BTW ALMANAK voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010



Vergelijkbare documenten
TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2)

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

2 Leveringen van goederen naar

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Informatie voor ondernemers

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

2 Administratieve verplichtingen

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. Inleiding / XV

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren

Vragen en antwoorden verhoging btw-tarief

Factureringsregels 2013

Nationale Administrateursdag

BTW bij inkoop van goederen in het buitenland

: 295 per persoon exclusief BTW, inclusief lesmateriaal en broodjes Locatie : Heelsum

Btw bij inkoop van goederen in het buitenland

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

Thema s. Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010

De kleineondernemersregeling. Belastingdienst

Belangrijke wijzigingen in de btwfactureringsregels

21 mei 2019 BTW-nieuwtje : Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020

VRAAG 1 VRAAG 2. Intracommunautaire levering

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Let op! Het drempelbedrag geldt per land en dus niet per afnemer!

MKB Boekhouder in control

De BTW in de Europese Gemeenschap TOEPASSING IN DE LIDSTATEN INFORMATIE TEN BEHOEVE VAN OVERHEDEN, BEDRIJVEN, INFORMATIENETWERKEN ENZ.

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Handel in gebruikte goederen

In deze advieswijzer wordt op hoofdlijnen nader ingegaan op btw-verplichtingen waarmee u te maken kunt krijgen als u zakendoet met het buitenland.

Btw bij verkoop van goederen aan het buitenland

De kleineondernemersregeling

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Special BTW-verhoging. Per 1 oktober 2012

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje

Tarieven Europa: staffel 1

Wat is toeristenbelasting en watertoeristenbelasting en wat zijn de verschillen?

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Voor de Omzetbelasting (hierna OB of BTW) wordt een onderscheid gemaakt tussen goederen en diensten.

WORKSHOP BTW EN FACTUURVEREISTEN

Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers. 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen

Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Als u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen

DE BTW IN 2019 EN Mevrouw N.W.A.M. (Nathasja) Elsbeek RB

Inhoudsopgave. Voorwoord Inleiding in de btw Btw-ondernemerschap In welke gevallen bent u btw verschuldigd?...

De kleineondernemersregeling

BTW: nieuwe regels voor plaats van dienst Bereid u tijdig voor!

De BTW-administratie en de dossieropbouw van Fiscaal vertegenwoordiger moeten bevatten:

Masterclass 5 Administratie & verzekeringen: een goede basis voor ondernemen in Duitsland

Vraag 1: Antwoord 1: Vraag 2:

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

Antwoord op Kamervragen over de gevolgen van de BTW-verhoging op kunst

De kleineondernemersregeling

BTW-gevolgen verhoging verlaagd BTW-tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2018

BTW en Brexit. 23 mei 2019 BTW-nieuwtje : BTW en Brexit (update)

Btw bij verkoop van goederen aan het buitenland

BTW Almanak Kantines Bedrijfskantines

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

Voorlichtingsbijeenkomst Sportevenementen

Vragen en antwoorden toeristenbelasting en watertoeristenbelasting

Omzetbelasting II -- Deel 3

2 Levering van goederen

De omzetbelasting. 1. Inleiding

Tarieven Europa: staffel 1

Btw-nieuwsbrief mei 2019

PRAKTIJKNOTITIE BTW. 1. Inleiding. 2. Goederen transacties. 2.1 Intracommunautaire levering wordt export

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

E-Book: Eerste Hulp bij Factureren

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Welke gevolgen heeft de btw-verhoging van 19% naar 21% voor u?

Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk

Bijgaand gelieve u een opsomming met een korte beschrijving van fiscale goedkeuringen en vrijstellingen aan te treffen.

Als u een bedrijfspand gaat huren of verhuren

De BTW-verhoging: wat te doen?

BTW bij handel in gebruikte goederen

12 Omzetbelasting Wat u moet weten Wat u moet weten 12.2 Vragen en praktijkvoorbeelden 12.3 Extra informatie

info &boon tips & boon

Ontwikkelingen in 2016

3.6 Aangifte, rubriek 5: Voorbelasting, kleineondernemersregeling en totaal 22

Niet-binnenlandse handelingen

Btw-tariefverhoging van 19% naar 21%: bijzondere aandachtspunten

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Wij gaan gewoon door!

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

De kleineondernemersregeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting Inleiding Dienstbetrekking Inhoudingsplichtige Loon 13

Transcriptie:

- BTW ALMANAK voor ondernemers in de watersportindustrie 2009-2010

Colofon Deze BTW Almanak is een uitgave van: HISWA Vereniging in samenwerking met DHK Tax Lawyers & Legal Consultants Driebergen, februari 2009 Voorwoord HISWA Vereniging is de overkoepelende belangenorganisatie van alle bedrijfssoorten in de watersportsector. Bij HISWA Vereniging zijn inmiddels ongeveer 1.200 grote en kleinere bedrijven aangesloten in 13 bedrijfstaksectoren. Als brancheorganisatie behartigt HISWA Vereniging de belangen van de leden op regionaal, nationaal en internationaal niveau. De dienstverlening strekt zich uit tot jachtbouw, handel en recreatie, in de breedste zin van het woord. HISWA Vereniging informeert haar leden over de meest recente ontwikkelingen, zoals op fiscaal gebied. Deze BTW-almanak geeft mede invulling aan deze taak. Getracht is in deze geactualiseerde brochure aandacht te besteden aan alle aspecten van de watersportindustrie. Ondanks ons streven om hierin zo volledig mogelijk te zijn, is het raadzaam bij twijfel een deskundige te raadplegen. Heeft u meer informatie nodig, dan kunt u contact opnemen met: HISWA Vereniging, Info en Advies, Bianca Diebels, T 0343 52 47 24, E b.diebels@hiswa.nl. DHK Tax Lawyers & Legal Consultants, drs. Klaas Dijkstra of Corine Lekkerkerker, T 010 205 36 10, E dijkstra@dhk-taxandlegal.nl. 2

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Hoe werkt het BTW-stelsel 1.1 Het Nederlandse BTW-systeem 1.2 Leveringen en diensten 1.3 Invoer 1.4 Tarieven 1.5 Belastingplichtigen 1.6 Ondernemer 1.7 Fiscale eenheid 1.8 Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) Hoofdstuk 2 Facturatie en administratie 2.1 De factuur 2.2 Factuur uitreiken 2.3 Factuurgegevens 2.4 Administratie 2.5 Margeregeling 2.6 Intracommunautaire verwerving 2.7 Bewaarplicht Hoofdstuk 3 BTW-heffing watersportbedrijven 3.1 BTW-heffing bij commerciële jachthavens 3.2 BTW-heffing bij niet-commerciële jachthavens 3.3 BTW-heffing bij commerciële zeilscholen 3.4 BTW-heffing bij overige dienstverleners 3.5 BTW-heffing bij exploitatie van een kantine 3.6 BTW-heffing bij niet-commerciële zeilscholen 3.7 Beperkte of geen aftrek BTW bij consumptief gebruik 3.8 BTW-heffing bij jachtwerven 3.9 Levering van pleziervaartuigen naar derde landen (uitvoer) 3.10 Levering van pleziervaartuigen binnen de EU 3.11 ABC-leveringen van pleziervaartuigen binnen de EU 3.12 Vereenvoudigde ABC-leveringen binnen de EU 3.13 Aankoop nieuw jacht in ander EU-land door particulier 3.14 Commercial Cruising Vessels-Regeling (CCV) 3.15 Aangifte intracommunautaire verwerving door de afnemer 3.16 Garantiewerkzaamheden 3.17 Proefvaarten 3.18 Terugzending 3.19 Regeling afstandsverkopen Hoofdstuk 4 BTW-heffing bij groothandelaren en importeurs 4.1 BTW-heffing bij import en levering van jachten 4.2 BTW-heffing bij import en levering van overige goederen en accessoires 4.3 BTW-heffing bij dienstverlenende activiteiten 4.3.1 Diensten van jachtarchitecten 4.3.2 Diensten van makelaars, bemiddelaars en experts 4.3.3 Onderhoud en reparatie 4.3.4 Diensten met betrekking tot verzekeringen/financieringen 3

