ACTIVITEITENVERSLAG: INTERSECTORALE SAMENWERKING BIJ DE TOELEIDING VAN PERSONEN MET PSYCHISCHE PROBLEMEN NAAR ARBEID



Vergelijkbare documenten

Arbeidsre-integratie Personen met psychische problemen Arbeidstrajectbegeleiders Hulpverleners. PhD-verdediging Knaeps Jeroen 6 maart 2015

BEGELEIDING VAN PERSONEN MET PSYCHISCHE KWETSBAARHEID NAAR REGULIER WERK: AANBEVELINGEN

Integratie Begeleid Werken en Begeleid Leren: een transnationaal project

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Verleden, heden en toekomst van W²-trajecten (werk/welzijn)

UITDAGINGEN EN ONTWIKKELINGEN IN DE UITKERINGSVERZEKERING. Jo DE COCK Administrateur-generaal RIZIV Seminarie voor verzekeringsartsen 12 oktober 2011

Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijk gezondheidsaanbod

NOTA 4: Arbeidstrajectbegeleider en de begeleiding van de MMPP-doelgroep: randvoorwaarden voor goede begeleiding, kennis en attitude

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen

Individuele Plaatsing en Steun (IPS)

Op-Stap Een oriëntatie- en activeringsmodule voor personen met een psychische kwetsbaarheid

Beleidsvisie Sociaal Werk

Visie. Herstel of recovery visie: Geloof dat het zetten van stappen naar werk bijdraagt aan herstel en gezondheid van persoon in kwestie

Voorstelling arbeidscoaching SaRA en het ZoWeZo-team

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Met een GOB naar werk

DRAAIBOEK SAMENWERKING TUSSEN WERKWINKEL EN AMBULANTE ZORGSETTING

De stem van de patiënt in de ambulante chirurgie

Bijlage 11: Stellingen voor focusgroepen activering. Thema s voor de focusgroepen activering

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

En hoe nu verder? Kiezen in een context van langdurige zorg

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

ORGANISATIE GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap)

Implementatie van Individuele Plaatsing & Steun voor mensen met ernstige psychische aandoeningen

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN

Club 107. voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek. een initiatief van GGALIMERO

Opleidingsprogramma DoenDenken

DRAAIBOEK GESPREKSDRIEHOEK

Samenwerkingsverband GGZ De Vlaamse Ardennen

HERSTELLEN KAN JE ZELF Hoopvol leven met een psychische kwetsbaarheid

Academische Zitting. 15 juni 2018 Brugge. Wit-Gele Kruis van Vlaanderen

Laat geen gras groeien over doorstroom: Werk Werkt!

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

The Missing Link: het verhogen van sociale inclusie door de inschakeling van Opgeleide Ervaringsdeskundigen (OED)

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen. Promenzo werkt

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Inzetten van ervaring

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Begeleid Leren. Overzicht. VAK-mensen. Samenwerken. Competenties van de professional. Inleiding

Implementatie van een werkmodel voor vroegdetectie en preventie bij KOPP in Vlaamse GGZ-voorzieningen voor volwassenen:

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot

Dienstverleningsmodel 2020: naar een futureproof Serr inn VDAB

Slaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Sociale Dienst. Functienaam: arbeidstrajectbegeleider

Praktijkvoorbeeld van regionale samenwerking tussen gemeente en GGZ Janneke Oude Alink gemeente Apeldoorn/regio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema

Teamcoördinator Regioteam Mortsel

OPVOEDINGSONDERSTEUNING BIJ

Slimme IT. Sterke dienstverlening. E-START ONDERSTEUNING OP MAAT VAN LOKALE BESTUREN BIJ E-GOVERNMENT EN ORGANISATIEONTWIKKELING

Wat brengen we jullie vandaag:

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

SWVG zoekt wetenschappelijk medewerkers

3. Wat is de specifieke aanpak voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest?

Geïntegreerde aanpak laagtaalvaardig anderstalige werkzoekenden

Ontmoetingsdag eerstejaarsstudenten & ervaringsdeskundigen

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen:

HANDICAP, HOGER ONDERWIJS EN WERK

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

FREDERIK DECLERCQ ARBEIDSCOACH MIRABELLO

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering

Personen met geestelijke gezondheidsproblemen op de arbeidsmarkt: Naar een betere synergie tussen werk en welzijn

tractor 30 maart 2011 ACT Assertive Community Treatment

Historiek. Twee ESF projecten. Hart voor Werk Samenwerking met hartrevalidatiecentrum

Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013

brugfiguren 5 praktische aanbevelingen voor organisaties die een beroep doen op

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen

COLLOQUIUM GENT, 23 OKTOBER 2014

Eigen regie in de palliatieve fase

Zondag 12 februari 2012 Ups & Downs vzw

DIVERSITEIT IN de gemeente

Preventie door de eerstelijn van langdurige afwezigheid op het werk

bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4

MODULE Evidence Based Midwifery

Project doorstroom naar NEC

Wat willen we in Pegode VZW bereiken?

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

IPS lijnen naar de toekomst. Jaap van Weeghel Utrecht, 12 april 2019

TIJD VOOR FAMILIEPARTICIPATIE IN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

(Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals

Basiseducatie en het Strategisch Plan Geletterdheid. An Bistmans 29 november 2010

hr Duurzaam succesvol

CONSULTATIEBUREAU DE VEST. Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding

Bantopa Terreinverkenning

Ik ben. Eerlijk. Geduldig. Creatief. Gestructureerd. Communicatief. Geïnteresseerd. Geeft aandacht

Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn. Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016

Herstelondersteunende zorg in een veranderend zorglandschap. Michiel Bähler Adviseur/ psycholoog GGZ NHN

DIGITAL WORKPLACE TOOLKIT. stap voor or stap op weg naar een digitale werkplek

Samen voor een sociale stad

Onthaalbureau Inburgering Limburg vzw. Presentatie voor ERSV (18/12/2012) AI in het Onthaalbureau

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Transcriptie:

LUCAS Centrum voor Zorgonderzoek & Consultancy Kapucijnenvoer 39 bus 5310 3000 Leuven Tel. + 32 16 33 69 10 Fax. +32 16 33 69 22 www.kuleuven.be/lucas ACTIVITEITENVERSLAG: INTERSECTORALE SAMENWERKING BIJ DE TOELEIDING VAN PERSONEN MET PSYCHISCHE PROBLEMEN NAAR ARBEID Jeroen Knaeps Prof. dr. Chantal Van Audenhove Leuven 2012

Colofon Opdrachtgever Open KennisNetwerk Projectmedewerkers VDAB Annemie Lesaffre Lut Gailly Wendy Ransschaert Projectmedewerkers GTB Michael De Herdt Projectmedewerkers LUCAS K.U.Leuven Jeroen Knaeps Wetenschappelijk medewerker Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Directeur Leuven, 2012

Lijst met afkortingen Art. 107: AZ: BW: DAC: ESF: FeGOB: GA: GOB: GTB: HBDI: IBO: IPS: OKN: MMPP: http://psy107.be/ Arbeidszorg, http://www.socialeeconomie.be/arbeidszorg Beschutte Werkplaatsen, http://www.socialeeconomie.be/beschuttewerkplaatsen Dagactiviteitencentra Europees Sociaal Fonds, http://www.esfagentschap.be/templates/home.aspx?id=252&langtype=2067 Federatie Gespecialiseerde Opleiding, Begeleiding en Bemiddeling, http://www.fegob.be/default.aspx Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten Gespecialiseerde Opleidings, begeleidings en Bemiddelingsdienst, http://vdab.be/arbeidshandicap/cbo.shtml Gespecialiseerde Trajectbepaling en Begeleiding, http://www.gtb vlaanderen.be/ Herrmann Brain Dominance Instrument (HBDI), http://www.hbdi.com/home/ Individuele BeroepsOpleiding, http://vdab.be/ibo/ Individual Placement and Support Open KennisNetwerk, samenwerking tussen de VDAB en GTB Medische, mentale, psychische of psychiatrische problemen SAWOR (Eng. CEET): SAmen Werk en Opleiding Realiseren (Creating Employment and Education Together), intersectoraal samenwerkingsmodel voor de arbeidsrehabilitatie van mensen met psychische problemen, Integratie Begeleid Werken en Begeleid Leren: een transnationaal project, http://www.kuleuven.be/lucas/pub/publi_upload/2012_esf_geintegreerde%20trajecten MMPP2012.pdf SE: Supported Employment

