koninklijke nederlandse akademie van wetenschappen voor tekstedities en voor tekstedities en intellectuele geschiedenis jaarverslag

Vergelijkbare documenten
Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis / Jaarverslag 2002

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1

Stichting Willem Frederik Hermans Instituut Den Haag Jaarrekening 2017

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

Het Gruuthuse-handschrift in woord en klank

LEWIS CARROLL GENOOTSCHAP

Beleidsplan 2015 en volgende jaren

GRIEKSE EPIGRAFIE OP LOCATIE (MA/PhD)

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut

Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse Studies (NGNS) Dutch Society for Modern Greek Studies. Beleidsplan

Cursus Griekse Epigrafie

Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten

Plaatsingslijst. Archiefnummer: 62 Archiefnaam: JAGE Sector: Cultuur en recreatie Soort archief: Persoonsarchief Datering:

Sociaal-Wetenschappelijke. 6e SWR-Hendrik Muller Seminaar. De islam aan de grenzen verkend. Sociaal-Wetenschappelijke Raad

logoocw Instellingsbesluit Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon BOA/2005/37330 van 1 september 2005

Prospectie naar Nederlandstalige gedrukte publicaties voor de deponering

STICHTING VOOR SURINAAMSE GENEALOGIE JAARVERSLAG 2011

Commissiereglement NBA

koninklijke nederlandse akademie van wetenschappen

1. Ets J. E. Marcus, naar J. Smies, Den zedelijke en zinnelijke mensch. Spotprent op de wijsbegeerte van Kant. Ca

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

HOVO NEDERLAND. Jaarverslag

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

Jaarverslag Stichting Brabantse Bronnen 2015

Formulier Persoonlijke gegevens

Zorgen voor onze taal en letteren. Memorandum voor de verkiezingen in 2019

Koninklijk Zeeuwsch Genootschap Der Wetenschappen (1768- )

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Klassieke culturele vorming

Nieuwsbrief VNG Flevoland november 2015

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Goudzwaard School of Fair and Green Economics 1

Jaarplan Vereniging Oud Valkenburg 2012 (inclusief financiel inzicht)

Landelijke Database Nieuwe Business Modellen

BIJZONDERE REGELS FILATELISTISCHE LITERATUUR Pag. 1

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Wijziging : werkstuk inzenden vóór 1 april i.p.v. 1 mei! KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015

Verslag van uitgeoefende activiteiten in Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut

Inhoudsopgave INLEIDING 3 ONDERZOEK 4 COMMUNICATIE 5 ORGANISATIE 7 CONCLUSIES & AANBEVELINGEN 8 BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER 9

OPROEP VOOR BIJDRAGE

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT

Gegevensbestanden van de Volkstellingen

WAT ANDEREN DOEM. NAERDINCKLANT 9 november 1983 Lezing door dr.ir. T. van Tol: Nederzettingsgeschiedenis van Laren.

Klassieke culturele vorming

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

het project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002

Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig. Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009

Kort verslag van werkzaamheden in 1991

JAARVERSLAG Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten

Redactiestatuut DE PSYCHOLOOG Vastgesteld door het Algemeen Bestuur, 29 oktober 2014

ONDERZOEKSGERICHT LEREN

Examenprogramma Klassieke Talen vwo

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Collectie KLA: Griekse en Latijnse taal- en letterkunde

JAARVERSLAG 2015 STICHTING LEERSTOEL ONTEIGENINGS- BELEMMERINGENRECHT

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen

UITGANGSPUNTEN VOOR DE STRUCTUUR VAN DE WETENSCHAPPELIJKE INFORMATIEVOORZIENING AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Programma Akademiehoogleraren. Nederlands toponderzoek, nu en in de toekomst

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

CATEGORIËEN DOCUMENTATIE PERSONEN

Werken aan scheikunde

Jaarverslag Van Oosbreestichting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Symposium. Kiezen om te delen. Filantropie in tijden van economische tegenwind. Presentatie van. Geven in Nederland 2013.

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Collectievormingsprofiel Journalistiek en Nieuwe Media (CVP) Actuele relatie met O&O. Aankoop en -methodiek

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Provero-lid. Apeldoorn, 3 november Betreft: Algemene Ledenvergadering. Beste leden van Provero,

GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL OIKOS

REGLEMENT Landelijk Autorisatiepanel Quality & Relevance in the Humanities

Activiteitenverslag 2012

1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation

Beleidsplan Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum

Jaarverslag WSW Raad Amsterdam

UKB Samenwerkingsverband van de Nederlandse Universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek

JAARREKENING van het KONINKLIJK NEDERLANDS HISTORISCH GENOOTSCHAP. te Den Haag

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

Reglement van de Akademie van Kunsten

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN

Jaarverslag Nederlands Lymfoedeem Netwerk NLNet

Jaarrekening van het KONINKLIJK NEDERLANDS HISTORISCH GENOOTSCHAP. te Den Haag

Provero lid t.a.v. Postbus Adres WOONPLAATS. DRIEBERGEN, 14 november. Betreft: Algemene ledenvergadering. Beste leden van Provero,

1. Inleiding. Etty Hillesum Onderzoekscentrum (EHOC)

Historisch Genootschap Midden-Kennemerland

Beleidsplan Stichting Steensoep

Jaarrekening van het KONINKLIJK NEDERLANDS HISTORISCH GENOOTSCHAP. te Den Haag

Open dag 14 maart Welkom bij: Taal- en cultuurstudies

OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN ONDERZOEKSCHOOL IUS COMMUNE

Palliative care in an aging society Palliatieve zorg in een ouder wordende samenleving. 3rd Amsterdam Symposium on Palliative Care

1.0. Inleiding Vergaderingen Adviezen Overleg met de gemeente...4

Van der Laan Stichting JAARVERSLAG

Transcriptie:

