitkering Aanvulling BAG 1 Totaal suppletieuitkering Blaricum 9.094 13-58.670 0-58.670 Bloemendaal 22.059 6-67.130 0-67.130 Bodegraven-Reeuwijk 32.910 22-367.416 0-367.416 Boekel 10.089 6-28.112 0-28.112 Ten Boer 7.479 8-30.598 0-30.598 Borger-Odoorn 25.627-3 43.542 0 43.542 Borne 21.884 3-31.866 0-31.866 Borsele 22.579 4-41.481 0-41.481 Boxmeer 28.147-18 255.051 54.051 309.102 Boxtel 30.320-3 48.280 0 48.280 Breda 179.623 1-53.020 551.517 498.496 Brielle 16.312-5 41.986 0 41.986 Bronckhorst 36.932 1-22.352 0-22.352 Brummen 21.177 5-56.250 0-56.250 Brunssum 28.958 12-179.149 0-179.149 Bunnik 14.626 12-89.505 0-89.505 Bunschoten 20.492 7-67.883 0-67.883 Buren 26.019 5-59.090 0-59.090 Bussum 32.631 8-125.221 0-125.221 Capelle aan den IJssel 66.178 17-576.322 0-576.322 Castricum 34.288 2-31.078 0-31.078 Coevorden 35.769-14 242.538 0 242.538 Cranendonck 20.344-1 13.940 85.150 99.089 Cromstrijen 12.738 5-32.462 0-32.462 Cuijk 24.783 0-3.489 0-3.489 Culemborg 27.590-10 139.270 0 139.270 Dalfsen 27.674 3-39.006 0-39.006 Dantumadiel 19.030-8 77.843 0 77.843 Delft 100.046 6-298.934 0-298.934 Delfzijl 25.698-4 57.274 0 57.274 Deurne 31.659-14 217.748 0 217.748 Deventer 98.322-5 253.229 0 253.229 Diemen 25.930 54-697.576 0-697.576 Dinkelland 25.947-6 73.839 0 73.839 Doesburg 11.437-1 6.690 0 6.690 Doetinchem 56.344-13 378.481 6.549 385.030 Dongen 25.358-4 51.229 0 51.229 Dongeradeel 24.160-16 194.611 0 194.611 Dordrecht 118.691 9-558.937 121.186-437.751 Drechterland 19.250 5-44.228 0-44.228 Drimmelen 26.695 9-125.861 0-125.861 Dronten 40.413 2-36.426 0-36.426 Druten 18.210-15 132.216 0 132.216 Duiven 25.609-1 13.737 0 13.737 Echt-Susteren 31.976-7 118.535 0 118.535 Decembercirculaire gemeentefonds 2014 26