Hoofdstuk 5 BTW-regelingen 5.1 Tariefwijzigingen 5.2 Verleggingsregelingen 5.2.1 Goederen of diensten van buitenlandse ondernemers 5.2.2 Regeling bij invoer 5.3 Margeregeling 5.4 Gebruikt goed 5.5 Gedemonteerde of samengevoegde goederen 5.6 Inruil 5.7 Factuur 5.8 Inkoopverklaring 5.9 Administratie 5.10 Globalisatie 5.11 Vergunning 5.12 Kleine ondernemersregeling 5.13 Boekhouding 5.14 Verschuldigde BTW 5.15 Geopteerde belaste verhuur 5.16 Geopteerde belaste levering onroerende zaken 5.17 Intracommunautaire verwervingen 5.18 Invoer uit niet EU-landen 5.19 Ontheffing van administratieve verplichtingen 5.20 Beperkte aftrek van BTW bij consumptief gebruik 5.21 Woon-werkverkeer Begrippenlijst Bijlagen: 1. Verklaring uitvoer op eigen kiel (afnemer is permanent gevestigd buiten de EU) 2. Verklaring uitvoer op eigen kiel (afnemer is natuurlijk persoon, voor minimaal 12 maanden gevestigd buiten de EU) 3. Vervoersverklaring 4. Verklaring levering pleziervaartuig 5. Opdracht tot uitvoer uit de EU 4

HOOFDSTUK 1 HOE WERKT HET BTW-STELSEL? 1.1 Het Nederlandse BTW-systeem In Nederland (en in de andere landen van de Europese Unie) wordt omzetbelasting geheven volgens een Europees BTW-systeem. Dit systeem beoogt de ondernemer slechts BTW te laten afdragen over de toegevoegde waarde; het verschil tussen de verkoop- en de inkoopprijs. Dit gebeurt door BTW te heffen over de gehele verkoopprijs en vervolgens de BTW over de inkoopprijs af te trekken. 1.2 Leveringen en diensten In beginsel wordt BTW geheven over leveringen of diensten die door ondernemers in Nederland worden verricht. Binnen de EU wordt slechts éénmaal BTW geheven over belaste leveringen of diensten. Om dit te bewerkstelligen is de regeling van de intracommunautaire leveringen en verwervingen opgesteld. 1.3 Invoer Zoals hierboven al opgemerkt, wordt BTW geheven van ondernemers. Bij invoer (uit derde landen) echter wordt ook BTW geheven bij de particulier die goederen invoert. Dit om te voorkomen dat oneerlijke concurrentie optreedt door voordelig (BTW-vrij) goederen buiten de EU in te kopen. De ondernemer kan de BTW die hij verschuldigd is bij de invoer overigens aftrekken van de verschuldigde BTW bij verkoop. Omdat het bij (veelvuldig) invoer vervelend kan zijn direct bij invoer BTW te moeten afdragen, is de zogenaamde verleggingsregeling opgesteld. Door middel van deze regeling kan de ondernemer de BTW verschuldigd bij invoer bij zijn periodieke aangifte betrekken. Hiervoor moet hij tijdig een vergunning aanvragen bij de inspecteur. 1.4 Tarieven In Nederland bestaat een onderscheid tussen een hoog en een laag tarief aan BTW. Daarnaast gelden nog het nultarief en de vrijstelling. Wanneer ten aanzien van een bepaalde levering of dienst een vrijstelling van toepassing is, kan de ondernemer die de levering of dienst verricht ook geen gebruik maken van de aftrek van voorbelasting. Ten aanzien van het hoog, laag en nultarief behoudt de ondernemer die de leveringen of diensten verricht, in beginsel wel zijn recht op aftrek van voorbelasting. 1.5 Belastingplichtige In beginsel is de ondernemer belastingplichtig. Het is ten aanzien van leveringen of diensten die in Nederland worden verricht niet van belang of de ondernemer een Nederlandse ondernemer is, of een ondernemer is die niet in Nederland is gevestigd. Buitenlandse ondernemers hebben ook de mogelijkheid om voorbelasting in aftrek te brengen. Ze kunnen voor de nakoming van de fiscale verplichtingen in Nederland een fiscaal vertegenwoordiger aanstellen/benoemen. Behalve ondernemers zijn ook belastingplichtig voor de BTW: rechtspersonen die geen ondernemer zijn en die goederen aankopen vanuit andere EUlanden; een particulier die een nieuw vervoermiddel aankoopt vanuit een ander EU-land of die goederen invoert vanuit niet EU-landen; lichamen die goederen invoeren vanuit niet EU-landen of die goederen of diensten betrekken van ondernemers die niet in Nederland wonen of zijn gevestigd. Overigens is een ieder die op zijn factuur BTW vermeldt, deze ook verschuldigd, zelfs als hij geen belaste activiteiten verricht. 5

1.6 Ondernemer Het begrip ondernemer dat in de BTW-wet wordt gehanteerd, is erg ruim. Een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent, is een ondernemer in de zin van de BTW wet. Deze ruime interpretatie wordt overigens enigszins gecorrigeerd door de vrijstellingen die de BTWwet kent. Een ieder in het begrip ondernemer omvat niet alleen natuurlijke en rechtspersonen, maar ook andere entiteiten als maatschappen, vennootschappen onder firma, verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid en dergelijke. Elk samenwerkingsverband dat in het econo-mische verkeer als eenheid -entiteit- optreedt, kan voor de BTW een ondernemer zijn; rechtsvorm is daarbij niet van belang. Ook personen opgericht naar buitenlands recht kunnen voor Nederlandse BTW-heffing gelden als ondernemer. 1.7 Fiscale eenheid Ondernemers die in fiscaal, organisatorisch en economisch opzicht zodanig met elkaar verweven zijn dat zij een eenheid vormen, kunnen voor de BTW als één ondernemer aangemerkt worden; een zogenaamde fiscale eenheid. Hiervoor is een beschikking van de bevoegde inspecteur vereist. Niet noodzakelijk voor het bestaan van een fiscale eenheid is dat de leden als eenheid naar buiten treden. De fiscale eenheid kan één geconsolideerde BTW aangifte indienen (waarbij alle leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de BTW die als eenheid verschuldigd is), interne leveringen en diensten blijven buiten de BTW-heffing en voor de gehele fiscale eenheid wordt slechts één opgaaf van intracommunautaire leveringen gedaan. 1.8 Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) Het Hof van Justitie heeft in oktober 2007 beslist dat een DGA die meer dan de helft van de aandelen van een BV bezit, géén ondernemer is voor de werkzaamheden die hij verricht ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst die hem aan zijn BV bindt. De eerdere opvatting van de Hoge Raad, waarbij de DGA als ondernemer werd gekwalificeerd, is niet in overeenstemming met de Europese BTW richtlijn. Vanaf 18 oktober 2007 geldt de DGA dus niet langer als ondernemer voor de in loondienst verrichte werkzaamheden voor zijn BV. De DGA blijft wél ondernemer voor zover hij bijvoorbeeld aan de BV onroerend goed verhuurt. Overigens wordt de DGA in dit kader niet aangemerkt als ondernemer indien het verhuurde onroerend goed een werkkamer in de woning van de DGA is, die wordt gebruikt voor onzelfstandige werkzaamheden. 6

