Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten"

Transcriptie

1 Levensverzekeringen worden in de regel voor een lange periode afgesloten. De rente speelt hierdoor voor levensverzekeraars een belangrijke rol. Bij een rentedaling daalt het eigen vermogen van deze sector doordat op de balans per ultimo 2009 de verplichtingen een grotere omvang en langere looptijd hebben dan de vastrentende activa. Een rentedaling van bijvoorbeeld 1 procentpunt heeft, op basis van de ultimo 2009 balans, een negatief effect op het eigen vermogen van 9% (EUR 2,6 miljard). Daarbij hebben levensverzekeraars gebruik gemaakt van rentederivaten, die de rentegevoeligheid van de activa meer in lijn heeft gebracht met die van de verplichtingen. Hierdoor is het renterisico gehalveerd. Inleiding Levensverzekeringen kennen veelal een lange tijdshorizon. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt om bij het sparen voor de oude dag of het in de toekomst aflossen van een hypotheekschuld het risico van (eerder) overlijden af te dekken. De meerjarige looptijd van deze producten betekent dat de rente een belangrijke variabele voor levensverzekeraars is: hoeveel geld nu opzij gezet zou moeten worden om over tien jaar éénmalig EUR uit te kunnen keren is afhankelijk van de rentestand. Bij een rentepercentage van 5% in de komende tien jaar is dat EUR 614, maar bij 3% EUR 744. Een lagere/dalende rente betekent dus meer/toenemende langlopende verplichtingen voor de verzekeraars. Bij een rentedaling stijgen echter ook obligaties en andere vastrentende beleggingen in waarde. Het is de combinatie van deze twee effecten die de hoogte van het renterisico voor levensverzekeraars bepaalt. In dit artikel wordt dat risico gekwantificeerd voor de Nederlandse levensverzekeringssector door de effecten van een 1%-punt rentedaling door te rekenen. Daarna wordt geanalyseerd in hoeverre de levensverzekeraars renterisico s hebben afgedekt. Risico verzekeraar versus risico polishouders Het renterisico verschilt voor traditionele en beleggingsverzekeringen. Bij traditionele levensverzekeringen staat de hoogte van de uitkering vast (afgezien van eventuele winstdeling). De levensverzekeraars beleggen de ingelegde premies om uiteindelijk het afgesproken bedrag te kunnen uitkeren. Beleggingsrisico s zijn voor de verzekeraars ( risico verzekeraar ). De verplichtingen van deze verzekeringen staan aan de passivakant van de balans; deze komen tot uitdrukking in de technische voorzieningen risico verzekeraar. Een beleggingsverzekering is een combinatie van een levensverzekering en Grafiek 1 Ontwikkeling beleggingsportefeuille risico verzekeraars, Miljarden euro s Obligaties (Hypothecaire) Aandelen leningen Overig DNB / Statistisch Bulletin juni

2 een belegging. De waarde van de polis is direct afhankelijk van de onderliggende beleggingen. Het zijn nu dus de polishouders die risico lopen 1 ( risico polishouder ). Aan de passivakant van de balans staan de bijbehorende verplichtingen: de technische voorzieningen risico polishouder. Risico verzekeraar Ultimo 2009 bedroegen de beleggingen van levensverzekeraars EUR 290 miljard. 2 Hiervan viel EUR 189 miljard te relateren aan traditionele levensverzekeringen. Het grootste gedeelte, ruim 60%, was belegd in obligaties (grafiek 1). Samen met hypothecaire leningen bedroegen deze rentegevoelige, voor het renterisico van belang zijnde beleggingen EUR 140 miljard, zo n driekwart van de totale beleggingen voor risico van de verzekeraar. De technische voorziening voor risico verzekeraar bedroeg EUR 151 miljard, meer dus dan de beleggingen voor risico verzekeraar. In 1995 zag de beleggingsmix er overigens anders uit. De helft van de beleggingen bestond toen uit hypothecaire leningen (20%) en andere leningen (30%) en de obligatieportefeuille bedroeg toen slechts 20%. De aandelenportefeuille was toen echter met 14% nog twee keer zo groot als nu. Risico polishouder Levensverzekeraars lopen geen renterisico over de beleggingen en voorzieningen behorende bij de beleggingsverzekeringen. Bij de beleggingsverzekeringen is de waarde van de technische voorziening namelijk nagenoeg gelijk 3 aan die van de beleggingen. Een rentewijziging heeft dus op beide eenzelfde effect. In totaal was ultimo 2009 EUR 100 miljard belegd voor risico polishouders. Onder invloed van de beurshausse en de hoogconjunctuur heeft de verkoop van beleggingsverzekeringen sinds 1995 een vlucht genomen (grafiek 2). De premie-inkomsten gingen tussen 1995 en 2000 omhoog van EUR 3,3 miljard naar maar liefst EUR 11 miljard. De verkoop van nieuwe beleggingsverzekeringen heeft de laatste jaren echter, als gevolg van de woekerpolis affaire, de financiële crisis en het banksparen, een forse daling laten zien. 4 Ook de beleggingsmix voor risico polishouders veranderde sterk in de loop der jaren. Ultimo 2009 was 60% in aandelen belegd. In 1995 was dit slechts 25%. De laatste jaren is de waarde van de beleggingsverzekeringen dan ook afhankelijker van de aandelenkoersen geworden en minder van de renteontwikkelingen. Vastrentende waarden vormden eind 2009 nog slechts 25% van de mix. Renterisico bij een rentedaling van 1 procentpunt In een gestileerd voorbeeld 5 zijn de gevolgen van een 1%-punt rentedaling voor de levensverzekeraars doorgerekend (tabel 1). De basis voor deze analyse is de totale marktconsistente balans van de levensverzekeraars per Grafiek 2 Ontwikkeling beleggingsportefeuille risico polishouder, Miljarden euro s Obligaties (Hypothecaire) Aandelen leningen Overig 20 DNB / Statistisch Bulletin juni 2010

