First responder. beleidsdocument en landelijke richtlijn. Versie: 30 november 2005 Status: definitief



Vergelijkbare documenten
First en rapid responder

Kwaliteitskader. f irst responder

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nationaal Nummerplan Ambulancezorg Nederland

Gespecialiseerd Ambulancevervoer. Voor Psychiatrisch Patiënten Presentatie dd Door Bryan Tjon a Njoek, Chauffeur Jerzy Koopmans SPV

Nota. Stimulering Acute Zorghulpverlening. Haaksbergen

Nationaal Nummerplan Ambulancezorg Nederland

Staat van vaste activa Financiering deelnemende gemeenten Resultaat deelneming Ambulancedienst Timmermans BV

Inzetvoorstellen en codes

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

Projectplan Inventarisatie aanwezigheid en wenselijkheid AED s in de gemeente Houten

Alles voor de patiënt

BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer

Onderwerp: Overzicht ontwikkelingen en maatregelen aanrijtijden RAV Haaglanden

Als elke seconde telt...

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Hartveilig wonen

Alles voor de patiënt

Alles voor de patiënt

Notitie. Stimulering Acute Zorghulpverlening. Hengelo

Ambulancezorg in Nederland

/// Help ons beter helpen.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Alles voor de patiënt

Richtlijn Verantwoordelijkheid Ter Plaatse Regio ZWN

Publiekrechtelijke Overeenkomst

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

Fundamentele vraagstukken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Highlights Ambulances in-zicht 2011

Specialtyteam. Wanneer en waar? Waarom een Specialtyteam?

Projectplan Zes Minuten Zone Gemeente Stede Broec

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Procedure Wijziging Acute Zorgaanbod Brabant 20 juni 2013

Leidraad wijziging acuut zorgaanbod Midden-Nederland

Hoe voorspellend is MKA triage voor A1 en A2?

Oefenen inzet ambulancezorg bij rampen en grootschalige ongevallen.

AGENDAPUNT /08

BLS ers redden LEVENS!

Manschap A Levensreddende handelingen

FAQ s ZES MINUTEN ZONE KOUDENHOVEN. 1. Wat is een zes minuten zone? 2. Waarom wordt een Zes Minuten Zone ingericht? 3. Hoe werkt een Zes Minuten

Hierbij bied u de memorie van antwoord inzake het bovengenoemde wetsvoorstel aan.

Waarom een dergelijk initiatief

: Verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg

Referentielijst 2013 Nota Verantwoorde Ambulancezorg

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

Inzet centralist op de Meldkamer voor Ambulancezorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 november 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Publiekrechtelijke Overeenkomst

LEIDRAAD WIJZIGING ACUUT ZORGAANBOD 2.0

2012 Hart voor Limburg Reanimatie Oproep Netwerk

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o.

Even voorstellen. Programma van vandaag. Hoe dit te bereiken: Waarom deze avond? Reeds gedane stappen. Toekomstbeeld

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

: Voorstel defibrillatoren (gewijzigd)

Overname van Automatische Externe Defibrillator (AED) hulpverlening naar gespecialiseerde reanimatie (ALS) hulpverlening

Ambulancezorg en ziekenvervoer

Ambulancezorg in Nederland. van melding tot overdracht

De brandweer als First Responder

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Protocol verantwoordelijkheidsverdeling prehospitale zorgverlening

VERIFICATIETIJD MELDKAMER BRANDWEER: VAN 1 MINUUT NAAR 1+2 MINUTEN. 16 mei Definitief. Notitie.

REFERENTIELIJST 2018: NOTA GOEDE AMBULANCEZORG

W a n d e l s p o r t v e r e n i g i n g C A L A M I T E I T E N P L A N

Herregistratie BIG-register. artsen

Beschrijving Functiegebied Medisch Management binnen de ambulancezorg

Nederlandse richtlijnen. 20 januari 2016

CONVENANT met betrekking tot de implementatie van de Wet ambulancezorg (Waz)

Regionale samenwerking in de triage in de acute (huisartsen)zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Informatie over (niet)-reanimeren

Dit document beschrijft de afwegingen die gemaakt dienen te worden bij inzet van de ambulancehelikopter in de patiëntenzorg

Onderwerp : Gestructureerde inzet van Automatische Externe Defribilatoren (AED's) in Beverwijk

Dynamisch Ambulancemanagement

Highlights Ambulances in-zicht 2010

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Reanimatiecursus. Lifesavers aren t born. They re trained! Reanimatiecursus met AED

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid)

Ambulances in-zicht 2013

Tabellenboek 2016 Versie d.d. 3 oktober 2017

Bijlage 1: GGz-triagewijzer

How to save more Lives. De Burger Centraal. Jos de Laat

Welkom. Even voorstellen

Het project heeft een looptijd van drie jaar. In die drie jaar moeten de beschreven resultaten behaald worden.

NOTA VERANTWOORDE AMBULANCEZORG

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Gemeente Nijkerk, 10 januari 2019

Samenwerken aan Zorgcoördinatie

secr/ 2007/3/10a Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet van 5800,-- voor de aanschaf van 2 defibrillatoren.

Ambulances in-zicht 2013

Als u een evenement organiseert:

Cursus Bedrijfshulpverlening - Inleiding in de BHV

Stappenplan. voor het werken overeenkomstig de. Wet BIG

Calamiteitenplan Golfbanen het Woold.

Ontwikkeling, herziening, beheer en toegankelijkheid protocollen verloskunde in verzorgingsgebied RCU / GCMN

Taakopdracht adviescommissie acute zorg

ACUTE ZORG ANDERS 2014

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Een AED redt levens. Martien van Gorp. Vivon Nederland B.V. Ekkersrijt AD Son

Transcriptie:

First responder beleidsdocument en landelijke richtlijn Versie: 30 november 2005 Status: definitief Vastgesteld door: het Algemeen Bestuur van AmbulanceZorg Nederland op 28 september 2005.

