Blauwdruk voor (juridische) afspraken voor samenwerking in projecten met BIM



Vergelijkbare documenten
fysieke werkelijkheid digitaal wordt gesimuleerd. BOUWEN MET INFORMATIE MANAGEMENT SYSTEMEN, WHAT S NEW?

Building Information Modeling Informatie in een digitaal prototype van het ontwerp kostenmanagement bbn adviseurs juni 2013

BIM Laatste BIM ontwikkelingen efficiency, kwaliteit en euro s. A.M. Slockers Admea / Smits van Burgst

RRBOUWRAPPORT 144. Aan de slag met BIM; gewoon doen! Handreiking, Virtueel Bouwen

Wat is BIM. BIM model

3D IMRO en BIM. 3D bouwplannen en bestemmingsplannen. Tim Dijkmans & Léon van Berlo

Nationaal Model BIM Protocol

DE JURIDISCHE KANT VAN BIM

Doel ITANNEX: Verbeteren van de kwaliteit van de bebouwde omgeving en van het proces waarmee het ontworpen, gerealiseerd en beheerd wordt

Oplossingsvrij specificeren

Initiatieven richting duurzame ontwikkeling ondergrond succesvoller met Grondslagen voor Governance

Broodje BIM in het kader van Bouwlokalen gepresenteerd door:

Het Digitale Huis. Samenwerkende software voor de bouw

Open BIM. samenwerken aan een Bouw Informatie Model. 2 e BIM PRAKTIJKDAG, 15 oktober 2014, Ter Elst Edegem

Meerjaren Speurwerkprogramma Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Evidence Based Design

Van inconsistent model naar betrouwbare informatiebron

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Standaardisering..Waarom? Vanuit het oogpunt van de installateur. Alexander Hoos 09 mei 2016

2 e BIM- Bijeenkomst. 23 april 2013

BIM Building Information Modelling Angela Minderhoud Advocaat-partner Construction & Real Estate

academy INNOVEREN MET BIM Praktische training Dome

Slim bouwen met BIM 11 juni 2014

BIM bij Schüco. Hilvarenbeek,

COINS Praktijkproject. René Dorleijn & Gertjan van Manen. 23 januari 2008

Plan van Aanpak. Christophe Deloo, Roy Straver & Machiel Visser. Versie 4 ( )

Veel voor weinig. Ir A.W. Jansen MBA, Deerns raadgevende ingenieurs

Onderzoek naar: Inhoud De impact van BIM op de rol van de projectmanager

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

Implementatie BIM in Nederlandse civiele- en infrabouw

BIM IN DE BOUW WILLEN, KUNNEN, MOETEN! 5 OKTOBER 2017 HANS VOORDIJK I.S.M. SANDER SIEBELINK, RUTH SLOOT, MARC VAN DEN BERG EN PROF.

Workshop BIM. Een methodiek met nieuwe kansen 21 juni Hans Hendriks & Frank Maatje

Ingenieurs & BIM. 27 januari 2012

Van ondergronddata via informatie naar kennis

BIM Protocol JAZO Zevenaar bv

Living apart together. Engineering Data Management en Document Control; Document Control-systeem Delen, controleren en goedkeuren

Introductie ArchiMate

BIM: van hype naar praktijkintegratie. René Dorleijn


Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Virtual Design & Construction. Sneller, beter, slimmer

DE BIM WERKMETHODIEK. Gezocht: BIM-Partners. De toekomst is NU!

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag?

BIM Protocol De Jong Rutten BV

BIM bouwen doe je samen. Ir. Marco van der Ploeg Manager BIM

ISO 14001:2015 Readiness Review

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Brochure. Door Martijn Breugelmans

DATAMODELLERING SIPOC

NEC3 als alternatieve contractvorm in de bouw

Memo gebruik BCF t.b.v. "Communicatie BIM

BIM 2.0 VANUIT HET PERSPECTIEF VAN EEN AANNEMER WILLEM PEL BALANCE & RESULT. Pioneering BIM werkplaats 27 januari 2012

BIM in de bouwkolom. Inhoud opgave: 1 Wat is BIM en moet ik er nu al wat mee doen?: 2. 2 BIM vereist een andere wijze van samenwerken: 2

Het Digitale Fundament van de Bouw Bibliotheek. BouwConnect is powered by

Projectmatig 2 - werken voor lokale overheden

Handleiding 4CIS InfoBase Project Projectbeheer Urenregistratie Kostenregistratie Factureren op basis van kostenregistratie

Het plan van aanpak, een hele klus

Rapport over het werkprofiel van Software engineer (sr)

BIM: kennis delen is macht! ing. Gerrie Mühren MBA Voorzitter, Benelux chapter buildingsmart

CDF Concurrent Design at Feadship

TROWA. Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening. Datum : : 2.0, definitief

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL

Functiefamilie ET Thematische experten

Aanleiding Maatregelenpakket uit 2008 ter verbetering van de ICT/GIS functie (DB ).

Bouwnijverheid heeft een productiviteit sprong nodig. CADAC 29 september 2016

ICT Beheermodel informatiesystemen Drechtsteden Baseline inrichting ICT beheermodel Drechtsteden

Academie voor de Rechtspraktijk 1

6. Project management

Tips & Tricks: Tip van de maand januari 2009

Succesvol verbinden met CB-NL

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Een werkdrukplan opzetten. Keuze voor een grote of kleine aanpak: een werkdrukplan opzetten. Aftrap

Inleiding : OpenBIM workflow KUBUS : Bouwkundig ontwerp, kosten, uitwisseling Construsoft : Uitwerking door constructeur en aannemer BINK :

DE BIM-WERKMETHODIEK. Gezocht: BIM-Partners. Stap in de toekomst!

Voorblad Inhoudsopgave Inhoud

De openheid van de standaard en het standaardisatieproces is een bijzonder aandachtspunt voor het expertonderzoek.

Procestool; sleutel tot succes?

ERP Implementatie in de praktijk

Albert Martinus. Symposium BIM in de watersector 11 mei 2016

Technische implementatie De infrastructuur rondom Transit kent de volgende rollen:

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

ORGANISATORISCHE IMPLENTATIE BEST VALUE

BIM in de praktijk. Alexander Hoos / Kuijpers

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Voorstel voor de Raad

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.

Ruimte voor ontwikkeling. Financiële haalbaarheid en management van gebiedsontwikkeling

Offerte / Gemeente Breda / Versie 2.0

Bekend zijn met de visie en inzet van procesmanagement in de eigen organisatie.

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity.

BIM-rollen & competenties. BIM Praktijkdag , Utrecht Wouter Notenbomer, SBRCURnet

Hoe kunt u profiteren van de cloud? Whitepaper

Digitale Platforms: een analytisch kader voor het identificeren en evalueren van beleidsopties

Virtueel bouwen met een BIM

Project Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar

Nieuwe Aanbestedingswet. Marktdag Zwolle, 10 maart 2016 Mr D.E. van Werven, Bouwend Nederland

Bijeenkomst 5 maart 2013

Integratie locatie-informatie in de bouw met BIM

Handreiking D&C Contracten. 26 September 2005

Kickstart Architectuur. Een start maken met architectuur op basis van best practices. Agile/ TOGAF/ ArchiMate

Transcriptie:

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 Blauwdruk voor (juridische) afspraken voor samenwerking in projecten met BIM Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus 49 2600 AA Delft www.tno.nl T +31 88 866 30 00 F +31 88 866 30 10 infodesk@tno.nl Datum 01 juli 2013 Auteur(s) dr. Rizal Sebastian (projectleider) dr. Esra Bektas Hendrik van Meerveld MSc ir. Freek Bomhof ir. Léon van Berlo Exemplaarnummer TNO-060-DTM-2013-01520 Oplage n.v.t. Aantal pagina's 36 (incl. bijlagen) Aantal bijlagen 3 Opdrachtgever n.v.t Projectnaam TNO-MKB Technologiecluster 'Blauwdruk Bedrijfssamenwerking met BIM' (TC BBB) Projectnummer 052.04001 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. 2013 TNO

