Beschermd stadsgezicht Admiralenbuurt



Vergelijkbare documenten
Gebied 12 Elst Centrum

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN. Hoofdstuk 4

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Margarethastraat 33

3 augustus woningen in groenzone

Donkerelaan 20. Straat en huisnummer : Donkerelaan 20 Postcode en plaats : 2061 JM Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A9941 Complexonderdeel :

Locatie 3 Parklaan: NS + Verweij sab Gemeente Boskoop 25 september

Typering van het monument: Vrijstaand negentiende-eeuws woonpand van twee bouwlagen met karakteristiek dakoverstek.

Aanbouw en verbouw Veenweg 29d te Groningen

Inventarisatieformulier Stads- en dorpsgezichten gemeente Weert Gebied XI Kroonstraat e.o.

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Cuijk - De Valuwe. Openbare ruimte De Valuwe

BALBOAPLEIN, SCHOOL EN WONINGEN AMSTERDAM

Projectnummer: Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing. Opdrachtgever : de Eekelaar NV Baarleseweg RH Chaam

Rivierenbuurt Beatrixpark

7. HISTORISCHE BEBOUWINGSLINTEN EN GEMENGDE BEBOUWING

8. Haarstraat. 9. Nijverdalseweg. 7. Esstraat, Blinde Banisweg en Welleweg

Beeldkwaliteitplan Medisch centrum Bennekom e.o.

Beeldkwaliteitsplan Drachten, hoek Zuiderdwarsvaart-Raai juli 2013

ruimtelijke analyse Bomenbuurt

04 O N z u H z OJ S D Z o O O. > t- z UJ. co CM. (0 CN IfJ UJ Q 04

BEELDKWALITEITPLAN Heerenveen - Skoatterwâld Speciaal onderwijs: Duisterhoutschool + It Oerset. Concept

Kaarten. Bijlage I: Winkelstrips in naoorlogse woonwijken uit de wederopbouwgebieden van nationaal belang

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Stationstraat 17. Kadastrale aanduiding : BXM00 sectie E nr(s) 85 Coördinaten : x: y:

Typering van het monument: Vrijstaand woonhuis uit 1935 met karakteristieke ronde erker met glas-in-loodramen.

Gebied 6 Woonwijken vooroorlogs tot jaren veertig

9.1.A Het Hessingterrein. Gebiedsbeschrijving

WAGENINGEN, DE MOUTERIJ STEDENBOUWKUNDIG PLAN & BEELDKWALITEIT 21 JUNI 2016

Typering van het monument: Woonhuis uit 1896 dat deel uitmaakt van de historische bebouwingsstructuur van de dorpskern Hunsel.

Iepenlaan bij 1. Oorspronkelijke functie : Toegangskolommen. Datum foto :

NOTITIE HATTEM BERG EN BOS STEDEN- BOUWKUNDIGE STRUCTUUR

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Beeldkwaliteitplan Emmen, Noorderplein en omstreken. behorende bij de Welstandsnota Koers op kwaliteit (2 e wijziging)

Monumenten in. Stadsdeel De Baarsjes

Typering van het monument: Vrijstaande villa uit de jaren dertig in een kenmerkende baksteenarchitectuur gebouwd als burgemeesterswoning.

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

Individuele woningbouw niveau 3

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 13 mei 2015

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

: AKU-fontein : Arnhem : Arnhem. : Gele Rijdersplein to 41 :

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Dorpstraat 16, 16a en 18

1. Ontwikkelingsgeschiedenis Geomorfologie Wegenpatroon en ruimtelijke structuur Beeld Waardering en motivering 4

Complexnummer:

Gevels: Het pand is opgetrokken in bruine baksteen, gemetseld in kruisverband en platvol gevoegd. De gevels hebben een gepleisterde plint.

HilberinkboscH architecten Wamberg sM - berlicum t woningen De Hoef Rosmalen 206

Complexnummer:

Typering van het monument: Karakteristiek woonhuis voorzien van een pleisterlaag op L-vormige plattegrond daterende uit circa 1910.

Afdeling en nummer RIJSWIJK (ZH) O./M.A DE MINISTER VAN CULTUUR, RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK

Bijlage: beschrijving van de panden met cultuurhistorische waarden

DE SNELTOETS- CRITERIA

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Eindstraat 11

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Ontwerpbesluit beschermd dorpsgezicht

Typering van het monument: Statig vrijstaand woonhuis met een vooruitspringend linkerdeel dat in de voorgevel eindigt in een topgevel met zadeldak.

Twee nieuwe Tugelablokken in de Transvaalbuurt Amsterdam. In opdracht van Ymere Ontwikkeling

Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg

02 april 2008 buro vijn Oenkerk

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

: Turlings, Roermond; het ontwerp van de tuin is van J. Cuypers

Kerngegevens gemeentelijk monument: : Berikstraat 11a

Project 125 Kop van de Muntel. Citadellaan & Willem van Nassaulaan, s-hertogenbosch

Beeldkwaliteitsplan Dwarsakker, Zwartebroek Veenkarakteristieken opnieuw gebruikt 25 JUNI 2015

Concept. wonen in de kern. wonen rondom de kern

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Ontwerp beeldkwalititeitplan. St.-Annaparochie. Ulbe van Houtenlocatie VOGELVLUCHT. 2 april 2015

