focus Aanpak huiselijk geweld in Noord en Midden Limburg



Vergelijkbare documenten
Pilot Huisverbod Venlo. Henk Giebels, Mutsaersstichting Peter Lalieu, Politie Limburg Noord Elke Haanraadts, Gemeente Venlo

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Definitie Huiselijk Geweld. Het raakt ons allemaal. Huiselijk Geweld categorieën. Wat is ouderenmishandeling?

Presentatie Huiselijk Geweld

Huisverbod en de systeemgerichte aanpak

Crisisopvang en Integrale Arrangementen

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Begeleide terugkeer - Blijf van m n Lijf/Femgard/Ambulante hulpverlening

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Crisisopvang en Integrale Arrangementen

Tien meest gestelde vragen over huiselijk geweld- Stichting LTAK 2013

Doorbreken cirkel van geweld! Hoe kunnen we een duurzame veilige situatie thuis creëren?

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De Wet meldcode Hoe zit het?

Voorkómen van huiselijk geweld

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

SAMENVATTING. Inleiding

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksmethoden Doelen van de wet

U heeft een huisverbod... Wat nu?

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Geweld achter de voordeur. Van preventie tot nazorg. Huiselijk geweld is: Vormen van geweld

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Kindspoor Fier Fryslân

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

Hulp bij huiselijk geweld

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

Veilig Achter de Voordeur

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Postmaster opleiding veiligheid in gezinnen met risico s

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd. U heeft een huisverbod... Wat nu?

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling

Achterblijven na een huisverbod...

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Praktische informatie voor mensen van wie de partner of huisgenoot een huisverbod heeft gekregen. Achterblijven na een huisverbod...

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Voor meer info: Hilde Rekkers

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving

U heeft een huisverbod... Wat nu? Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd

Kinderen, ouderen en het huisverbod

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november Inleiding

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Doorbreken van de cirkel van intergenerationele overdracht van geweld

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Weert

Centrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling onder één dak 17 juni 2019

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ouderenmishandeling. Maartje Willems Verpleegkundig consulent geriatrie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Deel I Geweld in gezinnen: met de neus op de feiten

dat MENS De Bilt in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten en vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

bij ons thuis ging het eerst heel anders...

Onderwerp Convenant Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Regio Brabant Noord

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo,

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

Meldcode Intelecto huiselijk geweld en kindermishandeling

De vijf stappen van de meldcode worden ook beschreven op de website van ZorgOog-jeugd en gezin Achterhoek:

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

a. Hebben de professionals die rondom een cliënt samenwerken hetzelfde doel voor (eigen werkgebied overstijgend)?

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties. Ambulant Arrangement. Hulpverlening na een huisverbod

2010D Lijst van vragen totaal

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling

Bijlage 1: toelichting op de vijf vragen in het afwegingskader

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno Het Kind Eerst (juni 2013)

Transcriptie:

focus Aanpak huiselijk geweld in Noord en Midden Limburg

Voorwoord In Venlo is in het afgelopen jaar iets moois gegroeid in de samenwerking rond de aanpak van huiselijk geweld. Venlo heeft de pilot Tijdelijk huisverbod aangegrepen voor het realiseren van ketensamenwerking, waarbij de gemeente, hulpverlening, politie en justitie als één team situaties van huiselijk geweld benaderen. Dit wordt ook wel het Venlose model genoemd. Kernpartners in de aanpak van huiselijk geweld zijn: Wel.kom (Maatschappelijk Werk), Forensische Psychiatrie De Horst, Bureau Jeugdzorg Limburg, Mutsaersstichting, Politie Noord en Midden Limburg en gemeente Venlo. In een inspirerend en vruchtbaar samenwerkingsproces hebben deze organisaties met elkaar een veelbelovende werkwijze ontwikkeld voor de aanpak van huiselijk geweld: Focus. De Mutsaersstichting heeft het initiatief genomen om het programma Focus te beschrijven. Dit is bedoeld als eerste stap in een proces dat moet leiden tot uitbreiding en versterking van de aanpak huiselijk geweld. Vervolgens zal een onderzoek uitgevoerd worden naar de effectiviteit van het programma. Adviesbureau Van Montfoort is gevraagd om ondersteuning te bieden bij de beschrijving en het onderzoek naar de effectiviteit van het programma. In deze publicatie leest u een eerste weergave van het programma Focus. De Mutsaersstichting is een hulpverleningsorganisatie die op verschillende locaties in Noord en Midden Limburg jeugdhulpverlening, jeugd GGZ, vrouwenopvang en onderwijs biedt. De Mutsaersstichting werkt bij voorkeur aanvullend en ondersteunend, zonder verkokering en bureaucratie, samen met mensen en instanties vanuit de gedacht: Eén behandelplan onder regie van één hulpverlener. De Mutsaersstichting heeft daarbij de mogelijkheid om verschillende combinaties van zorg in te zetten gezien het diverse aanbod dat zij in huis heeft De Mutsaersstichting heeft de afgelopen jaren veel expertise, een eigen visie en goede samenwerkingsafspraken opgebouwd rondom de aanpak van huiselijk geweld. Zij zet deze specifieke deskundigheid en verworven positie in bij de uitvoering van het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en het casemanagement. De specifieke aanpak in Venlo zal naar verwachting een voorbeeldfunctie gaan vervullen als het Tijdelijk huisverbod in 2008 landelijk wordt ingevoerd. De Aanpak huiselijk geweld die in dit document beschreven wordt, is ontstaan in Venlo tijdens de pilot Tijdelijk huisverbod. Vanuit het Veiligheidshuis Noord Limburg krijgt de aanpak een uitstraling naar de regio Noord Limburg. De grondslag van het programma Focus is gelegd door Matthieu Goedhart, bestuurder van de Mutsaersstichting. Het programma is te zien als een groeimodel. Deze beschrijving geeft de werkwijze weer zoals die vanuit de pilot Tijdelijk huisverbod ontwikkeld is. De programmabeschrijving is tot stand gekomen op basis van schriftelijk materiaal van de Mutsaersstichting, gemeente en andere ketenpartners, aangevuld met interviews met betrokkenen. We danken de volgende personen die hebben meegewerkt aan de interviews of anderszins een bijdrage hebben geleverd: Perpe Eijkman, Henk Giebels, Eric Kuijsten (Mutsaersstichting), Peter Lalieu, Peter Slabbers (politie Venlo), Elke Haanraadts (gemeente Venlo), Gay Benz (De Horst), Henk Heynen (Wel.kom), Eefke Custers (bureau jeugdzorg), Marian Jol (bureau jeugdzorg), Yvonne Wijnen (AMK), Ley Hamers (Reclassering), deelnemers aan het Casusoverleg Huiselijk Geweld, mevrouw A. en de heer B. (cliënten). De agent op straat merkt dat de hulpverlening echt wat doet, als politie hoeven we het niet alleen op te knappen! - Politie 3

Inhoud Voorwoord 2 1 Inleiding 7 2 Huiselijk geweld: omvang, oorzaken en gevolgen 8 2.1 Wat is huiselijk geweld? 8 2.2 Omvang van huiselijk geweld 11 2.3 Oorzaken van huiselijk geweld 12 2.4 Gevolgen van huiselijk geweld 12 2.5 Risicofactoren 13 3 De ontwikkeling van een programma huiselijk geweld 14 3.1 Uitgangspunten voor de hulpverlening bij huiselijk geweld 14 4 Theoretische visie en uitgangspunten 17 4.1 Systeembenadering 17 4.2 Seksespecifieke analyse huiselijk geweld 18 4.3 Leertheorieën / cognitief model 19 4.4 Casemanagement 21 5 Doelgroep en doelen 22 6 Programmastructuur 22 6.1 Kenmerken van ketensamenwerking 23 6.2 De opbouw van de ketensamenwerking 23 6.3 De ketenpartners 25 6.4 Programmastructuur Focus 27 6.5 Financiering 29 7 De aanpak 29 7.1 Inhoudelijke uitgangspunten 30 7.2 De werkwijze 31 7.3 Intensief casemanagement 35 7.4 De modules van het hulpaanbod 39 7.5 De aanpak bij een tijdelijk huisverbod 42 7.6 Uitwisselen van informatie 43 7.7 Deskundigheid 46 7.8 Hulpmiddelen 46 8 Resultaten van evaluatieonderzoek 46 9 Ontwikkelpunten 49 Literatuur 50 Door meldingen rond een bepaalde persoon of een bepaald adres te koppelen, kun je de geschiedenis van een systeem in beeld krijgen en volgen. - Politie 5