koninklijke nederlandse akademie van wetenschappen Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis De werkgroepen van het chi zijn gekoninklijke nederlandse akademie van wetenschappen Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en jaarverslag intellectuele geschiedenis 20 jaarverslag Het van het Constantijn intellectuele Huygens leven vormgegeven. Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis (chi) De is een werkgroepen onderzoeksinstituut van het chi van zijn de gehuisvest Koninklijke op Nederlandse nulde, tweede Akademie en derde van Wetenschappen verdieping van de (knaw). Koninklijke Het is op Bibliotheek 1 januari 1992 in Den opgericht Haag. Sommige na een fusie medewerkers van enkele zijn kleinere elders gestationeerd, instituten en projecten bijvoorbeeld en genoemd in het Van naar Gogh Constantijn Museum te Huygens Amsterdam. (1596- In 1687), 2003 werd in wiens met de persoon Koninklijke de verschillende Bibliotheek aspecten overleg van gevoerd de werkzaamheden over tijdelijke huisves- van het Instituut ting elders worden vanwege belichaamd. de herindeling Het chi en verricht verbouwing fundamenteel van de kb. onderzoek In loop betreffen- van 2004 de zal de het ontsluiting chi voor de van voorlopig bronnen. onbekende Hoofddoelstellingen duur van zijn: de het reconstructie verzorgen van en (doen) de kb uitgeven tijdelijk 03 worden van wetenschappelijke ondergebracht op tekstedities, het adres Bezuidenhoutseweg het uitvoeren van 2 projecten in Den Haag. op het gebied van de intellectuele geschiedenis, het leveren van een bijdrage aan de theorievorming Internationaal op beide gebieden en het leveren van instrumenten ten behoeve van de ontsluiting De wetenschappelijke van bronnen. teksteditie wordt door het chi uitgevoerd vanuit een internationaal De hierboven perspectief, geformuleerde maar doelstellingen met betrekking zijn tot nauw het nationale met elkaar culturele verweven. erf- Het goed. chi Nationaal verstaat onder en internationaal intellectuele wil geschiedenis het Instituut de geschiedenis door middel van het de organisatie intellectuele van leven, en deelname rol die aan daarin congressen, werd gespeeld symposia door en studiedagen personen en bijdragen instellingen, tot de theo- stromingenrievorming de op methoden het gebied en van technieken, de wetenschappelijke de communicatie teksteditie tussen en intellectuelen, de de productie, geschiedenis. verspreiding Het chi streeft en receptie ernaar nieuwe van teksten. inzichten De wetenschappelijke op deze gebieden in teksteditie de prak- moet tijk te niet brengen. los worden gezien van de intellectuele geschiedenis, aangezien iedere tekst Het chi is ontstaan onderhoudt en heeft rechtstreeks gefunctioneerd en via in de een werkgroepen culturele omgeving contacten en met niet diverse onafhankelijk wetenschappelijke daarvan beschouwd instellingen kan in binnen- worden; en ook buitenland. de literaire Soms productie is het is een veelal kwestie ingebed van patronage, in het intellectuele zoals het leven. geval van de Union Académique Internationale (uai), soms Het gaat chi het wil om met intensieve zijn onderzoeksprogramma wetenschappelijke samenwerking, een functie vervullen in een enkel ten dien- geval ste is sprake van de van Nederlandse een bilateraal cultuur. onderzoeksprogramma Voor periode met van een de buitenlands Middeleeuwen instituut. en de Renaissance De werkgroep moet Middeleeuwen-Renaissance deze doelstelling ruim worden is lid van gehanteerd, de Fédération aangezien Internationale een groot deel des Instituts van het intellectuele d Etudes Médiévales leven toen (fidem) nog niet en aan heeft landsgrenzen een samenwerkingsverband gebonden was. Wel zal met in de beginsel Nederlandse elk onderzoeksproject Onderzoekschool een Mediëvistiek. Nederlandse component Het Lexicon bevatten. en het project Aristoteles Voor belangstellenden Semitico-Latinus zijn maken er folders deel over uit van het een Instituut internationaal beschikbaar project in van het Nederlands, uai. Het project het Duits, Artes-faculteit het Engels en geschiedt het Frans. in Algemene samenwerking actuele met het informatie Institut over de Recherche het chi is te et vinden d Histoire op des website Textes van (irht) het te Instituut: Parijs. Het http://www.chi.knaw.nl. Erasmus-project en het Grotius-project ressorteren onder de patronage van de uai. Voor het Erasmus-pro- Het wetenschappelijk programma van het chi Wetenschapscommissie uitgenodigd. Daarnaast draagt de wetenschapscommissie via advies en overleg bij aan schikt het chi over een afdeling beheer-admi- beleid van het chi. Naast de werkgroepen be- De die het chi worden projecten uitge- binnen secretariaat. een over en nistratie voerd betreffen voor het grootste deel tekstedities. Voor wat de Nieuwe Tijd betreft moeten Meerhoff (Universiteit van Amsterdam). en leeseditie. eerste twee gave zijn de be- De studie-uit- de uitgave, historisch-kritische de doeld voor een wetenschappelijk publiek. De Het onderzoek binnen het Instituut wordt Werkwijze twee afdelingen: de werkgroep Middeleeuwenuitgevoerd op projectmatige wijze, en wel in De Middeleeuwen-Renaissance werkgroep publiek. breed werkgroep is verantwoordelijk voor een Elke en de werkgroep Nieuwe Tijd. Renaissance door wetenschappelijk medewerkers. Deze aantal (deel)projecten, die worden uitgevoerd voor de duur van het project. Elk project dienst deels in vaste dienst en deels in tijdelijke zijn van het Instituut; wetenschappelijk belang, wordt getoetst aan de algemene doelstelling tevoren en zo nodig van tussentijds vastgesteld eindresultaat worden beoogd en tijdsplanning Newtonianisme wordt nu ook binnen deze af- van het intellectuele leven vormgegeven. deling aan de bestudering van de geschiedenis drie soorten edities worden onderscheiden: tekst, is bedoeld voor verantwoorde een maar een wetenschappelijk eveneens geeft leeseditie wijdt zich behalve aan tekstedities ook aan an- Lexicon Latinitatis Nederlandicae Medii het vormen van bronnenontsluiting (zoals dere Aevi) en aan projecten op het gebied van de intellectuele geschiedenis, dat wil zeggen de op teksten gebaseerde geschiedenis van het intel- Nieuwe Tijd betreffen veelal tekstedities, lectuele leven. De projecten van de werkgroep maar met het onderzoek naar het Nederlandse de totstandkoming van het wetenschappelijk komt tot stand mede in overleg met een wetenschapscommissie. Deze bestond in 2003 Universiteit Nijmegen), prof. dr. F.J. van Ingen aangepast. In het algemeen wordt aan elk project een projectcommissie verbonden; hiervoor uit prof. dr. H. van Dijk (Rijksuniversiteit Kloek Utrecht) en prof. dr. C.G. (Universiteit Amsterdam), prof. dr. J.J. Universiteit (Vrije prof. dr. M.G.M. van der Poel (Katholieke van Halsema (Vrije Universiteit Amsterdam), Groningen), voorzitter a.i., prof. dr. J.D.F. worden deskundigen van buiten het Instituut

Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) drs. N. Bakker, wetenschappelijk projectassistent (020) 570 52 53 bakker@vangoghmuseum.nl dr. J. Bloemendal, onderzoeker (070) 331 58 25 jan.bloemendal@chi.knaw.nl drs. P. Boot, alfa-informaticus (070) 331 58 04 peter.boot@chi.knaw.nl dr. H. Brinkman, onderzoeker (070) 331 58 12 herman.brinkman@chi.knaw.nl dr. P.G. de Bruijn, senior onderzoeker (070) 331 58 10 peter.de.bruijn@chi.knaw.nl drs. P.J.W.R. van Eekelen, AIO (030) 253 83 40 reindert.vaneekelen@let.uu.nl drs. M.J. Eijgenraam, medewerker onderzoek (070) 331 58 26 marjo.eijgenraam@chi.knaw.nl drs. B.R.I. Van Elsacker, junior onderzoeker (070) 331 58 06 bert.van.elsacker@chi.knaw.nl dr. J.A.W. Gielkens, onderzoeker (070) 331 58 09 jan.gielkens@chi.knaw.nl dr. M. Gumbert-Hepp, onderzoekleider (070) 331 58 35 marijke.gumbert@chi.knaw.nl drs. E.G.P. Huijing, onderzoeker (070) 331 58 15 gerard.huijing@chi.knaw.nl dr. L.A.M. Jansen, onderzoeker (020) 570 52 06 jansen@vangoghmuseum.nl dr. H.G.M. Jorink, junior onderzoeker (070) 331 58 41 eric.jorink@chi.knaw.nl drs. P.W. Kegel, junior onderzoeker (070) 331 58 17 peter.kegel@chi.knaw.nl drs. H. van Kempen, AIO (070) 331 58 08 hanneke.van.kempen@chi.knaw.nl dr. A. Kets-Vree, plaatsvervangend directeur; onderzoekleider (070) 331 58 32 annemarie.kets@chi.knaw.nl C.I. Klützow, medewerker DTP (070) 331 58 01 connie.klutzow@chi.knaw.nl S.J. Landmeter, beheerder (070) 331 58 05 sietze.landmeter@chi.knaw.nl dr. J.C.A. Luijten, onderzoeker (020) 570 52 19 luijten@vangoghmuseum.nl dr. H.J.M. Nellen, senior onderzoeker (070) 331 58 21 henk.nellen@chi.knaw.nl dr. A.M.I. van Oppenraay, onderzoeker (070) 331 58 38 aafke.van.oppenraay@chi.knaw.nl drs. M. van Oosterhout, AIO (024) 361 28 46 m.v.oosterhout@let.kun.nl drs. L.C. Palm, senior onderzoeker (030) 253 82 83 l.c.palm@phys.uu.nl dr. L.L.E. Schlüter, junior onderzoeker (070) 331 58 14 lucy.schluter@chi.knaw.nl drs. S. Surdèl, wetenschappelijk projectassistent (070) 331 58 42 steven.surdel@chi.knaw.nl dr. M.J. Teeuwen, onderzoeker (070) 331 58 07 mariken.teeuwen@chi.knaw.nl drs. B. Thijs, junior onderzoeker (070) 331 58 18 boukje.thijs@chi.knaw.nl dr. J. Trapman, senior onderzoeker (070) 331 58 31 hans.trapman@chi.knaw.nl G. van Veen, netwerkbeheerder (070) 331 58 11 gerard.van.veen@chi.knaw.nl dr. H. Wals, directeur ad interim (070) 331 58 00 henk.wals@chi.knaw.nl P.R. Werinussa, management assistent (070) 331 58 00 nelly.werinussa@chi.knaw.nl dr. O. Weijers, bijzonder onderzoeker (070) 331 58 24 olga.weijers@chi.knaw.nl dr. L.S. Wierda, onderzoeker (050) 527 32 23 lswierda@home.nl

