Naar een Nieuwe Agenda voor het landelijk gebied in de provincie Utrecht



Vergelijkbare documenten
Natuurbeleid in Zuid-Holland

Actuele ontwikkelingen in het provinciale natuurbeleid. Heine van Maar Provincie Noord-Brabant 21 maart 2013

Leegstand agrarisch vastgoed

Raamovereenkomst Plattelandsontwikkeling Drenthe

Ruimte om te leven met water

Alles van waarde is weerloos over landschap, herijking EHS groen blauwe diensten

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

2. De nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur

Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

Speech van Minister van Economische Zaken, Henk Kamp, Jaarvergadering van de Federatie Particulier Grondbezit, Driebergen, 25 mei 2013

Westelijke Veenweiden

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

Natuur weer verbinden met de mens: kansen creëren voor biodiversiteit in Zuid Holland. Paul Opdam. Wageningen Universiteit en Alterra

Hatertse en Overasseltse Vennen

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

POP-3. Plattelands Ontwikkelings Programma Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

SAMENVATTING. Jaarverslag NATIONAAL GROENFONDS

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Daarnaast zijn er subsidies voor het versterken van de landschapskwaliteit binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Nationale Landschappen.

Symposium Zoogdiervereniging De toekomst van de Natuursector 27 januari 2012

Provincie Vlaams Brabant

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

3) Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

BIJLAGE 3: Toetsingskader

De beleidsopgave vanaf 1990

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Gebiedsavond Bodegraven-Noord

Ruimte voor de beek. Ervaring bij Waterschap Limburg. project Loobeekdal, periode Frans Verdonschot Martijn Schraven

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Landbouwverkenning. Lingewaal West - Gorinchem Oost

B-107 Green Deal Icoonproject recreatiegebieden en natuur Veluwe

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Leden van Provinciate Staten

Binden, bewaren, bezielen en betalen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Functie volgt peil. maaiveldverloop. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Huiskavel en gebouwen

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers

GESPREKSNOTITIE OVER VERSTERKING VAN HET SALLANDSE LANDSCHAP DOOR AANLEG, HERSTEL EN BEHEER VAN LANDSCHAPSELEMENTEN. in de periode

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Heukelum. Zicht op de Linge

Poldergesprekken. 2 e avond 19 februari 2018

Provinciale coördinatie en regie: het wat en waarom en gedachten over het hoe

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen gaan ons allemaal aan. Gerbrand van t Klooster Coordinator omgeving LTO Nederland

Buiten Metropoolregio Amsterdam: Kwaliteit ruimte en natuur versterken. Metropoolregio Amsterdam: Druk op schaarse ruimte.

MKBA van de EHS Een institutioneel-economische analyse

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Provinciaal blad van Noord-Brabant

APPÈL VAN MAASTRICHT

Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

De provincie en haar partners zien de volgende opgaven voor een gezonde vrijetijdseconomie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Gebiedsprogramma Dit document geeft schematisch de hoofdlijnen weer van het Gebiedsprogramma

Bijeenkomst groenblauwe leefomgeving donderdag 1 maart 2018 Samenvatting opgehaalde inbreng

Bijeenkomst groenblauwe leefomgeving woensdag 18 april Samenvatting opgehaalde inbreng

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Westflank Haarlemmermeer

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart

Het herverkavelingsproces

Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland

Programma van Eisen - Beheerplannen

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Financiering van het gezamenlijke voorstel voor de herijking EHS in het Reggegebied

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

Vragenlijst Landbouw effect rapportage Buizenzone Eemsdelta

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. J.A.R.M. van Egmond (GROENLINKS) (d.d. 2 maart 2015) Nummer 3022

Praktijkgids Zuinig Ruimtegebruik

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Een. ondernemende EHS. voor Brabant

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Gulpen-Wittem, Vaals, Valkenburg aan de Geul (ontwerp)

Datum 18 december 2014 Betreft Aansluiting vergroening GLB en agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Transcriptie:

Naar een Nieuwe Agenda voor het landelijk gebied in de provincie Utrecht Wat komt er allemaal op ons landelijk gebied af en wat betekent dat voor het ontwikkelingsperspectief van de land- en tuinbouw? Die vraag stond centraal in een opdracht van LTO Noord provincie Utrecht aan het Kennistransfer van de HAS Den Bosch. In het kader van hun afstudeerscriptie hebben drie studenten die vraag proberen te beantwoorden. Natuur en landschap én landbouw zijn van grote betekenis voor de toekomst van het landelijk gebied in onze provincie. Ze zijn ook bepalend in hoeverre het landelijk gebied een duurzaam tegenwicht kan bieden voor de sterke verstedelijking hier. En dus van belang voor het welzijn van bewoners en bezoekers van onze provincie. Maar ook onze welvaart is in het geding, want natuur én landbouw zijn beide van belang voor een goede economische ontwikkeling van ons land. Maar wat blijkt uit het onderzoek van de HAS Den Bosch? Er is een ongelooflijke hoeveelheid ambities en doelen over het landelijk gebied van Utrecht uitgekieperd. En we weten het nauwelijks van elkaar! Er is te weinig regie op al die ambities en doelen. De realisering van de Ecologische Hoofdstructuur ligt achter op schema. En er is te weinig perspectief voor de landbouw. De landbouwstructuur in Utrecht verslechtert nog sterker dan de landelijke trend. Dat is het beeld dat naar voren komt. Met andere woorden: het beleid voor het landelijk gebied is onvoldoende succesvol. Het ontbreekt aan voldoende regie om die twee hoofdpijlers van het landelijk gebied, voldoende perspectief te geven. Daarop moet sterker gestuurd worden. Het wordt daarom tijd voor een Nieuwe Agenda voor het landelijk gebied. LTO Noord Utrecht wil daarvoor de volgende punten inbrengen. 1. Sterkere regierol bij de ontwikkeling van het landelijk gebied Alle harde claims bij elkaar beslaan in Utrecht een grote oppervlakte cultuurgrond. De komende jaren verliest nog eens ruim 12.000 ha cultuurgrond de agrarische functie. Dat is 16% van het huidige landelijk gebied. Maar vooral de grote oppervlakte waarbinnen alle beleidsambities hun invloed hebben, is enorm. In maar liefst 69% van het landelijk gebied van Utrecht ondervindt de landbouw onzekerheid over de toekomst en dus een verminderd perspectief, inclusief de oppervlakte harde claims. Dat heeft in ieder geval twee consequenties. Als we niets doen gaat het landelijk gebied de komende jaren ingrijpend veranderen. Het agrarische en landelijke karakter zal sterk veranderen. Zijn we ons bewust van die verandering? Waar de landbouw zich terugtrekt zal het landschapsbeeld meer verpauperen, verpaarden of verstenen. De sociale structuren op het platteland zullen veranderen en de grote economische betekenis van land- en tuinbouw komt onder druk te staan. Daarnaast zullen agrarische ondernemers en hun opvolgers steeds minder perspectief zien. Die twee ontwikkelingen hangen natuurlijk nauw met elkaar samen. Gelet op het welzijn en de welvaart van bewoners en bezoekers van onze provincie, is het de vraag of we het ons kunnen permitteren het zo ver te laten komen. Maar als we ons verstand erbij houden, dan kunnen we het tij nog keren! Wat moet er gebeuren? 1

