I Fig. 2. De roodzwarte dennecicade zuigt aan dennenaalden. fen maar het gaat slechts om enkele exemplaren (De Jong & Gravestein, 1955). In 1993 worden ij een terreinezoek inzake het optreden van andnecrose in een jonge denne-aanplant met veel ondergroei te Luyksgestel soms wel ca. 20-30 cicaden per oompje waargenomen. Het optreden van andnecrose is niet incidenteel. In 1984 werd andnecrose over honderden hectaren grove den in het hele land gesignaleerd (De Kam, 1985). In 1990 trad het verschijnsel vooral op in Noord-Braant en op de Oost-Veluwe (De Kam, 1990). Mogelijk estaat er een verand tussen vergrassing en de populatie-opouw van cicaden, omdat de jonge cicaden hun ontwikkeling op graswortels doormaken. Onderzoek zal de precieze oorzaak van andnecrose moeten uitwijzen en of factoren als groeiplaatskwaliteit het verschijnsel eïnvloeden. Op dit moment wordt geproeerd een dergelijk onderzoek van de grond te krijgen met het zwaartepunt op eheersmaatregelen die de aantasting kunnen verminderen. IËrannis defolkria, de kleine win- Toename kaalvraat door voorjaarsuil In 1992 werd in Nederland voor de eerste keer melding gemaakt van kaalvraat door de voorjaarsuil, Orthosia cerasi (syn. 0. stailis) ij eik. De aantasting deed zich toen voor in het Otterlose Bos (1 ha) en Planken Wamuis (0,2 ha). In 1993 werd in het Otterlose Bos opnieuw kaalvraat door de voorjaarsuil (samen met twee niet-geïdentificeerde spanrupsen) waargenomen, maar nu over ca. 15 ha met Amerikaanse en inlandse eik. In de Planken Wamuis werden geen aantastingen meer gemeld, waarschijnlijk omdat de overwinterende poppen door wilde zwijnen waren opgespoord (Moraal, 1993). Daarnaast werden lichte aantastingen van de voorjaarsuil gemeld in opstanden met populier en eik in Herkenosch (L.). Eiken nog steeds onder druk De afgelopen jaren leken de plaaen van de arote wintervlinder, tervlinder, Operophtera rumata en de groene eikeladroller, Tortrix viridana na een hoogtepunt in 1988 en 1987 langzaam af te nemen. In 1993 was in vergelijking met het voorgaande jaar juist sprake van een opleving. Het is daarmee al het elfde achtereenvolgende jaar dat de eiken, vooral in de noordelijke provincies, worden aangetast. In de zuidelijke provincies werden veel eikenossen aangevreten door de plakker, Lymantria dispar (fig. 3), en de eikeaardvlo, Altica quercetorum. Ook laaneplantingen met eik werden hier kaalgevreten door de plakker, soms in cominatie met de as- I Fig. 3. Rupsen van de plakker veroorzaakten in Noord-Braant kaalvraat ij eik. 102
taardsatijnvlinder, Euproctis chrysorrhoea. Eikeprocessievlinder reidt zich uit In 1993 vond een verdere geiedsuitreiding plaats van de eikeprocessievlinder, Thaumethopoea processionea. De aantastingen werden gemeld uit het geied onder de lijn Breda-'~ Hertogenosch-Uden met Uden als meest noordelijke meldplaats. De zwaarste aantastingen kwamen voor in het geied tegen de Belgische grens onder Eindhoven. Daarnaast kwam uit Midden-Limurg een melding over een lichte en zware aantasting ij respectievelijk Nederweert en Haler. Tot nu toe zijn er alleen nesten aangetroffen in wegeplantingen, slechts sporadisch in osranden. De rupsen (fig. 4) ezitten zeer giftige randharen die ij mens en dier hevige en langdurige huidirritatie en ontstekingen van de luchtwegen en ogen kunnen veroorzaken. Uitsluitend rupsennesten M Fig. 4. De rupsen van de eikeprocessievlinder verlaten hel nest. die een direct gevaar voor de volksgezondheid vormen, moeten worden verwijderd. Dit moet met de grootste voorzichtigheid geeuren (Moraal, 1992). Tot nu viel het aantal ongevallen mee. Wel werden drie oomverzorgers ziek na het opkronen van eiken waarin rupsennesten zaten. Slepen met takken waarin nesten zitten wordt daarom ten sterkste ontraden. Eigenlijk mag in eiken met nesten van de eikeprocessievlinder niet worden gesnoeid (Boomverzorgers, 1993). Bladwespen in essen In een jonge esseneplanting in Windesheim (OV.) werd een matige aantasting van de ladwesp, Macrophya punctumalum waargenomen. De dofgroene tot 16 mm grote larven vraten onregelmatige gaten in de laderen (fig. 5). Deze ladwesp kan ook voorkomen ij