koninklijke nederlandse akademie van van wetenschappen Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis jaarverslag 2003 Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis jaarverslag 2003 Constantijn Huygens Instituut Den Haag 2004

4 10 18 49 53 59 65 66 76 Inleiding Het Constantijn Huygens Instituut Projecten Lexicon Latinitatis Nederlandicae Medii Aevi Artes-faculteit CIVICIMA Reflections of scientific debate in the Carolingian Renaissance Aristoteles Semitico-Latinus/Avicenna Latinus Historische bronnen van Egmond Gruuthuse-handschrift Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden Middelnederlandse Lancelotromans Erasmus: Opera Omnia Europa Humanistica Emblemata Academiebibliotheken in Franeker en Groningen Hugo Grotius: Dichtwerken Biografie van Hugo Grotius Brieven in Remonstrantse archieven G.J. Vossius: Poeticae institutiones Antoni van Leeuwenhoek: Brieven Newtonianisme in de Republiek Johannes Antonides van der Goes: Ystroom (1671) Guido Gezelle: Nagelaten en ongebundelde lyriek Vincent van Gogh: Briefwisseling Herman Gorter: Lyrische poëzie (1886-1905) Herman Gorter: Correspondentie Willem Elsschot: Volledig Werk Willem Frederik Hermans: Volledige Werken Thema Publicaties Overige activiteiten presentaties Vertegenwoordigingen Stages Zusammenfassung Summary Résumé Illustratieverantwoording

Inleiding 4 jaarverslag chi 2003

2003 was voor het Constantijn Huygens Instituut een productief jaar. Het wetenschappelijk personeel van het Chi was verantwoordelijk voor de publicatie van 19 boeken, tijdschriftafleveringen en webedities, 41 artikelen en 7 recensies. Het verschijnen van enkele van deze publicaties ging met feestelijkheden gepaard. Op 14 november werden in de Koninklijke Bibliotheek maar liefst vijf nieuwe boeken ten doop gehouden. In het kader van het project Lanceloet, de Middelnederlandse vertaling van de Lancelot en prose overgeleverd in de Lancelotcompilatie verscheen De Middelnederlandse Perceval-traditie van Soetje Ida Oppenhuis de Jong. Van de kritische leeseditie van het Volledig Werk van Willem Elsschot (bezorgd door Peter de Bruijn i.s.m. met Wieneke t Hoen en Lily Hunter) verschenen de delen 7 en 8, Pensioen en Het Tankschip, nadat eerder in het jaar al de delen 5 en 6 Kaas en Tsjip/De Leeuwentemmer in het AMVC- Letterenhuis in Antwerpen waren gepresenteerd. Mariken Teeuwen presenteerde haar The vocabulary of intellectual life in the middle ages, het tiende, afsluitende en samenvattende deel van het project CIVICIMA (Comité International du Vocabulaire des Institutions et de la Communication Intellectuelles au Moyen Age). Dit project bestond sinds 1985 en het werd, onder leiding van dr. O. Weijers, gesteund door een internationaal netwerk van geleerden. Als geschenk voor de aanwezigen en voor andere relaties van het Chi verschenen op 14 november ten slotte in een fraai vormgegeven boekje onder de titel De tekst bij u thuis de lezingen die Paul Schnabel en Nelleke Noordervliet hielden tijdens de viering van het tienjarig bestaan van het Instituut op 19 december 2002. > het constantijn huygens instituut 5

Niet alleen drukwerk werd op 14 november ten doop gehouden. De alfa-informaticus van het Chi, drs. P. Boot, introduceerde met een virtuele rondleiding de nieuwe, door Zeezeilen te Amsterdam vormgegeven website van het Instituut: www.chi.knaw.nl. De nieuwe website moet het actieve en interactieve visitekaartje van het Chi worden, waarop niet alleen informatie wordt verstrekt over doelstelling, projecten, medewerkers en publicaties van het Instituut, maar waar ook digitale publicaties een plaats vinden. Een van deze elektronische publicaties is de digitale versie van het eerder in de reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden in druk uitgegeven Geraardsbergse Handschrift. Ook Hugo Grotius bijbelse drama Sophompaneas en een voorlopige werkeditie van Antonides van der Goes Ystroom staan intussen op de website van het Chi. Daarnaast wordt in het kader van het Emblem Project Utrecht, waarmee het Chi een samenwerkingsverband heeft, een webeditie aangeboden van Cats Sinneen minnebeelden (eerder in druk verschenen in de reeks Monumenta Literaria Neerlandica). In hun digitale vorm zijn deze edities verrijkt met extra hulpmiddelen voor wetenschappelijk onderzoek. De andere grote Chi-presentatie vond plaats op 10 december in de aula van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Drie nieuwe delen van de Erasmi Opera Omnia werden gepresenteerd en aangeboden aan de president van de Knaw, prof. dr. W.J.M. Levelt. Het betrof twee delen uit de Annotationes in Novum Testamentum, bezorgd door respectievelijk P.F. Hovingh en M.L. van Poll-van de Lisdonk, en een deel van de Apologiae, bezorgd door E. Rummel en E. Rabbie. Prof. dr. Rummel van de University of Toronto (Canada) hield een voordracht Carpet citius aliquis quam imitabitur: The critical reception of Erasmus Annotations. De tekst van deze lezing werd als boekje aan de aanwezigen uitgereikt. De Erasmus-editie is een van de vele Chi-projecten die in nationale of internationale samenwerkingsverbanden met universiteiten, andere wetenschappelijke instellingen en deskundigen worden uitgevoerd. Deze samenwerkingsverbanden werden in 2003 verstevigd en uitgebreid. Zo werd het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma met het Institut de Recherche et d Histoire des Textes (Irht/CNRS) te Parijs vernieuwd. De eerder begonnen besprekingen over een internationaal Graduiertenkolleg (een begeleid promotietraject voor 12 tot 16 promovendi op het gebied van de editiewetenschap) werden voortgezet: in mei vond op het Chi een gesprek plaats tussen de initiatiefnemers van deze postdoctorale opleiding, prof. dr. Th. Bein en prof. dr. A. Gellhaus (beiden van de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen) en dr. A. Kets-Vree, dr. M. Gumbert-Hepp en dr. J.A.W. Gielkens namens het Chi. Het Chi heeft zich 6 jaarverslag chi 2003

