Auteurs: Van Schijndel isbn: 978-90-01-76144-8 www.basisboekruimtelijkeordeningenplanologie.noordhoff.nl



Vergelijkbare documenten
Provinciaal Omgevingsplan Limburg

1. Bevolkingsontwikkeling (demografie):

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ladder voor duurzame verstedelijking

1. Streekplan Brabant in balans

PLANNINGSTELSELVRAAGSTUKKEN Planologische vraagstukken en het planningstelsel in de ruimtelijke ordening

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

De ladder voor duurzame verstedelijking

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Ladder voor duurzame verstedelijking Three steps to heaven? 10 maart 2015

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH

Wie betaalt de ruimtelijke kwaliteit? Verbetering kostenverevening in herstructurering bedrijventerreinen Dr. Demetrio Muñoz Gielen

De grensoverschrijdende regio Plannen zonder grenzen. Symposium Geo Promotion

Achtergrondinformatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Stand van zaken en vooruitblik DURP nationaal

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

De waarde van ruimte 2

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Gebiedsontwikkeling Binckhorst

Kwaliteit openbare ruimte bedrijventerreinen Oss Leidraad beoordelen van verzoeken en klachten van ondernemers

STAD & LAND in de ruimtelijke ordening

Verdichting. binnen het bestaand bebouwd gebied. 19 april 2011 Kersten Nabielek

Ruimte om te leven met water

STAD & LAND in de ruimtelijke ordening

Omgevingsvisie Overijssel Aanvullend advies over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport

Visie op Zuid-Holland

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

Veiligheid: een (ruimtelijke) ontwerpvariabele

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Geel in omgevingsvisies

PLANOLOGIE VAN STAD & LAND

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

De nieuwe Wro op provinciaal niveau

Inleiding Omgevingswet CROW bijeenkomst Omgevingswet en Mobiliteit

Gemeente Haarlem. Jeroen van Spijk. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem

INLEIDING EN LEESWIJZER

DE STURING OP RUIMTELIJKE KWALITEIT IN DE ONTWIKKELING VAN NIEUWBOUWWIJKEN. 22 juni P5 - Roelof Achterveld

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening

De toekomst voor milieuruimte in ruimtelijke plannen

Omgevingswet in de praktijk en de lessen voor digitalisering. Gerwin Gabry KuiperCompagnons

Omgevingswet & Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie vervangt de volgende wettelijk verplichte plannen:

KUIPERCOMPAGNONS. AL 100 JAAR!

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Betreft: reactie van VVG op het ontwerp van de Structuurvisie (d.d. 16 november 2011) Wijdemeren "Beheerste ontwikkeling met behoud van het goede".

Verbreed bodembeleid

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot

Ladder van Duurzame verstedelijking

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

De veranderende positie van de nationale ruimtelijke ordening in Nederland

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

B&W-voorstel. 1) Status

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Doorwerking ladder voor duurzame verstedelijking

Bereikbaarheid en recreatie: dilemma s in het landelijk gebied

De Delta Natuurlijk INHOUD - DE PLEK - STRUCTUREN - KANS + KWALITEIT - STRUCTUURVISIE - STEDENBOUWKUNDIG MODEL

NOTITIE GRONDPRIJZEN BAARLE-NASSAU Notitie Grondprijzen Gemeente Baarle-Nassau

LIGGING FORT. BREDA RIJSBERGEN. Naar Rijsbergen: 3 km. 30 minuten lopen 8 minuten fietsen 3 minuten met de auto. Naar hartje centrum van Breda: 8,5 km

De Omgevingswet in zicht

Zorgvuldig ruimtegebruik Investeren in bestaand bebouwd gebied

Perspectieven nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening Als bestuurders willen kan er veel

Bijlage 2: Taken en bevoegdheden voor de Parkstad Raad en de gevolgen voor de gemeenten

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

RUIMTELIJKE ORDENING planologisch kader

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht. Blik op de toekomst: de nieuwe Omgevingswet

