DE REDACTIE PRIVAAT WRAKING VAN RECHTERS



Vergelijkbare documenten
Hof van Cassatie van België

Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Amsterdam, 3 maart 2011

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK DEN HAAG

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK DEN HAAG 1

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK

ECLI:NL:GHSHE:2016:620 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Wr

Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam en het gerechtshof Den Haag

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK BREDA vastgesteld door het bestuur van de rechtbank in zijn vergadering van 8 februari 2007

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

ECLI:NL:RBNHO:2014:3885

Hof van Cassatie van België

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

JAARVERSLAG 2018 WRAKINGSKAMER RECHTBANK GELDERLAND

Rolnummer Arrest nr. 155/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

Wrakingsprotocol rechtbank Noord-Holland

datum 15 januari 2013 bijlage(n) 1 Wrakingsprotocol rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:CRVB:2016:3181

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wrakingsprotocol Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Wrakingsprotocol rechtbank Limburg

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

Hof van Cassatie van België

JAARVERSLAG 2016 WRAKINGSKAMER RECHTBANK GELDERLAND

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

WRAKINGSPROTOCOL GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Per 1 januari 2013

Wrakingsprotocol rechtbank Gelderland. Vastgesteld op 5 oktober 2017

WRAKINGSPROTOCOL GERECHTSHOF ARNHEM- LEEUWARDEN

ECLI:NL:RBNHO:2016:11026

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Wrakingsprotocol Rechtbank Midden-Nederland

Uitspraak /1/A2

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016

Wrakings- en verschoningsprotocol

Hof van Cassatie van België

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

REGLEMENT BEZWAAR TLV

Hof van Cassatie van België

Wrakingsprotocol Rechtbank Midden-Nederland

Rolnummer Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

Wrakingsprotocol rechtbank Limburg

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK ROTTERDAM

WRAKINGSPROTOCOL RECHTBANK ROTTERDAM

ECLI:NL:RVS:2017:1856

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

Stichting Pensioenfonds Wonen. Reglement van de adviescommissie bezwaarschriften vrijstellingsbesluiten

Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam en het gerechtshof Den Haag

Hof van Cassatie van België

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

Hof van Cassatie van België

Beslissing van de wrakingskamer van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 21 februari 2017

Hof van Cassatie van België

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

Hof van Cassatie van België

Reglement tuchtrechtspraak

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Artikel 2: Benoeming leden Commissie: Artikel 3: Indiening bezwaarschrift: Artikel 4: Behandeling van het bezwaar door de Commissie:

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863

Hof van Cassatie van België

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RVS:2017:1318

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ZORGINSTELLINGEN Per 7 juli 2015

Reglement Tuchtrechtspraak

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Rolnummer Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

Jaarverslag Klachtbehandeling 2017

ECLI:NL:RVS:2015:3233

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:RBNHO:2014:5324

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

Hof van Cassatie van België

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBAMS:2013:8802

Transcriptie:

DE REDACTIE PRIVAAT WRAKING VAN RECHTERS 1. De N ederlandse Staatscourant, Officiele uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 bevat meer dan officiele publicaties van ministeries, provinciale besturen, gemeentebesturen en andere publieke instanties. Al geruime tijd worden die berichten afgewisseld met tussendoortj es zoals deze: Advocaat wraakt bestuursrechter na uitbrander Den Haag-,As is verbrande turf" bitste staatsraad mevrouw J van der Meer van de Afdeling bestuursrechtspraak onlangs tijdens een zitting tegen een advocaat. Die wraakte daarop de rechter, zij het zonder succes. VanderMeer behandelde een bouwgeschil. De advocaat van een der partijen, G. Bogaers, zette een betoog op, waarin een,als dan" constructie in voorkwam. De staatsraad onderbrak het betoog meermalen, de laatste keer met de mededeling:,meneer Bogaers, daar heb ik niets mee te maken. As is verbrande turf". Bogaers zei vervolgens dat hij er geen vertrouwen meer in had dat de staatsraad op open, onajhankelijke en onpartijdige wijze de zaak behandelde. Hij wraakte haar. De wrakingskamer voelt in bedekte termen mee met de advocaat:,de Afdeling acht het op zichzelf niet geheel onvoorstelbaar dat deze uitlatingen in de beleving van verzoeker enige twijfel hebben kunnen doen opkomen of zijn beroep wel onbevooroordeeld en onbevangen zou worden behandeld, en of al zijn argumenten bij de beoordeling zouden worden betrokken ". Uiteindelijk komt de wrakingskamer tach tot de slotsom dat de verhoudingen niet dusdanig zijn verstoord dat VanderMeer het geschil niet tot een goed einde zou kunnen brengen. Zij kon de behandeling van het geschil dan oak voortzetten. Naar valle tevredenheid van Bogaers overigens. "Het werd een goede zitting ", aldus de raadsman. Hij heeft wel kritiek op de schriftelijke weergave van het wrakingsgeschil. Van der Meer's woorden,as is verbrande turf" komen er niet in voor. (zaaknummer 20000435612, Cerberus) (Staatscourant 20 juli 2001 ). TPR 2001 2119

2. De norm voor wraking van rechters in bestuursrechtelijke geschillen is neergelegd in art. 8: 15 van de Algemene wet bestuursrecht, luidende:,op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grand van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden". Met de daar op volgende artikelen 8: 16 tot 8:22 is de betreffende afdeling over wraking en verschoning van rechters onderdee! van de op 1 januari 1994 in werking getreden eerste en tweede tranche van de Algemene wet bestuursrecht. En voor wat de onderhavige afdeling betreft zijn de artikelen over wraking en verschoning tevens ongewijzigd ingevoegd in het W etboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het W etboek van Strafvordering en eveneens op 1 j anuari 1994 in werking getreden. De overweging was dat het niet aanvaardbaar werd geacht dat voor civielrechtelijke en strafrechtelijke zaken andere normen en procedures zouden gelden. Uit een oogpunt van harmonisatie van wetgeving een toe te juichen beslissing die overigens niet heeft belet dat in de toepassing hier en daar wel verschillen aan de dag zijn getreden. 3. De wrakingsnorm gaat terug op art. 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden dat voorschrijft rechtspraak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie. Omdat de Nederlandse norm alleen de onpartijdigheid en niet ook de onafhankelijkheid voor de wraking als eis stelt, is het noodzakelijk het verschil tussen beide duidelijk aan te geven. In het recente preadvies over de onafhankelijkheid van de rechter naar Europees recht, uitgebracht voor de vergadering van de afdeling publiekrecht van de V ereniging voor de vergelijkende studie van het van Belgie en Nederland op 23 november 2001 heeft K. Wagner Leuven) vooropgesteld dat beide waarborgen nauw met elkaar verwant zijn. Maar er is verschil.,bij de onajhankelijkheid gaat het om bescherming tegen uitwendige druk, met name uitgaande van de andere staatsmachten, niet tot een staatsmacht behorende overheidsorganen, superieuren binnen de rechterlijke macht, de pers, de publieke opinie, politieke partijen) drukkingsgroepen) enz. JJ. De eis moet ~u..--.1"'rlt:: n invloeden ingevolge een positief of negatief van de rechter ten opzichte van een partij) bijvoorbeeld wegens verwantschap van de rechter met een der partijen of hun raadslieden JJ. deze voorbeelden van een categorie toegevoegd nogal problematisch van - eventueel schijnbare - partijdigheid van de rechter 2120 TPR 2001

