Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari 2006-361-



Vergelijkbare documenten
Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende werksoorten binnen de alcohol- en drughulpverlening.

De Sociale plattegrond. Inhoudstafel

Drugpunt 24 februari Drugpunt Drugs Druggebruik begrijpen Vroeginterventie Opvallende verschijnselen In de praktijk Vragen

EERSTELIJN EN DE MIDDELENGEBRUIK: DE ROL VAN EEN HUISARTS IN EEN REGIONAAL NETWERK

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Epidemiologische gegevens

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Alcohol- en druggebruik bij Vlaamse jongeren

(Net)werking van een PAAZ

De Meander is er voor mensen die een vraag hebben naar informatie, ondersteuning of begeleiding rond

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

PopovGGZ vzw. PopovGGZ/2014/RVB/GN/067ter 26/2/2015

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

VAD-Leerlingenbevraging In het kader van een drugbeleid op school Syntheserapport schooljaar

C96 WEL9. Zitting januari 2006 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie

Psychische problemen : waar kan ik terecht?

8% MEER ÉN DIVERSERE VRAGEN VOOR DE DRUGLIJN IN 2016

De Sociale plattegrond

Hulpverlening bij problematisch middelengebruik vanuit een welzijn- en gezondheidsperspectief

Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving

Wegwijs voor ouders en opvoedingsfiguren bij. vragen over middelengebruik.

Verstandelijke beperking en middelengebruik. Een folder voor mantelzorgers en begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking

MIDDELENGEBRUIK IN VLAANDEREN: EEN STAND VAN ZAKEN

Alcohol- en drugpreventie op school.

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Alcoholgebruik bij helft van de studenten niet zonder risico

VAD-leerlingenbevraging

Gezondheid, onderwijs, politie & justitie, vrije tijd Drugbeleid, druggebruik, drugspreventie, klasklimaat, school, schoolklimaat

DRUGS. Inhoudstafel: Heb je vragen over drugs? Heb je problemen met drugs? In deze wegwijzer staan alle diensten die jou kunnen helpen.

Regionaal overleg: Alcohol en andere drugs. CGG Kempen Ellen Van Eynde 17 maart 2015

Laatstejaarsgebruik (N=5367)

VAD-Leerlingenbevraging In het kader van een drugbeleid op school Syntheserapport schooljaar

Een preventief A&D-beleid in maatwerkbedrijven

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg

Inleiding. Johan Van der Heyden

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld.

Als acuut residentieel dient te. (Net)werking van een PAAZ

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid (Arno) Rutte (VVD) 2016Z03888).

Samenvatting van het BELGISCH NATIONAAL RAPPORT OVER DRUGS

PRIT praat INTERSECTORAAL. 12 december 2013

Volwassenen. Mondriaan. voor geestelijke gezondheid

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober

Preventie en voorlichting

Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid. Frieda Matthys, MD, PhD

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie

Face it, Work it. Overzicht

Registratie arbeidszorg

Alcohol- en drugpreventie op school.

Aan de slag met de leerlingenbevraging


Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September

Advies. Over de financiering en de organisatie van de eerstelijnspsychologische interventies in Vlaanderen. Brussel, 27 september 2018

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE

Lokaal Overleg Drugs Deinze Verslag vergadering maandag 7 maart Nieuw. Vacature

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

PSYCHOSOCIALE REVALIDATIE

Vragenlijst verslaving - CRAFFT Vragenlijst 2.0

Algemene informatie over Centrum Maliebaan

Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen Subsidieaanvragen voor verlengingen en nieuwe projecten

Preventie en voorlichting

Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen OPROEP 2014

Nieuwe gids GGB K&J 1

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht

Geestelijke gezondheid!? Ik stel u voor. Cijfers voor Gent. Tijd om normaal te doen over geestelijke gezondheidsproblemen.

