MISBRUIK IN DE THERAPEUTISCHE RELATIE Prof. PETER ADRIAENSSENS UZ Leuven Peter.adriaenssens@uzleuven.be Het rapport van 31 maart 2011 van de parlementaire onderzoekscommissie voor de behandeling van seksueel misbruik en pedofilie binnen een gezagsrelatie 1
4.3. Beroepsgeheim binnen de hulpstructuren 4.3.1. Opleiding van de hulpverleners Vaststelling Uit de hoorzittingen met de diensten voor slachtofferhulp blijkt dat de beroepsmensen uit die sector niet altijd alle nuances doorgronden van de artikelen 458bis en 422bis van het Strafwetboek, inzake het beroepsgeheim. 51. De bijzondere commissie vindt het opportuun te bepalen dat de opleiding van de beroepsmensen binnen de structuren voor slachtofferhulp een onderdeel bevat over de strekking en de grenzen van de artikelen 458bis en 422bis van het Strafwetboek. 2
Het was anders Trauma werd niet erkend, enkel in kleine cirkel van psy Hulpverlening was geen evidentie Achter de neurose van de soldaat, het misbruikverhaal van de patiënte werd een strategie vermoed: het slachtoffer werd verdacht van andere doelen Het veranderde op enkele jaren Vandaag roept het slachtoffer sympathie op, meeleven, en een oproep naar verandering Twee mechanismen spelen: de eigen bijdrage van de labeling van PTSD, met victimologie en humanitaire psychiatrie een verandering in perceptie van waarden en gevoeligheden 3
Het slachtoffer, een nieuwe taal Na 9/11 berekende men dat 9000 specialisten GGZ in media toelichting gaven De term trauma is verruimd van psychisch letsel naar wonde in het collectieve geheugen Verbreding van psychologische schade naar sociaal drama Trauma slachtoffers leven in een tijd waarin hun beleving gedeeld wordt Therapeuten stellen nu geschrokken vast dat wat voordien grensoverschrijdend gedrag genoemd werd, nu seksueel misbruik heet te zijn. Dat men niet meer spreekt over cliënten, maar over slachtoffers. En dat een therapeut die volgens de cliënt grensoverschrijdend is, nu een dader heet. (VVKK, 1998) 4
Cijfers Er zijn weinig cijfers over seksueel misbruik in de gezondheidszorg en de hulpverlening. Uit een aantal buitenlandse onderzoeken (vooral Canada en VS), die gebaseerd zijn op zelfrapportage door professionals, blijkt dat tussen de 1 en 17,7% tijdens hun carrière ooit seksueel contact heeft gehad met een aan hun zorg toevertrouwde (ex)patiënt/cliënt. Een Nederlands rapport meldt dat 7% van de mannelijke psychiaters en 3% van de vrouwelijke psychiaters en 5 tot 10% van de mannelijke psychologen en 0,5 tot 1% van de vrouwelijke psychologen ooit seksueel misbruik heeft gepleegd ten aanzien van een patiënt. Bij KNO artsen en gynaecologen gaat het om 4%. CIJFERS Meestal gaat het om man/vrouw misbruik, voornamelijk door mannen van een eind in de dertig tot begin in de vijftig. Vaak hebben ze een eigen privé praktijk. Maar er bestaat ook vrouw/vrouw misbruik, vrouw/man misbruik en man/man misbruik. Bij misbruik door vrouwen zijn vrouwen vaak het slachtoffer. Volgens onderzoek is er in de VS een hoog percentage recidive bij hulpverleners die seksueel grensoverschrijdend gedrag plegen, van 30 tot 80% en zelfs rond 80% bij hulpverleners die voor meervoudig seksueel grensoverschrijdend gedrag worden aangeklaagd. Voor meer info cijfers/getuigenissen zie ook: http://www.misbruikdoorhulpverleners.nl 5
De Hoge Gezondheidsraad signaleert: de Ethische Commissie van de Belgische Federatie van Psychologen ontvangt jaarlijks een 30 tal klachten waaronder ook over de ombuiging van de relatie tot een persoonlijke, romantische of intieme relatie. De psycholoog kan een vermaning krijgen of uitgesloten worden maar er zijn geen verdere sancties. Nationale Orde van Geneesheren In de periode 1991 1999 waren er 5.348 beslissingen van de Provinciale Raden waarvan 20 over zedenfeiten en tussen 1990 1999 waren er 1.256 beslissingen van de Raden van Beroep, waarvan 7 over zedenfeiten. In totaal worden er 43 categorieën van fouten vermeld bij de Provinciale Raden. De slachtoffers worden niet ingelicht over de schorsing van de arts/dader. 6