Ladder Holland Rijnland. Plannen globaal/flexibel bestemmen. Stec Groep aan Holland Rijnland

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Q & A Woningbouwprogramma Bispinckpark/ Landje van Van Riessen

Concept Convenant Voorraadbeheersing en Afstemming Werklocaties Flevoland. 1. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

Doorwerking ladder voor duurzame verstedelijking

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

Communicatie. 40 Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden

Graag informeren wij u hierbij dat wij op 8 februari 2005 jl. het. voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Transcriptie:

Begrippenlijst Actief grondbeleid Actoren A-locatie AmvB Ruimte Axiaal Beeldkwaliteitplan Beheersverordening Beleid Belevingswaarde Bestemming-inrichting-beheer Bestemmingsplan Grondbeleid waarbij de overheid actief grond aankoopt om tot ontwikkeling te brengen. De tegenhanger is passief grondbeleid: hierbij laat de overheid de ontwikkeling van grond geheel aan marktpartijen over. Individuen en organisaties (waaronder overheden) die invloed uitoefenen op de maatschappij en de ruimtelijke ordening. Locatie in het centrum van de stad nabij een belangrijk spoorwegstation. Juridisch instrument waarin het Rijk de andere overheden bepaalde ruimtelijke maatregelen kan opleggen. Lineaire wegenstructuur dus wegenstructuur die één lijn vormt. Plan waarin de gemeente met tekst en (referentie)beelden aangeeft hoe de ruimtelijke kwaliteit in een te ontwikkelen gebied vorm dient te krijgen. Bestemmingsplan waarin vastgelegd wordt dat binnen het gebied geen (grote) veranderingen plaats kunnen vinden. Het inzetten van bepaalde middelen door een overheid of andere organisatie om tot bepaalde doelstellingen te komen. Omvat alle aspecten van ruimtelijke kwaliteit die te maken hebben met de zintuiglijke ervaring van een gebied. Klassieke opvatting over hoe omgegaan moet worden met de ruimtelijke ordening: eerst de gronden bestemmen voor bepaalde functies; dan inrichten en tot slot beheren. Juridisch bindend plan waarin de gemeente aangeeft hoe de grond in het gebied gebruikt mag worden. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 1

Blauwdrukplanning Boomstructuur Compacte stad Contouren Corridor Demografische krimp Distributieplanologisch onderzoek Ecologische Hoofdstructuur Extensiveringsgebieden FSI GSI Planning waarbij men van tevoren alles vastlegt over de ruimtelijke inrichting van een gebied en geen rekening houdt met onverwachtse veranderingen die om aanpassingen vragen. Wegenstructuur waarbij vanuit de hoofdader doodlopende wegen (met eventuele vertakkingen) het gebied inlopen. Ruimtelijke doelstelling van overheden om nieuwe ontwikkelingen (woningen, bedrijven, etc.) voornamelijk in of bij de grote steden te realiseren. Lijnen waarbinnen bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen mogen of juist niet mogen plaatsvinden (rode contouren: stedelijke ontwikkelingen moeten daarbinnen; geluidscontouren: geluidsgevoelige functies mogen niet daarbinnen). Gebied tussen twee grote steden waar belangrijke infrastructuurbundels lopen en waar veel ontwikkelingen plaatsvinden. Krimp van de bevolking die plaatsvindt op basis van demografische factoren (minder geboortes, meer sterfgevallen). Onderzoek dat bepaalt of er in een gebied genoeg mensen wonen en komen om de daar aanwezige en nog te ontwikkelen voorzieningen in stand te houden. Netwerk van natuurgebieden en ecologische verbindingen daartussen, dat ervoor zorgt dat het leefgebied van planten en dieren veel groter wordt. Gebieden waarbinnen de grootschalige intensieve veehouderij op termijn moet verdwijnen. Floor Space Index: aantal vierkante meters vloeroppervlak van een gebouw in relatie tot het aantal vierkante meters van de kavel. Ground Space Index: aantal vierkante meters van een kavel dat bebouwd is in relatie tot het totaal aantal vierkante meters van de kavel. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 2

