Enquête functiewaardering voortgezet onderwijs Nico van Kessel (ITS) en Robert Sikkes (AOb) november 2005
Voorwoord In de maanden oktober en november heeft het ITS voor de AOb een enquête uitgevoerd onder leden voortgezet onderwijs over hun ervaringen met de invoering van de functiewaardering in deze sector. De leden zijn aangeschreven via een brief en opgeroepen in het Onderwijsblad om aan deze digitale raadpleging mee te doen. Uiteindelijk zijn 730 geldige deelnemers geteld. Vraagstelling was in handen van Martin Knoop, Marten Kircz, Frans Mentjox en Robert Sikkes (allen AOb). De uitvoering werd gedaan door Bas Kurver en Nico van Kessel (beiden ITS) Conclusies De belangrijkste conclusies op een rij: Oop ers zijn er gemiddeld genomen in functie op vooruit gegaan Oop ers zijn desondanks ontevreden: zij hadden verdere promotie verwacht De helft van de directeuren is er volgens mr-leden iets of fors op vooruit gegaan Schaal 15 en 16 zijn de doorsnee-schalen voor directeuren geworden, 17 en 18 nemen toe Bij leraren is sprake van downgrading: het aantal LB-functies is toegenomen, LDfuncties afgenomen De ontevredenheid onder het onderwijspersoneel over fuwa is groot 1
Kenmerken deelnemers Tot welke categorie personeel behoort u? onderwijzend personeel 81% onderwijsondersteunend personeel 12% directie/management 7% In welke onderwijssector bent u hoofdzakelijk werkzaam? basisvorming 12% studiehuis 56% vmbo 39% vso 3% Representativiteit Uit een analyse op de achtergrondgegevens van de deelnemers blijkt dat de steekproef redelijk overeenkomt met de verhoudingen onder de leden van de AOb en op sommige punten ook met de kenmerken van het personeel in het onderwijs. Er is bij de leeftijden een oververtegenwoordiging van 55+ en ondervertegenwoordiging van 35-44. De grootste groep in de enquête 45-54 matcht wel goed met AOb en leraren vo. steekproef AOb personeel vo geslacht man 66% 57% 66% vrouw 34% 43% 34% leeftijd 55+ 34% 32% 18% 45-54 45% 39% 42% 35-44 13% 18% 23% 25-34 8% 10% 14% 25-0% 2% 2% 2
Non-respons-onderzoek De enquête is uitgezet als onderdeel van een brief aan de leden over de mogelijkheid om een deel van de vakbondscontributie bij de werkgever terug te krijgen. Daarnaast is verschillende malen in het Onderwijsblad gewezen op de enquête. In een non-responsonderzoek waarbij aselect leden zijn gebeld, is gekeken waarom mensen niet hebben meegedaan: Aantal deelnemers: 124 61 Procent wist níet van de enquête. 39 Procent wist van de enquête. Daarvan noemt 27 procent de brief als bron, 59 procent daarvan het blad als bron en 15 procent daarvan wist op andere wijze van de enquête. De communicatie over de enquête is dus slecht geweest: 6 van de 10 wisten niet van het bestaan, waarbij de aankondiging in de brief langs velen is heengegaan, zo blijkt uit degenen die wel wisten van de enquête maar niet hebben meegedaan. Niet erg duidelijk is waarom men niet heeft meegedaan terwijl men wel op de hoogte was. Vrijwel iedereen zegt dat men geen tijd had of het vergeten was. Het aantal oop ers en directieleden is te klein om verdere conclusies te trekken. Bij docenten zien we iets andere cijfers dan in de enquête: voor fuwa na fuwa verschil enquête LB 52% 58% +6% +6% LC 11% 12% +1% +8% LD 37% 30% -7% -14% Blijkbaar zat in de belronde een oververtegenwoordiging van mensen die al LC hadden, wat mogelijk ook de grotere tevredenheid verklaart: 65 procent in de belronde, 40 procent bij de enquête. Slechts 6 procent van de belronde is in beroep gegaan, tegen 15 procent van het totaal in de internetbevraging. De vraag die dat oproept is of de internetbevraging een meer ontevreden deel van de populatie heeft bereikt. Aan de andere kant ligt het percentage LD en LB van de internetenquête dichter bij de realiteit dan in de belronde 3
Uitkomsten veranderingen salarisschaal voor onderwijsgevend personeel In welke schaal was u ingedeeld vóór fuwa-vo en in welke nu? Het gaat hier niet om uw salaris, maar om uw officiële functie volgens fuwa-vo ingedeeld voor fuwa-vo ingedeeld na fuwa-vo LB (schaal 10 of schaal 10 met 15 jaar salarisgarantie) 58% 64% LC (schaal 11) 4% 12% LD (schaal 12) 38% 24% 730 Verschuivingen in samenstelling functie-opbouw voor fuwa na fuwa verschil LB 58% 64% +6% LC 4% 12% +8% LD 38% 24% -14% LB 58% 64% +6% Verschuivingen per groep wordt LB LC LD was LB 83% 15% 2% LC 61% 39% - LD 35% 5% 60% Uit de nadere analyse van de gegevens blijkt dat van het onderwijsgevend personeel: 17 procent is gedaald, 71 procent gelijk is gebleven en 10 procent is gestegen. Zowel bij de groep die is gedaald als bij de groep die gelijk is gebleven is de ontevredenheid groot: gedaald en ontevreden 82% gelijk gebleven en ontevreden 58% gestegen en ontevreden 17% 4
Uit alle open antwoorden blijkt de reden hiervan vooral te liggen in het feit dat op de meeste scholen voornamelijk coördinerende taken, managementfuncties et cetera met méér dan LB zijn gehonoreerd en lesgevende functies uitsluitend met LB. Voor mensen in LD die nu LB hebben gekregen is dat vooral een statuskwestie, zij houden hun huidige inkomen. Wel spreken velen de vrees uit dat het onderwijs zo onaantrekkelijk wordt voor academici. Nog steeds bestaat een voorkeur voor het idee van het koppelen van opleidingsniveau aan salaris in plaats van functieniveau. De cao-eis van minimaal 10 procent LC lijkt wel te worden gehaald. Het aantal LD-functies is fors afgenomen. Ontwikkeling schalen 10% 5% 6% 8% 0% -5% -10% -15% -20% LB LC LD -14% 5
Uitkomsten veranderingen salarisschaal voor onderwijsondersteunend personeel In welke schaal was u ingedeeld vóór fuwa-vo en welke erna? ingedeeld voor fuwa -vo ingedeeld na fuwa-vo 1 1% 5% 2 1% - 3 6% 1% 4 9% 8% 5 19% 17% 6 27% 21% 7 23% 27% 8 5% 9% 9 1% 2% 10 3% 5% 11 3% 3% 12 1% 1% 13 - - 14 - - 15 - - 16 - - totaal (n=100%) 86 86 Uit de nadere analyse van de gegevens blijkt dat van het onderwijs ondersteunend personeel: 9% 34% gedaald gelijk gebleven gestegen 57% 6
Verschuivingen bij oop wordt was 3 4 5 6 7 8 9 3 20% 60% 20% 4 56% 44% 5 6% 50% 38% 6% 6 8% 8% 46% 33% 4% 7 10% 70% 15% 5% 8 75% 25% Toelichting: rood = gedaald, groen = gestegen, zwart = gelijk gebleven Bij alle groepen is de ontevredenheid groot: Gedaald en ontevreden 88% Gelijk gebleven en ontevreden 80% Gestegen en ontevreden 55% Uit de open vragen blijkt dat men méér had verwacht. Voor een groep toa s had er op gerekend flink hoger te komen, maar is blijven hangen in schaal zes of zeven. Toch zijn daar flinke sprongen gemaakt: een derde tot 40% van de mensen in de schalen 5, 6 en 7 is omhoog gegaan. 7
Uitkomsten veranderingen salarisschaal voor directiefuncties In welke schaal was u ingedeeld vóór fuwa-vo en in welke nu? ingedeeld voor fuwa-vo ingedeeld na fuwa-vo 10 34% 10% 11 18% 38% 12 34% 38% 13 10% 10% 14 4% 4% 15 - - 16 - - 17 - - 18 - - totaal (=100%) 50 50 Uit de beantwoording blijkt dat we hier te maken hebben met middenmanagement die voornamelijk in schaal 11 en 12 terecht zijn gekomen. De ontevredenheid is gering, behalve bij de enkeling die is gedaald. Gezien de geringe aantallen wordt hiermee geen goed beeld geschetst van het (midden)management. 8
Tevredenheid, procedures, voorlichting Bent u tevreden over dit resultaat? ja 40% nee 60% Wist u dat er een bezwaarprocedure bestaat tegen de indeling? ja 69% nee 31% Heeft u bezwaar gemaakt? Base 730 100% ja 15% nee 85% Opvallend is dat vooral oop bezwaar heeft gemaakt: 10% op 36% oop 10% directies Is de bezwaarprocedure afgerond? ja 52% nee 48% totaal (=100% 109 Bent u van plan nog bezwaar aan te tekenen? ja 16% nee 84% totaal (=100%) 673 9
Bent u van mening dat u voldoende bent voorgelicht over FUWA? ja 63% nee 37% Hoe beoordeelt u de wijze waarop het invoeringstraject op uw school is uitgevoerd? goed 17% neutraal 31% slecht 51% Heeft u gebruikt gemaakt van diensten van de AOb bij de invoering van fuwavo, zoals voorlichting of scholing? ja 28% nee 72% Zo ja, wat was uw oordeel over de kwaliteit? goed 55% neutraal 38% slecht 7% totaal (=100%) 205 10
Vragen voor leden van de medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraden speelden bij de invoering een belangrijke rol. Zij hebben inzicht in het proces, de uitkomst en de stemming. Met 135 mr-deelnemers is een redelijk goed beeld van de opinie onder mr en te geven (100 is het minimum voor een betrouwbaar beeld). Bent u lid van de medezeggenschapsraad? ja 18% nee 82% Is het invoeringsplan conform het bovenstaande aan u voorgelegd? ja 74% nee 26% Heeft de pmr scholing gevolgd en/of externe deskundigen geraadpleegd voorafgaand aan het overleg met de directie over invoering van fuwa-vo? ja 61% nee 39% Heeft uw directie in overleg met de pmr voorlichtingsbijeenkomsten over de invoering en consequenties van fuwa-vo georganiseerd voor het personeel? ja 72% nee 28% Heeft de PMR voldoende ruimte gekregen om het personeel goed te betrekken bij de invoering van fuwa-vo? ja 67% nee 33% 11
Is het invoeringstraject conform het invoeringsplan uitgevoerd? ja 53% nee 47% Hoe beoordeelt u het resultaat van de invoering van fuwa-vo bij het ondersteunend personeel? goed 29% neutraal 53% slecht 26% Zijn de docenten die op basis van fuwa-vo 2002 in een hogere functie zijn geplaatst met terugwerkende kracht tot 1 augustus 2003 op basis van die hogere functie ingeschaald? ja 60% nee 40% Is er in overleg met de centrales voor uw school een andere datum overeengekomen? ja 22% nee 78% 12
In welke schaal is de voorzitter van de centrale directie ingedeeld? Het gaat uitdrukkelijk om de hoogste functie (rector, voorzitter centrale directie) van de hele instelling waar u werkt 10 1% 11-12 - 13 1% 14 10% 15 28% 16 33% 17 7% 18 2% weet niet 19% Wat is uw beeld over de waardering van de managementfuncties? zijn lager geworden 10% zijn gelijk gebleven 40% zijn iets gestegen 30% zijn enorm gestegen 20% De medezeggenschapsraden bevestigen het beeld dat de open antwoorden geven: forse verhoging van de directiefuncties. Volgens de helft van de mr-leden is het salaris van de hoogste baas iets of enorm gestegen. Schaal 15 en 16 lijken de norm voor een voorzitter van de directie van een vo-school te zijn geworden (28 en 33%), maar ook 17 en 18 doen hun intrede (7 en 2%). 13