5. Recente ontwikkelingen en evoluties Next2next-programma Herstel online De Skuul: vernieuwende werkwijzen

V.A.N.-TOP MINISTER JO VANDEURZEN 21 NOVEMBER 2015

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

FACTSHEET CANNABIS augustus 2011

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

Preventie Tabak, Alcohol en Drugs

Aanbod voor secundair onderwijs

FACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongerenonderzoek in (inter)nationaal verband

Richtlijn alcohol screening door en voor arbeidsgeneesheren Lode Godderis 1,3 Marie-Claire Lambrechts 1,2

NETWERK GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG REGIO IEPER - DIKSMUIDE

OVERGANG ONLINE NAAR AMBULANT

Algemene Informatie. Mondriaan. Informatie voor cliënten. Verslavingszorg. voor geestelijke gezondheid

Inleiding. Sabine Drieskens

Jaarverslag De Spiegel 2014

Wat kan je doen na een suïcide of suïcidepoging? Multidisciplinaire Richtlijn: Detectie & Behandeling van Suïcidaal Gedrag Gent 30/03/2017

3wwonen, werken & welzijn in Halle-Vilvoorde. Sociale Kaart WWKLD Wezembeek-Oppem Wemmel Kraainem Linkebeek en Drogenbos

Netwerk Geestelijke Gezondheid ADS. Situering Netwerkdag 25 januari 2019 Vanessa De Roo Netwerkcoördinator Netwerk GG ADS

HULPVERLENING CAD LIMBURG JAARVERSLAG 2014

De Sociale plattegrond

Federaal fonds ter bestrijding van de verslavingen - oproep

MSOC Gent viert 20-jarig bestaan met 'Heet van de naald'

Forum Opvoedingsondersteuning Westhoek Jonkershove (Houthulst)

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Synthese en strategische analyse nulmeting dak-en thuisloosheid

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Minderjarige nieuwkomers: wie zijn ze en hoe leiden we ze toe naar vrije tijdsinitiatieven?

Transcriptie:

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari 2006-361- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN INGE VERVOTTE VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Vraag nr. 63 van 21 december 2005 van VERA JANS Slaap- en kalmeermiddelengebruik - Onderzoek en preventie Medicijnverslaving is één van de grootste verslavingen in België. In 2002 schreven de Belgische artsen 9,4 miljoen keer een voorschrift voor slaap- of kalmeringsmiddelen, meestal benzodiazepines. Dagelijks gebruiken 1 miljoen Belgen medicijnen die het reactievermogen beïnvloeden. 10 % van de Belgen neemt langdurig benzodiazepines. Teneinde een zicht te krijgen op de ernst van deze problematiek en het gevoerde beleid in Vlaanderen, zou ik de minister graag de volgende vragen willen stellen. 1. Betreffende onderzoek en studiegegevens a) Welke zin de meest recente onderzoeks- en studiegegevens betreffende het gebruik van slaapof kalmeringsmiddelen in Vlaanderen? b) Zijn deze gegevens beschikbaar per provincie? c) Door wie werden deze gegevens verzameld? 2. Betreffende initiatieven inzake het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen a) Welke initiatieven werden er in het verleden genomen om een zicht te krijgen op de problematiek van het gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen? a) Wie gaf hiertoe de opdracht? 2. Welke initiatieven zijn er momenteel lopende in Vlaanderen? 3. Welk aanbod bestaat er voor de gebruikers van slaap- of kalmeringsmiddelen in Vlaanderen? Bij welke hulpverleningsorganisaties kunnen zij terecht voor welke hulpverlening?