OSR Gebiedsgericht beleid Gebruikswaarde Geografische informatiesystemen (GIS) Governance Groeikernen Grondexploitatie Herstructurering Horizontale coördinatie Open Space Ratio: aantal vierkante meters van een kavel dat onbebouwd is in relatie tot het aantal vierkante meters vloeroppervlak van de bebouwing. Beleid waarbij men integraal de vraagstukken van een afgekaderd gebied tracht op te lossen. Alle aspecten van de ruimtelijke kwaliteit die te maken hebben met het effectief en efficiënt gebruiken van een gebied. Computerprogramma s waarmee geografische informatiebestanden met elkaar verknoopt en bewerkt kunnen worden, veelal gericht op het produceren van kaarten. Vaak worden ook de geografische informatiebestanden zelf tot de GIS gerekend. Het ontwikkelen van beleid voor het algemeen belang door overheid, marktpartijen en maatschappelijke organisaties gezamenlijk. De overheid beperkt zich tot de regierol en legt niet haar eigen inzichten aan de maatschappij op. Satellietkernen rond grote steden, die aangewezen waren om de groei van de stedelijke bevolking op te vangen (ten tijde van de Tweede en Derde Nota Ruimtelijke Ordening). Fase in het vastgoedontwikkelingsproces waarin de grond bouwrijp gemaakt wordt. In de grondexploitatieopzet wordt berekend of en hoe een stuk grond ontwikkeld kan worden vanuit financieel oogpunt. Het op ingrijpende wijze veranderen van de inrichting van gebieden, die nu al intensief gebruikt worden of intensief gebruikt zijn. Wanneer op grote schaal andere functies aan het gebied worden toegevoegd spreekt men van transformatie. Het afstemmen van het beleid van verschillende sectoren (en facetten) op elkaar binnen één overheidslaag (bijvoorbeeld woningbouw en verkeer). Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 3

ILG Implementatie Inbreidingslocatie Infrastructuur Inpassingsplan Institutionele beleggers Integrale gebiedsontwikkeling Interactief beleid Kengetallen Investeringsbudget Landelijk Gebied: Geld dat het Rijk gereserveerd heeft voor ruimtelijke projecten die de inrichting van het landelijk gebied verbeteren. Term die gebruikt wordt voor de uitvoering van beleid. Locatie binnen bestaand stedelijk gebied, die braak ligt of vrij gaat komen en die gebruikt wordt voor woningbouw en/of andere nieuwe functies. Alle vaste elementen die de verplaatsing van mensen, goederen, energie, afval en informatie dragen. Het gaat dus om autowegen, spoorwegen, waterwegen en fietspaden, maar ook om buisleidingen, rioleringen en kabels én over belangrijke overstappunten, zoals stations en vliegvelden. Juridisch bindend plan waarin het Rijk of de provincie aangeeft hoe een bepaald gebied gebruikt mag worden (vergelijkbaar met het gemeentelijk bestemmingsplan). Grote geldbeheerders (zoals pensioenfondsen) die hun kapitaal aanwenden om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Gebiedsgericht beleid waarbij alle belanghebbenden en marktpartijen betrokken worden en waarin meer nadruk ligt op het creëren van kansen dan op het verbieden van bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen. Beleid waarbij belanghebbenden betrokken worden bij het ontwikkelen van beleid in plaats van dat de overheid beleid maakt en achteraf vraagt of het goed is. Hierbij zijn diverse gradaties mogelijk (zie participatieladder). Cijfers die op grond van ervaring weergeven hoe een situatie in het algemeen is en die gebruikt kunnen worden om snel een beeld te krijgen van de haalbaarheid van bepaalde ideeën. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 4

