Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)



Vergelijkbare documenten
Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Het gebruik van alcohol

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Leefstijl en preventie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor Brussels Gewest Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Het gebruik van tabak

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Inleiding. Johan Van der Heyden

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheid en samenleving

Ambulante contacten met de specialist

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Ongelijkheden in gezondheidstoestand, levensstijl en preventie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Contacten met de huisarts

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997

Kankerscreening. Jean Tafforeau

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

De gezondheidstoestand

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Screening van suikerziekte

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

Transcriptie:

Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index4.htm http://statbel.fgov.be Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Kristina Bayingana Stefaan Demarest Lydia Gisle Edith Hesse Pieter-Jan Miermans Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Logistieke steun : Monique Schoonenburg Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid: IPH/EPI REPORTS N 2006 035 Depotnummer : D/2006/2505/4

De opdrachtgevers van de Gezondheidsenquête 2004 B. Cerexhe Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Landbouwbeleid Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. Demotte Minister van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Federale regering C. Fonck Ministre de la Santé, de l'enfance et de l'aide à la Jeunesse Franse Gemeenschap B. Gentges Vize-Ministerpräsident, Minister für Ausbildung und Beschäftigung, Soziales und Tourismus Duitstalige Gemeenschap G. Vanhengel Minister van de Brussels Gewestse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Informatica Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. Vervotte Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaamse Gemeenschap C. Vienne Ministre de la Santé, de l'action sociale et de l'egalité des chances Waals Gewest

Boek III Leefstijl Gezondheidsenquête België 2004 IPH/EPI REPORTS nr 2006-035

Algemene Inhoud Boek I Inleiding Methodologish rapport...5 Boek II Gezondheidstoestand Subjectieve Gezondheid...9 Chronische aandoeningen...47 Mentale gezondheid...191 Langdurige lichamelijke beperkingen...364 Tijdelijke beperkingen...495 Boek III Leefstijl Lichaamsbeweging...5 Voedingsstatus...112 Voedingsgewoontes...183 Gebruik van alcohol...260 Tabaksgebruik...386 Gebruik van illegale drugs...499 Gezondheid en seksualiteit...542 AIDS : kennis, attitudes en opsporing...596 Boek IV Preventie Vaccinatie...5 Cardiovasculaire preventie...114 Vroegtijdige opsporing van diabetes...183 Vroegtijdige opsporing van borstkanker...221 Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker...297

Boek V Medische Consumptie Contacten met zorgverstrekkers Contacten met de huisarts...5 Ambulante contacten met de specialist...154 Contacten met de dienst spoedgevallen...274 Contacten met de tandarts...331 Contacten met paramedische zorgverstrekkers...465 Opname in het ziekenhuis... 525 Gebruik van geneesmiddelen... 649 Niet-conventionele geneeswijzen... 787 Boek VI Gezondheid en samenleving Toegankelijkheid van de gezondheidszorgen... 5 Socio-economische verschillen in gezondheid... 64 Gezondheid en omgeving... 80 Traumata... 155 Sociale gezondheid... 327 Gebruik sociale en preventieve diensten... 387 Boek VII Ouderen... 5 Boek VIII Internationale vergelijking... 5

Boek III Hoofdstuk 3 Gebruik van Alcohol Lydia Gisle Inleiding Lichaamsbeweging Gezondheidstoestand Voeding Leeftijl Gebruik van alcohol Preventie Tabaksgebruik Medische consumptie Gezondheid en samenleving Ouderen Gebruik van illegale drugs Gezondheid en seksualiteit Houding tegenover AIDS Internationale vergelijking Gezondheidsenquête, België 2004

Inhoudstafel SAMENVATTING... 260 DANKWOORD... 262 1. INLEIDING... 263 2. VRAGEN... 265 3. INDICATOREN... 267 4. RESULTATEN... 268 4.1. GEBRUIK VAN ALCOHOL (AL01_1)... 268 4.1.1. België... 268 4.1.2. Regio s... 269 4.2. (GEREGELD) OVERMATIG ALCOHOLGEBRUIK (AL_1)... 271 4.2.1. België... 271 4.2.2. Regio s... 273 4.3. DAGELIJKS ALCOHOLGEBRUIK (AL_2)... 275 4.3.1. België... 276 4.3.2. Regio s... 277 4.4. TIJDSTIP VAN ALCOHOLGEBRUIK (AL_3)... 279 4.4.1. België... 280 4.4.2. Regio s... 280 4.5. HOEVEELHEID GEBRUIKTE ALCOHOLISCHE DRANKEN (AL_5, AL_6)... 281 4.5.1. België... 281 4.5.2. Regio s... 282 4.6. PROBLEMATISCH ALCOHOLGEBRUIK (AL_7)... 285 4.6.1. België... 285 4.6.2. Regio s... 287 5. BESPREKING... 290 6. BIBLIOGRAFIE... 292 BASISTABELLEN... 293 GESTANDAARDISEERDE TABELLEN... 338

Samenvatting Hoewel het gebruik van alcohol in onze Westerse samenleving als heel gewoon ervaren wordt, heeft het een negatief effect op de gezondheid en het sociaal functioneren van de gebruikers, zelfs indien men slechts een matig gebruiker is. Natuurlijk nemen de gezondheidsproblemen toe naarmate het gebruik toeneemt en aanhoudt. De indicatoren die in dit hoofdstuk worden voorgesteld laten toe om het profiel van het alcoholgebruik in België af te lijnen. Uit de resultaten blijkt dat 84 van de bevolking van 15 jaar en ouder aangeeft in de afgelopen 12 maanden een alcoholische drank te hebben gebruikt. 37 van de bevolking is geheelonthouder of gebruikt minder dan één keer per week alcohol. Dit betekent dus dat 63 van de bevolking iedere week alcohol gebruikt. Meer bepaald drinkt 30 van de bevolking enkel alcohol tijdens het weekend (vrijdag inbegrepen) en gebruikt 30 ook alcohol tijdens de week. Eén persoon op tien gebruikt dagelijks alcohol. Personen die dagelijks alcohol gebruiken drinken gemiddeld 11 glazen per week. 7 van de bevolking kan bestempeld worden als zware drinker. Dit betekent dat ze minstens 22 glazen alcohol drinken per week, wat overeenkomt met meer dan drie glazen per dag. Het gemiddeld gebruik per dag ligt hoger tijdens het weekend (3,5 glazen) dan tijdens de week (2,7 glazen). Overmatig alcoholgebruik, gedefinieerd als het gebruik van 6 glazen alcohol op één en dezelfde dag in de afgelopen 6 maanden, komt voor bij een derde van de bevolking (32). Meer dan de helft van deze personen, d.i. 18 van de totale bevolking, rapporteert minstens één keer per maand overmatig alcoholgebruik en bij 10 is dit elke week. Volgens de gegevens verzameld aan de hand van de CAGE blijkt 8 van de gebruikers een probleem te hebben omwille van hun alcoholgebruik. Op alle niveaus zijn het vooral de mannen die meer alcohol gebruiken. Zo zijn er meer mannen die drinken dan vrouwen (89 tegenover 80), drinker mannen vaker, is het aantal wekelijkse drinkers hoger bij mannen (72 tegenover 54), net zoals het aantal dagelijkse drinkers (13 tegenover 6), drinken ze ook meer (13 glazen tegenover 7) en rapporteren ze vaker overmatig alcoholgebruik (46 tegenover 18). Tenslotte hebben ze ook meer problemen als gevolg van hun alcoholgebruik (10 tegenover 5). Ook de leeftijd is een belangrijke determinant. Het percentage gebruikers in functie van de leeftijd vertoont een U-vormig patroon, met een minder hoog alcoholgebruik in de jongste en oudste leeftijdsgroepen. Toch dient opgemerkt te worden dat reeds 84 van de jongeren tussen 15 en 24 jaar aangeeft in de afgelopen 12 maand alcohol te hebben gebruikt. Dit komt overeen met de gemiddelde prevalentie in de totale bevolking (van 15 jaar en ouder)! Wanneer we deze resultaten iets verder analyseren stellen we vast dat jongeren tussen de 15 en de 24 jaar een ander gebruikersprofiel vertonen dan de oudere leeftijdsgroepen. Jongeren vertonen vaker een overmatig gebruik van alcohol (meer dan 6 glazen op één dag) en gebruiken ook meestal alcohol tijdens het weekend. Naarmate de leeftijd toeneemt wordt het gebruik van alcohol meer en meer uitgespreid over de week en stijgt ook het aantal dagelijkse drinkers. Tussen de 45 jaar en 64 jaar is het gemiddeld alcoholgebruik het hoogst en noteren we het hoogst aantal zware drinkers (minstens 22 glazen per week). - 260 -