bereid verklaard een bijdrage te leveren aan het Graduiertenkolleg. Uitvoering van het project is afhankelijk van een financiering door de Deutsche Forschungsgemeinschaft. In samenwerking met de Katholieke Universiteit Nijmegen (Faculteit der Letteren, Griekse en Latijnse Taal en Cultuur) werd een promotieproject gestart over Hugo Grotius late Latijnse poëzie, de Posteriora. Het Chi zal ook medewerking verlenen aan het door een programmasubsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) mogelijk gemaakte project De constructie van het Nederlands literair verleden: Ordening, evaluatie en presentatie van de literaire erfenis in de negentiende eeuw o.l.v. prof. dr. M. Mathijsen (Universiteit van Amsterdam). Het aan dr. J. Bloemendal toegewezen NWO-Vidi-project Latijnstalige en volkstalige cultuur. Theater en publieke opinie in de Nederlanden (ca. 1510-1625) zal worden uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (Faculteit Geesteswetenschappen). Verder werd er besloten tot samenwerking met de Deltareeks. In deze reeks verschijnen nieuwe edities van oudere en klassieke werken uit de Nederlandse literatuur, op basis van een samenwerkingsverband van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Stichting Nederlandse Literaire Klassieken, de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, de Werkgroep Literaire Uitgevers en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Meer dan in de afgelopen jaren hielden de medewerkers van het Chi zich bezig met kennisoverdracht. Een van de manieren om kennis over te brengen is het opleiden van aankomende wetenschappers. Het Chi biedt daarvoor regelmatig bij enkele projecten stageplaatsen aan. In een speciaal katern in dit jaarverslag vertellen voormalige stagiairs over hun ervaringen. Stagiairs worden ook geworven tijdens de presentaties die medewerkers van het Chi geven aan bezoekende groepen van vooral letterenopleidingen van Nederlandse en Vlaamse universiteiten. Er is ten opzichte van de voorbije jaren een duidelijke stijging te zien van dit soort presentaties en van het aantal lezingen en gastcolleges dat op en buiten het Chi werd verzorgd. Ook het congresbezoek werd geïntensiveerd. Voor het eerst in zijn bestaan organiseerde het Chi op het tweejaarlijkse congres van de Amerikaanse Society for Textual Scholarship in New York een eigen panel, onder de titel Made in Holland: On editing Vincent van Gogh, Hugo Grotius, and Antoni van Leeuwenhoek (maart). Oorspronkelijk was het de bedoeling dat zes Chimedewerkers aan het congres zouden deelnemen, van wie drie met een bijdrage aan het panel. Vanwege de dreigende oorlog in Irak besloot een deel van de Chi-afvaardiging niet naar New York te gaan, zodat uiteindelijk drie personen overble- het constantijn huygens instituut 7

ven. H.J.M. Nellen hield zijn eigen lezing, J.A.W. Gielkens die van L.A.M. Jansen en H. Brinkman die van L.C. Palm. Kleinere delegaties namen onder andere deel aan het congres New Technologies, Old Texts in Leicester (juli), aan het Vijftiende Colloquium Neerlandicum van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek in Groningen (augustus) en aan het colloquium The Book as Artefact van de European Society for Textual Scholarship in Kopenhagen (november). Al bijna een traditie is de studiedag Tekstgenese, die sinds een aantal jaren in het najaar in Antwerpen wordt georganiseerd in een samenwerkingsverband van het Chi met het AMVC-Letterenhuis in Antwerpen, het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudies van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (CTB-KANTL) in Gent, de Werkgroep Genese en de Vakgroep Nederlandse Literatuur van de Universiteit Gent. Dit jaar was het thema van de studiedag De geboorte van het vers. Een delegatie van het Chi bracht in november een kennismakingsbezoek aan het jonge Vlaamse zusterinstituut CTB in Gent; een tegenbezoek is voor 2004 gepland. Het Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis verrichtte al deze activiteiten met 26,5 formatieplaatsen (0,7 meer dan in 2002), verdeeld over ca. 35 medewerkers. Van deze formatieplaatsen werden er 19,2 ingenomen door wetenschappelijk personeel. Het exploitatietotaal over 2003 bedroeg 1.618.500. Van dit bedrag werd 84% ter beschikking gesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, de rest komt onder andere uit externe subsidies (bijvoorbeeld van NWO). 2003 was dus voor het Constantijn Huygens Instituut een jaar van doorwerken, afronden en publiceren, maar ook van wachten op een nieuwe directeur. Nog in 2002 was, wat dit laatste betreft, een Benoemings Advies Commissie (BAC) in het leven geroepen, die bestond uit prof. dr. F.P. van Oostrom (voorzitter), prof. dr. H.A.G. Braakhuis (directeur a.i. van het Chi), prof. dr. H. van Dijk (voorzitter a.i. van de Wetenschapscommissie van het Chi), dr. A. Kets-Vree en G. van Veen namens het personeel van het Chi en drs. C.H. Moen en S. Premchand namens de Knaw. Uit de sollicitatieprocedure kwam een kandidaat naar voren wiens mogelijke directeurschap door het hele personeel werd begroet. Maar in de loop van de zomer werd duidelijk dat de beoogde nieuwe directeur met de Knaw geen overeenstemming kon bereiken over de voorwaarden waaronder het directeurschap gestalte moest krijgen. Mede naar aanleiding van deze ontwikkeling benoemde het Bestuur van de Knaw een commissie Toekomst Chi onder voorzitterschap van prof. dr. M.A. Schenkeveld-van der Dussen, die zich moest beraden over de toekomst en de 8 jaarverslag chi 2003

mogelijkheden van het Chi. Deze commissie, bestaande uit de leden prof. dr. H.J. Bennis (directeur van het Meertens Instituut-Knaw), prof. dr. H.A.G. Braakhuis en J. van t Hek (Knaw) en de adviserende leden prof. dr. W.J. van den Akker (Universiteit Utrecht; vanaf 1 november directeur Instituten Geestes- en Sociale Wetenschappen van de Knaw) en prof. dr. F. Willaert (Universiteit Antwerpen), bracht op 31 oktober haar rapport uit. Het personeel, de Onderdeelcommissie en de Wetenschapscommissie van het Chi keerden zich tegen een deel van de analyses en de conclusies uit het rapport-schenkeveld en onderschreven het minderheidsrapport van prof. dr. F. Willaert. Op grond van deze ontwikkeling nam het Bestuur van de Knaw eind 2003 het besluit, dr. H. Wals (adjunct-directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis-Knaw) per 1 februari 2004 voor de duur van twee jaar en voor drie dagen per week te benoemen tot directeur van het Chi en dr. A. Kets-Vree tot plaatsvervangend directeur. De nieuwe directie heeft de opdracht gekregen de bedrijfsvoering van het Instituut te verbeteren. Prof. dr. H.A.G. Braakhuis, sinds februari 2002 interim-directeur, kondigde tegen het einde van het verslagjaar aan dat hij het Chi per 1 februari 2004 zou verlaten. Het Constantijn Huygens Instituut is Henk Braakhuis dankbaar voor de steun die hij de medewerkers tijdens de uitoefening van zijn functie heeft gegeven. het constantijn huygens instituut 9