1 Inleiding Huiselijk geweld staat de laatste jaren volop in de aandacht. En terecht, want uit onderzoek blijkt dat huiselijk geweld een veel voorkomend fenomeen is, met ernstige gevolgen. Huiselijk geweld wordt inmiddels niet meer alleen als privéprobleem gezien, maar ook als een publieke zaak. Het gaat om veiligheid en er is sprake van strafbaar gedrag. In de kabinetsnota Privé geweld - publieke zaak (2002) definieert de overheid huiselijk geweld als een veiligheids- en een zorgprobleem. De nota beschrijft huiselijk geweld als maatschappelijk probleem dat niet alleen direct betrokkenen - slachtoffers en plegers - raakt, maar ook voor anderen gevolgen kan hebben. Met name de gevolgen van huiselijk geweld voor kinderen vormen een belangrijke aanleiding voor het nemen van maatregelen tegen huiselijk geweld. Uitgangspunt van de kabinetsnota is dat samenwerking tussen politie, OM, vrouwenopvang, jeugdzorg en andere maatschappelijke partijen een absolute noodzaak vormt. De hoofdlijnen voor het overheidsbeleid zijn: Integrale en effectieve aanpak huiselijk geweld Regie bij gemeenten Ontwikkeling steunpunten huiselijk geweld (SHG) Aanpak huiselijk geweld in Noord en Midden Limburg Bij de aanpak van huiselijk geweld zijn veel instellingen en partijen betrokken. Ketensamenwerking is voorwaarde voor een succesvolle aanpak. In de regio Noord en Midden Limburg is vanaf 2002 samenwerking gezocht rond de aanpak van huiselijk geweld. Dit resulteerde in afspraken tussen de politie en verschillende hulpverleningsorganisaties en maatschappelijk werk. Het opzetten van een regionale ketenaanpak, waarbij vertegenwoordigers van gemeenten, organisaties met een hulpaanbod voor mannen, vrouwen en kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld, evenals de politie en het OM, bleek op dat moment geen haalbare kaart. In 2007 was Venlo, als centrumgemeente in de regio Noord en Midden Limburg, een van de pilotregio s waarin het tijdelijk huisverbod is getest. De pilot was voor Venlo een kans om de geïsoleerde wijze van hulpverlening om te vormen naar een ketensamenwerking. Het wetsvoorstel Wet Tijdelijk Huisverbod maakt het mogelijk om (potentiële) plegers van huiselijk geweld tijdelijk uit huis te plaatsen om escalatie van geweld te voorkomen. Met een tijdelijk huisverbod wordt een periode van rust gecreëerd waarin hulpverlening aan alle bij het huiselijk geweld betrokken personen kan starten. Het tijdelijk huisverbod is tussen februari en november 2007 in drie pilotgebieden getest: een aantal gemeenten in Groningen, het stadsdeel Amsterdam-Noord en de gemeente Venlo. Het wetsvoorstel is op 20 september 2007 Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Door Te veel meldingen partijen rond waren een eenzijdig bepaalde aan persoon het werk: of een bepaald adres te koppelen, 7 kun Casemanagement je de geschiedenis is van methode een systeem om het in op beeld te lossen! krijgen - en Gemeente volgen. 7

2 door de Tweede Kamer aangenomen en wordt op dit moment door de Eerste Kamer behandeld. Als het voorstel door de Eerste Kamer wordt aangenomen, treedt de wet naar verwachting in september 2008 in werking. Het hulpverleningstraject bij het tijdelijk huisverbod is door de ketenpartners in Venlo als zo succesvol ervaren dat zij deze aanpak willen voortzetten, ook als er geen sprake is van een huisverbod. Huiselijk geweld: omvang, oorzaken en gevolgen Bij huiselijk geweld is sprake van een relatie tussen pleger en slachtoffer waarbinnen de balans is verstoord. In de kern is er sprake van een machtsprobleem. De loyaliteit komt onder meer tot uitdrukking in het feit dat veel slachtoffers niet de relatie willen beëindigen, ze willen alleen dat het geweld stopt. Het cyclisch karakter houdt in dat het geweld zich herhaalt waarbij steeds een aantal fasen doorlopen worden (Janssen 2006): Fase 1: geweldsuitbarsting Fase 2: wittebroodsweken: er is sprake van schuldgevoel en pogingen om het weer goed te maken Fase 3: de spanningen lopen op, pleger en slachtoffer vervallen in oude patronen Fase 4: aanloop naar nieuwe geweldsuitbarsting 2.1 Huiselijk geweld is een probleem met vele gezichten (Janssen 2006). In dit hoofdstuk gaan we in op de achtergronden van huiselijk geweld. Wat is huiselijk geweld? De gangbare definitie van huiselijk geweld luidt: Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Geweld betekent in dit verband: aantasting van de persoonlijke integriteit. Onderscheid wordt gemaakt tussen geestelijk en lichamelijk geweld (waaronder seksueel geweld). Met huiselijke kring wordt bedoeld: (ex-)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Geweld in de privésfeer is onacceptabel, grensoverschrijdend gedrag. Plegers van huiselijk geweld overtreden bepalingen in het Wetboek van Strafrecht en zijn dus strafbaar. Huiselijk geweld is een maatschappelijk probleem met verschillende facetten waaronder emancipatieproblematiek, delictgedrag en aantasting van de veiligheid, opvoedingsproblematiek en integratieproblematiek (Janssen 2006). Specifieke kenmerken die huiselijk geweld onderscheiden van andere vormen van geweld zijn (Janssen 2006): Er is een relatie tussen de pleger en het slachtoffer Er is loyaliteit tussen pleger en slachtoffer Het heeft een cyclisch karakter Huiselijk geweld komt voor in alle sociaal-economische klassen en binnen alle culturen in de Nederlandse samenleving. Vaak gaat het om geweld tussen (ex-) partners, waarbij de man de pleger van het geweld is en de vrouw het slachtoffer. In de praktijk komt het ook voor dat een vrouw de pleger van het geweld is en de man slachtoffer of dat er sprake is van wederzijds geweld tussen twee partners. Eveneens kan het zijn dat kinderen geweld tegen hun ouder of andere gezinsleden gebruiken. Onder de noemer huiselijk geweld wordt ook ouderenmishandeling en kindermishandeling geschaard. Huiselijk geweld kan verschillende vormen aannemen: fysiek geweld (slaan, schoppen, door elkaar schudden) seksueel geweld (verkrachting binnen relatie of seksuele kindermishandeling) psychisch geweld (vernederen, schelden) verwaarlozing schending van rechten (bijvoorbeeld beperking van bewegingsmogelijkheden) opsluiting belaging ( stalking ) Uit onderzoek is bekend, dat geweld in relaties meestal geleidelijk wordt opgebouwd. Aan het begin worden gewelddadige relaties gekenmerkt door controlerend gedrag, jaloezie, extreem veel aandacht voor het doen en laten van de ander en een zeer snelle en oppervlakkige relatievorming. Duidelijk is dat de angst voor onafhankelijkheid van het slachtoffer en de angst voor kwetsbaarheid en afhankelijkheid van de pleger op elkaar ingrijpen: de pleger gaat macht uitoefenen via geweld, het slachtoffer is erg afhankelijk (Mastenbroek 1995). Je moet hier niet te licht over denken, het gaat tenslotte wél om een melding. - Casusoverleg 9

2.2 Omvang van huiselijk geweld (de informatie in deze paragraaf is gebaseerd op de Factsheet Huiselijk geweld 2007 - Movisie) In een onderzoek naar de prevalentie van huiselijk geweld voor alle vormen van huiselijk geweld, komt naar voren dat 45% van alle vrouwen en mannen tussen de achttien en zeventig jaar ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld, als kind, partner of ouder. Meer dan 10% was/is wekelijks slachtoffer. 10% is aangeraakt met ongewenste seksuele bedoelingen, 8% is gedwongen tot seksuele handelingen en 4% is verkracht. Jaarlijks worden 160.000 vrouwen het slachtoffer van een lichte vorm van lichamelijk en seksueel geweld, 30.000 vrouwen het slachtoffer van ernstig lichamelijk en seksueel geweld en 17.000 vrouwen het slachtoffer van zeer ernstig geweld. Naar schatting overlijden 60 à 80 vrouwen per jaar aan het geweld. Met geweld door de (ex-)partner heeft 12% van de bevolking te maken gehad. Uit onderzoek van Van Dijk e.a. blijkt dat mannen even vaak als vrouwen ooit in hun leven slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld (inclusief kindermishandeling). Wel blijkt uit het onderzoek dat tegen vrouwen in het algemeen meer frequent en ernstiger geweld wordt gebruikt dan tegen mannen. Vrouwen en meisjes worden vooral slachtoffer van seksueel geweld, jongens worden vaker het slachtoffer van fysieke kindermishandeling. In meer dan de helft van huiselijk geweldincidenten is sprake van een gezinssituatie met kinderen tot 18 jaar. Op basis van door de politie geregistreerde incidenten wordt geschat dat in 2006 15.340 kinderen getuige zijn geweest van huiselijk geweld en dat 4.880 kinderen daadwerkelijk slachtoffer waren van huiselijk geweld. Sinds 2004 is er een landelijke registratie door de politie van aard, omvang en achtergronden van huiselijk geweld. In 2004 werden 56.335 incidenten gemeld, in 2005 betrof het 57.421 meldingen en in 2006 waren het er 63.131. Naar schatting wordt slechts 10-12% van de incidenten bij de politie gemeld en is de daadwerkelijke omvang dus vele malen groter. Het Steunpunt Huiselijk Geweld heeft mij gevraagd wat voor begeleiding er nodig was en hebben mij ook geadviseerd een nieuw slot op de deur te maken. - Slachtoffer/cliënte 11