-362- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari 2006 INGE VERVOTTE VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN ANTWOORD op vraag nr. 63 van 21 december 2005 van VERA JANS Op de specifieke deelvragen luidt het antwoord als volgt. 1a Hieronder geef ik een overzicht van de meest recente onderzoeks- en studiegegevens betreffende het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in Vlaanderen. Eerst worden de onderzoeksgegevens van de jongere bevolking besproken, vervolgens deze van de volwassen en oudere bevolking. Gebruik bij de jongere bevolking (11-18 jaar). Heel wat studies die de gezondheid of het middelengebruik van jongeren in kaart brengen hebben het ook over medicatiegebruik. In deze studies staat het geneesmiddelengebruik meestal niet centraal. De focus van het onderzoek is doorgaans verruimd tot gezondheid of middelengebruik waardoor de informatie over gebruik van geneesmiddelen beperkt blijft. Bovendien is het moeilijk om de studies onderling te vergelijken omdat de vraagstelling en de definitie van medicatiegebruik sterk verschilt. VAD-Leerlingenbevraging: De Vereniging voor Alcohol en Andere Drugproblemen (VAD) organiseert jaarlijks in Vlaanderen een leerlingenbevraging omtrent middelengebruik waarbij ook het gebruik van psychoactieve medicatie bevraagd wordt. Daaruit blijkt dat het ooit-gebruik van medicatie over de jaren 1999-2004 stabiel bleef. Onder medicatie verstaat men in de VAD-leerlingenbevraging lichte en zware pijnstillers, kalmeringsmiddelen, opwekmiddelen en vermageringsmiddelen. Het laatstejaarsgebruik nam toe van 52.4% in 1999 tot 58.2% in 2002 om weer te dalen naar 55.0% in 2004. Het gaat hier voornamelijk om het gebruik van lichte pijnstillers. Andere geneesmiddelen werden in verhouding door heel wat minder jongeren gebruikt. 4.9 % van de leerlingen gebruikten in het schooljaar 2003-2004 occasioneel zware pijnstillers; 2.1% gebruikte occasioneel kalmeringsmiddelen; 1.3% gebruikte occasioneel slaapmiddelen en 1% gebruikte occasioneel opwekmiddelen. Vermageringsmiddelen werden door 0.5% van de leerlingen occasioneel gebruikt. Wel blijkt dat een relatief groot deel van deze kleine groep deze geneesmiddelen frequent gebruikt. Health Behouviour in School-Aged Children (HBSC)-studie: De universiteit Gent voert al sinds 1990 in Vlaanderen de studie jongeren en gezondheid uit (Vereecken & Maes). Dit onderzoek maakt deel uit van de studie Health Behaviour in School-Aged Children van de wereldgezondheidsorganisatie. In 2002 werd de enquête in Vlaanderen voor de zesde maal afgenomen bij jongeren in het vijfde en zesde leerjaar lager onderwijs en het volledig secundair onderwijs. De HBSC-enquête peilt naar het gebruik van medicatie met de vraag of de jongere de voorbije maand een pilletje heeft genomen voor hoofdpijn, buikpijn, om in slaap te vallen, tegen zenuwachtigheid of om te vermageren. Uit dit onderzoek blijkt dat het gebruik van medicatie tegen slaapstoornissen en zenuwachtigheid voor meisjes en jongens redelijk gelijklopend is. Vermageringsmiddelen worden vooral door meisjes gebruikt en dan vooral door de oudere meisjes (15-18 jaar) en meisjes uit het BSO. Het gebruik van medicatie tegen slaapstoornissen en zenuwachtigheid ligt heel wat lager dan dat van middelen tegen hoofdpijn. Er is wel een stijging tussen 1990 en