Piet Hein kavel te Goes

Welstandsparagraaf. Locatie Hoofdweg

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

Inhoudsopgave. 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5

GEMEENTE BRONCKHORST

Versie behorend bij B&W besluit van Welstand-gebiedscriteria Kloosterblokje IV Willemstad

6.2 Het deelproject Klaverweide/Bouwakker en omgeving

Krullenlaan 3. Oorspronkelijke functie : Dienstwoning en schuur. Datum foto :

Gemengde bebouwing niveau 3

Basisgegevens Naam: Adres: Effenseweg 1. Denominatie: Rooms Katholiek. Bouwjaar: 1938

C1. Dorpsuitbreidingen Beets

Centrum Haaksbergen, partiële herziening Marktplan deelgebied Oost

Beeldkwaliteitplan t GIJMINK

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Loorderstraat 2

Typering van het monument: Statig woonhuis met symmetrische indeling en karakteristieke trapgevels ter plaatste van de topgevels.

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Concept welstandscriteria Islamitisch Cultureel Centrum De Bilt

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer

Typering van het monument: Voormalige directeurswoning en het smeedijzeren hekwerk van de voormalige Huyben s Bierbrouwerij De Kroon.

Amsterdam - Staalmanpleinbuurt. Stedenbouwkundig ontwerp voor herstructurering naoorlogse woonwijk.

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1.

Toelichting bij de matrix erfgoed waarden borgen in het bestemmingsplan

Beeldkwaliteitsplan Maalderij t Stoom in Gilze

Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E

VERSLAG VAN EESTERENGESPREK # JAAR ZOEKEN NAAR DE IDEALE WONINGPLATTEGROND

Beschermd stadsgezicht Noordwestelijk Villagebied

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Beeldkwaliteitplan Erve Broekmate concept / Datum: 5 november 2012

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

rhenen schets-museumkwartier deel 1

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1

Beeldkwaliteitplan Koppelenburg Zuid te Brummen

Monumentnummer*:

Programma Marktplein, kantoren, winkels, woningen en een parkeergarage. b.v.o. ca m 2

AANVULLING WELSTANDSNOTA

Transcriptie:

Beschermd stadsgezicht Admiralenbuurt Datum in procedure: Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Admiralenbuurt gemeente Amsterdam (Noord-Holland) ex artikel 35 Monumentenwet 1988 Datum aanwijzing: Errata:

Amsterdam, Admiralenbuurt De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Infrastructuur en Milieu zijn bevoegd om gezamenlijk beschermde stads- en dorpsgezichten aan te wijzen. Het rechtsgevolg van de aanwijzing is dat de gemeenteraad ter bescherming van een stads- of dorpsgezicht een bestemmingsplan, als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening, vast moet stellen. In die zin kan de aanwijzing tevens een stimulans betekenen voor een te voeren ruimtelijk kwaliteitsbeleid. In totaal zijn er in Nederland meer dan 400 beschermde stads- en dorpsgezichten met een geschiedenis die teruggaat tot vóór het jaar 1850. In het kader van het Monumenten Inventarisatie Project is ook de stedenbouw uit de periode 1850-1940 landelijk geïnventariseerd. Het besluit tot aanwijzing van Admiralenbuurt in de gemeente Amsterdam als beschermd stadsgezicht vloeit voort uit deze inventarisatie. 1

2

Inleiding Het beschermd stadsgezicht Admiralenbuurt ligt in het stadsdeel Amsterdam-West van de gemeente Amsterdam ten westen van de Kostverlorenvaart, als onderdeel van de zogenaamde Ring 20-40, tussen de negentiende-eeuwse woonwijken en de naoorlogse uitbreidingen in de westelijke tuinsteden. De Admiralenbuurt is onderdeel van een volkswoningbouwwijk die in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw tot stand is gekomen. Het gebied werd tussen 1922 en 1927 ingericht als onderdeel van het zogenaamde Plan West, een plan voor de bouw van 6000 arbeiderswoningen. Als onderlegger voor de structuur en het wegenpatroon werd de oude slotenverkaveling van het gebied aangehouden. Sinds het ontstaan van de Admiralenbuurt als woonwijk in de jaren twintig van de twintigste eeuw, is de ruimtelijke structuur van het gebied zeer stabiel gebleven. Als goedbewaarde planmatig ontwikkelde structuur met architectonisch samenhangende bebouwing vertegenwoordigt het gebied grote nationale en internationale waarde in zowel stedenbouwkundig, architectonisch en cultuurhistorisch opzicht. Ontstaan en ontwikkeling De Admiralenbuurt maakt deel uit van Amsterdam-West, dat vanaf 1922 werd ontwikkeld op het voormalige grondgebied van de gemeente Sloten. Dit gebied had tot die tijd een voornamelijk agrarische functie met een bijpassend verkavelingpatroon met landbouwgronden en talrijke verbindingssloten. De productie in het gebied was voor een belangrijk deel op Amsterdam gericht. Een eerste aanzet voor bebouwing in Amsterdam- West ontstond met de aanleg van een electrische tramlijn van Amsterdam naar Haarlem via Sloterdijk. Vanaf 1907 werden langs de tramlijn aan de Admiraal de Ruyterweg enkele luxe middenstandswoningen gebouwd. Vervolgens gaf het Slotense gemeentebestuur in 1909 opdracht aan gemeentearchitect S.N. Croix een uitbreidingsplan te ontwerpen voor een groter gebied, dat in 1916 door H.A. Rübenkamp werd aangepast en uitgebreid. Dit plan was echter vooral ruimtelijk zeer open opgezet, als landelijk ingericht gebied met een lage bebouwingsdichtheid. De behoeften van het naastliggende, grote Amsterdam waren echter grotendeels van een geheel andere orde. Beginnend in 1912 werd de strook ten westen van dit gebied ontwikkeld. Neumeijer en H. van der Vijgh dienden hiervoor in 1912 een plan in namens de particuliere Bouwgrond Exploitatie 3