sering en liguster. De volwassen insekten verschijnen in mei en juni, en leggen de eitjes in de laderen. De larven vreten gedurende de gehele zomer aan het lad tot ze in de herfst volwassen zijn. Ze verpoppen in cocons in de odem waar ze overwinteren (Alford, 1991). Het is voor het eerst sinds 1946 dat een aantasting van deze ladwesp in Nederland is gemeld. Toename iepespintkever en iepeziekte Wat iedere eheerder al weet, is in onze jaarlijkse monitoring van insektenplagen terug te vinden: de aantastingen van iepespintkever en iepeziekte zitten in een stijgende lijn. Door het wettelijk kader liep de estrijding van de iepeziekte voor het merendeel gesmeerd. Drie jaar geleden trad de overheid terug en die stap maakte een einde aan de goed geoliede opsporings- en estrij- m Fig. 5. Voor het eerst werden aantastingen van de ladwesp Macrophya punctumalum ij essen gemeld.
W Fig. 6. In Drente werden feromoonvallen geplaatst om aantastingen door de letterzetter te verminderen. dingsmachine van de Plantenziektenkundige Dienst. Laat de natuur zijn gang maar gaan lijkt een niet al te sterk argument, omdat veel terreinen en stadseplantingen juist ehoudend worden eheerd om specifieke soorten te eschermen. Sommige eheerders zijn wel actief terwijl anderen niets of weinig meer doen. In zo'n geval zorgt een nalatige eheerder ondertussen voor veel dode iepen in de wijde omgeving en ij andere eheerders (Stolk, 1993). Ontwikkeling astkevers Hieronder volgt een overzicht van de meldingen van de elangrijkste astkevers: - Letterzetter, Ips typographus. Zware aantastingen werden gemeld uit ZO-Friesland, Drente en Noord-Braant. Hoewel het totaal aantal aantastingen in 1993 toenam ten opzichte van 1992, is er wel een verschuiving te melden van zware aantastingen naar matige en lichte. De aantastingen zijn een gevolg van een verminderde vitaliteit van de fijnspar door de voorgaande relatief droge zomers. Daarnaast heeft de populatie van de letterzetter zich kunnen opouwen omdat het stormhout van 1991 en 1992 gedeeltelijk is lijven liggen (Lumkes, 1993; Moraal, 1993). Naast het uitvoeren van sanitaire maatregelen werden plaatselijk feromoonvallen (fig. 6) ingezet. De eventuele effecten van deze estrijding zullen pas in 1994 merkaar zijn. - Lariksastkever, Ips cemrae. In Drente werden twee zware aantastingen waargenomen: ij Anlo in 0,5 ha met 50-jarige lariks en in het Landgoed Terorg in een strook van 10x60 m met 40- jarige lariks. In de Boswachterij Gees werden de kevers aangetroffen in geveld hout. - Dennescheerder, Tomicus piniperda. Er kwamen slechts twee meldingen van een matige en een lichte aantasting innen uit respectievelijk arstenos en Haardennen (OV.), en het Deelerwoud. Spinselmotten 1992 was sinds 1946 het asolute topjaar voor de ontwikkeling van spinselmotten, Yponomeuta spp. In 1993 liep het aantal meldingen, vooral over zware aantastingen, sterk terug. Mogelijk heeft de wisselvallige zomer van 1993, met regelmatig regen en relatief lage temperaturen, een negatieve invloed op de ontwikkeling van de spinselmotten gehad. Literatuur Alford, D.V., 1991. Pests of ornamental trees, shrus and flowers. Wolfe, London. 448 pp. Boomverzorgers ziek na snoeien eiken, 1993. Tuin en Landschap 15(18): 7. Jong,. de & W.H. Gravestein, 1955. Een interessante ercopide: Haematoloma dorsata (Germ. )( Rhynchota: Homoptera). Entomologische Berichten 15: 325-330. Kam, M. de, 1985. De rol van Lophodermium-schimmels ij het ruin worden en afvallen van naalden van Pinus-soorten. Bosouwvoorlichting 24(7): 79-80. Kam, M. de, 1990. Weer andnecrose in Braant en op de Oost-Veluwe. Bosouwvoorlichting 29 (9): 103. Lumkes, M., 1993. Letterzetter: oorzaak of gevolg van verminderende vitaliteit? Bosouwvoorlichting 32(8): 109-1 1 O. Moraal, L.G., 1992. Aantastingen door insekten en mijten in 1991: in ossen, natuurgeieden en wegeplantingen. Nederlands Bosouwtijdschrift 64(3): 86-94. Moraal, L.G., 1993. Aantastingen door insekten en mijten in 1992: in ossen, natuurgeieden en wegeplantingen. Nederlands Bosouwtijdschrift 65(4): 21 1-219. Stolk, T., 1993. lepeziekte: stoppen of doorgaan? Tuin en Landschap 15(23): 12-15.