3 Box 1 Duration en modified duration De duration is de gewogen gemiddelde looptijd van alle kasstromen, waarbij het gewicht van elke kasstroom wordt bepaald door het belang van die kasstroom. In onderstaand voorbeeld bezit levensverzekeraar LIFE de volgende obligatie. Elk jaar wordt er een bedrag van EUR 5 uitgekeerd. Het laatste jaar wordt daarbij ook de hoofdsom van EUR 100 uitgekeerd. Doordat de marktrente gelijk is aan de couponrente is de waarde van de obligatie 100. Het grootste bedrag wordt in het vijfde jaar ontvangen en is het belangrijkst. Om dit te reflecteren wordt de looptijd gewogen naar het belang van de kasstromen. De duration komt uit op 4,5 jaar (= 454,6 / 100). Naarmate de couponbetalingen van een obligatie groter zijn (hogere couponrente) neemt de duration af. Bij een obligatie zonder coupons (zero coupon bond) is de duration gelijk aan de looptijd van de obligatie. Een afgeleide van de duration is de modified duration; hierbij wordt de duration gedeeld door (1+marktrente). De modified duration geeft de rentegevoeligheid weer. In dit voorbeeld komt de modified duration uit op 4,3 jaar. Met de modified duration kan vervolgens berekend worden wat de effecten zijn van een verandering in de marktrente. Als regel geldt: stijgt of daalt de rente met 1%-punt, dan fluctueert de waarde van de obligatie met 1%-punt maal de modified duration. In bovenstaand voorbeeld betekent een rentedaling van 1%-punt dus een waardestijging van de obligatie met 4,3%. Obligatie: ABC Waarde bij uitgifte: EUR 100 Couponrente: 5% Looptijd: 5 jaar. Marktrente 5%. Looptijd Kas stroom Contante waarde (t = 0) Contante waarde x looptijd T=1 5 4,8 4,8 T=2 5 4,5 9,1 T=3 5 4,3 13,0 T=4 5 4,1 16,5 T= ,3 411, ,6 Tabel 1 Effect van een rentedaling van 1%-punt Balans tegen marktwaarde in miljarden euro s na rentedaling van 1%-punt verzekeraar 189,0 Eigen vermogen 29,1 verzekeraar 202,7 Eigen vermogen 26,5 Vastrentende waarden 140,2 Vastrentende waarden 153,9 Overige beleggingen 48,8 voorzieningen 252,5 Overige beleggingen 48,8 voorzieningen 268,8 verzekeraar 151,1 verzekeraar 167,4 Overig 25,1 Overig 34,0 Overig 25,1 Overig 34,0 Totaal activa 315,5 Totaal passiva 315,5 Totaal activa 329,3 Totaal passiva 329,3 DNB / Statistisch Bulletin juni