We vinden geen verband tussen de aanwezigheid van alcohol gerelateerde problemen (op basis van de CAGE) en de hoeveelheid alcohol die gebruikt wordt. Hoewel het percentage personen met een problematisch alcoholgebruik weliswaar het hoogst is in de leeftijdsgroep 45-54 jaar, ondervindt ook in de leeftijdsgroep 25-44 reeds 8 tot 9 van de bevolking problemen die te maken hebben met hun alcoholgebruik. We noteren enkele belangrijke verschillen volgens het opleidingsniveau. De prevalentie van het gebruik het regelmatig gebruik en het dagelijks gebruik van alcohol neemt toe naarmate het opleidingsniveau stijgt. Overmatig gebruik van alcohol (zes of meer glazen op één dag) en het gebruik van minstens 22 glazen per week vertoont geen samenhang met het opleidingsniveau. Een problematisch alcoholgebruik wordt vaker gerapporteerd door laag opgeleiden. Drie indicatoren variëren in functie van de urbanisatiegraad. Dagelijks gebruik van alcohol en een problematisch gebruik van alcohol komt meer voor in de stad. In halfstedelijke gebieden en op het platteland noteren we vaker dat het alcoholgebruik zich beperkt tot het weekend. We observeren ook enkele regionale verschillen. In het Vlaams Gewest gebruikt een groter deel van de bevolking alcohol (86). Dit verschil situeert zich zeer duidelijk bij de jongeren tussen 15 en 24 jaar. In het Vlaams Gewest rapporteert 88 van deze jongeren dat ze alcohol gebruikten terwijl dit in het Waals Gewest 84 is en in het Brussels Gewest 59. Ook overmatig alcoholgebruik is bij Vlaamse jongeren heel courant. Dit wordt vastgesteld bij 42 van de mannen tussen 15 en 24 jaar. In het Vlaams Gewest vinden we ook meer jongeren die drinken tijdens het weekend (46). Tenslotte blijkt ook het aantal jongeren dat zowel drinkt tijdens de week als tijdens het weekend in het Vlaams Gewest hoger (18) te liggen dan in de andere gewesten. Tegelijkertijd stellen we vast dat het gemiddeld wekelijks alcoholgebruik in het Vlaams Gewest lager ligt dan in de andere regio s. Een kwart van de Brusselse bevolking drinkt geen alcohol. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de belangrijke vertegenwoordiging van allochtonen in de Brusselse agglomeratie. Zowel het overmatig alcoholgebruik als het aantal personen dat enkel alcohol drinkt tijdens het weekend liggen in het Brussels Gewest lager dan in de andere 2 gewesten. Daarentegen vinden we in het Brussels Gewest een meer dagelijkse drinkers en een hoger aantal personen met een problematisch alcoholgebruik. In het Waals Gewest is het aantal gebruikers van alcohol (83) van dezelfde grootteorde als in het Vlaams Gewest (86). In het Waals Gewest vinden we nochtans het grootst aantal personen met een overmatig drankgebruik (20). Wanneer we de cijfers bekijken per regio en per leeftijdsgroep vinden we vooral een hoog gebruik in Wallonië bij personen tussen 25 en 34 jaar (43) en jonge vrouwen tussen 15 en 24 jaar (21). Dagelijkse drinkers zijn frequenter in het Waals Gewest dan in het Vlaams Gewest en dit geldt ook voor de personen met een problematisch alcoholgebruik. In het Waals Gewest is het gemiddeld wekelijks alcoholgebruik het hoogst. - 261 -

Dankwoord Wij willen graag de volgende personen bedanken voor het nalezen van dit onderdeel en hun nuttige opmerkingen. o o o Else De Donder, Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw (VAD) Hugo Kesteloot, KUL. - ST RAFAEL - School Maatschappelijke Gezondheidszorg Gezondheid Barbara Vandenbulcke, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Administratie Gezondheidszorg - 262 -