Het Constantijn Huygens Instituut 10 jaarverslag chi 2003

Het Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis (chi) is een onderzoeksinstituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (knaw). Het is op 1 januari 1992 opgericht na een fusie van enkele kleinere instituten en projecten en genoemd naar Constantijn Huygens (1596-1687), in wiens persoon de verschillende aspecten van de werkzaamheden van het Instituut worden belichaamd. Het chi verricht fundamenteel onderzoek betreffende de ontsluiting van bronnen. Hoofddoelstellingen zijn: het verzorgen en (doen) uitgeven van wetenschappelijke tekstedities, het uitvoeren van projecten op het gebied van de intellectuele geschiedenis, het leveren van een bijdrage aan de theorievorming op beide gebieden en het leveren van instrumenten ten behoeve van de ontsluiting van bronnen. De hierboven geformuleerde doelstellingen zijn nauw met elkaar verweven. Het chi verstaat onder intellectuele geschiedenis de geschiedenis van het intellectuele leven, de rol die daarin werd gespeeld door personen en instellingen, de stromingen, de methoden en technieken, de communicatie tussen intellectuelen, de productie, verspreiding en receptie van teksten. De wetenschappelijke teksteditie moet niet los worden gezien van de intellectuele geschiedenis, aangezien iedere tekst is ontstaan en heeft gefunctioneerd in een culturele omgeving en niet onafhankelijk daarvan beschouwd kan worden; ook de literaire productie is veelal ingebed in het intellectuele leven. Het chi wil met zijn onderzoeksprogramma een functie vervullen ten dienste van de Nederlandse cultuur. Voor de periode van de Middeleeuwen en de Renaissance moet deze doelstelling ruim worden gehanteerd, aangezien een groot deel van het intellectuele leven toen nog niet aan landsgrenzen gebonden was. Wel zal in beginsel elk onderzoeksproject een Nederlandse component bevatten. Voor belangstellenden zijn er folders over het Instituut beschikbaar in het Nederlands, het Duits, het Engels en het Frans. Algemene en actuele informatie over het chi is te vinden op de website van het Instituut: http://www.chi.knaw.nl. het constantijn huygens instituut 11

Wetenschapscommissie Het wetenschappelijk programma van het chi komt tot stand mede in overleg met een wetenschapscommissie. Deze bestond in 2003 uit prof. dr. H. van Dijk (Rijksuniversiteit Groningen), voorzitter a.i., prof. dr. J.D.F. van Halsema (Vrije Universiteit Amsterdam), prof. dr. M.G.M. van der Poel (Katholieke Universiteit Nijmegen), prof. dr. F.J. van Ingen (Vrije Universiteit Amsterdam), prof. dr. J.J. Kloek (Universiteit Utrecht) en prof. dr. C.G. Meerhoff (Universiteit van Amsterdam). Werkwijze Het onderzoek binnen het Instituut wordt uitgevoerd op projectmatige wijze, en wel in twee afdelingen: de werkgroep Middeleeuwen-Renaissance en de werkgroep Nieuwe Tijd. Elke werkgroep is verantwoordelijk voor een aantal (deel)projecten, die worden uitgevoerd door wetenschappelijk medewerkers. Deze zijn deels in vaste dienst en deels in tijdelijke dienst voor de duur van het project. Elk project wordt getoetst aan de algemene doelstelling van het Instituut; wetenschappelijk belang, tijdsplanning en beoogd eindresultaat worden van tevoren vastgesteld en zo nodig tussentijds aangepast. In het algemeen wordt aan elk project een projectcommissie verbonden; hiervoor worden deskundigen van buiten het Instituut uitgenodigd. Daarnaast draagt de wetenschapscommissie via advies en overleg bij aan de totstandkoming van het wetenschappelijk beleid van het chi. Naast de werkgroepen beschikt het chi over een afdeling beheer-administratie en over een secretariaat. De projecten die binnen het chi worden uitgevoerd betreffen voor het grootste deel tekstedities. Voor wat de Nieuwe Tijd betreft moeten drie soorten edities worden onderscheiden: de historisch-kritische uitgave, de studie-uitgave en de leeseditie. De eerste twee zijn bedoeld voor een wetenschappelijk publiek. De leeseditie geeft eveneens een wetenschappelijk verantwoorde tekst, maar is bedoeld voor een breed publiek. De werkgroep Middeleeuwen-Renaissance wijdt zich behalve aan tekstedities ook aan andere vormen van bronnenontsluiting (zoals het Lexicon Latinitatis Nederlandicae Medii Aevi) en aan projecten op het gebied van de intellectuele geschiedenis, dat wil zeggen de op teksten gebaseerde geschiedenis van het intellectuele leven. De projecten van de werkgroep Nieuwe Tijd betreffen veelal tekstedities, maar met het onderzoek naar het Nederlandse Newtonianisme wordt nu ook binnen deze afdeling aan de bestudering van de geschiedenis van het intellectuele leven vormgegeven. De werkgroepen van het chi zijn gehuisvest op de nulde, tweede en derde verdieping van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Sommige medewerkers zijn elders gestationeerd, bijvoorbeeld in het Van Gogh Museum te Amsterdam. In 2003 werd met de Koninklijke Bibliotheek overleg 12 jaarverslag chi 2003

gevoerd over tijdelijke huisvesting elders vanwege de herindeling en verbouwing van de kb. In de loop van 2004 zal het chi voor de voorlopig onbekende duur van de reconstructie van de kb tijdelijk worden ondergebracht op het adres Bezuidenhoutseweg 2 in Den Haag. Internationaal De wetenschappelijke teksteditie wordt door het chi uitgevoerd vanuit een internationaal perspectief, maar met betrekking tot het nationale culturele erfgoed. Nationaal en internationaal wil het Instituut door middel van de organisatie van en deelname aan congressen, symposia en studiedagen bijdragen tot de theorievorming op het gebied van de wetenschappelijke teksteditie en de intellectuele geschiedenis. Het chi streeft ernaar nieuwe inzichten op deze gebieden in de praktijk te brengen. Het chi onderhoudt rechtstreeks en via de werkgroepen contacten met diverse wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland. Soms is het een kwestie van patronage, zoals in het geval van de Union Académique Internationale (uai), soms gaat het om intensieve wetenschappelijke samenwerking, in een enkel geval is sprake van een bilateraal onderzoeksprogramma met een buitenlands instituut. De werkgroep Middeleeuwen-Renaissance is lid van de Fédération Internationale des Instituts d Etudes Médiévales (fidem) en heeft een samenwerkingsverband met de Nederlandse Onderzoekschool Mediëvistiek. Het Lexicon en het project Aristoteles Semitico-Latinus maken deel uit van een internationaal project van de uai. Het project Artes-faculteit geschiedt in samenwerking met het Institut de Recherche et d Histoire des Textes (irht) te Parijs. Het Erasmus-project en het Grotius-project ressorteren onder de patronage van de uai. Voor het Erasmus-project is in de jaren zestig de Conseil international pour l édition des œuvres complètes d Erasme in het leven geroepen, een adviesraad die de uitgave begeleidt. Het project Europa Humanistica wordt uitgevoerd in een Europees samenwerkingsverband onder leiding van het irht te Parijs. De werkgroep Nieuwe Tijd onderhoudt contacten met de Arbeitsgemeinschaft für germanistische Edition (Osnabrück), met de Society for Textual Scholarship (New York), met het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Gent) en met de in 2001 mede op initiatief van het CHI opgerichte European Society for Textual Scholarship (Leicester). Specifieke samenwerkingsverbanden zijn vermeld bij de desbetreffende projecten. Publicaties In overleg met deskundigen van buiten het Instituut is beleid ontwikkeld voor de productie, publicatie en verspreiding van door het Instituut het constantijn huygens instituut 13