- Een sterkere regierol door de provincie? Wat de overheid wil met de EHS is bekend. Tot op de hectare nauwkeurig is in beeld gebracht welke natuur waar moet komen. Maar de provincie moet veel meer oog hebben voor de betekenis, de rol en de belangen van de landbouw. Meer denken vanuit: wat heeft die sector nodig om die rol te kunnen vervullen. Een landbouw die van grote waarde is voor welvaart en welzijn van onze bewoners. Een landbouw die ook beschermd moet worden tegen functies met een hogere verwachtingswaarde: woningbouw, golfbanen, nieuwe landgoederen. De provincie moet die regierol nog beter ontwikkelen. - Maatwerk mogelijk houden Een sterke regierol op strategisch niveau moet niet maatwerk op lokaal, uitvoeringsniveau onmogelijk maken. - Hoge beleidsdichtheid te lijf De lawine aan beleidstukken, voorstellen en verordeningen kan en moet flink omlaag. Schrappen in beleidsambities: het zal lastig worden in polderland, maar het is zeer gewenst. Concentratie op een beperkt aantal strategische thema s is van belang. Voor het landelijk gebied zijn dat behoud en ontwikkeling van EHS en landschappelijke kwaliteiten en behoud en ontwikkeling van de land- en tuinbouw. Zet dat centraal bij de beleidsontwikkeling. Al het andere is afgeleid. - Betere benutting Ruimte voor ruimte regeling en VAB s Een betere benutting van de Ruimte voor ruimte regeling kan bijdragen aan een versterkte ruimtelijke kwaliteit. Daar heeft de landbouw, als grootste gebruiker van het landelijk gebied, baat bij. Maar in de praktijk gaat het bijzonder stroperig. Gemeenten willen zich niet branden aan een besluit, waardoor particulieren eindeloos aan het lijntje worden gehouden. Ook het beleid ten aanzien van de Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen (VAB s) kan worden verbeterd. - Multifunctioneel ruimtegebruik We moeten veel zuiniger omgaan met onze ruimte. Ook vanuit de gedachte: de landbouw is geen ruimtelijke restpost, maar ruimtevragende sector en van grote waarde voor de samenleving. Dus functies stapelen waar publieke middelen mee gemoeid zijn: natuur, recreatie en water. Bijvoorbeeld door koppeling EHS met uitvoering Kaderrichtlijn Water of bestrijding verdroging. - Prioriteit provincie bij EHS boven RodS Zowel EHS als Recreatie om de Stad (RodS) vragen heel veel publieke middelen. Als er geprioriteerd moet worden, dan heeft EHS een bovengemeentelijke prioriteit en RodS vooral een gemeentelijke perspectief. Gemeenten moeten dan ook veel sterker bij de uitvoering van het recreatiebeleid betrokken worden. Met de aanleg van een recreatief aantrekkelijk stedelijk uitloopgebied, hebben Rijk en provincie de afgelopen jaren hun bijdrage geleverd aan een aantrekkelijke woon- en leefomgeving rond de grote steden. Des te opmerkelijk is het, dat de bijdragen van gemeenten procesmatig, maar ook financieel, sterk achterbleef. Het hele thema RodS moet de komende jaren dan ook op een heel andere leest geschoeid worden. Gemeenten moeten zelf aan zet om hier iets van te maken, in relatie tot hun woningbouwopgave. Zij hebben daarvoor ook bij uitstek het instrumentarium in de vorm van de Grondexploitatiewet (verevening van kosten). De gronden die thans in dit kader zijn verworven door provincie/bbl moeten snel worden ingericht. - Natuurcompensatie binnen EHS Bij de aanleg van infrastructuur gaat landbouwgrond verloren. Er gaat misschien ook natuurkwaliteit verloren, maar die wordt weer gecompenseerd met de aankoop van extra landbouwgrond. Zo is de landbouw twee keer de dupe. Dat moet echt anders. De provincie moet zich sterk maken om compensatie te zoeken in kwaliteitsverbetering binnen de EHS. Of door een regionaal fonds in te stellen waaruit bijvoorbeeld Groenblauwe Diensten door boeren wordt betaald. 2