Ketenverplaatsingen Lagenbenadering Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s) Liberalisering Locatiebeleid Mainports en brainport Masterplan Verplaatsingen van deur tot deur, waarbij veelal verschillende vervoerwijzen ingezet worden (kijkt men naar ketenverplaatsingen dan kijkt men ook naar de aansluiting van het voor- en natransport op de hoofdvervoerwijze). Aanpak waarbij de inrichting van een gebied allereerst bepaald wordt door kenmerken van de ondergrond, daarna op kenmerken van netwerken en tot slot pas op kenmerken van de occupatie (woon- en bedrijfsbebouwing en voorzieningen). Gebieden die aangewezen zijn door provincies en belanghebbenden, waarbinnen de intensieve veehouderij zich verder mag ontwikkelen Proces waarbij de vaste prijzen voor landbouwproducten binnen de Europese Unie wordt afgeschaft en agrarische ondernemers dus voortaan op de wereldmarkt moeten concurreren. Beleid waarbij men er naar streeft om het juiste bedrijf zich op de juiste plek te laten vestigen, bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van vervoersbehoefte of vanuit de aanwezigheid van soortgelijke of aanvullende bedrijven op een terrein. Planconcept waarin men aangeeft dat de Nederlandse economie in grote mate voortgestuwd wordt door de aanwezigheid van Schiphol en de Rotterdamse haven (de mainports) en door de aanwezigheid van veel hightechbedrijven in de regio Eindhoven (Brainport). Stedenbouwkundige visie waarin het programma van eisen (dat wat in het gebied gerealiseerd moet worden) nader uitgewerkt wordt aan de hand van ruimtelijke concepten en een eerste ruimtelijke uitwerking krijgt. Het Masterplan wordt later gedetailleerd uitgewerkt in het stedenbouwkundig plan. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 5

Medebewind Meervoudig ruimtegebruik Mental map Milieu effect rapportage (m.e.r.) Milieuzonering Modal split Onderdelen van het gemeentelijk beleid waarbij zij de doelstelling niet zelf bepaald hebben (niet op basis van autonomie), maar waar zij het beleid van Rijk en/of Provincies nader uitwerken en uitvoeren. Inrichting waarbij meerdere functies op eenzelfde locatie een plaats krijgen zodat de ruimte efficiënter benut wordt. Dit kan doordat zij boven elkaar geplaatst worden, doordat zij op verschillende tijden van het gebied gebruikmaken of doordat zij gemengd worden. Beeld in het hoofd van mensen hoe een stad of gebied in elkaar zit. Deze verschillen van persoon tot persoon, doordat iedereen eigen ervaringen met en een eigen beleving van het betreffende gebied heeft. Wettelijk verplicht onderzoek naar de milieugevolgen van bepaalde ingrepen in de ruimtelijke inrichting. Naast ingrepen zijn er ook bepaalde ruimtelijke plannen, zoals structuurvisies, die op hun milieugevolgen onderzocht moeten worden (de planmer). Hulpmiddel bij het scheiden van enerzijds overlastgevende functies en anderzijds kwetsbare functies waar dat noodzakelijk is. Bij uitwaartse zonering bepaalt men het gebied waarbinnen vanuit overlastgevende functies geen kwetsbare functies geplaatst mogen worden. Bij inwaartse zondering bepaalt men het gebied vanuit de kwetsbare functies waarbinnen geen overlastgevende functies geplaatst mogen worden. De verhouding van het gebruik van de verschillende vervoerwijzen (fiets, auto, etc.) ten aanzien van het totale aantal verplaatsingen of het totale aantal afgelegde kilometers in een bepaald gebied en over een bepaalde tijdsperiode. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 6