1. Inleiding Het gebruik van alcohol is één van de risicogedragingen die beleidsmensen in de volksgezondheid steeds heeft beziggehouden. Alcoholgerelateerde problemen, of ze nu lichamelijk, sociaal of psychisch zijn, zijn vooral het gevolg van overmatig of aanhoudend alcoholgebruik. Twee gebruiksprofielen die ook heel gevaarlijk zijn voor de gezondheid zijn alcoholintoxicatie en wat de Engelsen definiëren als binge drinking, d.w.z. het drinken van 6 glazen alcohol bij één gelegenheid. Zo is het mogelijk om een gezondheidsrisico te lopen als gevolg van een eenmalige alcoholintoxicatie, hetzij onrechtstreeks, door een verkeersongeval, een werkongeval, een agressie (zowel als slachtoffer als aanrander), seksueel risicogedrag (nalaten om een condoom te gebruiken, meerdere partners, ), zelfmoordneigingen, hetzij rechtstreeks door gevolgen zoals acute pancreatitis, ethylcoma, geheugenverlies, enz. Ook het regelmatig gebruik van aanzienlijke hoeveelheden alcohol kan heel wat gezondheidsproblemen veroorzaken zoals onder meer levercirrose, chronische pancreatitis, bepaalde kankers, onomkeerbare neurologische stoornissen, cardiovasculaire aandoeningen, evenals het verergeren van reeds bestaande problemen zoals alcoholafhankelijkheid, depressie, familiale problemen, werkverlies, enz. (1). Deze rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen zorgen ervoor dat alcoholgebruik op de derde plaats staat van de vermijdbare sterfte. De Europese landen zijn trouwens recordhouders zowel inzake het gebruik van alcohol, als voor wat betreft het aantal ziekten dat te maken heeft met alcoholgebruik. Het is dan ook gebleken dat elk volksgezondheidsbeleid dat er naar streeft om het gebruik van alcohol in de algemene bevolking te doen dalen een duidelijk effect heeft op de volksgezondheid (2). Dat een matig gebruik van alcohol positieve gevolgen kan hebben voor de preventie van bepaalde harten vaatziekten wordt in de huidige literatuur terug in vraag gesteld. In ieder geval is het nodig om de bevolkingsgroepen die hierbij baat zouden hebben nauwkeuriger te definiëren. Hetzelfde geldt voor de aanbevolen hoeveelheden alcohol die zo n effect zouden teweegbrengen. Het effect van alcohol hangt inderdaad af van heel wat factoren zoals de leeftijd, het geslacht, het gewicht, aanwezige ziekten en aandoeningen, het gebruik van andere genotsmiddelen zoals tabak, drugs, enz. De Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) heeft grenswaarden aanbevolen voor alcoholgebruik die overeenkomen met een minimaal gezondheidsrisico (wat niet betekent dat er helemaal geen risico is!). Bij volwassenen die regelmatig alcohol gebruiken gaat het om 14 glazen per week voor vrouwen en 21 glazen per week voor mannen, met minstens één alcoholvrije dag per week. Dit komt overeen met maximum 2 glazen per dag voor vrouwen en 3 glazen per dag voor mannen. Bij occasioneel gebruik mag men niet meer dan 4 glazen drinken bij één gelegenheid. Er dient nochtans benadrukt te worden dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is voor een grenswaarde voor het gebruik van alcohol. Dit is ook zo voor jongeren, die nochtans een zeer kwetsbare groep vormen. De voorgestelde grenswaarden zijn trouwens niet voor jongeren, waarvoor geldt dat elk alcoholgebruik de gezondheid in belangrijke mate kan schaden (Declaration on alcool and Young People, aangenomen door de Europese ministeriële conferentie van 2001). - 263 -

Het directief van de WGO voegt ook een belangrijke waarschuwing toe: de tolerantie en de kwetsbaarheid bij alcoholgebruik verschillen van individu tot individu. Sommigen kunnen ziekten ontwikkelen door hoeveelheden te gebruiken die lager liggen dan deze die hierboven beschreven werden. Bovendien mag alcohol zeker niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap, door kinderen, bij het besturen van een wagen of het bedienen van een gevaarlijke machine, bij het uitvoeren van taken die de aandacht vergen, bij het gebruik van geneesmiddelen, bij acute en chronische ziekten (epilepsie, pancreatitis, hepatitis, cirrose, enz.) of wanneer men een vroeger alcoholprobleem gehad heeft. De vragen over het gebruik van alcohol in de Gezondheidsenquête zijn een belangrijk instrument om profielen van alcoholgebruik in de algemene bevolking in te schatten. In vergelijking met andere informatie (verkoopcijfers, productiecijfers) bieden deze gegevens de mogelijkheid om groepen te identificeren met een risicogedrag in functie van kenmerken zoals de leeftijd, het geslacht, het socioeconomische niveau, enz. (3). Doelstelling van de enquête is om informatie te bekomen over het aantal gebruikers en geheelonthouders in de bevolking, het soort alcohol dat voornamelijk gebruikt wordt, de hoeveelheid alcohol die per dag en per week gebruikt wordt, de frequentie van overmatig alcoholgebruik (> 6 glazen/dag), en inzicht te krijgen in de problemen die eventueel kunnen optreden bij een frequent en regelmatig gebruik van alcohol. Opgemerkt moet worden dat gegevens die bekomen worden via een vragenlijst vaak een onderschatting zijn van het werkelijk gebruik en dit a fortiori voor de personen die veel alcohol gebruiken, omwille van het stigma dat hiermee geassocieerd is. - 264 -

2. Vragen De Gezondheidsenquête 2004 bevat 13 vragen over alcoholgebruik. De vragen maken deel uit van de schriftelijke vragenlijst die ingevuld wordt door alle deelnemers van 15 jaar en ouder. De eerste 9 vragen (AL01-AL09) zijn afkomstig van het Regionaal Bureau van de WGO-Europa en van het CBS-Nederland. De volgende 4 vragen (AL10-AL13) komen van de CAGE vragenlijst (4), die als bedoeling heeft om problematisch alcoholgebruik te identificeren dat gerelateerd is aan alcoholafhankelijkheid. De meeste vragen zijn dezelfde als in de vorige enquêtes, wat een vergelijking over de tijd mogelijk maakt. Vraag AL01 laat toe om de proportie geheelonthouders en alcoholgebruikers te berekenen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Bovendien laat zij toe om zich een idee te vormen over de verschillende alcoholische dranken die gebruikt worden. De volgende vragen zijn enkel voor deze personen die aangeven in het afgelopen jaar minstens één alcoholische drank te hebben gebruikt. AL01. Duid op onderstaande lijst aan welke alcoholische dranken u de afgelopen 12 maanden hebt gedronken (zelfs al was het maar één keer): o o o o o o o Bier (met uitsluiting van alcoholarm bier) Wijn, sherry, porto, vermouth, pineau Likeur, advocaat, kir Gin, brandy, cognac, whisky, vodka Longdrinks, cocktails, breezers Dranken met een laag alcoholgehalte (bijvoorbeeld alcoholarm bier) Andere alcoholische dranken (welke?) AL02.Hebt u in de afgelopen 6 maanden ooit op één dag 6 of meer glazen (eventueel verschillende) alcoholische drank gedronken? AL03. Drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken tijdens de week (maandag tot donderdag)? AL04. Tijdens hoeveel weekdagen (maandag tot donderdag) drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken? AL05. Tijdens hoeveel weekdagen (maandag tot donderdag) drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken? AL06. Hoeveel glazen drinkt u gemiddeld gedurende de weekdagen (maandag tot donderdag)? AL07. Drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken tijdens het weekend (vrijdag tot en met zondag)? AL08. Tijdens hoeveel dagen van het weekend (vrijdag tot en met zondag) drinkt u gewoonlijk alcoholische dranken? AL09. Hoeveel glazen drinkt u gemiddeld tijdens de dagen van het weekend (vrijdag tot en met zondag)? - 265 -