2. Koester en ontwikkel de land- en tuinbouw in zijn betekenis voor economie en landelijk gebied Hoe verdient Nederland in 2040 zijn geld? Om antwoord te krijgen op die vraag heeft het Innovatieplatform, onder leiding van minister-president Balkenende, gekeken wat de groeimotoren zijn van de Nederlandse economie. Volgens dit Platform moet Nederland zich richten op zijn sterke punten: economische activiteiten die hier al een lange geschiedenis hebben. Er is geen tijd om geheel nieuwe industrieën uit de grond te stampen; daarvoor is de wereldwijde concurrentie te hevig. Daarom is de land- en tuinbouw niets voor niets als één van de vijf groeimotoren van de Nederlandse economie benoemd. De sector is goed voor 10% van het bruto binnenlands product en voor 10% van de werkgelegenheid. De sector heeft een ongekende innovatiekracht en het drieluik onderzoek voorlichting onderwijs (OVO) geldt als inspiratiebron voor andere sectoren. Daarom is het goed om te kijken hoe provincie en gemeenten kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de land- en tuinbouw. Het overheersende grondgebruik binnen de sector in Utrecht is ten behoeve van de melkveehouderij. Om economisch van betekenis te blijven, is het van belang dat de provincie de sector blijft faciliteren. Bijvoorbeeld bij een goede verkaveling, die voor de melkveehouderij van groot belang is. CBS-cijfers van de laatste 17 jaar laten zien, dat de melkveebedrijven groter worden, maar de verkaveling verslechterd (afname van de gemiddelde kavelgrootte en een toename van het aantal bedrijfskavels). Die trend is in Utrecht nog wat sterker. Dat baart zorg en daarvoor is blijvende aandacht nodig. Waarop moeten we ons de komende jaren concentreren? - Perspectief voor agrarische ondernemers Gelet op het belang van de sector en het belang van het landelijk gebied, zouden overheden meer vanuit het ondernemersperspectief hun beleid moeten ontwikkelen. Perspectief bieden, dat is van doorslaggevend belang. Het maakt het verschil tussen het bedrijf wel of niet opvolgen. Het is het verschil tussen wel of niet investeren naar de toekomst. Het verschil tussen economische dynamiek of verloedering. - Agrarische ondernemers laten zich zien Agrarische ondernemers kunnen zelf ook aan de slag. Ze zijn goed bezig. Maar ze laten het te weinig zien, vanuit bescheidenheid of omdat ze het niet als onderdeel van de bedrijfsvoering zien. Het agrarische erf mag meer als het visitekaartje naar de samenleving worden beschouwd. Zichtstallen en open dagen geven de mogelijkheid om iets te laten zien van productiewijze en beleving. Weidegang als het mogelijk is. - Versterking landbouwstructuur Er is behoefte aan herverkaveling. Dat kan op vrijwillige basis met (planmatige) kavelruil. In sommige situaties kan het gewenst zijn om een eigentijds en slagvaardige wettelijke herverkaveling te komen, bijvoorbeeld om bedrijfsverplaatsingen mogelijk te maken. Met name in het veenweidegebied vraagt de historische verkaveling soms om nieuwe benaderingen. Smalle wegen, met water en knotbomen aan de ene kant en historische bebouwing aan de andere kant plus de aanwezigheid van veel recreatief verkeer, botst met het landbouwverkeer. Maar bij een agrarische functie, die drager is van het veenweidelandschap en hoog wordt gewaardeerd, hoort een goede ontsluiting. Het vraagt om innovatie bij overheden en sector, bijvoorbeeld door bedrijfsverplaatsingen en scheiding recreatief verkeer met ander verkeer. Laten we zorgen dat ons platteland voldoende concurrerend blijft ten opzichte van andere provincies. - Voldoende ruimte in de bouwblokken en voor landschappelijk bouwen We moeten af van de discussie over de bouwblokgroottes. Alsof een bouwvlak van 1,25 ha per definitie meer ruimtelijke kwaliteit heeft dan een twee keer zo groot bouwvlak, dat op een goede wijze is ingepast, met aandacht voor landschap, materiaal, kleur en setting van de gebouwen. We willen aan de slag met landschappelijk bouwen, maar dan moet er ook te praten zijn over de grootte van het bouwvlak. 3