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 2 / 36 Samenvatting Het gebruik van een bouwinformatiemodel (BIM) is niet nieuw in de bouwsector; er zijn al veel BIM-projecten uitgevoerd. Desondanks worden afspraken tussen de opdrachtgevende en opdrachtnemende partijen (al dan niet binnen en consortium) met betrekking tot BIM vaak op ad hoc basis gemaakt. In gevallen dat er bij aanvang van een bouwproject op ad hoc basis afspraken gemaakt worden, zijn de betrokken partijen vaak lang bezig om tot een overeenkomst te komen. Dit gebeurt meestal met behulp van juristen en neemt in de eerste stadia van een project veel tijd in beslag. Er bestaat dan nog steeds een risico dat sommige problemen over het hoofd gezien worden, welke vervolgens (te) laat aan het licht komen. In gevallen dat er geen BIMspecifieke afspraken gemaakt worden bij aanvang van het project, zijn partijen geneigd om de kosten van het bouwproject te verhogen wegens risico s van onduidelijkheden van de BIMaanpak en eventueel meerwerk. In beide gevallen is er behoefte aan generieke richtlijnen waarbij (juridische) aspecten en keuzemogelijkheden met betrekking tot het samenwerken met behulp van BIM helder op een rij worden gezet. De generieke richtlijnen dienen daarmee de keuzemogelijkheden aan te geven én de consequenties van keuzes. Zodoende kunnen deze richtlijnen ondersteuning geven aan partijen bij het maken van (formele) afspraken voor samenwerking met behulp van BIM. In dit rapport worden deze richtlijnen beschreven in een Blauwdruk voor (juridische) afspraken voor samenwerking in projecten met BIM. De Blauwdruk bestaat uit twee delen: Overzicht van de belangrijkste (juridische) aspecten voor samenwerking met BIM. In dit deel wordt ook ingegaan op keuzemogelijkheden die er zijn voor het omgaan met deze aspecten. Identificatie van BIM-gerelateerde taken. Verder wordt in dit deel ook behandeld dat deze taken in huidige, reeds bestaande, functies geplaatst kunnen worden, of dat deze geplaatst kunnen worden in nieuw te contracteren functies. In de bijlagen wordt ingegaan op overwegingen die betrekking hebben op de uit- en aanbesteding van BIM-projecten en overwegingen richting de uitwerking van een juridisch kader. Verder wordt er in de bijlagen ingegaan op de uitgevoerde literatuurstudie, praktische ervaringen en mogelijke discussiepunten. Deze Blauwdruk is de uitkomst van een TNO-MKB Technologiecluster-project. In dit project hebben het MKB, verschillende brancheorganisaties (BNA, NLingenieurs, Uneto-VNI, Bouwend Nederland), vertegenwoordigers van opdrachtgevers uit de sector, en het Instituut voor Bouwrecht geparticipeerd. In de totstandkoming van deze Blauwdruk zijn verschillende stappen doorlopen. De eerste stap betrof het uitvoeren van een literatuurstudie (inclusief internationale handleidingen op het gebied van BIM). In een tweede stap is een conceptversie van de Blauwdruk ontwikkeld, welke geverifieerd en verbeterd is met behulp van juridische adviseurs, brancheorganisaties, en het MKB. De derde stap betrof het uitvoeren van vier casusstudies om in de praktijk te zien welke principes met bijbehorende juridische aspecten omtrent het gebruik van BIM gevolgd werden. In een vierde stap is een tweede concept van de Blauwdruk geëvalueerd door een expertpanel van juristen en opdrachtgevers. In samenwerking met projectdeelnemers is een definitieve versie ontwikkeld.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 3 / 36 Inhoudsopgave Samenvatting... 2 1 Inleiding... 4 1.1 TNO-MKB Technologiecluster... 4 1.2 Achtergrond en probleemstelling... 5 1.3 Projectdoelstellingen en aanpak... 6 1.4 Gebruiksaanwijzer van de Blauwdruk... 6 1.5 Aanpakken voor integraal samenwerken met behulp van BIM... 7 2 Belangrijkste (juridische) aspecten voor samenwerking met BIM... 11 2.1 Eigendom van BIM-modellen / dataset... 13 2.2 Zeggenschap en competenties bij selectie van BIM software, platform en/of standaarden.... 15 2.3 Het management van BIM werkprocessen... 16 3 (Juridische) positionering BIM-gerelateerde taken... 18 3.1 Beschrijving van BIM-gerelateerde taken... 18 3.2 Mogelijke keuzes voor (juridische) positionering BIM-taken... 21 4 Conclusie... 22 A. Annex 1: Casestudie bevindingen... 23 Casus 1 (bijdrage Birgit Hopff Bloeii Advies & Ontwikkeling)... 23 Casus 2 (bijdrage Wouter Zwerink VDNDP)... 26 Casus 3 (bijdrage Erik Kooi Spring Architecten)... 28 Casus 4 (bijdrage Daniël De Witt DWA)... 29 B. Annex 2: Wet en regelgevingsfactoren... 30 C. Annex 3: Internationale stand-van-zaken... 33