De volgende vier vragen, afkomstig van de CAGE vragenlijst, dienen om een schatting te maken van het problematisch alcoholgebruik. De vragen worden gesteld aan de personen die aangegeven hebben dat ze in de afgelopen 12 maanden alcohol gebruikt hebben, de huidige drinkers dus. Personen die gestopt zijn met drinken omwille van een alcoholprobleem of om gezondheidsredenen die te maken hebben met een overmatig gebruik van alcohol dienen deze vragen niet te beantwoorden. AL10. Hebt u ooit de drang gevoeld om minder te drinken? AL11. Hebt u het ooit moeilijk met de kritiek op uw drinken? AL12. Hebt u zich ooit schuldig gevoeld omwille van uw drinkgedrag? AL13. Hebt u ooit alcohol gedronken om s morgens echt wakker te worden? - 266 -

3. Indicatoren In dit hoofdstuk is het de bedoeling om een algemeen beeld te schetsen van het gebruik van alcohol van de bevolking in België. Vanuit het standpunt van de volksgezondheid is het nuttig om over informatie te beschikken over het gebruik van alcohol, maar tevens over het profiel van de alcoholgebruikers en de problemen die alcoholgebruik met zich meebrengt, en dit alles in relatie tot verschillende sociodemografische kenmerken van de bevolking. Al deze aspecten komen aan bod in de Gezondheidsenquête 2004. Verschillende indicatoren zijn afgeleid van de vragen over het gebruik van alcohol in de afgelopen 12 maanden. De volgende indicatoren worden in het rapport behandeld: AL01_1 identificeert de personen die alcohol gebruikt hebben, ook al was het maar één keer in de afgelopen maanden. De geheelonthouders zijn diegenen die tijdens deze periode geen alcohol hebben gebruikt (maar dit misschien ooit in hun leven wel hebben gedaan). AL01_2 tot AL01_6, die enkel voorgesteld worden in de tabellen betreffen het gebruik van verschillende soorten alcoholische dranken waarbij de volgende categorieën gehanteerd worden: gebruik van bier en/of wijn (AL02_1), likeur en/of sterke drank (AL03_1), cocktails en/of long drinks (AL04_1) en gebruik van verschillende soorten alcoholische dranken (minstens 2 verschillende soorten - categorieën zoals hierboven gedefinieerd). De percentages komen overeen met het aantal personen dat het vermelde soort alcohol heeft gebruikt op het totaal van alle personen van 15 jaar en ouder. AL_1 geeft informatie over de frequentie van overmatig alcoholgebruik (gedefinieerd als het gebruik van 6 glazen alcohol of meer op één dag) in de algemene populatie. De indicator is gebaseerd op de antwoorden van vragen AL02 en AL03. AL_2 betreft de verdeling van de bevolking volgens de gewoonlijke alcoholconsumptie, in aantal dagen per week. De indicator is gebaseerd op de vragen AL04, AL05, AL07, AL08. AL_3 geeft informatie over de verdeling van de bevolking volgens het tijdstip waarop doorgaans alcohol gebruikt wordt (tijdens de week, in het weekend of beide). De indicator wordt gecreëerd op basis van vraag AL04 tot AL09. De resultaten worden slecht beknopt in de tekst weergegeven, want deze indicator wordt niet aanbevolen voor het monitoren van het gebruik van alcohol. Gedetailleerde informatie is te vinden in de tabellen achteraan het hoofdstuk. AL_5 betreft het gemiddeld aantal glazen alcohol dat per week gebruikt wordt, bij de wekelijkse gebruikers (de geheelonthouders en de personen die minder dan één keer per week alcohol gebruiken worden niet weerhouden). De indicator is gebaseerd op vragen AL04 tot AL09. AL_6 geeft informatie over de verdeling van de populatie volgens de hoeveelheid alcohol die doorgaans per week gebruikt wordt (in aantal glazen). Deze indicator is afgeleid van vragen AL01, AL04 en AL09. AL_7 betreft het problematisch alcoholgebruik en is gebaseerd op vragen AL10 tot AL13 van de CAGE vragenlijst. Men gaat uit van een problematisch alcoholgebruik als de persoon minstens 2 van de 4 vragen positief beantwoordt. Drie bijkomende tabellen verschaffen informatie over het gewoonlijk alcoholgebruik van wekelijkse drinkers: een eerste tabel stelt de gemiddelde hoeveelheid alcohol voor (in aantal glazen) die gebruikt wordt tijdens de weekdag versus tijdens een dag in het weekend. De andere stellen deze informatie voor als verdeling van drinkers in categorieën van dagelijks gebruik, zowel tijdens de week als in het weekend. - 267 -

4. Resultaten 4.1. Gebruik van alcohol (AL01_1) 4.1.1. België En België geeft 84 van de bevolking van 15 jaar en ouder aan dat ze in de afgelopen 12 maanden minstens één keer een alcoholische drank heeft gebruikt. Analyse volgens geslacht en leeftijd Mannen rapporteren vaker dat ze alcohol gebruikt hebben dan vrouwen (89 tegenover 80). Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd. Het gebruik van alcohol varieert volgens de leeftijd. De leeftijdsverschillen zijn significant na correctie voor geslacht. Het percentage personen dat alcohol gebruikt is het hoogst bij volwassenen tussen 25 en 54 jaar (variërend tussen 86 en 88, naargelang de leeftijdsgroep), maar toch rapporteert ook 84 van de jongeren tussen 15 en 24 jaar het gebruik van alcohol. Tweederde van de 75-plussers gebruikt nog alcohol. De leeftijdsdistributie is gelijkaardig bij mannen en vrouwen, maar bij vrouwen daalt het aantal gebruikers meer uitgesproken in functie van de leeftijd dan bij mannen:-8 in de leeftijdsgroep 65-74 jaar, -20 bij 75-plussers, en dit telkens in vergelijking met de lagere leeftijdsgroepen (Figuur 1). Figuur 1: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat alcohol gebruikt heeft in de afgelopen 12 maanden, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2004-268 -