Inleiding Op 18 juni 2004 heeft het Algemeen Bestuur van AmbulanceZorg Nederland een definitief standpunt ingenomen met betrekking tot de inzet van First Responders. In augustus 2004 heeft Ambulancezorg Nederland van het ministerie van VWS een afschrift ontvangen van de brief aan de Hulpverleningsregio Zuid Oost Brabant inzake de inzet van brandweerhulpverleners als First Responder. Het ministerie stelt in deze brief dat de inzet van hulpverleningsorganisaties buiten de gezondheidszorgketen als First Responder is toegestaan, mits de kwaliteit van deze inzet wordt gewaarborgd. De RAV is zorginhoudelijk verantwoordelijk voor de afspraken en de uitvoering hiervan. Op basis van landelijke, door de koepelorganisatie op te stellen, richtlijnen en protocollen dient de RAV afspraken te maken met de betrokken hulpverleningsorganisaties. Het ministerie van VWS heeft samen met het ministerie van BZK een gezamenlijke beleidsvisie First Respon-der uitgebracht (Beleidsvisie first responders door de brandweer in relatie tot ambulancezorg, november 2004). Naar aanleiding van deze beleidsvisie heeft AmbulanceZorg Nederland een landelijke richtlijn First Responder ontwikkeld. Deze notitie bestaat uit twee delen, een beleidsdocument en een richtlijn. In het beleidsdocument worden achtergronden, visies en verschijningvormen in de praktijk met betrekking tot de inzet van first responders geschetst. De richtlijn geeft weer hoe RAV-en in Nederland vanaf 1 januari 2006 zullen handelen als het gaat om de inzet van first responders. De richtlijn heeft betrekking op first responders die worden ingezet door c.q. in opdracht van de RAV, waarmee afspraken over deze mogelijke inzet zijn vastgelegd en waarbij de regie over de inzet in handen van de Meldkamer Ambulancezorg ligt. pagina 2

Inhoudsopgave Inleiding...2 Inhoudsopgave...3 1 Visie op de first responder...4 1.1 Beleidsvisie First Responder van de ministeries van VWS en BZK...4 1.2 Concept-Wet Ambulancezorg...6 1.3 Standpunt en visie First Responder Algemeen Bestuur AZN...7 2 First responder: definities en omschrijvingen...8 2.1 Definitie...8 2.2 Nadere omschrijving...9 2.3 Verschijningsvormen... 10 3 First responder in de praktijk: verschillende verschijningsvormen... 11 3.1 Resultaten inventarisatie... 11 3.2 Inzet van first responders... 11 3.3 Beschrijvingen... 12 4 Tenslotte... 15 5 Landelijke richtlijn First Responder... 16 1 Definitie en uitgangspunten... 16 2 Samenwerking... 16 3 Werkwijze first responder... 17 4 Kwaliteit... 18 Bijlage 1 Overzicht van gehanteerde afkortingen... 20 Bijlage 2 Geraadpleegde documenten... 21 pagina 3

1 Visie op de first responder Dit hoofdstuk geeft het standpunt weer van Ambulancezorg Nederland met betrekking tot de inzet van first responders. Tevens wordt de beleidsvisie van de ministeries van VWS en BZK in dit hoofdstuk samengevat. Tenslotte is in dit hoofdstuk een aantal artikelen uit de concept-wet Ambulancezorg overgenomen, die betrekking (kunnen) hebben op onder andere de inzet van de first responder. 1.1 Beleidsvisie First Responder van de ministeries van VWS en BZK De ministers van BZK en VWS hebben besloten een gezamenlijk en eenduidig standpunt te formuleren betreffende de inzet door de RAV van first responders van de brandweer. De aanleiding hiervoor werd gevormd door de kamervragen die zijn gesteld over én de aandacht van de media voor de inzet van de brandweer in onder andere de regio s Zuidoost Brabant en Gelderland Midden als first responder, uitgerust met een Automatische Externe Defibrillator (AED). In deze regio s worden first responders van de brandweer ingezet door of in opdracht van de RAV op basis van protocollen in afwachting van de komst van een ambulance. Er is een verschil van mening ontstaan tussen enerzijds de betreffende regio s en anderzijds het ministerie van VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de inzet. De RAV-en in de regio s beschouwen de inzet van de first responder als zeer waardevol, omdat de ambulances in deze regio s niet in alle situaties binnen 15 minuten hulp kunnen verlenen. VWS en IGZ waren van mening dat op deze wijze een first responder als niet-professionele hulpverlener onderdeel zou gaan uitmaken van de spoedeisende medische hulpverlening. Onderstaand wordt de gezamenlijke beleidsvisie van VWS en BKZ (november 2004) samengevat: begripsomschrijvingen De beleidsvisie van de ministeries van VWS en BZK beperkt zich tot de first responder van de brandweer. Een first responder is een professionele hulpverlener die als eerste ter plaatse komt en competent is eerste hulp te verlenen in een situatie waarbij dit noodzakelijk is. Een first responder van de brandweer is opgeleid en geoefend in levensreddende handelingen en heeft de beschikking over en kennis van een AED. De inzet van de first responder wordt bepaald door de RAV aan de hand van vooraf afgesproken inzetcriteria, vastgelegd in een protocol én bestuurlijk vastgesteld. Levensreddende handelingen kunnen worden omschreven als hulp die, in afwachting van de georganiseerde professionele medische hulp, op een verantwoorde wijze door de brandweer kan worden verleend bij een plotseling optredende stoornis in de gezondheidstoestand van een medemens. Een mogelijk onderdeel van de levensreddende handelingen is Basic Life Support (BLS), overigens kan BLS ook op zichzelf staan. BLS is een vorm van hulpverlening bij een hartritmestoornis door hartmassage en beademing zonder gebruik van hulpstukken. pagina 4