AANSTURENDE PRINCIPES INTERNATIONAAL VERDRAG VAN DE RECHTEN VAN DE MENS THEORIE VAN HET VERLIES VAN EEN KANS Theorie van het verlies van een kans Er is geen causaal verband, wel verlies van een kans Do not harm = goede en veilige zorg 7
Patiëntenrechtenwet Wat de relatie professional patiënt/cliënt betreft is de wet over de patiëntenrechten relevant. Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt Deze wet betreft de relatie arts/patiënt, psychiater/patiënt, tandarts/patiënt. De wet verduidelijkt waarop een patiënt moet kunnen rekenen en waaraan een beroepsbeoefenaar zich te houden heeft om de kwaliteit van de dienstverlening in de gezondheidszorg te garanderen. Art. 5. De patiënt heeft, met eerbiediging van zijn menselijke waardigheid en zijn zelfbeschikking en zonder enig onderscheid op welke grond ook, tegenover de beroepsbeoefenaar recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking die beantwoordt aan zijn behoeften. Art. 10. 1. De patiënt heeft recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer bij iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar en inzonderheid betreffende de informatie die verband houdt met zijn gezondheid. De patiënt heeft recht op respect voor zijn intimiteit. Behoudens akkoord van de patiënt, kunnen enkel de personen waarvan de aanwezigheid is verantwoord in het kader van de dienstverstrekking van de beroepsbeoefenaar, aanwezig zijn bij de zorg, de onderzoeken en de behandelingen. Strafwet Seksueel misbruik wordt als een ernstig misdrijf beschouwd. Een aantal seksuele handelingen worden strafbaar gesteld, met name verkrachting, aanranding van de eerbaarheid, (aanzetten tot) ontucht en prostitutie, exhibitionisme. We vermelden hier volgende belangrijke wetten: de wet van 4 juli 1989 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting; de wet van 13 april 1995 betreffende het seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen; de wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen 8
Beroepsgeheim in het strafwetboekaanpassingen 2002 en uitbreiding 23.02.2012, in werking vanaf 01.03.2013 Art.458bis MELDINGSRECHT Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheimen en die hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige of op een persoon die kwetsbaar is ten gevolge van zijn leeftijd, zwangerschap, partnergeweld, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid kan, onverminderd de verplichtingen hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter kennis brengen van de procureur des Konings, hetzij wanneer er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de fysieke of psychische integriteit van de minderjarige of bedoelde kwetsbare persoon en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen, hetzij wanneer er aanwijzingen zijn van een gewichtig en reëel gevaar dat andere minderjarigen of bedoeld kwetsbare personen het slachtoffer worden van de in voornoemde artikelen bedoelde misdrijven en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen. Strafwetboek: ENKELE GEVALLEN VAN SCHULDIG VERZUIM. Art. 422bis. Met gevangenisstraf van acht dagen tot (een jaar) en met geldboete van vijftig [euro] tot vijfhonderd [euro] of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die verzuimt hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert, hetzij hij zelf diens toestand heeft vastgesteld, hetzij die toestand hem is beschreven door degenen die zijn hulp inroepen. Voor het misdrijf is vereist dat de verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen. Heeft de verzuimer niet persoonlijk het gevaar vastgesteld waarin de hulpbehoevende verkeerde, dan kan hij niet worden gestraft, indien hij op grond van de omstandigheden waarin hij werd verzocht te