Analyse volgens opleidingsniveau Het percentage alcoholgebruikers neemt progressief toe met het opleidingsniveau. Zo blijkt 68 van de persoon uit de laagste opleidingscategorie alcohol te gebruiken, terwijl dit percentage 93 bedraagt bij de hoogst opgeleiden. Het verband tussen het gebruik van alcohol en het opleidingsniveau is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Analyse volgens urbanisatiegraad In de minder geürbaniseerde gebieden is het aantal alcoholgebruikers hoger. Zo bedraagt het percentage alcoholgebruikers 86-87 in landelijke en halfstedelijke gebieden terwijl dit percentage 80 is de steden. Dit verschil blijft significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Dit resultaat is hoogstwaarschijnlijk vooral te wijten aan de specifieke situatie van Brussel: wanneer we de regionale verschillen bekijken (zie verder) zien we een duidelijk lager alcoholgebruik in het Brussels Gewest dan in de andere 2 regio s, terwijl een analyse van de verschillen volgens de urbanisatiegraad in het Vlaams Gewest en het Waals Gewest (punt 4.1.2) geen verschillen toont tussen landelijke en stedelijke gebieden. Evolutie over de tijd Het percentage personen dat in de afgelopen 12 maanden alcohol gebruikte is tussen 1997 en 2004 gelijk gebleven (telkens 84), maar is hoger dan in 2001 (80) en dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Dit zou kunnen te maken hebben met een artefact. Inderdaad, vraag AL01 is in 2001 niet op dezelfde manier gesteld als in 1997 en 2004, zodat de indicator op een andere manier berekend werd. Men kan er dus niet van uitgaan dat er een toename is van het gebruik van alcohol in vergelijking met de enquête 2001. Figuur 2: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat alcohol gebruikt heeft in de afgelopen 12 maanden, per regio en per jaar, Gezondheidsenquête, België, 2004 4.1.2. Regio s Het percentage huidige drinkers verschilt volgens het gewest. De verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het gebruik van alcoholische dranken is populairder in het Vlaams Gewest (86) dan in het Waals Gewest (83) en in het Brussels Gewest (74). - 269 -

Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest gebruikt 86 van de inwoners van 15 jaar en ouder alcohol en is het aantal gebruikers hoger bij mannen (90) dan bij vrouwen (82). Bij jongeren tussen 15 en 24 jaar vinden we reeds een hoog percentage alcoholgebruikers (88). Het hoogste percentage (92)wordt geobserveerd in de leeftijdsgroep 45-54 jaar. Na de leeftijd van 75 jaar daalt het aantal alcoholgebruikers (67). De verschillen volgens leeftijd en geslacht zijn in het Vlaams Gewest hetzelfde als op het Belgisch niveau. Het gebruik van alcohol varieert in functie van het opleidingsniveau : bij de laagst opgeleiden noteren we 71 drinkers terwijl dit bij personen met een diploma hoger onderwijs 94 bedraagt. Deze samenhang is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Stedelingen rapporteren minder vaak dat ze alcohol gebruiken (84) dan personen die in minder stedelijke gebieden wonen (87-88), maar dat verschil is niet significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Zoals dit het geval was voor de resultaten die voorgesteld werden voor België vinden we ook in het Vlaams Gewest geen verschillen tussen 1997 en 2004 (86 voor de 2 jaren), maar noteren we in 2004 een hoger percentage dan in 2001 (82) en is dit verschil significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Dit verschil is wellicht te wijten aan een verandering in de formulering van de vraag waarop deze indicator gebaseerd is. Brussels Gewest Het percentage gebruikers van alcohol is het kleinst in het Brussels Gewest (74), waarschijnlijk als gevolg van het hoger aantal allochtonen. Mannen rapporteren vaker dat ze alcohol gebruiken dan vrouwen (79 versus 71). Personen in de jongste leeftijdscategorie (15-24 jaar) rapporteren in het Brussels Gewest minder vaak (59) dat ze alcohol gebruiken dan dat dit het geval is in de andere regio s (84 en 88). Het percentage alcoholgebruikers stijgt vanaf de leeftijd van 25 jaar en bedraagt 80 in de leeftijdsgroep 45-64 jaar. Driekwart van de 75-plussers gebruikt alcohol, dit is een hogere proportie dan in de andere regio s. In tegenstelling tot wat we vinden in de andere gewest noteren we hier geen daling van het percentage bij 75-plussers (Figuur 3) Figuur 3: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat alcohol gebruikt heeft in de afgelopen 12 maanden, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2004 Brussels gewest - 270 -

In het Brussels Gewest vinden we zoals in de andere regio s een sociale gradiënt voor het gebruik van alcohol. Bij de laagst opgeleiden gaat het om 40 van de bevolking van 15 jaar en ouder. Dit percentage stijgt tot 89 bij de hoogst opgeleiden. Na correctie voor leeftijd en geslacht noteren we geen verschillen tussen de verschillenden jaren. Waals Gewest Het gebruik van alcohol in het Waals Gewest (83) ligt dichter bij dit van het Vlaams Gewest (86) dan bij dit van het Brussels Gewest (74), en deze verschillen blijven significant na leeftijd en geslacht. Ook hier vinden we een hoger gebruik bij mannen (88 tegenover 78). In het Waals Gewest zijn de leeftijdsgroepen met de hoogste prevalentie jonger (25 tot 44 jaar) dan dat het geval is in de andere gewesten, waar ze zich eerder bevinden in de leeftijdsgroep 45-64 jaar. Zoals in het Vlaams Geweest, maar in tegenstelling tot wat gebeurt in het Brussels Gewest; daalt het gebruik sterk na de leeftijd van 75 jaar (68). Ook in het Waals Gewest is er een geleidelijke toename van het aantal gebruikers in functie van het opleidingsniveau, stijgend van 71 bij de laagst opgeleiden tot 92 bij de hoogst opgeleiden. Zoals dit het geval was voor de resultaten die voorgesteld werden voor het Vlaams Gewest vinden we ook in het Brussels Gewest geen verschillen tussen 1997 en 2004 maar noteren we in 2004 een hoger percentage dan in 2001 (80) en is dit verschil significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Dit verschil is wellicht te wijten aan een verandering in de formulering van de vraag waarop deze indicator gebaseerd is. 4.2. (Geregeld) overmatig alcoholgebruik (AL_1) Overmatig alcoholgebruik wordt hier gedefinieerd als het gebruik van minstens 6 glazen alcohol (of het equivalent hiervan) op één dag. De indicator AL_1 identificeert de personen die in de 6 afgelopen maanden, minstens één keer een overmatige hoeveelheid alcohol hebben gebruikt en, indien dit het geval is, met welke frequentie dit is voorgevallen. De percentages worden uitgedrukt ten opzichte van de totale bevolking van 15 jaar en ouder. Daarom worden in de basistabellen ook de niet-drinkers en de matige drinkers weergegeven. In de hieronder beschreven resultaten, net zoals in de gestandaardiseerde tabellen hebben we het essentieel over de personen die minstens één keer per maak een overmatige hoeveelheid alcohol gebruiken. 4.2.1. België In België geeft 32 van de bevolking van 15 jaar en ouder aan dat ze in de afgelopen 6 maanden minstens één keer 6 of meer glazen alcohol gebruikten op één dag. Overmatig alcoholgebruik met een zekere regelmaat komt voor bij 18 van de bevolking. Anders gezegd, één persoon op de vijf drinkt minstens één keer per maand 6 of meer glazen alcohol op één dag. Bij één persoon op de tien doet dit wekelijks. Analyse volgens geslacht en leeftijd Mannen rapporteren drie keer vaker dan vrouwen dat ze geregeld (minstens één keer per maand) dergelijke hoeveelheid alcohol gebruiken (28 tegenover 9). - 271 -