4 ultimo De rentedaling heeft aan de activazijde van de balans effect op de vastrentende waarden voor risico verzekeraar. Aan de passivakant worden de voorzieningen risico verzekeraar geraakt. Als gevolg van de rentedaling neemt het eigen vermogen van de levensverzekeraars met EUR 2,6 miljard af, zo n 9% van het eigen vermogen. 6 De toename van de omvang van het bezit van vastrentende waarden van levensverzekeraars als gevolg van een rentedaling kan berekend worden met behulp van een maatstaf voor de rentegevoeligheid, de zogeheten modified duration, een benadering van de gewogen gemiddelde looptijd (zie Box 1). Voor vastrentende waarden risico verzekeraar is deze (mede door de inzet van rentederivaten, zie de volgende paragraaf) 9,8 jaar. Dit betekent dat bij een rentedaling van 1%-punt de waarde ervan met 9,8% toeneemt. Ultimo 2009 zou dat neerkomen op EUR 13,7 miljard. Ook de omvang van de passiefpost technische voorzieningen zal door de rentedaling toenemen; er is immers bij een lagere rente nu meer geld nodig om in de toekomst een bepaald bedrag uit te kunnen keren. De modified duration van de voorzieningen risico verzekeraar is hoger, 10,8 jaar. Dit impliceert bij een rentedaling van 1%-punt een waardetoename van 10,8% ofwel EUR 16,3 miljard. Dit effect op de passiva is dus groter dan het positieve effect (van EUR 13,7 miljard) op de vastrentende activa. Dat komt overigens ook doordat de voorzieningen voor risico verzekeraars hoger zijn dan de rentegevoelige activa. Afdekking van het renterisico Dat het renterisico wordt veroorzaakt door een tweevoudige mismatch tussen de actief- en passiefzijde van de balans, een verschil in omvang en in looptijd van vastrentende waarden en technische voorzieningen, betekent ook dat er twee aangrijpingspunten zijn voor het verkleinen ervan. Een mogelijkheid is om de (lagere) omvang van de vastrentende waarden meer in lijn te brengen met die van de voorzieningen. In 2009 is dat ook deels gedaan door de vastrentende waarde portefeuille met EUR 18 miljard uit te breiden tot EUR 140 miljard ofwel 75% van de portefeuille (grafiek 2). In de voorgaande jaren lag het percentage vastrentende waarden nog rond de 65%. Een andere optie om het renterisico te verkleinen is om de rentegevoeligheid van de activa zoveel mogelijk in lijn te brengen met die van de passiva. Dat heeft één op de drie verzekeraars gedaan door met rentederivaten de modified duration van de beleggingen te verlengen. De totale modified duration is hierdoor van 7,8 jaar verhoogd naar 9,8 jaar (zie Box 2). In het hypothetische voorbeeld waarbij de levensverzekeraars geen gebruik maken van rentederivaten daalt het eigen vermogen bij een rentedaling van 1%-punt met EUR 5,4 miljard (tabel 2). Met behulp van rentederivaten wordt de afname van het eigen vermogen dus met ongeveer de helft, EUR 2,8 miljard, gedempt. Om het renterisico in dit gestileerde voorbeeld helemaal af te dekken 7 zou de rentegevoeligheid van de vastrentende waarden nog verder verhoogd moeten Tabel 2 Effect van een rentedaling van 1%-punt exclusief derivaten Balans tegen marktwaarde in miljarden euro s na rentedaling van 1%-punt, exclusief derivaten verzekeraar 189,0 Eigen vermogen 29,1 verzekeraar 199,9 Eigen vermogen 23,7 Vastrentende waarden 140,2 Vastrentende waarden 151,1 Overige beleggingen 48,8 voorzieningen 252,5 Overige beleggingen 48,8 voorzieningen 268,8 verzekeraar 151,1 verzekeraar 167,4 Overig 25,1 Overig 34,0 Overig 25,1 Overig 34,0 Totaal activa 315,5 Totaal passiva 315,5 Totaal activa 326,5 Totaal passiva 326,5 22 DNB / Statistisch Bulletin juni 2010