wegens een vroegere behandeling van de zaak door een magistraat die vroeger reeds kennis nam van de zaak in een andere hoedanigheid, bijvoorbeeld als onderzoeksrechter, als lid van een vervolgende instantie, als lid van een lager rechtscollege, enz. ". 4. Het gaat bij de wraking dus alleen om de onpartijdigheid van de rechter. Die moet kunnen worden aangevochten. En die onpartijdigheid is niet alleen discutabel als aannemelijk is dat de rechter vooringenomen is ten aanzien van een der partijen. De vooringenomenheid kan ook worden aangenomen als de schijn van partijdigheid kan zijn gewekt zonder dat kan worden vastgesteld dat die er daadwerkelijk is geweest. Deze uitbreiding van de subjectieve naar de objectieve onpartijdigheid die door het Straatsburgse Hof bij de interpretatie en toepassing van art. 6 E.V.R.M. is ontwikkeld, staat aan kritiek bloot. is in de N ederlandse jurisprudentie van de bestuursrechters, de strafrechters en de burgerlijke rechters ook mnper herkenbaar. In die jurisprudentie komen geslaagde verzoeken om wraking zeer weinig voor. Men moet daarbij dan bedenken dat rechters die met een verzoek om wraking worden geconfronteerd, het niet steeds op een beslissing zullen I a ten aankomen. Zij zullen, zoals art. 8: 17 het met zoveel woorden zegt, in de wraking kunnen berusten. Trouwens rechters die een wrakingsverzoek kunnen verwachten, kunnen verzoeken zich te mogen verschonen. In elk geval maken de verzoeken om wraking die behoren tot de hiervoor vermelde categorie van eerdere bemoeiingen met het geschil weinig of geen kans. De rechter die heeft moeten oordelen over een verzoek om een voorlopige voorziening doet er verstandig aan niet ook te oordelen en uitspraak te doen in de hoofdzaak. Hij kan die tweede procedure beter aan een collega overlaten. Maar strijd met de onpartijdigheid kan hem niet worden verweten. wraking moet beperkt blijven tot klachten over verwantschap met partijen of raadslieden en over onheuse bejegening. 5. Het verzoek om wraking wordt, zo bepaalt art. spoedig mogelijk behandeld een 1neervoudige wiens wraking verzocht, geen n..-r,f"'t:»rln "" zitten haken en ogen vast. Daarom is met meer 1s >JH.. '-Jl'-'JlJl en waar pas geeftpresident geding is - h""'""~"' n gerecht. De aanbevelingen en TPR 2001 2121

bieden de nodige houvasten. Maar er lijkt toch wel reden de wettelijke regeling kritisch tegen het licht te houden en nate gaan ofwijzigingen wenselijk zijn. Zo zou de suggestie van de Maastrichtse hoogleraar Heringa kunnen worden gevolgd om in de wet de mogelijkheid op te nemen dat kennelijk niet-ontvankelijke dan wel kennelijk ongegronde verzoeken kunnen worden afgedaan door een enkelvoudige kamer. 6. Ook Belgie kent een wettelijke regeling van de wraking en verschoning van rechters. Die is te vinden in het Gerechtelijk W etboek. De betreffende artikelen 828-84 7 zijn niet alleen van toepassing op het burgerlijk proces. Een constante rechtspraak en rechtsleer, hier en daar aangevuld met wetgeving, hebben aanvaard dat ook de strafrechtspraak en de bestuursrechtspraak alsmede nog andere vormen van rechtspraak door deze bepalingen worden beheerst. Het opvallendste verschil met Nederland is dat in Belgie niet het rechtscollege waartoe de gewraakte rechter behoort, over de wraking uitspraak doet. De beoordeling van het verzoek om wraking komt toe aan de onmiddellijk hogere rechtsinstantie. Bij de wet van 12 maart 1998 is art. 838 in die zin gewijzigd. Voordien kwam de Belgische regeling op dit punt met Nederland overeen. In een arrest van 5 november 1999 heeft het Hof van Cassatie die nieuwe bepaling van toepassing verklaard op de tuchtrechtspraak van gerechtsdeurwaarders daarbij overwegende,dat die bepaling die de wetgever beschouwt als een belangrijk element van het recht van verdediging, een algemene strekking he eft". Dit arrest is opgenomen in de rubriek Rechtspraak in kort bestek van het Rechtskundig Weekblad van 23 juni 2001 (nr. 43). In zijn noot stemt Jean Laenens in met het arrest. Hij voegt er wel aan toe dat de nieuwe regeling echter te zwaar en te vormelijk lijkt. Daarbij maakt hij melding van de kritiek die het Hofvan Cassatie in zijnjaarverslag 1998-1999 heeft geuit. Ik neem de door hem geciteerde passage over. De wetgever heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat,het voordeel van een toegenomen bescherming van de wrakende partij ( aangezien een rechter, die helemaal niets te maken he eft met de rechtbank of het hof, van de wraking moet kennis nemen), moet worden afgewogen tegen de kosten die dergelijke procedures voor de maatschappij en voor de rechtzoekende meebrengen, en tegen de traagheid die voornoemde procedures veroorzaken ''. 7. Tot slot. Op het instituut wraking van rechters en de wettelijke uitwerking kan de nodige laitiek worden uitgeoefend. Maar erkend zal 2122 TPR 2001