De Automatische Externe Defibrillator (AED) is een apparaat waarmee een fibrillerend hart veilig, snel en efficiënt gedefibrilleerd kan worden door andere dan ambulancehulpverleners. Door snelle defibrillatie met de AED wordt bijgedragen aan de overlevingskans van het slachtoffer. De Gezondheidsraad heeft op 21 februari 2002 een advies uitgebracht ten aanzien van het gebruik van de AED. In dat advies wordt gesteld dat de AED een nieuwe technische verworvenheid is, die zo veilig is -ook bij gebruik door leken- dat het wenselijk is om defibrillatie met de AED niet meer als voorbehouden handeling aan te merken in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). De minister van VWS heeft het advies overgenomen en iedere burger mag een AED gebruiken (artikel 36 lid 2 van de Wet BIG is hiertoe aangepast). beleidsvisie BZK en VWS De minister van BZK en de minister van VWS zijn van mening dat de inzet van de first responders van de brandweer op basis van bestuurlijk vastgelegde protocollen door of in opdracht van de RAV, in afwachting van de ambulancehulpverlening, is toegestaan. De toegestane hulp bestaat uit EHBO en toepassing van de AED. De ambulance wordt altijd als eerste door de meldkamer gewaarschuwd. Als de ambulance na de brandweer arriveert, neemt zij na aankomst de hulpverlening op medisch gebied over. Uitgangspunt is dat de inzet van first responders van de brandweer nooit mag leiden tot een vertraging in de inzet van de ambulancezorg. Het bevoegde gezag van de brandweer en het bestuur van de RAV maken de bestuurlijke keuze first responders in te zetten. De RAV moet nagaan of het als first responder ingezette (onderdeel van het) brandweerkorps beschikt over een opleiding en de vaardigheden geoefend worden. Dit is een voorwaarde om binnen de keten van acute zorg te opereren. Kwaliteit staat voorop en is een voorwaarde voor de RAV en voor de ambulancezorg in Nederland. Het bevoegde gezag van de brandweer en het bestuur van de RAV maken afspraken ten aanzien van de inzet van de first responders en de kwaliteitseisen van de brandweer over onder andere inzetcriteria, uitvoering, training en evaluatie. Doel hiervan is te komen tot standaardisatie van de inzet én de uitvoering door de first responders. Er is sprake van gescheiden verantwoordelijkheden: het bestuur van de RAV is verantwoordelijk voor (besluitvorming met betrekking tot) de inzet van de first responders; het bestuur van de brandweer is verantwoordelijk voor de wijze waarop de inzet uitgevoerd wordt. Een en ander betekent dat de IGZ, die toezicht houdt op de RAV, elk besluit tot inzet van first responders van de brandweer kan toetsen. Het gaat hierbij alleen om het besluit tot de inzet en niet om de kwaliteit van de geleverde inzet. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) is onder andere belast met het toezicht op de brandweerzorg, waaronder ook het optreden van de first responder van de brandweer. pagina 5

wettelijk kader Het navolgende wettelijk kader is van toepassing op first responders: Kwaliteitswet zorginstellingen: de RAV is verantwoordelijk voor de beoordeling van de in te zetten hulp-verlening en daarmee ook voor de inzet (of opdracht tot inzet) van de first responders van de brandweer; Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg: elke burger mag de AED toepassen, het gebruik van de AED is geen medisch voorbehouden handeling en valt niet onder de Wet BIG; Wet Ambulancevervoer: de wet stelt niet de verplichting dat de RAV bij een melding uitsluitend ambulances moet inzetten, de RAV kan dientengevolge ook first responders van de brandweer inzetten, mist hieraan bestuurlijke afspraken tussen RAV en brandweer ten grondslag liggen zodat de inzet op basis van een protocol plaatsvindt; Brandweerwet (1985): de lokale overheid is verantwoordelijk voor de organisatie, het beheer en de taken van de brandweer, inzet van first responders dient te berusten op afspraken tussen de besturen van respectievelijk RAV en de brandweer. 1.2 Concept-Wet Ambulancezorg De onderstaande artikelen zijn afkomstig uit de concept-wet Ambulancezorg: artikel 7 1. Het is aan anderen dan de Regionale Ambulancevoorziening verboden ambulancezorg te verrichten. 2. Het eerste lid geldt niet voor degenen die krachtens enige overeenkomst met een Regionale Ambulancevoorziening ambulancezorg verrichten. 3. Het is verboden daadwerkelijk ambulancezorg te verlenen zonder opdracht van een meldkamer. artikel 8 Op elke aanvraag om ambulancezorg beslist de meldkamer van de regio waarbinnen de aangevraagde zorg aanvangt, of ambulancezorg nodig is, alsmede door wie en op welke wijze deze zal worden verleend. Indien de meldkamer besluit dat ambulancezorg wordt verleend door middel van een ambulance waarvan de standplaats zich in een andere regio bevindt, geeft hij na het verstrekken van de opdracht daarvan bericht aan de meldkamer van die regio. Uit deze artikelen blijkt dat de inzet van first responders, anders dan door de RAV zelf, alleen mogelijk is indien de betreffende organisatie een overeenkomst hieromtrent heeft afgesloten met de RAV. Ook is duidelijk dat de meldkamer ambulancezorg de opdracht geeft om ambulancezorg te verlenen. Hieruit vloeit logischerwijs ook voort dat de meldkamer ambulancezorg de first responder aanstuurt. pagina 6