1 Inleiding TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 4 / 36 1.1 TNO-MKB Technologiecluster Dit rapport is het resultaat van het project TNO-MKB Technologiecluster Blauwdruk Bedrijfssamenwerking met BIM (TC BBB), uitgevoerd in de periode van 1 december 2012 31 mei 2013. Het TC-project valt binnen het MKB Collectieve Kennisoverdrachtprogramma (met Rijksbijdrage). Dit programma heeft de missie om het midden- en kleinbedrijf (MKB) aan te zetten tot innovatie door unieke state-of-the-art kennis van TNO over te dragen. De MKB-deelnemers van dit TC-project zijn genoemd in de onderstaande tabel. Tabel 1: MKB-deelnemers TC-project Organisatie Plaats Contactpersoon Bloeii Advies en Ontwikkeling Deil mvr. Dipl.-Ing. Birgit Hopff DWA Installatie -en energieadvies Bodegraven ir. Daniël de Witte Hamilton Consult BV Doorwerth ir. Jos Hamilton Hendriks Bouw en Ontwikkeling Oss ir. Cyrille Pennavaire IAA Architecten - VDNDP Enschede- Amsterdam ir. Wouter Zwerink Spring Architecten Rotterdam ir. Erik Kooij Bij dit TC-project zijn juridische, aanbestedings-, en BIM-deskundigen betrokken als klankbordgroep. Deze staan vermeld in de onderstaande tabel. Tabel 2: Leden klankbordgroep Expert prof. mr. dr. Monika Chao-Duivis mr. Rick van der Weerd mr. Hora Tjebbes mr. Margreet van Deurzen mr. Hans Smeekens drs. ing. Maarten Georgius ir. Jeroen Burger Organisatie Instituut voor Bouwrecht ARCADIS Movares Uneto-VNI Hendriks Bouw en Ontwikkeling Aedes Rijksgebouwendienst Hiernaast is er ook afstemming geweest met de stuurgroep van het TNO BrancheInnovatieContract Virtueel Bouwen waarin de vertegenwoordigers van de brancheorganisaties (BNA, NLingenieurs, Uneto-VNI, Bouwend Nederland) zitting hebben.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 5 / 36 1.2 Achtergrond en probleemstelling Het werken met zogenaamde Bouwwerk Informatie Model wordt in de huidige bouwpraktijk steeds gebruikelijker. Een Bouwwerk Informatie Model, of kortweg BIM, is een digitale representatie van functionele en fysieke karakteristieken van een bouwwerk. Een dergelijk model is een uitgangspunt voor, en ondersteunend aan activiteiten en besluitvorming in de levenscyclus van een bouwwerk. Ten aanzien van het huidige gebruik kan verder het volgende gesteld worden 1 : BIM is zowel een technologie als een nieuwe manier van werken, d.w.z. hulpmiddelen die levering van resultaten en de wijze van het samenwerken verbeteren. BIM gaat over informatie, communicatie en levering, waarbij de nadruk meer op het aspect 'informatie' ligt. BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een bouwwerk met het doel om oplossingen uit te kunnen werken en de mogelijkheid te bieden om de effecten hiervan te simuleren en te analyseren. BIM is een bron van gedeelde kennis zodat er gedurende de levenscyclus van het bouwwerk een betrouwbare basis voor de besluitvorming ontstaat. In principe vindt informatie-uitwisseling met verschillende betrokken partijen (bijv. architecten, adviseurs, bouwers, installateurs, opdrachtgevers, fabrikanten) digitaal plaats. Hierdoor kan het gebruik van BIM leiden tot veranderingen in bedrijfsprocessen en daarmee ook veranderingen in aansprakelijkheden, verantwoordelijkheden, mogelijkheden en bedrijfsrisico s. Wanneer de wijze van samenwerken verandert, kunnen traditioneel gegroeide afsprakenkaders (zoals onder meer vastgelegd in algemene voorwaarden van huidige contractmodellen) wellicht niet langer volledig van toepassing zijn. Hoewel er al in verschillende projecten gewerkt is met BIM, blijken in de praktijk toch vaak problemen te ontstaan bij het maken van afspraken met betrekking tot BIM. Er zijn twee situaties in de huidige praktijk gesignaleerd. Partijen, zowel opdrachtgevers als marktpartijen, zijn aan het begin van een project een lange tijd bezig (soms met inzet van externe juridische ondersteuning) om onderling afspraken te maken over de samenwerking in specifieke situaties. Omdat er geen sprake is van een gemeenschappelijke startsituatie of referentie, worden deze afspraken op een ad hoc wijze gemaakt. Zodoende herhaalt deze situatie herhaalt bij elke project. In een andere situatie maken partijen géén afspraken in de aanname dat het wel goed komt (of: BIM verandert toch niks of niet veel ten aanzien van juridische aspecten ). Dit alternatief wordt echter gezien als risicovol, omdat niet teruggevallen kan worden op (juridische) afspraken wanneer er problemen ontstaan. In het geval dat er problemen ontstaan, moet er op ad hoc basis afspraken gemaakt worden. Deze situatie herhaalt zich telkens weer wanneer een (nieuw) probleem ontstaat. Kortom, er is veel verwarring over de (juridische) aspecten van samenwerken met BIM: de ene zegt let op grote risico s, het andere zegt geen probleem, niet overdrijven. Het feit is dat alle samenwerkende bouwpartijen het MKB in het bijzonder behoefte hebben aan meer zekerheid bij BIM-projecten. 1 Dit is een werkdefinitie van BIM zoals gebruikt in het TC-project

