Strategisch plan 2014-2017 Universiteit voor Humanistiek
Inhoudsopgave 1. Missie 2 1 2. Waarden en doelstellingen 2 3. Versterking wetenschappelijk profiel 4 4. Versterking internationalisering onderwijs en onderzoek 7 5. Versterking arbeidsmarktpositie afgestudeerden 9 6. Voortbestaan als zelfstandige universiteit 11 Bijlage 13 Universiteit voor Humanistiek Strategisch plan 2014-2017 Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 21 maart 2014 Met instemming van de Universiteitsraad d.d. 8 maart 2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht d.d. 1 april 2014
2 1. Missie De Universiteit voor Humanistiek realiseert vanuit haar humanistische inspiratie kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk onderzoek en onderwijs en draagt daarmee bij aan een humane en duurzame samenleving waarin alle mensen een zinvol leven kunnen leiden. 2. Waarden en doelstellingen Gegeven haar missie heeft de Universiteit voor Humanistiek een sterke niche: haar onderzoek gaat inhoudelijk altijd over vragen waarbij normen en waarden een belangrijke rol spelen. De universiteit neemt in haar werk geen waarde-neutrale positie in. Zij draagt de humanistische waarden actief uit, in de keuze voor onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden, in de keuze voor kleinschalig, intensief en persoonlijk onderwijs, en in de keuze om bij haar valorisatiedoelen sterk te focussen op het humaniseren van professionele praktijken en instituties. De universiteit is zich bewust van haar levensbeschouwelijke wortels. Zij onderhoudt een intensieve, duurzame relatie met het Humanistisch Verbond. Daarnaast is de universiteit actief in de brede humanistische beweging: nationaal als lid van de Humanistische Alliantie, op Europees niveau in de International Humanist and Ethical Union (IHEU) en wereldwijd o.a. door samenwerking met de American Humanist Association. Grand challenges In januari 2010 is de universiteit door een wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, van een aangewezen instelling een levensbeschouwelijke universiteit geworden, waarop niet langer een afwijkende bekostigingssystematiek van toepassing was. Sindsdien is voortdurend nagedacht over de consequenties daarvan voor de (in)richting van de universiteit. Daarbij is steeds gefocust op een duurzame verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek en op het voortbestaan van de organisatie als zelfstandige universiteit. Het voorliggend strategisch plan bouwt voort op (de evaluatie van) het reorganisatieplan, de prestatieafspraak, en de balans die is opgemaakt ten aanzien van de leidende doelen uit het Strategisch Plan 2011-2014 (zie de bijlage bij dit plan). Op grond daarvan is geconcludeerd dat de universiteit de komende jaren voor vier grote uitdagingen staat. In de terminologie van Horizon 2020, onze eigen grand challenges :
3 versterking van het wetenschappelijk profiel van de universiteit, versterking van de internationalisering van onderwijs en onderzoek, op een voor de universiteit aanvaardbare schaal, versterking van de arbeidsmarktpositie voor afgestudeerde studenten, het voortbestaan van de organisatie als zelfstandige universiteit. Complexe bestuurlijke werkelijkheid Deze vier thema s zijn richtinggevend voor het beleid 2014-2017. Daarbij worden ambities sterker dan ooit tevoren gekaderd door de beperkte omvang van de universiteit. Net als veel andere publieke organisaties zoekt de universiteit naar een nieuwe positie en balans in haar relatie met de overheid, de burger en de markt. De universiteit is voor haar inkomsten en accreditatie afhankelijk van de overheid. Als levensbeschouwelijke