1.3 Standpunt en visie First Responder Algemeen Bestuur AZN Het Algemeen Bestuur van AmbulanceZorg Nederland heeft op 16 juni 2004 een standpunt ingenomen met betrekking tot de inzet van first responders. Het standpunt van AZN met betrekking tot de first responder luidt: gezondheidswinst voor de patiënt staat voorop, dit staat boven de wijze waarop de first responder wordt georganiseerd; de toepassing van de first responder dient wel ingebed te zijn binnen de BLS en de ALS; er dient altijd sprake te zijn van een combinatie met opleiding/training; aansturing van de first responder vindt plaats via de Meldkamer Ambulancezorg. AmbulanceZorg Nederland is van mening dat de inzet van een first responder een aanvulling vormt op de reguliere ambulancezorg. De reguliere ambulancezorg dient overal te voldoen aan de landelijk bepaalde normen. Tekortschietende reguliere ambulancezorg kan niet door first responders worden gecompenseerd. De landelijke normstelling voor ambulancezorg gaat echter uit van tijdsnormen die in sommige medische situaties leidt tot minder adequate hulp. Als inzet van first responders in dit soort situaties kan leiden tot gezondheidswinst voor de patiënt, dan is de bestaansgrond voor first responders daarin gelegen. Het zou mogelijk kunnen zijn de inzet van first responder overbodig te maken door de organisatie van de ambulancezorg in Nederland in te richten naar strakkere tijdsnormen. AmbulanceZorg Nederland is echter van mening dat dit niet alleen zeer kostbaar is, maar ook dat dit zal leiden tot kwaliteitsverlies als gevolg van de ervaringsverdunning die dan zal ontstaan. pagina 7

2 First responder: definities en omschrijvingen Dit hoofdstuk geeft een algemene definitie en omschrijving van het begrip first responder. De first responder kent in de praktijk verschillende verschijningsvormen, een bijzondere vorm van de first responder is de rapid responder. De verschillende verschijningsvormen worden in dit hoofdstuk benoemd, om in het volgende hoofdstuk verder uitgewerkt te worden. 2.1 Definitie In de traditionele betekenis is een first responder een professionele hulpverlener die als eerste ter plaatse komt en competent is eerste hulp te verlenen in een situatie waarbij dit noodzakelijk is. In verschillende rapporten worden de volgende definities en omschrijvingen gehanteerd: International Liaison Committee on Resuscitation De definitie van het International Liaison Committee on Resuscitation (ILCOR) luidt: A first responder is defined as a trained individual, acting independently within a medically controlled system. This may include police, security officers, lifeguards, airline cabin attendants, railway station personnel, volunteers who render first aid, and those assigned tot provide first aid at their working place of in the community and who are trained in the use of an AED. Raad voor de Volksgezondheid & Zorg De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) hanteert in het advies Acute zorg van september 2003 de volgende definitie: First responder: - Eerst aanwezige hulpverlener bij het slachtoffer na een melding door omstanders. In veel gevallen is dit een politieagent of een bedrijfshulpverlener. Ambulanceverpleegkundigen arriveren meestal later. - Hulpverlener die bij een verzoek om spoedeisende medische hulpverlening als eerste naar de plaats van de melding gaat en direct begint met de vereiste spoedeisende medische hulpverlening. In de eerste omschrijving van het begrip first responder gaat het om personen zonder medische of verpleegkundige scholing die beroepshalve in een vroeg stadium in contact komen met een persoon die acute zorg nodig heeft. De RVZ gaat uit van deze omschrijving. De first responders kunnen in principe aan de patiënt basic life support (BLS) verlenen. De tweede omschrijving van het begrip first responder omvat tevens medische verpleegkundige of paramedische hulpverleners. Deze hulpverleners kunnen bijvoorbeeld door de MKA naar de patiënt gestuurd zijn. Bovendien kunnen zij advanced life support (ALS) geven aan de patiënt. pagina 8

De (eerste) omschrijving die de RVZ hanteert is afgeleid van de uitgebreidere omschrijving van het RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft de first responder in het rapport Niet zonder zorg: Een onderzoek naar de kwaliteit en doelmatigheid van de ambulancezorg uit 2001 als volgt omschreven: Een first responder is een hulpverlener die bij een verzoek om spoedeisende medische hulpverlening als eerste naar de plaats van de melding gaat en direct begint met de vereiste spoedeisende medische hulpverlening. De first responder wordt gevolgd door een ambulance tenzij hij dit, na aankomst bij de patiënt, onnodig vindt. De first responder is meestal een arts of een verpleegkundige die ATLS (Advanced Trauma Life Support) dan wel PHTLS (Pre Hospital Trauma Life Support) geschoold. is. Het soort vervoermiddel waarin of waarop de first responder zich naar de melding begeeft is divers: een motorfiets, een fiets, een piketauto, etc. 2.2 Nadere omschrijving In de praktijk zijn first responders functionarissen die binnen de keten van de gezondheidszorg acute zorg verlenen aan een patiënt die zich in een levensbedreigende situatie bevindt en waarbij iedere seconde telt. De first responder is een aanvulling op de reguliere (ambulance-) zorg. Een first responder wordt ingezet wanneer verwacht wordt dat deze inzet zal leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de eerste acute zorg aan patiënten, daar waar de komst van de ambulance en de ambulancezorg op zich laten wachten. De patiënt kan, voordat de ambulance arriveert, door de first responder al worden behandeld op het niveau van BLS (Basic Life Support). First responders vormen als het ware een brug tussen de lekenhulpverlening en de professionele hulpverlening. De RVZ geeft aan dat first responders basic life support kunnen uitvoeren: elementaire reanimatie met eenvoudige technieken. Handelingen zijn bijvoorbeeld hartmassage, mond-opmond-beademing en het gebruik van een AED. De RVZ is tevens van mening dat een grotere inzet van first responders zou kunnen bijdragen aan het sneller ter plaatse kunnen zijn van hulp voor patiënten, zodat al begonnen kan worden met bijvoorbeeld mond-op-mond-beademing of het gebruik van een AED. Voor de RVZ staat wel voorop dat de inzet van first responders aanvullend moet zijn op de professionele acute zorg, deze moet goed georganiseerd zijn. pagina 9