Tael 1. De in 1993 opgetreden insekten en mijten gerangschikt naar waardplant (inclusief de lichte aantastingen). Tale I. Infestations y insects and mites in 1993, grouped according to their host plants (light infestations included). loofhout roadleaved trees Acer L. Alnus B. Ehrh Betula L. orylus L. rataegus L. Euonymus L. Fagus L. Fraxinus L. Hippophae L. Malus Mill. Populus L. Prunus L. Quercus L. aangetast door attacked y Aceria rnacrorhyncha (Nal.) Drepanosiphurn platanoidis Schrk. Aceria revitarsus (Ockeu) Agelastica alni L. Deporaus etulae (L.) Eriophyes inangulis (Nal.) Eriophyes laevis (Nal.) Altica quercetorum (Fourc.) Deporaus etulae (L.) Agelastica alni L. Yponorneuta padellus L. Yponomeuta cagnagellus H. Aceria nervisequa faginea (an.)viltgalmijt ryptococcus fagisuga Lind. Hyloius aietis L. Mikiola fagi Htg. Phyllaphis fagi L. Rhynchaenus fagi L. Zeuzera pyrina L. Leperisinus varius (F.) Macrophya puncturnalurn (L.) Operophtera rumata L. Phyllopsis sp. Pseudocherrnes fraxini Klt. Euproctis chrysorrhoea L. Eriosoma lanigerum (Hausmann) Aphrophora alni (Fall.) Byctiscus populi L. Gypsonoma aceriana Dup. Orthosia cerasi (F.) Paranthrene taaniformis Rott. Phloeornyzus passerinii Sign. Saperda carcharias L. Sesia apiforrnis (lerck) Yponorneuta evonyrnellus L. Yponomeuta padellus (L.) Altica quercetorurn (Fourc.) Andricus fecundator Htg Arnoldia quercus (Binnie) Biorhiza pallida (Oliv.) aliroa annulipes (Klug) Erannls defoliaria l. Euproctis chrysorrhoea (L.) Lachnus iliciphilus (del Guercio) Lyrnantria dispar L. Malacosoma neustria L. Neuropterus alipes Schenk Operophtera rurnata L. Orthosia cerasi F. Otiorrhynchus singularis (L.) Rhynchaenus quercus L. Scolytus intricatus (Ratz.) grote esdoornluis elzehaan erkesigaremaker eikeaardvlo erkesigaremaker elzehaantje meidoornspinselmot kardinaalshoedspinselmot wollige eukestamluis grote dennesnuitkever grote eukeladgalmug eukeladluis eukespringkever gele houtrups esseastkever kleine wintervlinder esseschorsluis astaardsatijnvlinder appelloedluis spuug eestje populierescheutoorder voorjaarsuil populiereglasvlinder schimmelluis grote populiereoktor horzelvlinder pruimespinselmot meidoornspinselrnot eikeaardvlo ananasgalwesp eiketopgalrnug aardappelgalwesp lindeladwesp grote wintervlinder astaardsatijnvlinder eikekankerluis plakker ringelrups plaatjesgalwesp kleine wintervlinder voorjaarsuil gevlekte lapsnuitkever ei kespringkever eikespintkever
Tael 1. De in 1993 opgetreden insekten en mijten gerangschikt naar waardplant (inclusief de lichte aantastingen). Tale 1. Infestations y insects and mites in 1993, grouped according to their host plants (light infestations included). loof hout roadleaved trees aangetast door attacked y Thaumetopoea processionea L. eikeprocessievlinder Tortrix viridana L. groene eikeladroller Salix L. Aphrophora salicina Goeze wilgeschuimcicade ryptorrhynchus lapathi L. wilgesnuitkever Phyllodecta spp. wilgehaantjes Yponomeuta rorrellus H. wilgespinselmot Sorus L. Pristiphora geniculata (Htg) lijsteresladwesp Ulmus L. Scolytus scolytus F. grote iepespintkever Epinotia areviana F. Eriosoma ulmi (L.) essewortelluis Tetraneura ulmi (L.) iep-grasluis Viurnurn L. Pyrrhalta viurni (Payk.) sneeuwalhaan naaldhout conifers aangetast door attacked v Aies Mill. Hyloius aietis L. grote dennesnuitkever Larix Link oleophora laricella H. lariksrnot Hyloius aietis L. grote dennesnuitkever Ips cemrae Heer lariksastkever Lyrnantria dispar (L.) plakker Pristiphora laricus (Htg) lariksladwesp Picea Dietr. Elatoiurn aietinum Wlk. groene sparreluis Ips typographus L. letterzetter Pityogenes chalcographus (L.) koperetser Pristiphora aietina hrist. sparreladwesp Pinus L. Blastesthia turionella (L.) denneknoprups Haematoloma dorsaturn (Ahrens) roodzwarte dennecicade Hyloius aietis L. grote dennesnuitkever Neodiprion sertifer (Geoff.) rode denneladwesp Petrova resinella (L.) harsuilrups Pineus pini Macq. wollige denneluis Pineus stroi Htg weyrnouthwolluis Rhyacionia uoliana D. et S. dennelotrups Strophosornus spp. Tomicus piniperda L. gewone dennescheerder Pseudotsuga arr. Adelges cooleyi Gill. douglaswolluis. Hyloius aietis L. grote dennesnuitkever
--- Tael 2 De graad van aantasting in de verschillende provincies Tale 2 The dearee of infestation in the different Drovinces -. ~~ A ernstige aantastingen waaronder kaalvreterij heavy infestations including complete defoliation a idem. doch plaatselijk diffo, ut local B matige aantastingen 3 moderate infestations.c 5 + idem, doch plaatselijk s? u t m diffo, ut local 9 V) u S F n lichte aantastingen.- a > u U a>c L u u c o light infestations.- cs.ro, >mee o 0 c idem, doch plaatselijk ~ " L 8 2 5 O ditto, ut local a k ~ 6 8 8 ~ z N 4 Z ï L Insektensoortlinsect species OLEOPTERA (KEVERS) eramicidae (oktorren)' Saperda carcharias L.-grote populiereoktor hrysomelidae (ladhaantjes) Agelastica alni L.-elzehaantje Altica quercetorum Foudr.-eikeaardvlo Phyllodecta spp.-wilgehaantjes Pyrrhalta viurni L.-sneeuwalhaan urculionidae (snuitkevers) Byctiscus populi L. ryptorrhynchus lapathi L.-elzelwilgesnuitkever Deporaus etulae (L.) -erkesinaremaker Hyioius aietis L.-,grote dennësnuitkever Otiorrhynchus singularis (L.) -gevlekte lapsnuitkever Rhynchaenus fagi L.-eukespringkever Rhynchaenus quercus L.-eikespringkever - Scolytidae (astkevers) Ips cemrae Heer -lariksastkever Ips typographus L.-letterzetter Leperisinus varius (F.) -esseastkever Pityogenes chalcographus (L.) -koperetser Scolytus intricatus (Ratz.) -eikespintkever Scolytus scolytus F.-iepespintkever Tomicus piniperda L.-gewone dennescheerder LEPIDOPTERA (VLINDERS) oleophoridae (kokerrupsen) oleophora laricella H.-lariksmotje ossidae (houtrupsen) - Zeuzera pyrina L.-gele houtrups Geometridae (spanrupsen) Erannis defoliaria l.-grote wintervlinder Operophtera rumata L.-kleine wintervlinder Lasiocampidae (spinners) Malacosorna neustria L.-ringelrups Lymantriidae (spinners) Euproctis chrysorrhoea L.-astaardsatijnvlinder Lymantria dispar L.