Navorming rond poëzie Sandrine Lambert



Vergelijkbare documenten
Babbel en Schrijf Poëzie

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

Oorlog in Hoorn. Uitleg Opdrachten. Mind Map

Gedichtendag 2012 Stroom. Naar aanleiding van de gedichtendag op 26 januari Leerkracht: Cara Figoureux Nederlands

Beelden. Bondig. Verdelen. Verslag. Associatie. Een gegeven begin. Bijvoeglijke naamwoorden. Bij muziek.

WORKSHOP CREATIEF SCHRIJVEN: POËZIE

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART.

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART.

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Luisteren: muziek (A2 nr. 7)

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Gedichten werkboekje. Naam: Groep:

Werkblad 1 / Maskers

Project poëzie. Succes!

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Lesbrief. Bij ons in het dorp Jan Terlouw

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Lesbrief. Ik omhels je met duizend armen - Ronald Giphart

Liefde, voor iedereen gelijk?

Lesbrief. Moeder worden, moeder zijn - Daphne Deckers

nieuwtjes uit groep 3/4

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Liefde in het kippenhok

Luisteren: muziek (B1 nr. 2)

Inleiding. Drie taalvormen

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Mijn digitale leesrugzak

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Lestip 'De avonturen van Kapitein Onderbroek'

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Het houden van een spreekbeurt

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Als één blok samen. Laat 's morgens bij het binnenkomen de clip van de Phillibustas zien:

LESBRIEF POEZIE OVER DE POST. Beste leerkracht,

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Lieke. redt de dieren

Praat-plaat. post. aad/thema/post werkblad 1

Een overtuigende tekst schrijven

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Mirjams mama en moekie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Week 1 twee weken voorafgaand aan het Voorleesontbijt. Bijeenkomst 1. Materiaal

lesmateriaal Taalkrant

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Wendy Smit, juli 2014

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?

Een vleugje poëzie. 15 gedichten van mij, voor jou. Van harte, Veerle. Tekst: Veerle Schaltin Kunstwerk: Johannes Feremans

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

maken de kinderen een waterorgel en laten elke lettergreep uit een lied horen op dit orgel. Groep 1 Groep 2 samengestelde woorden in

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Introductie: Brom en Bram

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Thema In en om het huis.

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Van eitje tot vlinder

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Tekst lezen en vragen stellen

Voordoen (modelen, hardop denken)

Handleiding basiswoordenschat.

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

WOORDENSCHAT - MIDDENBOUW Met woorden aan de gang

t Vuil Reclametruukske

Hoe maak je een werkstuk?

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Belangrijk dichtwerkboekje van

Het gedicht Kampioen

wie ben k? Ik ben... Samen aan de slag met de Ik ben teksten van Jezus

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

KLEURPLAAT VLIEGENDE WOLVEN. MIRA, Schoolkrant De Vrije Ruimte 27 oktober 2010 MOPPEN.

10 tips om je partner zo goed mogelijk te ondersteunen.

Brave New Books daagt je uit: schrijf je boek af in één maand! WEEK 4: STIJL

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Het thema van deze les is Gezondheid. Dit is Les 1 Beginners. Een afspraak maken

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Transcriptie:

Navorming rond poëzie Sandrine Lambert Dit document bevat een reeks praktische oefeningen om poëzie te maken met een groep en zo te streven naar een individueel resultaat. OEFENING Gebruik steeds een heel concrete impuls zoals een prent, muziek, geuren, smaken, een bepaald thema, Door meerdere groepsoefeningen volgens hetzelfde stramien te doen, biedt u de cursisten een houvast waar ze naar kunnen teruggrijpen wanneer ze zelf poëzie willen schrijven. MATERIAAL Een concrete impuls zoals: een prent, foto, muziek, geuren, smaken, tactiele materialen, een thema - Kies een impuls (vb. een prent) - Schrijf (op het bord) zoveel mogelijk woorden op die men kan associëren met die prent. - Kies de woorden die het meest passend zijn bij de sfeer van de prent (een drietal woorden). - Maak met ieder gekozen woord een eenvoudige zin (hoeft ècht nog niet poëtisch te zijn). Zo komen we tot een drietal eenvoudige zinnen. - Probeer zware, allesomvattende woorden specifiek te maken vb. verdriet uileggen als niet kunnen slapen en geen zin om op te staan. - Probeer ook mooie dingen te doen met taal zoals: alliteraties, klanknabootsingen, herhaling, rijm of middenrijm, ritme, - Als het gedicht mooi klinkt, probeer je ook iets te doen met de vorm. - Lees voldoende luidop om te horen of het goed klinkt. Alliteraties: Een tekstje krijgt een heel bijzondere klank als ieder woord begint met dezelfde letter, bovendien is het erg prettig om woorden te zoeken die met dezelfde letter beginnen. - Geef de groep een letter vb. K - Zoek zoveel mogelijk woorden die met de K 1

beginnen en schrijf ze op het bord. - Maak een lange zin met allemaal woorden die met een K beginnen. - Laat eventueel rijmen aan het einde (het rijmende gedeelte moet niet met die letter te beginnen). - U zal merken dat die bijna altijd erg mooi klinkt. Associatie: Wie schrijft (proza of poëzie) moet zijn gedachtestroom laten vloeien, het éne doet denken aan het volgende. Dat doen we ook in volgende oefening, de éne zegt een woord, de volgende noemt een woord dat er verband mee houdt vb. kip ei Pasen chocola lekker aardbeien rood bloed pijn Om deze oefening op te bouwen is het goed om als docent één woord te geven aan de groep, de groep geeft antwoord, dan is het weer de beurt aan de docent, Als dit onder de knie is, kunnen we het rijtje afgaan. De docent geeft één woord aan de eerste, zijn buur, pikt daar op in, dan is het de beurt aan diens buur, Doorgeefgedicht waarbij de docent de eerste zin aanreikt. Iedereen schrijft deze zin op en vult aan met een volgende zin (of klank, beeld, stukje, ), daarna worden de bladen doorgegeven en schrijft iedereen verder op het blad van zijn buur. Het gedicht ontstaat door dit meerdere malen te doen. De docent beslist wanneer het gedicht afgemaakt moet worden. De cursisten vullen aan tot het naar hun gevoel af is. Twee voorlezers: Twee voorlezers lezen gelijktijdig voor uit twee verschillende boeken. De rest van de groep zal flarden van het éne en flarden van het andere opvangen; zij noteren alles wat ze verstaan en proberen op basis van (een deel van) deze woorden een goed klinkend Twee verschillende boeken 2

tekstje te schrijven. Spiegelgedicht: Neem een gedicht (uit een boek of één van de eerder geschreven groepsgedichten), schrijf bij iedere regel het tegenovergesteld Vb. ZUSJE IS NIET THUIS Zusje is niet thuis Ze ligt in 't ziekenhuis Het bed is groot De muren bloot De vloer is kil Men praat er stil Gekke geuren Bleke kleuren Ik wil haar elke dag bezoeken Met perziken en koeken Ed Franck Een gedicht Spiegelgedicht Zusje is niet thuis BROERTJE IS ER WEER Broertje is er weer Hij is weer kerngezond Zijn bed wordt klein zijn muren vol Een warme vloer Vol met geluiden Ruikt het naar hem Ziet het ook zo uit Ik kom niet in zijn kamer Met een zaag en met een hamer. Vergelijkingen: Het is mogelijk om op basis van één goed gekozen vergelijking een gedicht te maken. Begin met het zoeken naar een vergelijking met enkele voor de hand liggende dingen vb. Waarmee kunnen we de zon vergelijken? Met een verwarming, want de zon is warm en een verwarming is ook warm. Met een gele bloem, want ze zijn allebei geel. Waarmee kunnen we de wind vergelijken? Met een haardroger want de wind kan doen drogen en een haardroger ook. Waarmee kunnen we het raam vergelijken? Met een televisie, want op de televisie zien we dingen bewegen en door het raam ook. Met onze ogen, want ze bieden allebei een blik op de wereld, Waarmee kunnen we het gras vergelijken? Met een mat, want ze zijn allebei zacht. 3