2.3 Verschijningsvormen De first responder doet zich in verschillende verschijningsvormen voor. Zowel brandweer, als huisarts als OvDG kunnen optreden als first responder. Daarnaast komt het ook voor dat nietprofessionele hulpverleners, leken, optreden als first responder. Een bijzondere variant van de first responder is de rapid responder. De AVVV omschrijft de rapid responder als een verpleegkundige die geheel zelfstandig ter plaatse behandeld of dit doet in afwachting van de komst van bijvoorbeeld een (hulp-) ambulance, een huisarts, een verloskundige, etc. Door middel van de inzet van een rapid responder kan effectiever en efficiënter worden omgegaan met de ambulances in de regio als het gaat om zorg, vervoer en paraatheid. Met betrekking tot de verschillende verschijningsvormen van de first responder wordt in dit beleidsdocument een onderscheid gemaakt op basis van het opleidings- en bevoegdheidsniveau, al dan niet ALS-opgeleid (Advanced Life Support): professioneel opgeleid ALS-niveau rapid responder bijvoorbeeld : motorlance solo-ambulance ALS-opgeleide huisarts getraind BLS-niveau first responder bijvoorbeeld: BLS-opgeleide huisarts brandweer / politie OvDG leken Het meest essentiële verschil tussen de rapid responder en de first responder is dat de rapid responder de patiënt volledig kan behandelen op ALS-niveau. De first responder kan slechts de zorg op BLS-niveau opstarten en zo nodig een automatische externe defibrillator toepassen. Naar de inzet van een first responder zal ook altijd een ALS-opgeleide rapid responder of een reguliere ambulance ingezet dienen te worden. Alleen de inzet van een rapid responder, die in opdracht van de Meldkamer Ambulancezorg wordt ingezet, telt mee in de normering van de aanrijdtijden. pagina 10

3 First responder in de praktijk: verschillende verschijningsvormen Zoals geschetst in het vorige hoofdstuk kan er in de praktijk niet één soort first responder onderscheiden worden, maar zijn er verschillende verschijningsvormen. De beleidsvisie van de ministeries van VWS en BZK, die in het eerste hoofdstuk is weergegeven, beperkt zich evenwel tot de brandweer als first responder. In dit hoofdstuk worden deze verschillende vormen in kort bestek geschetst. Het hoofdstuk start echter met de resultaten van een inventarisatie van AmbulanceZorg Nederland naar de first responder in de praktijk. 3.1 Resultaten inventarisatie In de eerste helft van 2005 heeft AmbulanceZorg Nederland de eventuele inzet van first responders binnen de verschillende regio s geïnventariseerd. Uit de reactie van 17 regio s is het volgende gebleken: in nog maar een beperkt aantal regio s (6) worden first responders ingezet; in zeven regio s worden geen first responders ingezet, hier zijn evenmin plannen dit op korte of langere termijn te gaan doen; er worden verschillende soorten first responders ingezet:onder andere brandweer, huisarts, OvDG, CvDG, motorambulance; in een beperkt aantal regio s (4) zijn al wel afspraken gemaakt (vooral met de huisartsen c.q. HAP s) c.q. in ontwikkeling, maar over het algemeen ontbreken nog protocollen en richtlijnen; bij de inzet van first responders wordt het standpunt van AZN gehanteerd en gevolgd; over het algemeen sluiten de afspraken die zijn gemaakt, aan bij de landelijke beleidsvisie van de ministeries van VWS en BZK. 3.2 Inzet van first responders In de praktijk worden first responders in verschillende situaties ingezet: in de meeste regio s worden de first responders alleen ingezet bij onwelwordingen en wordt zorg op BLS-niveau geboden; in tenminste één regio worden first responders daarnaast ook ingezet bij traumatologieincidenten. Over het algemeen blijkt dat de meeste gezondheidswinst behaald wordt als de first responder wordt ingezet bij patiënten die onwel worden als gevolg van een hartstilstand. pagina 11

3.3 Beschrijvingen Onderstaand worden de verschillende verschijningsvormen van de first in de praktijk kort omschreven. 3.4.1 Motorambulance De meest voorkomende verschijningsvorm van de rapid responder is de motorambulance. Deze wordt onder meer ingezet in de regio s Haaglanden en Utrecht. De motorambulance wordt bereden door een ambulanceverpleegkundige. In de regio Haaglanden wordt de motorambulance ingezet in opdracht van de Meldkamer Ambulancezorg wanneer er sprake is van: bedreiging van de vitale functies, reanimatie, een moeilijk bereikbare plaats of verkeersdrukte en/of twee of meer slachtoffers. Bij een melding rijdt naast de motor ook altijd een ambulance uit. De winst van de motorambulance is gelegen in het feit dat de verpleegkundige in deze gevallen over het algemeen sneller ter plekke is. De motorambulance heeft bijna hetzelfde aan boord als de gewone ambulance, zij het in compactere vorm, zoals beademingsapparatuur, infuus- en verbandmateriaal, een intubatieset, bloeddrukmeter, zuurstofmasker en een defibrillator. De motoren zijn volledig ingericht voor het leveren van Advanced Life Support. In de regio Utrecht is in 2002 gestart met de motorambulance om tot een betere dekking van de zogenaamde witte vlekken in het verzorgingsgebied te komen, snelheid en lage kosten waren hierbij randvoorwaarden. Voor zover mogelijk is de uitrusting van de motor gelijk aan die van de auto s. De motorambulance wordt ingezet bij: eerste hulp geen vervoer; rijdende paraatheid, verkenning; first responder op voor een ambulance moeilijk bereikbare locaties; assistentie van de ambulancebemanning (reanimatie, instabiele of onrustige patiënt, tilwerkzaamheden); coördinatie: invulling van de taak 1 e verpleegkundige, assistentie OvDG; stand by bij evenementen en demonstraties. In de regio Twente zal vanaf eind 2005 24 uur per dag een rapid responder/ovdg aanwezig zijn. Tenslotte een voorbeeld uit Londen: Van april tot november wordt in Londen vanwege de verkeersdrukte en de vele voetgangersdomeinen de fietsambulance ingezet. De fietsen zijn uitgerust met zwaailichten en sirene, defibrillators en andere levensreddende benodigdheden. pagina 12