Figuur 4: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) met een regelmatig én overmatig gebruik van alcohol in de afgelopen 6 maanden (eenmaal per maand of meer), volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Overmatig alcoholgebruik komt meest courant voor bij de jongeren van 15 tot 24 jaar (25) en blijft hoog tot de leeftijd 45-54 jaar (tussen 20 en 22). Na de pensioengerechtigde leeftijd zien we een forse daling (8 in de leeftijdsgroep 65-74 jaar en 5 bij 75-plussers). De daling is vooral uitgesproken bij mannen (Figuur 4). Frequent overmatig alcoholgebruik, met name één of twee keer per week, komt meest voor bij jongeren tussen 15 en 24 jaar (11). Ongetwijfeld is er een verband met uitgaan tijdens het weekend. Chronisch overmatig drankgebruik, met name drie of meer keer per week, komt meest voor in de leeftijdsgroep 45-64 jaar (5). Het lijkt er op dat deze personen minstens op weg zijn naar een alcoholafhankelijkheid. Analyse volgens opleidingsniveau Overmatig alcoholgebruik lijkt toe te nemen naarmate het opleidingsniveau stijgt. Het betreft 13 bij de laagst opgeleiden en 20 bij personen met een opleiding hoger onderwijs. Dit verschil is na correctie voor leeftijd en geslacht echter niet significant. Analyse volgens urbanisatiegraad Ook de verschillen die we noteren in functie van de urbanisatiegraad, met name een lager overmatig alcoholgebruik in landelijke en halfstedelijke gebieden (17-18) in vergelijking met de steden (20) zijn niet significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Evolutie over de tijd Het percentage personen dat geregeld een overmatige hoeveelheid alcohol gebruikt is licht gedaald van 19 in 2001 tot 18 in 2004, maar dit verschil is na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. In vergelijking met 1997 (17) is er wel een significante stijging, ook na correctie voor leeftijd en geslacht. - 272 -

Figuur 5: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) met een regelmatig én overmatig gebruik van alcohol in de afgelopen 6 maanden (eenmaal per maand of meer, Vergelijking tussen de 3 gewesten Gezondheidsenquête, België, 2004 4.2.2. Regio s Overmatig alcoholgebruik komt meer voor in het Waals Gewest (20) dan in het Vlaams Gewest (18) en het Brussels Gewest (14). Telkens gaat het om significante verschillen, ook na correctie voor leeftijd en geslacht. Vlaams Gewest Net als in de andere gewesten vinden we ook in het Vlaams Gewest meer mannen dan vrouwen die geregeld 6 glazen alcohol gebruiken op één dag (28 tegenover 8). Verder stellen we eveneens een daling vast van het overmatig alcoholgebruik in functie van de leeftijd. Figuur 6: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) met een regelmatig én overmatig gebruik van alcohol in de afgelopen 6 maanden (eenmaal per maand of meer), volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Vlaams Gewest - 273 -

In het Vlaams Gewest is het aantal jongeren tussen 15 en 24 jaar dat overmatig alcohol gebruikt (27) hoger dan in de andere 2 gewesten (25 in het Waals Gewest, 11 in het Brussels Gewest). Het gaat zomaar even om 42 van de jongere mannen. Tussen de leeftijd van 25 en 54 jaar rapporteert nog een derde van de mannen een overmatig alcoholgebruik. Daarna treedt een daling op met de leeftijd. Overmatig alcoholgebruik stijgt naarmate het opleidingsniveau daalt (10 bij de laagst opgeleiden, 21 bij de hoogst opgeleiden). Na correctie voor leeftijd een geslacht is deze associatie niet langer significant. We noteren geen verband met de urbanisatiegraad. Hoewel we een licht daling vaststellen van het overmatig drankgebruik tussen 2001 en 2004 is deze na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. Brussels Gewest Bij de Brusselaars komt overmatig alcoholgebruik op regelmatige basis minder vaak (14) voor dan in de andere regio s. Ook in Brussel vinden we overmatig alcoholgebruik vooral terug bij mannen (22 tegenover 8 bij vrouwen). Dit verschil situeert zich in alle leeftijdsgroepen. Bij jongeren tussen 15 en 24 jaar vinden we in het Brussels Gewest relatief minder overmatig alcoholgebruik (11) dan bij jongeren van dezelfde leeftijd in de andere regio s (> 25). Tussen 25 en 34 jaar is de prevalentie van overmatig alcoholgebruik in Brussel het hoogst (19). Daarna daalt deze geleidelijk met de leeftijd. Na correctie voor leeftijd en geslacht noteren we een significante samenhang tussen overmatig alcoholgebruik en opleidingsniveau. In 2004 (14) is het percentage personen dat een overmatig alcoholgebruik rapporteert licht gedaald ten opzicht van 2001 (17), maar van dezelfde grootteorde als in 1997 (14). Na correctie voor leeftijd en geslacht zijn de verschillen echter niet significant. Figuur 7: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) met een regelmatig én overmatig gebruik van alcohol in de afgelopen 6 maanden (eenmaal per maand of meer), volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Brussels Gewest - 274 -

Waals Gewest In het Waals Gewest vinden we het hoogste percentage personen dat geregeld een overmatige hoeveelheid alcohol gebruikt (20). Bij mannen (30) is dit frequenter dan bij vrouwen (11). Het hoogste percentage wordt gevonden bij mannen in de leeftijdsgroep 25-34 jaar (43). Wanneer we de cijfers vergelijken tussen de gewesten, blijkt overmatig alcoholgebruik bij vrouwen tussen 15 en 24 jaar het hoogst in het Waals Gewest. Eén jonge Waalse vrouw op vijf (21) gebruikt minstens één keer per maand zes of meer glazen alcohol op één dag. Figuur 8: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) met een regelmatig én overmatig gebruik van alcohol in de afgelopen 6 maanden (eenmaal per maand of meer), volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004-- Waals Gewest In het Waals Gewest vinden we geen samenhang tussen het overmatig gebruik van alcohol en opleidingsniveau of urbanisatiegraad. We stellen ook geen verschil vast tussen 2001 en 2004 (20 voor beide jaren), maar er is wel een toename in vergelijking met 1997 (17) en dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. 4.3. Dagelijks alcoholgebruik (AL_2) De frequentie van gewoonlijk alcoholgebruik in de bevolking van 15 jaar en ouder wordt in de basistabellen voorgesteld volgens de volgende verdeling: 1. personen die geen alcohol gebruikt hebben in de afgelopen 12 maanden; 2.personen die minder dan een keer per week alcohol gebruiken; 3. personen die één tot drie keer per week alcohol gebruiken; 4. personen die vier tot zes keer per week alcohol gebruiken; 5. personen die dagelijks alcohol gebruiken. De resultaten die hier worden voorgesteld, evenals de resultaten in de gestandaardiseerde tabellen, betreffen de dagelijkse alcoholdrinkers. - 275 -