helpen, kon geloven dat het verzoek niet ernstig was of dat er gevaar aan verbonden was. (De straf bedoeld in het eerste lid wordt op twee jaar gebracht indien de persoon die in groot gevaar verkeert, minderjarig is.) Art. 422ter. Met de straffen in het vorige artikel bepaald wordt gestraft hij die, hoewel hij in staat is het te doen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen, weigert of nalaat aan iemand die in gevaar verkeert, de hulp te bieden waartoe hij wettelijk wordt opgevorderd; hij die, hoewel daartoe in staat, weigert of nalaat het werk of de dienst te doen of de hulp te verlenen waartoe hij wordt opgevorderd bij ongeval, beroering, schipbreuk, overstroming, brand of andere rampen, evenals in geval van roverij, plundering, ontdekking op heterdaad, vervolging door het openbaar geroep of van gerechtelijke tenuitvoerlegging. 9
De wijziging van artikel 61 van de Code van geneeskundige plichtenleer op 14/09/2013 Art.61 14/09/20 13 (Gewijzigd op 14 september 2013) Als een arts vermoedt dat een kwetsbaar persoon mishandeld, misbruikt, uitgebuit, belaagd of verwaarloosd wordt, dient hij onmiddellijk het nodige te doen om deze persoon te beschermen. In de mate dat de verstandelijke mogelijkheden van de kwetsbare persoon dit toelaten, bespreekt de arts in de eerste plaats zijn bevindingen met deze en spoort hij hem aan zelf de nodige initiatieven te nemen. Indien dit de belangen van deze laatste niet schaadt en deze hierin toestemt, kan hij dit met zijn naasten bespreken. Indien de situatie het rechtvaardigt en voor zover de kwetsbare oordeelsbekwame persoon hierin toestemt, contacteert de arts een ter zake bevoegde collega of schakelt hij een specifiek voor die problematiek opgerichte multidisciplinaire voorziening in. Indien een kwetsbaar persoon in een ernstig en dreigend gevaar verkeert of indien er ernstige aanwijzingen zijn van een gewichtig en reëel gevaar dat andere kwetsbare personen het slachtoffer worden van mishandeling of verwaarlozing en indien de arts op geen andere manier bescherming kan bieden, kan hij de procureur des Konings in kennis stellen van zijn bevindingen. Toelichting bij de wijziging van artikel 61 van de Code van geneeskundige plichtenleer De wijziging van artikel 61 van de Code van geneeskundige plichtenleer heeft tot doel het artikel te actualiseren in het licht van de wijzigingen die zijn aangebracht aan artikel 458bis van het Strafwetboek en de verantwoordelijkheid van de arts in dergelijke situaties onder de aandacht te brengen. Analoog aan artikel 458bis wordt de tekst van artikel 61 herschreven tot één paragraaf waarin men in algemene termen over "kwetsbare personen" spreekt. Aangezien ook minderjarige personen als kwetsbaar worden beschouwd, vallen zij automatisch onder de bescherming van dit artikel. Tevens wordt er in het nieuwe artikel 61 niet verwezen naar de patiënt, maar naar eender welke kwetsbare persoon, of hij nu patiënt is of niet. Hierdoor krijgt de arts ook de mogelijkheid iets te doen wanneer de patiënt dader is van het misdrijf. (zie Advies van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren "Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek", van 17 september 2011, TNR 135) Het toepassingsgebied van artikel 61 vermeldt in de nieuwe versie ook belaging en uitbuiting als een reden om te melden. Met belaging wordt bedoeld dat men door een persoon op zodanige wijze wordt lastig gevallen dat het overlast meebrengt. De kwetsbare persoon wordt met andere woorden tot wanhoop gedreven door het onophoudelijk en opzettelijk achtervolgen en lastigvallen. De invulling komt overeen met de invulling van het begrip belaging zoals bedoeld in artikel 442bis van het Strafwetboek. Met deze toevoeging en de algemene bewoordingen "misbruik, mishandeling en verwaarlozing" gaat artikel 61 van de Code verder dan de limitatief opgesomde misdrijven in artikel 