Recente ontwikkelingen in de financiële sector



Vergelijkbare documenten
Jaarcijfers maart 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

De Nederlandsche Bank. Kwartaalbericht september 2009

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Recente ontwikkelingen in de financiële sector

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Terugblik 2011 in cijfers

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

De pensioenleeftijd zal omhoog gaan

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Q & A bij brief en persbericht d.d. 6 januari

De solvabiliteitsratio van het Nederlandse bankwezen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

PERSBERICHT. Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Toenemende concurrentie op de Nederlandse hypotheekmarkt

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Toekomst voor verzekeraars

Uitkomsten DNB macro-stresstest zomer 2009

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

DNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Beleggingsmodel Fondsen

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie

Recente ontwikkelingen in de financiële sector

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

Bijlage: sjabloon voor het langetermijnherstelplan en toelichting invulling

Uw pensioen in onzekere tijden

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij s-gravenhage U.A.

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

qis4 legt de risico s van verzekeraars langs de meetlat

Verkort Jaarverslag 2013

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Deelnemersbijeenkomst

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012

Extra informatie pensioenverlaging

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

Advies Commissie Parameters

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij s-gravenhage U.A.

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

134 De Pensioenwereld in 2015

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Transcriptie:

Recente ontwikkelingen in de financiële sector Anticiperend op verwachte kredietverliezen is de toevoeging aan de voorzieningen bij banken gestegen. De staatsdeelnemingen in Nederlandse banken zullen op afstand van de overheid worden geplaatst. Over een invulling die belangenconflicten zo goed mogelijk voorkomt wordt momenteel nagedacht. Ook met de lessen uit de crisis voor het toezicht wordt vooruitgang geboekt. Zowel over de bancaire toezichteisen als over de organisatie van het toezicht op financiële instellingen zijn in internationaal overleg verdere stappen gezet. De jaarstaten van verzekeraars bevestigen dat de beleggingsresultaten en de lage kapitaalmarktrente in 2008 tot zware verliezen bij levensverzekeraars hebben geleid. De schadesector heeft minder direct te lijden gehad van de crisis, maar het resultaat eveneens sterk zien verslechteren. In de kredietverzekering was dit aanleiding voor een tijdelijke aanvullende staatskredietverzekering. Pensioenfondsen hebben voor het eerst sinds 2007 weer een kwartaal met positieve beleggingsresultaten gekend. De dekkingsgraden zijn dan ook gestegen. De beoordeling van de herstelplannen is afgerond, en heeft veelal tot een positief oordeel geleid. Ontwikkelingen in het bankwezen Resultaten bankwezen Het bedrijfsresultaat na belastingen van banken is in het tweede kwartaal iets gedaald (zie tabel 1). De toevoeging aan voorzieningen bedroeg ruim eur 4 miljard tegenover ruim eur 3 miljard in het eerste kwartaal en blijft daarmee beduidend hoger dan onder normale omstandigheden. Dit reflecteert de verwachting dat kredietverliezen zullen toenemen, mede onder invloed van de verwachte stijging van de werkloosheid. De nettorentebaten voor de sector als geheel blijven goed op peil, al kunnen grote verschillen bestaan tussen individuele banken, bijvoorbeeld vanwege verschillen in financieringsstructuur en risicoprofiel. Verder hebben zich ten opzichte van het eerste kwartaal van 2009 geen grote wijzigingen voorgedaan. Tabel 1 Resultaten Nederlands bankwezen 1 Miljarden euro s 2007 2008 2009 iii iv i ii iii iv i ii 2 Totaal baten 14,2 11,3 11,8 10,6 9,6-11,9 11,3 11,2 - Netto Rentebaten 7,8 6,9 8,1 6,6 7,8 8,6 7,6 7,6 - Netto Provisiebaten 3,4 2,1 2,7 2,8 2,6 2,8 2,3 2,5 - Opbrengst uit effecten en deelnemingen 0,5 0,5 0,3 0,3 0,0-1,0-0,1-0,1 - Resultaat uit financiële transacties 1,4-0,4-1,4-0,6-2,6-23,3 0,6 0,3 - Overige baten 1,2 2,2 2,0 1,5 1,7 1,0 0,8 0,9 Totaal lasten 10,7 9,9 10,6 9,6 11,2 18,5 11,0 12,0 - Bedrijfslasten 9,9 9,1 9,5 8,5 9,4 9,6 7,9 8,0 - Voorzieningen 0,8 0,9 1,0 1,1 1,8 8,9 3,1 4,1 Operationeel resultaat voor belastingen 3,5 1,4 1,2 1,0-1,6-30,4 0,3-0,8 Belastingen bedrijfsresultaat 0,5-0,3 0,2 0,1-0,7-2,1 0,1-0,3 Operationeel bedrijfsresultaat na belastingen 3,0 1,7 1,0 0,9-0,9-28,3 0,2-0,6 Winst/verlies ivm beëindiging activiteiten 0,4 7,3 0,0 5,8 10,7 0,0 0,0 0,1 Bedrijfsresultaat na belastingen 3,3 8,9 1,0 6,6 9,8-28,3 0,2-0,5 1 Cijfers worden beïnvloed door het transformatieproces van ABN AMRO. 2 Voorlopige cijfers. 13

Beheer Nederlandse staatsdeelnemingen in banken en verzekeraars Door de kredietcrisis heeft de Nederlandse Staat op grote schaal moeten ingrijpen in de financiële sector. Daarmee heeft zij aanzienlijke belangen in Nederlandse financiële instellingen verworven. De Staat heeft daarbij meerdere belangen tegen elkaar af te wegen. Zo is zij verantwoordelijk voor het beleid inzake de financiele markten, maar ervaart zij als aandeelhouder direct de mogelijke gevolgen van dit beleid op de waarde van haar aandelen. Bovendien bestaat met de huidige vormgeving van het beheer, waarbij het ministerie van Financiën als aandeelhouder optreedt, het risico dat de minister gedwongen is op politieke gronden een beleid door te voeren dat botst met een zakelijke en verantwoorde bedrijfsvoering. Ook verstoring van het speelveld met overige financiële instellingen ligt op de loer. Om een zakelijke opstelling als aandeelhouder te waarborgen, heeft de Tweede Kamer begin juli de minister van Financiën in een motie opgeroepen het beheer van de staatsdeelnemingen op afstand van de overheid te plaatsen. Op dit moment wordt in samenwerking met dnb onderzocht hoe dit beheer het beste vorm kan worden gegeven. Ontwikkelingen Bazels Comité Het Bazels Comité voor Bankentoezicht heeft naar aanleiding van de kredietcrisis besloten om het kapitaalraamwerk op verschillende punten aan te scherpen. Een eerste belangrijke aanscherping betreft de aanpassing van de regels voor het handelsboek. In het handelsboek houden banken activa aan die doorgaans op korte termijn weer worden verkocht. De kredietcrisis heeft geïllustreerd dat op deze doorgaans liquide activa onverwacht hoge verliezen kunnen optreden. Daarnaast worden in de eerste pilaar van het Bazel ii raamwerk de kapitaaleisen voor hersecuritisaties verhoogd. In de tweede pilaar worden onder meer de eisen voor het beheersen van concentratierisico aangescherpt, en boekt het Bazels Comité voortgang met de invoering van de beloningsprincipes die zijn opgesteld door de Financial Stability Board (fsb). Aan de hand van deze principes kunnen toezichthouders aanvullende kapitaaleisen afdwingen indien er sprake is van beloningsschema s die volgens de toezichthouder het risicoprofiel van een bank al te zeer verhogen. Aanpassingen in de derde pilaar van het raamwerk verplichten banken om meer openheid te geven over onder andere handelsactiviteiten en activiteiten die buiten de balans blijven. Deze aanpassingen moeten de onzekerheid over de financiële positie van banken beperken. Daarnaast werkt het Bazels Comité momenteel aan de concrete uitwerking van een niet-risicogewogen kapitaalmaatstaf, anticyclische elementen, een geharmoniseerde definitie van kapitaal en kwantitatieve liquiditeitsstandaarden. Hiermee stimuleert het Bazels Comité een stabieler financieel systeem en geeft het voortvarend invulling aan de beleidsprincipes van de g20 en de fsb. Uitkomsten organisatie Europees toezicht Op 19 juni heeft de Europese Raad ingestemd met de hervorming van het financiële toezicht in de Europese Unie. Besloten is om een European Systemic Risk Board (esrb) op te richten voor het macroprudentiële toezicht. De esrb zal nauw samenwerken met de ecb, maar wel zelfstandig functioneren. De esrb krijgt als taken om bedreigingen voor de financiële stabiliteit te signaleren, aanbevelingen te doen om deze bedrei- Tabel 2 Beleggingen levensverzekeraars Miljoenen euro s 2007 2008 Totale beleggingen 284.024 272.925 Totale beleggingen eigen risico 183.268 185.465 % aandelen eigen risico 15 9 % obligaties eigen risico 51 54 % overige financiële beleggingen (incl. afgeleide prod.) 7 13 % overige eigen risico 1 27 24 1 Beleggingen in terreinen en gebouwen, beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen, beleggingspools, (hypothecaire) leningen, deposito s bij kredietinstellingen en depots bij verzekeraars. 14

gingen te verminderen en te monitoren of deze worden opgevolgd. Voor het microprudentieel toezicht wordt een European System of Financial Supervisors (esfs) opgericht. Het esfs zal bestaan uit drie agentschappen: één voor het bankentoezicht, één voor het verzekerings- en pensioentoezicht en één voor markttoezicht. De agentschappen zullen bindende en nietbindende standaarden opstellen voor de interpretatie van Europese toezichtsrichtlijnen. Dit moet de harmonisatie in het Europese toezicht en de Europese regelgeving bespoedigen en gelijke concurrentieverhoudingen tussen financiële instellingen uit verschillende lidstaten stimuleren. Ook gaan deze agentschappen bemiddelen tussen nationale toezichthouders bij onenigheid over het toezicht op grensoverschrijdende financiële instellingen, voor zover dit niet conflicteert met de budgettaire verantwoordelijkheden van de afzonderlijke lidstaten. Tot slot zullen de agentschappen toezicht gaan houden op kredietbeoordelingsbureaus. Zowel de esrb als het esfs zullen in de loop van 2010 van start gaan; de Europese Commissie presenteert in de herfst van dit jaar de conceptwetgeving om dit mogelijk te maken. Ontwikkelingen in de verzekeringssector Resultaten verzekeringssector Ten gevolge van de kredietcrisis zijn de solvabiliteitsratio s van verzekeraars in 2008 gedaald, van 263% naar 209% voor levensverzekeraars en van 274% naar 237% voor schadeverzekeraars. Deze ratio s zijn gebaseerd op het huidige Solvency i kader, waarin risicokarakteristieken nauwelijks worden meegewogen. Een meer risicogebaseerde berekening van de solvabiliteit, zoals onder Solvency ii zal gaan plaatsvinden, geeft naar verwachting een minder royaal beeld. De jaarstaten van 2008 laten zien dat het resultaat in de levensverzekeringsbranche het afgelopen jaar sterk is verslechterd. Het behaalde nettoresultaat daalde van een winst van bijna eur 7 miljard in 2007 naar een verlies van eur 5,6 miljard in 2008. Oorzaken waren negatieve beleggingsopbrengsten van eur 6,2 miljard en gestegen voorzieningen als gevolg van de lage kapitaalmarktrente. De woekerpolisaffaire drukt nog steeds zwaar op het resultaat, met totale lasten van meer dan eur 2 miljard voor verzekeraars. Binnen de beleggingsportefeuille voor risico van de verzekeraar hebben duidelijke verschuivingen plaatsgevonden (zie tabel 2). Het belang van aandelen is sterk afgenomen, terwijl obligaties en vooral afgeleide producten een groter deel zijn gaan uitmaken van de portefeuille. Bij de aandelen was daarbij sprake van zowel waardedaling als nettoverkopen. De aankopen van obligaties overstegen de waardedaling, zodat de obligatieportefeuille voor rekening van de verzekeraar in waarde toenam. De investeringen in afgeleide producten zijn in waarde gestegen. De schadeverzekeringsbranche heeft minder sterk geleden onder de kredietcrisis, maar laat niettemin een duidelijke verslechtering zien ten opzichte van 2007. In 2008 haalden schadeverzekeraars een positief nettoresultaat van eur 256 miljoen, terwijl in 2007 nog een positief nettoresultaat werd behaald van eur 2,4 miljard. Met een gemiddelde Net Combined Ratio (ncr, verhouding tussen bedrijfskosten en schadelast enerzijds en premie-inkomsten anderzijds) van 98 is het kernbedrijf van schadeverzekeraars in 2008 winstgevend. Wel geldt dat bij alle branches schadeverzekering, behalve brand, de gemiddelde winstgevendheid het afgelopen jaar is gedaald. Schadeverzekeraars zijn minder gevoelig voor verliezen op de beleggingportefeuilles dan levensverzekeraars, omdat hun producten een kortere looptijd kennen. Hierdoor is de omvang van de technische voorzieningen, en dus het belegd vermogen, relatief beperkt. De totale verliezen op beleggingen van schadeverzekeraars komen op eur 213 miljoen. Overigens hebben de financiële markten de laatste maanden een verbetering laten zien waar ook verzekeraars van hebben kunnen profiteren. Tijdelijke Aanvullende Staatskredietverzekering De winstgevendheid van kredietverzekeraars daalde in 2008 enorm. Omdat de markt voor kredietverzekeraars sterk geconcentreerd is, wordt dit beeld bepaald door enkele grote partijen. In Nederland steeg de gemiddelde Net Combined Ratio in de sector van 61% in 2007 naar 101% in 2008. Deze grote wijziging reflecteert de gevoeligheid van deze sector voor de economische conjunctuur. Nederlandse bedrijven die op zichzelf gezond zijn, kunnen in het verlengde hiervan in de problemen komen omdat kredietlimieten worden verlaagd of worden ingetrokken. Om dit te voorkomen heeft het kabinet in juni ingestemd met de Tijdelijke Aanvullende Staatskredietverzekering (task). Doordat de overheid met deze regeling de rol van herverzekeraar op zich neemt, kunnen de verlaagde limieten onder bepaalde voorwaarden weer omhoog. De overheid draagt het risico van de faciliteit en ontvangt in ruil hiervoor premies van de kredietverzekeraars. De faciliteit is bedoeld voor Nederlandse kredietverzekerde klanten of nieuwe klanten die een omzetpolis afsluiten bij een kredietverzekeraar. 15

Grafiek 1 Invloed rente en beleggingsresultaat op dekkingsgraad 1 Mutatie dekkingsgraad (procentpunten) Dekkingsgraad (%) 10 155 8 150 6 145 4 140 2 135 0 130-2 125-4 120-6 115-8 110-10 105-12 100-14 95-16 90-18 85 I 06 07 08 09 II Rente-effect Resultaat belegd vermogen incl. overig Dekkingsgraad, schaal rechts 1 Eigen berekening. Voor de kwartalen in 2009 zal, als gevolg van niet meegenomen hedgingactiviteiten van pensioenfondsen, sprake zijn van enige overschatting van het rente-effect. 16 Ontwikkelingen in de zorg Naar verwachting zullen de komende twee jaar belangrijke wijzigingen in het zorgstelsel worden doorgevoerd. Zo heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (nza) de minister van vws geadviseerd om in 2011 een vereenvoudigde diagnosebehandelcombinatie- oftewel dbc-structuur in te voeren, op basis waarvan zorgproducten worden geprijsd. Bovendien heeft de nza geadviseerd om bekostiging van de ziekenhuiszorg vanaf 2011 meer afhankelijk te maken van de dbc-structuur (prestatiebekostiging). Naast een vrij en een vast segment van dbc s voorziet de nza ook een nieuw gereguleerd segment te introduceren, waarin ziekenhuizen en verzekeraars alleen over het volume van zorgverrichtingen onderhandelen. Verder adviseert de nza een verschuiving van het vaste naar het gereguleerde segment. Los van dit advies is het ministerie van vws voornemens om de ex post risicoverevening in 2010 verder af te bouwen, teneinde de risicodragendheid van zorgverzekeraars te vergroten. De geschetste herzieningen zullen aanzienlijke invloed hebben op zorgverzekeraars, hoewel de precieze impact moeilijk is in te schatten. Voor dnb als prudentieel toezichthouder is het van belang dat er voldoende zicht bestaat op risico s voor zorgverzekeraars die gepaard gaan met de transitie naar de eindsituatie, en dat er door verzekeraars én beleidsmakers voldoende wordt gedaan om deze risico s te verminderen. dnb voert hierover overleg met de verzekeraars, de nza en het ministerie van vws. Ontwikkelingen in de pensioensector Financiële positie pensioenfondsen De pensioenfondsen hebben duidelijk geprofiteerd van de aantrekkende beurskoersen. Voor het eerst sinds het derde kwartaal van 2007 is door het herstel op de aandelenmarkten weer sprake van een positief rendement. Vooral door deze resultaten, maar ook door de rentestand, is de gemiddelde dekkingsgraad gestegen tot bijna 103% (zie grafiek 1). Beoordeling herstelplannen Begin juli had dnb alle ruim 340 herstelplannen beoordeeld. Veel pensioenfondsen hebben inmiddels een

positieve reactie op het plan ontvangen. Slechts een klein aantal van de pensioenfondsen ontvangt een negatieve beschikking en moet opnieuw een herstelplan indienen. Alvorens tot een negatieve beschikking te komen, is er altijd sprake van hoor en wederhoor. Met een kleine vijftig pensioenfondsen is dnb nog in overleg om tot een zorgvuldig afgewogen beslissing te komen. De verwachting is dat een groot deel van deze fondsen uiteindelijk een positief oordeel over het ingediende plan zal ontvangen. Pensioenfondsen zullen nu de uitvoering van de herstelplannen ter hand nemen. Zolang een kortetermijnherstelplan niet is beëindigd, dienen fondsen ieder jaarultimo aan dnb te rapporteren of het herstel conform de doelstellingen van het plan verloopt. Mocht blijken dat voor een tijdig herstel aanvullende (kortings)maatregelen nodig zijn, dan dienen die uiterlijk een jaar nadien uitgevoerd te worden, doch niet eerder dan 1 april 2012. Medio 2010 zal worden bekeken of uitstel van aanvullende maatregelen tot die datum nog steeds verantwoord is. Zodra een fonds gedurende drie kwartalen geen tekort kent, acht dnb een ingegaan herstelplan (na aanvraag daartoe door een fonds) formeel beëindigd. Gemiddeld doen de fondsen er volgens hun herstelplannen ruim drie jaar over om op de minimale dekkingsgraad van 105% te komen. Ruim tachtig fondsen benutten de volledige wettelijke termijn van vijf jaar. Op de langere termijn moeten de pensioenfondsen doorgroeien naar een dekkingsgraad die past bij de risico s die het fonds loopt (het vereiste eigen vermogen), veelal tussen de 110 en de 130%. Gemiddeld hebben de fondsen daarvoor zo n negen jaar uitgetrokken (maximaal is vijftien jaar toegestaan). om aanpassing gevraagd. In grensgevallen is een waarschuwing gegeven. Verder is getoetst of de ingerekende rendementen door de tijd consistent waren met de feitelijke beleggingsportefeuille van het fonds. Bij de premies is getoetst of ze gedurende een tekortsituatie ten minste op het wettelijke, door het fonds vastgestelde, kostendekkende niveau lagen. Daarbij geldt dat fondsen enige vrijheid hebben in het vaststellen van de kostendekkende premie: deze kan bijvoorbeeld zijn gebaseerd op een gemiddelde rente of op een verwacht rendement. Als gevolg hiervan kan zelfs een kostendekkende premie resulteren in toename van een dekkingstekort. dnb heeft aanvullend geëist dat van dit laatste geen sprake is. Een deel van de pensioenfondsen voert tevens regelingen uit die binnen het kader van de Wet vpl vallen. In die gevallen is er nauw op toegezien dat de financiering goed gescheiden is van de pensioenregeling. Bovendien dienden de herstelplannen duidelijk melding te maken van realistische aanvullende maatregelen in geval van tegenvallend herstel, waaronder de kortingsmaatregel, zodat het voor de deelnemers duidelijk wordt dat het korten op pensioenrechten en pensioenaanspraken bij tegenvallend herstel niet kan worden uitgesloten. Belangrijkste aandachtspunten uit beoordeling herstelplannen Een aantal onderwerpen had bij de herstelplanbeoordelingen de speciale aandacht van dnb. Ten eerste de wettelijke maxima voor rendementen. Hoewel voor afwijking hiervan formele verzoeken moeten worden ingediend, heeft dnb impliciete overschrijdingen behandeld als een expliciet verzoek. Naar de door fondsen ingerekende rendementen is nauwkeurig gekeken. Daarbij is niet alleen gekeken naar het rendement op de afzonderlijke beleggingscategorieën, die wettelijk zijn begrensd, maar ook naar het totale portefeuillerendement. Dit totale rendement hangt mede af van veronderstellingen over parameters (standaarddeviaties en correlaties) die niet expliciet wettelijk zijn begrensd. Als het totaalrendement naar het oordeel van dnb op niet-realistische veronderstellingen gebaseerd was, is 17