verzorgde edities. Leesedities zullen al dan niet met steun van het Nederlands Literair Productieen Vertalingenfonds door een van de Nederlandse literaire uitgevers worden uitgegeven. De grote wetenschappelijke edities worden onder auspiciën van het Instituut zelf geproduceerd of bij een wetenschappelijke uitgeverij ondergebracht. Bij elk project wordt de mogelijkheid van een digitale publicatie bekeken. Enkele digitale publicaties zijn intussen op de website van het chi te vinden. Financiën De onderzoeksprojecten van het chi worden gefinancierd door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen op basis van een lump sum-financiering, waarvan de hoogte jaarlijks door het bestuur van de Akademie wordt vastgesteld. Ook de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo) draagt bij aan de geldmiddelen. Incidenteel worden (kleine) projecten betaald uit de zogenaamde derde geldstroom en voor een klein deel uit de opbrengst van boekverkoop en royalties. Stages Hoewel het chi geen onderwijstaken heeft, is het voor studenten mogelijk om binnen de werkgroepen voor een bepaald project een stage te volgen, in het algemeen voor de duur van drie maanden. De stages betreffen bijvoorbeeld literatuur- en/of archiefonderzoek en dienen vooral als ondersteuning bij een teksteditie. De stagiair neemt tevens deel aan alle activiteiten van de werkgroep, zoals het werkgroepoverleg en eventuele studiedagen, en aan algemene instituutsactiviteiten, zoals de maandelijkse werklunch, cursussen, en dergelijke. In dit jaarverslag is een speciaal themakatern gewijd aan de stageplaatsen op het chi (p. 49-52). Interne commissies º Commissie Informatie- en Communicatietechnologie P. Boot (voorzitter vanaf medio 2003), H. Brinkman, P.G. de Bruijn (voorzitter tot medio 2003), M.J. Eijgenraam, B.R.I. Van Elsacker, E.G.P. Huijing, P.W. Kegel, M.J. Teeuwen, G. van Veen. De commissie informeert en adviseert bestuur en medewerkers van het Instituut over nieuwe ontwikkelingen op het vlak van de ict. Daarnaast functioneert de commissie als denktank voor de mogelijkheden om ict op een vernieuwende manier in te zetten ten bate van edities van het chi. De commissie nam in het verslagjaar afscheid van haar voorzitter P.G. de Bruijn. In het jaar 2003 is onder verantwoordelijkheid van een subcommissie van de ict-commissie een nieuwe chi-website tot stand gekomen. De subcommisie werd voor deze gelegenheid aangevuld met J.A.W. Gielkens en H.J.M. Nellen. Met de vernieuwde site, ontworpen door Zeezeilen (Amsterdam), is een visitekaartje voor het 14 jaarverslag chi 2003

Instituut gerealiseerd. De commissie is voornemens om de site uit te breiden met een werkomgeving voor de verschillende projecten van het Instituut. In het afgelopen jaar werden de eerste digitale uitgaven van het Instituut op de website geplaatst, zoals bijvoorbeeld Het Geraardsbergse Handschrift, een digitale heruitgave van het uitverkochte eerste deel uit de reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden. De commissie heeft zich daarnaast beziggehouden met de voorbereiding van een subsidieaanvraag voor het knaw-digitaliseringsfonds. De inmiddels gehonoreerde aanvraag, onder de titel editor, behelst de ontwikkeling van hulpmiddelen voor wetenschappelijk onderzoek in de context van een digitale editie. editor zal het mogelijk maken om categorieën, eigenschappen en relaties van en tussen tekstfragmenten te onderkennen en op een inzichtelijke wijze te visualiseren. Ten behoeve van deze aanvraag zijn contacten gelegd met verscheidene belangstellenden in binnen- en buitenland. De commissie is voornemens de in 2002 uitgebrachte ict-strategienota in de eerste maanden van 2004 aan de hand van de inmiddels opgedane ervaringen in een gewijzigde vorm uit te brengen. º Commissie Public Relations A.M.I. van Oppenraay (coördinator), P.R. Werinussa (praktische ondersteuning). De vaste PR-activiteiten binnen het Constantijn Huygens Instituut omvatten onder meer de organisatie van de maandelijkse werklunches, boekaanbiedingen en diverse feestelijke bijeenkomsten, en het contact met de redactie van Akademie Nieuws. Kleinere evenementen die betrekking hebben op de verschillende projecten worden in principe door de betreffende medewerkers zelf georganiseerd, eventueel met ondersteuning. Voor grotere evenementen wordt in wisselende bezetting een commissie ad hoc geformeerd. In het verslagjaar werden de lezingen tijdens de werklunches gehouden door respectievelijk H. Brinkman (23 januari: Een lied van hoon en weerwraak. Ruters versus Kerels in het Gruuthuse-handschrift ), gastspreker N. van Haaften (20 februari, m.m.v. P. van Reenen en E. Wattel, Vrije Universiteit Amsterdam: Het gebruik van de computer en wiskundige modellen bij stemmatologisch onderzoek ), gastspreker F. Wiering (Universiteit Utrecht, 28 maart: xml-demonstratie van de webeditie Thesaurus Musicarum Italicarum ), H.G.M. Jorink (17 april: Humanisten en microscopen in de zeventiende eeuw ), I. Broekman (stagiair, 5 juni: Constantijn Huygens en Suzanne van Baerle: een dubbelportret beschouwd ), O. Weijers (25 september: De het constantijn huygens instituut 15

uitgave van het Repertorium van magistri en teksten van de Parijse Artes-faculteit ), B. Thijs (9 oktober: De Nederduytsche Helicon, een rederijkersbundel uit 1610 ) en P. Boot (20 november: Internationaal digitaal embleemonderzoek ). De commissie woonde verder de voorlichting rond het evenement WetenWeek 2003 te Amsterdam bij. Ook organiseerde zij een uitwaaimiddag met zomerborrel voor de medewerkers in Scheveningen en de jaarlijkse kerstborrel ter afsluiting van het jaar. De commissie rondde de werkzaamheden rond het jubileumjaar af met de publicatie van de feestredes van Paul Schnabel en Nelleke Noordervliet onder de titel De tekst bij u thuis. briefwisseling van de filosoof Frans Hemsterhuis (1721-1790), aangevuld met een interpretatieve studie over de Haagse kring rond deze denker. Daarnaast zal het chi participeren in het door nwo gefinancierde project De constructie van het Nederlands literair verleden: Ordening, evaluatie en presentatie van de literaire erfenis in de negentiende eeuw onder leiding van prof. dr. M. Mathijsen (Universiteit van Amsterdam). Naar verwachting zal de uitvoering van dit project in 2004 leiden tot de aanstelling van een aio. Met het chi als standplaats zal deze medewerker onderzoek verrichten naar de geschiedenis van vroege edities van literaire teksten in Nederland en Vlaanderen. º Commissie Intellectuele Geschiedenis H.G.M. Jorink, A. Kets-Vree, L.C. Palm (voorzitter), J. Trapman, O. Weijers. De commissie Intellectuele Geschiedenis beraadt zich over de wijze waarop binnen het chi vorm kan worden gegeven aan de beoefening van de intellectuele geschiedenis. In 2003 is de uitvoering van het project Geschiedenis van het Nederlandse Newtonianisme voortgezet. De commissie besprak voorts de mogelijkheid van het opzetten van andere projecten op het gebied van de intellectuele geschiedenis. Een van de desiderata is een digitale editie van de omvangrijke º Onderdeelcommissie G. van Veen (voorzitter), A.M.I. van Oppenraay (secretaris), M.J. Teeuwen (tot april), H.G.M. Jorink (vanaf april). Als gevolg van de Wet op de Ondernemingsraden is op het chi een Onderdeelcommissie (oc) actief. Deze commissie hield in het verslagjaar zes reguliere en vier interne vergaderingen. Er was tweemaal informeel overleg met de directeur a.i. Daarnaast vonden er vier ingelaste gesprekken plaats, tweemaal met afvaardigingen van de knaw naar aanleiding van het rapport van de commissie-schenkeveld over de toekomst van het chi, eenmaal met een kandidaat-directeur 16 jaarverslag chi 2003