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 6 / 36 1.3 Projectdoelstellingen en aanpak In dit TNO-MKB Technologiecluster-project zijn er twee doeltellingen gedefinieerd: 1. Het ontwikkelen van een Blauwdruk als basis voor (juridische) afspraken voor samenwerking in projecten met BIM. 2. Het creëren van een brede draagvlak in Nederland samen met het MKB, brancheorganisaties, en bouwopdrachtgevers voor de implementatie van deze Blauwdruk en de respectievelijk te ontwikkelen algemene voorwaarden voor BIM-projecten. Hieronder is puntsgewijs aangegeven welke stappen doorlopen zijn in dit project. Opstellen van de opzet van de Blauwdruk en afbakening van de onderwerpen, gebruikmakend van bestaande kennis in Nederland en het buitenland (recente BIM handleidingen in verschillende landen zoals beschreven in Annex 3 van dit rapport). Verificatie van de concept Blauwdruk met behulp van de juristen in een expertworkshop, en afstemming met het MKB in een plenaire bijeenkomst. Toetsing bij het MKB op basis praktijkervaringen en knelpunten in tweetal werksessies, met dank aan casestudie bijdragen van: Birgit Hopff (Bloeii), Wouter Zwerink (IAA Architecten - VDNDP), Erik Kooij (Spring architecten), en Daniel de Witte (DWA). Toetsing bij juristen en bouwopdrachtgevers in een tweede expertworkshop. Bespreken van tussentijdse bevingen met brancheorganisaties en het MKB, gevolgd door het schrijven van het eindrapport. 1.4 Gebruiksaanwijzer van de Blauwdruk Deze Blauwdruk gaat uit van een situatie waarin partijen de intentie hebben om integraal samen te gaan werken met BIM in een project. 1.4.1 Mogelijke gebruikers en gebruiksmogelijkheden De Blauwdruk is te gebruiken door iedereen die betrokken is bij projecten waarbij gebruik gemaakt wordt van BIM, en die geconfronteerd worden met keuzes met betrekking tot de samenwerking op het gebied van BIM. De Blauwdruk is daarmee geschikt voor onder andere: opdrachtgevers; aannemers; ontwerp-, advies- en ingenieursbureaus; BIM-experts; projectmanagers. De Blauwdruk is te gebruiken als: Een overzicht van de belangrijkste (juridische) aspecten die van toepassing zijn bij de samenwerking in een BIM-project, en de bijbehorende keuzemogelijkheden. Een hulpmiddel en onderlegger voor het maken van BIM-gerelateerde afspraken tussen betrokken partijen, en evt. voor het opstellen van een projectgebonden BIM-protocol. Een raamwerk voor de ontwikkeling van een set aan algemene BIM voorwaarden, eventueel als een annex voor de huidige contractmodellen (DNR, UAV, UAVgc, Bouwteamovereenkomst) naar de plannen van o.a. IBR, TNO en de brancheorganisaties. De Blauwdruk is NIET te gebruiken als: Contractdocument. Standaard advies ( zo moet je het doen ). Benchmark tussen de (te maken) keuzes/afspraken of tussen verschillende contractmodellen. Dichtgetimmerde of uitputtende opsomming over (juridische) aspecten van het werken met BIM.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 7 / 36 1.4.2 De opbouw van Blauwdruk en stappenplan voor gebruikers. Deze Blauwdruk bestaat uit twee delen. Deel I gaat in op de belangrijkste (juridische) aspecten voor samenwerking met BIM, inclusief keuzemogelijkheden per aspect. Deel I wordt behandeld in Hoofdstuk 2 van dit rapport. Deel II gaat in op de (juridische) positionering van BIM-gerelateerde taken. Deel II wordt behandeld in Hoofdstuk 3 van dit rapport. Bij het maken van keuzes met betrekking tot samenwerking op het gebied van BIM zullen deze twee delen achtereenvolgens doorlopen worden. Tabel 3: Overzicht van delen Blauwdruk en te doorlopen stappen. Onderdeel Stappen Deel I - Stap 1: Bedenk op welke wijze partijen moeten samenwerken met behulp van BIM. - Stap 2: Denk aan de (hoofd)aspecten zoals genoemd in hoofdstuk 2. - Stap 3: Maak nadere keuzes voor de invulling per genoemd aspect. Deel II - Stap 1: Bepaal de meest effectieve rolverdeling van BIM-actoren op basis van alle taken. - Stap 2: Maak de keuze voor contractuele positionering van deze BIMactoren (BIM-taken als aanvulling van de functieomschrijving van de huidige contractpartijen; of aanstelling van een nieuwe contractpartij). 1.5 Aanpakken voor integraal samenwerken met behulp van BIM Zoals is aangegeven in paragraaf 1.2 heeft BIM o.a. betrekking op de manier van werken. Er zijn echter verschillende manieren waarop er samengewerkt kan worden met behulp van BIM. Dit kan een BIM-aanpak genoemd worden. Met BIM-aanpak wordt in dit document bedoeld de wijze waarop partijen integraal samen willen werken met behulp van BIM. Er zijn verschillende aanpakken mogelijk, maar er zullen hieronder twee hoofdvormen behandeld worden. Deze kunnen het beste gezien worden als twee uitersten op een schaal, hoewel er ook veel overeenkomsten zijn. Het is mogelijk om een verdere opdeling te maken, of om gemengde vormen te definiëren. Dit zal in dit document niet verder aan bod komen. De twee hoofdvormen zijn: 1. Central BIM, alle partijen werken live in éénzelfde dataset/model. 2. Aggregate BIM, alle partijen werken samen aan één dataset/model, welke (periodiek) geaggregeerd vanuit verschillende disciplinaire datasets/modellen. Deze methode typeert zich door integratie van data. Het hebben van duidelijkheid over de aanpak is belangrijk, omdat dit invloed kan hebben op (juridische) aspecten. Anderzijds kan ook gesteld worden dat keuzes bij bepaalde (juridische) aspecten kunnen bepalen wat voor aanpak het meest geschikt is. In de volgende twee paragrafen wordt verder ingegaan op de twee hoofdvormen. Er zal inzichtelijk gemaakt worden wat de eigenschappen zijn van deze twee hoofdvormen.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 8 / 36 1.5.1 Central BIM De aanpak Central BIM gaat uit van één centraal informatiemodel of centrale file/database. In deze BIM-aanpak werken alle betrokken partijen tegelijk met eenzelfde bouwinformatiemodel en delen daarbij de database (zie Figuur 1). Een informatiemodel in softwareontwikkeling is een abstract model, waarin de (bouw/project)informatie die gebruikt wordt voor communicatie tussen teamleden en het ontwikkelingen van applicaties, gedocumenteerd en beschreven wordt. Hierin wordt specifiek beschreven hoe informatie opgeslagen en benaderbaar is. Een informatiemodel bepaalt expliciet de structuur van informatie of gestructureerde data. Het meest gebruikte informatiemodel in de bouwsector is het IFC-model (Industry Foundation Classes). Central BIM Figuur 1. Conceptueel figuur van de aanpak Central BIM waarbij verschillende partijen live met éénzelfde bouwinformatiemodel werken. Bij deze aanpak is er sprake van een centrale database die door elke discipline gelijktijdig gebruikt wordt om hun discipline-specifieke oplossingen te modelleren, visualiseren, etc. Deze aanpak met een Central BIM levert de mogelijkheid om alle informatie direct ( live ) te synchroniseren met alle betrokken partijen en personen. Om dit te bereiken zijn er echter wel een aantal voorwaarden, namelijk: 1. een gestandaardiseerde structuur van alle databases; en als gevolgd daarvan; 2. dat teamleden gebruikmaken van dezelfde software (een homogene software omgeving). 1.5.2 Aggregate BIM Net als bij de aanpak volgens Central BIM wordt in deze aanpak ook door partijen samengewerkt aan één bouwinformatiemodel. Een essentieel verschil is de manier waarop dit bouwinformatiemodel tot stand komt. Bij de aanpak volgens Central BIM werken partijen live in hetzelfde bouwinformatiemodel, bij de aanpak volgens Aggregate BIM is het bouwinformatiemodel het resultaat van het samenvoegen (aggregeren) van meerdere disciplinaire bouwinformatiemodellen. Disciplinaire bouwinformatiemodellen zijn modellen die gecreëerd zijn door iedere betrokken discipline (bijv. de architect, de constructeur, etc.). Een geaggregeerd bouwinformatiemodel wordt bijvoorbeeld gebruikt voor clash detection, het genereren van (gedeelde of gezamenlijke) kostendocumenten, planningen, etc.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 9 / 36 Deze aanpak is niet nieuw en andere benamingen worden ook gehanteerd (o.a. Reference Models, Discipline BIM, of Aspect Models. 2 Recent onderzoek heeft uitgewezen dat deze methodiek geprefereerd wordt door de Nederlandse bouwpraktijk 3. De BIM-aanpak Aggregate BIM is grafisch weergegeven in Figuur 2. a b c Figuur 2. Het principe van Aggregate BIM (Van Berlo e.a., 2012; Lundsgaard, 2008) Aan de rechterzijde van Figuur 2 zijn de native bouwinformatiemodellen weergegeven. Dit zijn modellen van individuele partijen zoals architecten, aannemers, installateurs, etc. of van specifieke personen in het project. Vanuit deze native bouwinformatiemodellen kunnen analyses, data extracties, calculaties, etc. uitgevoerd worden. Indien nodig, maakt dezelfde partij/persoon (op een specifiek of willekeurig tijdstip) een disciplinair bouwinformatiemodel (bijv. in IFC datastructuur) en stuurt deze naar een afgesproken punt. Dit kan een andere partij/persoon zijn, een afgesproken dataopslag, een modelserver, of wat dan ook. Dit bouwinformatiemodel kan worden geaggregeerd met andere (één of meerdere) discipline bouwinformatiemodellen. Aan de linkerzijde van Figuur 2 (links van de stippellijn; aangegeven met een a ) is een geaggregeerd bouwinformatiemodel te zien. Het maken van een dergelijk model is op verschillende manieren mogelijk. Er dient opgemerkt te worden dat ook native modellen kunnen worden geaggregeerd 2 Lundsgaard, T. et al 2008, BIPS C102 CAD manual. 3 Van Berlo, L.A.H.M., Beetz, J., Bos, P., Hendriks, H. and van Tongeren, R.C.J. 2012. "Collaborative engineering with IFC : new insights and technology." In Gudnason, G. and Scherer, R.(eds.): 9 th European Conference on Product and Process Modelling, July 25-27, 2012. Reykjavik, Iceland. Routledge Taylor & Francis Group. 811-818.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 10 / 36 indien het projectteam daarvoor kiest. Het geaggregeerde bouwinformatiemodel is dan hetzelfde als het native bouwinformatiemodel. Projectleden kunnen de informatie die zij nodig hebben voor het project op verschillende manieren verkrijgen. a. De informatie kan uit een geaggregeerd bouwinformatiemodel gehaald worden. b. De informatie kan uit een disciplinair bouwinformatiemodel gehaald worden. c. De informatie kan uit een native bouwinformatiemodel gehaald worden. Disciplines voeren hun eigen taken uit binnen de grenzen van elke desbetreffende discipline, en leveren daarnaast een oorspronkelijke informatiemodel (dit is aangegeven met c in Figuur 2). Elke discipline produceert een discipline bouwinformatiemodel (aangegeven met een b in Figuur 2) welke geschikt is om een geaggregeerd bouwinformatiemodel te genereren. Om het discipline bouwinformatiemodel geschikt te maken voor het generen van een geaggregeerd bouwinformatiemodel, is het noodzakelijk om dezelfde datastructuur te gebruiken (bijv. IFC). Wanneer het nodig blijkt om het oorspronkelijke bouwinformatiemodel te wijzigen (bijv. na het vinden van problemen bij clash detection bij het geaggregeerd bouwinformatiemodel) kunnen projectleden dit doen in het native bouwinformatiemodel. 1.5.3 Ter samenvatting De BIM-aanpak Aggregate BIM is gebaseerd op een concept waarbij gewerkt wordt in verschillende disciplinaire bouwinformatiemodellen welke geaggregeerd/geïntegreerd worden. Deze BIM-aanpak staat toe dat partijen gebruikmaken van verschillende softwareapplicaties, en zowel synchroon als asynchroon kunnen werken. Een geaggregeerd bouwinformatiemodel kan ook duplicaten van objecten bevatten indien het projectteam dit prefereert die volgen uit de samenvoeging van verschillende bouwinformatiemodellen. De twee vormen die in de laatste twee paragrafen zijn beschrijven zijn twee uiterste vormen. Wel is het belangrijk om te erkennen dat er verschillende vormen zijn. Bovendien kan dit invloed hebben op de keuzes die gemaakt worden bij (juridische) aspecten. In het volgende hoofdstuk zal ingegaan worden op de belangrijkste (juridische) aspecten voor samenwerking met BIM. Wanneer van toepassing, zal er gerefereerd worden naar de twee BIMaanpakken die hier behandeld zijn.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 11 / 36 2 Belangrijkste (juridische) aspecten voor samenwerking met BIM Ongeacht de keuze voor een bepaalde BIM-aanpak, zijn er altijd een aantal belangrijke (juridische) aspecten die aan bod komen wanneer partijen samen willen werken met behulp van BIM. Er zijn drie (juridische) hoofdaspecten te benoemen, waar verschillende aspecten onder vallen: 1. Eigendom van BIM modellen / dataset. 2. Zeggenschap en competenties bij selectie van BIM software, platform en/of standaarden. 3. Management van BIM werkprocessen. In Tabel A is een overzicht gegeven van de belangrijkste (juridische) aspecten. Deze aspecten zijn in principe bij elke BIM-aanpak van toepassing. Soms is er echter sprake van een uitzondering, en dit wordt dan ook aangegeven. Per aspect wordt bovendien aangegeven welke keuzemogelijkheden er zijn. De (juridische) aspecten worden vervolgens verder toegelicht. Daarbij wordt ingegaan op de verschillende keuzemogelijkheden en de consequenties die verbonden zijn aan deze mogelijkheden.