Maatschappij De Hoofdweg. In dit plan werd de Hoofdweg geïntroduceerd als noord-zuidgerichte route die het langgerekte deel van de structuur moest gaan ontsluiten, terwijl de Jan Evertsenstraat voor een goede aansluiting van het nieuwe woongebied op de Amsterdamse binnenstad moest gaan zorgen. Vanaf 1921 ontwikkelde het Amsterdamse stadsbestuur een politiek van annexatie, die erop gericht was het grondgebied van de omliggende gemeenten te verwerven met het oog op toekomstige stadsuitbreidingen. Men had behoefte aan een grote hoeveelheid volkswoningen in een nieuwe uitleg die optimaal op het aanwezige stratenpatroon van de negentiende-eeuwse uitbreidingen aansloot. Met de annexatie van Sloten in 1921 werd dan ook snel de bouwverordening van het Slotense plan door de Amsterdamse bouwverordening vervangen. Het stedenbouwkundig plan van Sloten van 1916 bleef echter van kracht. In 1922 presenteerde de N.V. Exploitatie Maatschappij Amsterdam West onder leiding van H. van der Schaar een plan voor het noordelijk gedeelte in het uitbreidingsplan Sloten bij het Amsterdamse gemeentebestuur, beter bekend als het Plan voor de bouw van 6000 woningen in Amsterdam-West. Om deze belangrijke stadsuitleg aesthetisch te verzorgen werd een architectonische adviescommissie, bestaande uit J. Gratama, G. Versteeg en A.R. Hulshoff ingeschakeld. Vervolgens werd een Commissie West ingesteld als intermediair tussen de gemeentelijke instanties, de rijksoverheid en de bouwondernemingen. Hierin hadden de directeuren van Bouw- en Woningtoezicht en Publieke Werken, de directeuren van de bouwmaatschappijen en de drie architecten zitting. De architecten, ook wel de commissie van drie genoemd, werkten het 6000 woningenplan nader uit en brachten in de periode 1922-1924 een aantal essentiële wijzigingen aan in het Slotense uitbreidingsplan, zoals dat sinds 1916 was gefixeerd. De merkwaardige vorm van het Plan West is bepaald door de bezittingen van Maatschappij De Hoofdweg. In de invulling van het zuidelijke deel van de Hoofdweg was bovendien het uitbreidingsplan van Sloten van 1916 bepalend. In samenwerking met Van der Schaar stelde de commissie van drie een bebouwingsplan op waarin de silhouetten van straat- en pleinwanden werden vastgelegd. Een groep architecten, die grotendeels ook aan Berlage s Plan-Zuid (1917) had meegewerkt, ontwierp vervolgens, nauwlettend gevolgd door de commissie van drie, de gevelwanden. De vele architecten die meewerkten aan de uitvoering van het plan kregen de opdracht de gevelwanden te ontwerpen in baksteen, geaccentueerd met natuurstenen, houten en metalen detaillering en versiering, volgens strikt gecontroleerde esthetische eisen. De architecten moesten hun tekeningen aanpassen aan de eisen van de commissie, die daarbij veelvuldig gebruik maakte van silhouettekeningen als onderlegger voor het ontwerp. Het resultaat van deze artistieke controle leidde tot een slagvaardige aanpak, waarvan de stedenbouwkundige en architectonische uitgewerkte eenheid van de 4