SW: TAZ: VDAB: W²: Sociale Werkplaatsen, http://www.socialeeconomie.be/socialewerkplaatsen, http://www.socialewerkplaats.be/ Tender ActiveringsZorg Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Deze conceptnota w² (werk en welzijn) wil het participatieniveau van niet werkende werkzoekenden, voor wie de barrières ten aanzien van werk niet arbeidsmarktgerelateerd zijn, verhogen. Dit nieuwe kader is een gedeeld engagement van de beleidsdomeinen werk, sociale economie en welzijn en volksgezondheid en zal geoperationaliseerd worden in 2014 2015.

Inhoud Lijst met afkortingen 3 1 Begeleiding van personen met een MMPP profiel naar arbeid: het project van het Open KennisNetwerk 7 1.1 Inleiding 7 1.2 Probleem en doelstelling 8 2 Methode van het actieonderzoek 9 3 Een korte introductie van elkaars werkveld en noden 11 3.1 Doel 11 3.2 Aanwezigen 12 3.3 Inhoud 12 3.4 Evaluatie en adviezen 13 4 Regionale kennismaking en samenwerking uitbouwen: netwerkevent en doordenkdag 15 4.1 De aanleiding van de samenwerking 15 4.2 Doel en opzet 15 4.3 Elkaar leren kennen: kennismakingsnamiddag 16 4.3.1 Doel 16 4.3.2 Aanwezigen 16 4.3.3 Inhoud 16 4.3.4 Evaluatie en adviezen 17 4.4 Samenwerking uitbouwen: doordenkdag 18 4.4.1 Aanwezigen 18 4.4.2 Inhoud 18 4.5 Evaluatie en aanbevelingen 20 Overige aanbevelingen: 20 5 Gezamenlijke vorming 23 5.1 Doel en opzet 23 5.1.1 Aanwezigen 23 5.1.2 Inhoud 23 Verkocht! Motiveren van werkgevers 23 Vuur werkt! Motiveren van klanten 24 5.2 Evaluatie en aanbevelingen 24 6 Besluit en discussie 27

7 Referentielijst 30 8 Bijlagen 31 Lijst figuren Figuur 1 Opeenvolging van verschillende stappen 9 Figuur 2 Achterliggend schema panelgesprek 17 Figuur 3 Overzicht stappen doordenkdag 19

Deel 1 Het Open KennisNetwerk project 1 Begeleiding van personen met een MMPP profiel naar arbeid: het project van het Open KennisNetwerk 1.1 Inleiding Tewerkstelling in het NEC helpt mensen om een inkomen te verwerven en biedt het gevoel dat men iets bijdraagt aan de samenleving. Dit zijn slechts enkele redenen waarom personen met psychische problemen graag willen werken en tewerkstelling zelfs als een deel van het herstel zien (Bond, 2004; Lehman, Goldberg, Dixon, McNary, Postrado, Hackman, & McDonnell, 2002). Deze doelgroep heeft het echter vaak moeilijk om een job te vinden, het gevolg van multiple oorzaken die op elkaar inwerken. Degenen die er wel in slagen om een job te vinden, hebben vaak moeite om deze te behouden, hoewel ze hiertoe zeker in staat zijn mits kwalitatieve begeleiding (Crowther, Marshall, Bond, & Huxley, 2001). De belemmeringen van de doelgroep in het vinden en behouden van betaald werk situeren zich op verschillende niveaus (van Erp & Michon, 2009; Knaeps, DeSmet, & Van Audenhove, 2011b). Op het meso en macro niveau spelen maatschappelijke en organisationele barrières een grote rol. Zo kunnen lage verwachtingen en overbezorgdheid van de hulpverleners en familie het vinden van een job bemoeilijken (Rinaldi, Killackey, Smith, Shepherd, Sing, & Craig, 2010). Daarnaast beperkt een onvoldoende afgestemde wetgeving, stigma en een gebrek aan samenwerking de kansen voor deze doelgroep op een passende baan (Lal & Mercier, 2009; Knaeps, DeSmet, & Van Audenhove, 2012). Om te werken aan de barrières op het meso en macro niveau is intersectorale samenwerking primordiaal. Dit belang van intensieve en gecoördineerde samenwerking wordt door de overheden opgemerkt en steeds actiever aangemoedigd. De Vlaamse Overheid keurde in 2011 de conceptnota w² (werk en welzijn) goed en wil hiermee het participatieniveau van niet werkende werkzoekenden, voor wie de barrières ten aanzien van werk niet arbeidsmarktgerelateerd zijn, verhogen. Dit nieuwe kader is een gedeeld engagement van de beleidsdomeinen werk, sociale economie en welzijn en volksgezondheid en zal geoperationaliseerd worden in 2014 2015. Een andere belangrijke ontwikkeling op federaal niveau is het hervormingsprogramma naar een betere geestelijke gezondheidszorg beter gekend als artikel 107. Hierbij worden middelen vrijgemaakt voor en door de afbouw van ziekenhuisbedden. Het programma streeft naar een vraaggestuurde GGZ, namelijk een zorgaanbod dat gebaseerd is op de noden van personen met psychische problemen en dat vertrekt vanuit hun concrete leef, leer en werkomgeving (Gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken, 2010). Aangezien mensen met psychische problemen een duidelijke wens hebben naar herintrede op de arbeidsmarkt, wordt ook in artikel 107 rekening gehouden met een intensievere samenwerking met gespecialiseerde arbeidsrehabilitatiediensten zoals GTB, GOB s, Echo De vraag naar en nood aan intersectorale samenwerking komt dus duidelijk steeds meer op de voorgrond, hoewel het vaak nog niet gerealiseerd wordt (Knaeps et al., 2012). Echter, het opbouwen van zo n samenwerking vereist naast nieuwe organisatievormen ook voldoende kennis van elkaars terrein, een positieve attitude, bereidheid tot dialoog en passende methodes en procedures (De 7

Deel 1 Het Open KennisNetwerk project Jaegere et al., 2011). Deze nota, de vijfde en afsluitende van een reeks eerdere onderzoeksnota s, beoogt een stimulans te zijn voor de uitbouw van intersectorale samenwerking. 1.2 Probleem en doelstelling In de eerste drie fasen van het onderzoek voor het Open KennisNetwerk is de toepassing van evidence based principes in Vlaanderen en de perceptie van hulpverleners op arbeid en evidence based principes onderzocht (Knaeps et al., 2012; Knaeps, DeSmet, & Van Audenhove, 2011a; Knaeps et al., 2011b; Knaeps, DeSmet, & Van Audenhove, 2011c). Uit dit onderzoek blijkt dat de samenwerking tussen verschillende diensten cruciaal is volgens zowel de wetenschap als het werkveld. Samenwerking tussen hulpverleners heeft vele voordelen (Kates et al., 1997) zoals meer en betere begeleiding. Goede samenwerking tussen verschillende diensten leidt daarbij tot positievere uitkomsten op het vlak van tewerkstelling. Daarnaast zijn er ook voordelen voor de hulpverleners en organisaties, zoals een efficiënter gebruik van tijd en middelen en een versterking van de eigen competenties. Ook voor de samenleving in het geheel heeft samenwerking voordelen zoals het efficiënter gebruik van middelen en de inclusie van verschillende groepen. We kunnen hieruit besluiten dat intensieve samenwerking tussen arbeid en zorg idealiter wordt nagestreefd zodat iedere persoon die dit wenst ondersteuning krijgt van een gecoördineerd en afgestemd behandelteam. Echter, intersectorale samenwerking uitbouwen, implementeren en volhouden is niet eenvoudig (Lal et al., 2009). Er zijn verschillende barrières die de intensieve samenwerking hinderen zoals bv rolambiguïteit, wantrouwen, gebrekkige communicatie (Public Health Agency of Canada, 2007; Thornicroft & Transella, 2000). Ook in Vlaanderen blijkt intersectorale samenwerking tussen GGZ en het domein van de arbeidsrehabilitatie nog niet eenvoudig (Knaeps et al., 2011c). Om hierop een antwoord te bieden nam de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) en GTB (Gespecialiseerde Trajectbepaling en Begeleiding) het initiatief om via een actieonderzoek samen met het Open Kennis Netwerk (OKN) te werken aan een verbetering van deze situatie. Het doel van de laatste fase in het onderzoek van het Open KennisNetwerk is de intersectorale samenwerking te bevorderen door enkele zorgvuldig uitgekozen acties te plannen, uit te voeren en te evalueren. In de volgende paragrafen komt aan bod hoe we dit actieplan hebben opgesteld. Er wordt vervolgens een overzicht van de acties en de bevindingen weergegeven zodat afgesloten kan worden met een algemeen besluit. 8

Deel 2 Methode van het actieonderzoek 2 Methode van het actieonderzoek In de w² conceptnota en in artikel 107 wordt gestreefd naar intersectorale samenwerking. Dit actieonderzoek heeft daarom tot doel strategieën te ontwikkelen die transdisciplinair samenwerken bevorderen. Specifiek gaat het om de volgende vraag: Wat kunnen diverse professionals samen en op welk moment doen om verwerving of behoud van werk te bevorderen?. Het plan van aanpak integreert verschillende types van informatie zoals wetenschappelijke kennis en ervaringskennis. Dit laatste wordt ingebracht door de verschillende partners in het project: de experts van de VDAB en GTB, het werkveld, de onderzoekers en externe (vormings)deskundigen. Dit activiteitenverslag biedt een overzicht van de uitgevoerde stappen in 2011 en 2012. In dit project werden vier opeenvolgende acties uitgevoerd om samenwerking en kennisdeling te bevorderen (figuur 1): Lezing Kennismakings event Doordenkdag Vorming Figuur 1 Opeenvolging van verschillende stappen (1) Lezing Tijdens de lezing wordt een theoretisch kader over samenwerking aangeboden. Daarnaast wordt informatie gedeeld over de ambities en noden van enkele partners. (2) Regionaal kennismakingsevent Dit event heeft als doel de lokale partners bij elkaar te brengen. Aan de hand van casussen en een panelgesprek wordt besproken wat er regionaal nodig is om een betere toeleiding naar arbeid mogelijk te maken. (3) Lokale doordenkdag Tijdens de doordenkdag werken mensen uit het werkveld via een systematische methode plannen uit die de lokale barrières kunnen opheffen. 9

Deel 2 Methode van het actieonderzoek (4) Intersectorale vorming Gezamenlijke vorming biedt de mogelijkheid generieke competenties aan te leren en elkaar beter te leren kennen. De lezing werd aan een grote groep van hulpverleners aangeboden. De laatste drie acties werden lokaal in de regio Eeklo uitgevoerd. Hulpverleners uit de regio Eeklo volgden vanwege organisatorische redenen de lezing pas na de doordenkdag. Idealiter volgt met het bovenstaand stappenplan (figuur 1). In wat volgt wordt er een beschrijving gegeven van elke stap in het project, samen met een kort overzicht van de belangrijkste bevindingen en resultaten. 10

Deel 3 Introductie van elkaars werkveld en noden 3 Een korte introductie van elkaars werkveld en noden 3.1 Doel De domeinen Werk en Welzijn gaan het engagement aan om cliënten/klanten beter te begeleiden naar arbeid. Het uitwerken en uitvoeren van een integraal begeleidingsaanbod vereist sterke intersectorale samenwerking. Intersectorale samenwerking kan daarbij gedefinieerd worden als (WHO, 1997): A recognized relationship between a part or parts of the health sector with a part or parts of another sector which has been formed to take action on an issue to achieve health outcomes (or intermediate health outcomes) in a way that is more effective, efficient or sustainable than could be achieved by the health sector acting alone [22, p. 3]. Uit studies blijkt dat succesvolle arbeidsrehabilitatieprogramma s in vergelijking met minder succesvolle, meer intensief samenwerken in geïntegreerde teams (Cook et al., 2005). De intensiteit waarmee men samenwerkt, is echter afhankelijk van verschillende factoren (King et al., 2006). Geïntegreerde teams, in één gebouw en met dezelfde teamvergaderingen, kunnen meer continu en flexibel inspelen op de veranderende gezondheidstoestand van de persoon die begeleid wordt. Daarnaast biedt het mogelijks een besparing van kosten doordat de infrastructuur (gebouwen, vervoer ) gedeeld wordt en ontstaan er extra mogelijkheden zoals formele en informele communicatie. Hoewel dit ideaal lijkt, is niet in alle situaties deze manier van intensieve integratie van diensten mogelijk of noodzakelijk. De huidige wetgeving laat het vaak niet toe om in één gebouw samen te werken en middelen te delen. Ook de vaak nog verschillende overtuigingen die bij beide partijen aanwezig zijn, kunnen doorgedreven samenwerking in de weg staan (King et al., 2006). Indien dit het geval is, blijkt samenwerken via samenwerkingsverbanden of enhanced intersectoral links een goed alternatief. Bij het verhogen van samenwerkingsverbanden, maar zonder co locatie, blijven de verschillende organisaties administratief aparte entiteiten (King et al., 2006). Hoewel men hiervoor de caseload niet drastisch moet reduceren, moet men er wel rekening mee houden dat deze lager moet zijn zodat intensief overleg mogelijk wordt (King et al., 2006). Een voorbeeld van een model waarbij samenwerkingsverbanden verhoogd worden, is het VETE model in Australië, het ZOWE model te Antwerpen 1 of het door ESF gevalideerde SAWOR model (De Jaegere et al., 2011). Vanuit zowel het domein Welzijn als Werk wordt er steeds meer gefocust op intersectorale samenwerking. De lezing stelt als doel om bovenstaande informatie mee te geven, de verschillende sectoren samen te brengen en basisinformatie mee te geven over elkaars werkveld. Tijdens de lezing wordt ook dieper ingegaan op hoe deze samenwerking opgebouwd kan worden. 1 http://www.gtb vlaanderen.be/zowe.aspx 11

Deel 3 Introductie van elkaars werkveld en noden 3.2 Aanwezigen Omdat het belangrijk is dat de verschillende sectoren kennis opdoen van elkaars werkveld, werd de uitnodiging (zie bijlage) verstuurd naar: VDAB GOB, GA, GTB Partners Empowerment en partners Zorg van de TAZ Beschutte en Sociale werkplaatsen Netwerkcoördinatoren van artikel 107 Verschillende psychiatrische ziekenhuizen Er waren in totaal 96 inschrijvingen vanuit 50 verschillende organisaties. Hieruit kunnen we besluiten dat we in het opzet om verschillende sectoren samen te brengen geslaagd zijn. Daarenboven werd één week voor de lezing een gelijkaardige intersectorale lezing gehouden in het kader van WIN², een project in Vlaams Brabant om de verschillende sectoren Werk en Welzijn samen te brengen. Hierdoor waren minder mensen aanwezig op de Vlaamse lezing en was er ruimte voor meer deelnemers van andere provincies zodat niemand geweigerd moest worden. 3.3 Inhoud Tijdens de lezing wordt er een graduele opbouw gemaakt. Er wordt gestart met uitleg over de herstelvisie en aanleunende concepten. Daarna wordt de lezing meer concreet door in te gaan op hoe de verschillende sectoren zich nu aan het ontwikkelen zijn naar samenwerking. Uiteindelijk wordt ook vanuit een wetenschappelijke bril gekeken naar wat belangrijk is voor de opbouw van samenwerking. Omdat herstel en empowerment cruciaal zijn bij het begeleiden van mensen start de lezing bij dit gegeven. Tijdens de lezing wordt het publiek door Iris De Coster (LUCAS KU Leuven) uitgedaagd om kritisch te reflecteren over de eigen attitude, werking en visie. Dit wordt onder andere gedaan via de thema s van shared decision making en positive risk taking. Deze visies benadrukken respectievelijk het inspraakrecht van de burger in zijn behandeling/begeleiding en het nemen van berekende risico s. Berekende risico s kunnen enkel genomen worden in een organisatie met een no blame cultuur waarin iedereen achter hetzelfde doel staat en elkaar steunt. Ook de verschillende benamingen van de doelgroep doorheen de geschiedenis (van gekken over patiënten en gebruikers tot burgers ) maakt de aanwezigen bewust van de evolutie die doorgemaakt is. Na de lezing over herstel en empowerment, komen beide sectoren aan het woord. Vanuit het werkveld Arbeid/Werk spreekt Lut Gailly (VDAB) over de nieuwe beleidsaanbevelingen die opgenomen zijn in de w² conceptnota. Samengevat wil men via deze nota de participatiegraad van burgers verhogen door hen te ondersteunen via intersectorale samenwerking tussen Werk en Welzijn. Een inschakeling op de participatieladder en het bekijken van het groeipotentieel bij mensen zijn hierbij instrumenten. Het domein Zorg/Welzijn vertrekt van de noodzaak aan vermaatschappelijking van de zorg (artikel 107) door meer begeleidingen in de samenleving aan te bieden. Professor dr. Guido Pieters brengt een overzicht van hoe artikel 107 ontstaan is en hoe dit geoperationaliseerd wordt in de regio rond Leuven. Hij benadrukt hierbij het onontbeerlijk belang van samenwerking tussen verschillende 12

Deel 3 Introductie van elkaars werkveld en noden diensten waaronder VDAB, GTB, GOB en vele andere organisaties die oog hebben voor het aanbieden van arbeidsgerelateerde ondersteuning. In de voorlaatste presentatie van de lezing gaat Jeroen Knaeps (LUCAS KU Leuven) dieper in op de opbouw van intersectorale samenwerking. Vanuit de vraagstelling of samenwerking noodzakelijk is, worden de na en voordelen van samenwerking weergegeven. Het continuüm van samenwerkingsmodellen in arbeidsrehabilitatie maakt het voor de aanwezigen mogelijk om zich te positioneren en alternatieven te onderkennen. Enkele richtlijnen voor de uitbouw van intersectorale samenwerking bieden de deelnemers van de lezing een eerste houvast wanneer men wil samenwerken. Daarbij wordt verwezen naar het ESF rapport waarin concrete voorbeelden worden uitgewerkt (hoofdstuk 6, (De Jaegere et al., 2011)). De richtlijnen komen neer op het betrekken van alle belangrijke partners, het ontwikkelen van een visie, doelen en rolverdelingen, de opbouw van goede communicatielijnen en de noodzaak aan evaluatie en monitoring. Ook de bevindingen van het netwerkevent in Eeklo (kennismakingsnamiddag en doordenkdag) worden aan de deelnemers meegedeeld (zie verder). De presentaties zijn terug te vinden op de website van het Open KennisNetwerk: https://sites.google.com/a/vdab.be/openkennis/agenda/zorg en arbeid complementaire en elkaarversterkende perspectieven. 3.4 Evaluatie en adviezen De deelnemers gaven in hun evaluatieformulieren aan dat er belangrijke stappen naar samenwerking genomen worden, maar alles nog in een pril stadium verkeert. Vooral de focus op de wens van de cliënt moet volgens deelnemers ten allen tijde centraal blijven staan, de persoon moet de regie in handen houden. Deelnemers leerden vooral artikel 107, w², het Open KennisNetwerk en Lucas KU Leuven kennen. We kunnen hieruit besluiten dat het opzet om basisinformatie te delen, geslaagd is. De deelnemers merken ook op dat volgens hen een samenwerking pas mogelijk wordt indien er een sterk sturende kracht achter staat, men tot gemeenschappelijke visies en doelen komt en er een attitudeverandering (wil, engagement, openheid, flexibiliteit) plaatsvindt. Wanneer gevraagd werd welke stappen genomen moeten worden in intersectorale samenwerking, pleiten deelnemers voor de volgende actiepunten: Opzetten van regionale samenwerkingsverbanden, lezingen, meetings Binnen de eigen organisatie de informatie van de lezing verspreiden zodat zorgmanagers ervan op de hoogte zijn. Betere financiering, intersectorale samenwerking uitbouwen is kostelijk. Initiatiefnemers zoeken. Er moet een bundeling zijn van alle goede initiatieven. Bij de uitbouw van de armoedetrajecten werden dezelfde barrières ervaren. Er moet een Vlaams centraal aanspreekpunt zijn die samenwerking coördineert en initiatieven aanmoedigt. 13

Deel 4 Kennismakingevent en doordenkdag 4 Regionale kennismaking en samenwerking uitbouwen: netwerkevent en doordenkdag 4.1 De aanleiding van de samenwerking In de regio Meetjesland, rond Eeklo, was er sinds geruime tijd voldoende belangstelling om in te zetten op een meer uitgebouwd netwerk voor personen afkomstig of verblijvend in de psychiatrische ziekenhuizen, klanten van VDAB, GTB, GOB Op het moment dat het project startte was er echter nog geen structurele samenwerking en was men zoekende naar een concreet project. Om de samenwerking uit te bouwen, namen GTB, het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint Jan, De Werkwinkel en VDAB het initiatief om de actoren uit de regio Meetjesland samen te brengen. 4.2 Doel en opzet Het experiment heeft enkele doelen: Door intensievere regionale samenwerking tussen GGZ, arbeid wordt de kennis en deskundigheid verbreed. Hierdoor worden de mogelijkheden tot maatschappelijke participatie en toeleiding naar arbeid van mensen met o.a. psychische beperkingen vergroot. De partners hebben een welomschreven gezamenlijke visie op en aanpak van de gedeelde uitdaging en op de samenwerking. Borgen van de intensieve regionale samenwerking door het vastleggen van afspraken. Een constructieve en concrete samenwerking komt tot stand via verschillende stappen: 1. Kennismakingsnamiddag: partners worden uitgenodigd om elkaar te leren kennen 16/12/2011 In de periode tussen het netwerkevenement en de doordenkdag wordt door de stuurgroep van OKN en LUCAS KU Leuven nagedacht welke knelpunten en belangrijke thema s in de volgende stap aan bod kunnen komen. 2. Doordenkdag en opstellen van samenwerkingsexperiment: uitwerken van mogelijke samenwerkingspaden in kleine werkgroepjes en onder begeleiding van een moderator 10/02/2012 3. Onderhoud, opvolging en bijsturing van de samenwerking Sinds de doordenkdag worden er vergaderingen gepland waarbij de verschillende sectoren kennis delen, informatie uitwisselen en samenwerkingsverbanden opbouwen. 15

Deel 4 Kennismakingevent en doordenkdag In de volgende paragrafen wordt dieper ingegaan op deze verschillende stappen. Informatie, presentaties kan u terugvinden op: https://sites.google.com/a/vdab.be/openkennis/agenda/netwerkevenement meetjesland 1 4.3 Elkaar leren kennen: kennismakingsnamiddag 4.3.1 Doel Het doel van de kennismakingsnamiddag is om mensen te motiveren om met elkaar samen te werken. Aangezien veel organisaties geen kennis hebben van elkaars activiteiten en methoden is het belangrijk om met het oog op verdere samenwerking elkaar te leren kennen. Hierbij moet men voldoende gefocust blijven op de noden van de regio en het werkveld. Daarnaast is het ook van belang de beleidsmakers voldoende op de hoogte te stellen en te betrekken bij het samenwerkingsinitiatief. 4.3.2 Aanwezigen Bij de begeleiding van mensen met psychische problemen naar tewerkstelling werken veel actoren samen, zoals ggz hulpverleners (psychologen, psychiaters ), arbeidsgeneesheren, jobcoaches, uitkerings en re integratie instanties, trajectbegeleiders, partners Empowerment en Zorg. Ook CAW s, DAC s, adviserend geneesheren en OCMW s spelen hierin hun rol. De mogelijkheid tot kennismaking werd aan zoveel mogelijk betrokken actoren in de regio Eeklo aangeboden. Er namen 26 organisaties en 62 mensen deel aan de kennismakingsnamiddag. Elke organisatie die deelnam werd gevraagd om op voorhand een formulier in te vullen waarop men aangeeft: Wat de organisatie bijdraagt tot arbeidsrehabilitatie Het aantal personeelsleden Contactpersonen, openingsuren, relevante websites Interesse tot samenwerking Deze formulieren (zie bijlage en op de website van het OKN) werden aan alle deelnemers bezorgd zodat men elkaar snel en efficiënt kan contacteren, een belangrijke voorwaarde om samenwerking mogelijk te maken. 4.3.3 Inhoud De kennismakingsnamiddag werd zo opgesteld dat deze het midden hield tussen een theoretische uiteenzetting en een actieve workshop. Door te focussen op lokale noden, het werkveld te betrekken en casussen te ontlenen van de participerende organisaties, wordt de relevantie verhoogd. De dag werd als volgt opgebouwd: 1. Introductie en welkomstwoord 16

Deel 4 Kennismakingevent en doordenkdag 2. Presentatie Uitdaging tot samenwerking door John Vandelanotte (voorzitter Open kennisnetwerk) 3. Overzicht van alle betrokken actoren door Koen Lefevre (Verpleegkundig directeur PZ Sint Jan Eeklo) Het doel van deze presentatie is een overzicht te bieden van de verschillende aanwezigen op het netwerkevent. In eerste instantie was het de bedoeling een mindmap te creëren, maar vanwege het grote aantal voorzieningen zou dit onoverzichtelijk zijn. Daarom werd er gekozen om een korte samenvatting te bieden van de verschillende organisaties. 4. Panelgesprek Het algemene doel van het panelgesprek is noden en samenwerkingsinitiatieven uit te lokken, te onderkennen en te synthetiseren (Figuur 2). Om dit te doen werden casussen gebruikt, deze werden op voorhand opgevraagd, verwerkt en teruggestuurd naar de deelnemers met begeleidende vragen (zie bijlage). Het panelgesprek werd geleid door Iris De Coster (LUCAS KU Leuven). DUIDELIJKHEID Dit drijft ons, zo doen we het in onze dagelijkse werking Casussen COMMITMENT Dit verbindt ons Openingen voor samenwerking GEDEELDE STRATEGIE Prioriteiten voor de regio Figuur 2 Achterliggend schema panelgesprek 4.3.4 Evaluatie en adviezen Uit de evaluatie van het kennismakingsevent wordt besloten dat het belangrijk is dat de panelleden zoveel mogelijk ervaring hebben met de doelgroep zodat men zich kan inleven in de casussen. Deze casussen worden best op een dia gepresenteerd zodat het publiek een overzicht heeft van de belangrijkste elementen. Dit maakt het voor de moderator ook mogelijk om, wanneer het gesprek afdwaalt, de aandacht bij de casus te brengen. De eerste presentaties kunnen best zo kort mogelijk gehouden worden zodat er voldoende tijd is voor een uitgebreid panelgesprek met aanvullingen vanuit de zaal. Een panelgesprek van 1.5h is daarbij ideaal. 17

Deel 4 Kennismakingevent en doordenkdag Indien de meeste deelnemers niet aanwezig zijn op een eerste algemene lezing met daarop de uitleg van w² en artikel 107, is het mogelijk dit opnieuw kort uit te leggen. 4.4 Samenwerking uitbouwen: doordenkdag 4.4.1 Aanwezigen In totaal namen 42 mensen deel aan de doordenkdag (bijlage 8.5.1 voor uitnodiging). De deelnemers zijn afkomstig van verschillende organisaties zoals het PZ Sint Jan, VDAB, Beschutte/Sociale Werkplaatsen, SERR RESOC Bovendien hebben de verschillende deelnemers een ander profiel (adviserend geneesheer, trajectbegeleiders, hulpverleners, directeur, OCMW consulenten ). 4.4.2 Inhoud Tijdens de doordenkdag zoekt men samen naar constructieve oplossingen rond vier veelgehoorde thema s. De bedoeling van de dag is om enkele concrete acties te bedenken om zo een aanzet te hebben tot verdere uitwerking. Om de dag te starten werd een korte inleiding gegeven over het nut van samenwerken en het belang van sociale innovatie om belangrijke doelstellingen te verwezenlijken. Hierdoor kregen de deelnemers de boodschap om out of the box te denken en open te staan voor elkaars meningen. Vanuit het panelgesprek en de evaluatieformulieren werden volgende thema s uitgekozen om verder uit te werken. Iedereen werkt gedurende de dag rond één thema: 1. Thema 1: Werkgevers motiveren (ontmoeten, sensibiliseren en ondersteunen) Hoe werkgevers ontmoeten? Hoe werkgevers sensibiliseren? Hoe werkgevers ondersteunen? 2. Thema 2: Schriftelijke en mondelinge communicatie optimaliseren Hoe opschuiven in het continuüm van geen samenwerking over beperkte tot frequente samenwerking? Dossiervorming: Is het dossier gefocust op gelijkaardige elementen? Is het dossier gefocust op krachten van de persoon? Kunnen delen van dossiers door elkaar ingevuld worden zodat een volledig beeld ontstaat en geen nieuwe informatie opgezocht moet worden? Wie heeft nood aan wat in het dossier? Uitwisseling medische informatie en privacy Mondeling overleg (vergaderingen, continuïteit garanderen ) 18

Deel 4 Kennismakingevent en doordenkdag Wie mis je in vergaderingen? Wanneer bel je en wanneer wacht je hiermee tot de volgende vergadering? 3. Thema 3: Professionalisering van de medewerkers: SE en w² Hoe dezelfde herstelvisie ontwikkelen en delen? Hoe kennis nemen van elkaars werkveld en nieuwe informatie delen? Welke competenties moeten medewerkers hiervoor ontwikkelen? 4. Thema 4: In het teken van de patiënt/burger: SE Wat is nodig voor de overgang van opname naar de samenleving? Wat moet de patiënt kunnen, hebben & doen om de overgang te faciliteren? Wie zijn gemotiveerde cliënten? Wat zijn ideale tewerkstellingsuitkomsten? Wat is het doel van de begeleiding? Wanneer is iemand arbeidsklaar? De drie centrale vragen bij elke groep zijn: 1) Wat willen we bereiken (doel)? 2) Welke veranderingen kunnen we invoeren die tot een verbetering zal leiden in de samenwerking? 3) Hoe weten we dat een verandering een verbetering is (meten)? De verschillende groepen worden begeleid door moderatoren die op voorhand een draaiboek ontvangen waarin de verschillende stappen worden toegelicht (zie bijlage 8.5.2). Elke moderator had enige expertise met het domein. De verschillende stappen tijdens de dag kunnen als volgt weergegeven worden: Groepsopdracht per thema Ideeën uitwerken Post it ronde Doelen worden SMARTIE doelen Kennismaking Uitwerken van acties in kleine groep Concrete acties verder uitwerken Waarom is dit thema zo belangrijk? Acties in werkgroep bespreken Tijds en actieplanning Ideeën verzamelen Figuur 3 Overzicht stappen doordenkdag 19

Deel 4 Kennismakingevent en doordenkdag De uiteindelijke aanbevelingen van de werkgroepen werden gebundeld in een apart document. Dit is beschikbaar op de site van het Open KennisNetwerk en werd voorgelegd aan het beleid (Knaeps, De Coster, & Van Audenhove Ch., 2012). De belangrijkste punten zijn: Noodzaak aan bezoek van elkaars werkplek Het oprichten van een kleine groep die het mandaat krijgt om verdere acties uit te werken Het vereenvoudigen van communicatie en het schrijven van een gedeeld manifest Het vergroten van het aanbod (arbeidszorg en andere) 4.5 Evaluatie en aanbevelingen Wat betreft de praktische en inhoudelijke vormgeving van de doordenkdag, menen we enkele veranderingen aan te bevelen. De eerste ronde, waarbij men enkele algemene ideeën en knelpunten moet aanhalen, verloopt over het algemeen heel vlot. De moderatoren moeten wel, en dit geldt voor alle rondes, erop letten dat men niet bij de problemen blijft hangen. Focussen op mogelijkheden en out of the box denken is meer stimulerend. Oorspronkelijk werd er gepland om over de middag een plenaire voorstelling van acties te houden. Dit ging uiteindelijk niet door. Het geven van feedback via post its komt moeilijk op gang. De moderatoren moeten dit tijdens de lunch nogmaals aanmoedigen en zelf ook post its plaatsen. Het blijft heel moeilijk voor deelnemers om met SMART doelstellingen een concreet stappenplan uit te werken. Idealiter wordt een voorbeeld aan de werkbundel toegevoegd zodat men een beeld kan vormen van wat een goede SMART doelstelling is. Een groot risico bij het betrekken van het werkveld is dat dit verwachtingen creëert die, wanneer niet ingelost, tot frustratie kunnen leiden. Een doordenkdag kan heel krachtig zijn (het activeert het werkveld, schept enthousiasme en creëert netwerken) indien het beleid na de doordenkdag de voorstellen actief opneemt en hierover blijft communiceren met het werkveld. Hierbij is het aan te bevelen om een interorganisationele werkgroep te creëren die deze taak opneemt. Overige aanbevelingen: Het volledige kennismakingsevenement kwam tot stand vanwege de bereidheid van het psychiatrisch ziekenhuis St. Jan, GTB, VDAB. Echter, niet in alle regio s is er even veel bereidheid, tijd of middelen om samen projecten te starten. In deze gevallen, gelden volgende aanbevelingen: Het is belangrijk dat één centrale figuur of organisatie een zicht heeft van wat er leeft en speelt qua intersectorale samenwerking in Vlaanderen. Het Open KennisNetwerk van VDAB GTB neemt deze rol op dit moment op zich en is steeds meer bekend bij de verschillende organisaties. Om verder bekend te raken bij andere werkvelden (zoals het domein Welzijn/Zorg) zou men iemand met voldoende connecties in het andere werkveld kunnen aanwerven. 20

Deel 4 Kennismakingevent en doordenkdag Tijdens de recepties na de lezing, op vergaderingen of gedurende de doordenkdag uitten verschillende organisaties een sterke behoefte en nood aan intersectorale samenwerking. Echter, de expertise om dit te organiseren blijkt niet altijd aanwezig. De extra aanwerving van een medewerker (zie punt 1) biedt de mogelijkheid om meer ondersteuning te bieden aan regio s met een wens tot samenwerking. Verschillende regio s tonen nog geen wens tot intensieve samenwerking. Met het oog op de noden van de doelgroep is het echter belangrijk dat in zoveel mogelijk regio s deze samenwerking tot stand komt. Interesse tot samenwerking kan op verschillende manieren gestimuleerd worden. Afhankelijk van de regio kan men volgende stappen ondernemen: Voorbeelden aanbieden waarbij samenwerking tot succes leidde. Het positieve effect van samenwerking voor de organisatie benadrukken (lange termijn daling van kosten, sterkere marktpositie van bedrijven die samenwerken, toename van kennis van werkveld ). Concrete voorbeelden uit andere regio s zodat de implementatie zo weinig mogelijk tijd en energie kost. Bij dit alles moet wel opgemerkt worden dat wanneer regio s geen intrinsieke wens tot samenwerking hebben, de effecten van de doordenkdag en het netwerkevent beperkt blijven tot een eerste toenadering. Het Open KennisNetwerk heeft de ideale positie om kennis te verspreiden naar andere regio s over hoe bepaalde organisaties financiën hebben verzameld (cfr. Win² in Vlaams Brabant), samenwerking organiseren (OPZ Geel), projecten uitbouwen (Eeklo). Hiervoor kan men idealiter de concrete projectplannen van deze regio s gebundeld verspreiden naar zoveel mogelijk geïnteresseerden. 21

Deel 5 Gezamenlijke vorming 5 Gezamenlijke vorming 5.1 Doel en opzet Vanuit de bevindingen opgedaan in eerdere fases van het onderzoek, blijkt dat het motiveren van cliënten/klanten en werkgevers een grote moeilijkheid is voor de meeste begeleiders. Het doel van de vorming is: Creëren van informele contacten tussen verschillende organisaties Het leren erkennen van elkaars methode en mensbeelden Het opdoen van belangrijke inzichten mbt het motiveren van cliënten/klanten en werkgevers De vormingen worden aangeboden door gespecialiseerde diensten met ervaring en kennis in het thema. Voor het motiveren van werkgevers (10/05/2012) wordt beroep gedaan op het product Verkocht! van Jobcentrum West Vlaanderen. De vorming heeft een ESF label gekregen en werd reeds aan een deel van het Vlaamse werkveld aangeboden. Voor het motiveren van cliënten/klanten (15/05/2012) beroepen we ons op STEBO die via de methodiek van Vuur werkt! belangrijke handvaten zal aanreiken. 5.1.1 Aanwezigen Aangezien het netwerkevent en de doordenkdag de lokale organisaties te Eeklo heeft gemotiveerd om samen te werken, wordt aan alle aanwezigen van deze dagen een uitnodiging gestuurd (zie bijlage 8.5.4). Uiteindelijk nemen 16 mensen deel aan de vorming waaronder: psychologen, OCMW consulenten, GTB trajectbegeleiders, GA consulenten, begeleiders van arbeidszorg en Sociale Werkplaatsen en Werkwinkelconsulenten. 5.1.2 Inhoud Verkocht! Motiveren van werkgevers Tijdens deze workshop staat men in de voormiddag vooral stil bij de verwachtingen van werkgevers, telefonisch en persoonlijk contact, non verbale communicatie Vervolgens krijgen de deelnemers het Herrmann Brain Dominance Instrument model (HBDI) aangereikt. Dit model maakt het mogelijk personen (i.c. werkgevers) te classificeren in vier types: rationeel, experimenteel, behoudend en aanvoelend. Via tips leert men werkgevers te motiveren via gepaste argumenten en leert men om te gaan met weerstanden. 23

Deel 5 Gezamenlijke vorming Vuur werkt! Motiveren van klanten Tijdens de vorming van vuur werkt! werd de methode van het waarderend onderzoek (appreciative inquiry) aan de deelnemers voorgelegd. De methode bestaat uit vier stappen, waarvan de eerste twee uitgebreid toegelicht werden tijdens deze dag. De vormingsbegeleidsters en deelnemers gaan dieper in op het omgaan met weerstanden, het ingaan op positieve facetten van een verhaal en het erkenherken verken stramien. Er wordt gewerkt aan de hand van oefeningen om enkele vaardigheden rijker te worden. 5.2 Evaluatie en aanbevelingen Elke deelnemer kreeg op het einde van de twee vormingen een evaluatieformulier. Hieruit kunnen volgende aanbevelingen gedistilleerd worden: De meeste deelnemers verwachtten het meeste van de vorming Motiverende Gespreksvoering omdat velen geen rechtstreeks contact hebben met werkgevers. Echter, het Herrmann Brain Dominance Instrument (HBDI) model kan ook toegepast worden indien men geen rechtstreeks contact met werkgevers heeft. In gesprek met burgers die stage lopen kan men het model als een instrument gebruiken om communicatie met diensthoofden en collega s te bespreken. Daarnaast kan men het model ook toepassen bij netwerking, contacten met andere organisaties, eigen teamvorming Deelnemers vragen in de workshop rond werkgeversbenadering iets meer rollenspelen rond het omgaan met weerstanden. Ook het voordoen van dergelijk gesprek door de docent biedt een meerwaarde. Men had graag de aanwezigheid van een werkgever gehad. Een filmpje van een werkgever en zijn verwachtingen is ook instrumenteel om de werkgevers verwachtingen beter in beeld te krijgen en te doorvoelen. De kubus en brochures die deelnemers meekrijgen blijken een meerwaarde. De kubus op de eigen bureau een plaats geven, zorgt ervoor dat men steeds een stokpaardje heeft en het model niet uit het oog verliest. Vuurwerkt! is een methodiek die waardevol is bij de begeleiding en het motiveren van mensen met oa psychische problemen. Trajectbegeleiders en VDAB consulenten staan vaak onder enorme druk om snel naar een bepaald resultaat te werken. Vuurwerkt! bekijkt dit anders en raadt aan om eerst tijd te nemen, te luisteren en de persoon te ontvangen. Deze methodiek sluit daarom beter aan bij de taakinvulling van bv. Partners Empowerment en Zorg die voldoende tijd moeten krijgen om met de persoon op zoek te gaan naar de eigen kernkwaliteiten. Volgens de deelnemers van de workshop moet men wachten tot de tijd rijp is om deze innovatieve methodiek te integreren in de werking van GTB, VDAB Om trajectbegeleiders en consulenten te ondersteunen in hun werk met een zeer moeilijke doelgroep, is het belangrijk blijvend in te zetten op motivationele technieken. Hoewel het aanleren en gebruiken van deze technieken tijd en energie vergt, kan op lange termijn deze methode tot resultaten leiden. Casusbesprekingen met externe experts zoals psychologen 24

Deel 5 Gezamenlijke vorming maken het mogelijk om los te komen van de eigen organisatie en de beperkingen die men opgelegd krijgt (caseload, tijd ). Deelnemers hebben nood aan een voldoende sterk kader voordat rollenspelen geoefend kunnen worden. Om voldoende leerervaringen aan te bieden, zou er idealiter een opvolging moeten georganiseerd worden. 25

Deel 6 Besluit en discussie 6 Besluit en discussie Het doel van het project voor het Open KennisNetwerk is kennis en expertise over de begeleiding van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te vergaren en vervolgens te delen. Deze opdracht voert het Open KennisNetwerk uit via verschillende kanalen zoals het organiseren van lezingen en het uitwerken van producten. Aan LUCAS KU Leuven werd gevraagd om het wetenschappelijk luik rond de begeleiding van mensen met psychische problemen uit te werken. Eén van de onderliggende doelen van het Open KennisNetwerk is het verhogen van de intersectorale samenwerking omdat een geïntegreerde samenwerking tussen bv de GGZ en arbeidsrehabilitatiediensten een aantal voordelen biedt ten opzichte van een niet geïntegreerde aanpak (Drake, Becker, Bond, & Mueser, 2003). Ten eerste, blijken geïntegreerde programma s succesvoller om cliënten bij arbeidsbegeleiding te betrekken en te houden. Daarnaast zorgt samenwerking dat de communicatie tussen diverse professionals, zoals arbeidsbegeleiders, GGZhulpverleners en hun klanten vlotter verloopt. Een niet geïntegreerde aanpak leidt daarentegen vaak tot miscommunicatie en conflicterende adviezen aan de klant of werknemer. Ten derde, samenwerking resulteert in een positievere houding van hulpverleners. Aanvankelijke sceptici tov (betaald) werk, merken dat (betaald) werk niet per se bedreigend is voor cliënten, maar ook tot verbeteringen in het functioneren en tot meer zelfvertrouwen kan leiden. Dergelijke attitudeshift kan tot stand komen door meer inzicht en kennis bij arbeidsbegeleiders (in beperkingen, effecten van medicatie) en bij GGZ hulpverleners (in arbeidsvaardigheden en functioneren). Bovendien leidt het verhoogde inzicht bij verschillende partijen over elkaars expertise en de betere communicatie tot een gevoel van continuïteit bij klanten. Het is duidelijk dat intersectorale samenwerking vele voordelen biedt. Echter, het uitbouwen, implementeren en volhouden van dergelijke samenwerking is niet eenvoudig (Lal et al., 2009). Barrières voor een succesvolle samenwerking zijn onder andere (Public Health Agency of Canada, 2007): slechte interpersoonlijke relaties, geen overeenstemming over de doelgroep, beperkte communicatiestructuren, vage definities van de rol van elke organisatie en de autoriteit bij het uitvoeren van taken, verschillen in de organisatiecultuur, visie en waarden, verschillende mate van betrokkenheid en beperkte middelen (zowel in aantal werknemers als tijd). In dit rapport wordt beschreven hoe een proces tot intersectorale samenwerking rond arbeidsrehabilitatie er kan uitzien. Het proces bestaat uit verschillende stappen. In eerste instantie wordt een algemene lezing georganiseerd waarbij deelnemers basisinformatie aangeboden wordt over het eigen werkveld en dat van de andere partners. Omdat de verschillende partijen nu en in de nabije toekomst belangrijke aanpassingen gaan maken in hun werking (i.c. artikel 107, w²), is het cruciaal dat het werkveld meteen in dit verhaal instapt. Tijdens de lezing wordt bovendien gewerkt aan een gemeenschappelijke visie en taal door de introductie van de termen empowerment, herstel, krachtgerichte ontwikkeling en door in te gaan op mogelijke stappen naar samenwerking. 27

Deel 6 Besluit en discussie Een tweede fase in mogelijke samenwerking is de organisatie van een kennismakingsnamiddag waarbij de lokale partners uitgenodigd worden om met een open houding de mogelijkheden verder te bekijken. Op een doordenkdag wordt deze open houding vervolgens geconcretiseerd door het werkveld concrete acties te laten uitwerken, hen in discussie te laten gaan en naar een gemeenschappelijk eindplan te werken. Bovendien leert men elkaars organisaties beter kennen en geraakt men geboeid door samenwerking. De bevindingen van dergelijk regionaal project maakt het meeste kans om uitgewerkt te worden als het beleid vanaf de start gemotiveerd is en wil investeren. Een cruciale fase in een proces naar intersectorale samenwerking is het aanbieden van gezamenlijke vorming. Omdat de domeinen nog ver uit elkaar liggen en iedereen zijn eigen expertise heeft, is het belangrijk dat de vorming aangekondigd wordt als een eerste stap naar verdieping en verrijking. Het primaire doel is niet om een intensieve vorming uit te werken waarbij men ingaat op enkele specifieke vaardigheden. De hoofdzaak is een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen en verder te werken aan generieke competenties en een gedeelde visie en doelstellingen. Eén van de moeilijkheden bij het opstellen van een samenwerkingsproject is de financiële en tijdsinvestering. Het experiment in de regio Eeklo was mogelijk door de noodzaak aan verandering en de betrokkenheid van een externe partner die het organisatorische luik op zich kon nemen. Echter, een sterke betrokkenheid van lokale partners die taken en middelen opnemen, kan tot positievere resultaten leiden aangezien dit al een eerste stap is binnen het uitwerken van samenwerking en het opbouwen van vertrouwen. Daarnaast biedt ook het Open KennisNetwerk relevante steun door het verzamelen van informatie en het doorverwijzen naar de juiste personen. In deze nota werd, in tegenstelling tot de vorige wetenschappelijke nota s, een meer concreet samenwerkingsexperiment beschreven. In de nota worden alle concrete stappen weergegeven zodat andere regio s en initiatieven de stappen kunnen overnemen en aanpassen aan hun behoeftes. 28

Deel 6 Besluit en discussie 29

Referentielijst 7 Referentielijst Cook, J. A., Lehman, A. F., Drake, R., McFarlane, W. R., Gold, P. B., Leff, H. S. et al. (2005). Integration of psychiatric and vocational services: a multisite randomized, controlled trial of supported employment. American Journal of Psychiatry, 162, 1948. De Jaegere, V., Knaeps, J., De Groof, M., De Coster, I., DeSmet, A., & Van Audenhove, Ch. (2011). Integratie Begeleid Werken en Begeleid Leren: een transnationaal project LUCAS KU Leuven. Drake, R. E., Becker, D. R., Bond, G. R., & Mueser, K. T. (2003). A process analysis of integrated and nonintegrated approaches to supported employment. Journal of Vocational Rehabilitation, 18, 51 58. Kates, N., Craven, M., Bishop, J., Clinton, T., Kraftcheck, D., LeClair, K. et al. (1997). Shared mental health care in Canada. The Canadian Journal of Psychiatry, 42. King, R., Waghorn, G., Lloyd, C., McLeod, P., McMah, T., & Leong, C. (2006). Enhancing employment services for people with severe mental illness: the challenge of the Australian service environment. Australian and New Zealand journal of psychiatry, 40, 471. Knaeps, J., De Coster, I., & Van Audenhove Ch. (2012). Doordenkdag Eeklo. Samenwerking rond de persoon met psychische problemen en een traject naar arbeid. Samenvatting van de bevindingen van het werkveld LUCAS KU Leuven. Knaeps, J., DeSmet, A., & Van Audenhove, Ch. (2012). Nota 4: Arbeidstrajectbegeleider en de begeleiding van de MMPP doelgroep: randvoorwaarden voor goede begeleiding, kennis en attitude LUCAS KU Leuven. Knaeps, J., DeSmet, A., & Van Audenhove, Ch. (2011c). Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier betaald werk: effectieve principes in de Vlaamse praktijk LUCAS KU Leuven. Knaeps, J., DeSmet, A., & Van Audenhove, Ch. (2011b). Nota 2: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier betaald werk: Perceptie van begeleiders LUCAS KU Leuven. Knaeps, J., DeSmet, A., & Van Audenhove, Ch. (2011a). Nota 1: Ernstige psychische aandoeningen en regulier betaald werk: wat zegt de wetenschap? LUCAS KU Leuven. Lal, S. & Mercier, C. (2009). Intersectoral action to employ individuals with mental illness: Lessons learned from a local development initiative. Work, 33, 427. Public Health Agency of Canada (2007). Crossing Sectors Experiences in Interpersonal Action, Public Policy and Health. Thornicroft, G. & Transella, M. (2000). The ethical base of mental health service research. Recent developments in mental health service research in the UK. Acta Psychiatrica Scandinavica, 101, 42 46. van Erp, N. & Michon, H. (2009). Integratie van mensen met ernstige psychische stoornissen in betaald werk. In A.Ploou, S. van Rooijen, & J. van Weeghel (Eds.), Psychiatrische rehabilitatie. Jaarboek 2008 2009 (pp. 143 155). Amsterdam: SWP. 30

Bijlagen 8 Bijlagen 8.1 Overzicht van presentaties VAC te Leuven, 20/04/2012, 96 aanwezigen o Een uitnodiging tot gelijkwaardig partnerschap: Herstel en empowerment, De Coster, I., Knaeps, J. & Van Audenhove, Ch. o W² conceptnota Gailly, L. o Artikel 107, prezi Pieters, G. o The best way of working, is working together. Knaeps, J., De Coster, I. & Van Audenhove, Ch. o Arbeid en Zorg. En nu? Vandelanotte J. Kennismakingsevent, 16/12/2011, 62 aanwezigen o Uitdaging tot samenwerking Vandelanotte, J. o Overzicht van betrokken actoren in de regio Eeklo Lefevre, K. Deze presentaties en bijhorende documenten zijn terug te vinden op de website van het Open KennisNetwerk: https://sites.google.com/a/vdab.be/openkennis/agenda/zorg en arbeid complementaire en elkaarversterkende perspectieven en https://sites.google.com/a/vdab.be/openkennis/agenda/netwerkevenement meetjesland 1 31

Bijlagen 8.2 SAWOR model Voor uitgebreide informatie: http://www.kuleuven.be/lucas/pub/publi_upload/2012_esf_geintegreerde%20trajectenmmpp2012.pdf Programmacoördinator en supervisor GGZ Arbeidsspecialist + Arbeidstherapeut Opleidingsinstellingen of diensten voor studiebegeleiding / opleiding Diensten voor arbeidsbemiddeling 32

Bijlagen 8.3 Bijlage: Uitnodiging Lezing te Leuven 33

Bijlagen 34

Bijlagen 8.4 Bijlagen Kennismakingsnamiddag Zie ook: https://sites.google.com/a/vdab.be/openkennis/agenda/netwerkevenement meetjesland 1 8.4.1 Uitnodiging 35

Bijlagen 36

Bijlagen 8.4.2 Fiche voor actoren Fiche: Voorstelling van actoren Het is de bedoeling dat u kort beschrijft wat in uw praktijk of werking doorgaans de regel is bij de begeleiding van klanten/cliënten/patiënten/ (naar werk). Ook willen we graag meer over uw samenwerkingservaringen en verwachtingen horen. Hoewel niet alle vragen voor iedereen van toepassing zijn, willen we vragen zo veel mogelijk velden in te vullen. Er wordt op het einde open ruimte voorzien voor extra informatie. Deze informatie wordt later op de site gezet zodat iedereen dit kan nalezen. TOELICHTING BIJ UW VOORZIENING EN BEGELEIDING NAAR WERK Personeel Doelpopulatie Aanmelding Kostprijs voor de persoon Aanbod in werken met de doelgroep naar arbeid Aantal medewerkers en functie van medewerkers die betrokken (kunnen) zijn in dit project Inclusie en exclusiecriteria Wachtlijsten, intakegesprek Kost per begeleiding/consult, subsidies vanuit overheid 1) Hoe ziet een begeleiding/traject er doorgaans uit? 2) Visie op arbeid zorg welzijn 3) Methodes in begeleiden naar werk 4) Wat zijn de specifieke sterktes van het personeel (kennis, vaardigheden, attitude) 5) Betrokkenen in begeleiding (individu, groep, partners, gezin, netwerk) Samenwerkingservaringen in begeleiding naar Met wie werkt u al samen uit de onmiddellijke omgeving? Wat ervaart u hierbij? 37