2.3 2.4 Oorzaken van huiselijk geweld In het ontstaan en voortduren van geweld spelen verschillende factoren een rol: biologische / aangeboren factoren, maatschappelijke en (sub)culturele factoren, relationele factoren en individuele factoren. Oorzaken worden gezocht en verklaard vanuit verschillende theorieën. Vanuit sociologische theorieën wordt gekeken naar maatschappelijke processen die tot geweld leiden. Zo zou de westerse samenleving met haar ik-gerichte individualisme geweld bevorderen. Sociale leertheorieën gaan ervan uit dat geweld aangeleerd is. Geweld wordt van generatie op generatie overgedragen, doordat kinderen die opgroeien in een gezin waar geweld gebruikt wordt, zelf geweld gaan gebruiken. Feministische theorieën leggen de nadruk op machtsverschillen tussen mannen en vrouwen. Mannen leren om te domineren, vrouwen om een ondergeschikte rol op zich te nemen. Deze mannelijke dominantie legitimeert het geweld door mannen. Pathologie-theorieën verklaren geweld uit afwijkingen van fysiologische of psychopathologische aard. Er is niet één verklaringsmodel dat huiselijk geweld in al zijn facetten verklaart. Alle verklaringen uit de genoemde theorieën kunnen gerelativeerd worden aan de hand van ervaringen en bevindingen. De verklaring voor de toename van huiselijk geweld moet gevonden worden in een mix van verschillende theorieën. De belangrijkste factoren zijn de machtsdynamiek en de escalatie van conflicten in de relatie (Factsheet Huiselijk geweld 2007). Gevolgen van huiselijk geweld De gevolgen van huiselijk geweld zijn ernstig. Slachtoffers van geweld kunnen zowel op fysiek, seksueel als op emotioneel gebied klachten ontwikkelen. In het algemeen is vastgesteld dat de levenskwaliteit daalt naarmate er meer geweldvormen werden ondervonden. De toename van de ernst en van de duur van het geweld leidt tot een verdere afname van de levenskwaliteit (Factsheet Huiselijk geweld 2007). 2.5 zijn van geweld tussen hun ouders, lopen een grotere kans later zelf slachtoffer of pleger te worden als zij liefdesrelaties aangaan. Jonge kinderen zijn extra kwetsbaar omdat zij zich minder dan oudere kinderen aan het geweld kunnen onttrekken en minder mogelijkheden hebben om ermee om te gaan (Dijkstra 2007). Een niet-westerse achtergrond maakt het vaak moeilijker om over het geweld te praten door het ervaren van schaamte en schande. Risicofactoren Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijken de volgende factoren verantwoordelijk te zijn voor een relatief hoog risico op partner-/relatiegeweld (Janssen, 2006): Aankomende of recente scheiding Zwangerschap Alcoholgebruik en drugsverslaving Antecedenten bij de plegers (eerdere delicten) Antecedenten bij de slachtoffers (kans op herhaald slachtofferschap) Werkloosheid of armoede Stalking Wapenbezit Isolement Dierenmishandeling Hoogtijdagen of spannende momenten Tijdens de Pilot preventief huisverbod te Venlo werd geconstateerd dat in gezinnen waar huiselijk geweld voorkomt, meestal ook andere problemen spelen, zoals verslavingsproblematiek en financiële problemen. Doorgaans is er een aantal problemen op een of meer van de volgende gebieden: het voeren van een huishouding; het opbouwen en handhaven van een maatschappelijke positie; het bevorderen van de individuele ontwikkeling van de afzonderlijke gezinsleden; het onderhouden van de relatie tussen de partners; het opvoeden van kinderen. Speciale aandacht is nodig voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Kinderen die getuige zijn van geweld kunnen last krijgen van problemen als depressie, plotselinge gedragsverandering, terugtrekgedrag, concentratieverlies, baldadigheid, angst en boosheid. Bij jongens lijkt blootstelling aan geweld vaker tot externaliserend en agressief gedrag te leiden dan bij meisjes. Kinderen die getuige Dergelijke gezinnen kampen doorgaans met een complexe, chronische problematiek, waarbij het niet kunnen leggen van betrouwbare relaties de basis is van de pro-blemen. Hulpverlening aan deze gezinnen dient daarom met name gericht te zijn op het doorbreken van de cirkel die leidt tot het ontstaan, dan wel voortbestaan, van nietbetrouwbare relaties tussen ouders/verzorgers en kinderen, ouders/verzorger onderling en kinderen onderling. Criminaliteit pak je aan via huiselijk geweld: Pak je huiselijk geweld aan dan voorkom je 13 daarmee dat kinderen ook weer in geweld, in de criminaliteit terecht komen. - Politie

3 3.1 De ontwikkeling van een programma huiselijk geweld Het ontwikkelen van een interventie speelt zich af niet af in het luchtledige, maar in een specifieke context waaruit bepaalde eisen ten aanzien van de methode voortvloeien. Van Montfoort (2008) benoemt drie dimensies die van belang zijn bij het ontwikkelen van een sociale interventie: De maatschappelijke/normatieve dimensie De dimensie van het vraaggericht werken De dimensie van de effectiviteit (kennis over wat werkt en wat niet werkt evidence-based ) Momenteel is de eis om evidence-based te werken dominant. Het wordt van belang gevonden dat interventies bewezen effectief zijn. Het is moeilijk om te voldoen aan de eis van bewezen effectiviteit. Over de effectiviteit van programma s op het gebied van huiselijk geweld is nog niet veel bekend. Van Montfoort wijst erop dat de andere dimensies evengoed van belang zijn, er is altijd sprake van een mix. De normatieve dimensie, gebaseerd op maatschappelijke waarden en normen, is bij de aanpak van huiselijk geweld niet weg te denken. Het gaat hier om centrale waarden in onze rechtsstaat: het recht op bescherming tegen geweld. De dimensie van het vraaggericht werken is eveneens van belang, ook bij de aanpak van huiselijk geweld. In ernstige gevallen gaat het in de eerste plaats om bescherming en rechtshandhaving. Maar de dialoog met de cliënt waarin de vraag van de cliënt het uitgangspunt is, is vervolgens nodig om te kunnen bepalen wat er verder moet gebeuren (Van Montfoort, 2008). Uitgangspunten voor de hulpverlening bij huiselijk geweld Als uitgangspunten voor hulpverlening formuleert Dijkstra: Het geweld moet stoppen: als eerste doel staat voorop dat de veiligheid van de gezinsleden gewaarborgd dient te zijn. Verantwoordelijkheid: aandachtspunt is dat elk van de betrokken gezinsleden de eigen verantwoordelijkheid voor het stoppen van het geweld erkent en neemt. Specifieke aandacht voor kinderen: in alle gevallen moet de hulpverlener nagaan hoe het met de kinderen gaat en welke hulp zij nodig hebben. Systeemgerichte benadering: voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld is het nodig om interactie- en gedragsproblemen die het geweld in stand houden te doorbreken te onderkennen. Interactie als partners: partners moeten leren op een andere, geweldloze manier met elkaar om te gaan. Interactie als ouders: ouders worden aangesproken op hun rol en verantwoordelijkheid als ouder en op de noodzaak om meer oog te krijgen voor de behoeften van hun kinderen. Intergenerationele aanpak: de gezinsproblemen moeten benaderd worden vanuit een intergenerationeel perspectief. De geschiedenis van betrokkenen, ervaringen met en opvattingen over geweld krijgen de aandacht. Meerzijdige partijdigheid: hulpverleners kiezen geen partij, maar bouwen met elk van betrokken gezinsleden een relatie op. Sietske Dijkstra (2007) geeft aan dat geweld zich afspeelt in relaties waarbij de partners zich, ondanks het geweld, nauw met elkaar verbonden voelen. De hulp moet aansluiten bij de wens van het slachtoffer. In veel gevallen wil deze dat het geweld stopt, maar niet dat de relatie eindigt. Voor kinderen dient specifieke aandacht te zijn, ook nadat het geweld is gestopt en ook als de relatie met de pleger van het geweld wordt verbroken. Je moet de ernst, de impact van huiselijk geweld uitvergroten i.p.v. bagatelliseren. Het moet duidelijk zijn dat het geweld absoluut moet stoppen en onder geen enkele voorwaarde acceptabel is! - Casemanager 15

