STAAT VAN DE INSTELLING MBO Profit Opleidingen Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 196721 Datum onderzoek : 16 september 2013 Datum vaststelling : 26 november 2013
Pagina 2 van 29
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING............................................ 5 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT........................... 7 2.1 Conclusie........................................... 7 2.2 Vervolgtoezicht....................................... 8 3 TOELICHTING OP DE BEOORDELING......................... 11 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau................ 11 3.2 Risico's op relevante indicatoren.......................... 12 3.3 Resultaat Pedagogisch Werk (92631) en Maatschappelijke Zorg (92662)............................................ 15 4 BIJLAGEN............................................ 22 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden..................... 22 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied.................................. 25 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding.......... 26 Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg), 26TR 92631......................................... 26 Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen), 26TR 92662............................... 27 Pagina 3 van 29
Pagina 4 van 29
1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in augustus en september 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij PROFIT Opleidingen. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. PROFIT Opleidingen is een niet-bekostigde instelling met 130 studenten in acht erkende middelbare beroepsopleidingen. De acht crebo-opleidingen zijn in de onderwijssituatie samengevoegd. De instelling heeft een onderwijslocatie in Zwolle en drie uitvoeringslocaties in het land. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het verslag van werkzaamheden, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten en docenten, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten 26TR 92631, Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg) 26TR 92662, Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen) Gebied Examinering en diplomering 26TR 92631, Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg) 26TR 92662, Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen) Leerweg, niveau, locatie leerweg bol, niveau 4, locatie Eiffelstraat 1, Zwolle leerweg bol, niveau 4, locatie Stadsplein 97, Amstelveen Pagina 5 van 29
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de resultaten van de analyse en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 3. Pagina 6 van 29
2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij PROFIT Opleidingen slecht is. Voorts concluderen we dat er veel risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, namelijk bij het onderwijsproces en de examinering. We zien een particulier opleidingsinstituut met mensen die met veel betrokkenheid en kennis van het werkveld een beroepsopleiding neer zetten. Ondanks deze inspanningen is PROFIT Opleidingen niet in staat gebleken om de opleidingen aan de wettelijke kwaliteitsvereisten te laten voldoen. Het oordeel dat de kwaliteitsborging slecht is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we intensief aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij PROFIT Opleidingen. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we twee opleidingen onderzocht. Bij deze opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. Pagina 7 van 29
2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij PROFIT Opleidingen is slecht. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB art. 1.3.6) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. PROFIT Opleidingen krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Tussentijds volgen we de kwaliteitsverbetering door over drie maanden een plan van aanpak en over een half jaar een voortgangsrapportage op te vragen. Zie ook de paragraaf Nader onderzoek. Lopende toezichtactiviteiten voortvloeiend uit eerder inspectieonderzoek Op het moment van het vaststellen van het definitieve rapport van de Staat van de instelling hebben we geen onderzoeken naar kwaliteitsverbetering (okv s) in uitvoering dan wel in onze planning staan. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de twee onderzochte opleidingen In onderstaande schema s is het vervolgtoezicht te lezen. We voeren dit vervolgtoezicht zo veel mogelijk gelijktijdig uit. Hierbij is de genoemde termijn in de waarschuwingsbrief van de minister leidend. Voor de kwaliteitsgebieden onderwijsproces, kwaliteitsborging en wettelijke vereisten geldt het vervolgtoezicht voor alle onderzochte crebo s vermeld in kolom 1 van de tabel in hoofdstuk 1. Voor het kwaliteitsgebied examinering en diplomering geldt het vervolgtoezicht voor het uitstroomcrebo vermeld in kolom 2 van dezelfde tabel. Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg), 26TR 92631, locatie Zwolle Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende. (zwak onderwijs). Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs. Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Pagina 8 van 29
Kwaliteit examinering is slecht. Kwaliteitsborging is slecht. Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB. De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen), 26TR 92662, locatie Amstelveen Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege zwak Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. (zwak onderwijs). onderwijs. Kwaliteit examinering is slecht. Aangepast toezicht vanwege slechte De inspectie meldt het oordeel aan de minister. examenkwaliteit. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Kwaliteitsborging is slecht. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat extra toezichtactiviteiten nodig zijn. Om de onderwijskwaliteit bij PROFIT Opleidingen een duidelijke impuls te geven, is gekozen voor een mix van activiteiten door de inspectie en door de instelling. Pagina 9 van 29
Onderzoek door de inspectie De Staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om de voortgang van de ontwikkelingen van de instelling nauwlettend te volgen. Extra onderzoeken door de inspectie zullen minder effectief zijn, omdat alle opleidingen eenzelfde opzet hebben en de uitkomsten voorspelbaar zullen zijn. Onderzoek door de instelling In het vervolg van de Staat van de instelling verzoeken wij PROFIT Opleidingen drie maanden na vaststelling van dit rapport een plan van aanpak op te stellen, waarin zij de tekorten (onderwijsproces, examinering en diplomering en kwaliteitsborging) van alle opleidingen in kaart brengt met de daarbij behorende verbeteracties. In dit plan zijn de voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten vermeld, die zijn gekoppeld aan de concrete doelen. Daarnaast verzoeken wij PROFIT Opleidingen een half jaar na vaststelling van dit rapport een voortgangsrapportage op te stellen. In deze rapportage geeft de instelling de voortgang van de geformuleerde activiteiten weer. De inspectie bespreekt met PROFIT Opleidingen uiterlijk een maand na ontvangst van het desbetreffende document het plan van aanpak en de voortgangsrapportage. Zo verwachten wij dat de instelling de verbetering van de kwaliteitsborging op korte termijn realiseert. Pagina 10 van 29
3 TOELICHTING OP DE BEOORDELING In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4 Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing De kwaliteitsborging is als slecht beoordeeld, omdat een instellingsbrede, cyclische kwaliteitszorg op basis van concrete doelen ontbreekt. De sturing is onvoldoende. De geformuleerde kwaliteitsdoelstellingen geven onvoldoende richting aan de organisatie en de gewenste onderwijskwaliteit. Doelstellingen zijn namelijk vooral activiteitgericht geformuleerd. Daarnaast constateren wij dat de opzet van de kwaliteitsborging omvangrijk is. Het kleine team is daardoor onvoldoende in staat om de kwaliteitscyclus volledig te doorlopen en de gewenste rapportages op te leveren, waardoor zicht op het behalen van de gestelde (verbeter)doelen voor het onderwijsproces en de examinering ontbreekt. Voldoende informatie om sturing aan de organisatie te geven ontbreekt eveneens. Hoewel er regelmatig overleg plaats vindt in het Klein en Groot MT zijn de acties die hieruit volgen doorgaans fragmentarisch van aard en geven onvoldoende richting. De continuïteit van de organisatie is wel geborgd. Door gebruik te maken van docenten, zelfstandigen afkomstige uit het werkveld, zorgt PROFIT Opleidingen voor een tijdige invulling van vacatures. Pagina 11 van 29