5 Box 2 Het verhogen van de rentegevoeligheid met behulp van rentederivaten Met behulp van rentederivaten kan de rentegevoeligheid van de activa verhoogd worden. Door de rentegevoeligheid van de activa in lijn te brengen met die van de passiva is een levensverzekeraar minder gevoelig voor rentewijzigingen. In onderstaand voorbeeld wordt het verhogen van de rentegevoeligheid uitgelegd aan de hand van een renteswap. Dit is een afspraak tussen twee partijen om gedurende een bepaalde periode rentestromen te ruilen zonder dat daarbij hoofdsommen worden uitgewisseld. Een renteswap bestaat uit een variabel en een vast deel. Stel levensverzekeraar LIFE wisselt een vaste rente van 6% tegen de 3-maands EURIBOR. De hoofdsom is vastgesteld op EUR 100. De duur van de renteswap is 2 jaar. Aan het einde van elk kwartaal moet de levensverzekeraar een bedrag betalen aan partij X. Dit bedrag is afhankelijk van de 3-maands EURIBOR. Aan het einde van jaar 1 en jaar 2 ontvangt LIFE een bedrag van EUR 6 van partij X. De modified duration moet berekend worden over het vaste deel. Het variabele deel kent door de korte looptijd bijna geen rentegevoeligheid. De modified duration komt bij een marktrente van 5% uit op 1,5 jaar (zelfde berekeningswijze als in Box I). Er van uitgaande dat LIFE in bezit is van de obligatie uit Box I en daarbij bovenstaande rentederivaat, dan betekent een rentedaling van 1%-punt een stijging van de waarde van de obligatie van 4,3% en een stijging van de waarde van de renteswap van 1,5%. In totaal wordt de modified duration dus van 4,3 jaar verhoogd naar 5,8 jaar. Renteswap vaste rente: 6% Hoofdsom: EUR 100 Duur swap: 2 jaar variabele rente: EURIBOR 3-maands Levensverzekeraar LIFE Variabele rente Vaste rente Rentestromen van de levensverzekeraar Ontvangen Jaar 1 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4 6 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal x 6% (vaste rente) Betalen Partij X 3 maands Euribor 8 x 3m Euribor (variabele rente) worden, tot 11,7 jaar. Het effect van een rentewijziging op de activa is dan gelijk aan het effect op de passiva. Het volledig afdekken van het renterisico betekent echter ook dat levensverzekeraars niet profiteren van een opwaartse beweging van de rente. Het effect van een rentestijging is namelijk voor levensverzekeraars tegengesteld aan het effect van een rentedaling, ceteris paribus. Zo heeft een rentestijging van 1%-punt een toename van het eigen vermogen van levensverzekeraars met EUR 2,6 miljard als gevolg: de afname van de verplichtingen is dan groter dan de afname van de vastrentende waarden. Zonder het gebruik van rentederivaten zou de toename zelfs EUR 5,4 miljard zijn geweest. De keerzijde van het afdekken van het renterisico door middel van derivaten is derhalve dat van een rentestijging slechts deels kan worden geprofiteerd door levensverzekeraars. Het is deze afweging die een belangrijke rol speelt bij de mate waarin levensverzekeraars het renterisico willen afdekken. Belangrijk hierbij is onder meer de hoogte van de rentestand en de verwachtingen over de toekomstige renteontwikkelingen. 1 Een beleggingsverzekering kan een garantie bevatten, waardoor de polishouder niet het gehele beleggingsrisico draagt. 2 Vanaf het 2e kwartaal 2009 vraagt DNB een kwartaalrapportage onder alle verzekeraars uit. Doel is om frequenter, nauwkeuriger en eerder de financiële positie en mogelijk aanwezige risico s van de verzekeraars te kunnen beoordelen. Op basis van deze rapportage worden ook statistieken gemaakt die gepubliceerd worden in het Statistisch Bulletin van DNB (tabellen 7.2, 7.3 en 7.4) en op de website van DNB ( Verder is de rapportage een belangrijke bron voor macro prudentiële analyses en sectorale onderzoeken. Naast een actuele balans, winst- en verliesrekening en overzichten van de vereiste en aanwezige solvabiliteit verschaft de kwartaalrapportage inzicht in de beleggingen van de verzekeraars en DNB / Statistisch Bulletin juni

6 specificaties van afgeleide financiële instrumenten, rendementen en de kwaliteit (rating) van de vastrentende waarden. Ten behoeve van een goed beeld van de actuele financiële positie van een verzekeraar luiden alle balansposten tegen marktwaarde. Daarmee lopen de kwartaalrapportages vooruit op het Solvency II-regime, waarin eveneens wordt uitgegaan van marktwaarden. 3 Een beleggingsverzekering kan een garantie bevatten, waarvoor door de levensverzekeraar een voorziening moet worden getroffen. 4 Zie ook het onlangs door DNB gepubliceerde Overzicht Financiële Stabiliteit, mei 2010, nr 11, 5 Aspecten als convexiteit, opties en andere niet-lineaire grootheden worden buiten beschouwing gelaten. 6 Een rentedaling heeft ook effect op de beleggingen en voorzieningen voor risico polishouder. Deze effecten zijn echter gelijk en daarom in deze analyse buiten beschouwing gelaten. 7 Dit is het renterisico bij een parallelle renteverschuiving. 24 DNB / Statistisch Bulletin juni 2010

Rentegevoeligheid en duration

Rentegevoeligheid en duration Rentegevoeligheid en duration Daling marktrente à stijging beurskoers (en v.v.) Maatstaf rentegevoeligheid: (modified) duration (mod.dur.) Berekenen duration stap 1: Macaulay duration (ook wel Economische

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. Vermogensbeheer SPMS. 17 november 2014

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. Vermogensbeheer SPMS. 17 november 2014 Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Vermogensbeheer SPMS 17 november 2014 Structuur SPMS (vermogensbeheer) Bestuur SPMS F&C (verantwoord beleggen) Ortec (ALM studie) Bestuursbureau Investment

Nadere informatie

Renterisico. in een pensioenbalans

Renterisico. in een pensioenbalans Renterisico in een pensioenbalans Wilt u meer weten over renterisico s, swaps en swaptions? Neem dan contact op met uw Account CIO of met onze balansmanagement adviseurs Bas Scholten via bas.schoiten@achmea.ni

Nadere informatie

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Mr A. van Dijk RBA 1 Inleiding Wat zijn obligaties? Kenmerken Rendement Risico Obligatiesoorten 2 Kenmerken van Obligaties Vordering Vaste