4 Theoretische visie en uitgangspunten De aanpak van huiselijk geweld in Venlo is met name gebaseerd op de systeembenadering en een seksespecifieke analyse van huiselijk geweld. De daderhulpverlening is daarnaast gebaseerd op de principes van de sociale leertheorieën en de cognitieve gedragstherapie. Het casemanagement is een specifieke vorm van hulp die centraal staat in het programma Focus. Daarom bespreken we deze benadering eveneens in dit hoofdstuk. 4.1 Systeembenadering De systeembenadering gaat ervan uit dat wanneer mensen een band met elkaar onderhouden, er een systeem ontstaat (Choy 2005). De systeembenadering kijkt naar de mens tegen de achtergrond van het systeem. Dat systeem kan het gezin zijn, maar daarnaast maken mensen deel uit van andere systemen, bijvoorbeeld op school, op het werk, op de sportclub, in een vriendengroep. Om te kijken hoe het systeem van een gezin functioneert, zijn de begrippen betrekkingen en communicatie belangrijk. In geweldssituaties is sprake van interactie- en gedragspatronen tussen de betrokkenen die het geweld opwekken en in stand houden. In een systeemgerichte benadering is het gezinssysteem de cliënt en zijn de interventies gericht op de interacties tussen betrokken. Vanuit deze visie is er een methodisch oog voor de kenmerken en dynamieken die een gezin vatbaarder maken voor gedrag als huiselijk geweld. De huiselijk geweldproblematiek wordt in verband gebracht met de dynamiek binnen het gezin. Als dat relevant is, worden tevens de ouderlijke gezinnen van de partners, die in een gewelddadige relatie zitten, in de analyse van het probleem betrokken. Geweld van de ene partner tegenover de andere heeft gevolgen voor degene die mishandeld wordt, maar tevens voor de pleger en eventuele kinderen. Het gezin wordt als systeem aangetast door het - uitkomen van - huiselijk geweld. Het gezinssysteem is de cliënt en daarbinnen is oog voor de posities, problemen en gedragingen van elk van de gezinsleden alsmede voor de interactie en dynamiek tussen de gezinsleden. De contextuele benadering van Nagy gaat ervan uit dat de band tussen ouders en kind onverbrekelijk is, er is sprake van een natuurlijke verbondenheid. De contextuele benadering heeft ook aandacht voor de intergenerationele verhoudingen. 45% van alle vrouwen en mannen tussen de achttien en zeventig jaar is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld, als kind, partner of ouder. Er ligt nu een melding bij de politie dat zij direct komen als ik bel. De politie houdt mijn huis ook mee in de gaten. - Slachtoffer/cliënte 17

4.2 Mensen dragen bij hun geboorte de geschiedenis van vele generaties met zich mee. Belangrijke begrippen in de contextuele benadering zijn: meervoudige partijdigheid en loyaliteit. Meervoudige partijdigheid betekent dat de hulpverlener een positieve relatie opbouwt met alle betrokkenen. Hij maakt duidelijk dat hij geen partij kiest, maar iedereen erkenning geeft voor de positie die hij in het systeem heeft. Erkenning geven betekent niet gelijk geven (Pont 2005). Loyaliteit is een bijzondere vorm van binding, die voortkomt uit verbondenheid. Ook de hulpverlener die een relatie aangaat met een gezin neemt een positie in, er wordt een hulpverleningssysteem gevormd. Het is belangrijk dat de hulpverlener zich daarvan bewust is en de positie inneemt die hij als professional hoort in te nemen. Daarnaast betekent een systeemgerichte of systemische benadering ook dat alle direct betrokkenen hulp krijgen die onderling samenhangt en op elkaar is afgestemd (Factsheet Huiselijk geweld 2007). Methodische principes die voortvloeien uit de systeembenadering zijn (Flikweert en Lünnemann 2003): Het betrekken van alle betrokkenen bij de hulpverlening. Kijken naar interacties tussen betrokkenen met aandacht voor beleving en betekenisgeving van elke persoon. Erkennen en benoemen van loyaliteit(sconflicten). Verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag. Analyseren van familiepatronen, vaak met behulp van de techniek van genogrammen. Meerzijdige partijdigheid van de hulpverlener. Werken aan herstel van vertrouwen in relaties. Wanneer dit niet lukt, streven naar een harmonieuze beëindiging van de relatie. Seksespecifieke analyse huiselijk geweld Binnen de systeembenadering is ook de seksespecifieke benadering van belang. Hierin wordt huiselijk geweld gezien als een gezinsprobleem en een maatschappelijk probleem. Belangrijke aspecten zijn de machtsverschillen tussen mannen en vrouwen en de daardoor ontstane verwachtingen naar elkaar en seksespecifieke patronen. Mannen die geweld gebruiken, proberen macht en controle uit te oefenen op hun partner. Zij worden daarin versterkt door de ongelijkwaardigheid in de maatschappelijke posities van mannen en vrouwen (Van Outsem 2001). Uit de seksespecifieke analyse van problemen vloeit een aantal methodische aandachtspunten voort, te weten (visienotitie Mutsaersstichting): 4.3 Aandacht voor de invloed van de sekse van de hulpverlener op de gezinsleden. Aandacht voor overdracht en tegenoverdracht. Aandacht voor verschillen in de seksesocialisatie van de leden van het gezin en hun verschillende rollen en opvattingen ten aanzien van intimiteit, seksualiteit, macht, geweld, maatschappelijke positie, gezin, kinderen, vader- en moederschap. Cliëntgericht werken, zoals aansluiten op de beleving van de cliënt. Emanciperend werken, zoals individuele problemen in een maatschappelijke context plaatsen en toewerken naar meer autonomie voor de leden van het gezin. Leertheorieën / cognitief model Bij de dadertherapie wordt vooral uitgegaan van een gedragstherapeutische benadering. Binnen de gedragstherapeutische benadering gebaseerd op (sociale) leertheorieën staat de gedachte centraal dat gedrag is aangeleerd en ongewenst gedrag ook weer kan worden afgeleerd. In het cognitieve model is aandacht voor de cognitieve verwerkingsprocessen die zich afspelen tussen een prikkel en de reactie daarop. De sociaal cognitieve informatie verwerkingstheorie van Crick en Dodge (1994) geeft aan dat iemand in sociale situaties een aantal mentale stappen doorloopt om tot een reactie te komen. Het aanvankelijke lineaire model van Dodge wordt omgevormd tot een circulair model. In dit circulaire model spelen voorgaande ervaringen een belangrijke rol, net als emoties, biologische predisposities en ontwikkelingsspecifieke factoren. In de database van de persoon liggen deze voorgaande ervaringen opgeslagen. Om tot een reactie te komen decodeert de persoon de signalen (cues genoemd) uit een sociale situatie en interpreteert deze. Bij deze interpretatie spelen voorgaande ervaringen een rol en deze kleuren de interpretatie. Vervolgens bekijken de personen de gewenste uitkomst voor deze situatie en daarna toetsen zij de verschillende antwoorden die daarbij passen en komen zij tot een keuze. Ten slotte voeren zij het gedrag uit. Crick en Dodge geven aan dat het hier zelden om bewuste processen gaat. Dikwijls zullen de processen geautomatiseerd plaatsvinden. Als iemand eenmaal een negatief werkmodel van sociale interacties ontwikkeld heeft, zal hij geneigd zijn om gedrag van de ander als negatief te interpreteren. Een goedkeurend klopje op de schouder wordt dan bijvoorbeeld als een aanval geïnterpreteerd en de persoon zal daarbij passend gedrag selecteren en uitvoeren. Gedrag wordt dan meer geleid door emoties dan door een bewust denkproces. Doelstelling voor de gemeente was vliegwiel te zijn en ontwikkelingen tussen ketenpartners op gang te brengen. - Gemeente 19

4.4 Casemanagement Casemanagement is de spil in programma Focus. Casemanagement is een verzamelnaam voor verschillende benaderingen en modellen. Het casemanagement dat door de Mutsaersstichting wordt geboden bij de aanpak van huiselijk geweld is te zien als een vorm van intensief casemanagement, dat sterke overeenkomsten vertoont met het concept bemoeizorg. Bemoeizorg staat voor een outreachende werkwijze voor mensen die aanvankelijk geen zorg willen. De definitie van bemoeizorg luidt: Bemoeizorg is het bieden van (ongevraagde) hulp aan (zorgwekkende) zorgmijders met een (vaak) complexe problematiek, waarbij verbetering van de kwaliteit van leven en reductie van overlast als uitgangspunten dienen. Deze zorg op maat hulpverlening maakt gebruik van verschillende, op elkaar afgestemde methodieken en strategieën. De hulpverlening heeft een actief, outreachend en laagdrempelig karakter. De samenwerking tussen verschillende disciplines en organisaties is van wezenlijk belang om deze groep cliënten met de hulpverlening in contact te brengen. (Handreiking bemoeizorg GGZ-net 2004) De belangrijkste functies van casemanagement zijn: Actief contact leggen met de cliënt. In kaart brengen van de problematiek. Ontwikkelen van een plan voor zorgverlening dat tegemoet komt aan de problematiek en situatie van de cliënt. Arrangeren van de zorg en de hulp, de zorg koppelen aan de cliënt. Bewaken van de voortgang en het effect van de hulp. Behartigen van de belangen van de cliënt. De functie van casemanager vraagt specifieke persoonsgebonden en professionele vaardigheden. Belangrijke eigenschappen zijn: flexibiliteit, verantwoordelijkheidsgevoel, geduld en relativeringsvermogen. Vaardigheden die nodig zijn : doortastend, communicatief, creatief en onorthodox op zoek gaan naar oplossingen, in staat zijn zorgvuldig te werk gaan in een chaotische en complexe situatie. Voorwaarde is dat de casemanager doorzettingsmacht heeft, zowel naar het cliëntsysteem als naar de ketenpartners. Ik heb me eigenlijk nooit gerealiseerd dat ik een slachtoffer van huiselijk geweld was. Er waren wel problemen, ze sloeg me wel eens, de drank. - Slachtoffer/cliënte 21