Admiralenbuurt nog altijd getuigt. Er werd gestreefd naar een samenhang in de ritmering en detaillering van gevelwanden en de plaatsing van stedenbouwkundige accenten en de constructie van zichtlijnen van het gebied. Plan West werd in 1927 binnen een tijdsbestek van vijf jaar voltooid, waarbij de bebouwing van de wooncomplexen in de vorm van zogenaamde gesloten bouwblokken met binnentuinen werd gerealiseerd, een indertijd nieuwe vorm om massawoningbouw te realiseren. Tegelijkertijd werd ook in constructief bouwen geëxperimenteerd, waarbij de betonnen structuur van de blokken - naar de wens van de commissie van drie - geheel met baksteen werd bekleed. Het te beschermen stadsgezicht Admiralenbuurt ligt binnen dit grotere gebied. De Admiralenbuurt is een belangrijk en goed bewaard voorbeeld van de wijze waarop vanaf de jaren twintig de problematiek van de volkshuisvesting in de grote steden werd aangepakt door middel van grote stedenbouwkundige plannen voor grote aantallen volkswoningen. Deze volkswoningbouw werd door architecten en bestuurders als een culturele opgave geïnterpreteerd. De woning werd als massaproduct opgevat en in een stedenbouwkundige structuur geïntegreerd, die met behulp van architectonische middelen een sprekend uiterlijk kreeg. Men probeerde in deze nieuwe wijken tot een verantwoorde grootschalige ontwikkeling van de stad te komen, nadrukkelijk gericht op de lange termijn. De architectonische opbouw van de buurt is sterk gekleurd door de invloed van de Amsterdamse School, mede vanwege het stempel dat deze stroming gedurende de jaren twintig en dertig op de schoonheidscommissie wist te drukken. Tegelijkertijd toont de architectuur van het Plan West hoe de Amsterdamse Schoolbeginselen in een grootschalig project werden geïnterpreteerd. Voordien was de expressieve architectuur van de Amsterdamse Schoolarchitecten zoals De Klerk, Van der Mey en Kramer slechts in afzonderlijke projecten voor monumentale gebouwen of voor ten hoogste één bouwblok tegelijk uitgevoerd. Voor de uitvoering van Plan West werden de individuele ambachtelijke verfijning en de expressieve ornamentiek van de gevelarchitectuur aangepast aan de grootschaligheid en samenhang van de opgave. Het karakter van de architectuur is daardoor veel soberder van karakter. Voor het ontwerpen van de bouwblokken binnen de Admiralenbuurt werd meerdere keren een beroep gedaan op dezelfde architecten, waardoor de architectonische samenhang aanmerkelijk werd vergroot. 5

Huidig ruimtelijk karakter Stedenbouwkundig karakter In de Admiralenbuurt is geen sprake van een historische, in verschillende eeuwen en perioden gegroeide structuur, maar van een buurt die volgens een stedenbouwkundig plan in korte tijd werd ontwikkeld en vervolgens in korte tijd werd gebouwd onder toezicht van een speciale bouwbegeleidingscommissie. Het gebied kenmerkt zich door een stratenpatroon van langgerekte gevelwanden, overwegend in noord-zuid richting geplaatst. Het beloop van de straten is doorgaans strak, met uniforme rooilijnen en profileringen, wat te danken is aan het vrijwel ongewijzigd gebleven stedenbouwkundige plan. De belangrijkste verbindingen zijn in noordzuid richting de Hoofdweg, als belangrijkste verkeersader tevens de verbinding tussen de Haarlemmerweg en de Overtoom, en in oostwest richting de Jan Evertsenstraat, die elkaar kruisen op het als middelpunt van de wijk ontworpen Mercatorplein, met een door H.P. Berlage ontworpen woon/winkelbebouwing. Evenwijdig aan de Hoofdweg loopt de Admiralengracht, die ter hoogte van de Postjeswetering uitmondt in de Kostverlorenvaart. De Jan Evertsenstraat die in een rechte lijn langs de noordkant van het Mercatorplein loopt, is de belangrijkste van de drie oostwest lopende hoofdverbindingswegen die de aanleg doorsnijden en zijn gebaseerd op de oude slotenverkaveling (Jan van Galenstraat, Jan Evertsenstraat, Postjesweg). Binnen het gebied zijn speciale openbare ruimten aangelegd, vaak in combinatie met openbare gebouwen of combinaties van woningen en winkels (Mercatorplein, Jan Maijenstraat, Vasco da Gamastraat, Columbusplein). Aan de zuidzijde grenst het gebied aan de zogenaamde Postjesbuurt die deels ook tot het Plan West behoorde, met de Hoofdweg als dominerende noord-zuidas. Dit zuidelijke deel kende echter een meer gefragmenteerde ontwikkelings- en bebouwingsgeschiedenis, die in de architectonische invulling heeft doorgewerkt. De stedenbouwkundige eenheid in het gebied wordt geaccentueerd door de duidelijke begrenzingen door middel van waterlopen, die in het verlengde van de doorgaande straten over de Kostverlorenvaart worden overbrugd (bruggen gerealiseerd in 1927-1930 naar ontwerpen van architect P. Kramer) en aan de negentiende-eeuwse uitbreidingswijken zijn gekoppeld. Daarbij is een hiërarchisch onderscheid gemaakt tussen brede bruggen voor de belangrijke verkeersaders en smallere bruggen gericht op de verbinding en ontsluiting tussen deelbuurten. De hierop in de buurt aansluitende wegen (van noord naar zuid: Jan van Galenstraat en Postjesweg), vormen de secundaire assen in het stedenbouwkundig plan. In de Admiralenbuurt zijn verschillende hoofdelementen aan te wijzen. Centraal element in de buurt is het Mercatorplein, dat een centrale schakel in het gebied vormt voor zowel het verkeer als verblijfsfunctie. De Hoofdweg, de belangrijkste noordzuid gerichte verkeersweg, kruist het plein via een zogenaamde bajonetbeweging. Samen met de Postjesweg vormt de Jan Evertsenstraat met het Mercatorplein vanouds het winkelgebied. 6