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 12 / 36 Tabel 4: Overzicht van (juridische) aspecten en keuzemogelijkheden per aspect. (Juridisch) hoofdaspect 1: Eigendom van BIM modellen / dataset (Juridisch) hoofdaspect 2: Zeggenschap en competenties bij selectie van BIM software, platform en/of standaarden (Juridisch) hoofdaspect 3: Management van BIM werkprocessen' Rechten op intellectuele kennis die zich bevindt in het bouwinformatiemodel Partijen dragen specifieke intellectuele kennis bij. Wanneer partijen samenwerken, komt het aspect aan bod wie de rechten heeft op deze intellectuele kennis. Een toepasbare optie voor het detecteren van intellectuele eigendommen en de bijdrage die deze leveren, is gebaseerd op intellectuele eigendomsrechten (Intellectual Property Rights / IPR). Aandachtspunten: - Vooral bij een aanpak volgens Central BIM kan dit lastig zijn. Doordat er sprake is van live synchronisatie kan het lastig zijn om (specifieke) intellectuele kennis te identificeren en/of los te koppelen. - Het juridische aspect met betrekking tot de eigendom van intellectuele kennis zijn minder problematisch bij een BIM-aanpak volgens Aggregate BIM. Immers, bij deze is het gemakkelijker te achterhalen uit welk disciplinair model de kennis afkomstig is. Eigendom van het bouwinformatiemodel (als virtueel gebouw / eindproduct) Bij een project met BIM kan er een virtueel eindproduct gemaakt worden. Het (juridische) aspect dat hierbij naar voren komt is wie eigenaar is of wordt van dit bouwinformatiemodel of virtueel eindproduct. Keuzemogelijkheden of combinatie daarvan: - Het bouwinformatiemodel wordt eigendom van de opdrachtgever. - Het bouwinformatiemodel blijft eigendom van de aannemende partij(en). Zeggenschap bij de selectie van BIM software, platform en/of standaarden Wanneer partijen gaan samenwerken, zullen afspraken gemaakt moeten worden over welke BIM-software platform en/of standaarden gebruikt gaan worden. Keuzemogelijkheden of combinatie daarvan: - De opdrachtgever stelt de keuze vast. - De projectpartijen stellen, evt. samen met de opdrachtgever, de keuze vast. - De BIM-manager stelt de keuze vast, als gedelegeerde van de opdrachtgever. Competenties van de betrokken partijen met betrekking tot de gekozen software, platform en/of standaarden Wanneer partijen (samen) willen werken met behulp van BIM, is het van belang dat deze partijen over de juiste competenties beschikken. Keuzemogelijkheden of combinatie daarvan: - Individuele training, waarbij elke partij verantwoordelijk wordt voor de training van het personeel dat gaat werken aan/met het BIM. - Gezamenlijke training, waarbij alle betrokkenen van partijen gezamenlijk training ondergaan. Hierbij is er sprake van een gezamenlijke kostenpost. Aansprakelijkheden gedurende het samenwerkingsproces en daarna Wanneer partijen samenwerken zijn zij individueel of gezamenlijk verantwoordelijk voor de behaalde resultaten. Bij verantwoordelijkheid hoort ook aansprakelijkheid. Keuzemogelijkheden of combinatie daarvan: - Individuele aansprakelijkheden - Gezamenlijke aansprakelijkheden - Waarschuwingsverplichtingen. Sturing van de samenwerkingsprocessen die gepaard gaan met de inzet van BIM Wanneer partijen samenwerken, is er vaak behoefte aan sturing en management. Naast dat er keuzes gemaakt worden over wie deze taak uit gaat uitvoeren (zie hiervoor ook hoofdstuk 3), heeft een (juridisch) aspect betrekking op het soort sturing. Keuzemogelijkheden of combinatie daarvan: - Productgeoriënteerde sturing (het eindproduct hier is een virtueel gebouw / BIM-model). - Procesgeoriënteerde sturing. De invulling van de sturing is verschillend bij Central BIM en Aggregate BIM -aanpakken.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 13 / 36 2.1 Eigendom van BIM-modellen / dataset Er zijn twee aspecten die horen bij de eigendom van het BIM modellen / dataset. De rechten op de intellectuele kennis die zich in het bouwinformatiemodel bevindt. De eigendom van de het uiteindelijke bouwinformatiemodel ( virtueel eindproduct ). Als het gaat om de eigendom van BIM modellen / dataset, dan hangen de (juridische) aspecten vaak samen met: Gebruiksrechten van BIM modellen / dataset. Eigendomsrechten van BIM modellen / dataset. Intellectuele eigendomsrechten van de kennis die in de modellen zich bevindt. Met betrekking tot de rechten dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen een gemeenschappelijk werk en een combinatie van werken 4. Van een gemeenschappelijk werk is sprake indien de bijdragen geen voorwerp van afzonderlijke beoordeling kunnen zijn. Kan het werk wel gescheiden worden -bijvoorbeeld bij tekst en muziek in geval van een opera of een geïllustreerd boek bestaand uit tekst en illustraties- dan is er sprake van een combinatie van werken. Deze kwalificatie is van groot belang want in geval van een gemeenschappelijk werk komt het exploitatie-auteursrecht op het geheel toe aan de auteurs gezamenlijk én behoeft de exploitatie de instemming van alle auteurs (zie art. 26 Aw en art. 3:166 BW). Gaat het daarentegen om een combinatie van werken, dan kan in beginsel iedere auteur zijn exploitatierecht zelfstandig uitoefenen. Van belang is voorts dat het hier om aanvullend recht gaat en dat er op wordt gewezen dat de auteurs van een combinatie van werken de redelijkheid en billijkheid naar de maatstaven van het BW in acht dienen te nemen. Met betrekking tot het bepaalde in art. 26 Aw, dat gewijd is aan gemeenschappelijk auteursrecht, geldt eveneens dat dit van aanvullend recht is en dat de auteurs zich hebben te gedragen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. In de volgende paragrafen zal specifieker ingegaan worden op de (juridische) aspecten en de keuzemogelijkheden die partijen hebben bij deze aspecten. 2.1.1 De rechten op de intellectuele kennis die zich in het bouwinformatiemodel bevindt Het eerste juridische aspect dat aan bod komt is de rechten op de intellectuele kennis. Partijen dragen specifieke intellectuele kennis bij wanneer er samengewerkt wordt met behulp van BIM. Bij deze samenwerking, kan het aspect aan bod komen wie de rechten heeft op deze intellectuele kennis. Het is van belang dat bepaald wordt welke achtergrondkennis aan het project geleverd wordt door partijen, en welke kennis door partijen ontwikkeld wordt gedurende het proces. Vervolgens moeten partijen expliciete afspraken maken hoe deze informatie direct/indirect gebruikt mag worden (in andere projecten). Er kan bijvoorbeeld afgesproken worden dat de kennis die door een bepaalde partij ontwikkeld wordt gedurende het proces, ook eigendom blijft van deze partij. 2.1.2 De eigendom van het uiteindelijke bouwinformatiemodel (het virtuele gebouw) Bij een project met BIM kan er een virtueel eindproduct gemaakt worden. Het (juridische) aspect dat hierbij naar voren komt is wie eigenaar is of wordt van dit bouwinformatiemodel of virtueel eindproduct. Let op, het gaat hier om (een) eindproduct(en). Bij een aanpak volgens Aggregate BIM zijn de verschillende bouwinformatiemodellen in beginsel in eigendom van de individuele partijen. 4 Chao-Duivis, M. (2009), Juridische implicaties van het werken met BIM, Tijdschrift voor Bouwrecht TBR, vol.44.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 14 / 36 Wanneer het gaat om een bouwinformatiemodel als een virtueel eindproduct, dan zijn er twee keuzemogelijkheden. Het bouwinformatiemodel wordt eigendom van de opdrachtgever. Het bouwinformatiemodel wordt daarmee gezien als een virtueel eindproduct wat onderdeel is van de projectoplevering. De opdrachtgever, krijgt alle rechten om dit bouwinformatiemodel te gebruiken gedurende de levenscyclus van het project. De opdrachtgever mag het ontwerp in het bouwinformatiemodel echter niet gebruiken. De opdrachtgever is dus wel eigenaar van het digitale bestand, maar niet van de intellectuele rechten met betrekking tot het ontwerp. In principe dit is dezelfde situatie als bij een ontwerp gemaakt zonder bouwinformatiemodel: de opdrachtgever wordt eigenaar van de tekeningen en hij mag het ontwerp uitvoeren en bijvoorbeeld de tekeningen benutten voor onderhoud. De opdrachtgever mag het ontwerp echter niet herhalen. De opdrachtgever is dus rechthebbende op het model (lees onder traditionele manier van werken: eigenaar van de tekening), en hij mag het ontwerp (dat gedragen wordt op de tekening/in de software) éénmalig realiseren. Het bouwinformatiemodel blijft eigendom van de aannemende partij(en). De eigendom van de disciplinaire bouwinformatiemodellen blijft meestal bij de individuele partijen tenzij dit overgedragen wordt aan de opdrachtgever of een andere partij. Wanneer het een totaal virtueel eindproduct betreft (resultaat bij Central BIM of een geaggregeerd bouwinformatiemodel bij Aggregate BIM ), dan is het bouwinformatiemodel het resultaat van gemeenschappelijk werk. Dit betekent ook dat de eigendom gecombineerd/gedeeld wordt. De eigendom is gebaseerd op separate evaluaties van het werk.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 15 / 36 2.2 Zeggenschap en competenties bij selectie van BIM software, platform en/of standaarden. Zeggenschap en competenties bij selectie van BIM software, platform en/of standaarden. 1. De zeggenschap bij de selectie van BIM-software, platform en/of standaarden. 2. De competenties van de betrokken partijen met betrekking tot de gekozen, platform en/of standaarden. 2.2.1 De zeggenschap bij de selectie van BIM-software, platform en/of standaarden Wanneer partijen gaan samenwerken, zullen afspraken gemaakt moeten worden over welke BIMsoftware, platform en/of standaarden gebruikt gaan worden. In principe zal elke partij gebruik willen maken van software, platformen en standaarden waar reeds ervaring mee is. Echter is dit niet altijd een mogelijk. Het eerste (juridische) aspect heeft betrekking op welke partij(en) het zeggenschap hebben bij de selectie van BIM-software, platform en/of standaarden. Hoewel dit aspect bij elke BIM-aanpak van toepassing is, zijn er wel verschillen. In de meeste gevallen bij een Central BIM -aanpak maakt iedereen gebruik van dezelfde software. Bij een aanpak volgens Aggregate BIM is dit niet van toepassing, omdat partijen met hun eigen software kunnen werken. Typerend voor deze aanpak is dat er dan extra aandacht moet zijn voor afspraken over welke informatie gedeeld wordt, op welke manier dit gedaan wordt en de manier waarop geaggregeerde bouwinformatiemodellen worden gegenereerd gedurende het proces. Er zijn drie mogelijkheden als het gaat om welke partij(en) zeggenschap hebben: De opdrachtgever stelt de keuze vast. De projectpartijen stellen, evt. samen met de opdrachtgever, de keuze vast. De BIM-manager stelt de keuze als gedelegeerde van de opdrachtgever. De keuze die uiteindelijk door deze partijen gemaakt wordt, kan ook beïnvloed worden. Een voorbeeld is dat een softwareleverancier de keuze beïnvloedt, omdat deze extra services kan/zal leveren gedurende het project 5. Dit (juridische) aspect houd sterk verband met het (juridische) aspect dat betrekking heeft op de competenties van betrokken partijen. Immers, het kan zo zijn dat bepaalde partijen niet bekend zijn met de voorgeschreven software, platformen en/of standaarden. 2.2.2 De competenties van de betrokken partijen met betrekking tot de gekozen software, platform en/of standaarden Wanneer partijen (samen) willen werken met behulp van BIM, is het van belang dat deze partijen over de juiste competenties beschikken. Zoals vermeld, is dit sterk afhankelijk van of partijen bekend zijn met de gekozen software, e.d. In gevallen dat de beschikbare competenties niet in evenwicht zijn met de benodigde competenties, is training noodzakelijk. Als gevolg hiervan kunnen punten aan bod komen op het gebied van training en de financiering van deze training. Hierbij zijn er twee opties. Individuele training, waarbij elke partij zelf verantwoordelijk is voor de training van het personeel dat gaat werken met BIM. Gezamenlijke training, waarbij alle betrokkenen van partijen gezamenlijk training ondergaan. Hierbij is er sprake van een gezamenlijke kostenpost. 5 Een voorbeeld is de ontwikkeling van Integrated Project Delivery (IPD) en de betrokkenheid van Autodesk bij het pilotproject.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 16 / 36 2.3 Het management van BIM werkprocessen 2.3.1 Aansprakelijkheid gedurende het samenwerkingsproces en daarna Wanneer partijen samenwerken zijn zij individueel of gezamenlijk verantwoordelijk voor het behalen van resultaten. Hierbij komt het (juridische) aspect naar voren van aansprakelijkheid gedurende het samenwerkingsproces en daarna. Tot een bepaalde hoogte is er een verband met dit punt en het de aansprakelijkheidsverzekeringen van de betrokken partijen van het gehele project. Er zijn twee opties beschikbaar voor het omgaan met dit juridische punt: Individuele aansprakelijkheid. Deze optie heeft als uitgangspositie dat partijen verantwoordelijk zijn voor hun eigen fouten en de gevolgen van deze fouten. Het is waarschijnlijk dat de individuele aansprakelijkheid gedekt worden door de aansprakelijkheidsverzekering van de desbetreffende partij. Gedeelde aansprakelijkheid. Deze optie heeft als uitgangspositie dat partijen afspreken om de gezamenlijk aansprakelijk te zijn en daarmee gezamenlijk verantwoording af te dragen richting de opdrachtgever. Het is waarschijnlijk dat partijen hier ondersteuning bij nodig hebben in de vorm van een (gedeelde) aansprakelijkheidsverzekering. Daarnaast hebben partijen meestal een waarschuwingsplicht. Met betrekking tot waarschuwingsverplichtingen zijn er zijn twee vormen van inlichtingen: Waarschuwingsplicht oftewel de verantwoordelijkheid dat een partij andere partijen in moet lichten of op de hoogte moet stellen wanneer geconstateerd wordt dat deze één of meerdere fouten maken. In het eerste geval draait het om het bewustzijn van, en de verbondenheid tussen partijen gedurende het samenwerkingsverband. Hiervoor is zelfmotivering nodig van partijen om anderen op de hoogte te stellen van zaken en om aanwijzingen te geven (wanneer nodig), ook al zijn er geen directe consequenties verbonden aan de fout voor de partij die de fout constateert. Kortom, het gaat om het gedrag van partijen. Een systematische inlichting van partijen, bijvoorbeeld op het moment dat een geaggregeerd BIM wordt gegenereerd. Dit punt draait om de afspraken die gemaakt worden voor momenten dat er problemen gevonden worden (bij de aggregatie van modellen). Wanneer te weinig informatie beschikbaar is, ontstaan problemen omdat partijen informatie missen. Bij teveel informatie wordt het steeds waarschijnlijker dat partijen de informatie gaan negeren. Het is dus van belang dat partijen vooraf duidelijk definiëren wat voor informatie zij nodig hebben om hun werk adequaat te kunnen doen. Bij een aanpak volgens Central BIM (met een centrale database), is er behoefte aan het zorgvuldig bijhouden welke wijzigingen projectleden maken in het bouwinformatiemodel. Bij gesynchroniseerde werkzaamheden is het moeilijk, maar essentieel, om vast te stellen welke partij de oorzaak is van een probleem en wie dit probleem vervolgens dient op te lossen in het bouwinformatiemodel (en hoe). Bij de BIM-aanpak volgens een Central BIM is het belangrijk dat partijen afspraken maken over het bouwinformatiemodel als een virtueel eindproduct, de structuur van de bouwinformatiemodel, het detailniveau van het bouwinformatiemodel, en de tools/functionaliteiten van het bouwinformatiemodel. Het bepalen van aansprakelijkheden gedurende het samenwerkingsproces is in de aanpak Aggregate BIM relatief gemakkelijk, omdat aansprakelijkheid voor een bepaald discipline bouwinformatiemodel in eerste instantie ook rust bij de desbetreffende discipline. Er kunnen wel complicaties ontstaan met betrekking tot aansprakelijkheden/verantwoordelijkheden wanneer dubbele objecten gegenereerd zijn. Het is belangrijk om te stimuleren dat partijen elkaar inlichten als/wanneer deze fouten ontdekt worden, ook als deze fouten geen consequenties hebben voor de partij die de fout ontdekt. Partijen kunnen akkoord bereiken op een collectieve verplichting om gedurende het genereren van het geaggregeerde bouwinformatiemodel expliciet fouten aan te geven in het eigen