HOOFDSTUK 2 FACTURATIE EN ADMINISTRATIE 2.1 De factuur In veel gevallen is het tijdstip waarop de BTW verschuldigd wordt, gekoppeld aan het tijdstip waarop de factuur moet worden uitgereikt. BTW kan door de afnemer van een levering of dienst alleen in aftrek gebracht worden indien hij een factuur bezit, die op de voorgeschreven wijze is opgemaakt. De ondernemer dient te factureren naar de BTWwetgeving van het EU-land waar hij voor zijn prestaties in de heffing betrokken wordt. Wanneer de verleggingregeling wordt toegepast, kan echter volgens Nederlandse eisen worden gefactureerd. 2.2 Factuur uitreiken De ondernemer is verplicht een factuur uit te reiken als hij: leveringen of diensten verricht aan een andere ondernemer of rechtspersoon; een vooruitbetaling ontvangt van een andere ondernemer of rechtspersoon; per deelbetaling dient een factuur uitgereikt te worden; een afstandsverkoop verricht; een nieuw vervoermiddel levert aan een particulier. De factuur voor een bepaalde levering of dienst dient uiterlijk de vijftiende van de maand, opvolgend op die waarin de levering of dienst verricht is, te worden uitgereikt. Bij vooruitbetalingen dient de factuur uitgereikt te worden vóór het tijdstip van opeisbaarheid van de vooruitbetalingen, waarbij voor elke deelbetaling een aparte factuur opgemaakt dient te worden. Facturen kunnen in beginsel op papier uitgereikt worden of elektronisch worden verzonden. Hierbij dient wel de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid gewaarborgd te zijn. Wanneer onjuist gefactureerd is, kan dit hersteld worden door de betreffende factuur terug te nemen of een aanvullende of creditfactuur te zenden. De ondernemer dient van elke uitgaande en inkomende factuur een kopie van de factuur te bewaren. 2.3 Factuurgegevens De factuur dient de volgende gegevens te bevatten: de datum waarop de factuur is uitgereikt; een opeenvolgend nummer, met één of meer reeksen, waardoor de factuur geïdentificeerd kan worden; het eigen BTW-identificatienummer waaronder de ondernemer de levering of de dienst verricht heeft; naam en adres van de ondernemer die de levering of dienst verricht; naam en adres van de afnemer; de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de omvang en de aard van de verrichte diensten; de datum waarop de levering of dienst heeft plaatsgevonden of is voltooid of de datum waarop de vooruitbetaling is gedaan als deze kan worden vastgesteld en afwijkt van de factuurdatum; de vergoeding met betrekking tot elk tarief of elke vrijstelling; de eenheidsprijs excl. BTW en de eventuele vooruitbetalingkorting en andere kortingen als die niet in de eenheidsprijs zijn begrepen; het toegepaste BTW-tarief; het belastingbedrag in euro s; bij een vrijstelling, bij intracommunautaire leveringen, in gevallen waarin BTW van de afnemer wordt geheven en bij levering met toepassing van de margeregeling moet daarvan enige aanduiding op de factuur worden vermeld; de gegevens die nodig zijn om te bepalen of een vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is; 7

als de BTW door een fiscaal vertegenwoordiger wordt voldaan, moeten op de factuur de naam, het adres en het BTW-identificatienummer van die fiscaal vertegenwoordiger worden vermeld. Alleen indien géén BTW naar het algemene tarief in rekening wordt gebracht moet aan de volgende extra eisen worden voldaan: het BTW-identificatienummer van de afnemer (indien de BTW wordt verlegd naar de afnemer); de reden waarom niet BTW naar het algemene tarief berekend wordt (in alle gevallen waar geen BTW naar het algemeen tarief wordt berekend). Gewoonlijk is BTW verschuldigd op het moment dat de factuur wordt uitgereikt of dient te worden uitgereikt óf op het moment van het verrichten van de prestatie. Dit is slechts anders als de ondernemer is aangewezen voor het kasstelsel (met name de detailhandel). 2.4 De administratie Voor iedere ondernemer geldt een algemene administratieplicht. Voor de BTW is een aantal bijzondere eisen gesteld. Na afloop van een aangiftetijdvak moet worden aangegeven hoeveel BTW in dat tijdvak verschuldigd is en in vooraftrek gebracht kan worden. Ondernemers moeten van hun bedrijfsvermogen en van alles betreffende hun bedrijf op een zodanige wijze administratie voeren dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen en de overige voor de BTW-heffing van belang zijnde gegevens duidelijk uit de administratie blijken. De wijze waarop de ondernemer zijn administratie dient te voeren, staat niet vast. Wel is in ieder geval vereist dat de administratie dient te voldoen aan de eisen van betreffend bedrijf. Aan de hand van de administratie dient de verschuldigde BTW vastgesteld te kunnen worden. De administratie dient duidelijk en overzichtelijk te zijn en alle bijzonderheden te vermelden die voor de BTW-heffing van belang zijn. Voor de BTW-heffing gelden voor ondernemers bijzondere eisen. Iedere ondernemer dient regelmatig aantekening te houden van: uitgaande en inkomende facturen; uitgaven en ontvangsten wegens aan hem en door hem verrichte leveringen en diensten en de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen; invoer van voor hem bestemde goederen; uitvoer uit de EU en de opslag in een douane-entrepot van goederen; andere gegevens die van belang zijn voor de heffing van BTW in Nederland en andere EUlanden. 2.5 Margeregeling Wanneer de margeregeling wordt toegepast, dient de administratie aan enkele nadere voorwaarden te voldoen. Zie 5.3. 2.6 Intracommunautaire verwerving Ook ten aanzien van intracommunautaire verwervingen geldt een afwijkende regeling, waarbij ook voor rechtspersonen niet-ondernemers administratieve verplichtingen gelden. 2.7 Bewaarplicht In beginsel dient de ondernemer zijn gegevens zeven jaar te bewaren, waarbij voor bepaalde gegevens met de bevoegde inspecteur een kortere periode overeengekomen kan worden. 8