Multi-criteria-analyse (MCA) Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur Natura 2000 Nieuwe Werken Nimby-gedrag Nota Ruimte Omgevingsplanning Methode voor het bepalen van het beste alternatief vanuit verschillende relevante criteria, die onderling kunnen verschillen in het belang dat eraan toegekend wordt (de weging). Deel van het Ruimtelijk beleid van het Rijk dat van nationaal belang wordt geacht en waar het Rijk zich verantwoordelijk voelt voor het behalen van de doelstellingen. Verzamelbegrip voor de vanuit de Europese Unie beschermde natuurgebieden (de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden). Impliciet is de doelstelling deze natuurgebieden door ecologische verbindingen met elkaar tot een netwerk te smeden (zoals bij de Ecologische Hoofdstructuur). Streven van bedrijven en overheid om werknemers zo veel mogelijk thuis te laten werken. Nimby staat voor Not In My BackYard: mensen erkennen vaak wel het algemeen belang van bepaalde ruimtelijke ingrepen (zoals een nieuwe snelweg), maar als deze te dicht bij hen dreigen te komen zullen ze zich er hard tegen verzetten. Nationale structuurvisie waarin de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het Rijk worden weergegeven. De Nota Ruimte volgde op de VINEX (Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra) en wordt waarschijnlijk opgevolgd door de Structuurvisie Infrastructuur en ruimte. Het integreren van beleid op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en water tot één omgevingsplan (in plaats van een aparte structuurvisie, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan, zoals nu nog vaak gebeurt). Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 7

Ontwikkelingsplanologie Openbare ruimte Parkmanagement Participatieladder Planconcept Planhorizon Planning Planologie Planschade Tegenhanger van de 'toelatingsplanologie' waarbij meer gekeken wordt naar de kansen die in een gebied benut kunnen worden dan naar de te weren ongewenste ontwikkelingen. De term verwijst naar de grotere invloed van projectontwikkeling op het ruimtelijke beleid. Ruimte tussen de particuliere kavels die in bezit is van de (gemeentelijke) overheid en die voor iedereen vrij toegankelijk is. Gezamenlijk beheer van bedrijventerreinen door bedrijven om veroudering en verloedering tegen te gaan, de veiligheid te vergroten en efficiënt gebruik te maken van gezamenlijke voorzieningen. Hulpmiddel om onderscheid te maken in de hoeveelheid invloed die een overheid andere actoren gunt bij de ontwikkeling van het bepaald beleid. Dit hangt sterk samen met de bestuursstijl die die overheid hanteert ten aanzien van dat beleidsgebied. Instrument dat door actoren gebruikt wordt om eenvoudig weer te geven wat zij van een bepaald gebied vinden en wat zij met dat gebied willen, zodat ook andere actoren dit na gaan streven. Planconcepten zijn een vertaalstap tussen een abstracte visie en een concreet uitvoerbaar plan. Termijn waarvoor een ruimtelijk plan beoogd geldig te zijn, doordat in het plan met te verwachte ontwikkelingen in de periode vooruit gekeken is. De systematische voorbereiding van activiteiten met een bepaald doel. Wetenschap die zich bezighoudt met de ruimtelijke ordening. Vergoeding die men krijgt wanneer men schade ondervindt van een (nieuw) ruimtelijk plan. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 8

Planstelsel Planvormingsproces Programma van eisen Projectbesluit Projectontwikkelaar Provinciale verordening Publieke ruimte Radiaal Door een wet ondersteunde plannen op diverse schaalniveaus die met elkaar samenhangen en een bepaald gebied bestrijken. Het ruimtelijk planstelsel wordt ondersteund door de Wet ruimtelijke ordening. Lineair of cyclisch proces van planvorming waarin diverse fases onderscheiden worden (probleemverkenning, formuleren doelstellingen, onderscheiden alternatieven, afwegen alternatieven, besluitvorming, implementatie, evaluatie). Hierin worden de uitgangspunten beschreven voor het beoogde woongebied. Deze uitgangspunten zijn bijvoorbeeld ruimschoots openbaar groen, een waterpartij, hoeveelheden en soorten woningen, speelgelegenheid, en verkeersluwe gebieden. Het programma is een politieke keuze en dient dus altijd goedkeuring te krijgen van het gemeentebestuur. Met dit besluit kan de gemeente duidelijk maken dat er een ontwikkeling zit aan te komen en kan zij de vergunningverlening in het gebied tijdelijk bevriezen. Het besluit moet wel binnen een jaar zijn opgenomen in een bestemmingsplan. Een organisatie die waarde aan grond toevoegt door er objecten, zoals woningen, winkels of vrijetijdsvoorzieningen, op te ontwikkelen of te herontwikkelen. Hij zorgt er dus voor dat er iets gebouwd, verbouwd en/of aangelegd wordt. Juridisch document waarin de provincie op kan nemen wat gemeenten in hun bestemmingsplannen op moeten nemen. Voor iedereen toegankelijke ruimte, zowel in publiek als in particulier bezit. Publieke ruimte in publiek bezit heet openbare ruimte. Wegenstructuur waarbij de wegen rechtstreeks naar een of meer centra lopen en zo een stervorm krijgen. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 9