Beide zijn in de loop der tijd uitgegroeid tot belangrijke verbindingswegen tussen de Amsterdamse binnenstad en de negentiende-eeuwse gordel enerzijds en de ringweg en de westelijke tuinsteden anderzijds. De dominante richting van de hoofdstraten is noordzuid, maar verloopt, door de oorspronkelijke verkavelingstructuur in zuidelijke richting met een lichte knik. Ten noorden van de Jan Evertsenstraat zijn alle straten volledig regelmatig en orthogonaal gericht. In het zuidelijk deel van het gebied bevindt zich een knik in de gordel die in oost-westelijke diagonale richting verloopt van de Magelhaensstraat naar de Van Middellandstraat. Als gevolg van de afbuiging van alle straten in zuidwestelijke richting, lopen vrijwel alle zichtlijnen binnen de Admiralenbuurt die in noordelijke richting onbelemmerd zijn, in zuidelijke richting stuk op deze kromming. De buiging is in de breedte van de Admiralengracht vrijwel weggewerkt. Bebouwingskarakter De Admiralenbuurt is opgebouwd uit een aantal woningcomplexen, voor het merendeel gerealiseerd in zogenaamde gesloten bouwblokken met een (langgerekte) rechthoekige plattegrond waarbinnen de tuinen van de benedenwoningen liggen. Karakteristiek voor de architectonische invulling is in de eerste plaats dat de bebouwing van de gehele buurt is uitgevoerd in baksteen, toegepast als bekleding van de betonnen constructies, of als expressief ornament. Het merendeel van de straten is noordzuid gericht met een hoogte van vier of vijf bouwlagen, waarbij de bebouwing langs de doorgaande wegen van de hoofdstructuur hoger zijn en als wanden de doorgaans één verdieping lagere bebouwing langs de zijstraten afschermen. Een secundaire noord-zuid as is die van de Vespuccistraat, die breder dan de parallelstraten en met uitgebreidere groenvoorzieningen (voortuinen met struikbegrenzingen, hoge bomen, oorspronkelijk Japanse notenbomen) als wandelstraat uitkomt op het Erasmuspark. De Vespuccistraat is ter hoogte van de Jan Evertsenstraat door de articulatie van de hoekbebouwing als dominante straat aangegeven. Ten zuiden van de Jan Evertsenstraat verandert de Vespuccistraat van karakter. De bebouwing is niet langer gespiegeld en door recente ingrepen is de ruimtelijke waarde van het zuidelijke deel verder afgenomen. De karakteristieke langgerekte, in baksteen opgetrokken bouwblokken werden vaak per straat, per hoek of soms zelfs per pand door een andere architect ontworpen waardoor een grote architectonische variatie ontstond. Veel aandacht werd besteed aan de articulatie van de hoeken van straten. Door middel van veelvormig uitspringende hoeken, geveldelen of andere accenten, ontstond op de kruispunten van straten verbreding en vernauwing van straten die elke straathoek in het plan zijn eigen vorm gaven. Tevens werden deze plastische hoekoplossingen gebruikt om de scheiding tussen hoofd- en zijstraten meer nadruk te geven. Het resultaat van de toepassing van deze naar grote schaal vertaalde Amsterdamse School-beginselen, is op een aantal plaatsen zeer duidelijk aanwezig. In dat opzicht bestaat er een duidelijk verband met het bebouwingskarakter van Plan Zuid in Amsterdam Zuid. 7

In plaats van een serie van elkaar onderlinge beconcurrerende architectonische scheppingen is - mede door de controle van de commissie van drie - een harmonieuze stedenbouwkundige en architectonische eenheid ontstaan. Typerend voor het karakter van het bebouwingsbeeld is de architectonische uitwerking in bakstenen muurvlakken, natuurstenen, houten en smeedijzeren ornamenten, oorspronkelijke houten vensterprofileringen. Het merendeel van de bebouwing is vijf bouwlagen hoog, waarbij vaak voor een geleding in drieën is gekozen: een onderverdieping als basement, één of twee verdiepingen middenzone en de bovenste verdieping(en) met een daarvan afwijkende detaillering. De variatie die daarbij is gebruikt is te groot om volledig op te sommen, maar begeeft zich in grote lijnen tussen de uitersten zoals te zien aan de bebouwing langs beide zijden van de Hoofdweg ten noorden van het Mercatorplein en langs de westzijde van de Hudsonstraat. De Hoofdwegbebouwing, naar ontwerp van H.Th. Wijdeveld (1927), versterkt door middel van herhaling, variatie in materiaalgebruik en kleur een horizontale nadruk. De langgerekte blokken van vijf bouwlagen zijn onderverdeeld in een onderlaag met ingangspartijen, twee lagen met vensters, een vierde laag met aaneengesloten vensterstroken bekroond door een blinde, in baksteen expressief vormgegeven toplaag met ritmerende verticale accenten, het geheel ingeklemd tussen markant gearticuleerde hoekbebouwing. Veel minder expressief is de bebouwing aan de Hudsonstraat naar ontwerp van G.J. Rutgers (1924), die eveneens een hele straatwand beslaat, maar in vergelijking met de Hoofdweg in de structuur duidelijk een minder belangrijke plaats inneemt met geringe architectonische verbijzondering. Zowel de Hoofdweg als de Jan Evertsenstraat en in iets mindere mate de westzijde van de Jan van Galenstraat, zijn in de architectonische uitwerking van het stedenbouwkundig plan als hoofdwegen aangehouden. Dit blijkt vooral uit de manier waarop de gevelwanden op verschillende plaatsen als spiegelende volumes zijn ontworpen en uitgevoerd. Dit is ook het geval in de smallere parallelstraten van de Hoofdweg, de Orteliusstraat en de Van Spilbergenstraat. De Jan van Galenstraat, de noordelijkste van de drie oostwest gerichte verbindingsstraten, kent slechts winkels ter hoogte van de Hoofdweg. Typerend voor het dominante karakter van de Jan Evertsenstraat en het Mercatorplein is, dat alle daarop uitkomende secundaire straten (Hudsonstraat, John Franklinstraat, Mercatorstraat, Van Spilbergenstraat) zijn overbouwd. Het karakter van het Mercatorplein als centraal element wordt gedomineerd door de twee hoektorens van acht bouwlagen, die ver boven de vijf bouwlagen van de pleinwanden uittorenen. De oorspronkelijke inrichting en profilering van dit gebied is in de late jaren tachtig van de vorige eeuw, mede door de bouw van een ondergrondse parkeergarage, gewijzigd. Toen werd langs de oostzijde de doorgaande weg vervangen door een voetgangersgebied, terwijl de noordelijke rand van het plein werd voorzien van een moderne inrichting van zitbanken en solitair geplaatste bomen. 8