458bis van het Strafwetboek waarvoor een arts kan beslissen te melden. De basis op grond waarvan een arts kan beslissen zijn beroepsgeheim te laten varen, blijft evenwel de "noodtoestand" waarbij hij van geval tot geval het respect voor het beroepsgeheim dient af te wegen tegen zijn verplichting een persoon in groot gevaar te beschermen. Hij toont aldus zijn verantwoordelijkheid in de bescherming van kwetsbare personen in de maatschappij. De verschillende onderdelen van artikel 61 in de versie van 2002 blijven tenslotte behouden, maar worden in elkaar geschoven zodat het artikel een logische opbouw krijgt 10
The Defense of Consent: Is It Love or Is lt Malpractice? The legal foundations for a consent defense are eroding rapidly, however, to the point where, if the patient has competent counsel, the defense is barely viable. To counter consent as a defense, the plaintiff can assert counts for malpractice and breach of fiduciary duty based on the physician's failure to competently deal with the transference phenomenon. Boiled down to its essentials, the plaintiff's position is that in every therapeutic relationship the physician should expect the patient to idealize him and to transfer to him sexual desires and fantasies and, knowing this in advance, the physician should be able to deflect it. According to this theory, failure to adequately deal with transference is malpractice. Whether or not the patient consented to the sexual activity is Irrelevant since any sexual conduct is malpractice per se. Framed as malpractice, rather than as an intentional tort, the plaintiff's entire case on liability rests on proof of the sexual act; once that is proven, there is strict liability. Consent is not relevant to a malpractice count. Thus, consent is no more an issue in this case than in a case where a surgeon leaves a scalpel inside a patient. The only issues are whether the physician had a duty to treat the patient in accordance with accepted standards and, if so, whether those accepted standards barred sexual contacts 11
VERMOEDEN? Blijf er niet alleen mee! Dus: collega, team, meldpunt 1712, Vertrouwenscentrum, CAW slachtofferhulp, IDEWE WAT IS OP KOMST? Aanpassing verjaringstermijn naar 15 jaar Verhogen strafmaat Centraal meldpunt geweld in alle relaties Verbreden werkveld vertrouwenscentra naar intra en extrafamiliaal geweld Hervorming van de Orde der Geneesheren Deontologische kamer psychotherapie En: wat hebben we zelf te bieden als visie? 12
Waarom behoren therapeuten tot high risk groep voor misbruik? Gemandateerd machtsverschil Kwetsbare cliënten De garantie van een veilige context lijkt een feit Intimiteit, seksualiteit, relaties behoren tot de normale thema s Er wordt onvoldoende opleiding gegeven rond vroegdetectie, zelfzorg, wat doen met vraag of verhaal cliënt Er is geen transparant aanbod voor klachtenbehandeling Wie hier iets aan wil doen moet het in opleiding inbouwen Erkende beroepstitel met inspectie Transparante procedures voor klachten accreditering voor ethische en juridische regelgeving Zelfzorg onvoldoende erkend als horend bij het vak ( arbeidsgeneeskundig traject?) 13
Wie hier iets aan wil doen moet incentives veranderen. Aanmoedigen van de zelf melding en van erkenning, en plaatsen zichtbaar maken waar therapie aan therapeuten gegeven wordt. We zouden beter straffen door verplicht dienstbetoon in de gemeenschap. Maar dan moet de tijd tussen feit en uitspraak kort zijn. Wat niet is. Wat best werkt: opvoeden, met sterke afkeuring van asociaal gedrag, van ieder teken van begin van otherization. Wij zijn niet anders Stop misbruik te zien als van de andere. (Otherization heeft altijd een groep nodig) En dus: oefen met simulatie: wat als in mijn team iemand de suggestie doet? Oefen met de overheid: erkenning van de beroepstitel als inschrijving in een kwaliteitstraject, ook tegen seksueel misbruik 14