Nadere informatie

Productinformatie rentemanagement

Productinformatie rentemanagement Productinformatie rentemanagement 2 Inhoud Uw onderneming en mogelijke renterisico s 3 Renteswap 5 Rentecap 9 Meer informatie De producten in deze brochure zijn rentederivaten. Rentederivaten zijn complexe

Nadere informatie

Renterisico. in een pensioenbalans

Renterisico. in een pensioenbalans Renterisico in een pensioenbalans Wilt u meer weten over renterisico s, swaps en swaptions? Neem dan contact op met uw Account CIO of met onze balansmanagement adviseurs Bas Scholten via bas.schoiten@achmea.ni

Nadere informatie

MINOR BELEGGEN PSP. Hoofdstuk 3 Nominale titels

MINOR BELEGGEN PSP. Hoofdstuk 3 Nominale titels MINOR BELEGGEN PSP Hoofdstuk 3 Nominale titels HOOFDSTUK 3 NOMINALE TITELS 3.1 Geldmarkttitels en kapitaalmarkttitels Geldmarkttitels Obligaties Converteerbare obligaties Rendement op obligaties 3.2 De

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Gevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen

Gevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen Gevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen Inleiding Op dit moment wordt bij pensioenfondsen veel onderzoek gedaan naar de beleidseffecten van het waarderen van pensioenverplichtingen

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Uw pensioen en uw risicobereidheid

Uw pensioen en uw risicobereidheid Uw pensioen en uw risicobereidheid ALV VvGH 24 april 2018 Michiel Kamermans Lid van het bestuur van het Heineken Pensioenfonds 1 Waar gaan we het over hebben Hoe gaat het met het HPF en uw pensioen Wat

Nadere informatie

Antwoorden Renterisico 1

Antwoorden Renterisico 1 Antwoorden Renterisico 1 a. 2,35% + 1,20% = 3,55% b. 5.000.000 x 0,0355 x 92/360= 45.361 euro c. Renterisico; in dit geval het risico dat de rente stijgt waardoor de rentekosten voor de onderneming stijgen

Nadere informatie

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018 Generali BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018 www.asr.nl/gnl INHOUDSOPGAVE 1 Algemene informatie over dit document... 3 2 Zorgvuldig beleggingsbeleid... 4 2.1 UW GELD IN GOEDE HANDEN...4 2.2 HET

Nadere informatie

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Wat u moet weten over beleggen Uw werkgever betaalt pensioenpremies voor het Rabo BedrijvenPensioen. In deze brochure leest u hoe we die premies voor u beleggen.

Nadere informatie

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen 1. Algemene informatie over dit document Waarom krijgt u dit document U krijgt deze informatie omdat u via uw werkgever deelneemt aan een pensioenregeling bij Generali. In uw pensioenregeling staat hoe

Nadere informatie

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V.

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. KWARTAALRAPPORTAGE Q4 2017 VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. 12 JANUARI 2018 Inhoud 1. Management samenvatting... 2 2. Financiële rapportage: 4 e kwartaal 2017... 3 3. Verklarende begrippen en definities...

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 12.15-14.45 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 8 2015 NGO-ENS B / 8 Opgave 1 (20 punten) Vraag 1 Vraag 1 De bètacoëfficiënt

Nadere informatie

Productwijzer. Rentederivaten ( )

Productwijzer. Rentederivaten ( ) Productwijzer Rentederivaten 6.0012.96 (08-01-2009) 1 Rentederivaten Afhankelijk van uw situatie, de marktsituatie en marktverwachtingen kan het voor u bijzonder interessant zijn (of wellicht zelfs noodzakelijk)

Nadere informatie

a. Wat zijn de rentekosten voor de onderneming uitgedrukt in een percentage voor het kwartaal dat volgt op het renteherzieningsmoment.

a. Wat zijn de rentekosten voor de onderneming uitgedrukt in een percentage voor het kwartaal dat volgt op het renteherzieningsmoment. Renterisico 1 Een onderneming heeft een lening met een omvang van 5 miljoen euro en een variabele rente die is gebaseerd op het EURIBOR-tarief. De rente wordt per kwartaal opnieuw vastgesteld. De bank

Nadere informatie

Handleiding invullen kwartaalrapportage verzekeraars

Handleiding invullen kwartaalrapportage verzekeraars Handleiding invullen kwartaalrapportage verzekeraars Inhoudsopgave 1. Inleiding...2 2. Doel van deze handleiding...2 3. In te dienen documenten...3 4. Kwartaalrapportage op hoofdlijnen...3 a) Algemene

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Eigen huis. Overlijdensrisicoverzekering Woon+ / Zeker+

Eigen huis. Overlijdensrisicoverzekering Woon+ / Zeker+ Eigen huis Overlijdensrisicoverzekering Woon+ / Zeker+ Uw eigen woning Het kopen van een eigen woning is waarschijnlijk een van de grootste fi nanciële beslissingen in uw leven. Het is een investering

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen?

Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen? Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen? 1 Impact regelgeving t.a.v. beleggingsbeleid! "! # $ %&! $' (" ' )* + *! " &,!,, --- 2 Verdisconteringscurve: van economisch

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 5

Oefenopgaven Hoofdstuk 5 Oefenopgaven Hoofdstuk 5 Opgave 1 Leg uit waarom een bank in de regel bereid is een lening die gedekt is door een zekerheid, tegen een lagere rente te verstrekken dan een gelijkwaardige lening zonder zekerheid.

Nadere informatie

Renterisico. Achmea Investment Management

Renterisico. Achmea Investment Management Renterisico Achmea Investment Management Inhoudsopgave 01 Inleiding 3 02 De pensioenbalans 4 03 04 05 06 07 08 Van pensioenuitkeringen naar contante waarde 5 Rentegevoeligheid van de Technische Voorziening

Nadere informatie

S&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie

S&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie S&V Reflector Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie Juni 2011 Sprenkels & Verschuren wil met dit document haar bijdrage leveren aan een verantwoord

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 013 Toekomst financiële sector Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Wat u moet weten over beleggen

Wat u moet weten over beleggen Rabo BedrijvenPensioen Wat u moet weten over beleggen Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Uw werkgever betaalt pensioenpremies voor het Rabo BedrijvenPensioen. In deze brochure leest u hoe we deze

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer Inhoudsopgave Algemene informatie over dit document 2 1. Zorgvuldig beleggingsbeleid 3 2. Algemene informatie over een pensioen op

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Deutsche Bank. www.deutschebank.nl. Uw rentederivaat bij. Deutsche Bank

Deutsche Bank. www.deutschebank.nl. Uw rentederivaat bij. Deutsche Bank Deutsche Bank www.deutschebank.nl Uw rentederivaat bij Deutsche Bank Uw derivaat bij Deutsche Bank 1. Waarom is deze brochure belangrijk? U heeft op dit moment een rentederivaat. In deze brochure geven

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015 Stand van zaken SVG 1 van 19 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2014 Vooruitblik 2015 Vragen 2 van 19 Pensioenfonds SVG

Nadere informatie

De Roche. Hypotheek waaier. Een persoonlijke keus voor uw toekomst. Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is

De Roche. Hypotheek waaier. Een persoonlijke keus voor uw toekomst. Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is De Roche Hypotheek waaier Een persoonlijke keus voor uw toekomst Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is zeker niet eenvoudig; er zijn ontzettend veel mogelijkheden en bovendien vormt uw beslissing de

Nadere informatie

Renderen bij een stijgende rente

Renderen bij een stijgende rente ARTIKEL 26 juni 2015 Voor professionele beleggers Renderen bij een stijgende rente Bij stijgende rentes verliezen zowel de verplichtingen als de rentedragende beleggingen van pensioenfondsen waarde. Om

Nadere informatie

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Het financieel vermogen van Nederlandse huishoudens bedraagt met ruim 1.3 miljard euro meer dan twee maal het bbp. Na aftrek van schulden, zoals

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Hypotheekrecht en - vormen

Hypotheekrecht en - vormen Hypotheekrecht en - vormen Wat is een hypotheek? Een hypotheek is in theorie een zekerheidsrecht. Wanneer u een hypotheek afsluit, geeft u het recht van hypotheek aan de geldverstrekker. Dit recht van

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

Addendum. Ultimate Forward Rate

Addendum. Ultimate Forward Rate Addendum Ultimate Forward Rate Wilt u meer weten over renterisico s, swaps en swaptions? Neem dan contact op met uw Account-CIO of met onze balansmanagement adviseurs Bas Scholten via bas.schoiten@achmea.ni

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever Inhoudsopgave Algemene informatie over dit document 2 1. Zorgvuldig beleggingsbeleid 3 2. Algemene informatie over een pensioen op

Nadere informatie

- Rente effecten 11.355 16.300 16.400 16.400 - Rente ASN rekeningen 850 400 731 1.000 - Overige baten 0 0 0 500. Totaal 12.205 16.700 17.131 17.

- Rente effecten 11.355 16.300 16.400 16.400 - Rente ASN rekeningen 850 400 731 1.000 - Overige baten 0 0 0 500. Totaal 12.205 16.700 17.131 17. Winst en Verliesrekening 2013 in vergelijking met de rekening 2012 en de begroting 2013. Tevens wordt de begroting voor het jaar 2014 gegeven. Alle bedragen in Euro s. Baten Rekening Begroting Rekening

Nadere informatie

Kenmerken en risico s financiële instrumenten

Kenmerken en risico s financiële instrumenten Kenmerken en risico s financiële instrumenten Kenmerken en risico s financiële instrumenten Aan alle vormen van beleggen zijn risico s verbonden. Deze Bijlage geeft een niet-limitatieve, algemene beschrijving