3.4.2 Buitenlandse ambulancedienst In de grensgebieden met zowel Duitsland als België worden steeds meer samenwerkingsafspraken gemaakt. In voorkomende gevallen worden Duitse c.q. Belgische ambulances ingezet als rapid / first responder. Het kwalificatieniveau van de Duitse Notartz en de Belgische MUG-teams (Mobiele Urgentie Groep, bestaande uit een arts en een verpleegkundige) zijn echter anders dan het Nederlandse kwalificatieniveau. Het is daarom wel van belang om bij de inzet van buitenlandse ambulances als rapid/first responder kwaliteits-toezicht via de MMA te ontwikkelen. In bijvoorbeeld de gebieden Achterhoek en Twente zijn afspraken gemaakt met collegaambulancediensten uit Duitsland op het gebied van first/rapid responding. 3.4.3 Huisarts als rapid of first responder In verschillende regio s zijn afspraken gemaakt c.q. in ontwikkeling met de huisartsen c.q. de huisartsenposten over de inzet van huisartsen als first of rapid responder c.q. in geval van capaciteitsproblemen. Dit is bijvoorbeeld het geval in de regio s IJssel-Vecht, Gooi- en Vechtstreek en Hollands Midden. In de regio Twente, waar Ambulance Oost de visiteartsen van de huisartsenposten vervoert en assisteert, kunnen de visiteauto s worden ingezet als first responder voor de ambulancezorg. Volgens de RVZ is de belangrijkste (en enige) rol van huisartsen binnen de acute zorg die van first responder. Afhankelijk van hun opleidingsniveau kunnen huisartsen als first of rapid responder worden ingezet. In Friesland heeft de RAV afspraken gemaakt met de huisartsen op de Friese waddeneilanden. De huisartsen op de eilanden voeren een aantal taken voor de RAV uit: de huisartsen functioneren als ambulanceverpleegkundige; de huisartsen geven adviezen met betrekking tot het transportmiddel en de invulling van de transportbegeleiding van patiënten; de huisartsen volgen (bij-)scholing en training om op een vergelijkbaar vaardigheidsniveau als ambulanceverpleegkundige te kunnen functioneren met betrekking tot de ambulancetaken (een en ander ter beoordeling van de MMA). Begin 2005 is besloten dat de huisartsen de ATLS-opleiding volgen. De huisartsen functioneren als first / rapid responder, dit is echter nog niet formeel als zodanig vastgelegd. 3.4.4 OvDG als first responder De OvDG wordt vaak vanuit de RAV ingezet. Meestal functioneert de OvDG op BLS-niveau, een en ander is echter regionaal geregeld. Het opleidingsniveau van de OvDG en de inzet als first dan wel rapid responder verschilt per regio. In onder andere de regio Gooi- en Vechtstreek is afgesproken dat in eerste instantie de dienstdoende OvDG als first responder ingezet wordt. In de regio Noord- en Oost Gelderland zijn 7 x 24 uur per dag 2 OvDG s, 1 CvDG en 1 HSGHOR beschikbaar, die BLS-opgeleid zijn en de beschikking hebben over een voertuig. pagina 13

3.4.5 Brandweer/politie als first responder Vooral de brandweer wordt geregeld ingezet als first responder, daarnaast komt het ook voor dat de politie als first responder optreedt. In onder andere de regio Zuidoost-Brabant wordt gewerkt met first responders van de brandweer. In deze regio is een handboek opgesteld, dat is getoetst door de Medisch Manager Ambulancezorg van de RAV. In het handboek is aandacht voor de werkwijze door de first responders en de vaardigheden en kennis waarover zij moeten beschikken. Het doel van het handboek is dat alle first responders een goede en eenduidige manier van werken hanteren. Het algemeen inzetcriterium in de regio Zuidoost-Brabant luidt: (mogelijke) ABC-instabiliteit bij een patiënt ten gevolge van een onwelwording (al dan niet door cardiaal lijden), of (mogelijke) ABC-instabiliteit bij een patiënt met een traumatisch letsel. Randvoorwaarden voor het werken met first responders in de regio Zuidoost-Brabant zijn: de teams (bestaande uit twee personen) moeten op elk moment van de dag en week ingezet kunnen worden; de opleiding en oefening worden verzorgd door de RAV; de financiële consequenties zijn voor degene die een first responder-eenheid opzet; de inzet van de eenheden gebeurt op basis van HKZ-normen. 3.4.6 First responder door leken Een laatste mogelijkheid is dat niet-professionele hulpverleners (leken) optreden als first responder. Over het algemeen zullen dit mensen zijn met een EHBO-diploma, die bedrijfshulpverlener zijn of op een andere manier geschoold zijn in niet-professionele hulpverlening. Het gebruik van de AED is geen voorbehouden handeling meer in het kader van de Wet BIG en het is iedereen toegestaan een AED te gebruiken. Over het algemeen zullen leken zorg op BLS-niveau bieden. De RVZ heeft geconstateerd dat mensen die in het bezit zijn van een EHBO-diploma significant vaker hulp verlenen voordat een ambulance arriveert dan mensen zonder een EHBO-diploma. AZN heeft ook al eerder aangegeven dat EHBO-geschoolden een rol kunnen vervullen als first responder ( De bakens verzetten: samenwerking binnen de acute zorgketen, 2004). In de regio Twente wordt met diverse gemeenten gewerkt aan het opzetten van lokale lekenhulpverleningsprojecten. De afdeling externe opleidingen van Ambulance Oost begeleidt deze projecten, schoolt de lekenhulpverleners en regelt nazorg. Met subsidie van de provincie wordt in de regio Twente gewerkt aan het opnemen van deze lekenhulpverleners in de alarmeringssystemen op de meldkamer. pagina 14