Eind jaren 90 werd het plein opnieuw heringericht met de voor de historische structuur en beleving van het plein storende ezelsoor -gebouw in de zuidoosthoek van het plein. Momenteel bestaan er wederom nieuwe plannen voor herinrichting. De gevelordonnanties langs de bouwblokken zijn niet overal van een zelfde kwaliteit. Zoals gezegd zijn vooral het Mercatorplein en omgeving (de bebouwing ten noorden van de Jan Evertsenstraat) van bijzondere waarde, waar de stedenbouwkundige hoofdstructuur met architectonische middelen optimaal is versterkt. Ten zuiden van deze as is een deel van de straten, met name aan de oostzijde van de Hoofdweg wisselend van kwaliteit. Het bebouwingsbeeld laat hier en daar grote verbrokkeling zien en is daardoor van mindere structurele waarde binnen het te beschermen stadsgezicht. Het gebied heeft door nieuwbouw van de afgelopen decennia ook in het bebouwingsbeeld wijzigingen ondergaan die niet altijd heeft bijgedragen aan het behoud van de (historische bebouwingskwaliteit. Dit is onder meer zichtbaar aan de zuidzijde van de Vespuccistraat, de Diazstraat, de Balbaostraat, de Willem Schoutenstraat, de Van Spilbergenstraat en Vasco da Gamastraat, het Columbusplein en de Postjesweg. Profiel en openbare ruimte De meeste straten hebben een symmetrisch straatprofiel, dat net als elders in Amsterdam, bestaat uit stoeptegels voor de trottoirs en klinkers of asfalt voor de straat. Enkele straten echter hebben een asymmetrisch profiel dat aansluit bij de gevelwanden die in de bewuste straten ook niet gespiegeld zijn. Voor de structuur zijn deze van weinig waarde. In het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan werden de gevels nauwkeurig gecontroleerd, de straatprofielen werden echter meestal niet mee ontworpen, uitgezonderd de aanleg van het Mercatorplein, de Vespuccistraat en nog enkele straatdelen. Van de pleinen is het Mercatorplein als belangrijkste openbare ruimte binnen de stedenbouwkundige structuur en als zodanig ook door H.P. Berlage in de architectonische detaillering, inclusief de twee torens, uitgewerkt. Het Mercatorplein ligt op de kruising van twee belangrijke straten, de doorgaande Hoofdweg en de haaks daarop staande winkel/woonstraat Jan Evertsenstraat, terwijl de overige pleinen, rond de Jeruzalemkerk, het Columbusplein met het opvallende ingesnoerd rechthoekige grondplan, het Magelhaensplein en het plein naast de Joop Westerweelschool, juist decentraal, als open ruimten binnen deelbuurten zijn gedacht, waarbij de huizenblokken en/of schoolgebouwen de randen vormen. Vrijwel alle pleinen hebben de afgelopen decennia een eigentijdse nieuwe invulling gekregen. Ook hier geldt weer dat de bebouwing ten noorden van de Jan Evertsenstraat een strakker geordend ensemble biedt, zoals blijkt uit de symmetrische compositie van wanden aan weerszijden van de Jeruzalemkerk en het tegenoverliggende schoolgebouw. Het Columbusplein heeft een geringere ruimtelijke waarde, hoofdzakelijk veroorzaakt door de eigentijdse invulling van het pleingebied met een overhoeks geplaatst laag buurthuisgebouw. Dit plein heeft, samen met de Vespuccistraat, bomen die ver boven de bebouwing reiken. De groenvoorziening in de Admiralenbuurt is gevarieerd maar behalve in de vorm van overal aanwezige, solitair geplante bomen in de trottoirs, in hoofdzaak tot enkele straten beperkt en slechts gedeeltelijk oorspronkelijk. Het Rembrandtpark, gelegen buiten de westelijke begrenzing 9