Met een bed, want je kan er op slapen Noteer hierbij af en toe een goed gekozen vergelijking op, terwijl je op de vorm let. Vb. de zon is als een lekstok GEEL het gras is mijn bed ZACHT de stoel is als een ezel met vier poten Geef daarna de opdracht om iemand die voor hen veel betekent met iets te vergelijken en hiermee een klein gedichtje te maken (gewoon door een geschikte vorm te zoeken). Poëzie is impliciet, maar toch moet het ergens wel duidelijk en begrijpbaar zijn voor anderen. Een oefening hierop is: Zet je ontbijt om in een gedicht, maar zo dat iedereen duidelijk kan verstaan wat je precies gegeten hebt. Collagegedicht: Zeker bij groepen waar het technische schrijven een obstakel vormt, kan het maken van een collagegedicht de drempel verlagen. Hierbij kunnen de cursisten woorden kiezen uit tijdschriften om uit te knippen en zo tot een woordenspel te komen of de docent kan aan iedereen een twintigtal uitgeknipte woorden geven. Tijdschriften / kranten of uitgeknipte woorden Schaar Lijm Papier De nadruk ligt hier op het speels schikken van woorden, je doet iets met wat je hebt en dat kent zo 4

zijn beperkingen, maar ook zijn mogelijkheden want de drempel ligt laag en van faalangst is meestal geen sprake. Een variant hierop is een viltstiftgedicht, bijvoorbeeld: Stripgedicht: Neem een bladzijde uit een stip en verwijder de tekst uit de tekstballonnen. Geef de cursisten de opdracht om de tekstballonnen weer in te vullen met poëtische zinnen. Kopie van een blad uit een strip waarvan de tekstballonnen blanco gemaakt zijn. 5

LOSSE TIPS: - Kies een inspiratiebron; neem een 5-tal woorden die je hiermee associeert; maak met deze woorden eenvoudige zinnen; speel met die zinnen: giet ze in een mooie vorm, schrap, herhaal woorden, - Luister met gesloten ogen naar een stukje muziek: wat zie je? Welk tafereeltje speelt zich af? Welke personages Klanken? Schrijf dit op als een klein verhaaltje; herschrijf maar laat hoofdletters en leestekens weg; herschik, schrap; speel met de woorden; zoek naar herhaling, alliteratie, eindrijm, beginrijm, - Schud de vorm van een gedichtje door elkaar; verplaats zinnen en bekijk wat dat met de inhoud doet - Neem als basis een bestaand gedicht; behoud de vorm maar verander de inhoud - Schrijf een elfje: Dat zijn korte teksten van vijf regels. Die regels bestaan uit: één woord, twee woorden, drie woorden, vier woorden en dan weer één woord. Samen zijn dat de elf woorden. De vaste vorm van de elf en de inhoudelijke opdrachten per regel werken uitnodigend voor kinderen om te gaan schrijven. - Een Pantun schrijven: De tweede en de vierde regel van de eerste strofe dienen als eerste en derde regel van de volgende. En zo verder kunnen het wel vijftien strofen worden. - Een haiku: De eerste en de derde regel bestaan uit vijf lettergrepen. De middelste lettergreep heeft zeven lettergrepen. Je vers bevat een element uit de natuur: bloesem, zon, sterren, duinen, seizoenen, sneeuw of regen. Het zou gaan om een waarneming die vanuit je binnenste komt. LINKS: http://www.doemaardichtmaar.nl/ http://www.jeugdenpoezie.be/ http://www.kindergedicht.nl/ http://www.schoolderpoezie.nl/ http://www.gedichten.nl 6