5 Doelgroep en doelen 6.1 Kenmerken van ketensamenwerking De doelgroep wordt gevormd door gezinnen waar sprake is van huiselijk geweld. De methode richt zich op slachtoffer, pleger en getuigen van huiselijk geweld. Ketensamenwerking is een specifieke vorm van interorganisatorische samenwerking (Van de Aa en Konijn 2001). Ketensamenwerking betekent dat de ketenpartners vanuit een gezamenlijk doel afspraken maken en de werkwijze en de interventie- Hoofddoel is het stoppen van huiselijk geweld. De volgende subdoelen worden nagestreefd: Vergroten van de draagkracht van het gezin en verkleinen van de draaglast. Verbeteren van het functioneren van de gezinsleden. (Her)krijgen van autonomie voor elk van de gezinsleden (afhankelijk van de mogelijkheden, zoals leeftijd, ontwikkelingsfase, aanleg e.d.). (Her)krijgen van grip op de situatie. (H)erkennen van ieders behoeften. Empowerment, mobiliseren van de eigen kracht van elk van de gezinsleden. methoden op elkaar afstemmen. Het gaat erom dat iedere partij op het goede moment de juiste en noodzakelijke dingen doet. Inzet is het realiseren van betere dienstverlening. Ketenzorg betekent een verschuiving van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte benadering. De situatie en de hulpvraag van de cliënt staat in het middelpunt. De opzet is om de toegang tot de juiste vormen van hulpverlening te vergemakkelijken, ongeacht het aantal instellingen dat er een bijdrage aan moet leveren. Kenmerkend voor ketensamenwerking is dat de samenwerking van onderop wordt opgebouwd, vanuit het werkproces (Handreiking Ketensamenwerking in de WMO 2005). Versterken van het netwerk van de gezinsleden. Basis scheppen voor een niet-gewelddadige toekomst van het gezin. In het geval van huiselijk geweld is in feite sprake van twee ketens, die aan elkaar gekoppeld worden: de opsporings- en strafrechtelijke keten en de zorg- 6 Programmastructuur en opvangketen. Ketensamenwerking vraagt om een goede organisatie op drie niveaus (Handreiking Ketensamenwerking in de WMO 2005): het uitvoerend niveau: de dienstverlening aan de klant of een groep klanten; De aanpak van huiselijk geweld in Venlo is een vorm van ketensamenwerking. Uitgangspunt is dat voor de aanpak van huiselijk geweld en het opleggen en uitvoeren van het huisverbod de inzet en samenwerking nodig is van alle ketenpartners: politie, Openbaar Ministerie, gemeente en hulpverlening. Zij vervullen ieder een unieke en cruciale rol. De ketenpartners ontwikkelen een professionele het ketenniveau: het niveau van de organisaties die samen een gemeenschappelijk geformuleerde maatschappelijke opgave willen oplossen en die daarvoor hun middelen, kennis en kunde willen inzetten; het beleidsmatige en bestuurlijke niveau: het niveau waar optimale condities voor ketens worden georganiseerd om de twee andere niveaus te ondersteunen. uniforme werkwijze om huiselijk geweld gezamenlijk aan te pakken. Op deze manier wordt een systeemgerichte aanpak vormgegeven, die zich richt op alle betrokken 6.2 De opbouw van de ketensamenwerking partijen en in onderlinge samenhang en afstemming geboden worden. Drie elementen zijn van belang voor ketensamenwerking: ketendenken, ketenaf- Ketensamenwerking is nodig omdat bij huiselijk geweld in veel gevallen sprake is spraken en trajectbeheer (Van de Aa en Konijn 2001). van complexe problematiek. Problemen op het gebied van geweld zijn vaak verstrengeld met allerlei andere problemen zoals schulden, een verslaving, huisvesting, een justitieel traject of psychische problematiek. Daarnaast is duidelijk dat het nauwelijks zinvol is om mensen hulp of begeleiding te bieden zonder hun omgeving daarbij te betrekken. De partijen afzonderlijk zijn niet in staat om voldoende en adequaat in te grijpen, de hulpvraag overstijgt de eigen mogelijkheden. Bij het realiseren van ketensamenwerking is het cruciaal om de betrokken ketenpartners uit te nodigen om gezamenlijke kracht te ontwikkelen voor de aanpak van huiselijk geweld. Goede ketensamenwerking leidt tot synergie waarbij samenwerking meer Ketendenken Een eerste stap bij het realiseren van ketensamenwerking is de ontwikkeling van ketendenken: het besef bij organisaties dat zij deel uitmaken van een gezamenlijke keten, een gedeeld cliëntbeeld en een gezamenlijke visie (Van de Aa en Konijn 2001). Het gaat om denken vanuit de cliënt in plaats van vanuit de eigen organisatie en taken. Belangrijk is dat partijen bereid zijn om over de eigen muren te kijken. Kenmerk van de ketensamenwerking in Venlo is dat de betrokken partijen zich niet opstellen als probleemdoorgever maar als probleemeigenaar. is dan de som der delen. Huiselijk geweld is veel meer in beeld gekomen. Iedere dag wordt het PBS 23 (registratiesysteem politie) nagelopen op meldingen huiselijk geweld. - Politie

In de methode Focus is het systeemgericht werken de leidende visie die de partijen bindt. Door middel van een cursus systeemgericht werken (uitgevoerd door NISTO), op initiatief van de Mutsaersstichting, hebben de betrokken medewerkers gewerkt aan een gezamenlijk referentiekader. De cursus werkt verbindend en geeft een impuls aan de kwaliteit van de hulpverlening. Het effect is dat medewerkers van elkaar weten hoe ze een situatie benaderen en elkaar vanuit een gemeenschappelijk kader bevragen op elkaars inzet en kwaliteiten. Een onderdeel van ketendenken is ook vertrouwen en vanuit het vertrouwen in de professionaliteit van de ketenpartner een beslissing of handeling aan een ander overlaten. Ketenafspraken Duidelijke afspraken zijn van belang om partijen te binden. In het uitvoeringsplan van de pilot Tijdelijk huisverbod zijn concrete afspraken vastgelegd over de verwachte inzet, naar kwaliteit maar ook naar omvang. Deze vormen een goede basis voor de samenwerking na afloop van de pilot. Belangrijke uitgangspunten voor de ketensamenwerking in Venlo zijn: Alle betrokken partners beschikken over de juiste informatie, deze informatie staat volledig en op het juiste tijdstip tot hun beschikking. Betrokken organisatie wisselen actief informatie uit (cliëntniveau, management niveau) zodat sprake is van een juist en tijdig hulpverleningsaanbod voor cliënten. Alle aangesloten partners weten wat hun rol (taak/bevoegdheid/ verantwoordelijkheid) is binnen de keten. Bij het realiseren van een integraal aanbod is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid bij de uitvoering. De casemanager, die het integraal aanbod monitort, bewaakt en eventueel actie onderneemt, is juist gepositioneerd in de keten en is optimaal uitgerust om zijn taak te realiseren. De ketensamenwerking wordt ondersteund door een optimale systeem voor informatie-uitwisseling. De afspraken over informatie-uitwisseling zijn beschreven in paragraaf 7.4 Trajectbeheer / regie Een actieve regierol is een belangrijke succesfactor bij de ketensamenwerking rond huiselijk geweld. Omdat de gemeente geen directe rol heeft bij de uitvoering van de 6.3 hulpverlening, kan zij bij uitstek processen initiëren, stimuleren, randvoorwaarden scheppen en partners bij elkaar brengen. De gemeente voert de beleidsregie en ketenregie. Beleidsregie betreft het maken van keuzes, het stellen van doelen, vrijmaken van financiering en het maken van afspraken met ketenpartners in de voorbereidende fase. Ketenregie betreft regie over samenwerking van alle bij het huisverbod betrokken instellingen in de uitvoeringsfase. Bij de start van de pilot Tijdelijk huisverbod was er sprake van operationeel management door de projectleider gericht op het aansturen en inrichten van een nieuw team, nieuw aanbod en nieuwe processen. Dit heeft geleid tot een snelle ontwikkeling van de keten en ertoe bijgedragen dat partners zich kwetsbaar konden opstellen. Immers de kwaliteit van het hulpaanbod voor mannen, vrouwen en kinderen die met (dreigend) huiselijk geweld te maken hebben, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een positieve en open instelling vormt uitgangspunt om met elkaar in gesprek te gaan. De uitvoeringsregie ligt bij de hulpverlening, en wel bij het casemanagement. Door de samenwerkingspartners wordt dit als voorwaarde gezien voor effectieve hulpverlening. De ketenpartners Uitgangspunt van de ketensamenwerking rond huiselijk geweld is dat ieder zijn eigen specifieke inzet en kwaliteit levert en dat iedere partij een toegevoegde waarde heeft in de keten. De volgende partijen en instellingen zijn betrokken: Gemeente De gemeente is, als onafhankelijke partij, de geëigende instantie om de regie te voeren. Ook in het kabinetsbeleid is uitgangspunt dat de regie voor de aanpak van huiselijk geweld bij de gemeente ligt. (Privé geweld publieke zaak, 2002) In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is dit nog eens bevestigd. Taak van de gemeente is om partijen en instanties die voor de aanpak van huiselijk geweld verantwoordelijk zijn, bij elkaar te brengen ervoor te zorgen dat zij sluitende afspraken maken en erop toe te zien dat zij de gemaakte afspraken nakomen (Janssen 2006). De gemeente Venlo als centrumgemeente maakt afspraken met de regiogemeenten en spreekt hen aan op hun taak. Ik spreek altijd met de kinderen. Het is belangrijk dat zij horen dat zij niet de schuld zijn van wat er gebeurd is. - Casemanager 25