Nadere typering van te beschermen waarden van het gebied, fungeert evenals het Erasmuspark als buurtgebonden groengebied. Het Erasmuspark, dat door middel van de brug in het verlengde van de Vespuccistraat nadrukkelijk aan de stedenbouwkundige structuur van de buurt is gekoppeld, is eind jaren 90 gewijzigd ingevuld met behoud van de aanwezige hoofdstructuur. Delen van de Vespuccistraat, de Marco Polostraat en de Hoofdweg hebben voortuinen. Afgezien van de Marco Polostraat is daarbij gekozen voor een symmetrisch straatprofiel en nagenoeg symmetrische gevelwanden, wat een karakteristieke stedenbouwkundige ruimtewerking geeft. Net als bij de straatprofielen het geval was, werd de groenvoorziening in het oorspronkelijke stedenbouwkundig plan nauwelijks mee ontworpen. In aanvang was dit duidelijk van ondergeschikt belang. De kaden rond het Erasmuspark en de kaden langs de Admiralengracht bestaan uit eenvoudige, met gras beplante, licht glooiende taluds. Langs de Admiralengracht zijn hierin op regelmatige afstand van elkaar, verschillende soorten solitaire bomen gepland. Veel gebruikte materialen van de straatprofielen, evenals het merendeel van het straatmeubilair is met weinig aandacht voor de aanwezige architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten van de buurt vormgegeven en geplaatst. Een apart punt van aandacht vormen de binnentuinen en binnenhoven van de gesloten bouwblokken waaruit de buurt is opgebouwd. De invulling hiervan is van bescherming uitgezonderd. Het verdient echter aanbeveling de binnentuinen zoveel mogelijk onbebouwd te laten, overeenkomstig de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet. De huidige monumentale kwaliteiten van de Admiralenbuurt gaan terug op het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan en de strikte, door de commissie van drie, nagestreefde architectonische samenhang. De stedenbouwkundige opzet van de Admiralenbuurt, als onderdeel van Plan West, is sinds haar ontstaan in de jaren twintig in hoofdlijnen onaangetast gebleven, terwijl de architectonische invulling een aantal veranderingen onderging. De schaal van het bebouwingsbeeld zoals dat in de jaren 1922-1927 ontstond, is behouden omdat in later tijd in beperkte mate schaalvergrotende ingrepen hebben plaatsgevonden. De Admiralenbuurt is bovendien als ruimtelijke eenheid te onderscheiden van het zuidelijke deel van Plan West waar de stedenbouwkundige opzet meer gefragmenteerd is. De Admiralenbuurt is vanwege de relatieve gaafheid als hoofdbestanddeel van het Plan West onderscheidend binnen deze uitbreidingswijk. Dit gebied biedt als afzonderlijk geheel binnen Plan West een hoge kwaliteit van de architectuur met een duidelijke samenhang van de bebouwing met de stedenbouwkundige structuur; een grote eenheid in gebruikte materialen voor zowel de gevelwanden als de in hoge mate geïntegreerde ornamentiek. De bijzondere architectuurhistorische en stedenbouwkundige kwaliteiten van dit gebied worden gedomineerd door de architectonische hoogtepunten: het Mercatorplein, de poortachtige structuur aan weerszijden van de Hoofdweg en Jan Evertsenstraat en de talrijke, bijna op elke straathoek geprononceerde en met ornamentiek geaccentueerde hoekbebouwing. 10

Begrenzing In het te beschermen gebied zijn een aantal ruimtelijke hoofdkarakteristieken aan te wijzen, namelijk: de planmatige structuur die aan het geheel ten grondslag ligt met een netwerk van straten met aan weerszijden de straatwanden en het bouwblok als architectonische eenheid; de pleinachtige openbare ruimten als uitsneden in de stedenbouwkundige structuur; de ruimtelijke werking van poortachtige bebouwing als entree s van de hoofdwegen en als toegangen tot de woonstraten het contrast tussen de gemiddelde bebouwingshoogte van de bebouwing van 4 à 5 bouwlagen langs hoofdwegen en een bouwlaag minder aan de woonstraten en pleinen; de toepassingen van verticale accenten, soms in de vorm van torens op hoeken van straten en pleinen; - de articulatie van straathoeken door middel van volumes, materiaalgebruik en kleur; de architectonische verbijzonderingen en vormentaal, zoals de vormgeving van de entrees, kozijnen, metselwerk, uitkragende balkons, dakoverstekken, enz., veelal in de stijl van de Amsterdamse School. Tevens wordt hier verwezen naar de zogenaamde ordenkaart van de Atlas Gordel 20-40, waarin naast de stedenbouwkundige, ook de architectonische kwaliteiten van de buurt gedetailleerd zijn aangegeven. Het gebied is als geheel gelegen binnen het stadsdeel West. De grenzen van het gebied vallen in grote lijnen samen met enkele hoofdwegen, grote waterlopen en groengebieden, die bijdragen aan het beeld van een relatief geïsoleerd ogend, stedenbouwkundig ensemble, dat zich in eenheid en gaafheid onderscheidt van de overige bebouwing die eveneens in het kader van Plan West werd gerealiseerd. Aan de noordzijde wordt het gebied begrensd door de Erasmusgracht. Aan de oostzijde ten noorden van de Jan Evertsenstraat door de Admiralengracht. Ten zuiden van de Jan Evertsenstraat door de achterperceelsgrenzen van de oostelijke bebouwing aan de Admiralengracht. Hierbij is de poortbebouwing van architect Van der Mey aan de Jan Evertsenstraat meegenomen. De zuidelijke begrenzing bevindt zich in het midden van de Postjeswetering waarbij de bebouwing van de Edelsmedenschool is meegenomen en het naoorlogse appartementengebouw bij de westelijke entree aan de Postjesweg is uitgesloten. Aan de westzijde wordt het gebied begrensd door de Orteliuskade (stadsdeelgrens), waarbij de noordelijke bebouwing van deze straat, tussen Eramusgracht en Jan van Galenstraat als begrenzing de achtergrenzen van de percelen langs de westzijde van de Orteliusstraat aanhoudt. De exacte begrenzing is aangegeven op de bijgevoegde begrenzingskaart MSP / 32/ 05 11