- Benut de kracht van integrale gebiedsprocessen We worden nog te vaak geconfronteerd met sectorale natuurvisies of een gemeentelijke Nota Nieuwe landgoederen, waar het woord landbouw niet eens in voorkomt! Of bodemdaling wordt alleen benaderd vanuit het oogpunt van een robuust watersysteem. Neem die landbouwbelangen meteen vanaf het begin mee, door te investeren in integrale gebiedsprocessen. Integrale gebiedsprocessen kosten veel inzet en middelen, maar ze leveren ook veel op. Omdat als alle partijen voordeel hebben van een samenhangend pakket van maatregelen, dit draagvlak oplevert voor de uitvoering van het beleid. Dat laat het gebiedsproces in Groot Wilnis-Vinkeveen zien. Zet het gebied voorop en de mensen die er wonen en werken, in plaats van de oplossingen die van uit de overheid worden aangedragen. - Zet particulier ondernemerschap centraal De overheid zou veel meer gebruik moeten maken van het particulier ondernemerschap. Oók voor realisering van de EHS of RodS. Dat kan een boer zijn, een landgoedeigenaar of een andere particulier. Maak gebruik van de lokale terreinkennis en de innovatiekracht. Particulieren zijn heel goed in staat om veel maatschappelijke doelen gerealiseerd te krijgen. Het vraagt om nieuw ondernemerschap en het faciliteren daarvan door de overheid. Het vraagt ook om een cultuuromslag bij de terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties (TBO s), bijvoorbeeld door zich te richten op nieuwe vormen van partnerschap tussen TBO s en particulieren. Bijvoorbeeld bij de uitwisseling van kennis en informatie. Bijvoorbeeld bij het langjarig beschikbaar stellen van andere gronden van de TBO s om nieuwe vormen van ondernemerschap mogelijk te maken (Boeren voor Natuur). Agrarische Natuurverenigingen kunnen hierin ook een belangrijke rol spelen. Van belang is om het ondernemerschap van betrokken agrariërs centraal te stellen en duurzaamheid van financiële middelen te garanderen. - Blijven investeren in innovatie bedrijfssystemen Boeren investeren in nieuwe bedrijfssystemen, stallen, mestvergisters, energieopwekking et cetera. Maar aan innovatie zit vaak een onrendabele top. Het is van belang dat de overheid de sector hierin tegemoet komt. Ook de proefboerderij Zegveld kan hierbij een rol spelen. 3. De EHS is van groot belang, maar kan slimmer en beter en moet wel financieel haalbaar zijn LTO Noord Utrecht doet geen afstand van de EHS. Maar het moet wel slimmer en beter. Wij zijn toe aan een herijking van de EHS. Opnieuw prioriteiten stellen. Al was het maar vanuit financieel oogpunt. Wat staat ons de komende jaren voor ogen? - Blijf investeren in inrichting en beheer landelijk gebied Als we het landelijk gebied belangrijk vinden voor economie en welzijn, dan moeten we hierin blijven investeren. We investeren in Nederland veel geld in het stedelijk gebied. Dat is belangrijk en noodzakelijk. Maar investeringen en beheerkosten zijn eveneens van belang voor een robuuste en groene contramal. - Afstemmen ambities op de financiële middelen Investeren blijft belangrijk, maar de ambities en de financiële middelen moeten wel in evenwicht zijn. De verwerving en de inrichting van de EHS en RodS heeft de afgelopen jaren veel meer geld gekost dan begroot. Voor de grondverwerving voor de EHS bedragen de normkosten in Utrecht 40.000 per ha (ILG bestuursovereenkomst). De werkelijke kosten bedroegen tot en met 2009 echter 88.000 per ha. De normkosten voor de inrichting van de EHS bedragen tussen de 9.600 (nieuwe natuur) en 23.000 (inrichting natte natuur) per ha. De werkelijke kosten voor de inrichting van natte natuur bedroegen echter 60.000 per ha. Ook de normkosten voor de grondverwerving voor de RodS blijken veel te laag geschat. Dat betekent dat het ambitieniveau voor EHS en RodS qua hectares omlaag zal moeten. - Nadruk op kwaliteit in plaats van kwantiteit Zelfs bij een gelijk blijvend budget zullen we het dus anders moeten besteden. Niet hectares blijven kopen, terwijl we weten dat er geen geld is voor een goede inrichting en beheer. Hectares zijn een middel, geen doel op zich. Het lijkt nu eerder andersom! Daarom veel meer nadruk op kwaliteit. 4