HOOFDSTUK 3 BTW-HEFFING WATERSPORTBEDRIJVEN 3.1 BTW-heffing bij commerciële jachthavens Ligplaatsen en bijbehorende grond Verschaffen van de gelegenheid tot het aanleggen van een pleziervaartuig of een woonschip. Naar de huidige jurisprudentie lijkt het verschaffen van gelegenheid tot het aanleggen van een vaartuig altijd belast te zijn naar het hoge tarief. Dit lijkt naar de huidige stand van zaken ook het geval indien (direct) naast de ligplaats een stukje grond ten behoeve van dagrecreatie of kamperen verhuurd wordt tegen het verlaagde tarief. Overigens is de jurisprudentie in dit kader in ontwikkeling. Gezien het gegeven dat de jurisprudentie geen helder kader biedt inzake de fiscale behandeling van het ter beschikking stellen van een stukje grond bij de ligplaats, adviseren wij ter zake concrete afspraken met de bevoegde inspecteur te maken. En volledigheidshalve te splitsen tussen de verhuur van de grond ten behoeve van dagrecreatie/kamperen (onder voorwaarden laag tarief) en de verhuur van een ligplaats (hoog tarief). Indien door de gemeente het aanleggen van een woonschip tegen vergoeding gedoogd wordt, geldt gezien de jurisprudentie van de Hoge Raad, mogelijk een ander fiscaal regime dan indien de normale ondernemer gelegenheid geeft tot het aanleggen van een pleziervaartuig/woonschip. De Hoge Raad heeft zich in het verleden op het standpunt gesteld dat in dit geval geen sprake is van verhuur van onroerend goed. Indien sprake is van deze dienstverlening door de gemeente, adviseren wij deskundig advies in te roepen. Het ter beschikking stellen van grond met gelegenheid tot plaatsen van een tent of caravan voor kort verblijf in het kader van een kamp of vakantiebestedingsbedrijf. Laag tarief Wanneer op de grond géén tent of caravan geplaatst mag worden of deze in de ochtend weer dient te worden opgebroken, geldt het verlaagde tarief niet en dient BTW naar het hoog tarief afgedragen te worden. Indien onroerend goed niet wordt verhuurd door een vakantiebestedingsbedrijf en er geen sprake is van het verhuren van een parkeerplaats voor voertuigen of een ligplaats voor een schip, is de BTW-vrijstelling van toepassing. Het is raadzaam bij deze ongebruikelijke situaties fiscaal advies in te winnen. Verhuur Verhuur van bergplaatsen voor vaartuigen, waaronder woonschepen, voor onder andere de winterstalling. Verhuur van woonboten/pleziervaartuigen. Gebruik van woonboten/pleziervaartuigen: gelegenheid geven tot kort verblijf met overnachting (al dan niet op basis van een huurcontract) op een woonboot/pleziervaartuig in het kader van een hotel/pension of vakantie bestedingsbedrijf. Laag tarief Voorwaarde is dat de huurder er voor korte periode als gast verblijft; voorbeeld is het gebruik van een jacht voor een zeiltocht inclusief bemanningslid en schipper. 9

Verhuur van parkeerplaatsen tezamen met de verhuur van een kampeerplaats door een vakantiebestedingsbedrijf/kampbedrijf. Laag tarief Wanneer sprake is van enkele verhuur van een parkeerplaats (dus niet samen met een stukje grond bestemd voor overnachting in een tent/caravan) dient het hoge BTW-tarief toegepast te worden.) Ten aanzien van de verhuur van een ligplaats voor boten is altijd sprake van het hoge tarief naar de huidige jurisprudentie. Overigens is deze jurisprudentie in ontwikkeling. Doorberekende toeristenbelasting/forenzenbelasting hoeft niet met de BTW worden belast als aan twee voorwaarden wordt voldaan. De belasting moet naar evenredigheid worden doorbelast en het bedrag aan toeristenbelasting moet afzonderlijk op de afrekening worden vermeld. Overige dienstverlening Het verkopen c.q. het verhuren van watersportartikelen, zoals duikuitrusting, reddingsvesten etc. Het bemiddelen bij de verhuur c.q. verkoop van een jacht waarbij de prestatie plaatsvindt binnen Nederland. Het bemiddelen bij verkoop of verhuur van een jacht indien het jacht buiten de EU ligt. Nultarief Het bemiddelen bij verkoop of verhuur van een jacht dat in een ander EU-land ligt. of in het land waar het jacht ligt (buitenlandse BTW) In deze situatie is specifiek BTW-advies nodig. Voorwaarde om te kunnen spreken van bemiddeling is dat sprake moet zijn van handelen in naam van en voor rekening van derden. Het gebruikmaken van de helling of hijskraan. Het verkopen van verzekeringsovereenkomsten als verzekeraar. Vrijgesteld Het bemiddelen bij verzekeringsovereenkomsten. Vrijgesteld Dit is overigens afhankelijk van de aard van het bemiddelen; onder andere van belang is of er rechtstreeks contact is met verzekeraar en verzekerde en of de verzekerde vrije keuze heeft met betrekking tot de verzekeraar. Het verkopen van lectuur; dagbladen, weekbladen, tijdschriften e.a. Laag tarief Voorwaarde is dat de uitgave periodiek verschijnt en ten minste drie maal per jaar wordt uitgegeven. Het toegang verlenen tot sportwedstrijden, sportdemonstraties e.d. Laag tarief 10

Het verstrekken c.q. doorberekenen van gas en elektra binnen het kader van een kamp en vakantiebestedingsbedrijf en de levering van gasflessen die uitsluitend op het bedrijf zelf worden gebruikt. Laag tarief Het verstrekken van gas en elektriciteit valt, voor zover dat niet in het kader van het kampen vakantiebestedingsbedrijf plaatsvindt, onder het algemene tarief. Voor de levering van water geldt het verlaagde tarief zonder meer. Het leveren van brandstof voor scheepsmotoren Het verstrekken c.q. doorberekenen van water. Laag tarief De vergoedingen die rechtstreeks verband houden met de levering van water zijn ook onderworpen aan het laag tarief. Het exploiteren van een kantine bij een jachthaven: zie 3.5. Beperkte of geen aftrek BTW bij consumptief gebruik Voor sommige ondernemers kan het Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting van belang zijn, de zogenaamde BUA-regeling. Deze regeling is van belang als u als ondernemer goederen en/of diensten aan uw personeel ter beschikking stelt voor persoonlijk gebruik. 3.2 BTW-heffing bij niet-commerciële jachthavens Voor jachthavens zonder winstoogmerk, veelal verenigingen, geldt het volgende. De diensten die sportverenigingen aan hun leden bewijzen, zijn onder voorwaarden vrijgesteld. Het dient hier te gaan om sportverenigingen die het bevorderen van de sport ten doel hebben en die géén winstoogmerk hebben. Er mag geen personeel in dienst zijn, dan wel de totale vergoedingen aan het personeel (dat werkzaamheden verricht met betrekking tot de verenigingsactiviteiten, niet zijnde kantineactiviteiten) mogen in een jaar niet meer bedragen dan 4.538,- inclusief onkostenvergoeding en vergoeding in natura. Wanneer de vereniging aan haar leden bijvoorbeeld ligplaatsen vrijgesteld gratis mag verhuren, mag zij dat voor passanten ook. Als verhuur aan de leden belast is, dient over de vergoedingen van passanten ook BTW afgedragen te worden. De opbrengsten van de vereniging zonder winstoogmerk zijn gehouden aan bepaalde grensbedragen, wil de vereniging nog van de vrijstelling gebruik kunnen maken. Wanneer de organisatie voor haar hoofdprestatie onder een vrijstelling valt, kunnen de fondswervende diensten ook onder een vrijstelling vallen. De diensten dienen van bijkomstige aard te zijn en strekken ter verkrijging van financiële steun. Om onder de vrijstelling gerangschikt te kunnen worden, gelden ook hier grensbedragen die niet overschreden mogen worden. Voor de levering van goederen mogen de ontvangsten niet meer bedragen dan 68.067,- per jaar. Voor het verrichten van diensten geldt voor sportorganisaties een grensbedrag van 31.765,- per jaar. Indien de fondswervende diensten deze grenzen niet overschrijden, kunnen deze diensten onder de vrijstelling gerangschikt worden. 11

