SCHOOLONDERZOEK Tijdvak II GESCHIEDENIS november 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.
Rond 1900 wilde keizer Wilhelm II van Duitsland een wereldmacht maken. 1. Waarom voelde Engeland zich bedreigd door de Duitse keizer rond 1900? Rond 1900 heerste er een vijandschap tussen Duitsland en Frankrijk. 2. Welk negatief gevolg had de Frans Duitse oorlog voor de Fransen in 1871? Tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 werd Duitsland één groot land. 3. Waarom speelde nationalisme een grote rol bij het vormen van één Duitsland tijdens de Frans-Duitse oorlog? In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. 4. Schrijf een reden op waarom de oorlog zich zo snel tot een Wereldoorlog vormde. Bekijk bron 1 en beantwoord vragen 5 en 6 1 2 3 4 5 bron 1: Europese kaart Door de groeiende nationalisme raakte het Ottomaanse rijke enkele landen kwijt. 5. Schrijf drie landen die onafhankelijk werden van het Ottomaanse rijk. 6. Kies het juiste nummer op de kaart die aangeeft waar de kroonprins Frans Ferdinand werd vermoord! De Driebond en de Triple Entente begonnen een oorlog in 1914 tegen elkaar. Eén van de landen besloot tijdens de oorlog om van bondgenoten te veranderen. 7. Schrijf op welk land veranderde van bondgenootschap. Een Duitse generaal maakte in het geheim een plan om een tweefrontenoorlog te voorkomen. 8. Wat hield dit plan in?
In 1917 kwam er een grote schaarste aan voedsel en grondstoffen in Duitsland. 9. Wat was de oorzaak voor deze schaarste in Duitsland? Na de Eerste Wereldoorlog wilden Engeland en Frankrijk dat Duitsland zwaar gestraft werd. 10. Waarom wilden deze landen dat Duitsland zo zwaar werd gestraft? 11. Waarom kon Oostenrijk Hongarije niet gestraft worden na de Eerste Wereldoorlog? Na de Eerste Wereldoorlog werd de volkenbond opgericht. 12. Wat was het doel van deze Volkenbond? Er was na de Eerste Wereldoorlog werkloosheid en politieke problemen in Duitsland. 13. Wie kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog. Keizerlijke regering. A. Communistische regering. B. Sociaal democratische regering. C. Nationaal socialistische regering. 14. Wat is geen kenmerk van de totalitaire staat? A. De jeugd wordt via het onderwijs geïndoctrineerd. B. Het kapitalistisch systeem leidt tot corruptie. C. De pers staat onder censuur. D. Systematisch intimidatie van tegenstanders. 15. Zijn onderstaande feiten een van voorbeeld van antisemitisme of van jodenvervolging? A. Joden mochten niet worden bediend in restaurants. B. Joodse synagogen werden in brand gestoken. C. Joden werden gevangenen genomen en naar concentratiekampen vervoerd. D. Joden moesten de Davidster dragen. 16. Schrijf twee (2) oorzaken op voor de inflatie die in Duitsland ontstond in 1923. In 1919 ontstond de republiek van Weimar. De Weimarrepubliek was een bondstaat. 17. Hoe zou Duitsland bestuurd en gecontroleerd worden? Het plan van de Amerikaanse regering was om Duitsland geldleningen te verstrekken voor de opbouw en modernisering van de Duitse industrie. 18. Verklaar waarom dit plan belangrijk was voor de Amerikanen. In 1929 zou er een economische crisis ontstaan in de Verenigde Staten. 19. Leg uit waarom deze crisis ook Duitsland zwaar zou treffen.
20. Schrijf twee (2) maatregelen op die Hitler nam om het probleem van de werkloosheid in Duitsland op te lossen. In de nacht van 9 op 10 november van 1938 vernielden nazi`s in heel Duitsland synagogen en joodse winkels. Gebouwen werden in brand gestoken en ruiten werden ingegooid. In de dagen hierna werden ongeveer 30.000 joodse mannen en vrouwen opgepakt en naar concentratiekampen gebracht. 21. Hoe staat deze gebeurtenis bekend? A. de Duitse parlement. B. de Kristalnacht. C. de Neurenberg rassenwetten. D. de Nacht van de lange messen. 22. Leg uit waarom werd vanaf 1933 verzet tegen de nazi`s in Duitsland steeds moeilijker? 23. Schrijf twee (2) overeenkomsten op tussen het Duitse nationaal socialisme en het Italiaanse fascisme. Lees Bron 2 en beantwoord vraag 24 en 25 Volkswoede Ik zat in de tram. Die was overvol. Een oude vrouwe stapte in. Ze kon bijna niet lopen. Haar voeten waren helemaal dik. Het was een joodse vrouw. Ze droeg een davidster op haar jas. Ik stond op, zodat zij kon gaan zitten. Toen werden andere mensen boos op mij. Ze scholden me uit. Ze riepen jodenslaaf en eruit! De tram stopte meteen. De conducteur zei: Eruit. Allebei. Bron 2: Een Duitse vrouw over een gebeurtenis in 1942. 24. Wat is antisemitisme? 25. Let uit dat dit verhaal met Antisemitisme te maken heeft.
Bekijk bron 3 en beantwoord vraag 26 Bron 3: Unsere Letzte Hoffnung - Ons laatste hoop 26. Is de maker van deze poster een voorstander of tegenstander van Hitler? (motiveer jou antwoord) 27. Wat hoopten de Nazi s te bereiken na de Kristallnacht? A. Dat de joden zouden gaan vechten tegen de Nazi s. B. Dat de joden uit Duitsland zouden vluchten. C. Dat de joden Hitler om schadevergoeding zouden vragen. D. Dat de joden uit Nazi`s aanhangers zullen worden. Bekijk bron 4 en beantwoord vraag 28. bron 4: concentratiekamp Concentratiekampen moesten staatsgevaarlijke elementen heropvoeden. 28. Schrijf twee (2) groepen op die in de concentratiekampen werden opgesloten. 29. Hoe werden de Japanners tot overgave gedwongen in 1945? Niet alleen de Joden werden in overgrote getallen in concentratiekampen gebracht.
30. Noem twee andere slachtoffers die ook door de Duitsers om het leven werden gebracht. 31. Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde. I. Geallieerden landden op de kust van Frankrijk (D-Day). II. Tijdens de verkiezingen in Duitsland komen de Nazi s aan de macht. III. In het voorjaar veroverden de Nazi s Denemarken en Noorwegen. IV. Het Duitse leger begint met de aanval op Polen. V. Joden in Duitsland moesten zich houden aan de Neurenberg wetten. VI. Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog. 32. In welk jaar werd Hitler leider van Duitland? A. 1930 B. 1933 C. 1939 D. 1940 Zowel bij de Eerste Wereldoorlog als Tweede Wereldoorlog is er sprake van een totale oorlog. 33. Leg uit waarom er sprake was van een totale oorlog bij deze twee oorlogen. 34. Waarom hadden Engeland en Frankrijk een te passieve houding tegenover Hitler? 35. Heeft Hitler zijn beloften nagekomen? Bekijk bron 5 en beantwoord vraag 36 Bron 5: Spotprent uit 1941, Hitler trekt aan de Rusische beer. 36 Denkt de tekenaar dat het Hitler Rusland zal verslaan? Verklaar je antwoord.