Ook de beoordeling van de onderwijskwaliteit is onvoldoende. Monitoring en evaluatie op basis van een instellingsbrede kwaliteitseisen ontbreken. Van actief en daadwerkelijk volgen van de ontwikkelingen tijdens de uitvoering is namelijk geen sprake. Er zijn wel studentenevaluaties en docentenbesprekingen, maar een structurele en regelmatige evaluatie van de onderwijskwaliteit met gebruikmaking van onafhankelijke deskundigen ontbreekt. Tekorten worden daardoor niet op tijd gesignaleerd. Wij constateren dat verbetering en verankering onvoldoende is. De kwaliteitszorg is in ontwikkeling en de cyclus is nog niet doorlopen. De verbeteracties, die voortkomen uit de studentenevaluaties, zijn veelal individuele acties van docenten en niet ingekaderd in een kwaliteitszorgsystematiek. De samenhang tussen de geconstateerde tekorten en de te behalen doelstellingen gaat daardoor verloren. Planvorming voor deskundigheidbevordering van docenten, zoals een persoonlijk ontwikkelingsplan, is beschreven, maar nog niet ingevoerd. PROFIT opleidingen doet onvoldoende aan deskundigheidsbevordering, docenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun deskundigheid. Wel is er intervisie en zijn er docentendagen over onderwijsvisie en -ontwikkelingen. Dialoog en verantwoording is wel voldoende. Door middel van nauwe onderlinge contacten en frequente uitwisselingsmomenten zijn docenten en studenten betrokken bij de ontwikkelingen. De externe dialoog vindt vooral plaats in de beroepenveldcommissie, die recentelijk is uitgebreid met alumni. 3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: 0 Mate van risico's Geen Enkele Veel Pagina 12 van 29
Kwaliteit onderwijs Het risico voor de kwaliteit van het onderwijs schatten we in als matig tot hoog. Uit onze onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van het onderwijsproces voor beide opleidingen onvoldoende is voor het leren in de beroepspraktijk. Tijdens het onderzoek van de bpv-bedrijven kwam een duidelijk patroon naar voren. Zo onderhoudt PROFIT Opleidingen te weinig contacten en gebruikt de student als boodschapper. Het risico is dan dat de instelling geen goed zicht heeft op de vorderingen van de student. De opzet van het onderwijs is bij alle opleidingen gelijk. Het is daarom aannemelijk dat ook bij de andere opleidingen dit risico voorkomt. Kwaliteit examinering Het risico voor de kwaliteit van de examinering schatten we in als hoog tot zeer hoog. We hebben geconstateerd dat de kwaliteit van de examinering van de onderzochte opleidingen over het geheel genomen niet voldoende is. Opmerkelijk is dat de kwaliteit van de examinering van de eindtermgerichte opleidingen twee jaar op rij wel voldoende was. Geconcludeerd kan worden dat de overstap naar de beroepsgerichte opleidingen niet goed is verlopen. De structuur van de examinering is bij alle opleidingen identiek. Het is daarom aannemelijk dat ook bij de andere opleidingen dezelfde tekorten zich voor zullen doen. Een extra risico is dat uit het gesprek met examencommissie naar voren kwam dat deze onvoldoende op de hoogte is van de vigerende wet- en regelgeving omtrent exameneisen en diplomamodel. De kans bestaat daardoor dat studenten ten onrechte een diploma krijgen. Opbrengsten We schatten het risico voor opbrengsten als geen tot gering in. Over het algemeen scoort PROFIT Opleidingen ruim boven de norm. Een enkele keer blijkt een opleiding niet succesvol te zijn, maar PROFIT Opleidingen kent de oorzaken en probeert uitval zoveel mogelijk te voorkomen. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Er zijn geen tot geringe risico's voor de tevredenheid van betrokkenen. De gegevens die PROFIT Opleidingen heeft verzameld over de tevredenheid van studenten en de ingediende klachten laten geen zorgpunten zien. Studenten zijn over de jaren heen tevreden over de opleidingen en waardeerden het afgelopen jaar de opleiding met een 7,5. Gegevens over tevredenheid van medewerkers en werkgevers ontbreken. Pagina 13 van 29
Stabiliteit organisatie en management We zien geen tot geringe risico's voor de stabiliteit. De directie is in de loop van 2012 gewijzigd. De directeur-eigenaar heeft aangegeven eerst een stevig fundament neer te willen zetten, alvorens er veranderingen worden doorgevoerd in de organisatie. Op korte termijn zijn daarom weinig veranderingen in organisatie of management te verwachten. Pagina 14 van 29
3.3 Resultaat Pedagogisch Werk (92631) en Maatschappelijke Zorg (92662) Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg) Het kwaliteitsonderzoek bij Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg), 26TR 92631, niveau 4, locatie Zwolle heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot een onvoldoende oordeel over de opleiding omdat alle kwaliteitsgebieden onvoldoende zijn. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs (onvoldoende oordeel onderwijsproces), vanwege slechte examenkwaliteit en vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Pagina 15 van 29