4.3.1. België In België gebruikt de meerderheid van de bevolking (63) wekelijks alcohol. 40 drinkt één tot drie keer per week alcohol, 14 vier tot zes keer per week en 10 dagelijks. Analyse volgens geslacht en leeftijd Het dagelijks gebruik van alcohol is frequenter bij mannen (13) dan bij vrouwen (6). Dit verschil is significant. Het percentage dagelijkse drinkers stijgt significant met de leeftijd: van minder dan 2 bij de 15-24 jarigen tot rond de 15 na de leeftijd van 45 jaar. Het percentage dagelijkse drinkers per leeftijdsgroep bij de mannen (Figuur 9) stijgt progressief met de leeftijd en bereikt een maximum van 23 bij personen tussen de 55 en 74 jaar oud. Bij 75-plussers daalt dit terug tot 17. Bij vrouwen noteren we een sterker stijging van het aantal dagelijkse drinkers rond de leeftijd van 45 jaar (van 3 naar meer dan 10) en na de leeftijd van 75 jaar (13). Figuur 9: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat dagelijks alcohol gebruikt, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Analyse volgens opleidingsniveau Dagelijks alcoholgebruik is frequenter bij laag opgeleiden. 11 van de personen met geen diploma of hoogstens een diploma lager onderwijs drinkt dagelijks. Bij hoger opgeleiden is dit slechts 8. Het verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Analyse volgens urbanisatiegraad Dagelijks alcoholgebruik blijkt frequenter voor te komen in de steden en in de landelijke gebieden (11), terwijl dit lager ligt in de halfstedelijke gebieden (8). Het verschil is bovendien significant na correctie voor leeftijd en geslacht. - 276 -

Evolutie over de tijd Het percentage dagelijkse drinkers is in 2001 en 2004 hetzelfde (10). We noteren wel een stijging t.o.v. 1997, maar deze is na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. Figuur 10: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat dagelijks alcohol gebruikt, Vergelijking tussen de 3 gewesten, Gezondheidsenquête, België, 2004 4.3.2. Regio s In het Vlaams Gewest vinden we relatief minder (8) dagelijkse drinkers dan in het Waals Gewest (11) en het Brussels Gewest (12). Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Vlaams Gewest De resultaten voor het Vlaams Gewest zijn in grote mate dezelfde als deze die beschreven werden voor België, hoewel de prevalenties over het algemeen iets lager zijn (Figuur 11). Zo vinden we een significante samenhang tussen het dagelijks alcoholgebruik geslacht, leeftijd en opleidingsniveau, ook na correctie voor leeftijd en/of geslacht. In het Vlaams Gewest vinden we relatief meer dagelijkse drinkers in de stedelijke gebieden (10), maar dit verschil is na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. In 2001 en 2004 vinden we ook een groter percentage dagelijkse drinkers dan in 1997, maar ook dat verschil is na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. - 277 -

Figuur 11: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat dagelijks alcohol gebruikt, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Vlaams Gewest Brussels Gewest In het Brussels Gewest (12) is het percentage dagelijkse drinkers hoger dan in het Vlaams Gewest (8). Ook de verschillen in functie van de leeftijd vertonen een ander patroon: vanaf de leeftijd van 55 jaar is het percentage dagelijkse drinkers in het Brussels Gewest twee maal hoger dan in het Vlaams Gewest. Bij 75-plussers noteren we zo maar even 26 dagelijkse drinkers: 32 bij de mannen en 23 bij de vrouwen. In het Brussels Gewest vinden we de grootste proportie vrouwen die dagelijks drinken. Figuur 12: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat dagelijks alcohol gebruikt, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Brussels Gewest - 278 -

Bij laag opgeleide Brusselaars vinden we relatief minder dagelijkse drinkers dan bij hoog opgeleiden. Bij personen zonder diploma of enkel een diploma lager onderwijs vinden we 6 dagelijkse drinkers, bij personen met een diploma hoger onderwijs gaat het om 13. Tussen 1997 en 2001 noteren we in het Brussels Gewest een stijging van het aantal dagelijkse drinkers van 9 naar 14, maar dit percentage blijft in 2004 constant. Het verschil tussen 1997 en 2001 enerzijds en 2004 anderzijds is na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. Waals Gewest In het Waals Gewest vinden we relatief meer dagelijkse drinkers dan in het Vlaams Gewest, maar het profiel qua leeftijd en geslacht is vrij identiek. Toch noteren we één belangrijk verschil in vergelijking met het Vlaams Gewest. Bij vrouwen van 75 jaar en ouder ligt het percentage dagelijkse drinkers (17) hoger dan in de andere leeftijdsgroepen (Figuur 13). Ook in het Brussels Gewest stellen we dit vast. Figuur 13: Percentage van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat dagelijks alcohol gebruikt, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2004 Waals Gewest In het Waals Gewest zijn de verschillen in de prevalentie van dagelijkse alcoholgebruikers in functie van opleidingsniveau en urbanisatiegraad na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. Het percentage dagelijkse drinkers is toegenomen van 10 in 1997 tot 11 in 2001 en 2004 en dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. 4.4. Tijdstip van alcoholgebruik (AL_3) Voor de berekening van deze indicator worden de personen opgedeeld volgens het tijdstip waarop ze gewoonlijk alcohol gebruiken: diegenen die enkel tijdens de week drinken (van maandag tot donderdag), diegenen die enkel tijdens het weekend drinken (van vrijdag tot zondag) en diegenen die zowel tijdens de week als in het weekend drinken. In de gestandaardiseerde tabellen worden enkel de resultaten weergegeven voor de personen die zowel tijdens de week als in het weekend drinken, en dit in vergelijking met alle andere categorieën. De resultaten worden beknopt besproken in de tekst hieronder. Meer gedetailleerde informatie is te vinden in de basistabellen. - 279 -