3.3 BTW-heffing bij commerciële vaaropleidingen én verhuurders van pleziervaartuigen Het geven van zeil-, surf- en vaaropleidingen met/zonder verblijf. Op het moment van verschijnen van deze brochure, voert HISWA Vereniging een BTWproefprocedure met het doel het lage tarief toe te kunnen passen op het geven van zeil-, surf- en vaaropleidingen, omdat sprake is van het gelegenheid geven tot sportbeoefening. De fiscus stelt zich in deze proefprocedure op het standpunt dat slechts sprake kan zijn van toepassing van het verlaagde tarief op grond van het gelegenheid geven tot sportbeoefening indien de sport plaatsvindt binnen een vaste, afgebakende accommodatie die exclusief ter beschikking gesteld wordt aan de sporters. Het bieden van logeergelegenheid voor kortere periode. Laag tarief Het gaat hier om het zogenaamde verstrekken van logies; het verschaffen van gemeubileerd onderdak aan individuen c.q. groepen in het kader van het kamp/ vakantiebestedingsverblijf. Het gelegenheid geven tot kamperen voor kort verblijf. Laag tarief Het verhuren van tenten/caravans. Het verstrekken van voedsel en drank (alcoholische dranken uitgezonderd). Laag tarief Het doorberekenen van toeristenbelasting. Laag tarief Doorberekende toeristenbelasting/forenzenbelasting hoeft niet met de BTW worden belast als aan twee voorwaarden wordt voldaan. De belasting moet naar evenredigheid worden doorbelast en het bedrag aan toeristenbelasting moet afzonderlijk op de afrekening worden vermeld. Het aanbieden van een zeil- of vaaropleidingsarrangement (instructies, logies en ontbijt). Laag tarief/hoog tarief Hierbij dient een splitsing gemaakt te worden tussen het geven van zeilles en het verstrekken van logeergelegenheid. Het is raadzaam deze verdeling (vooraf) voor te leggen aan de bevoegde inspecteur. Het verstrekken van logeergelegenheid valt onder het lage tarief. Ook het verstrekken van voedsel en (non-alcoholische) dranken vallen hier onder. Echter het geven van zeil- of vaarles dient volgens de fiscus naar het hoge tarief te worden belast. Het verstrekken van alcoholische dranken dient ook tegen het hoge tarief belast te worden. 3.4 Overige dienstverlening Het verhuren c.q. verkopen van zeil-/surfuitrusting en reddingsvesten. Het verhuren van pleziervaartuigen. 12

Het verkopen van lectuur; dagbladen, weekbladen en tijdenschriften. Laag tarief Voorwaarde is dat het periodiek verschijnende uitgaven zijn, die tenminste drie maal per jaar verschijnen 3.5 Exploitatie van een kantine door een niet-commerciële exploitant zoals een watersportvereniging Bij commerciële exploitatie van een kantine gelden de normale (strikte) BTW-regels. Voor nietcommerciële kantines die alleen door de leden en incidentele bezoekers worden bezocht, kunnen soepeler regels worden toegepast. Het verstrekken van voedsel en drank in een kantine is belast, voor zover de primaire activiteiten van de exploitant belast zijn. De ontvangsten uit de kantine-omzet zullen bestaan uit gedeeltelijk hoog en gedeeltelijk laag tariefomzet, waarbij ook ontvangsten uit speelautomaten meegenomen dienen te worden. Bij de aangifte omzetbelasting kan de exploitant de splitsing tussen hoog tarief- en laag tarief omzet maken (dit dient aangegeven bij vraag 1a c.q. vraag 1b van de aangifte). Er kan echter ook voor worden geopteerd over alle ontvangsten, inclusief alle omzetbelasting en inclusief de ontvangsten van de tabaksartikelen, 11% belasting aan te geven (dit dient aangegeven te worden bij vraag 1c van de aangifte). Dit is administratief eenvoudiger, maar kan nadelig zijn als de omzet uit een relatief groot deel laag tariefomzet bestaat. In beginsel kan de BTW op de kosten die met de exploitatie van de kantine gemaakt zijn in aftrek worden gebracht. Dit is anders ten aanzien van voedsel en drank, verstrekt aan het personeel, waarbij door de lage prijzen het personeel bevoordeeld is. Indien de primaire activiteiten van de exploitant vrijgesteld zijn, kunnen de kantineactiviteiten buiten de BTW-heffing blijven, indien aan een aantal voorwaarden is voldaan: 1. De activiteiten in de kantine moeten behoren tot de normale nevenactiviteiten van de instelling (evenementen waarbij geen direct verband is met de eigenlijke activiteiten van de vereniging vallen hier niet onder). Wanneer mede buitengewone activiteiten in de kantine plaatsvinden, kan de kantineregeling voor géén van de kantineactiviteiten toegepast worden. Indien de kantine gebruikt wordt voor evenementen van derden, kan deze regeling alleen toegepast worden indien de evenementen behoren tot de sport van de eigen vereniging (of het terrein voor deze sport is ingericht), het gebruik rechtstreeks voortvloeit uit de aangegane verplichtingen met de derde en de kantine niet eerder opengaat dan een uur voor en niet eerder dicht dan een uur na het evenement van de derde. 2. De kantine-omzet mag niet meer bedragen dan 68.067,- per jaar (opbrengsten uit gokautomaten en tabaksartikelen tellen mee). 3. Eventuele exploitatie-overschotten worden aangewend voor het primaire doel van de instelling. Deze regeling geldt alleen voor de kleine watersportvereniging, die geen personeel in dienstbetrekking heeft (of waarvan het personeel gezamenlijk in het jaar niet meer dan 4.538,- aan vergoedingen ontvangt) en geen winstoogmerk heeft. Voor de personeelsvergoeding wordt uitsluitend gekeken naar personeel dat werkzaamheden verricht met betrekking tot verenigingsactiviteiten, zoals het geven van zeilles. Werkzaamheden in de kantine worden niet meegerekend. Onkostenvergoedingen en vergoedingen in natura worden wel meegerekend om de totale vergoeding te bepalen. 13