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 17 / 36 bouwinformatiemodel, of het bouwinformatiemodel van andere partijen. Hier gaat het over het inlichten van partijen, oftewel een waarschuwingsplicht. 2.3.2 Sturing van de samenwerkingsprocessen Wanneer partijen samenwerken, is er vaak behoefte aan sturing en management. Naast dat er keuzes gemaakt worden over wie deze taak zal gaan uitvoeren (zie hiervoor hoofdstuk 3), heeft een (juridisch) aspect betrekking op welke manier gestuurd gaat worden. Ongeacht welke aanpak gekozen wordt, zijn er twee opties met betrekking tot management en sturing. - Productgeoriënteerde sturing. - Procesgeoriënteerde sturing. Het verschil komt vooral voort uit het feit dat BIM partijen kan ondersteunen bij het realiseren van het product (virtueel eindproduct), en/of het proces dat beïnvloed wordt door het gebruik van BIM. Hieronder wordt verder ingegaan op verschillende varianten. Productgeoriënteerde sturing. Deze optie draait om het management van bouwinformatiemodellen als product, en richt zich op de kwaliteit van de informatie/data in relatie tot het detailniveau. Hierover worden afspraken gemaakt met de betrokken partijen. Management van het product is gebaseerd op de functionaliteiten en het gebruik van het bouwinformatiemodel en BIM-gerelateerde tools (bijv. functionaliteiten van de BIM-server). Het management van de structuur van het bouwinformatiemodel is gebaat bij een actor met expertise op het gebied van bestand- en informatie-uitwisseling, toegangsrechten tot het bouwinformatiemodel, en de gedefinieerde standaarden die in het bouwinformatiemodel gebruikt worden. Procesgeoriënteerde sturing. Deze optie richt zich op het managen van het project en projectprocessen, welke uiteindelijkbeïnvloed worden door de geselecteerde BIM-aanpak. Deze optie is gebaat bij een actor die een rol vervult van het managen en coördineren van zowel project- als BIM-werkzaamheden, en de autoriteit heeft om samenwerkende partijen aan te sturen richting projectdoelstellingen en BIM-gerelateerde doelstellingen. Deze rol kan vervuld worden door een partij welke continu betrokken is en ook verantwoordelijk is voor het management van BIM-werkprocessen gedurende het gehele project. Het is ook mogelijk dat partijen de verantwoordelijkheid nemen voor het managen van BIM-werkprocessen gedurende een projectfase, op basis van hun verantwoordelijkheden gedurende die projectfase (bijv. dat een ontwerper verantwoordelijkheid draagt gedurende de conceptuele ontwerpfase, of een aannemer gedurende de realisatiefase). Bij de procesgeoriënteerde sturing van BIM-projecten is het belangrijk dat projectfases en mijlpalen bepaald worden, ongeacht welke soort sturing van toepassing is. Partijen kunnen hier kiezen om traditionele projectfases en mijlpalen te kiezen, of om BIM-specifieke projectfasen en BIM-mijlpalen te kiezen (deze laatste kunnen gebaseerd zijn op Level of Detail (LoD) die afgesproken wordt voor elke fase).