Waardering Het beschermde stadsgezicht Admiralenbuurt is een stadsuitbreiding uit het interbellum met goed bewaarde planmatige structuur en architectonisch samenhangende bebouwing, ontstaan op het raakvlak van een door esthetische principes bepaald stedenbouwkundig concept en een in het landschap aanwezig patroon met traditionele slotenverkaveling. Sinds het ontstaan van de Admiralenbuurt als woonwijk in de jaren twintig van de twintigste eeuw, is de ruimtelijke structuur van het gebied op hoofdlijnen relatief stabiel gebleven. Het stadsgezicht is daarmee van algemeen belang wegens bijzondere stedenbouwkundige, architectuurhistorische, cultuurhistorische waarden. 12

Rechtsgevolg van de aanwijzing Ter effectuering van de aanwijzing van een beschermd stads- of dorpsgezicht moet ingevolge artikel 36 van de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan worden opgesteld. De toelichting op de aanwijzing kan daarbij voor wat het beschermingsbelang betreft als uitgangspunt dienen. Doel van de aanwijzing is de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij de toekomstige ontwikkelingen binnen het gebied. De aanwijzing beoogt op die wijze een basis te bieden voor een ruimtelijke ontwikkeling die inspeelt op de aanwezige kwaliteiten, daarvan gebruikmaakt en daarop voortbouwt. In het aanwijzingsbesluit is bepaald in welke mate de vigerende bestemmingsplannen aan het beschermingsvereiste voldoen. 13

Bronnen Literatuur K.M.M. Bakker, F.M. van de Poll en J.A. van Oudheusden, Architectuur en stedebouw in Amsterdam, 1850-1940, Zwolle/Zeist 1992 H.P. Berlage et al. (red.), Moderne bouwkunst in Nederland, 20 dln., Rotterdam 1932-1935 G. Bolhuis et al. (red.), De Atlas Gordel 20-40, Amsterdam 2000 M. Casciato, De Amsterdamse School, Rotterdam 1991 J. Derwig en E.Mattie, Amsterdamse School, Amsterdam 1991 D. Dijkstra, E. den Hartigh en R. Docter (eindred.), Amsterdam ring 20-40. De Admiralen- en Postjesbuurt [een case-study naar de ruimtelijke ontwikkeling en naar de rol van cultuurhistorische aspekten en de betrokken partijen bij plannen tot herinrichting en beheer], Zeist 1990 R. Geurtsen en M. van Rooy, Een gat in de ruimte. Berlage s Mercatorplein en de reconstructie van een toren, Amsterdam 1991 W. Koerse, Bouwen voor de stad. Bouwen van 1900 tot nu, Amsterdam 1982 E. Luursema en B. Mulder (samenst.), Handboek Renovatie Gordel 20-40. Architectuurherstel in Amsterdam, Bussum 1995 Monumenten Inventarisatie Projekt Amsterdam, Wijk 7: 20-40 gordel West (Buurt: Bos en Lommer, Admiralenbuurt, Hoofddorpplein e.o.), beschrijving oktober 1990 Monumenten Selectie Project, beschrijving juni 1999 J. Smit, Beschrijving van het monument Balboastraat 1-3; Admiralengracht 177; Marco Polostraat 176; Marco Polostraat 178-180 (Joop Westerweelschool), maart 2001, Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg, pandsdossier Tj. Visser, Cultuurhistorische waarden en ruimtelijke kwaliteit, Jaarboek Monumentenzorg 1992, 8-26 Kaarten Oriëntatiekaart, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2012. Kaart Publieke Werken, 1922-1929, 1e uitgave 1922, 1:10.000. Uit: Kaarten van Amsterdam 1866/2000, Marc Hameleers, Bussum/Gemeentearchief Amsterdam 2002, cat. 114, 189-114. 14

Colofon Uitgave Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort 2012 Onderzoek en tekst Bureau Monumenten en Archeologie Amsterdam Kaartmateriaal Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, drs. B.A.R.T. Broex Foto omslag Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Redactie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, drs. L.G.M. van Roij Productie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed/Drukkerij Mailfors, Amersfoort. 15

Bijlagen 1. Oriëntatiekaart 2. Kaartfragment situatie ca. 1920. Duidelijk is de relatie tussen het nieuwe stratenplan en het onderliggende verkavelingspatroon. 16

Oriëntatiekaart Admiralenbuurt Legenda grens beschermd stadsgezicht Admiralenbuurt Topografie Topografische Dienst Kadaster Apeldoorn, 2011 A Kaart 1 Oriëntatiekaart RCE, e-ks/bb 15 oktober 2012 0 250 500 m

Kaart 2 Kaartfragment situatie ca. 1920. Duidelijk is de relatie tussen het nieuwe stratenplan en het onderliggende verkavelingspatroon.