De voorbelasting kan niet in aftrek gebracht worden als deze kantineregeling wordt toegepast. De regeling vindt voorts niet direct toepassing indien de kantine is ondergebracht in een stichting, of wanneer meerdere verenigingen een gezamenlijke kantine delen in een stichting. In de jurisprudentie is een stichting vrijgesteld verklaard op basis van haar financiële, economische en organisatorisch nauwe samenwerking met de vereniging. Het is noodzakelijk in een dergelijk geval de bevoegde inspecteur te raadplegen. Nu het in sommige gevallen nadelig kan zijn om de kantineregeling toe te passen in verband met de aftrek van voorbelasting, kan door de vereniging worden gekozen voor BTW-belaste exploitatie. Van belang is dat niet reeds op grond van een andere bepaling een wettelijke vrijstelling bestaat, waardoor de keuze voor BTW-belaste exploitatie niet mogelijk is. 3.6 BTW-heffing bij niet-commerciële zeilscholen Voor de zeilscholen die de bevordering van sportbeoefening als doelstelling hebben en geen winstoogmerk hebben, geldt hetzelfde als eerder is aangegeven met betrekking tot de jachthavens zonder winstoogmerk: onder bepaalde voorwaarden zijn de diensten door watersportorganisaties, veelal verenigingen, vrijgesteld. 3.7 Beperkte of geen aftrek BTW bij consumptief gebruik Voor sommige ondernemers kan het Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting van belang zijn, de zogenaamde BUA-regeling. Deze regeling is van belang als u als ondernemer goederen en/of diensten aan uw personeel ter beschikking stelt voor persoonlijk gebruik. 3.8 BTW-heffing bij jachtwerven Het is raadzaam voor de vaststelling van het betreffend BTW regime eerst te bekijken of de regeling Afstandsverkopen (zoals verderop in dit onderdeel beschreven) van toepassing is op de betreffende levering. Deze is enkel van toepassing indien er sprake is van een levering binnen de EU aan een particulier. 3.9 Levering van pleziervaartuigen naar derdelanden (uitvoer) Uitvoer van pleziervaartuigen door een afnemer buiten de EU, waarbij de leverancier het jacht uitvoert. Nultarief Voorwaarde is dat door middel van boeken en bescheiden aangetoond kan worden dat het jacht daadwerkelijk Nederland heeft verlaten en geleverd is op een bestemming buiten de EU. Deze voorwaarde kan worden vervuld door een afgestempelde aangifte ten uitvoer van de douane en aangevuld met bijvoorbeeld havenbriefjes, verklaringen van betrokkenen bij de overdracht en kopieën van logboeken. Bij twijfel is het raadzaam vóóraf overleg te voeren met de inspecteur. Levering van pleziervaartuigen af werf, waarbij de afnemer het jacht (op eigen kiel) uitvoert. Nultarief Dit geldt slechts onder de volgende voorwaarden, waarbij vooropgesteld moet worden dat de leverancier voldoende zorgvuldigheid heeft betracht. 1. De afnemer moet een rechtspersoon of een natuurlijk persoon zijn, die zijn normale woonof verblijfsplaats buiten de EU heeft (óf binnen de EU indien de afnemer zich, net als het jacht, voor ten minste 12 maanden zijn woon- of verblijfsplaats buiten de EU overbrengt). 2. De leverancier dient te beschikken over een gedateerde en ondertekende modelverklaring van de afnemer. Voor de rechtspersoon c.q. de natuurlijke persoon met woon- of verblijfsplaats buiten de EU is dit het eerste model, bijlage 1. Voor de natuurlijke persoon die zijn woon- of verblijfsplaats voor 12 maanden overbrengt naar een land buiten de EU is dit het tweede model, bijlage 2. 3. De leverancier moet het jacht ten uitvoer aangeven of aan laten geven 14

en het door de douane gestempeld aangifte ten uitvoer in zijn administratie opnemen. Levering van het casco van een pleziervaartuig tot zekerheid aan de afnemer door de leverancier als bouwer. Geen BTW Deze overdracht hoeft voor de heffing van BTW niet als (belastbare) levering te worden aangemerkt. Het fiscale leveringsmoment moet dan wel goed worden vastgelegd en op dat moment moet aan alle formele vereisten worden voldaan en het juiste BTW bedrag moet worden afgedragen. 3.10 Levering van pleziervaartuigen binnen de EU Levering van een pleziervaartuig aan een ondernemer in een ander EU-land niet op eigen kiel. Nultarief In het EU-bestemmingsland dient door de afnemer een intracommunautaire verwerving aangegeven te worden op grond waarvan in dat land BTW geheven wordt. Voor toepassing van het nultarief dient uit boeken en bescheiden te blijken dat het jacht ons land daadwerkelijk heeft verlaten. Onder boeken en bescheiden kunnen alle stukken vallen die in het kader van een onderneming of in het handelsverkeer worden opgemaakt. De voorbeelden zijn talrijk: ontvangstbevestigingen, facturen, betalingen, vrachtbrieven, pakbonnen, verklaringen van vervoersondernemingen etc. Gezien het belang van dergelijk bewijs is het raadzaam zoveel mogelijk schriftelijke stukken met betrekking tot de uitvoer naar een ander EU-land in de administratie op te nemen. Bij een levering af werf aan een ondernemer mag de leverancier ervan uitgaan dat het vervoer naar het andere EU-land voldoende is aangetoond als de afnemer de vervoersverklaring heeft afgegeven, die als bijlage 3 in deze brochure opgenomen. Let op: ook hier wordt zorgvuldigheid van de leverancier vereist. Er mag geen reden zijn om aan de juistheid van de vervoersverklaring te twijfelen. Levering van een pleziervaartuig aan een particulier in een ander EU-land. Nultarief Voorwaarde voor toepassing van het nultarief bij de levering aan een particulier is dat de leverancier door middel van boeken en bescheiden kan aantonen dat het jacht daadwerkelijk naar een ander EU-land is overgebracht. Voor de bewijslast van de boeken en bescheiden, zie begrippenlijst. Aanvullende voorwaarde voor de levering aan een particulier, waarbij de particulier het vaartuig op eigen kiel overbrengt naar een ander EUland, is de gedateerde en ondertekende verklaring van de afnemer, zoals deze is opgenomen in bijlage 4 bij deze brochure. De afnemer moet vervolgens wel voldoen aan de in deze verklaring gestelde voorwaarden. De levering aan een particulier dient de leverancier op te nemen bij vraag 3b in de Opgaaf Intracommunautaire Leveringen. Levering door de leverancier/bouwer van het casco van een pleziervaartuig tot zekerheid aan de afnemer. Geen BTW In eerste instantie is hier geen sprake van een levering voor de BTW-heffing. Bij termijnfacturen dient het BTW-regime toegepast te worden dat past bij de bestemming van het pleziervaartuig. Indien geen BTW wordt afgedragen naar het algemeen tarief, moet worden aangetoond dat de bestemming/overeenkomsten de toepassing van een ander tarief rechtvaardigen. Bij de oplevering van het pleziervaartuig wordt het BTW-regime en de termijnfacturen definitief vastgesteld. 15

3.11 ABC-leveringen van pleziervaartuigen binnen de EU Voor de duidelijkheid het volgende: A = de verkoper/ondernemer B = de eerste afnemer/ondernemer C = de tweede afnemer/ondernemer Bij een ABC-levering vindt de feitelijke levering rechtstreeks tussen A en C plaats, maar voor de omzetbelasting worden alle transacties aangemerkt als levering. De Europese BTW is alleen van toepassing indien de goederen die via de ABC-transactie worden geleverd, zich binnen de EU bevinden. Mochten de verkoper/koper buiten de EU wonen, heeft dit geen invloed op de constructie van de ABC-levering mits de goederen binnen de EU blijven. Er kan bij een ABC-transactie met vervoer van de te leveren goederen van het ene EU-land naar het andere EU-land maar één levering als de intracommunautaire levering aangemerkt worden. Dat is de levering waaraan het vervoer van het jacht toegerekend kan worden (de schakel met de partij die opdracht geeft tot vervoer). Dit dient te blijken uit de overeenkomsten tussen partijen, waarmee de feitelijke situatie in overeenstemming dient te zijn. De ABC-levering waarbij het vervoer is ingegeven door de overeenkomst tussen A en B, oplevering door A Nultarief In deze constructie wordt aangenomen dat er een intracommunautaire levering heeft plaatsgevonden door A. B dient de levering in het land van bestemming aan te geven als intracommunautaire verwerving. De levering die B vervolgens verricht aan C, valt onder de BTW-heffing van het land van bestemming (dit kan een ander land zijn dan het land waar B is gevestigd). De ABC-levering waarbij het vervoer is ingegeven door de overeenkomst tussen B en C. In dit geval wordt aangenomen dat A een binnenlandse levering verricht aan B, waarvoor in het land van A BTW verschuldigd is. B dient dan in het land van A aangifte te doen van een intracommunautaire levering vanuit het land waar A gevestigd is en de goederen zich bevinden. C dient in het land van bestemming een intracommunautaire verwerving aan te geven. B krijgt per saldo BTW terug. B kan de door A in rekening gebrachte BTW in aftrek brengen op de aangifte waarop ook de intracommunautaire levering wordt aangegeven. B dient in het land van A een BTW-nummer aan te vragen voor het doen van die aangifte. Deze gang van zaken is zeer onpraktisch en moet bij voorkeur worden voorkomen. Hiervoor heeft de wetgever de vereenvoudigde regeling gemaakt, zie 3.12. 3.12 Vereenvoudigde ABC-leveringen binnen de EU Voor toepassing van de gewone levering dient B zich te laten registreren in het land van A dan wel C. Om deze belemmeringen te ontlopen, is de vereenvoudigde ABC-levering mogelijk gemaakt. Deze kan alleen worden toegepast indien: 1. Bij de transactie drie partijen aanwezig zijn die elk in een ander EU-land gevestigd zijn; 2. De goederen vervoerd worden in het kader van de levering tussen A en B. A en B dienen afspraken te maken met betrekking tot dit vervoer; 3. De goederen worden rechtstreeks vervoerd naar C. De ABC-levering waarbij gebruik gemaakt wordt van de vereenvoudigde ABC- levering. Nultarief Bij toepassing van deze regeling wordt administratief gehandeld alsof er sprake is van 16