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 18 / 36 3 (Juridische) positionering BIM-gerelateerde taken Uiteindelijk moeten er bij elk project bepaalde taken uitgevoerd worden. Bij BIM-projecten zijn er, naast gebruikelijke taken, ook BIM-gerelateerde taken. Het is belangrijk dat alle taken ondergebracht worden, en dat het duidelijk is wat de taakverdeling is. Immers, bij taken horen verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Als taken over het hoofd worden gezien, zal de opdrachtgever daar waarschijnlijk uiteindelijk aansprakelijk voor zijn. Dit betekent dat afspraken gemaakt moeten worden over welke taken bij welke partij neergelegd worden. Het ligt voor de hand hiervoor te kijken naar bestaande algemene voorwaarden. Juridisch is dit niet ingewikkeld 6. In paragraaf 3.1 wordt eerst aangegeven welke BIM-gerelateerde taken er zijn. Hoewel deze taken niet altijd van toepassing hoeven te zijn, en de opsomming niet als volledig moet worden beschouwd, wordt er wel een goed overzicht gegeven van aan welke taken gedacht moet worden. Taken kunnen uitgevoerd worden door reeds bestaande functies (bijv. architecten, adviseurs, projectmanagers). Als gevolg van de juridische implicaties gerelateerd aan het gebruik van BIM, is het soms mogelijk dat bepaalde zaken niet gedekt zijn door reeds bestaande functies. Daarom is het soms beter, of zelfs noodzakelijk, dat taken uitgevoerd worden door nieuw te definiëren functies en functieprofielen. Dit wordt verder behandeld in paragraaf 3.2. 3.1 Beschrijving van BIM-gerelateerde taken Er is een inventarisatie gemaakt van BIM-gerelateerde taken, welke genoemd worden in tabellen B1, B2 en B3. Ten behoeve van overzichtelijkheid, zijn de BIM-gerelateerde taken gegroepeerd. Een eerste groep taken heeft betrekking op het creëren van een bouwinformatiemodel. Met andere woorden taken die direct gerelateerd zij aan het genereren van een bouwinformatiemodel op basis van ontwerpen en bouwinformatie ( het vullen van het bouwinformatiemodel ). Een tweede groep taken heeft betrekking hebben op de ICT-infrastructuur van BIM wat zowel hardware als software kan betreffen. Bijvoorbeeld: het configureren van de BIM-server, faciliteren van import-export en het gebruik van open standaarden. Hier hoort ook bij het combineren, samenvoegen of integreren van verschillende modellen. Een derde groep taken betreft het bezig houden met project- en procesmanagement, voor zover deze beïnvloed worden door het gebruik van BIM. Zoals vermeld wordt deze groepering alleen gebruikt ten behoeve van overzicht. Daarnaast moet vermeld worden dat deze lijsten van taken niet altijd van toepassing hoeven te zijn, of dat de takenlijsten volledig zijn. Wel geven de tabellen een goede indicatie van welke taken er allemaal (kunnen) zijn bij projecten met BIM. Verder is per groep ook een rangorde aangegeven waarbij belangrijke taken eerst genoemd worden. De rechter twee kolommen van elke tabel illustreren de twee keuzemogelijkheden die partijen hebben als het gaat om de positionering van de taken. 1. De taak wordt ondergebracht bij een reeds bestaande functie (bijv. een architect, constructeur) waarbij de taak wordt toegevoegd aan het functieprofiel van de desbetreffende functie; of 2. De taak wordt ondergebracht bij een nieuwe functie wat betekent dat een nieuwe partij bij het project betrokken wordt. 6 Gulijk, S. van, & Muller, L.H. (2011). Het belang van coördinatie bij nevenaanneming: Een aantal specifieke problemen met betrekking tot de coordinatieovereenkomst en een pleidooi voor multilaterale communicatie. Tijdschrift voor Bouwrecht, 2011(4), 315-321.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 19 / 36 Ter illustratie: een belangrijke taak is het maken van een model en contact houden met andere actoren. Een architect, constructeur of installatieadviseur zou deze taak op zich kunnen nemen (naast zijn traditionele taken ) of een nieuwe partij kan ingeschakeld worden om deze taak op te pakken. In paragraaf 3.2. zal ingegaan worden op de twee keuzemogelijkheden. Tabel B1. Overzicht van taken met betrekking op het creëren van een bouwinformatiemodel. Taken met betrekking op het creëren van een bouwinformatiemodel. Met andere worden taken die direct gerelateerd zij aan het genereren van een BIM op basis van ontwerpen en bouwinformatie ( het vullen van het BIM ). 1 Maken van het model en contact houden met andere actoren. 2 Modelleren van complexe geometrieën. 3 Modelleren van additionele, niet-standaard componenten. 4 Identificeren belangrijke elementen van het model. 5 Gebruiken van objecten die geleverd worden door leveranciers in bouwinformatiemodel. 6 Verzamelen van informatie van andere partijen of modellen om het eigen bouwinformatiemodel te maken. 7 Creëren van een standaard structuur voor het modelleren van bibliotheek-objecten. 8 Voorbereiden van 2D-documenten vanuit eigen bouwinformatiemodel. Keuze: In bestaande functies onderbrengen Keuze: Onderbrengen in een nieuwe functie Dit is een voorbeeld invultabel. De keuzes voor positionering van iedere taak of combinatie van taken dienen gemaakt te worden als onderdeel van de samenwerkingsafspraken tussen de actoren in het projectteam. Bij het invullen van de tabel, de namen van de bestaande of nieuwe functies dienen ook vermeld te worden. Tabel B2. Overzicht van taken die betrekking hebben op de ICT-infrastructuur van BIM wat zowel hardware als software kan betreffen. Taken die betrekking hebben op de ICT-infrastructuur van BIM wat zowel hardware als software kan betreffen. Keuze: In bestaande functies onderbrengen Keuze: Onderbrengen in een nieuwe functie 1 Beheren van bestandsoverdracht (site) en toegangsrechten. 2 Controleren van de accuraatheid van het volledige bouwinformatiemodel, doorvoeren van de clash controls. 3 Bepalen van ontwerptemplates. 4 Het up-to-date houden van BIM-structuur, infrastructuur en tools. 5 Bepalen van de mechanismen voor bestandsuitwisseling en het beheren van projectdata. Tevens het bepalen van afspraken die nagekomen moeten worden met betrekking tot het controleren en beheren van verschillende versies van de bouwinformatiemodellen. 6 In kaart brengen van uitwisselingseisen (Exchange Requirements) en IFC-klassen. 7 Ontwikkelen en aanpassen van software ten behoeve van de BIM-integratie en BIM-proces. 8 Omzetten en combineren van modellen van verschillende disciplines. 9 Definiëren van de BIM-structuur en het detailniveau. Dit is een voorbeeld invultabel. De keuzes voor positionering van iedere taak of combinatie van taken dienen gemaakt te worden als onderdeel van de samenwerkingsafspraken tussen de actoren in het projectteam. Bij het invullen van de tabel, de namen van de bestaande of nieuwe functies dienen ook vermeld te worden.