4 Tenslotte Op basis van de voorgaande hoofdstukken is een landelijke richtlijn first responder opgesteld. Het primaire uitgangspunt van deze richtlijn is het standpunt van AZN met betrekking tot de first responder. De first responder kent in de praktijk verschillende verschijningsvormen. De reikwijdte van de richtlijn -de verschijningsvormen waarop de richtlijn van toepassing is- en het AZN-standpunt hangen met elkaar samen. Reikwijdte van de richtlijn first responder De richtlijn first responder is van toepassing op de inzet van first responders en rapid responders (als bijzondere variant van de first responder) op verzoek van c.q. in opdracht van de RAV. De regie over de inzet ligt in handen van de MKA. De richtlijn geldt niet voor rapid responders die gerelateerd zijn aan een RAV, zoals een motorambulance. Verwacht wordt dat met betrekking tot deze rapid responder binnen de RAV afspraken, protocollen en kwaliteitseisen zijn vastgelegd. AZN-standpunt first responder Met het oog op de reikwijdte van de richtlijn, zoals hierboven beschreven, is het AZN-standpunt met betrekking tot de first responder uitgebreid ten opzichte van het oorspronkelijke standpunt uit 2004. Het AZN-standpunt luidt: de inzet van de first responder vormt een aanvulling op de reguliere (ambulance-) zorg vanuit de RAV; gezondheidswinst voor de patiënt staat voorop, dit staat boven de wijze waarop de first responder wordt georganiseerd; de toepassing van de first responder dient wel ingebed te zijn binnen de BLS en ALS, er dient altijd sprake te zijn van een combinatie met opleiding/training; indien niet-professionele hulpverleners (leken) op verzoek van de RAV optreden als first responder, dienen ook zij te voldoen aan de vastgestelde kwaliteitscriteria; aansturing van de first responder vindt plaats via de Meldkamer Ambulancezorg. pagina 15

5 Landelijke richtlijn First Responder Deze richtlijn is van toepassing op de inzet van first responders. Deze inzet kan plaatsvinden vanuit zowel zorgorganisaties als niet-zorgorganisaties en door zowel professionele als niet-professionele hulpverleners. 1 Definitie en uitgangspunten 1.1 Definitie Een first responder is een hulpverlener, die als eerste ter plaatse komt en competent is eerste hulp te verlenen in een situatie waarbij dit noodzakelijk is. Een bijzondere variant van de first responder is de rapid responder, de rapid responder is ALS-opgeleid en kan patiënten zelfstandig behandelen. Een first responder is BLS-opgeleid en is niet bevoegd patiënten zelfstandig te behandelen. Ook leken kunnen optreden als first responder. 1.2 Uitgangspunten De inzet van een first responder kan plaatsvinden met inachtneming van de volgende uitgangspunten: de inzet van de first responder vormt een aanvulling op de reguliere (ambulance-) zorg vanuit de RAV; gezondheidswinst voor de patiënt staat voorop; de toepassing van de first responder is ingebed binnen BLS en ALS; aansturing van de first responder vindt plaats via de Meldkamer Ambulancezorg. 2 Samenwerking 2.1 Gezamenlijkheid De inzet van de first responder is een gezamenlijke (bestuurlijke) keuze van de RAV en de organisatie waar de first responder toe behoort (bijvoorbeeld brandweer of huisartsenpost). Beide partijen maken afspraken en leggen een en ander formeel vast in een samenwerkingsovereen-komst. In de overeenkomst worden tenminste de onderwerpen onder 3 en 4 van deze richtlijn nader uitgewerkt. Wanneer leken door de RAV worden ingezet als first responder, maakt de RAV afspraken met deze personen over onder andere vaardigheden en inzetbaarheid. De RAV schakelt alleen leken in die zij daartoe gekwalificeerd acht en die tenminste in het bezit zijn van een EHBO-diploma. pagina 16

2.2 Verantwoordelijkheidsverdeling en aansprakelijkheid De RAV is procesverantwoordelijk voor de inzet van de first responder. De RAV wordt, door de Inspectie Gezondheidszorg, getoetst op de inzet en niet op de inhoud van de inzet. De RAV bepaalt het gewenste opleidingsniveau en de gewenste vaardigheden van de first responder. De organisatie waaruit de first responder afkomstig is (bijvoorbeeld de regionale brandweer of huisartsenpost) is resultaatverantwoordelijk en wordt door het relevantie inspectieorgaan getoetst op de inhoud van de first responder-inzet. 3 Werkwijze first responder 3.1 Aansturing De Meldkamer Ambulancezorg bepaalt welke hulpverleners bij een melding worden ingezet. Dit betekent dat de Meldkamer Ambulancezorg, op basis van de regionaal afgesproken inzetcriteria met betrekking tot de first responder, beslist of een first responder al dan niet wordt ingezet bij een melding. 3.2 Inzetcriteria Een first responder wordt ingezet in geval: de patiënt ABC-bedreigd c.q. ABC-instabiel is en de verwachte aanrijdtijd van de ambulance langer is dan de aanrijdtijd van de first responder. Regionaal worden afspraken gemaakt over de inzet van een first responder:: alleen bij een onwelwording (al dan niet als gevolg van cardiaal lijden), of eventueel ook bij een traumatisch letsel. Ook kan op regionaal niveau worden vastgesteld dat first responders ter assistentie ingezet kunnen worden bij grootschalige ongevallen. 3.3 Beschikbaarheid first responder De first responder kan bestaan uit één persoon, maar ook uit een team van twee personen. De betrokken organisaties maken afspraken over de beschikbaarheid van de first responder. Dit kan variëren van enkele uren per dag gedurende enkele dagen per week tot 24 uur per dag 7 dagen per week. pagina 17