Nadere informatie

Schaduwboekhouding bij een gemengde verzekering

Schaduwboekhouding bij een gemengde verzekering Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vak: Afstudeerseminar en Bachelorscriptie Actuariaat Begeleider: drs. R. Bruning Schaduwboekhouding bij een gemengde verzekering Naam auteur:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 371 Kredietcrisis Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 november

Nadere informatie

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang Toelichting op de halfjaarcijfers 2011 door: Jos Baeten, Voorzitter Raad van Bestuur Roel Wijmenga, CFO Ontwikkelingen

Nadere informatie

POSITION PAPER INZET RENTEDERIVATEN BIJ KREDIETVERLENING AAN HET MKB

POSITION PAPER INZET RENTEDERIVATEN BIJ KREDIETVERLENING AAN HET MKB POSITION PAPER INZET RENTEDERIVATEN BIJ KREDIETVERLENING AAN HET MKB Kernboodschappen Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) Rentederivaten worden door Nederlandse banken aangeboden om renterisico s voor

Nadere informatie

De invloed van het Financieel Toetsingskader op de financiële markten

De invloed van het Financieel Toetsingskader op de financiële markten De invloed van het Financieel Toetsingskader op de financiële markten Hoofdstuktitel De invoering van het Financieel Toetsingskader (FTK) is voor veel pensioenfondsen in Nederland aanleiding het bestaande

Nadere informatie

Hedge accounting Actualiteitensessie controllers. 27 mei 2014

Hedge accounting Actualiteitensessie controllers. 27 mei 2014 Hedge accounting Actualiteitensessie controllers 27 mei 2014 Actueel De bomen en het bos... Wat zijn financiële instrumenten? Financieel instrument: Een overeenkomst die leidt tot een financieel actief

Nadere informatie

Raads informatiebrief (Financiele pijler)

Raads informatiebrief (Financiele pijler) gemeente Eindhoven Raadsnummer O4.R854.OOI Inboeknummer o4joo6aas Classificatienummer oz Dossiernummer 4sa.aor 25 mei 2004 Raads informatiebrief (Financiele pijler) Betreft overzicht beleggingen. 1 Inleiding

Nadere informatie

Marktrisico Non-life risico Tegenpartij kredietrisico Operationeel risico Correlatie effecten totaalniveau 500,0% 400,0% 300,0% 200,0% 100,0% 0,0%

Marktrisico Non-life risico Tegenpartij kredietrisico Operationeel risico Correlatie effecten totaalniveau 500,0% 400,0% 300,0% 200,0% 100,0% 0,0% Aan: Van: Directie, XYZ verzekeraar Arcturus Datum: 25 oktober 2010 Betreft: Rapportage QIS 5 op basis boekjaar 2009 (FICTIEF) Management Samenvatting DNB heeft in augustus 2010 verzekeraars gevraagd om

Nadere informatie

Generali beleggingsmogelijkheden Generali pensioen

Generali beleggingsmogelijkheden Generali pensioen Generali beleggingsmogelijkheden Generali pensioen informatie voor de deelnemer INHOUDSOPGAVE Algemene informatie over dit document 2 1. Zorgvuldig beleggingsbeleid 3 2. Algemene informatie over een pensioen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2015 In het vierde kwartaal van 2015 daalde de wettelijke dekkingsgraad 1 met 0,5% punt van 105,1% naar 104,6%. De actuele dekkingsgraad 2 steeg echter met 1,2%-punt

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen. Verhoging van de AOW-leeftijd

Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen. Verhoging van de AOW-leeftijd JULI 2009 NUMMER 4 JAARGANG 49 PENSIOENBULLETIN Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen Verhoging van de AOW-leeftijd In juni 2008 presenteerde de commissie Bakker haar advies Naar een toekomst

Nadere informatie

Voorbeeld examenvragen Boekdeel 2 en special topics

Voorbeeld examenvragen Boekdeel 2 en special topics Voorbeeld examenvragen Boekdeel 2 en special topics Vraag 1 Stel dat je 10 aandelen Fortis in portfolio hebt, elk aandeel met een huidige waarde van 31 per aandeel. Fortis beslist om een deel van haar

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41

Inhoud. Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41 Inhoud Inleiding 9 Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41 Deel 2 Eigen vermogen of onvermogen 4 Eigen vermogen 56 5 Uit balans

Nadere informatie

Inflatiegids. Invloed van inflatie op pensioenen. Deel 2. Inflatie in het kader van een Nederlands Pensioenfonds

Inflatiegids. Invloed van inflatie op pensioenen. Deel 2. Inflatie in het kader van een Nederlands Pensioenfonds Inflatiegids Inflatie in het kader van een Nederlands Pensioenfonds Deel 2 Invloed van inflatie op pensioenen Inflatie betreft de stijging van het algemeen prijspeil, ofwel de waardevermindering van het

Nadere informatie

Generali Profielbepaler Kapitaal en Levensloop

Generali Profielbepaler Kapitaal en Levensloop Generali Profielbepaler Kapitaal en Levensloop Wilt u een kapitaalverzekering of een levensloopregeling op basis van beleggen afsluiten? Of wilt u controleren of de fondsverdeling van uw huidige kapitaalverzekering

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Randstad heeft medio februari 2014 moeten besluiten tot het doorvoeren van een pijnlijke maatregel. Om de

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu?