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten Maatschappelijke zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen) Het kwaliteitsonderzoek bij Maatschappelijke zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen), 26TR 92662, niveau 4, locatie Amstelveen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot een onvoldoende oordeel over de opleiding omdat alle kwaliteitsgebieden onvoldoende zijn. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs (onvoldoende oordeel onderwijsproces), vanwege slechte examenkwaliteit en vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang Pagina 16 van 29
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Een klein team zet zich gemotiveerd in voor de opleidingen en de studenten. In de opleidingen is veel aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de student, gericht op het functioneren in het sociaal agogisch werk. Daartoe heeft PROFIT Opleidingen een eigen leermethodiek ontwikkeld, waarbij er sprake is van een procesmatige aanpak. De overstap naar beroepsgerichte examens is niet goed verlopen en de instelling is onvoldoende op de hoogte van de vigerende wet-en regelgeving voor de ondersteunende vakken (talen en rekenen). Pagina 17 van 29
Onderwijsproces Het programma leidt breed op voor sociaal agogisch werk en waarbinnen een aantal leerlijnen worden onderscheiden. Het programma is echter onvoldoende toegesneden op de verschillende kwalificaties en de niveaus. Zo zijn er acht kwalificaties op niveau 3 en 4 samengevoegd in één programma. Hierdoor leidt de inhoud van het programma onvoldoende op voor alle vereisten uit de kwalificatiedossiers van de betreffende opleidingen. Daarnaast zijn Nederlands en rekenen niet opgenomen in het programma; voor deze onderdelen wordt geen onderwijs aangeboden. PROFIT Opleidingen ziet het leren in de beroepspraktijk als een proces waarin vele onderdelen tezamen dienen bij te dragen aan een beoordeling om op deze manier een optimale aansluiting tussen school en beroepspraktijk te realiseren. Wij hebben deze procesmatig aanpak gezien in de lessen, waarbij de ervaringen vanuit de beroepspraktijk voortdurend worden meegenomen. De uitwerking van de beroepspraktijkvorming voldoet echter op een aantal punten niet aan de eisen. De voorbereiding op de bpv en de begeleiding door de school is onvoldoende. De communicatie tussen school en bedrijf verloopt hoofdzakelijk via de student, waardoor de informatie aan de bedrijven onvoldoende gewaarborgd is. Zo is het voorafgaand aan de stage voor het merendeel bpvbedrijven onvoldoende duidelijk wat het doel is van de bpv qua opdrachten en begeleiding. In de bpv worden opdrachten gebruikt die in de lessen worden gegeven. Hoewel er een goed voorbeeld is aangetroffen van een praktijkopdracht, namelijk bij de module WAenOp, ontbreken voor het merendeel concrete praktijkopdrachten. In het algemeen hebben de bpvbedrijven daardoor onvoldoende handvatten voor de begeleiding van de student en het leren op de werkplek. Daarnaast geven bpv-bedrijven aan onvoldoende contact met PROFIT Opleidingen te hebben. De bezoeken door PROFIT Opleidingen vinden niet volgens het beleid (twee keer per periode) plaats en er is onvoldoende terugkoppeling tussen het bpv-bedrijf en PROFIT Opleidingen. PROFIT Opleidingen volgt en bewaakt daardoor onvoldoende de uitvoering en voortgang van de student in de bpv. De intake en plaatsing is een zorgvuldig proces en bestaat uit een uitvoerig persoonlijk gesprek, waarin een beoordeling op de geschiktheid voor het beroep en de verkorte opleiding plaatsvindt. Het intakegesprek is gericht op persoonlijke ervaringen en eigenschappen van de student. Pagina 18 van 29