en eenmaal met de beoogde directeur a.i. dr. H. Wals (in functie per 1 februari 2004). Tevens vond een gesprek plaats met de directeur Instituten Geestes- en Sociale wetenschappen en de directeur Bedrijfsvoering van de knaw; naar aanleiding van dit gesprek over het voorgenomen besluit van de Akademie om dr. Wals als tijdelijk directeur aan te stellen heeft de oc een positief advies uitgebracht. De oc organiseerde driemaal een informatiebijeenkomst voor de medewerkers, over de or/oc-verkiezingen en over het rapport- Schenkeveld. In de reguliere vergadering met de interim-directeur prof. dr. H.A.G. Braakhuis kwamen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: de ontwikkelingen rond de werving van een nieuwe directeur voor het chi (de oc was in de persoon van G. van Veen vertegenwoordigd in de benoemingscommissie), de voorjaarsnota, de begroting en de or/oc-verkiezingen van 2003. De oc was aanwezig bij de verkiezingsbijeenkomst van de or/oc s en de installatie van de nieuwe or/oc s en nam deel aan een cursus medezeggenschap in Garderen. Bij de instelling van de commissie- Schenkeveld was de oc in eerste instantie niet om advies gevraagd. Toen dat uiteindelijk wel gebeurde, heeft de oc alsnog een negatief advies uitgebracht voor wat betreft de instelling, de samenstelling en de opdracht van deze commissie. Het door de eerste directeur a.i. voorgestelde plan van aanpak ter invoering van het pop (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) binnen het chi heeft de oc van een positief advies voorzien. Zwaartepunten van de activiteiten van de oc voor 2004 zullen zijn de verhuizing van het Instituut (gepland voor mei 2004) voor tenminste één jaar buiten de Koninklijke Bibliotheek, de implementatie van de strategienota van de knaw, de advisering van de nieuwe directie a.i. en de invoering van het pop op het Instituut. º Jaarverslagcommissie M.J. Eijgenraam, J.A.W. Gielkens (voorzitter), H. van Kempen, H.J.M. Nellen, P.R. Werinussa. De Jaarverslagcommissie was verantwoordelijk voor de samenstelling en de eindredactie van het jaarverslag 2002, dat in een vernieuwde vormgeving van Willem Nobbe (bno) verscheen. het constantijn huygens instituut 17

Projecten 18 jaarverslag chi 2003

º LEXICON LATINITATIS NEDERLANDICAE MEDII AEVI M. Gumbert-Hepp, O. Weijers Tot ongeveer 1900 was het oude Glossarium Mediae et Infimae Latinitatis van DuCange (voor het eerst verschenen in 1688, later steeds herzien en uitgebreid) voor degenen die zich met het Middeleeuws Latijn bezighielden steeds voldoende geweest, maar rond 1920 bleek dat dit niet meer het geval was. Er moest een geheel nieuw woordenboek komen. Vanwege de omvang van deze taak besloot de Union Académique Internationale (UAI) dat ieder land zijn eigen woordenboek zou maken, dat wil zeggen: ieder land zou een woordenboek maken van het Latijn zoals dat in de Middeleeuwen binnen de huidige grenzen werd gebruikt. Deze woordenboeken zouden dan, naast elkaar geplaatst, een compleet beeld geven van het Latijn uit de Middeleeuwen in heel Europa. In de praktijk bleek dat niet zo eenvoudig. Immers, ieder land stelde zijn eigen grenzen vast over de te behandelen periode (een land met zeer veel bronnen verkoos bijvoorbeeld om eerst tot het jaar 1200 te gaan, een ander land met weinig vroege bronnen nam de hele Middeleeuwen, tot ca. 1500), er was weinig of geen eenheid van methode, en men kwam ook niet tot vaste afspraken dienaangaande. Ook ging lang niet ieder land direct aan de slag. Wat Nederland betreft: er werd een commissie ingesteld de DuCange-commissie die de voorbereidingen ter hand nam. Er werden deskundigen aangezocht om bronnen te excerperen, maar het werk vorderde slechts langzaam. Pas in de jaren zestig werd dr. J.W. Fuchs de eerste redacteur van het Woordenboek. Onder zijn leiding werden de bronnen verder geëxcerpeerd door een aantal ervaren classici. Alleen gedrukte teksten werden gebruikt, maar daaronder vielen ook incunabelen en post-incunabelen wanneer er van een bepaalde tekst geen moderne editie verkrijgbaar was, hetgeen vooral voor filosofische teksten het geval was. Omstreeks 1970 was het excerperen klaar. Nieuwe edities werden (en worden) door de redactie tussendoor geëxcerpeerd en aan het bestand van fiches toegevoegd. Dit bestand is aanzienlijk: ca. 300.000 fiches, alfabetisch geordend in ladenkasten. Aan het eind van de jaren zestig was dr. Fuchs begonnen met het opzetten van een systeem voor het schrijven van de lemmata. Een erfenis van dit systeem is het ongebruikelijke alfabet dat in het Woordenboek wordt gehanteerd: dr. Fuchs wilde de middeleeuwse spelling recht doen en zo is er in het Woordenboek geen H, omdat deze letter in de middeleeuwen tot grote verwarring aanleiding had gegeven, en de klassieke spelling AE staat onder de letter E, PH onder de F, enz. De redactie, na de dood van dr. Fuchs gevoerd door dr. O. Weijers en dr. M. Gumbert-Hepp, kwam tot de conclusie 20 jaarverslag chi 2003