Raster of grid Citymarketing en regionale marketing Residuele grondwaarde Retentiegebieden Robuuste verbindingen Ruilverkaveling Ruimteclaim Ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke ordening Scenario s Wegenstructuur waarbij wegen horizontaal en verticaal parallel aan elkaar lopen. Beleid om het imago van een gebied te verbeteren dan wel meer bekend te maken. Dit met als doel om meer bedrijven, bewoners, bezoekers of bestuurlijke aandacht te trekken. Dit betekent eigenlijk restwaarde (denk aan residu). Dat is ook precies wat het is. Wordt berekend door de bouwkosten af te trekken van de finale opbrengsten van de grond (verkoop/verhuur en subsidies, plus een winstmarge voor de projectontwikkelaar). Dit is dus het geld dat de gemeente ontvangt van de projectontwikkelaar bij de overdracht van de bouwrijpe grond. Gebieden waar water tijdelijk kan worden opgeslagen om stroomafwaarts gelegen gebieden te beschermen. Grootschalige verbindingen tussen grote natuurgebieden, die ervoor zorgen dat de leefgebieden van soorten worden vergroot. Proces waarbij boeren land met elkaar uitwisselen om te komen tot een meer praktische grondverdeling: meer aaneengesloten grond en/of evenwichtigere kavels. De vraag naar ruimte voor divers ruimtegebruik (wonen, werken, recreatie) dan wel andere ruimtevragers (water, reliëf, natuur). Een optelsom van verschillende kenmerken die de hoedanigheid van een gebied of een plek bepalen, vaak uitgedrukt in de driedeling gebruikswaarde, belevingswaarde, toekomstwaarde. Praktisch handelen dat zich richt op het veranderen van de leefomgeving. Instrument van toekomstonderzoek waarbij voor onzekere ontwikkelingen verschillende mogelijke toekomstbeelden worden doorgerekend. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 10

Schaalniveau Schaalvergroting Sectoren Sector-/facetmodel SER-ladder Sociale huurwoningen Stedelijke netwerken Stedenbouwkundig plan Strategische keuzebenadering Structuurvisie Grootte van het gebied waarvoor men de ruimtelijke ordening beziet (lokaal of gemeentelijk, regionaal, nationaal enzovoort). Tendens waarbij bedrijven steeds groter worden omdat er steeds meer klanten nodig zijn of er steeds efficiënter geproduceerd moet worden. Beleidsvelden die gericht zijn op één specifiek doel, dat vaak ook samenhangt met een gebruiksfunctie, zoals landbouw, of verkeer. Simpele voorstelling van hoe ruimtelijke ordening (als facet) in relatie staat tot beleid vanuit sectoren (landbouw, verkeer enzovoort). Instrument dat voorschrijft dat nieuwe locaties pas mogen worden ontwikkeld als de mogelijkheden op bestaande terreinen zijn uitgeput. Woningen beheerd door woningcorporaties, die bedoeld zijn voor de lagere inkomens. Dubbele betekenis: Enerzijds samenwerkingsverbanden tussen steden. Anderzijds een manier van ruimtelijke ontwikkeling van de stedelijke bebouwing. Uitwerking van een stedenbouwkundige visie of masterplan dat ten behoeve van een bepaald gebied is opgesteld. Beschreven worden de stedenbouwkundige opzet en de lagen waaruit het stedenbouwkundig plan is opgebouwd: het watersysteem, het landschappelijk patroon met bestaande ondergrond, openbare ruimten, hoofdwegen, woongebieden inclusief voorzieningen. Benadering van planning waarbij expliciet rekening gehouden wordt met onzekerheden. Planvorm waarin gemeente, provincie en Rijk neerleggen wat zij op hoofdlijnen nastreven bij de ruimtelijke ordening van hun plangebied. Vaak gericht op de (middel)lange termijn. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 11