Van het beschikbare budget willen we meer middelen inzetten voor beheer en onderhoud van het landschap, en meer geld en meer duurzaamheid voor een kwalitatief hoogwaardig agrarisch natuurbeheer en voor Groenblauwe Diensten. Voor het agrarisch natuurbeheer krijgt een boer nu een vergoeding voor de gemaakte kosten, maar een fatsoenlijk uurloon zit er niet in. Maar een boswachter werkt toch ook niet op vrijwillige basis? We willen naar een goede compensatie voor natuurlijke handicaps. - Prioriteit bij N2000 en afronding bestaande natuur Scherp prioriteren is daarom niet te vermijden. Een goede inrichting en beheer van bestaande natuur (inclusief N2000) kan de externe werking naar omliggende landbouwgebieden sterk verminderen. Daarom moet daar de prioriteit bij gelegd worden. - Realisering EHS niet eindeloos blijven oprekken Het einddoel was 2018 en blijft 2018. Als we de bakens verzetten, zoals in deze Nieuwe Agenda voor het landelijk gebied beschreven, dan is dat haalbaar. Niet met de eerder beoogde kwantitatieve ambities, maar wel als we kiezen voor kwaliteit. In ieder geval moet de begrenzing van nieuwe natuur worden aangepast aan de financiële mogelijkheden. Ambities en geld moeten in evenwicht zijn. - Handen af van boerengeld Sommige partijen willen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zo afbreken, dat het geld overgeheveld kan worden naar de grondverwerving voor de EHS. Daarvan kan geen sprake zijn. De middelen voor het GLB zijn bedoeld voor ondersteuning van de agrarische ondernemers. Met de ondersteuning van landbouwproductie heeft dat niets van doen. - Ruime zoekgebieden zijn fnuikend voor een helder perspectief voor de landbouw In Utrecht zijn grote oppervlakten zoekgebied, waarbinnen ruimte is voor een beperkte oppervlakte nieuwe natuur. Dat lijkt op korte termijn aantrekkelijk, omdat kansen in de uitvoering kunnen worden verzilverd. Maar het is de vraag of de natuur er uiteindelijk mee gediend is. Bovendien is voor een onnodig grote oppervlakte van het landelijk gebied er onzekerheid in het ontwikkelingsperspectief van tal van boeren. Voor de doorsnijding van het agrarisch gebied door tal van ecologische verbindingszones geldt hetzelfde. Het is nauwelijks voorstelbaar dat deze versnippering zorgt voor de nodige robuustheid van het ecologisch systeem van de EHS. We moeten daarom snel af van de ruime zoekgebieden EHS en evz s. Het staat haaks op scherp prioriteren. - Wel flexibiliteit in de uitvoering Wel is flexibiliteit nodig om in de uitvoering, in het kader van een integraal gebiedsproces, alsnog voor een iets andere oplossing te kiezen. Maar dat is geheel iets anders dan de duizenden hectares zoekgebied, waarvoor geen duidelijke keuze wordt gemaakt. - Laten we geduld bewaren bij het bereiken van natuurdoelen Natuurdoelen staan wel voorop, maar we moeten ons realiseren dat die niet van vandaag op morgen zijn te bereiken. Ook niet door de TBO s. Doelen faseren, voldoende de tijd nemen en geduld bewaren, dat is het devies. Misschien moeten we ook accepteren dat agrarisch natuurbeheer, als overgangsbeheer nog een hele tijd een rol kan spelen in het behoud van biodiversiteit. Bijvoorbeeld op de afrondingspercelen rond de natuurgebieden. - Het drama van Natura 2000 behoeft een oplossing Nergens ligt het natuurbeleid zo onder vuur, als bij N2000. Eigenlijk voor alle gebieden onder de Natuurbeschermingswet. Ecologie en economie (inclusief landbouw) botsen hard. Een belangrijk deel van de problematiek zal landelijk opgelost moeten worden, via de Programmatische Aanpak Stikstof. Maar dat laat onverlet dat voor de politiek op provinciaal niveau de volgende uitgangspunten leidend zouden moeten zijn: - We verwachten van de provincie, als bevoegd gezag voor de vergunningverlening Natuurbeschermingswet, een sterkere sturing bij de beheerplannen, maar wel binnen de context van een integraal gebiedsproces, met als uitgangspunt haalbaar en betaalbaar. 5

- De provincie geeft snel aan welke agrarische bedrijven (en ook andere bedrijven) binnen de invloedssfeer van de Natuurbeschermingswet vallen (binnen en buiten N2000). Op dit punt moet de onzekerheid door de overheid worden weggenomen. - De politiek accepteert dat de kosten van de ligging binnen de invloedssfeer, niet worden afgewenteld op individuele bedrijven. De kosten voor bedrijfsaanpassing, -verplaatsing of beëindiging zijn maatschappelijke kosten, die we als samenleving als geheel moeten aanvaarden als noodzakelijke kosten voor een kwalitatief hoogwaardige natuur. Als we niet in staat of bereid zijn snel die duidelijkheid te bieden en die bereidheid uit te dragen, dan moeten we accepteren dat de verhouding tussen natuur en economie in toenemende mate voor conflicten zal zorgen, wat tal van gebiedsprocessen en oplossingen in de weg staat. LTO Noord provincie Utrecht Juni 2010 6