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari 2006-363- 2002: in 1990 gaf 1.9% van de jongens aan dat ze de afgelopen maand een pilletje tegen slaapstoornissen hadden genomen. In 2002 was dat 3.4%. Bij de meisjes zien we een iets sterker stijgende tendens: in 1990 nam 1.5% een pilletje tegen slaapstoornissen, in 2002 was dat 3.5%. Tussen 1990 en 2002 is het verschil in gebruik van pilletjes tegen zenuwachtigheid gering. Vergeleken met andere landen waar de HBSC-studie plaatsvindt, situeert België zich in de middenmoot wat het gebruik van middelen tegen hoofdpijn betreft. European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs (ESPAD): Het European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs is een Europees epidemiologisch onderzoek naar alcohol en andere genotsmiddelen bij 15-16 jarigen. In 2003 nam België voor de eerste maal deel. België behoort tot de landen met het hoogste percentage jongeren dat ooit slaap- of kalmeringsmiddelen op voorschrift gebruikte. 14% van de 15-16 jarigen gebruikte ooit slaap- of kalmeringsmiddelen op voorschrift (13% jongens en 16% meisjes). 9% van de jongeren nam al ooit dezelfde producten maar dan zonder voorschrift (9% van de jongens en 10% van de meisjes). 6% nam ooit pillen samen met alcohol (idem jongens en meisjes). Gebruik bij de volwassenen en oudere bevolking. Cijfers over het gebruik van psychoactieve medicatie bij de volwassen en oudere bevolking vinden we terug in de Gezondheidsenquête van 1997 en 2001. Deze werd uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. Uit deze cijfers blijkt dat het gebruik van psychotrope medicatie in 2001 is toegenomen t.o.v. 1997 ondanks een daling in prevalentie van psychische klachten. Ook blijkt dat het gebruik van psychotrope stoffen toeneemt met de leeftijd zowel bij mannen als vrouwen. In vergelijking met de anderen gebruiken personen van 75 jaar of ouder en vrouwen meer psychotrope medicatie. 1b 1c Uitgezonderd de cijfers van de Gezondheidsenquête zijn bovengenoemde gegevens niet beschikbaar per provincie. Er zijn wel een aantal studies uitgevoerd op provinciaal niveau waarbij ook het medicatiegebruik bij jongeren en ouderen wordt bevraagd. Een eerste voorbeeld is het jongerenonderzoek in Brussel, dat in 1994 en 1998 gevoerd werd (Lambrecht e.a.). Uit dit onderzoek blijkt dat jongeren pijnstillers vooral via hun ouders krijgen. Bovendien komt uit deze studie naar voor dat er een verband is tussen het medicatiegebruik van ouders en dat van de jongeren. Een ander voorbeeld is het onderzoek bij de schoolgaande jongeren in Brugge waarbij leerlingen uit de derde graad van het secundair onderwijs in 1994, 1996 en 1999 een vragenlijst invulden over middelengebruik en vrije tijd (Raes, Verhaegen en Lombaert). Het ooit-gebruik van opwekkende middelen, kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen is toegenomen tussen 1994 en 1999 (van 6.7% naar 12.2% voor opwekkende middelen, van 9.3% naar 14.1% voor kalmeringsmiddelen en van 6.8% naar 10.3% voor slaapmiddelen). Het gebruik van kalmeringsmiddelen komt het meest voor. Al deze middelen werden door de leerlingen die ooit deze medicatie gebruikten eerder zelden gebruikt. Gegevens over de volwassen bevolking van Oost-Vlaanderen vinden we terug in de studie van Habraken e.a. (1995). Dit is een bevolkingsonderzoek over benzodiazepinegebruik in Oost- Vlaanderen dat zich voornamelijk toespitst op het chronische gebruik. 18.8 % van de Oost- Vlaamse bevolking had in het jaar voor het interview benzodiazepines genomen. 9% van de totale steekproef waren chronische (minstens 6 weken) en continue (drie of meer dagen per week) gebruikers. De gemiddelde beginleeftijd van gebruik was 55 jaar. De gemiddelde duur van gebruik bedroeg 9 jaren. Chronisch continu gebruik kwam meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Hieronder geef ik weer wie de gegevens van bovengenoemde studies heeft verzameld. De gegevens van de VAD-leerlingenbevraging worden verzameld door de Vereniging van Alcohol en andere Drugsproblemen (Kinable).