moeten worden dat we niet zonder kunnen. Dat maar weinig succesvolle verzoeken om wraking, zijn aan te wijzen, zegt niet veel. Vooral is belangrijk dat van de mogelijkheid van wraking en van de wettelijke regeling een preventieve werking uitgaat. De rechtspraak en de rechters hebben allang niet meer het vanzelfsprekende gezag van weleer. Het is goed dat rechters weten wat hen boven het hoofd hangt als zij zich niet onpartijdig gedragen. En de justitiabelen moeten hun vertrouwen in de rechtspraak en in de rechters mede kunnen ont1enen aan de wettelijke mogelijkheid van wraking. Wetten behoren op gezette tijden te worden geeva1ueerd. De Neder- 1andse wettelijke regeling zoals neerge1egd in de A1gemene wet bestuursrecht, het W etboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wetboek van Strafvordering za1 die eva1uatie we1 goed kunnen doorstaan, a1 zullen enkele aanpassingen moeten worden aangebracht. Met behoud van het ste1sel dat over de wraking wordt beslist door het rechtscollege waartoe de gewraakte rechter behoort, moet - zoals reeds opgemerkt - de moge1ijkheid worden geopend dat kennelijk niet-ontvankelijke en kenne1ijke ongegronde wrakingsverzoeken enkelvoudig kunnen worden afgedaan. Zo wordt op een be1angrijk onderdeel tegemoet gekomen aan het door het Belgische Hof van Cassatie aangeprezen proces van een zorgvu1dige afweging van de verschillende belangen. J.M. POLAK Geraadpleegde literatuur P. VAN DIIK,,De,objectieve" onpartijdigheid van de rechter", rede uitgesproken ter gelegenheid van de a1gemene vergadering van de N eder1andse Juristen V ereniging door de Voorzitter Mr. P. Van Dijk op 13 juni 1997, Nederlands Juristenblad 1997, 1213-1219. A.W. HERINGA,,Wraking in het bestuursrecht", Jurisprudentie Bestuursrecht plus 2001, 2-18. N.S.J. KoEMAN,,De wraking gewraakt", Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht 1994, 93-94. M. KuiJER,,Het vereiste van onpartijdigheid van de civie1e rechter in verband met eerdere bemoeienis met een rechtszaak", Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging 1999, 21-27. Trudie VAN NIEJENHUIS,,De regter blijft toch altijd mensch", Ars Aequi 1997, 546-554. TPR 2001 2123

Elsbeth M. POLAK,,Rechterlijk gedrag", Advocatenblad 15 september 1995, 798-799. M.F.J.M. DE WERD,,Wraking van de rechters en niet-rechters", Trema januari 2002, 51-56. H.W. WIERSMA,,Wraking van de civiele rechter? Bij voorkeur niet! ", Nederlands Juristenblad 2001, 1835-1842. 2124 TPR 2001