Subsidiariteitsbeginsel Suburbanisatie Survey before planning SWOT-analyse Tangentiaal (ring) Toekomstwaarde Transferia Transformatie Tuinstadgedachte Uitbreidingsplan Vastgoedwaardeontwikkeling Beginsel dat aangeeft dat alles op een zo laag mogelijk schaalniveau moet worden beslist: als er geen bemoeienis van hogere overheden nodig is, moet deze achterwege blijven. Verschijnsel waarbij mensen massaal van de grote stad naar de suburbs trekken: de stadsranden en later de nabijgelegen dorpen. Erkenning dat voor een goede ruimtelijke planvorming eerst onderzoek gedaan moet worden (jaren 1930). Bij de SWOT-analyse wordt een gebied op vier punten bekeken: de sterkten en zwakten (vanuit het gebied zelf) en de kansen en bedreigen (die van buitenaf op het gebied afkomen). Wegenstructuur die om een gebied heen gaat, zoals een lus of ring. Bij de toekomstwaarde gaat het erom dat elk inrichtingsvoorstel voldoende mogelijkheden open moet laten om ook aan de toekomstige vraag te voldoen. Overstappunten waar mensen de auto kunnen parkeren en verder kunnen reizen met (hoogwaardig) openbaar vervoer. Het opnieuw inrichten van een gebied, waarbij op grote schaal nieuwe functies aan het gebied worden toegevoegd. Het idee achter de tuinsteden was de voordelen van de stad en de voordelen van het platteland met elkaar te combineren. De ligging van de wijk was in de stad; het uiterlijk van de wijk had veel meer van een dorp: veel groen, laagbouw en veel aandacht voor de kwaliteit van de (arbeiders)huisjes. Het uitbreidingsplan is de voorloper van het bestemmingsplan. In dit plan moest de gemeente vanaf 1901 vóór de start van de bouw op een kaart vastleggen waar de straten, pleinen en grachten zouden komen. De waarde van een gebouw gedurende zijn levensloop. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 12

Verdichting en verdunning Verevening Verkeer en vervoer/mobiliteit Verticale coördinatie Vogel- en Habitatrichtlijn Waterschappen Watertoets Woningcorporaties Wro Zichtlijnen Het toevoegen van bebouwing aan een gebied (verdichting) dan wel het weghalen van bebouwing uit een gebied (verdunning). Het gebruiken van de opbrengsten uit de winstgevende delen van een plan om de verliesgevende delen, zoals groenvoorzieningen en sociale woningbouw te bekostigen. Verplaatsingen van mensen en goederen van A naar B. Afstemming van het beleid van verschillende schaalniveaus (gemeente provincie Rijk Europese unie) Europese richtlijnen ter bescherming van de vogels (vogelrichtlijn) en andere plant- en diersoorten (habitatrichtlijn) en hun belangrijkste leefgebieden. Democratisch gekozen organisaties gericht op het waterbeheer van het onder hen vallende gebied. Juridisch vastgestelde plicht om bij het maken van ruimtelijke plannen de waterbeheerders in een zo vroeg mogelijk stadium bij de planvorming te betrekken. Organisaties die zorgen voor betaalbare sociale huurwoningen van goede kwaliteit. Zij zijn niet alleen verantwoordelijk voor het toewijzen van woningen, maar ook voor het beheer en voor de kwaliteit van de leefomgeving. Wet ruimtelijke ordening. Hierin is vastgelegd welke ruimtelijke plannen de verschillende overheden dienen te maken en hoe zij op elkaar afgestemd moeten worden. Zichtlijnen zijn lijnen dwars door de bebouwing en begroeiing, die de oriëntatie vergroten en/of de blik verruimen. Basisboek Ruimtelijke ordening en planologie Begrippenlijst 13