dat het na de publicatie van de letter A niet meer mogelijk was het systeem te wijzigen. De publicatie kwam vanaf 1970 op gang. Aflevering 1 bevatte de bronnenlijst, en vanaf dat jaar zijn er met grote regelmaat (tweemaal per jaar tachtig pagina s) afleveringen verschenen. Na het gereedkomen van de geschreven kopij is het tempo van publicatie versneld: de afleveringen bevatten sinds fascikel 57 (2002) honderdtwintig pagina s. Het Woordenboek vormt een onmisbaar instrument voor iedereen die zich met de Nederlandse Middeleeuwen bezighoudt. Immers, het vergroot de toegankelijkheid van de Middeleeuws Latijnse teksten die door Nederlanders, over Nederland(ers) of in Nederland geschreven zijn. Met het afnemen van de algemene schoolkennis van het Latijn neemt de betekenis van het Woordenboek toe. Wat de huidige stand en planning betreft: in 2003 zijn twee fascikels verschenen: 59 en 60. De publicatie van het Woordenboek is daarmee gevorderd tot Terminabilis. De rest van de letter T, en de letters U, V en X liggen in geschreven vorm klaar, waarmee het corpus in eerste redactie gereed is. (N.B.: de letter W valt onder de V, de Y vindt men onder de I, de Z onder de S, dit vanwege het speciale alfabet.) Ook het supplement en de corrigenda zijn gereed. Voor het persklaar maken van geschreven kopij en het verzorgen van drukproeven en dergelijke zijn nog anderhalf jaar nodig. Bij het schrijven van het supplement zijn de redacteuren zeer terughoudend geweest: het heeft geen zin het aantal citaten alleen uit te breiden met (bijvoorbeeld) plaatsen uit opnieuw uitgegeven bronnen, waardoor geen nieuwe informatie wordt verkregen. Er worden alleen nieuwe woorden, betekenissen of nuances opgenomen. Een uitzondering wordt gemaakt voor citaten met woorden die tot nu toe uitsluitend voorkwamen in de glossaria: bijvoorbeeld de Conflatus vocabulorum en de Teuthonista. Wij mogen haast aannemen, vooral als het gaat om minder gebruikelijke woorden, dat een auteur een exemplaar van deze oude glossaria op zijn werktafel had liggen en gebruikte bij het zoeken naar een goede vertaling. Eén van de aardigste voorbeelden hiervan is Jacob Tymman van Amersfoort, die een commentaar heeft geschreven bij werken van Aristoteles: de Meteorologica en De generatione. Hij beschikte vrijwel zeker over een exemplaar van de Teuthonista, aangezien er bij hem vele voorbeelden zijn van tekstbewijsplaatsen als aanvulling op de glossaria. º ARTES-FACULTEIT O. Weijers Het project Artes-faculteit betreft een gemeenschappelijk onderzoekprogramma van het CHI en het IRHT (Institut de Recherche et d Histoire des Textes) in Parijs, dat sinds 1991 bestaat. In het kader van dit programma, dat gericht is op de projecten 21

intellectuele geschiedenis van de Artes-faculteit, wordt gewerkt aan de samenstelling van een repertorium van magistri en teksten van de Parijse Artes-faculteit. Hiervan zijn de eerste vijf afleveringen (A-B; C-F; G; H-Johannes C.; J, à partir de Johannes D) inmiddels verschenen. Niet alleen de magistri die in Parijs hebben onderwezen worden opgenomen, maar ook die contemporaine auteurs van wie de werken duidelijk in Parijs bekend waren en gebruikt werden. Zo vindt men in de laatste aflevering niet alleen de Parijse filosoof Jean de Jandun, maar ook bijvoorbeeld de Engelse geleerde John Peckam. Bij het onderzoek is de rol van het internationale netwerk, dat het project al van het begin af steunt, van groot belang. Soms wijzen leden van dit netwerk op in geen van de gebruikte bronnen gevonden auteurs, soms ook bieden zij uitkomst in het geval van een zeer bekende auteur met een overweldigende bibliografie. Zo is er over Johannes Duns Scotus waarschijnlijk meer geschreven dan over enige andere middeleeuwse filosoof en leek het samenstellen van de notitie over deze auteur ondoenlijk, totdat een van de leden van het netwerk wees op de volledige bibliografie van Duns Scotus die Tobias Hoffmann aan de Catholic University in Washington bijna had afgerond en die hij op verzoek onmiddellijk ter beschikking stelde. Deze hulp was bijzonder, maar ook in het algemeen wordt de samenstelling van de notities sterk beïnvloed door opmerkingen, correcties en aanvullingen van een veertigtal trouwe medewerkers. Ook wordt onderzoek verricht naar onderwijsmethoden en programma s, in het bijzonder naar de rol van de disputatio aan de Artes-faculteit. Een eerste publicatie hierover, toegespitst op de Parijse universiteit, is in 1995 verschenen. Een tweede studie, over de disputatio aan de diverse Artes-faculteiten, verscheen in oktober 2002. Ten slotte zal een derde deel het verschijnsel van de disputatio in ruimer verband bestuderen, vooral de relatie tussen die van de Artes-faculteit en van de overige faculteiten, de voorgeschiedenis en de nawerking tijdens de Renaissance. De voorbereiding van het eerste hoofdstuk, over de disputatio aan de theologische faculteit, maakt al duidelijk dat naast overeenkomsten ook duidelijke verschillen zijn aan te wijzen in het functioneren van deze onderwijs- en onderzoekmethode in de diverse faculteiten. º CIVICIMA (Études sur le vocabulaire intellectuel du moyen âge) M.J. Teeuwen, O. Weijers Aan het Latijnse vocabulaire van het intellectuele leven in de Middeleeuwen is sinds 1986 een negendelige serie boeken gewijd onder de reeksnaam CIVICIMA (Comité International du Vocabulaire des Institutions et de la Communication Intellectuelles au Moyen Age). De negen delen, bijna alle geredigeerd of gepubli- 22 jaarverslag chi 2003

ceerd door O. Weijers, bevatten het resultaat van congressen over afgebakende onderdelen van het onderwerp, monografieën of geredigeerde bundels artikelen. Zo is deel 2, Vocabulaire du livre et de l écriture au moyen âge (Turnhout 1989), gewijd aan termen uit de wereld van het boek of de boekproductie. Hierin wordt bijvoorbeeld het voor de universiteit zo belangrijke fenomeen van het pecia-systeem besproken, een systeem waarbij een lange tekst op afzonderlijke katernen wordt opgeschreven, welke vervolgens worden verhuurd aan studenten ter overschrijving. Deel 4, om een ander voorbeeld te noemen, Dictionnaires et répertoires au moyen âge (1991), is geheel gewijd aan termen die worden gebruikt voor een heel nieuw genre dat in de dertiende eeuw tot bloei komt: de zogenaamde consultatieliteratuur opzoekboeken, indexen, woordenboeken en naslagwerken. De reeks, die internationaal grote belangstelling en medewerking heeft gekregen, heeft overtuigend aangetoond dat de analyse van het meer technische vocabulaire van het middeleeuwse intellectuele bedrijf een waardevolle bijdrage levert aan de verdieping van onze kennis en begrip van het culturele leven. In de zomer van 2003 is een tiende en afsluitend deel in de reeks gepubliceerd door M.J. Teeuwen. Dit deel doet dienst als handboek en is een praktisch instrument voor het vinden van informatie en materiaal over een aanzienlijk aantal technische termen dat wil zeggen, termen die in de context van middeleeuwse onderwijs of wetenschap specifieke betekenissen hebben ontwikkeld. Het terminologische veld is verdeeld in vier categorieën: 1. het vocabulaire van scholen en universiteiten (bijvoorbeeld schola, magister, universitas, etc.); 2. het vocabulaire van het boek en de boekproductie (bijvoorbeeld armarium, pecia, scriptorium, etc.); 3. het vocabulaire van onderwijsmethoden, instrumenten en producten van wetenschappelijk onderzoek (bijvoorbeeld concordantia, disputatio, glossa, etc.); en ten slotte 4. de namen van de disciplines en hun beoefenaars (bijvoorbeeld artes liberales, canonista, decretista, theologia, etc.). Binnen deze vier categorieën worden termen, individueel of inhoudelijk gegroepeerd, beschreven in korte, uniforme artikelen. Hierin wordt aandacht besteed aan hun betekenis(sen) in middeleeuwse context(en), aan hun (klassieke) oorsprong en hun betekenisontwikkeling, en aan historische of regionale verschillen in betekenis. Als voorbeeld van een term die een sterke betekenisverschuiving doormaakt kan compilare of compilatio dienen. In het klassiek Latijn heeft het werkwoord compilare uitsluitend een negatieve betekenis: met geweld afnemen, roven, of plunderen. In de late oudheid komen daar compilatio en compilator bij, woorden die ook in figuurlijke zin gebruikt worden voor het plunderen van andermans werk, het plegen van plagiaat. In de dertiende eeuw echter, die wel gekenschetst is als the age of the compiler, werd de praktijk van projecten 23