-364- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari 2006 De studie jongeren en gezondheid (HBSC) wordt uitgevoerd door de universiteit van Gent (Vereecken & Maes). De VUB is verantwoordelijk voor de verzameling van de Vlaamse gegevens van de ESPADstudie (Lambrecht, Andries, Engels, De Mey). De gezondheidsenquête wordt afgenomen en verwerkt door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. 2a 2b De VAD stelde een aantal rapporten samen betreffende psychoactieve medicatie. In het naslagwerk van de VAD psychoactieve medicatie, cijfers in perspectief wordt gezocht naar belangrijke tendensen over de periode 1990-2002. Verder maakte de VAD enkele dossiers die de geneesmiddelengroepen benzodiazepines, antidepressiva en analgetica belichten. De VAD stelde deze rapporten op in het kader van het convenant dat werd afgesloten met de Vlaamse overheid voor de periode 2002 tem. 2005. Op dit moment voer ik onderhandelingen voor de verlenging van dit convenant. 3 Preventie richt zich doorgaans niet uitsluitend op psychoactieve medicatie. Meestal wordt de problematiek opgenomen in het breder kader van middelengebruik (alcohol en illegale drugs). Naast de persoonsgerichte preventie naar de algemene bevolking of bepaalde risicogroepen, zijn vooral meer structurele factoren zoals het voorschrijfgedrag van artsen in de preventieve aanpak van problemen als gevolg van psychoactieve medicatie zeer belangrijk. Hieronder beschrijf ik de belangrijkste initiatieven betreffende de preventie van overmatig gebruik van psychoactieve medicatie op Vlaams en provinciaal niveau. Op Vlaams niveau De Vlaamse overheid voert een geïntegreerd preventief beleid betreffende middelengebruik en sloot voor de uitvoering hiervan een convenant met de VAD. Dit convenant liep eind 2005 af maar wordt vernieuwd voor een volgende periode van 5 jaar. Onder middelen wordt hier verstaan: tabak, alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie en gokken. Een aantal concrete initiatieven op vlak van preventie van psychoactieve medicatie van de VAD zijn: - De folder psychoactieve medicatie: de vragen, de antwoorden. Deze is bedoeld om productinformatie aan het brede publiek en specifieke doelgroepen te bieden. - De Druglijn is een telefonische en elektronische informatieservice waarbij de brede Vlaamse bevolking terecht kan met allerhande vragen over illegale drugs, alcohol, gokken én psychoactieve medicatie. Op Provinciaal niveau De provincie Limburg richtte in 2002 binnen de provinciale dienst volksgezondheid een werkgroep op met de belangrijkste partners (apothekers, geriaters, logoartsen, CAD, ). Het resultaat van deze werkgroep was de actie verantwoord geneesmiddelengebruik bij ouderen waarbij een folder voor de ouderen en een draaiboek voor apothekers en artsen ontwikkeld en verspreid werd. In de regio groot-gent, groot-brugge en Kortrijk organiseert de vzw Farmaka (Centrum voor Onafhankelijke Geneesmiddeleninformatie) onafhankelijke artsenbezoeken waarbij de huisartsen gesensibiliseerd worden om correct voor te schrijven. Ik wil toch ook wijzen op de federale bevoegdheid inzake het voorschrijfgedrag van artsen en het belang hiervan in de preventie van overmatig gebruik van psychoactieve medicatie. Veel van de psychoactieve medicatie is immers enkel op voorschrift te verkrijgen. De rol van de voorschrijver is dan ook heel belangrijk in het gebruiksproces.