Politie/Openbaar Ministerie/Veiligheidshuis In het kader van de kerntaken handhaven van de openbare orde en bewaken van de veiligheid heeft de politie een belangrijke rol in de aanpak van huiselijk geweld. De politie is vaak als eerste aanwezig bij een melding van huiselijk geweld en schakelt onmiddellijk de andere partijen in die nodig zijn. Volgens de aanwijzing van het Openbaar Ministerie van 1 april 2003 van kracht. houdt de politie de verdachte terstond aan indien sprake is van een redelijk vermoeden van schuld bij een heterdaadsituatie. De politie houdt een aparte registratie bij van huiselijk geweld. Het OM is betrokken als er sprake is van strafbare feiten. Het OM zal bewijsbare huiselijk geweld-zaken in beginsel altijd vervolgen. Mutsaersstichting De Mutsaersstichting biedt op verschillende locaties in Noord en Midden Limburg geïndiceerde jeugdhulpverlening en geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en jongeren, evenals maatschappelijke opvang en begeleiding aan vrouwen en hun kinderen. Reclassering De reclassering is verantwoordelijk voor de begeleiding van plegers in een justitieel kader en houdt zich bezig met onder meer: vroeghulp, toeleiding naar zorg, toezicht op deelname aan behandelprogramma s, training en reïntegratie. De reclassering adviseert het OM over daderbehandeling. Hart van het veiligheidsbeleid in Venlo is het Veiligheidshuis Noord Limburg, een fysiek en operationeel samenwerkingsverband van kernpartners rondom veiligheid. In het Veiligheidshuis zijn de partners (fysiek) aanwezig: politie, OM, SHG, bureau slachtofferhulp, bureau jeugdzorg en Reclassering. In de werkwijze van het Veiligheidshuis worden de strafrechtelijke keten en de zorgketen aan elkaar gekoppeld. Wel.Kom (Algemeen Maatschappelijk Werk) Wel.kom is een brede welzijnsorganisatie met een hulpaanbod voor volwassenen en kinderen. Wel.kom biedt een breed scala aan informatie, hulp en advies aan de slachtoffers van huiselijk geweld, zoals hulp bij de verwerking, begeleiding en bemiddeling bij het beëindigen van de relatie, hulp bij de omgang met de partner. De Horst Forensisch psychiatrische polikliniek (FPP) de Horst is onderdeel van tbs-kliniek de Rooyse Wissel in Noord-Limburg. De polikliniek biedt ambulante zorg aan forensisch psychiatrische patiënten uit Limburg vanaf 12 jaar. De Horst biedt onder meer een trainingsprogramma huiselijk geweld en agressiehanteringstherapie. Bureau jeugdzorg Bureau jeugdzorg vormt de toegang tot de jeugdzorg waar jeugdigen en hun ouders/opvoeders terecht kunnen die problemen hebben met opvoeden en opgroeien. Ook kunnen derden hun zorgen over kinderen bij bureau jeugdzorg melden. Bureau jeugdzorg biedt korte ambulante hulp en regelt de indicatie als geïndiceerde jeugdzorg nodig is. Ook het AMK, de jeugdbescherming en de jeugdreclassering zijn bij bureau jeugdzorg ondergebracht. 6.4 Justitiële Verslavingszorg De Justitiële Verslavingszorg heeft een vergelijkbare rol als de reclassering en is betrokken als er sprake is van middelengebruik. Slachtofferhulp Slachtofferhulp steunt slachtoffers van misdrijven en incidenten bij het verwerken van de gebeurtenis en bij het herstellen of verlichten van materiële en immateriële schade. Programmastructuur Focus Kernbegrippen in het programma Focus zijn: snel, outreachend, vasthoudend, gezamenlijk, systeemgericht. Het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) Noord en Midden Limburg is gestationeerd bij de Mutsaersstichting en vormt de frontoffice. Het casemanagement wordt eveneens door de Mutsaersstichting uitgevoerd. De casemanager heeft een sleutelpositie in de aanpak van huiselijk geweld. SHG en casemanager zijn 7 dagen per week 24 uur per dag bereikbaar, waardoor snelle interventie plaats kan vinden. Met de instellingen die de backoffice vormen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. De ketenpartners werken zoveel mogelijk met vaste contactpersonen, zodat de beroepskrachten elkaar goed kennen en weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Het SHG heeft een scharnierfunctie tussen politie en hulpverlening. Het SHG is de spin in het web en heeft beschikking over meldingen, lopende en afgesloten trajecten huiselijk geweld. De politie is zich bewust van haar (grote) rol om de criminaliteitsspiraal te doorbreken. - Politie 27

De ketenpartners komen wekelijks bij elkaar in het Veiligheidshuis voor het casusoverleg waar nieuwe meldingen worden besproken. Informatie vanuit de verschillende partijen wordt bij elkaar gelegd en er worden afspraken gemaakt over het inwinnen van verdere informatie en het uitzetten van hulpsporen. De casemanager komt in actie bij complexere zaken, zet hulpverlening in gang en verbindt alle hulpsporen. In hoofdstuk 7 is een uitgebreidere beschrijving van het programma te vinden. 6.5 Financiering De gemeente Venlo is centrumgemeente vrouwenopvang en heeft een regionale taak in de aanpak van huiselijk geweld. De gemeente Venlo stemt hierin af met de regiogemeenten. Voor het SHG ontvangt de gemeente overheidsfinanciering. De gemeente Venlo financiert zelf het casemanagement van de Mutsaersstichting. Er is een afspraak gemaakt over het aantal trajecten dat uitgevoerd wordt. 7 De aanpak In dit hoofdstuk gaan we in op de verschillende onderdelen van de aanpak volgens het programma Focus. De kern van de aanpak wordt duidelijk met het volgende citaat: Voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld is tijdige onderkenning even belangrijk als een scherpe risicotaxatie, snelle en doeltreffende interventies, hulp voor slachtoffers en kinderen en corrigerende hulp voor plegers (Uitvoeringsplan pilot Tijdelijk huisver bod Venlo). Uit de ervaringen met de pilot Tijdelijk huisverbod blijkt dat als de crisisinterventie en het vervolg daarop systeemgericht en directief is en direct aansluit op het politieoptreden, dit de kans vergroot dat uiteindelijk alle partijen hulp aanvaarden. Mensen dragen bij hun geboorte de geschiedenis van vele generaties met zich mee. Het slachtoffer heeft de relatie dan wel verbroken, maar moet het meldpunt toch niet even bellen om haar te wijzen op de mogelijkheid van juridisch advies? - Casusoverleg 29