twee intracommunautaire leveringen en twee intracommunautaire verwervingen, namelijk tussen A en B en tussen B en C. Voorwaarde voor toepassing is dat B niet reeds een BTW-nummer heeft in het land van C; in dat geval geldt de gewone regeling. Op de aangifte en de Opgaaf ICL moet de levering door de leverancier (A) aangegeven worden. De vergoeding van de levering door B moet worden aangegeven bij vraag 3b van de aangifte. De levering moet aangegeven worden op de Opgaaf ICL onder vermelding van het BTW nummer van B. ABC-leveringen met als eindbestemming een derdeland (uitvoer) Leverancier A levert door middel van een ABC levering het jacht naar een afnemer buiten de EU. Nultarief Op de leveringen tussen A en B en tussen B en C kan nu het nultarief toegepast worden. B moet aan A een schriftelijke opdracht tot uitvoer uit de EU geven. A moet de daadwerkelijke uitvoer verzorgen. De opdracht tot uitvoer dient gemaakt te worden volgens het model, zoals deze is opgenomen in bijlage 5. Levering van een nieuw jacht/pleziervaartuig naar een ander land binnen de EU Levering van een nieuw jacht, dat bestemd is voor het vervoer van goederen en/of personen. Nultarief Voorwaarde hierbij is dat het nieuwe jacht een lengte heeft van meer dan 7,5 meter en bestemd is voor personen- of goederenvervoer. De afnemer dient in het land van aankomst over de verwerving van het jacht BTW af te dragen. Een vervoermiddel is nieuw, binnen drie maanden na eerste ingebruikneming of wanneer niet meer dan 100 vaaruren op de teller staan. Bij levering aan een particulier (niet-ondernemer) is het raadzaam via de administratie te kunnen aantonen dat de afnemer in het land waar het schip vervoerd is de BTW heeft aangegeven en betaald. 3.13 Aankoop nieuw jacht in ander EU land door particulier Bij de intracommunautaire verwerving van een nieuw vervoermiddel is niet alleen de ondernemer en de rechtspersoon niet-ondernemer BTW verschuldigd, maar ook ieder ander die een verwerving in deze zin verricht. Een Nederlandse particulier die een nieuw vervoermiddel koopt in een ander EU-land is dus BTW verschuldigd in Nederland indien het nieuwe vervoermiddel ook daadwerkelijk naar Nederland vervoerd wordt. De particulier moet dan de verwerving in Nederland aangeven bij de speciaal hiervoor aangewezen belastingeenheid. Bepaalde zeeschepen worden overigens niet als nieuw vervoermiddel aangemerkt. 3.14 Commercial Cruising Vessels-Regeling (CCV) Voor commercieel geëxploiteerde schepen langer dan 24 meter, bestemd voor het vervoeren van personen, kan onder voorwaarden gebruik gemaakt worden van de zogenaamde CCVregeling. Wanneer ten aanzien van een schip bepaald is dat deze onder de CCV-regeling geëxploiteerd kan worden, kan gebruik gemaakt worden van speciale BTW-faciliteiten. HISWA Vereniging heeft een brochure uitgebracht waarin specifiek en gedetailleerd op deze regeling wordt ingegaan. Graag verwijzen wij u naar deze brochure. 3.15 Aangifte intracommunautaire verwerving door de afnemer Wanneer een fiscaal nieuw jacht is afgenomen door een ingezetene van een EU-land, niet zijnde Nederland, dient deze afnemer in het land van bestemming het jacht aan te geven als intracommunautaire verwerving. Elke afnemer dient deze aangifte te doen, zowel de ondernemer als de particulier, aangezien het hier gaat om de levering van een nieuw vervoermiddel/ jacht in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968 (Wet OB). 17

3.16 Garantiewerkzaamheden Terugkeer van het jacht naar de werf voor garantiewerkzaamheden door de bouwer heeft geen invloed op het toegepaste nultarief, mits het gebruik van het jacht in het kader van de garantiewerkzaamheden blijft binnen de grenzen van wat gebruikelijk is in de branche. De fiscale verplichtingen bij deze terugkeer rusten vooral op de eigenaar/gebruiker van het jacht. 3.17 Proefvaarten In het geval dat, voordat het jacht wordt geleverd aan een afnemer binnen de EU, proefvaarten gemaakt worden met het betreffende jacht, dienen naast de gewone vereiste bescheiden, zoals die hierboven per situatie zijn weergegeven, door de leverancier de bescheiden overlegd te kunnen worden, waaruit de volgende gegevens moeten blijken: de begin- en einddatum van de proefvaart(en); de begin- en einddatum van een eventueel daarop volgende periode waarin het jacht op de werf ligt in verband met tijdens het proefvaren nodig gebleken aanpassingen; de overbrenging van de werf naar een ander EU-land, aansluitend aan de periode van het proefvaren (of, indien van toepassing, de aanpassingen op de werf) binnen twee maanden na oplevering. Indien aan enkele van de hierboven genoemde voorwaarden c.q. bescheiden door de leverancier niet kan worden voldaan en overlegd, dient alsnog het hoge BTW-tarief voor de betreffende levering afgedragen te worden. 3.18 Terugzending In het geval de afnemer van het jacht besluit het jacht niet af te nemen en de koopovereenkomst te ontbinden, moet de situatie zorgvuldig worden bezien. Voor de heffing van BTW is bepalend of al dan niet is geleverd. De BTW-levering is hier de overdracht van de macht om als eigenaar over het jacht te beschikken. Er bestaat een specifieke regeling indien de verkoop van een jacht wordt teruggedraaid. Het is onder strikte voorwaarden mogelijk om de BTW-heffing terug te draaien. In deze situatie is het raadzaam tijdig deskundig advies in te winnen. Indien de koop vóór de feitelijke aflevering niet doorgaat, heeft er tussen de leverancier en de afnemer géén intracommunautaire levering en verwerving plaatsgevonden. Als ten aanzien van de transactie de BTW (met name bij vooruitbetalingen) al op de aangifte OB of de Opgaaf ICL staat vermeld, dient dit gecorrigeerd te worden. Ook de koper dient zijn aangifte, indien hij deze reeds gedaan heeft, te corrigeren. Als de goederen na de annulering van de koopovereenkomst rechtstreeks naar de nieuwe afnemer gezonden worden, gelden ten aanzien van deze transactie de normale BTW-regels inzake teruglevering van goederen. Het is raadzaam de gang van zaken zorgvuldig vast te leggen en in de administratie te documenteren. 3.19 Regeling afstandsverkopen Gebruikte goederen, de zogenaamde margegoederen, en nieuwe vervoermiddelen vallen niet onder de regeling afstandsverkopen. Het gaat hier om nieuwe goederen die naar een ander EU-land verzonden worden. De regeling is vooral bedoeld voor postorderbedrijven, maar geldt ook voor een scheepswerf die onderdelen verstuurt naar en verkoopt aan een particulier in een ander EU-land. Een ondernemer die, gevestigd in de EU, goederen levert binnen de EU aan afnemers zonder BTW-identificatienummer in een ander EU-land (dit zijn vrijwel altijd particulieren), moet in beginsel omzetbelasting van het land van de leverancier in rekening brengen, nu de leverancier geen onder het nultarief vallende intracommunautaire levering verricht. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat particulieren goederen gaan kopen in het land met het meest gunstige BTW-tarief. Om verstoring van de concurrentieverhoudingen te voorkomen, is in de wet de regeling afstandsverkopen getroffen. 18