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari 2006-365- 4 Er bestaan geen specifieke hulpverleningsmodellen voor problematisch medicatiegebruik. Vaak komen deze patiënten dan ook terecht in behandelingscentra voor problematisch alcohol- en illegaal druggebruik. Uit de praktijk blijkt wel dat de afbouw van medicatie veel langer duurt dan deze van bijvoorbeeld alcohol. Dit heeft te maken met de langere halfwaardetijd van medicatie. Hieronder wordt een opdeling gemaakt in de verschillende soorten hulpverlening die in Vlaanderen beschikbaar zijn: De eerstelijnszorg: De eerstelijnszorg is de eerste, laagdrempelige, niet-gespecialiseerde stap in de georganiseerde hulpverlening. De eerste lijn staat het dichtst bij de bevolking en heeft meestal als eerste contact met de problematiek. De eerstelijnszorg is ideaal geplaatst om problematisch middelengebruik te detecteren, in te schatten en door te verwijzen indien een intensieve begeleiding nodig is. Ze kunnen ook voor de nazorg instaan. Op de eerste lijn bevinden zich onder meer de huisartsen, de polyvalente centra voor algemeen welzijnswerk (CAW), de diensten voor thuisverpleging, de jongeren Adviescentra (JAC), de Openbare Centra voor Maatschappelijk Werk (OCMW). De ambulante meer gespecialiseerde hulpverlening: -Ambulante drugzorg/dagcentra zijn laagdrempelige categoriale voorzieningen die zich richten op een zeer brede doelgroep van mensen met een drugprobleem (experimenteel gebruik tot afhankelijkheid) en tot hun naaste omgeving. De ondersteuning kan individueel of in groep gebeuren en situeert zich vooral op psychosociaal, administratief en juridisch vlak. -De dagkliniek of dagbehandeling wordt gegeven in de ambulante afdelingen van psychiatrische ziekenhuizen. Sommige van deze diensten zijn specifiek gericht naar mensen met een alcohol-, medicatie- of illegaal drugprobleem. Dagbehandelingen zijn meestal georiënteerd op hervalpreventie en psychosociale begeleiding en er wordt veel aandacht besteed aan de sociale en maatschappelijke omkadering van de patiënt. -De Centra voor Geestelijk Gezondheidszorg (CGG s). De mate van specialisatie en begeleiding en behandeling van problematisch middelengebruik verschilt onderling tussen de diverse CGG s in Vlaanderen. Enkele Centra leggen zich al vele jaren volledig toe op de alcohol-, medicatie-, illegale drug- en/of gokproblematiek. Het aanbod van therapeutische mogelijkheden is erg gedifferentieerd. Er kunnen zowel individuele als relatie-, gezins- en groepstherapieën worden verstrekt. Residentiële hulpverlening: -In de psychiatrische afdelingen van Algemene Ziekenhuizen (PAAZ) worden mensen opgenomen met diverse psychiatrische problemen, waaronder problematisch middelengebruik. Zij richten zich vooral naar crisisopvang, detoxificatie en de behandeling van acute psychiatrische complicaties ten gevolge van middelenmisbruik. De lichamelijke gevolgen van middelenmisbruik krijgen hier extra aandacht. De opname in deze PAAZ-dienst is meestal kortdurend en beperkt tot de volgende zorgfuncties: detoxificatie, observatie, diagnosestelling en motiveren van verdere behandeling. -Ontwenningsafdeling van psychiatrische ziekenhuizen/ontwenningsklinieken: De meeste psychiatrische ziekenhuizen hebben een specifieke afdeling voor verslavingsproblematiek. Vanuit hun traditie hebben ze de meeste ervaring met problematisch alcohol- en medicatiegebruik. Binnen dit medisch-psychiatrisch denkkader en een geïndividualiseerde benadering biedt men een globaal interventiepakket aan, opgedeeld in verschillende fases: - detoxificatie, observatie en diagnosestelling - motivatie tot verdere behandeling - multidisciplinair behandelingsprogramma - aandacht voor sociale reïntegratie - nazorg en hervalpreventie -Thuislozenwerking: er zijn laagdrempelige niet-categoriale woonvoorzieningen die thuislozen en/of kansarmen met een problematisch middelengebruik opvangen en begeleiden op een niet-

-366- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.5 - Februari 2006 gedwongen manier. Deze centra werken nauw samen met andere ambulante diensten. Ze zorgen voor crisisopvang, fysieke ontwenning en motivatie voor verdere abstinentie. Zij zorgen voor een verdere oriëntatie naar het meest geschikte vervolgprogramma. Deze centra hebben meestal illegale druggebruikers als doelgroep. -Beschut wonen: binnen de brede psychiatrische zorg zijn er beschutte woonprojecten specifiek voor patiënten met een verslavingsproblematiek. Deze woonvoorzieningen dienen om de patiënt na langdurige opname in een ontwenningsafdeling terug te integreren in de maatschappij. Hier komt ook hervalpreventie aan bod.