Uit dit gesprek destilleert de intaker leerdoelen voor de student. Deze leerdoelen zijn echter niet altijd bekend bij de studenten. De niveaubepaling voor Nederlands, rekenen en Engels is geen onderdeel van de intakeprocedure. Hoewel de intake en plaatsing zich richt op de wensen en mogelijkheden van de student zou het de intakeprocedure versterken om naast de focus op de persoonlijke kenmerken meer aandacht te besteden aan cognitieve vaardigheden van de student, communicatie over de leerdoelen en de niveaubepaling voor de talen en rekenen. De studenten worden zorgvuldig begeleid in hun leerproces. De opleiding heeft de begeleiding en zorg van studenten voldoende geborgd door de lessen 'Beroepsleergroep' en de persoonlijke gesprekken op aanvraag. Daarnaast zijn er periodiek studentenbesprekingen. De resultaten van de veelvuldige, tussentijdse toetsen worden vastgelegd en na elke fase ontvangen studenten een rapport. Dit alles leidt er toe dat docenten de leerresultaten van de studenten kunnen volgen en hun begeleiding en zorg aanpassen indien nodig. Wel is de overdraagbaarheid van de informatie in het studentendossier een aandachtpunt gezien de wijze waarop de verslaglegging plaatsvindt (te summier want vrijwel alleen cijfers). Didactisch handelen is een sterk punt van de opleidingen. De lessen zijn van goede kwaliteit en voldoende gestructureerd. De interactie tussen studenten en docenten is goed en de docenten zitten er bovenop om te zorgen dat de studenten ook echt leren. Tijdens de lessen wordt ingegaan op actuele of individuele ondersteuningsvragen, waarbij de studenten worden uitgedaagd tot het stellen van vragen en het verdiepen van de lesstof. De studenten krijgen inhoudelijk feedback op hun leerprestaties (verslagen) en zij ervaren de docenten als deskundig. Hoewel in de lessen meerdere kwalificaties en niveaus bij elkaar zitten, zijn de docenten toch in staat in te spelen op de begeleidingsbehoeften van de verschillende doelgroepen. Er vindt maatwerk plaats; de student kan de opleiding eerder afronden door fase 1 over te slaan. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een coachingstraject te starten aanvullend op het reguliere programma. Examinering en diplomering Het kwaliteitsgebied examinering is beoordeeld als slecht, omdat de exameninstrumenten, de afname en beoordeling en de diplomering niet voldoen aan de vereisten. De diplomering voldoet niet aan de vereisten, omdat niet alle eisen uit het kwalificatiedossier (Nederlands en rekenen) onderdeel zijn van de diplomering. Pagina 19 van 29
PROFIT Opleidingen heeft recent de overstap gemaakt van eindtermgerichte naar beroepsgerichte examinering. Dit heeft niet voor grote veranderingen gezorgd in de examens, omdat in de ogen van PROFIT Opleidingen de examinering al beroepsgericht was ingericht. Net als bij het eindtermgerichte onderwijs, worden nog steeds veel examens afgenomen. Hierdoor is het geheel van examinering complex. Door de eindtermgerichte opzet is ook het merendeel van de toetsen schriftelijk (verslagen, open vragen of mc toets), waardoor houding en vaardigheden onvoldoende getoetst worden en het handelingsgerichte in de beroepsmatige context ontbreekt. In het geheel van de examinering is er een onevenwichtige waardering van de theoretische en handelingsgerichte toetsen, waardoor ook de cesuur onvoldoende is. De complexe examinering zorgt tevens voor onvoldoende transparantie bij de studenten. Een voorbeeld hiervan is de berekening van het eindcijfer per werkproces op de resultatenlijst bij het diploma. Deze wordt berekend uit het gemiddelde cijfer van alle toetsen waarin het betreffende werkproces voor komt, maar dit is niet bekend bij de studenten. PROFIT Opleidingen heeft in diverse documenten een onderscheid gemaakt in voorwaardelijke, formatieve en summatieve toetsing, toch hebben bij de berekening van het eindcijfer alle toetsen een summatieve status. Ook dit draagt bij aan onvoldoende transparantie. Over de wijze van beoordelen zijn voor verschillende toetsen onvoldoende afspraken gemaakt tussen docenten om een objectieve beoordeling te borgen. De verschillen in beoordeling zijn besproken, maar dit heeft nog niet tot concrete acties geleid. In de bpv is onvoldoende onderscheid gemaakt tussen begeleiden en beoordelen. De praktijkbegeleider vult op verschillende momenten tijdens de bpv de beoordelingslijsten in. Voor de bpv zijn geen opdrachten of taken omschreven om te borgen dat de bpv op een goed niveau en passend bij de opleiding en het niveau wordt uitgevoerd. Een objectieve beoordeling van de bpv is hiermee ook niet geborgd. De examencommissie heeft onvoldoende zicht op de examinering op school en in de bpv. Zij stellen voor afname de toetsen niet vast en wonen geen examens bij. De examencommissie is meer gericht op de inhoud van het beroep dan op de vereisten vanuit het kwalificatiedossier. Daarnaast is er onvoldoende deskundigheid rondom examinering. Wel onderkennen zij dit en hebben recent hiervoor een externe deskundige ingeschakeld. Pagina 20 van 29