TNO-rapport TNO 2013 R10877 1 20 / 36 Tabel B3. Overzicht van taken met betrekking tot project- en procesmanagement. Taken met betrekking tot project- en procesmanagement. Keuze: In bestaande functies onderbrengen Keuze: Onderbrengen in een nieuwe functie 1 Adviseren opdrachtgever over het nut van BIM inclusief voor- en nadelen. 2 Definiëren van lange termijn verantwoordelijkheden, inclusief de eigendom van het bouwinformatiemodel. 3 Managen van mensen in het implementeren en/of beheren van het BIM-werkproces. 4 Coördineren van het team gedurende het proces, door middel van het onderzoeken en evalueren van de doelstellingen met betrekking tot het BIM-werkproces. 5 Vergaren van informatie van verschillende stakeholders 6 Bepalen van de mechanismen voor bestandsuitwisseling en het beheren van projectdata. Tevens het bepalen van afspraken die nagekomen moeten worden met betrekking tot het controleren en beheren van verschillende versie van de BIM-modellen. 7 Organiseren en houden van overleggen met opdrachtgevers andere relevante partijen om te bepalen welke modellen nodig zijn en welke partij verantwoordelijk zijn voor, en eigenaar zijn van individuele modellen. 8 Verdelen van het projectwerkzaamheden over verschillende (groepen) modelleurs en het retourneren van modellen richting de modelleurs met gewenste aanpassingen. 9 Het plannen van trainingen voor medewerkers zodat deze op de hoogte zijn van huidige en toekomstige versies van BIM-software. 10 Nemen van besluiten bij definitieve review en goedkeuring van de bouwinformatiemodellen. Dit is een voorbeeld invultabel. De keuzes voor positionering van iedere taak of combinatie van taken dienen gemaakt te worden als onderdeel van de samenwerkingsafspraken tussen de actoren in het projectteam. Bij het invullen van de tabel, de namen van de bestaande of nieuwe functies dienen ook vermeld te worden.