3.4 Communicatie tijdens de inzet De Meldkamer Ambulancezorg beslist of en wanneer een first responder wordt ingezet. De aansturing van de first responder vindt plaats via de Meldkamer Ambulancezorg. Indien de communicatie met de first responder gedurende de inzet niet via de Meldkamer Ambulancezorg verloopt maar via bijvoorbeeld de Meldkamer Brandweer, moet dit worden vastgelegd. Tevens moet dan worden beschreven hoe de communicatie verloopt en hoe de verantwoordelijkheden verdeeld zijn. 3.5 Samenwerking first responder en ambulance De inzet van de first responder is aanvullend op de reguliere ambulancezorg. First responders worden alleen ingezet wanneer redelijkerwijs verwacht kan worden dat de first responder eerder ter plaatse is dan de ambulance. Op het moment dat de ambulance arriveert, gaat de primaire verantwoordelijkheid voor de zorgverlening over naar de ambulanceverpleegkundige. De first responder verricht desgewenst en gevraagd door de ambulanceverpleegkundige ondersteunende werkzaamheden. Ook bij de inzet van de first responder ter assistentie bij grootschalige ongevallen ligt de primaire verantwoordelijkheid bij degene die daartoe is aangewezen en niet bij de first responder. 4 Kwaliteit 4.1 Opleiding en training De first responder, die door de RAV c.q. in opdracht van de Meldkamer Ambulancezorg wordt ingezet, dient over een EHBO-diploma te beschikken en bevoegd en bekwaam te zijn om te reanimeren. Dit wordt getoetst door de Medisch Manager Ambulancezorg (MMA) van de RAV. De RAV-en kunnen besluiten aanvullende eisen te stellen aan de first responders die zij inzetten. De RAV kan een basisopleiding voor first responders verzorgen, die er op gericht is dat de first responder systematisch te werk gaat en kan vaststellen wat met welke prioriteit gedaan moet worden. De MMA toetst de inhoud van de vervolgopleiding. Mogelijke onderdelen van de vervolgopleiding, afhankelijk van de afgesproken inzetbaarheid van de first responder, zijn: de ABC-methode, methodisch handelen en diverse vaardigheden (bijvoorbeeld: aanleggen halskraag, stabiliseren CWK, creëren vrije ademweg, toedienen van zuurstof, hartmassage en mond-op-mond beademing, gebruik AED, stelpen van uitwendige bloedingen, assisteren bij logroll en assisteren ambulancebemanning). Aanvullend op deze basisopleiding kan de RAV geregeld trainingen, bijscholingen en oefeningen voor first responders organiseren. Een programma hiervoor en de inhoud hiervan behoren tot de verantwoordelijkheid van de RAV, in het bijzonder van de MMA. pagina 18

Met de first responder worden afspraken gemaakt over in hoeverre het verplicht is de opleidingen te volgen. 4.2 Werkwijze De first responder maakt gebruik van dezelfde protocollen die de RAV ook hanteert bij de reguliere ambulancezorg: Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA 6). Dit protocol dient tevens als uitgangspunt voor de (eventuele) opleiding en training van de first responder. De first responder van de brandweer kan ook gebruik maken van het Landelijk protocol levensreddend handelen door de brandweer (LPLHB 1.1). 4.3 Registratie De inzet van de rapid responder wordt vastgelegd en geregistreerd in de systemen van de RAV. De inzet van de first responder wordt geregistreerd in de registratieformulieren van de ambulance die verantwoordelijk is voor de vervolginzet en de behandeling van de patiënt. 4.4 Overig Materialen, hulpmiddelen, etc. worden hetzij aangeschaft en ter beschikking gesteld door de RAV, hetzij aangeschaft door de organisatie van de first responder in overleg met de MMA van de RAV. pagina 19

Bijlage 1 Overzicht van gehanteerde afkortingen ABC : Airway Breathing Circulation afkomstig van ABCDE-methodiek (D = disability, E = exposure / environment) ACLS : Advanced Cardiac Life Support AED : Automatische Externe Defibrillator ALS : Advanced Life Support, uitgebreide reanimatie waarbij een aantal voorbehouden handelingen wordt verricht, zoals het geven van injecties en intubatie. APLS : Advanced Pediatric Life Support ATLS : Advanced Trauma Life Support BLS : Basic Life Support, elementaire reanimatie met eenvoudige technieken zoals hartmassage en mond-op-mond-beademing CvDG : Commandant van Dienst Geneeskundig HSGHOR : Hoofd sectie Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen MKA : Meldkamer Ambulancezorg MMA : Medisch Manager Ambulancezorg OvDG : Officier van Dienst Geneeskundig PHTLS : Pre Hospital Trauma Life Support RAV : Regionale Ambulancevoorziening pagina 20

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten Acute Zorg, Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, Zoetermeer, 2003 Beleidsvisie first responders door de brandweer in relatie tot ambulancezorg, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, november 2004 Beleidsvisie First Responder Zuidoost-Brabant, Hulpverleningsregio Zuidoost-Brabant, 11 oktober 2004 Brief Ministerie van VWS aan Hulpverleningsregio Zuid-Oost Brabant inzake antwoord als reactie op voorgenomen aanwijzing, d.d. 11 augustus 2004 Brief Ministerie van BZK inzake beleidsvisie first responder, d.d. 17 november 2004 Brief Ministerie van VWS aan AZN inzake de beleidsvisie first responder, d.d. 24 december 2004 De bakens verzetten: Samenwerking binnen de acute zorgketen, AmbulanceZorg Nederland, maart 2004 Handboek First Responder, Regio Zuidoost-Brabant, juni 2004 Niet zonder zorg: Een onderzoek naar de doelmatigheid en kwaliteit van de ambulancezorg, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven, 2001 Protocol First Responder, Ambulance Motor ONdersteuning, Regio Haaglanden, 25 maart 2002 Snel en goed omdat het moet, Standpunt AVVV over herinrichting acute zorgketen, AVVV, april 2005 Vergaderstukken Algemeen Bestuur en Beleidscommissie Kwaliteit van AmbulanceZorg Nederland (2004 en 2005) Wettekst (concept) Wet Ambulancezorg pagina 21