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Author : G.K. van Dommelen Date : 02-10-2014 (publicatiedatum 3 oktober 2014) Op 18 september jongstleden publiceerden wij een artikel over het bod dat

Nadere informatie

RAPPORT 1 Opdracht 4 2 Algemeen 4 3 Resultaat 5 4 Financiële positie 6

RAPPORT 1 Opdracht 4 2 Algemeen 4 3 Resultaat 5 4 Financiële positie 6 Inhoudsopgave RAPPORT 1 Opdracht 4 2 Algemeen 4 3 Resultaat 5 4 Financiële positie 6 HALFJAARVERSLAG 1 Balans per 30 juni 2014 8, 9 2 Winst- en-verliesrekening over 2014 10 3 Toelichting op de balans per

Nadere informatie

De feiten op een rij. De beschikbare premieregeling

De feiten op een rij. De beschikbare premieregeling De feiten op een rij De beschikbare premieregeling De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij De beschikbare premieregeling Verzekeraars bieden diverse pensioenregelingen aan, waaraan werknemers

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid 1 Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid Vraag 9: Hoe wordt in het nieuwe kader omgegaan met de neveneffecten die zich in

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2013-1 juli 2013 t/m 30 september 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,3% naar 120,3% Beleggingsrendement is 1,8% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%

Nadere informatie

Een akkoord! Wat betekent dat voor u?

Een akkoord! Wat betekent dat voor u? Een akkoord! Wat betekent dat voor u? AEGON heeft in 2009 een akkoord gesloten met de Stichting Woekerpolis Claim en de Stichting Verliespolis over de maximale hoogte van de kosten van particuliere beleggingsverzekeringen.

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 2 opgaven en omvat 23 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 2 opgaven en omvat 23 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave FINANCE & RISK MANAGEMENT DINSDAG 15 DECEMBER 2015 11.30-14.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij,, s-gravenhage U.A.

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij,, s-gravenhage U.A. VERKORT JAARVERSLAG Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij,, s-gravenhage U.A. PROFIEL De Onderlinge s-gravenhage is in 1895 opgericht in een tijd waarin de overheid op sociaal terrein weinig regelde

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2013-1 januari 2013 t/m 31 maart 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 116,5% naar 119,9% Beleggingsrendement is 2,2% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Straks ook een Vestia onder de pensioenfondsen?

Straks ook een Vestia onder de pensioenfondsen? ROCK note Juli 2012 Alleen voor professionele beleggers Straks ook een Vestia onder de pensioenfondsen? Johan Duyvesteyn Quantitative Research Martin Martens Quantitative Research Tom Steenkamp Co-head

Nadere informatie

Rabobank (leden)certificaten

Rabobank (leden)certificaten Rabobank (leden)certificaten Investment case Jaap Koelewijn De Rabobank verhoogt haar kapitaalbuffers door voor nominaal 1,5 miljard nieuwe certificaten Rabobank uit te geven. Niet geheel toevallig valt

Nadere informatie

Allianz Pensioen Beleggen

Allianz Pensioen Beleggen Allianz Nederland Levensverzekering N.V. Allianz Pensioen Beleggen Een goede balans tussen rendement en risico Allianz Pensioen Beleggen Uw beleggingsmogelijkheden via Lifecycles. Bouwen aan een goed pensioen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1 Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De beleidsdekkingsgraad is gestegen van 114,6% naar 117,4%. Het beleggingsrendement

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin juni 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-1095 eindigt op 31 december 2008. d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'.

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-1095 eindigt op 31 december 2008. d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'. BELEIDSREGEL CI-1134 Rente 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (ZVW) die wordt geleverd door instellingen voor medisch

Nadere informatie

De Invloed van de methodiek op de effectiviteit van een fair value hedge bij hedge accounting

De Invloed van de methodiek op de effectiviteit van een fair value hedge bij hedge accounting De Invloed van de methodiek op de effectiviteit van een fair value hedge bij hedge accounting BWI werkstuk Bob Stroomer Inhoud 1 Introductie 3 2 Achtergrondinformatie 4 2.1 Derivaten 4 2.2 De marktwaarde

Nadere informatie

1. Vragen over het ouderdomspensioen

1. Vragen over het ouderdomspensioen Aegon Uitkerend Beleggingspensioen Veelgestelde vragen 1. Vragen over het ouderdomspensioen Wat heeft invloed op de hoogte van mijn pensioen? De volgende factoren hebben invloed op de hoogte van uw pensioen:

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie