Geert JENNES. VIVES, KU Leuven (**) Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013

Vergelijkbare documenten
De hervorming van de BFW: een beoordeling van zijn gevolgen voor het Belgische begrotingsfederalisme Geert Jennes.

Spoor A2: De overdrachten aan de Gemeenschappen en Gewesten in het kader van de Bijzondere Financieringswet: K. Algoed D.

De 6 de staatshervorming en de Bijzondere Financieringswet: een evaluatie

Spoor A2: De overdrachten aan de Gemeenschappen en Gewesten in het kader van de Bijzondere Financieringswet: e versie

De federale dotaties voor het Vlaams en Franstalig onderwijs Evolutie en verdeling

VISIE COVERVERHAAL NIEUWE STUDIE SCHUIFT 16 MILJARD NAAR VOREN

Publieke transferten tussen de Belgische gewesten Geert Jennes.

DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE

Publieke transferten tussen de Belgische gewesten Geert Jennes.

Themanummer Beschouwingen bij de hervorming van de Bijzondere Financieringswet

Transfers tussen de Belgische gewesten uit intrestlasten op de federale overheidsschuld. Geert Jennes.

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Themanummer De financiën van de lokale overheden: evoluties en uitdagingen

De Bijzondere Financieringswet

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten

De zesde staatshervorming en de

Een nieuw beleidsinstrument voor de Vlaamse overheid: regionale opcentiemen op de personenbelasting

Effect van het beleid van de regering-michel op de begrotingstransferten tussen de Belgische gewesten ( ) Geert Jennes

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN ONDERZOEKSEENHEID CENTRUM VOOR ECONOMISCHE STUDIËN LEUVENSE ECONOMISCHE STANDPUNTEN 2012/137

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Bijwerking van het advies van maart 2011 ten gevolge van de gewijzigde economische context

Oeso s jaarrapport over België: Een commentaar

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Veelgestelde vragen Brochure Vlaanderen betaalt de Belgische factuur juni 2013

Werkgeversbijdragen - 25% (schokeffect economie) -6,3. Werknemersbijdragen - 25% (gespreid in de tijd) -3,0

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018

DOWNLOAD OR READ : DE NIEUWE BIJZONDERE FINANCIERINGSWET VAN DE 6 PDF EBOOK EPUB MOBI

Btw-verhogingen en indexsprong... Een explosieve cocktail voor de koopkracht

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING:

Kinderarmoede, de erosie van de kinderbijslagen en de staatshervorming

REKENHOF. Onderzoek van de begroting 2016 van de Vlaamse Gemeenschap

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( )

Advies. Tussentijds advies over het begrotingsbeleid van de Vlaamse gemeenschap

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 25 mei 2014 voor de Vlaamse politieke partijen. Jef Smulders en Bart Maddens

De hervorming van de Bijzondere Financieringswet: wat zijn de gevolgen voor de houdbaarheid van de federale en gewestelijke overheidsfinanciën?

Een efficiënter België decentraliseert zowel ontvangsten als uitgaven

Regionale economische vooruitzichten

Waar staan we? Enkele begrippen verduidelijkt Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? 30 JAAR DEFICITS EN SCHULD IN BELGIË. Inhoud van de lezing

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Evaluatie van begroting 2013

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

DE BIJZONDERE FINANCIERINGSWET: HEDEN EN

De financiële gevolgen van de verkiezingsuitslag van 25 mei 2014 voor de Vlaamse politieke partijen. Jef Smulders en Bart Maddens

Meeruitgaven in 2005 t.o.v voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Regionale Verschillen in Loonkosten en Arbeidsproductiviteit. Jozef Konings & Luca Marcolin

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel

VLAAMS PARLEMENT VERSLAG. van het Rekenhof

Juni 2012 De hervorming van de wet betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten 67

Moeten de Brusselse gemeenten worden gefuseerd?

September 2014 Vooruitzichten inzake de financiën van de gemeenschappen en de gewesten

DISCUSSION PAPER 4 DE BIJZONDERE FINANCIERINGSWET VOOR DUMMIES ANDRE DECOSTER WILLEM SAS. discussion paper

Voorstelling van het verslag van maart 2015 van de HOGE RAAD VOOR FINANCIËN AFDELING "FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID"

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

VR DOC.0282/1BIS

De regionale impact van de economische crisis

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten

Uitdagingen voor de sociale zekerheid vanuit een macro-economisch perspectief

De onderhandelingsnota van Johan Vande Lanotte tegenover de compromistekst van Bart De Wever en de voorstellen van AK-VSZ: deel 2

Economisch Tijdschrift. September 2014

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

The aim of this article is to present an overview of the current Special Finance

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

2. Zal de Vlaamse Gemeenschap hiervoor door de federale overheid gecompenseerd worden?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Nieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

De onderhandelingsnota van Johan Vande Lanotte tegenover de compromistekst van Bart De Wever en de voorstellen van AK-VSZ: deel 1

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

nr. 709 van MARTINE TAELMAN datum: 13 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Dienstenchequeondernemingen - Opleidingsfonds

De winnaars en verliezers van 14 oktober

De schommelingen van de verdeelsleutel van het aan de gewesten toegewezen gedeelte van de personenbelasting

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Macro-economische uitdagingen ten gevolge van de vergrijzing

Elasticiteit van de personenbelasting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten

HOGE RAAD VAN FINANCIEN AFDELING «FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID»

2. Simulatie van de impact van een "centen i.p.v. procenten"-systeem

België scoorde in blessuretijd: de cijfers

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Een simulatie van de toekomstige verdeling van zetels over de provincies bij Kamerverkiezingen ( )

Transfers & Regionale Groei. Damiaan Persyn

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE?

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2

~LGEMEEN lweheers~omite

ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD

Begrotingsopmaak 2012 Philippe Muyters

Transcriptie:

Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 Effect van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten, met bijzondere aandacht voor het BHG (2012-2030) (*) Geert JENNES VIVES, KU Leuven (**) (*) Met dank aan Tim Goesaert en Damiaan Persyn voor hun hulp bij de Vladymo-simulaties, en aan Luc Coosemans en Danny Geerts voor opmerkingen op een vorige versie van deze tekst. (**) Het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving, Vives, is een economisch onderzoekscentrum dat via fundamenteel en toefpast onderzoek wil bijdragen tot het maatschappelijk debat inzake de economische en maatschappelijk ontwikkeling van regio s, in het bijzonder van Vlaanderen. Vives is als onderzoekscentrum wetenschappelijk en juridisch geïntegreerd binnen de K.U. Leuven. Vives werkt ook samen met research fellows uit andere universiteiten. 139

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 Tekst afgesloten eind januari 2013 140

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten Inhoudsopgave 1 Samenvatting 143 2 Inleiding 144 3 Overzicht van de hervorming van de BFW 147 3.1 Inzake oude bevoegdheden 147 3.2 Inzake nieuwe bevoegdheden 148 4 Methodologie voor de berekening van inter gewestelijke transferten 150 5 Resultaten 154 5.1 Transferten onder de oude BFW 154 5.2 Transferten onder de nieuwe BFW 156 5.3 Verschil tussen transferten onder de nieuwe en de oude BFW 159 6 Bibliografie 162 7 Bijlage: Robustness checks 163 7.1 Lagere PB-elasticiteit 163 7.2 Convergentiescenario 163 141

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 142

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten 1 Samenvatting Een belangrijke component van de 6 de staatshervorming is de nieuwe Bijzondere Financieringswet (bfw), die de financiering van de Belgische Gewesten en Gemeenschappen (g&g) bepaalt. Een wijziging van de financiering van de g&g die in het oog springt is de aanzienlijke extra financiering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bhg). We simuleren de budgettaire transferten tussen de Belgische Gewesten die vervat zijn in de nieuwe bfw, inbegrepen de herfinanciering van het bhg, en vergelijken deze met een simulatie van de transferten uit de oude bfw, over de periode 2012-2030. Onze veronderstelling daarbij is dat de nieuwe bfw zou zijn ingegaan in 2012. We schatten dat de hervorming van de bfw de transferten naar het bhg in 2012 met 0,03 % van het (Belgische) bbp verhoogt (of 120 miljoen euro), terwijl deze toename zal zijn opgelopen tot 0,09 % (of 412 miljoen euro) in 2015, waarna deze toename licht zal afnemen, tot 0,08 % van het bbp in 2030. Deze percentages kunnen resp. worden vergeleken met een totaal van 0,07 % van het bbp aan transferten naar het bhg onder de oude bfw in 2012, met 0,08 % in 2015, en met 0,08 % in 2030. Het besluit is dat de hervorming van de bfw de transferten naar het bhg vanaf 2015 jaarlijks (meer dan) zal doen verdubbelen. Tegelijk verwezenlijkt de hervorming van de bfw een transfertentoename uit het Vlaamse Gewest die ongeveer even groot is als de transfertentoename naar het Brusselse Gewest. Het Waalse Gewest ziet zijn inkomende transferten uit de bfw daarentegen ongeveer gelijk blijven over de beschouwde periode. 143

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 2 Inleiding Een belangrijke component van de 6 de staatshervorming is de nieuwe Bijzondere Financieringswet (bfw), inbegrepen de belangrijke herfinanciering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bhg). De bfw bepaalt de financiering van de Belgische Gewesten en Gemeenschappen (g&g). Deze financiering is gebaseerd op allerlei parameters, waarvan de belangrijkste de economische groei, de Gewestelijke aandelen in de opbrengst van de Personenbelasting, en demografische factoren zijn (zoals de resp. aandelen van de Gemeenschappen in de bevolking jonger dan 18 jaar voor wat betreft de zogenaamde btw-dotatie). Zowel de oude als in de nieuwe bfw geven aanleiding tot (netto-?!) begrotingstransferten tussen de drie Belgische Gewesten, d.w.z. tot verschillen tussen wat per Gewest wordt bijgedragen tot de federale belastingontvangsten en wat per Gewest wordt ontvangen door toedoen van de bfw. Hierna simuleren we de transferten die vervat zijn in de nieuwe bfw zoals deze beschreven is in het Vlinderakkoord (zie Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 2011), en vergelijken we deze met de transferten uit de oude bfw, met bijzondere aandacht voor het bhg, gezien het bhg op het eerste gezicht en in ontvangstentermen de grote winnaar lijkt van de hervorming van de financiering van de Belgische g&g. We voeren onze simulatie uit aan de hand van een algemeen macro-economisch model, Vladymo, dat ons toelaat simulaties op lange termijn uit te voeren. We gaan er daarbij eenvoudigheidshalve vanuit dat de nieuwe bfw in werking is getreden in 2012 (in de praktijk zal dit naar verluidt in 2014 of 2015 zijn), en simuleren haar werking tot het jaar 2030. Deze simulaties zijn een vereenvoudiging van de toekomstige werkelijkheid (= statische analyse), gezien deze simulaties geen rekening houden met mogelijke gedragsreacties van de verschillende Belgische overheden op de wijzigingen in de bfw, zoals reacties op de wijzigingen in de mate van belastingautonomie en in de mate van dotatiefinanciering (= dynamische analyse). De hervorming van de bfw zal de mate waarin de Belgische gewesten worden gefinancierd door eigen belastingopbrengsten voor alle Gewesten verhogen. Maar tegelijk zal het bhg na de uitvoering van deze hervorming het gewest worden dat het meeste afhangt van dotatiefinanciering (nog afgezien van de belangrijke dotatieverhogingen voor de Gemeenschappen die op het grondgebied van het bhg actief zijn). Onder de oude bfw daarentegen was het bhg het Belgische gewest dat het meest met eigen belastingopbrengsten werd gefinancierd. Petterson-Lidbom (2010) toonde voor Zweedse lagere overheden aan dat (het vooruitzicht van) nieuwe dotaties een verhogend effect hebben op het begrotingstekort en de schuldgraad van de ontvangende lagere overheden ( moral hazard -probleem). Case, Hines en Rosen (1993) toonden voor Amerikaanse deelstaten aan dat dotatiefinanciering tot hogere uitgaven door deze deelstaten leidt dan belastingautonomie voor hetzelfde bedrag 144

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten ( the flypaper effect ). Jennes (2011) toonde voor Brusselse gemeenten aan dat dotatiefinanciering gepolitiseerd wordt, namelijk dat alignment tussen politieke partijen die op gemeenteniveau aan de macht zijn en partijen die op het subsidiërende niveau aan de macht zijn leidt tot meer dotaties. Dergelijke gedragsreacties zullen in meer of mindere mate ook ten gevolge van de hervorming van de bfw plaatsvinden (niet alleen wat het bhg betreft), en zullen op hun beurt een impact hebben op de ontvangsten van en de transferten tussen de Belgische overheden. Een simulatie (= statische analyse) van de transfertenimpact van de hervorming van de bfw is maar 1 manier om de hervorming van de bfw kunnen beoordelen, naast de mogelijk belangrijkere- invalshoeken van het nagaan van de impact van de hervorming van de bfw op de groeigerichtheid en de zuinigheid van het uitgavenbeleid van de g&g (= dynamische analyse). Er is een verschil tussen intergewestelijke transferten vervat in de bfw en de andere transfertensoorten, zoals de transferten in de Sociale Zekerheid (sz) en de transferten in de federale begroting zonder de sz (1).De eerstgenoemde transfertensoort betreft publieke stromen tussen overheden, terwijl de 2 de en 3 de soort stromen van overheden naar burgers betreffen (2). In wat volgt maken we 1 In volume overtreffen deze laatste 2 transfertensoorten overigens de transferten uit de BFW. Bovendien maken we in onze simulatie abstractie van de gevolgen van de BFW-hervorming op de ontvangsten van de federale overheid (inbegrepen de SZ), en langs die weg op de federale uitgaven en het federale begrotingssaldo (dynamische analyse). Op hun beurt zullen die gevolgen een onvermijdelijke intergwestelijke transfertenimpact hebben: Wegens de overdracht van een aantal federale en SZ-uitgaven naar de G&G zullen deze niet langer een impact op de transferten uit de SZ en de federale begroting hebben. Een aantal dotaties binnen de nieuwe BFW die onder de oude BFW niet bestonden, zoals de herfinanciering van het BHG en het overgangsmechanisme, nemen middelen weg van de federale overheid die ook onder de oude BFW een transfertenimpact hadden, zonder dat we deze impact kennen. Dit staat in tegenstelling tot de transfertenimpact van andere dotaties, zoals de nieuwe Gewest- en Gemeenschapsdotaties, waarvan we de transfertenimpact onder de oude BFW wel konden inschatten. Door deze ongekende impact niet in rekening te brengen (m.a.w. door de facto te veronderstellen dat deze impact onder de oude BFW nul is), over- of onderschatten we onvermijdelijk de transfertenimpact van de hervorming van de BFW. Het zou kunnen dat in ruil voor de herfinanciering van het BHG een aantal bestaande federale begrotingsposten die sterk het BHG begunstigen, zullen worden verminderd of zelfs geschrapt, wat netto de transfertenverhoging naar het BHG zou verminderen. Een voorbeeld is het federale Grootstedenfonds. Meer in het algemeen gesteld: In onze veronderstelling van een nominale elasticiteit van 1,25 zal de hervorming van de BFW de belastingontvangsten die na financiering van de G&G overblijven voor de SZ en de federale overheid netto verminderen: als de federale overheid deze vermindering compenseert door een groter overheidstekort of door een belastingverhoging (cfr/ dynamische analyse) zal deze een heel andere transfertenimpact hebben (= waarschijnlijk hogere transferten uit het Vlaamse Gewest) dan als de federale overheid deze compenseert met een uitgavenverlaging (= waarschijnlijk lagere transferten uit het Vlaamse Gewest). Analoog in de (realistischere) veronderstelling van een lagere elasticiteit met als gevolg dat de hervorming van de BFW de belastingontvangsten die na financiering van de G&G overblijven voor de SZ en de federale overheid netto zal vermeerderen. 2 Dit onderscheid kan verder gepreciseerd worden. Gezien alle belastingen uiteindelijk wordenbetaald door burgers, zijn het burgers die aan de oorsprong liggen van alle transferten. Bovendien hevelt de hervorming van de BFW een deel van de SZ over naar de G&G (o.m. de kinderbijslagen), waardoor de BFW voortaan ook deels transferten van overheden naar burgers regelt. 145

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 enkel een voorspelling van de evolutie van de transferten tussen de Gewesten als gevolg van de werking van de bfw. Hierna geven we eerst een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de bfw als gevolg van de zesde staats hervorming daarna stellen we onze gebruikte methodologie van transfertenberekening voor, vervolgens geven we een samenvatting van onze resultaten met bijzondere aandacht voor het bhg, Tenslotte overlopen we in bijlage een aantal door ons uitgevoerde robustness checks /sensitiviteitsanalyses, die de gevoeligheid van deze resultaten toetsen aan wijzigingen in bepaalde veronderstellingen. 146

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten 3 Overzicht van de hervorming van de BFW De belangrijkste wijzigingen die de hervorming van de bfw zal doorvoeren zijn de volgende: 3.1 Inzake oude bevoegdheden Verticale verschillen (= verschillen in financiering tussen de g&g enerzijds en de federale overheid (fo) anderzijds): 1. het bhg ontvangt een extra financiering: het bhg ontvangt vanaf 2012 een extra toelage van 134 miljoen euro, die oploopt tot 461 miljoen euro in 2015 een deel van die som bestaat uit zogenaamde geaffecteerde middelen, d.w.z. waarvoor de bestedingscategorie vastligt: 110 miljoen euro in 2012; het tweede deel van de nieuwe financiering betreft middelen waarover het Gewest vrij zou kunnen beschikken: 24 miljoen euro in 2012 op kruissnelheid, d.w.z. in 2015, zal het bhg 461 miljoen euro extra krijgen, waarvan dan 233 miljoen euro geaffecteerd en 228 miljoen vrij te besteden binnen deze 461 miljoen euro zal na 2015 de mobiliteitsdotatie jaar na jaar toenemen met de inflatie en met 50 % van de economische groei, zal de dode-hand-dotatie enkel toenemen met de inflatie, en zullen de andere dotaties nominaal gelijk blijven, om te zorgen dat het jaarlijkse totaalbedrag nooit hoger zal liggen dan 0,1 % van het (Belgische) bbp (3) 2. de federale overheid deelt de elasticiteitsbonus die ze haalt uit de Personenbelasting (pb) voortaan met de g&g doordat 25 % van de opbrengst van de totnogtoe federale pb zal kunnen worden geheven door de Gewesten; deze pb-autonomie komt in de plaats van de oude pb-dotatie aan de Gewesten 3. de bijdrage aan de pensioenen van de eigen ambtenaren door de g&g wordt verhoogd 4. de dotatie Kijk- en Luistergeld (klg) aan de Gemeenschappen wordt bij de btw-dotatie aan de Gemeenschappen gevoegd, waardoor deze voortaan ook toeneemt in de tijd met 91 % van de economische groei, i.p.v. enkel met de inflatie onder de oude bfw 3 Me t bbp bedoelen we in deze tekst het Belgische bbp. 147

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 5. er geldt een andere grondslag, berekening en evolutie van de solidariteitsbijdrage voor de Gewesten, waardoor deze vertrekt van een lager startbedrag in 2012 maar sneller zal toenemen dan onder de oude bfw Horizontale verschillen (= verschillen in financiering tussen de g&g onderling): 1. de Lambermontturbo, die onder de oude bfw in het voordeel van de Vlaamse Gemeenschap werkte, doordat een toenemend deel van de btw-dotatie gekoppeld was aan de aandelen van de Gemeenschappen in de pb-opbrengst, i.p.v. aan hun aandelen in de leerlingenaantallen, wordt stilgelegd 2. doordat de dotatie Kijk- en Luistergeld (klg) aan de Gemeenschappen bij de btw-dotatie aan de Gemeenschappen wordt gevoegd, wordt deze tussen de Gemeenschappen verdeeld op een wijze die ongunstiger is voor de Vlaamse Gemeenschap 3.2 Inzake nieuwe bevoegdheden Verticale verschillen: 1. De in 2012 over te dragen middelen voor de nieuwe Gewestbevoegdheid werk worden met 10 % verminderd. 2. De dotaties voor nieuwe Gewest- en Gemeenschapsbevoegdheden nemen toe met 70 % resp. 82,5 % van de economische groei (behalve voor kinderbijslag: 0 %), inflatie, en (enkel voor de Gemeenschapsbevoegdheden) het aandeel van de relevante bevolking in de totale bevolking, terwijl we veronderstellen dat onder de oude bfw de vermelde percentages steeds 100 % waren (behalve voor kinderbijslag: 0 %) Horizontale verschillen: Onder de nieuwe bfw geldt een andere verdeling tussen de g&g inzake alle nieuwe bevoegdheden dan wanneer deze federaal zouden zijn gebleven (= onder de oude bfw). (werk, belastinguitgaven, kinderbijslag, gezondheidszorg, en ouderenzorg). De nieuwe Gewestdotaties worden voortaan volgens het resp. Gewestelijke aandeel in de pb verdeeld; de nieuwe Gemeenschapsdotaties volgens de relevante demografische aandelen. De som van al deze (verticale en horizontale) verschillen in 2012 resulteren tenslotte in de bedragen die elke g&g moet betalen c.q. mag ontvangen wat betreft het zgn. overgangsmechanisme. Uitzondering hier zijn het bedrag 148

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten dat het bhg als herfinanciering ontvangt en de extra pensioenbijdrage door de g&g, die beide buiten het overgangsmechanisme blijken te vallen. Een g&g die ten gevolge van de opgesomde wijzigingen minder ontvangt uit de nieuwe bfw in 2012 dan onder de oude bfw, krijgt het nominale bedrag van die minderontvangst in 2012 vanaf 2012 gedurende de 10 volgende jaren uitbetaald (analoog voor een meerontvangst). Vanaf 2022 wordt die compensatie elk jaar met 10 % verminderd. Voor de berekening van het overgangsmechanisme veronderstellen we dat de nieuwe bevoegdheden waarin de nieuwe bfw voorziet ook onder de oude bfw reeds bevoegdheden van de g&g waren. Uit bovenstaande overzicht blijkt dat we de extra financiering van het bhg alsook de extra bijdrage van de g&g aan de federale overheid voor de betaling van de pensioenen van hun ambtenaren beschouwen als deel uitmakend van de nieuwe bfw, alhoewel dit vanuit juridisch standpunt niet het geval hoeft te zijn. 149

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 4 Methodologie voor de berekening van intergewestelijke transferten Voor de berekening van de transferten tussen de Gewesten uit de bfw nemen we de volgende stappen: We berekenen eerst de aandelen van de drie Gewesten in de totale federale belastingopbrengsten voor elk jaar van de periode 2012-2030. Wat betreft de Personenbelasting (pb) maken we daartoe gebruik van de simulatie van deze aandelen in het Vladymo-model, waarbij we uitgaan van het divergentiescenario A2 (d.w.z. het basisscenario) van het Planbureau (2011) (aanhoudende (licht) betere groei in het Vlaamse Gewest vergeleken met de 2 andere Gewesten), en van een nominale pb-elasticiteit van 1,25 (d.w.z. de toename van de pb-opbrengsten t.o.v. de nominale bbp-groei die overeenstemt met de reële pb-elasticiteit van 1,5 die aan de grondslag lag van het Vlinderakkoord). Beide samen zullen er volgens onze voorspelling voor zorgen dat het aandeel van het Vlaamse Gewest in de Belgische pb-opbrengsten (licht) zal (blijven) toenemen over de beschouwde periode, zie tabel 1 (4). Tabel 1: Aandelen van de Belgische Gewesten in de PB-opbrengst (2012-2030) 2012 2013 2014 2015 2020 2025 2030 Vlaams Gewest 63,25 % 63,28 % 63,33 % 63,36 % 63,46 % 63,75 % 64,03 % Waals Gewest 28,26 % 28,24 % 28,23 % 28,21 % 28,12 % 27,90 % 27,68 % Brussels Gewest 8,49 % 8,48 % 8,44 % 8,44 % 8,42 % 8,36 % 8,29 % Totaal 100,00 % 100,00 % 100,00 % 100,00 % 100,00 % 100,00 % 100,00 % Bron: Vladymo, Planbureau Voor de andere 3 grote federale belastingsoorten ( Vennootschapsbelasting, btw en Accijnzen) gebruiken we eenvoudigheidshalve en bij gebrek aan Gewestelijk uitgesplitste basisgegevens de Gewestelijke aandelen die we elders berekend hadden voor het jaar 2007. (zie Vives 2012) We veronderstellen daardoor dat deze Gewestelijke aandelen constant blijven tussen 2007 en 2030 (5). Tabel 2 geeft deze aandelen weer. 4 De impact van de belastingmaatregelen van de regering di Rupo op deze Gewestelijke aandelen is niet in deze simulatie meegerekend. 5 Gezien ons doel is de impact van de hervorming van de BFW op de intergewestelijke transferten te meten, heeft deze vereenvoudigende veronderstelling geen impact op het resultaat: het verschil tussen intergewestelijke transferten onder de oude en de nieuwe BFW staat immers los van de grootte van de Gewestelijke aandelen in Vennootschapsbelasting, BTW en Accijnzen. 150

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten Tabel 2: Aandelen van de Belgische Gewesten in de opbrengst van 3 grote federale belastingsoorten (2007) VennB BTW Accijnzen Vlaams Gewest 57,73 % 60,00 % 50,49 % Waals Gewest 23,65 % 31,09 % 38,94 % Brussels Gewest 18,61 % 8,92 % 10,57 % Totaal 100,00 % 100,00 % 100,00 % Bron: Vives 2012 Vervolgens berekenen we middels de vier verdeelsleutels nl.1 per belastingsoort de resp. bijdragen van de drie Gewesten aan de totale jaarlijkse federale belastingontvangsten. Tabel 3 geeft de resultaten weer. Zo kennen we ook de jaarlijkse bijdragen van de drie Gewesten tot de totale middelenstroom naar de g&g waarin de bfw voorziet. (We hebben het dan uiteraard over de bfw-middelenstroom zonder de eigen belastingontvangsten van de Gewesten (registratierechten, erfenisrechten e.d.m.), omdat eigen belastingontvangsten per definitie niet tot intergewestelijk transferten kunnen leiden.) Meteen kennen we ook de aandelen in de bfw-ontvangsten van de resp. Gewesten, mochten deze ontvangsten volgens het juste retour -criterium worden toegekend (6). Tabel 3: Aandelen van de Belgische Gewesten in de totale federale belastingopbrengsten (2012-2030) 2012 2015 2020 2025 2030 Vlaams Gewest 60,10 % 60,20 % 60,31 % 60,51 % 60,72 % Waals Gewest 29,68 % 29,65 % 29,59 % 29,45 % 29,31 % Brussels Gewest 10,22 % 10,16 % 10,10 % 10,04 % 9,98 % Totaal 100,00 % 100,00 % 100,00 % 100,00 % 100,00 % Bron: Vladymo, Planbureau, Vives 2012 Vervolgens simuleren we met Vladymo en op basis van vertrekbedragen die we o.m. vonden in de Conjunctuurnota van het Ministerie van Financiën de totale middelenstroom waarin zowel de oude als de nieuwe bfw voorziet, en de onderscheiden ontvangstenaandelen van de drie Gewesten hierin (vanzelfsprekend opnieuw uitgezonderd eigen Gewestbelastingen). De middelenstromen naar de Gemeenschappen verdelen we daarbij als volgt over de Gewesten. We wijzen de ontvangsten van de Vlaamse, resp. de Franse Gemeenschap niet 100 % toe aan het Vlaamse, resp. het Waalse Gewest, maar we wijzen een deel ervan toe aan het bhg volgens de ook elders vaak gebruikte 80-20-verdeelsleutel. Tabel 4 geeft een overzicht van deze toewijzing van Gemeenschapsmiddelen in formulevorm. 6 Juste retour -aandeel = het aandeel in de ontvangsten dat overeenstemt met het aandeel in de federale belastingopbrengsten (pb+vennb+btw+accijnzen). 151

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 Tabel 4: Toewijzing van de Gemeenschapsmiddelen aan de Gewesten Ontvangsten per Gewesten uit de BFW Ontvangsten Vlaamse Gewest uit de BFW Ontvangsten Waalse Gewest uit de BFW Ontvangsten BHG uit de BFW Dotaties aan het Vlaams Gewest uit de BFW Berekeningswijze + Dotaties aan de Vlaamse Gemeenschap uit de BFW * (100 % bevolking Vlaamse Gewest) / (100 % bevolking Vlaamse Gewest + 20 % bevolking Brusselse Gewest) Dotaties aan het Waalse Gewest uit de BFW + Dotaties aan de Franse Gemeenschap uit de BFW * (100 % bevolking Waalse Gewest) / (100 % bevolking Waalse + 80 % bevolking Brussels Gewest) Dotaties aan het Brusselse Gewest uit de BFW + Dotaties aan de Vlaamse Gemeenschap uit de BFW * (20 % bevolking Brusselse Gewest) / (100 % bevolking Vlaamse Gewest + 20 % bevolking Brusselse Gewest) + Dotaties aan de Franse Gemeenschap uit de BFW * (80 % bevolking Brussels Gewest) / (100 % bevolking Waalse Gewest + 80 % bevolking Brussels Gewest) Tenslotte vergelijken we volgens het juste retour -criterium de hiervoor verkregen (1) bijdrage- en (2) ontvangstenaandelen van de drie Gewesten in de middelenstroom waarin de bfw voorziet ( uitgezonderd eigen Gewestbelastingen) met elkaar: een negatief bedrag voor een Gewest (meer bijdragen dan ontvangsten) betekent een uitgaande transfert uit dat Gewest, en een positief bedrag betekent een inkomende transfer. Dit is de juste retour -methode. Samengevat: Transferten uit de bfw per Gewest = Werkelijke ontvangsten uit de bfw per Gewest Ontvangsten uit de bfw per Gewest indien deze 100 % in verhouding zouden zijn tot de bijdragen tot de federale belastingontvangsten per Gewest = + indien inkomende transfert = - indien uitgaande transfert Een intergewestelijke transfertenberekening zoals de onze is dus om drie redenen verschillend van een raming van het effect van een hervorming van de bfw op de pure ontvangsten van de resp. g&g (zie b.v. Decoster en Sas 2012): Gewesten worden anders gedefinieerd dan in een pure ontvangstenberekening, doordat alle ontvangsten van de twee Gemeenschappen uitgesplitst worden over de drie Gewesten. Immers, we willen de intergewestelijke transferten berekenen (transferten op territoriale basis). Er is een vergelijkingspunt (of benchmark ), namelijk de juste retour, dat er in een pure ontvangstenberekening niet is, d.w.z. de ontvangsten van een bepaald Gewest uit de bfw worden afgemeten tegenover de bijdrage van het betrokken Gewest tot de federale belastingontvangsten (weergegeven in tabel 3). 152

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten Gezien de som van alle transferten gelijk moet zijn aan nul, moeten minder uitgaande (of meer inkomende) transferten voor sommige Gewesten onvermijdelijk gepaard met meer uitgaande (of minder inkomende) transferten voor andere Gewesten. Als één Gewest meer ontvangt dan op basis van juste retour, betekent dit dat een ander Gewest minder ontvangt dan op basis van juste retour. In een pure ontvangstenstudie is het daarentegen vanzelfsprekend mogelijk dat alle Gewesten hun ontvangsten zien toenemen (ten nadele van de fo of van de belastingbetaler) of dat extra ontvangsten voor één Gewest (b.v. de herfinanciering van het bhg) geen nadelige impact hebben voor de ontvangsten van de andere Gewesten. 153

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 5 Resultaten In wat volgt zullen we de berekende intergewestelijke transferten steeds uitdrukken in % van het bbp, op een aantal illustraties na. De periode 2012-2030, is zo lang dat het hanteren van absolute bedragen de vergelijkbaarheid van deze bedragen over de tijd bemoeilijkt.. 5.1 Transferten onder de oude BFW Grafiek 1: Totale transferten uit oude BFW (% BBP): + = inkomend; - = uitgaand 0,50% 0,40% 0,30% 0,20% 0,10% 0,00% -0,10% 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030-0,20% -0,30% -0,40% -0,50% -0,60% Totaal transfers vanuit Vlaams Gewest Totaal transfers naar Waals Gewest Totaal transfers naar BHG Grafiek 1 toont de omvang en de ontwikkeling van de intergewestelijke transferten onder de oude bfw. Voor een goed begrip: hierbij nemen we wel degelijk de nieuwe bevoegdheden van de g&g onder de nieuwe bfw op in de oude bfw, alsook de intergewestelijke transferten die zij teweegbrengen. M.a.w. grafiek 1 toont de transferten uit de oude bfw, inbegrepen de transferten teweeggebracht door de nieuwe g&g-bevoegdheden, hoewel die nieuwe g&g-bevoegdheden onder de oude bfw wel degelijk federale bevoegdheden waren, en dus geen aanleiding gaven tot transferten binnen de bfw. De reden voor deze opname is de vergelijkbaarheid van de transferten tussen de oude bfw en de nieuwe bfw (7). Het besluit uit grafiek 1 is dat er transferten plaatsvinden vanuit het Vlaamse Gewest naar de andere 2 Gewesten door toedoen van de oude bfw, maar dat 7 Door deze opname zijn de verkregen transfertenbedragen alsook de middelenstromen waarop deze zijn berekend meteen niet meer vergelijkbaar met d.w.z. veel groter dan- de transfertenbedragen en middelenstromen met betrekking tot de BFW die b.v. gehanteerd werden in Vives 2012. 154

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten deze mettertijd (licht) afnemen. Deze afname is ten nadele van de transferten naar het Waalse Gewest terwijl de transferten uit de oude bfw naar het bhg over de gehele periode beschouwd (licht) toenemen: hoewel ze in % van het bbp even hoog (of laag) zijn in 2030 als in 2012, namelijk 0,07 % van het bbp, kennen ze daartussenin een toename tot 0,09 % van het bbp in 2026. Als we de begin- en eindjaren vergelijken, zien we op grafiek 1 dat er in 2012 ten gevolge van de bfw een transfert ten belope van 0,48 % van het bbp van het Vlaamse Gewest naar de andere Gewesten stroomt, met name 0,41 % van het bbp naar het Waalse Gewest, en 0,07 % van het bbp naar het bhg. Deze percentages komen overeen met resp. 1,833 miljard euro, 1,565 miljard euro, en 268 miljoen euro. In 2030, het andere uiteinde van onze periode, zijn de resp. percentages 0,41, 0,34 en 0,07 %. Uit grafiek 1 is ook duidelijk dat de som van de transferten uit de bfw (vanzelfsprekend) gelijk is aan 0. Grafiek 2: Ontleding van transferten naar het BHG onder de oude BFW (% BBP): + = inkomend; - = uitgaand 0,10% 0,05% 0,00% 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030-0,05% -0,10% Transfers PB-dotatie BHG Transfers nieuwe gewestdotaties BHG Totaal transfers naar BHG Transfers solidariteitsbijdrage Transfers BTW-dotatie Vlaamse + Franse Gemeenschap Grafiek 2 ontleedt de transferten naar het bhg onder de oude bfw, doordat deze de belangrijkste transferten uit de samenstellende dotaties van de oude bfw weergeeft (8). Grafiek 2 toont dat middelenstromen onder de oude bfw die transferten uit het bhg teweegbrengen, overvleugeld worden door middelenstromen die transferten naar het bhg teweegbrengen. De enige ( relatief) belangrijke dotatie onder de oude bfw die een transfert uit het bhg teweegbrengt blijkt de pb-dotatie aan de Gewesten. Het betreft de grootste afzonderlijke transfertenstroom van/naar het bhg. Dat deze dotatie een transfert uit het bhg veroorzaakt is weinig verwonderlijk, gezien deze dotatie over de Gewesten wordt verdeeld volgens hun resp. aandelen in de pb-opbrengst, wat 8 Wegens onze focus op het BHG geven we diezelfde ontleding voor de 2 andere Gewesten hier niet weer. 155

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 in vergelijking met het juste retour -criterium een voor het bhg ongunstige verdeelsleutel is. Nog anders gezegd: het aandeel van het bhg in de totale federale belastingontvangsten is groter dan het aandeel van het bhg in de opbrengst van de pb afzonderlijk. Omgekeerd blijken de belangrijkste dotaties onder de oude bfw die een transfert naar het bhg teweegbrengen de nieuwe Gewestdotaties, de btw-dotatie aan de Gemeenschappen en de solidariteitsbijdrage aan het bhg te zijn. Ook dit zijn weinig verwonderlijke vaststellingen. De btw-dotatie wordt in grote mate over de Gemeenschappen verdeeld op basis van een behoeftecriterium, namelijk het aandeel van de resp. Gemeenschappen in de bevolking onder de 18 jaar, wat een gunstig criterium is voor het bhg gezien de grote uitgaven van de Franse Gemeenschap op het grondgebied van het bhg. Verder wordt ook de dotatie werk de grootste component van de nieuwe Gewestdotaties onder federale bevoegdheid over de Gewesten verdeeld volgens behoefte, met gunstig gevolg voor het bhg. Tenslotte leidt de formule voor de toekenning van de solidariteitsbijdrage ertoe dat het Vlaamse Gewest er geen recht op heeft, terwijl dat Gewest wel fors bijdraagt tot de belastingontvangsten waaruit de solidariteitsbijdrage wordt gefinancierd, met als resultaat een transfert naar het bhg (en naar het Waalse Gewest). 5.2 Transferten onder de nieuwe BFW Grafiek 3: Totale transferten uit nieuwe BFW (% BBP): += inkomend; -= uitgaand 0,50% 0,40% 0,30% 0,20% 0,10% 0,00% -0,10% 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030-0,20% -0,30% -0,40% -0,50% -0,60% Totaal transfers vanuit Vlaams Gewest Totaal transfers naar Waals Gewest Totaal transfers naar BHG Grafiek 3 toont de transfertenomvang en -evolutie onder de nieuwe bfw: de volgorde van de 3 Gewesten wijzigt niet in vergelijking met grafiek 1, maar er vinden over het grootste deel van de beschouwde periode meer transferten 156

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten plaats vanuit het Vlaamse Gewest, weerspiegeld in meer transferten naar het bhg over de gehele periode (en in ongeveer gelijkblijvend transferten naar het Waalse Gewest) in vergelijking met grafiek 1. Daardoor wijzigen de aandelen van het Waalse Gewest en het bhg in de ontvangen transferten uit de bfw fors. Terwijl onder de oude bfw de transferten naar het bhg slechts ongeveer ¼ van de transferten naar het Waalse Gewest bedroegen, lopen zij onder de nieuwe bfw op tot ongeveer ½ van de transferten naar het Waalse Gewest. Een ander verschil is dat de transferten vanuit het Vlaamse Gewest onder de nieuwe bfw eerst toenemen, met name tot 2015, vooraleer ze beginnen af te nemen, terwijl ze onder de oude bfw over de hele periode afnemen (zie grafiek 5 hierna voor enkele bbp-percentages ter illustratie). Grafiek 4: Ontleding van transferten naar het BHG onder de nieuwe BFW (% BBP): + = inkomend; - = uitgaand 0,20% 0,15% 0,10% 0,05% 0,00% 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030-0,05% -0,10% Transfers PB-autonomie BHG Transfers nieuwe gewestdotaties BHG Transfers herfinanciering BHG Transfers solidariteitsbijdrage BHG Transfers BTW-dotatie Vlaamse+Franse Gemeenschap Totaal transfers naar BHG Grafiek 4 ontleedt de transferten naar het bhg onder de nieuwe bfw, doordat deze de belangrijkste transferten uit de samenstellende dotaties van de nieuwe bfw weergeeft. Deze blijken dezelfde te zijn als onder de oude bfw, behalve dat de nieuwe bfw een belangrijke nieuwe dotatie aan het bhg in het leven roept: de herfinanciering van het bhg (9). Deze neemt de plaats in van de pb-dotatie aan het bhg als grootste afzonderlijke transfertenstroom van/naar het bhg binnen de bfw. Meteen ook verklaart deze het verloop van de totale transferten naar het bhg onder de nieuwe bfw: een forse stijging tot 2015, het jaar waarin de herfinanciering van het bhg zijn kruissnelheid bereikt, en een 9 De transferten veroorzaakt door het Overgangsmechanisme, die andere dotatie die totaal nieuw is door toedoen van de hervorming van de BFW, blijken zo goed als louter van het Vlaamse naar het Waalse Gewest te lopen, en daardoor de transferten naar het BHG nauwelijks tebeïnvloeden. 157

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 gestage lichte daling daarna, gezien de herfinanciering van het bhg grotendeels niet welvaartsvast is. Grafiek 4 toont ook dat in vergelijking met de oude bfw (grafiek 2) middelenstromen onder de nieuwe bfw die transferten uit het bhg teweegbrengen, sterker worden overvleugeld door middelenstromen onder de nieuwe bfw die transferten naar het bhg teweegbrengen. Maar er zijn nog andere opvallende verschillen met grafiek 2. Terwijl de nieuwe Gewestdotaties transferten naar het bhg teweegbrengen onder de oude bfw, geldt het omgekeerde onder de nieuwe bfw, waardoor de bfw-hervorming ongunstig is voor het bhg inzake de nieuwe Gewestdotaties (10). De reden ligt in de voor het bhg ongunstigere verdeelsleutel van de middelen voor werk onder de nieuwe bfw, namelijk volgens de Gewestelijke aandelen in de pb -opbrengst. Uit een vergelijking van grafieken 2 en 4 blijkt verder dat de hervorming van de bfw gunstig is voor het bhg wat 3 dotaties betreft: Zoals gezegd is de herfinanciering van het bhg onder de nieuwe bfw meteen goed voor de grootse inkomende transfert naar het bhg. De transferten uit de btw-dotatie naar het bhg liggen niet enkel voortdurend op een hoger peil onder de nieuwe bfw, maar ze nemen bovendien sterker toe doorheen de tijd. Tijdens de onderhandelingen over de nieuwe bfw werd dit het stopzetten van de Lambermont-turbo genoemd, met name het stopzetten van verdeling van een groeiend deel van de btw-dotatie volgens Gewestelijke aandelen in de pb-opbrengst (11). In mindere mate draagt ook de toevoeging van de dotatie voor het klg aan deze btw-dotatie (met een voor de Franse Gemeenschap gunstigere verdeelsleutel van de klg-dotatie tot gevolg) bij tot de grotere transferten uit de btw-dotatie naar het bhg. Het meest verrassend is dat ook de omzetting van de pb-dotatie aan het bhg in pb-belastingautonomie voor het bhg een gunstig effect heeft op het bhg, met name dat deze de uitgaande transfert uit het bhg ten gevolge van de pb-dotatie vermindert. De reden is de afschaffing van de zogenaamde negatieve term onder de nieuwe bfw. Onder de oude bfw had de negatieve term een -in verhouding tot de Gewestelijke aandelen in de pb-opbrengst- zwaardere impact op de pb-dotatie aan het bhg dan op de pb-dotaties van het Vlaamse en het Waalse Gewest. 10 In deze tekst bedoelen we met de begrippen positief/gunstig voor het BHG en negatief/ ongunstig voor het BHG resp. minder uitgaande/meer inkomende transferten voor het BHG en meer uitgaande/minder inkomende transferten voor het BHG. 11 Hierdoor krijgt onder de nieuwe BFW de evolutie van de verdeling van het aantal - 18-jarigen over de 2 Gemeenschappen een groter gewicht in de vaststelling van de resp. BTW-dotaties dan onder de oude BFW. Bovendien neemt volgens de door ons gebruikte demografische vooruitzichten van het Federale Planbureau het aandeel van de Franse Gemeenschap in het aantal -18-jarigen toe over de beschouwde periode. Maar zelfs als het aandeel van de Franse Gemeenschap licht zou afnemen, zou dit onze resultaten niet fundamenteel wijzigen. 158

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten 5.3 Verschil tussen transferten onder de nieuwe en de oude BFW Grafiek 5 visualiseert de hierboven beschreven verschillen tussen grafiek 1 en grafiek 3. Ze doet besluiten dat de hervorming van de bfw de transferten naar het bhg in 2012 met 0.03 % van het bbp zou hebben verhoogd mocht de hervorming van de bfw al zijn ingegaan in 2012 (wat neerkomt op een bedrag van 120 miljoen euro in 2012), terwijl deze toename snel zal oplopen tot 0,09 % in 2015 (wat neerkomt op een bedrag van 412 miljoen euro in 2015), en daarna licht zal afnemen tot 0,08 % in 2030. Deze percentages kunnen resp. worden vergeleken met een totaal van 0,07 % van het bbp aan transferten naar het bhg onder de oude bfw in 2012, met 0,08 % in 2015, en met 0,08 % in 2030. (zie grafiek 1) Het besluit is dat de hervorming van de bfw de transferten naar het bhg vanaf 2015 jaarlijks (meer dan) zal doen verdubbelen in % van het bbp. De keerzijde van de medaille is dat deze hervorming de transferten vanuit het Vlaamse Gewest onder de oude bfw zal verhogen met 4 % in 2012, met 16 % in 2015 en met 20 % van deze transferten onder de oude bfw in 2030. Het Waalse Gewest daarentegen geniet ongeveer hetzelfde bedrag aan inkomende transferten in elk jaar van de beschouwde periode. Grafiek 5: Verschil totale transferten uit nieuwe vs oude BFW (% BBP): += minder uitgaande of meer inkomende transfeerten 0,10% 0,05% 0,00% 2012 2014 2016 2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030-0,05% -0,10% Vlaams Gewest Waals Gewest BHG Grafiek 6 ontleedt de in grafiek 5 vastgestelde netto-extra transferten naar het bhg door toedoen van de hervorming van de bfw. Omwille van de overzichtelijkheid tonen we opnieuw enkel die transfertensoorten die in % van het bbp het meest verschillen tussen de oude en de nieuwe bfw. Dit blijken dezelfde transfertensoorten te zijn als in grafieken 2 en 4. Grafiek 6 bevestigt dat de meest positieve impact op de transferten van en naar het bhg uitgaat van de nieuwe dotatie ter herfinanciering van het bhg. De meest negatieve impact 159

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 op de transferten gaat daarentegen uit van de nieuwe Gewestdotaties ( vooral dotatie werk, voortaan verdeeld volgens aandeel in pb-opbrengst). Wegens de niet volledige welvaartsvastheid van de herfinanciering van het bhg en in mindere mate wegens de iets minder gunstige evolutie doorheen de tijd van de transferten uit het bhg bewerkstelligd door de pb-dotatie/pb-autonomie aan de Gewesten wordt mettertijd een steeds groter deel van de extra totale transferten naar het bhg verklaard door de hervorming van de btw-dotatie aan de Gemeenschappen (stilleggen van de Lambermont-turbo en andere verdeling van de dotatie klg) en door de hervorming van het solidariteitsbijdrage aan het bhg (welvaartsvastheid en basisverbreding ervan). Desondanks kunnen we uit grafiek 6 besluiten dat het effect van de hervorming van de bfw op de transferten naar het bhg voor een zeer groot deel samenvalt met het effect van slechts één deel van deze hervorming op de transferten naar het bhg, namelijk de herfinanciering van het bhg. De overige deeleffecten van de hervorming van het bfw op de transferten naar het bhg neutraliseren elkaar grotendeels. Grafiek 6: Ontleding verschil transferten naar het BHG nieuwe vs oude BFW (% bbp): + = minder uitgaande of meer inkomende transferten 0,10% 0,05% 0,00% 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030-0,05% Verschil transfers PB-dotatie BHG Verschil transfers nieuwe gewestdotaties BHG Verschil transfers herfinanciering BHG Verschil transfers solidariteitsbijdrage BHG Verschil transfers BTW-dotatie Vlaamse+Franse Gemeenschap Totaal verschil 160

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten Tenslotte valt uit grafiek 6 opnieuw de fasering van de herfinanciering van Brussel op. Het is deze fasering die verklaart waarom de positieve evolutie van het verschil in transferten naar het bhg tussen de nieuwe en de oude bfw (zie grafiek 5) uitgesprokener is tussen 2012 en 2015 dan daarna. Het jaarlijkse herfinancieringsbedrag zal immers in de periode 2012-2015 snel oplopen, terwijl dit jaarlijkse bedrag daarna voor het grootste deel nominaal constant zal worden gehouden. 161

Documentatieblad 73e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2013 6 Bibliografie Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers (22 december 2011), Algemene Beleidsnota Staatshervorming. Bisciari, P. en L. Van Meensel (juni 2012), De hervorming van de wet betreffende de financiering van de gewesten en de gemeenschappen, Economisch tijdschrift van de nbb. Bureau fédéral du Plan (26 août 2011), Le cadre macroéconomique- mise à jour de fin août 2011. Case, Anne, James Hines Jr., en Harvey Rosen (oktober 1993), «Budget Spillovers and Fiscal Policy Interdependence: Evidence from the States», Journal of Public Economics. Decoster, André en Willem Sas (januari 2012), De nieuwe financieringswet: anders, maar ook beter?, Leuvense Economische Standpunten 137. Jennes, Geert (2011), Politisering van financiële stromen tussen overheidsniveaus: de financiering van de Brusselse gemeenten (2001-2008). Vives Beleidspaper. Petterson-Lidbom, Per (2010), Dynamic commitment and the soft budget constraint: an empirical test, American Economic Journal: Economic Policy. Vives (2012), Publieke transferten tussen de Belgische Gewesten 2007-2009, in: Het genoom van de geldstroom. Een wetenschappelijke ontrafeling van interregionale transferten en hun economische impact. Vives Monografie 3. 162

Effecten van de hervorming van de Bijzondere Financieringswet op de publieke transferten tussen de Belgische Gewesten 7 Bijlage: Robustness checks We hebben volgende drie robustness checks van het belangrijkste resultaat van onze berekeningen, resultaat dat wordt samengevat in grafiek 5, uitgevoerd: 7.1 Lagere PB-elasticiteit Het veronderstellen van een lagere nominale pb-elasticiteit dan 1,25 (wat volgens sommige bronnen realistischer zou zijn), verandert nauwelijks iets aan onze resultaten, in tegenstelling tot wat we zouden kunnen verwachten (zie b.v. de impact van een lagere (reële) elasticiteit op de pure ontvangsten in Decoster en Sas). B.v. het hanteren van een elasticiteit van 1,1 vergroot de toename van de transferten naar het bhg door de hervorming van de bfw slechts zeer licht in vergelijking met een elasticiteit van 1,25. Dit komt doordat een lagere pb-elasticiteit de aandelen van de drie Gewesten in de totale federale belastingopbrengsten (= ons criterium juste retour ) nauwelijks blijkt te wijzigen. Anders gesteld: een lagere pb-elasticiteit blijkt een ongeveer even negatieve impact te hebben op de pb-opbrengsten in elk van de 3 Gewesten (m.a.w. ze heeft verdelingsgevolgen voor de verhouding g&g versus fo, maar niet voor de verhouding g&g onderling), waardoor de transfertenimpact van de hervorming van de bfw zeer gelijkaardig is naar gelang de veronderstelde elasticiteit (12). 7.2 Convergentiescenario Ook het hanteren van een ander scenario inzake economische groei blijkt niet tot een erg verschillende impact van de hervorming van de bfw op de transferten te leiden. Het convergentiescenario B2 (d.w.z. het alternatieve scenario) van het Planbureau (2011), d.w.z. een geleidelijke inhaalbeweging inzake economische groei door het Waalse Gewest en het bhg tegenover het Vlaamse Gewest, geeft zeer gelijkaardige resultaten als het divergentiescenario. De impact op de transferten blijkt wel groter dan de hierboven nagetrokken impact van een vermindering van de pb-elasticiteit van 1,25 naar 1,1, o.m. doordat de impact van een wijziging van groeiscenario op de resp. Gewestelijke aandelen in de pb-opbrengst groter is dan die van een wijziging in de elasticiteit. 12 Maar zoals gezegd maken we in deze studie abstractie van de impact van de hervorming van de BFW op de ontvangsten van de federale overheid en de SZ, en daardoor ook op de transferten uit de uitgaven van de SZ en de federale overheid. Het hanteren van een nominale elasticiteit van 1,1 i.p.v. 1,25 zorgt er echter wel voor dat de ontvangsten van de federale overheid en de SZ niet afnemen maar toenemen door de hervorming van de BFW, met zeer waarschijnlijk een andere impact op de transferten uit de SZ en uit de federale begroting zonder SZ tot gevolg. 163

164 Anders gesteld: op basis van een louter statische analyse kunnen we niet besluiten dat de nieuwe bfw in vergelijking met de oude bfw belangrijke nieuwe mechanismen bevat via dewelke gelijkere economische groei in de Belgische Gewesten tot minder intergewestelijke transferten leiden.