4.4.1. België 38 (dus meer dan een derde) van de bevolking drinkt geen alcohol of doet dit slechts af en toe (minder dan één keer per week). Heel weinig personen (2) drinken enkel alcohol op weekdagen. De overige 60 wordt gelijkmatige verdeeld tussen de personen die enkel tijdens het weekend drinken (30) en de personen die zowel op weekdagen als tijdens het weekend drinken (30) Analyse volgens geslacht en leeftijd Vrouwen rapporteren relatief vaker dat ze nooit of slechts af en toe alcohol gebruiken dan mannen (46 tegenover 28). Ook het percentage vrouwen dat zowel op weekdagen als tijdens het weekend drinkt is kleiner (22) bij vrouwen dan bij mannen (40). Daarentegen is het percentage vrouwen dat enkel drinkt tijdens het week (30) hetzelfde als bij mannen. Een analyse van de verschillen volgens de leeftijd geeft interessante resultaten. Het percentage weekenddrinkers is zeer hoog bij de jongeren (41) en daalt met de leeftijd (14 bij de 75-plussers). Het percentage personen dat zowel drinkt op weekdagen als tijdens het weekend stijgt daarentegen met de leeftijd (van 14 in de leeftijdsgroep 15-24 jaar tot 41 in de leeftijdsgroep 55-64 jaar). Dit wijst op een overgang van één consumptiepatroon naar een ander. Naarmate men ouder wordt zal men meer en meer overschakelen van een weekenddrinker naar iemand die zowel drinkt op weekdagen als tijdens het weekend. Analyse volgens opleidingsniveau Zowel het percentage weekenddrinkers als het percentage personen dat zowel drinkt op weekdagen als tijdens het weekend nemen toe naarmate het opleidingsniveau stijgt en dit blijft zo na correctie voor leeftijd en geslacht. Analyse volgens urbanisatiegraad Alcoholgebruik enkel tijdens het weekend komt meer voor in de niet landelijke en halfstedelijke gebieden (31-32) dan in de steden (26), ook na correctie voor leeftijd en geslacht. Het percentage personen dat zowel alcohol gebruikt op weekdagen als in het weekend varieert niet significant in functie van de urbanisatiegraad. Evolutie over de tijd Het aantal weekenddrinkers is tussen 1997 en 2004 vrij stabiel gebleven. Daarentegen stellen we vast dat het percentage personen dat zowel op weekdagen drinkt als in het weekend in 2004 (30) toegenomen is ten opzichte van 1997 (26) en 2001 (27). Het verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. 4.4.2. Regio s In het Vlaams Gewest (34) noteren we relatief meer weekenddrinkers dan in de andere gewesten: 26 in het Waals Gewest, 21 in het Brussels Gewest. Het percentage personen dat zowel alcohol gebruikt op weekdagen als in het weekend verschilt daarentegen niet significant tussen de regio s (tussen 29 en 32) en dit is ook zo na correctie voor leeftijd en geslacht. - 280 -

4.5. Hoeveelheid gebruikte alcoholische dranken (AL_5, AL_6) Twee indicatoren geven de hoeveelheid alcohol weer die mensen gebruiken. De eerste indicator (AL_5) betreft het gemiddeld aantal glazen alcohol per week (weekends inbegrepen) en dit voor personen die wekelijks alcohol gebruiken. Een tweede indicator (AL_6) betreft de verdeling van de bevolking van 15 jaar en ouder (dus niet enkel diegenen die wekelijks drinken) volgens de hoeveelheid alcohol die ze gewoonlijk tijdens de week drinken. Voor deze laatste indicator worden de resultaten hieronder en in de gestandaardiseerde tabellen voorgesteld als het percentage zware drinkers (meer dan 21 glazen per week). Bijkomende informatie over het gewoonlijk gebruik van alcohol bij de wekelijkse drinkers wordt voorgesteld in aparte tabellen op het eind van dit hoofdstuk. Aan de hand van deze tabellen kan een onderscheid gemaakt worden tussen de gemiddelde hoeveelheid alcohol (in glazen per dag) die gebruikt wordt op een weekdag en op een dag tijdens het weekend. Datzelfde onderscheid wordt gemaakt voor de categorische gegevens (1 glas per dag, 2-3 glazen per dag, 4-6 glazen per dag, meer dan 7 glazen per dag). Zowel voor de weekdagen als voor de dagen van het weekend wordt aangegeven hoeveel glazen alcohol gemiddeld worden gebruikt. 4.5.1. België De resultaten geven aan dat 37 van de bevolking van 15 jaar en ouder geen alcohol gebruikt of niet elke week alcohol gebruikt, 34 gebruikt wekelijks het equivalent van 1 tot 7 glazen alcohol, 15 het equivalent van 15 tot 21 glazen en 7 meer dan 21 glazen per week. Dit komt overeen met meer dan 3 glazen per dag. Het gemiddeld aantal glazen per week bij personen die wekelijks alcohol gebruiken bedraagt 11. Analyse volgens geslacht en leeftijd Bij vrouwen noteren we vaker dat ze geen alcohol gebruiken (46 tegenover 29) of slechts weinig alcohol gebruiken (37 tegenover 32) dan bij mannen. Het aantal vrouwen dat een hoog alcoholgebruik rapporteert is daarentegen lager dan bij mannen. Vooral bij de zware drinkers (22 of meer glazen per week) is het verschil opmerkelijk. (2 bij vrouwen, 13 bij mannen). Gemiddeld drinken vrouwen 7 glazen per week, bij mannen is dit 13. De verschillen die we hier beschrijven tussen mannen en vrouwen zijn alle significant na correctie voor leeftijd. Het percentage zware drinkers is 7 in de leeftijdsgroep 15-44 jaar, stijgt tot 9 in de leeftijdsgroep 45-64 jaar om na 65 jaar terug te dalen onder de 6. Dit leeftijdsprofiel is gelijkaardig bij mannen en vrouwen, maar bij vrouwen vinden we lagere percentages. De verschillen volgens de leeftijd zijn significant na correctie voor geslacht. Het gemiddeld aantal glazen alcohol dat wordt gebruikt door personen die wekelijks drinken situeert zich rond de 9 à 10 glazen per week, maar is hoger bij jongeren (11 glazen) en personen tussen de 45 en 64 jaar (12 glazen). In deze leeftijdsgroep bedraagt het gemiddelde 15 glazen bij de mannen en ongeveer 9 glazen bij de vrouwen. - 281 -

Figuur 14 Gemiddelde consumptie van alcohol, in aantal glazen per week, bij de gebruikers (van 15 jaar of ouder), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2004 Analyse volgens opleidingsniveau De gemiddelde hoeveelheid alcohol die wekelijks gebruikt wordt varieert niet volgens het opleidingsniveau. We observeren weliswaar enkele verschillen in de prevalentie van zware drinkers (22 of meer glazen per week) volgens het opleidingsniveau (5 bij de laagste opgeleiden, 7 à 9 in de andere opleidingscategorieën), maar deze verschillen zijn na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. Analyse volgens urbanisatiegraad Noch het gemiddeld aantal glazen alcohol dat gebruikt wordt, noch het percentage zware drinkers varieert significant in functie van de urbanisategraad. Evolutie over de tijd Het gemiddeld wekelijks alcoholgebruik daalde in 2004 (10,6 glazen per week) ten opzichte van 2001 (11,4 glazen per week), maar is nog steeds hoger dan in 1997 (9,8 glazen per week). Deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het percentage zware drinkers evolueerde in dezelfde zin: dit percentage is hoger in 2004 (7,3) dan in 1997 (5,7), maar is licht afgenomen in vergelijking met 2001 (7,6). Ook deze verschillen zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. 4.5.2. Regio s Het gemiddeld aantal glazen alcohol dat wekelijks gebruikt wordt is iets lager in het Vlaams Gewest (10 glazen) dan in de andere twee regio s (11-12 glazen) en dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Het percentage zware drinkers (6 à 7 percent) verschilt daarentegen niet significant tussen de regio s, ook niet na correctie voor leeftijd en geslacht. - 282 -