De regeling afstandsverkopen is van toepassing als een ondernemer goederen levert aan particulieren of landbouwers, ondernemers die uitsluitend vrijgestelde prestaties verrichten of rechtspersonen niet-ondernemers én de goederen (direct of indirect) door of voor rekening van de leverancier worden vervoerd van een EU-land naar een ander EU-land. Voor toepassing van de regeling afstandsverkopen geldt een drempelbedrag. Dit drempelbedrag ziet op de totale omzet van leveringen door één leverancier aan hetzelfde EU-land binnen het vorige of het lopende kalenderjaar. Voor goederen die vervoerd worden naar Nederland geldt het bedrag 100.000 als drempel. Voor leveringen naar de overige EU-landen gelden de volgende bedragen als drempelbedragen: België 35.000,00 Euro Letland 24.000,00 Lati Bulgarije 70.000,00 Leva Litouwen 125.000,00 Litas Cyprus 20.000,00 Pond Luxemburg 100.000,00 Euro Denemarken 280.000,00 Kroon Malta 35.000,00 Euro Duitsland 100.000,00 Euro Oostenrijk 100.000,00 Euro Estland 550.000,00 Kroon Polen 35.000,00 Euro Finland 35.000,00 Euro Portugal 35.000,00 Euro Frankrijk 100.000,00 Euro Roemenie 35.000,00 Euro Griekenland 35.000,00 Euro Slovenië 35.000,00 Euro Groot-Brittannië 70.000,00 Pond Slowakije 1.500.000,00 Kroon Hongarije 8.500.000,00 Forint Spanje 35.000,00 Euro Ierland 35.000,00 Euro Tsjechië 1.140.000,00 Kroon Italië 27.888,67 Euro Zweden 320.000,00 Kroon In de Europese Verordening 1777/2005 is bepaald dat indien bij leveringen de vergoeding onder de bovenvermelde drempelbedragen blijft, heffing van BTW plaatsvindt in het EU-land van herkomst. Indien bedragen het drempelbedrag te boven gaan, vindt BTW-heffing plaats in het land van bestemming. Wordt het bedrag in een kalenderjaar voor het eerst overschreden, dan vinden de leveringen vanaf dat moment plaats met toepassing van de regeling voor afstandsverkopen. Indien men met één transactie boven de grens uitkomt, is het raadzaam deze al wel aan te geven in het land van bestemming. Mits het drempelbedrag niet wordt overschreden, kan de ondernemer (per EU-land) onder voorwaarden de keuze maken voor het wel of niet toepassen van deze regeling. Bij keuze voor BTW-heffing in het bestemmingsland zal de ondernemer per EU land bij moeten houden hoeveel vergoeding er voor de leveringen is ontvangen en op basis daarvan BTW aangeven. Zodra de drempel is bereikt, moet de ondernemer de BTW van het land van bestemming gaan berekenen. Indien de ondernemer besluit de regeling afstandsverkopen niet toe te passen, dient hij hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de bevoegde inspecteur. Goedkeuring van achterwege laten van toepassing van de regeling afstandsverkopen werkt slechts vanaf datum van goedkeuring of zelf te bepalen datum, voor zover deze na de datum van goedkeuring ligt. Het achterwege laten van toepassing van de regeling afstandsverkopen kan dus nooit met terugwerkende kracht plaatsvinden. Voor de fiscale afhandeling van de regeling voor afstandverkopen is het in vrijwel alle EU-landen mogelijk om een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen. Indien de ondernemer levert (met toepassing van de regeling voor afstandsverkopen) aan een particulier, is de ondernemer zelf in het land van bestemming BTW verschuldigd. Overigens is het niet uitgesloten dat indien aan een landbouwer of ondernemer, die uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht of een rechtspersoon niet-ondernemer geleverd wordt (met toepassing van de regeling voor afstandsverkopen) BTW geheven wordt van de afnemer in het EU-land van bestemming. 19

HOOFDSTUK 4 BTW-HEFFING BIJ GROOTHANDELAREN/IMPORTEURS 4.1 Import en levering van jachten Invoer van een nieuw pleziervaartuig uit een niet EU-land. BTW en mogelijk invoerrechten (deze invoerrechten worden niet in deze brochure behandeld, de ondernemer moet zich hierover informeren/laten adviseren). Invoer van een nieuw pleziervaartuig uit een EU-land. De importeur verricht een belaste intracommunautaire verwerving. Ten aanzien van de BTW-heffing bij invoer nog het volgende: onder voorwaarden is het mogelijk de verleggingregeling toe te passen, waardoor BTW feitelijk niet door de importeur betaald hoeft te worden. BTW wordt dan geheven via de BTW-aangifte van de importeur en op die aangifte ook weer in aftrek gebracht als de importeur ondernemer is. Levering van een tweedehands pleziervaartuig. Indien hierbij de margeregeling van toepassing is, dient slecht BTW afgedragen te worden over de brutowinst. De margeregeling kan alleen toegepast worden indien het jacht afgenomen is van een particulier of van een ondernemer die voor zijn prestaties niet aan de heffing van BTW onderworpen is. Toepassing van de margeregeling moet worden aangetoond door middel van een inkoopverklaring. Invoer van een tweedehands pleziervaartuig uit een niet EU-land. Invoer van zeeschepen of goederen bestemd voor de bevoorrading van zeeschepen. Nultarief Pleziervaartuigen worden in dit kader niet als zeeschip aangemerkt. 4.2 Import en levering van overige goederen en accessoires Het invoeren van motoren uit een niet EU-land. Het invoeren van motoren uit een EU-land. In dit geval is sprake van een belaste intracommunautaire verwerving. Het leveren van motoren aan ingezetenen van Nederland. Het leveren van motoren aan niet EU-ingezetenen met verzending naar een niet-eu land. Nultarief Motoren dienen naar het thuisland van de afnemer gebracht te worden. 20