-plakker Noctuidae (uilen) Orthosia cerasi (stailis) (F.) -voorjaarsuil Sesiidae (wespvlinders) Paranthrene taaniformis Rott.-populiereglasvlinder Sesia apiformis (lerck) -horzelvlinder Thaumetopoeidae (processievlinders) Thaumetopoea processionea L.-eikeprocessievlinder Tortricidae (ladrollers) Blastesthia turionella (L.) -denneknoprups Epinotia areviana F. Gypsonoma aceriana Dup.-populierescheutoorder Petrova resinella (L.) -harsuilrups Rhyacionia uoliana D. et S.-dennelotrups Tortrix viridana L.-groene eikeladroller Yponomeutidae (spinselmotten) Yponomeuta cagnagellus H.-kardinaalshoedspinselmot a c a c c Ac B c c ac c a c B c c ac AcB A a a c Ac Bc Ac ac A abc Ac a ac a a Ac Ac Ac a c B a Ac ac
Tael 2 De graad van aantasting in de verschillende provincies Tale 2 The degree of infestation in the different provinces A ernstiae aantastin~en waaronder kaalvreterii heav~infestationsincluding complete defoliation a idem, doch plaatselijk ditto, ut local B matige aantastingen 3 moderate infestations.s idem, doch plaatselijk Q ditto, ut local 3 (I> K lichte aantastingen.- : c & light infestations.- K L!. c idem, doch plaatselijk ditto, ut local Yponomeuta evonymellus L.-pruimespinselmot Yponomeuta padellus L.-meidoornspinselmot Yponome~ta rorrellus H.-wilgespinselmot HYMENOPTERA (VLIESVLEUGELIGEN) ynipidae (galwespen) Andricus fecundator Htg -ananasgalwesp Biorhiza pallida (Olivier) -aardappelgalwesp Neuropterus alipes Schenck -plaatjesgalwesp Diprionidae (denneladwespen) Neodiprion sertifer (Geoff.) -rode denneladwesp Tenthredinidae (ladwespen) aliroa annulipes (klug) -lindeladwesp Macrophya punctumalum (L.) -esseladwesp Pristi~horaietina hrist.-sparreladwesp pristiphora geniculata (Htg) :lijsteresladwesp Pristi~hora laricus (Hts) -lariksladwesd DIPTERA (TWEEVLEUGELIGEN) ecidomyiidae (galmuggen) Arnoldia quercus Binnie -eiketopgalmug Mikiola fagi Htg -grote eukeladgalrnug HOMOPTERA (BLADLUIZEN EN VERWANTEN) Adelgidae (wolluizen) Adelges cooleyi Gill.-douglaswolluis Pineus pini Macq.-wollige denneluis Pineus stroi Htg -weymouthwolluis Aphididae (ladluizen) Elatoiurn aietinum Wlk.-groene sparreluis allaphididae (ladluizen) Drepanosiphum platanoidis (Schrank) -grote esdoornluis Phyllaphis fagi L.-eukeladluis ercopidae (spuugeestjes) Aphrophora alni Fall.-schuimeestje Aphrophora salicina Goeze -wilgeschuimcicade Haematoloma dorsatum (Ahrens)-roodzwarte dennecicade Eriococcidae (schildluizen) ryptococcus fagi Lind.-wollige eukestamluis Pseudochermes fraxini Klt.-esseschorsluis Lachnidae (stam- en takluizen) Lachnus iliciphilus (del Guercio) -eikekankerluis Pemphigidae (ladgalvormers) Eriosoma lanigerum (Hausmann) -appelloedluis Eriosoma ulmi (L.) -essewortelluis Tetraneura ulmi (L.) -iep/grasluis Psyllidae (ladvlooien) Phyllopsis spp.-esseladvlooien Thelaxidae Phloeomyzus passerinii Sign.-schimmelluis AARI (MIJTEN) Eriophyidae (galmijten) Aceria revitarsus (Ockeu) Aceria macrorhyncha (Nal.) Aceria nervisequa (an.) -eukeviltgalmijt Aceria pseudoplatani (orti) Eriophyes inangulis (Nal.) Eriophyes laevis (Nal.) > w = 2.o L sta Ac A