7.1 Inhoudelijke uitgangspunten In het programma Focus hanteren de ketenpartners de volgende inhoudelijke uitgangspunten: Er is sprake van een samenhangende, gestructureerde aanpak van huiselijk geweld met een hulpaanbod via drie sporen. Er wordt hulp verleend aan alle betrokkenen: slachtoffer, pleger en kinderen (als getuige en/of mede-slachtoffer van geweld). De aanpak is systeemgericht. Het gezinssysteem is de cliënt. Met een groothoeklens wordt naar het gezin en zijn context gekeken. Daarbij wordt ook vanuit intergenerationeel perspectief gekeken. De hulp wordt gegeven vanuit een systemisch denkkader. De verschillende (hulpverlenende) contexten worden gebundeld in een gezamenlijk en onderling afgestemd hulpaanbod, gecoördineerd door de casemanager. De hulp is vraaggericht. Hulpverleners sluiten op een flexibele manier aan bij de situatie en de vraag van de cliënt. De crisis wordt aangegrepen als verandermoment. Kenmerk van huiselijk geweld is dat het gepaard gaat met veel schuld en schaamte en angst dat de buitenwereld het over gaat nemen indien het bekend wordt. Gezinnen verkeren daardoor vaak in een isolement en sluiten de rijen voor buitenstaanders. In geval van crisis wordt dit doorgaans een paar dagen doorbroken. Het gezin is uit balans, betrokkenen zijn bereid om de ernst van hun situatie onder ogen te zien. Snelle interventie is de beste waarborg voor het effectief aanpakken van het geweld. Van belang daarvoor is 24-uurs bereikbaarheid. Stoppen van het geweld/veiligheid staat centraal. In de praktijk blijkt dat veel slachtoffers en plegers hun relatie niet willen of kunnen verbreken. De insteek van de hulpverlening is niet het beëindigen van de relatie, maar stoppen van het geweld. De hulp is actief, outreachend en vasthoudend. Alle leden van het systeem worden door de casemanager actief en op een vasthoudende manier benaderd. De hulp is competentiegericht: de zwakte van het individu wordt omgezet in kracht. De attitude van de hulpverleners is respectvol èn begrenzend: uitgangspunt is de norm dat geweld niet kan en dat het geweld moet stoppen. De betrokkenen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Het geweld in de relatie wordt bespreekbaar gemaakt. De pleger wordt niet ontzien, de benadering is directief en confronterend, accent op Act now for later Meervoudige partijdigheid: de hulpverlener bouwt een positieve relatie op met alle betrokkenen. Hij maakt duidelijk dat hij geen partij kiest, maar iedereen wel erkenning geeft voor de positie die zij in het systeem hebben. Erkenning geven betekent niet gelijk geven. 7.2 Er is specifieke aandacht en hulp voor de kinderen. Uit onderzoek is bekend dat de gevolgen voor kinderen als zij getuige zijn van geweld tegen een ouder net zo ernstig kunnen zijn de gevolgen van kindermishandeling. De ervaring leert, dat geweld tussen ex-partners vaak (opnieuw) begint vanwege de omgangsregeling met de kinderen. Vanaf het begin is er aandacht voor de gevolgen van huiselijk geweld voor de opvoedingsrelatie, niet alleen wanneer de partners bij elkaar blijven, maar ook wanneer zij besluiten uit elkaar te gaan. Daarmee stopt hun rol als ouder/opvoeder immers doorgaans niet. Daarbij is er aandacht voor hoe zowel slachtoffer als pleger de opvoedersrol kunnen vervullen. Huiselijk geweld wordt vaak overgedragen van de ene generatie aan de andere. Adequate hulp aan de kinderen is nodig om deze overdracht te doorbreken. Een juist aanbod kan hierin het verschil maken De werkwijze Het hart van de aanpak in het programma Focus wordt gevormd door het casemanagement. In het casusoverleg komen casemanager samen met de politie en andere ketenpartners bij elkaar om meldingen te bespreken en afspraken te maken. De aanpak verloopt in de volgende stappen. Melding Meldingen komen binnen bij de politie of bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Steunpunt Huiselijk geweld Noord en Midden Limburg Het Steunpunt Huiselijk Geweld is ondergebracht bij de Mutsaersstichting en wordt bemenst door medewerkers van de vrouwenopvang. Het SHG beoogt, in het kader van een brede maatschappelijke aanpak, huiselijk geweld uit de anonimiteit te halen door openlijk aandacht te besteden aan huiselijk geweld en te monitoren. Het SHG is 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar en heeft de volgende functies: laagdrempelige advies- en verwijsfunctie voor alle bij huiselijk geweld betrokken personen en organisaties; bevorderen van deskundigheid bij derden over huiselijk geweld; registratie van huiselijk geweld om het zicht op de opvang van huiselijk geweld te vergroten. Regie van de gemeente wil niet zeggen dat zij inhoudelijk de baas is of de macht heeft iets door te zetten. Het gaat wel om doorzettingsmacht op processen. Gemeente kan bemiddelen, stimuleren. - Gemeente 31

Politie De politie vervult een essentiële rol bij de aanpak van huiselijk geweld. Vaak is de politie als eerste betrokken, zij zit aan de voorkant van de problematiek en heeft daarmee een signaalfunctie. De politie Noord en Midden Limburg neemt meldingen van huiselijk geweld zeer serieus. Daarbij is, door de samenwerking met de ketenpartners, de zekerheid dat de hulpverlening het oppakt, van groot belang. Bij een telefonische melding beslist de meldkamer of er een eenheid van de surveillancedienst op uit gaat. De politie stelt duidelijk de norm dat huiselijk geweld strafbaar is en niet wordt getolereerd. De politie hoort de verdachte en het slachtoffer en gaat na of er of er sprake is van strafbare feiten. De politie screent alle incidentmeldingen op huiselijk geweld. Door meldingen aan elkaar te koppelen krijgt de politie het geweld in een systeem in beeld en volgt zij de ontwikkelingen. Casusoverleg De meldingen huiselijk geweld worden besproken in het wekelijks casusoverleg dat in het Veiligheidshuis Venlo wordt gehouden. Er is aanvankelijk gestart met de volgende partijen: Steunpunt Huiselijk Geweld, casemanager, politie, reclassering, bureau jeugdzorg, slachtofferhulp, gemeente (onafhankelijk voorzitter). Inmiddels wordt aan uitbreiding met o.a. Wel.kom gewerkt. Een medewerker van het Veiligheidshuis maakt wekelijks een lijst met de meldingen vanuit het Basispolitie systeem (BPS) en het SHG. Elke melding krijgt een nummer. Op de lijst staan de volgende gegevens: de namen, geboortedata van pleger, slachtoffer en eventuele kinderen. adresgegevens zover bekend korte schets van de situatie die aanleiding was voor de melding Eventuele eerdere meldingen Contacten met hulpverlenende instanties Van tevoren wordt de lijst toegestuurd aan alle deelnemers, zodat zij zich kunnen voorbereiden. Elke casus op de lijst wordt doorgenomen. Er vindt een open discussie plaats. Afspraken worden gemaakt op basis van overeenstemming. Waar mogelijk wordt aanvullende informatie gegeven, verder worden er afspraken gemaakt over wie welke actie onderneemt. Vaak nemen de verschillende partijen het op zich om iets nader uit te zoeken. De politie bijvoorbeeld gaat na of er rond de betreffende casus al eerder signalen of meldingen zijn geweest. Bureau jeugdzorg kijkt of de kinderen bekend zijn bij bureau jeugdzorg. De reclassering gaat na of de pleger bekend is. De bevindingen worden in het volgende casusoverleg teruggekoppeld en op basis daarvan worden vervolgafspraken gemaakt. De politie is wel 6 keer aan de deur geweest. Soms belde ik, soms de buren. De politie heeft nooit contact opgenomen met mij om te vragen hoe de situatie thuis was. - Slachtoffer/cliënte 33

Het feit dat meerdere partijen bij de bespreking zijn, staat er garant voor dat elke zaak serieus bekeken wordt en bij er bij de geringste zorg of twijfel actie ondernomen wordt. Bij een zaak die afgehandeld lijkt omdat het slachtoffer de relatie met de pleger heeft verbroken, doet een deelnemer bijvoorbeeld de suggestie dat het SHG toch nog even contact opneemt om de te wijzen op de mogelijkheid van juridisch advies. In het casusoverleg is veel aandacht voor de kinderen. Als er sprake is van een OTS wordt altijd contact opgenomen met de gezinsvoogd voor nadere informatie en afstemming over mogelijke vervolgacties. De cases waar geen actieve inzet meer is vanuit de deelnemers van het casusoverleg komen op de schaduwlijst, die alle zaken van het afgelopen jaar bevat. Tijdens het casusoverleg lopen de deelnemers de zaken van de schaduwlijst na die nog lopen. Acties die ondernomen zijn worden gemeld en de partijen maken afspraken over mogelijke vervolgacties. Als er sprake is van een nieuwe melding in een lopende zaak, komt de casus weer op de eerste lijst. 7.3 Intensief casemanagement Een centraal onderdeel in het programma is intensief casemanagement in de thuissituatie van gezinnen waar huiselijk geweld plaatsvindt. Kenmerkend voor de aanpak van de casemanager is dat deze achter de voordeur kijkt en hierdoor een goed beeld krijgt van de gezinssituatie. De casemanager stelt zich actief en vasthoudend op en handelt vanuit een natuurlijke autoriteit. De casemanager werkt vanuit de visie dat huiselijk geweld een gezinsprobleem én een maatschappelijk probleem is, dat onder andere samenhangt met de ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen en volwassenen en kinderen. De hulp is er op gericht dat beide partners en kinderen voor zover die oud genoeg daarvoor zijn inzicht krijgen in de gewelddadige relatie en de niet effectieve, schadelijke communicatiepatronen en conflicthanteringstrategieën, en dat zij hulp krijgen bij het ontwikkelen van niet-gewelddadige, effectievere gedragingen. In de periode november 2007 tot en met april 2008 zijn 415 casussen besproken in het casusoverleg. De verwachting is dat, naarmate verschillende beroepsgroepen meer oog krijgen voor signalen van huiselijk geweld, het aantal casussen zal toenemen. Acties In veel gevallen gaat het SHG na bespreking in het casusoverleg met een melding aan de slag. Het SHG neemt contact op. Zij geeft bij het slachtoffer (en eventueel pleger en kinderen) aan dat zij zijn besproken in het casusoverleg. Doel van het contact is te inventariseren of contact en verdere hulp gewenst zijn. Eventueel verwijst het SHG naar hulpverleningsorganisaties. De casemanager werkt systeemgericht. Het gezin als geheel krijgt hulp, omdat de mechanismen die huiselijk geweld veroorzaken door het hele (gezins)systeem in stand worden gehouden. Voor het doorbreken van de vicieuze cirkel, die zo kenmerkend is voor huiselijk geweld, is verandering in het hele gezinssysteem nodig. De casemanager heeft altijd oog voor de belangen en de behoeften van de kinderen. In de gesprekken met kinderen is het doel om de kinderen te ontschuldigen. Kinderen voelen zich altijd verantwoordelijk voor de ruzies en het geweld tussen ouders. De ervaring is dat kinderen in het algemeen heel openhartig praten en de casemanager bijvoorbeeld plaatsen laten zien waar het geweld heeft plaats gevonden. Bij zaken die meer complex lijken, waar al meerdere meldingen liggen, of waarbij al hulpverleningsinstellingen betrokken zijn of betrokken zijn geweest, komt de casemanager in actie. De casemanager komt achter de voordeur, vormt zich een beeld van de situatie en maakt een plan van aanpak waarin duidelijk de rol van de ketenpartners beschreven is. Vervolgens schakelt hij hulpverleningsorganisaties in. De casemanager verbindt alle hulpsporen en fungeert als motor, trekker, verbinder, bemiddelaar, en organisator van de aanpak langs drie sporen. Hij zorgt ervoor dat de betrokken hulpverleners alle informatie uitwisselen en activiteiten op elkaar afstemmen. Nazorg De casemanager blijft gezinnen gedurende een jaar volgen. De casemanager heeft regelmatig contact met het gezin en met de hulpverleners die bij het gezin betrokken zijn. Het probleem dat de aanleiding vormt voor het intensief casemanagement, is huiselijk geweld. Huiselijk geweld is niet alleen een schadelijke vorm van gedrag, het is tevens verboden. Dit gegeven heeft invloed op de hulp. Enerzijds kan - dreigen met - interventie door politie en justitie een steuntje in de rug zijn bij het aanpakken van het geweld. Anderzijds kan de politionele en justitiële aanpak van huiselijk geweld de hulpverlening bemoeilijken, dan wel op zijn minst ingewikkeld maken. De basishouding van de casemanager is er een van respect voor de cliënt (het gezin en ieder van de gezinsleden), hoe onaanvaardbaar bepaalde gedragingen van gezinsleden ook zijn. Voor Wel.kom is casemanagement een noodzakelijkheid bij Multi-problemgezinnen, waar het bij huiselijk geweld ook vaak om gaat. De onafhankelijke positie van de casemanager is belangrijk. - Wel.kom 35

