De elektrocardiograaf ECG afname V lijn 3de bachelor geneeskunde a.j. 2012 2013 Dubbele functie: 1. detectie van elektrische spanningen via elektroden lk op de huid 2. registratie cyclische potentiaalverschillen: ECG Lesgevers Dr. E. Rietzschel C. De Wispelaere, MSc 2 De elektrocardiografische apparatuur Het basisprincipe van ECG registratie: elektroden op de huid captatie van hartpotentialen/impulsen signaalversterker galvanometer De spanningsmeter reageert continu op de potentiaalverschillen (positieve en negatieve deflexie) die vervolgens worden geregistreerd door het schrijfsysteem During conduction, an impulse begins in the Sinoatrial (SA) Node and causes the atria to contract. Then the impulse moves to the Atrioventricular (AV) Node and down the bundle branches, which causes the ventricles to contract. 3 4 P, QRS, ST, T en U Het ECG papier Calibratie horizontale as: 25 mm/sec P golf: atriale depolarisatie QRS: ventriculaire depolarisatie ST, T, U: ventriculaire repolarisatie Horizontale basislijn 5 6 1
Calibratie verticale as Default 10 mm = 1 mv De ECG afleidingen 1. 3 bipolaire afleidingen (meting ts 2 elektroden op de huid) Worden aangelegd ter hoogte van pols of enkel Het lidmaat is een passieve geleider van de stroom De elektrode van de rechter voet staat loodrecht op de elektrische as van het hart en is de neutrale elektrode 3 bipolaire afleidingen van Einthoven: I, II, III 2. 9 unipolaire afleidingen (meting ts 1 elektrode op de huid en een goed gedefinieerde referentiepotentiaal) Bij unipolaire afleidingen wordt de elektrode verbonden met elektrische zero 6 precordiale unipolaire afleidingen van Wilson V1,V2, V3, V4, V5, V6 3 unipolaire afleidingen van Goldberger avr, avl, avf (a=augmented; V=Voltage) 7 8 1. Bipolaire afleidingen Einthoven 2. Unipolaire afleidingen Wilson 3. Unipolaire afleidingen Goldberger 1 2 Right arm: avr Left arm: avl Feet: avf 9 10 Het normaal ECG 5 regels voor optimale ECG registratie 1. Zorgvuldige voorbereiding 2. Maximale captatie van hartpotentialen 3. Minimaleregistratievan i i ti parasitaire i signalen 4. Precisie bij de elektrodenplaatsing 5. Creativiteit tijdens de registratie 11 12 2
1. Zorgvuldige voorbereiding De apparatuur: intacte patiëntenkabel/zuivere elektroden Omgeving: behaaglijke temperatuur in de onderzoeksruimte Patiënt: conventionele houding horizontale decubitus dorsalis, indien nodig meer rechtop zitten Onderzoeker: beogen maximale spierrelaxatie bij pt door comfort, geruststelling, vermijden van koude 2. Maximale captatie van de hartpotentialen Optimaal contact tussen huid en elektroden: hoe? 1. Verwijder overmatige beharing 2. Frictie huid d.m.v. alcoholcompres 3. Gb Gebruik weinig i gel of spray onder elektroden lk 4. Gebruik zuivere elektroden 5. Goed contact tussen huid en elektroden 6. Goed contact tussen elektroden en kabeldraden 13 14 3. Minimale registratie van parasitaire signalen De gecapteerde signalen worden versterkt, maar ook de extracardiale signalen! FILTER aanzetten! Artefacten: 1. golvende lijnen 2. geknikte basislijn 3. vibrerende lijn 4. precordiale elektrodencontaminatie 3.1. Golvende basislijn Te snelle start van de opname pt eerst laten ontspannen Slecht contact tussen huid en elektrode beharing? Bevuilde elektroden? Tractie kabeldraden op de elektrode patiëntenkabel op schoot plaatsen of ophangsysteem gebruiken Te losse koppeling tussen elektrode en de kabel Schommeling batterij of netspanning 15 16 3.2. Geknikte basislijn bruuske beweging hoesten, hikken of braken beschadigde draad Ondulerende en vibrerende basislijn A. overhaaste start met ernstig gestoord tracé B. relaxatie 17 18 3
3.3. Vibrerende basislijn Meest frequent en zeer storend artefact: interferentie in alle afleidingen: spiertremor: pijn, koorts, nervositas, koude interferentie in één afleiding: Parkinson (flutter), onstabiel contact elektrode en draad koppeling nazien, bevende hand blokkeren wisselstroominterferentie: aarding? patiëntenkabel beschadigd? elektroden? storing elektrische apparatuur? Golvende en vibrerende basislijn Contactonderbreking AC interferentie 19 20 Wisselstroominterferentie niet geaard stopcontact 3.4. Precordiale elektrodencontaminatie oorzaak: overmatig gebruik van gel of pasta vals contact tussen elektroden gevolg: registratie van gelijkvormige, maar foutieve morfologie 21 22 4. Precisie elektrodenplaatsing 4.1. Positie ledematenelektroden binnenzijde voorarmen re rood li geel buitenzijde onderbenen re zwart li groen Via schakelsysteem bekomt men: 3 bipolaire standaardafmetingen (I, II, III) 3 unipolaire ledematenafleidingen (avr, avl, avf) 4.2. Positie precordiale elektroden 6 conventioneel bepaalde punten op thorax topografisch duidelijk omschreven kleur en cijfercode en juiste volgorde (V1 tot V6) V1: ROOD rechts 4de intercostaalruimte van het sternum V2: GEEL links 4de intercostaalruimte van het sternum V3: GROEN links halverwege tussen V2 en V4 V4: BRUIN links 5de intercostaalruimte medio claviculair V5: ZWART links halverwege tussen V4 en V6 (antero axillaire lijn) V6: PAARS links in de medio axillaire lijn op dezelfde hoogte als V4 23 24 4
Correcte positie van de precordialen 25 26 4.3. Problemen plaatsing precordialen Positionering precordialen bij de vrouw Lichaamsbouw Visuele schatting vermijden! V1 is een anatomisch oriëntatiepunt! Man: precordialen staan gemiddeld iets hoger of ter hoogte van lijn die tepels verbindt Vrouw: normale borst / submammaire plooi zware borst / inframammaire plooi 27 28 4.4. Invloed afwijkende elektrodenplaatsing Ter illustratie: invloed op het ECG door omwisseling van de ledematenelektroden meer proximale positie op lidmaat geen effect op perifere en precordiale afleidingen inversie li en re beenelektroden beïnvloedt tracé niet inversie arm en beenelektroden onderling belangrijke morfologische wijzigingen! I = I II = III III = II avr = avl avf is OK 29 30 5
4.5. Correcte positionering Ledematen: plaats heeft weinig invloed op tracé grote afstand elektrisch front Precordialen: Nauwkeurige positie beïnvloedt tracé dichtbij elektrisch front juiste volgorde, hoogte, breedte! 5. Creativiteit tijdens registratie Doel: technische kwaliteit van tracé verbeteren verhoging diagnostisch of informatief potentieel ECG Hoe creatief handelen? alternatieve plaatsing ledematenelektroden aanwenden technische handelingen 31 32 Addendum Frontaal vlak: perifere afleidingen en het hexaxiaal diagram Addendum: Horizontaal vlak en precordialen 33 34 Addendum: Frontaal vlak en horizontaal vlak Referenties: Andries, E., Stroobandt, R., De Cock, N., Sinnaeve, F., Verdonck, F. (2006). ECG Uit of in het hoofd. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Interessante website: http://nl.ecgpedia.org/wiki/ 35 36 6