De examencommissie heeft op onterechte gronden diploma s afgegeven, omdat er geen aparte resultaten voor Nederlands en rekenen zijn meegenomen. Ook neemt de examencommissie onvoldoende haar verantwoordelijkheid voor het geven van vrijstellingen. Dit is een zelfstandig besluit van de intaker. De taalvaardigheden Nederlands worden geëxamineerd binnen beroepsgerichte examens. In deze examens komen de Nederlandse vaardigheden slechts beperkt of niet aan bod. De beroepsgerichte examens krijgen een eindcijfer, maar hierbij is geen apart resultaat voor Nederlands toegekend. De examens meten niet de wettelijke eisen. De vijf taalvaardigheden Engels worden onvoldoende getoetst. De toetsen omvatten niet alle taalvaardigheden en sluiten onvoldoende aan bij de wettelijke vereisten. Opbrengsten We zien geringe tot matige risico's voor de opbrengsten op basis van gegevens van de eindtermenopleiding Sociaal Pedagogisch Werker (10743) die voorheen werd uitgevoerd. Deze zijn namelijk onder de norm. In dit onderzoek is geen beoordeling over de opbrengsten mogelijk. Kwaliteitsborging Omdat de onderzochte opleidingen onderdeel uitmaken van een kleine nietbekostigde instelling, maken wij geen onderscheid tussen de kwaliteitsborging op opleidings en instellingsniveau. De kwaliteitsborging is daarom beoordeeld in de instellingsbrede beschouwing. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier weken voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a van de Leerplichtwet 1969. Wanneer er na de eerste 16 uur ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake is van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4 opeenvolgende lesweken vinden vervolgmeldingen plaats. Pagina 21 van 29
4 BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Pagina 22 van 29
Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep Norm < 23 jaar 65 > 23 jaar 67 Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één standaard is niet voldaan. Slecht Aan twee of drie standaarden is niet voldaan. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan Slecht Aan drie of vier aspecten is niet voldaan. Pagina 23 van 29
Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Pagina 24 van 29
Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Pagina 25 van 29
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg), 26TR 92631 Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering 1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.3.1 Interactie 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting 1.4.2 Werkdruk 1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat 1.5.2 Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.6.1 Voorlichting 1.6.2 Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.7.1 Informatievoorziening 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* 1.9.1 Voorbereiding studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing 1.9.3 Begeleiding door leerbedrijf 1.9.4 Begeleiding door de opleiding Pagina 26 van 29
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2 Afname en beoordeling* 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten 5.1.1 Naleving wettelijke vereisten Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen), 26TR 92662 Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering 1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie Pagina 27 van 29
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.3.1 Interactie 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting 1.4.2 Werkdruk 1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat 1.5.2 Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.6.1 Voorlichting 1.6.2 Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.7.1 Informatievoorziening 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* 1.9.1 Voorbereiding studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing 1.9.3 Begeleiding door leerbedrijf 1.9.4 Begeleiding door de opleiding Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2 Afname en beoordeling* 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming diplomering Pagina 28 van 29
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en verankering * 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4 Dialoog en verantwoording 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten 5.1.1 Naleving wettelijke vereisten Pagina 29 van 29