De casemanager stelt het huiselijk geweld in het gezin expliciet aan de orde als onaanvaardbaar gedrag, zonder te vervallen in veroordeling of beschuldiging van personen. Hij waakt ervoor dat de pleger niet het gevoel krijgt dat de casemanager vindt dat zij/hij niet deugt. De casemanager geeft echter wel duidelijk aan dat huiselijk geweld als gedrag niet goed is te praten en dient te stoppen. Een zelfde genuanceerde benadering krijgt het slachtoffer. Het slachtoffer is niet alleen maar slachtoffer. Om het huiselijk geweld te stoppen dienen beide partners dingen te veranderen in hun opvattingen, attitude, communicatie en conflicthanteringgedrag. De werkwijze is vooral verbaal. Centraal hierin staat het aan het woord laten van de gezinsleden. Daartoe luistert de casemanager aandachtig en stelt zij/hij de juiste vragen. In haar/zijn communicatie is de casemanager transparant en neutraal (meervoudig partijdig). In de praktijk blijken confronteren, relativeren en humor (provocatieve benadering) vaak goed te werken om aansluiting te vinden bij het gezin en daarmee de problematiek hanteerbaarder te maken. De casemanager zal zoveel mogelijk positief bekrachtigen en zo weinig mogelijk afkeuren. Veiligheid (safety first) is een zeer belangrijk uitgangspunt bij het casemanagement. De casemanager garandeert de eigen veiligheid en die van de gezinsleden door scherp op te letten dat er geen grenzen overschreden worden. Hij stelt als voorwaarde dat de veiligheid gegarandeerd is. De casemanager let er met name goed op dat de pleger niet over een grens heen gaat en gewelddadig dreigt te worden. Zonodig wordt de politie gewaarschuwd. Casemanagement heeft ook een belangrijke rol op het gebied van de regie van de hulpverlening. De effectiviteit van de hulp wordt vergroot als hulpverleners die betrokken zijn bij een gezin waarin huiselijk geweld plaatsvindt, op de hoogte zijn van elkaars activiteiten en de hulp afstemmen. Het casemanagement maakt voor alle partijen de situatie waarin een gezin verkeert inzichtelijk. Werkwijze casemanager: De casemanager is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar. Op het moment van de crisis (melding bij politie, SHG of bij het uitreiken van een huisverbod) wordt direct gehandeld. Met een direct aanbod en een directieve benaderingswijze zijn betrokkenen bereid om te praten en hulp te accepteren. Uitgangspunt van de ketensamenwerking rond huiselijk geweld is dat ieder zijn eigen specifieke inzet en kwaliteit levert en dat iedere partij een toegevoegde waarde heeft in de keten. Door de pilot en de samenwerking binnen het Veiligheidshuis is de samenwerking tussen de verschillende hulpverleners duidelijk toegenomen. - Casusoverleg 37

Als de casemanager naar het gezin gaat naar aanleiding van het casusoverleg, introduceert hij zich in het gezin met de boodschap dat de melding in het casusoverleg is besproken. De casemanager legt eerst contact met het slachtoffer en indien aanwezig de kinderen, daarna met de pleger. De casemanager spreekt het slachtoffer, de pleger en de kinderen apart. In de eerste contacten met slachtoffer en pleger benadrukt de casemanager de ernst van de situatie waarbij hij duidelijk aangeeft dat er geen sprake is van een keuze. De boodschap die hij uitdraagt is dat het probleem zo dringend is dat hulpverlening de enige optie is. De casemanager maakt in korte tijd een schets van het gezin en de afzonderlijke hulpvragen van de leden van het gezin. In feite kijkt de casemanager met een groothoeklenslens naar het gezin en de context waarbinnen het geweld zich afspeelt. Op basis hiervan maakt hij een plan van aanpak waarin duidelijk de rol van ketenpartners beschreven wordt. Als het plan van aanpak gereed is neemt de casemanager contact op met de ketenpartners die een intake realiseren. Op basis hiervan realiseren de ketenpartners hun aanbod. Lopende het traject is vasthoudendheid van de casemanager naar de cliënten een kritische succesfactor. Tijdens een crisissituatie zijn betrokkenen erg gemotiveerd om het hulpaanbod te accepteren. De casemanager voert de regie, zowel van het gezin als van de ketenpartners. Regelmatig organiseert de casemanager overleg met alle ketenpartners. De casemanager als regisseur zorgt voor snelle informatie-uitwisseling, afstemming van afzonderlijke hulpverleningstrajecten en coacht gezinsleden (met drang en dwang) naar acceptatie van hulpverlening. 7.4 De modules van het hulpaanbod In deze paragraaf beschrijven we de verschillende onderdelen van het hulpaanbod die deel uitmaken van de aanpak huiselijk geweld. De Horst (forensische psychiatrie) De Horst biedt hulp aan de pleger, vanuit een vrijwillig of gedwongen kader. Het aanbod bestaat uit agressie-regulatietraining en een psycho-educatief trainingsprogramma huiselijk geweld. Van belang is, in ieder geval bij een tijdelijk huisverbod, dat de uithuisgeplaatste de time-out methode aanleert. Hierbij wordt ook het slachtoffer betrokken. Tijdens de intake wordt vastgesteld of er behalve de training een hulpaanbod op maat moet worden gerealiseerd. Toeleiding naar werk kan bijvoorbeeld een optie zijn. Taken De Horst: Eerste contact met pleger. Voorlichting over gang van zaken. Veiligheid inschatten: bij een tijdelijk huisverbod inschatten of pleger zich (vrijwillig) aan het huisverbod zal houden. Toeleiden naar hulpverleningsgroep voor plegers. Nagaan of gezin/pleger al bekend is in instelling. Eventuele doorverwijzing naar hulp bij materiële zaken (werk/inkomen). Voorbereiden bij tijdelijk huisverbod: moet huisverbod verlengd worden? Met pleger uitkomst werkconferentie bespreken en de vervolgaanpak (met of zonder huisverbod). Wel.kom (Algemeen maatschappelijk werk) Bij een hulpvraag heeft Wel.kom de richtlijn dat binnen twee weken een intake is gerealiseerd. Een gemiddeld traject heeft een looptijd van 6 tot 9 maanden, waarbij de intensiteit van contact voornamelijk in het begin van de hulpverlening ligt. Wel.kom richt zich met name op de situatie van het slachtoffer en werkt aan relatieproblemen, schulden, opvoedingsvraagstukken, maar ook huisvesting, werk komen aan de orde. De pilot maakte duidelijk dat je samen heel veel kunt bereiken! Mensen zijn nu enthousiast en zijn daarom op vrijwillige basis doorgegaan. - Politie 39