universiteit komt zij voort uit een beweging van burgers en heeft zij daar nog altijd een taak. Ook zal de universiteit in het kader van haar missie moeten werken aan manieren om de maatschappelijke impact van haar onderzoek te vergroten, waartoe zij aansluiting bij de markt (derde geldstroom) zoekt. In tijden van snelle maatschappelijke veranderingen en een bezuinigende overheid, is het maken van scherpe keuzes noodzakelijk. De uitdaging voor de komende jaren zal zijn om daarin zowel rigoureus als flexibel te zijn. Rigoureus, omdat alleen door verregaande focus in het aantal te onderzoeken vragen de universiteit voldoende kennis kan samenbrengen om zowel maatschappelijk als wetenschappelijk impact te kunnen hebben. Flexibel, om mee te kunnen bewegen wanneer nieuwe eisen gesteld aan onderzoek en onderwijs en de verandering in de vragen en noden van de samenleving dat nodig maken. Alleen dan kan de universiteit haar missie ten volle waarmaken en genoemde uitdagingen op effectieve wijze het hoofd bieden. In dit plan wordt aan de hand van genoemde vier grand challenges de strategische kaders beschreven aan de hand waarvan de universiteit deze vier uitdagingen het hoofd zal bieden. Namens het college van bestuur Prof. dr. Gerty Lensvelt-Mulders Rector
4 3. Versterking van het wetenschappelijk profiel van de universiteit De universiteit wordt bij het uitvoeren van haar publieke taak sterk gedreven door haar missie. Om deze missie waar te maken streeft de universiteit naar een versterking van haar wetenschappelijk profiel, om daarmee de nationale en internationale zichtbaarheid van haar wetenschappelijk onderzoek te vergroten. Een versterkt profiel wordt bereikt door: 1. Opnieuw voluit te kiezen voor een stevige onderzoekfocus op drie inhoudelijke thema s: fundamenteel onderzoek naar humanisme en de grondslagen van de humanistiek en de Horizon 2020 programma s Health, demographic change and wellbeing en Inclusive, innovative and reflective societies. 2. Het bevorderen van academisch leiderschap, waarbij grote discretionaire ruimte voor hoogleraren samenvalt met grote verantwoordelijkheden voor het waarmaken van de missie van de universiteit en het onderliggend strategisch plan. 3. Gericht beleid om de omvang van de onderzoekscapaciteit in balans te brengen met de onderzoeksambities en deze via een flexibele ring van tijdelijk aangesteld wetenschappelijk personeel te versterken. Wetenschappelijke en maatschappelijk context De wetenschap ligt onder vuur. Een aantal schandalen op het gebied van wetenschappelijke integriteit heeft het maatschappelijk aanzien van de wetenschap beschadigd en de roep om transparantie vergroot. Anderzijds heeft dit geleid tot nieuwe discussies over de vraag wat goede wetenschap is. In het nieuwe Standaard Evaluatie Protocol 2015-2021 (SEP) zullen wetenschappelijke kwaliteit, productiviteit, relevantie en levensvatbaarheid van onderzoeksgroepen opnieuw belangrijke beoordelingscriteria zijn voor goed wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast gaat het SEP meer aandacht geven aan de inhoudelijke en strategische keuzes van universiteiten en onderzoeksgroepen. Doelstelling 3.1 Streefwaarde Middelen Realisatie Toetsing Doelstelling 3.2 Streefwaarde Middelen Realisatie 2017 Toetsing Jaarverslag Er wordt ingezet op verhoging van het aantal artikelen gepubliceerd in internationale peer reviewed tijdschriften, waarbij van een deel moet verschijnen in tijdschriften met een hogere impact(factor) Conform publicatieregels Universiteit Functionerings- en taakstellingsgesprekken 2015 (uitgaande van ongeveer 2 jaar doorlooptijd SSH) Jaarverslag Het faciliteren en bevorderen van multidisciplinaire onderzoek In iedere leerstoelgroep wordt een goede balans tussen geesteswetenschappers en sociaal wetenschappers gerealiseerd In, door- en uitstroombeleid Doelstelling 3.3 In het onderzoek wordt meer focus en massa gerealiseerd door concentratie Streefwaarde Alle onderzoekers werken samen binnen drie onderzoeksthema s: 1. Fundamenteel onderzoek naar humanisme en de grondslagen van de humanistiek 2. Het Horizon 2020 programma Health, demographic change and wellbeing 3. Het Horizon 2020 programma Inclusive, innovative and reflective societies Middelen Functionerings- en taakstellingsgesprekken Realisatie 2015 Toetsing Jaarlijkse taakstellingsafspraken vanaf voorjaar 2015
5 Naast dit advies voor de nieuwe SEP staat het geluid van andere groepen die spreken over de nadelen van de huidige publicatiecultuur. Het initiatief Science in Transition en diverse uitingen van de jonge academie (KNAW) zijn daar voorbeelden van. De universiteit zal deze discussie in de komende jaren goed volgen. Zij heeft het in zich om in die nieuwe koers een voorloper te zijn, een plaats waar tijd en ruimte is voor zogenaamde slow science: het zorgvuldige doordenken van moeilijke concepten en het met zorg onderzoeken daarvan in praktijken en samenleving. Dit neemt niet weg dat het voor de universiteit noodzakelijk is om haar academische erkenning te verbreden en versterken door het aandeel in haar output van internationale publicaties in peer-reviewed tijdschriften met een aanvaardbare impactfactor te vergroten, wil zij alle vier haar grand challenges kunnen aangaan. In het kader van Horizon 2020 geeft de European Research Council (ERC) aan onderzoek niet langer langs de lijn van de disciplines te zullen subsidiëren, maar via de lijn van belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Daarmee hoopt het ERC de komende jaren een sterke impuls te geven aan het multi- en interdisciplinaire onderzoek, waarvan meer innovatie wordt verwacht in relatie tot het oplossen van de grote maatschappelijke uitdagingen tot 2020. Dit laatste is voor de universiteit een belangrijke opsteker. Zij streeft al 25 jaar een multi- en interdisciplinaire benadering van haar onderzoek na en dat werk heeft bij vorige visitaties geleid tot positieve beoordelingen voor de maatschappelijke relevantie van haar onderzoek. Doelstelling 3.4 Adequaat samengestelde en effectief aanstuurbare leerstoelgroepen Streefwaarde Iedere leerstoelgroep bestaat uit twee samenhangende onderzoeksgroepen onder leiding van een hoogleraar, samen met 1 UHD en 2 UD-en. De bestaande themagroepen worden opgeheven en vervangen door onderzoeksgroepen afgestemd op de ordinariaten van hoogleraren. Rond ieder ordinariaat wordt een flexibele schil van tijdelijk aangestelde onderzoekers gerealiseerd. Middelen Realiseren flexibele schil van wetenschappelijk personeel met aanstellingen voor bepaalde tijd, gefinancierd uit middelen verworven uit 2 de en 3 de geldstroom: in 2015: 10% van de omvang van de vaste WP-formatie, in 2016: 15% en in 2017: 20%. Voorts moet het aantal promoties duurzaam naar 12 per jaar groeien. Per ordinariaat mag maximaal 1 UD1 zijn competenties verder ontwikkelen uitmondend in een bevordering tot UHD. Realisatie 2017 Toetsing Jaarverslag Doelstelling 3.5 Streefwaarde Middelen Realisatie Vanaf 2017 Toetsing Jaarverslag Stabiele in- en uitstroom promovendi Graduate School Strenge selectie bij toelating en na het eerste jaar van de opleiding, waardoor de uitval in later jaren niet groter is dan 10%. Jaarlijks minimaal 12 promoties. Strengere selectie en voortgangsbegeleiding
6 Komende jaren zal de universiteit haar streven de humanistiek multidisciplinair vorm te geven verder uitwerken. Daarbij wordt een balans nagestreefd tussen het conceptueel doordenken van voor de humanistiek belangrijke constructen en thema s verbonden aan het empirisch onderzoek daarvan. Inzichten uit het empirisch onderzoek worden vervolgens weer teruggekoppeld naar de conceptuele denkers, op die manier werkt de universiteit aan haar eigen empirische cyclus. Om dit te bereiken wordt binnen het formatiebeleid gezocht naar een goede balans tussen conceptueel denkers (filosofen, ethici) en empirisch onderzoekers (sociaal wetenschappers). Binnen deze context zet de universiteit de komende jaren in op het verwezenlijken van de drie hierboven geformuleerde strategische doelen. Focus in het onderzoek De universiteit wil met haar onderzoek wetenschappelijk bijdragen aan de humanisering van een samenleving waarin iedereen een kans heeft een zinvol leven te leiden. Wij concentreren ons daarbij op de fundamentele doordenking van het humanisme als levensbeschouwelijke inspiratiebron. Thematisch wordt aansluiting gezocht bij de in Horizon 2020 opgenomen programma s Health, demographic change and wellbeing en Inclusive, innovative and reflective societies. De universiteit streeft ernaar zich de komende jaren zodanig op deze thema s te onderscheiden, dat in 2017 een Europese subsidie kan worden aangevraagd in het kader van Horizon 2020, in samenwerking met andere instellingen voor hoger onderwijs (HEI s ) die zich op deze thema s wetenschappelijk profileren. Met een verdergaande versterking van de focus in het onderzoek worden drie zaken bereikt: meer (inter)nationale zichtbaarheid, het vereenvoudigen van het aangaan van samenwerkingsrelaties en het vergroten van kansen op het verwerven van onderzoeksubsidies in de tweede en derde geldstroom. De universiteit zal de komende jaren inzetten op een beleid waar ruimte is voor subsidies die qua omvang en afbreukrisico passen bij haar omvang. Het aangaan van een beperkt aantal langdurige samenwerkingsrelaties is daarbij een belangrijk speerpunt. Bijzondere leerstoelen Het beleid ten aanzien van bijzonder hoogleraren draagt bij aan het streven van de universiteit om binnen een leerstoelgroep voldoende formatie te creëren. In tegenstelling tot de nationale trend zal de universiteit daarom het aantal bijzonder hoogleraren niet terugbrengen, maar handhaven op het niveau van maximaal 3 FTE. Graduate school De universiteit heeft een florerende graduate school. Op dit moment stromen jaarlijks ongeveer 15-20 professionals in om een proefschrift te schrijven. Deze promovendi dragen op twee manieren bij aan het wetenschappelijk klimaat op de universiteit. Ten eerste door de wetenschappelijke staf te voeden met belangrijke onderzoeksvragen uit voor de universiteit relevante praktijken en ten tweede door een versterking van de kwaliteit en het volume van de wetenschappelijke output in de eerder genoemde flexibele schil. Om dit te realiseren wordt de komende jaren het aannamebeleid in de GS gecentreerd rondom de onderzoeksgroepen, die elk een learning community voor hun promovendi zijn. De universiteit beschouwt de graduate school als een vorm van opleiding. Daarom wordt zij volledig geïntegreerd in de staande onderwijsorganisatie (kwaliteitszorg, studievoortgangsbewaking etc.). De universiteit stelt zich tot doel om in 2017 minimaal 12 promoties per jaar te realiseren, met een gemiddelde doorlooptijd van 5 jaar (na uiterlijk 5 jaar is er een goedgekeurd proefschrift). Dit laatste is ambitieus, omdat de universiteit naar rato veel buitenpromovendi heeft.
7 4. Versterking internationalisering van onderwijs en onderzoek De universiteit zal de komende jaren haar onderzoek en onderwijs verder internationaliseren. Daarmee wil zij zich internationaal beter gaan profileren. De universiteit ziet het doordenken, onderzoeken en vernieuwen van de Europese humanistische tradities als haar bijzondere taak in onderwijs en onderzoek. De keuze voor drie onderzoeksthema s fundamenteel onderzoek naar humanisme en de grondslagen van de humanistiek en (in aansluiting op Horizon 2020) Health, demographic change and wellbeing en Inclusive, innovative and reflective societies dragen hieraan bij.. Door het creëren van meer focus in het onderzoek aan de universiteit, laat zij een duidelijker profiel naar buiten zien, kan het onderzoek van de universiteit internationaal een waardevolle toevoeging leveren en kan zij beter concurreren met ander goed onderzoek op internationaal niveau. De universiteit streeft vanuit haar inhoudelijke missie naar het aangaan van structurele academische partnerschappen om gezamenlijk gesubsidieerd onderzoek te kunnen doen. Het onderwijs aan de universiteit staat goed aangeschreven. Al jaren blijkt uit landelijk onderzoek dat het onderwijs door de studenten hoog wordt gewaardeerd. In 2013 heeft de universiteit succesvol een uitgebreide opleidingsbeoordeling (onderwijsvisitatie) doorlopen. De visitatiecommissie heeft haar bij die gelegenheid uitdrukkelijk aanbevolen haar kwaliteiten meer uit te dragen. De universiteit wil dit advies graag opvolgen door haar zichtbaarheid te vergroten, ook internationaal. De internationalisering van het onderwijs zal bovendien de positie van afgestudeerde humanistici op de arbeidsmarkt versterken: niet alleen zullen afgestudeerden door de versterking van sociale en interculturele vaardigheden beter en talrijker internationaal aan het werk kunnen, maar ook in Nederland vergroot een internationale oriëntatie hun kansen op de arbeidsmarkt. Doelstelling 4.1 Het verwerven van (Europese) onderzoeksubsidies door samenwerking in fondsenwerving met (inter)nationale partners in het kader van Horizon 2020 Streefwaarde Er wordt ten minste één (Europese) onderzoeksubsidie verworven in samenwerking met een van de (inter)nationale partners Middelen Jaarplannen leerstoelgroepen Functionerings- en taakstellingsgesprekken Realisatie Uiterlijk in 2017 Toetsing Jaarverslag Doelstelling 4.2 De universiteit gaat vanuit haar inhoudelijke missie partnerschappen aan met een beperkt aantal internationale/buitenlandse universiteiten, met als doel het stimuleren van studenten- en docentenuitwisseling (in o.m. Erasmus-verband) Streefwaarde Elke leerstoelgroep heeft minimaal één samenwerkingsovereenkomst met een buitenlandse universiteit Middelen Jaarplannen leerstoelgroepen Functionerings- en taakstellingsgesprekken Realisatie 2016 Toetsing Getekende samenwerkingsovereenkomsten en jaarverslagen Doelstelling 4.3 Streefwaarde Meer Engelstalig onderwijs Er worden ten minste twee bachelor studieonderdelen en twee master studieonderdelen van het reguliere onderwijsprogramma in het Engels aangeboden en getoetst. Deskundigheidsbevordering docenten Middelen Realisatie Academisch jaar 2014/15 Toetsing OER academisch jaar 2014/15 Doelstelling 4.4 Realisering van een Engelstalig minor programma (30EC) Streefwaarde Minor ofwel op bachelorniveau ofwel op masterniveau Middelen Deskundigheidsbevordering docenten Realisatie Academisch jaar 2015/16 Toetsing OER academisch jaar 2015/16
8 Primair doel van internationalisering van het onderwijs is de bevordering van het wereldburgerschap van studenten en docenten, om ook via hen de missie van de universiteit internationaal uit te kunnen dragen. Dit primaire doel wordt mede gediend door een grotere mobiliteit van studenten en docenten te bevorderen en door internationale partnerschappen aan te gaan. Wat betreft valorisatie wordt in eerste instantie voorrang gegeven aan valoriseren op de Nederlandse markten. Doelstelling 4.5 Streefwaarde Een toenemend aantal scripties wordt in het Engels geschreven Jaarlijks oplopend percentage van de bachelorscripties 2014/15: 2%; 2015/16: 5%; 2016/17: 7% en oplopend percentage van de masterscripties 2014/15: 3%; 2015/16: 5%; 2016/17: 10% Pm Middelen Realisatie Vanaf academisch jaar 2014/15 Toetsing Jaarverslagen
9 5. Versterking arbeidsmarktpositie afgestudeerden De universiteit mag zich verheugen in een grote toestroom van studenten. Deze groei in studentenaantallen is eerst en vooral een positieve ontwikkeling, maar maakt ook de vraag naar het arbeidsmarktperspectief voor al deze studenten prangender. Studenten die de driejarige master Humanistiek afronden zijn breed opgeleid tot humanisticus, waarmee zij in staat zijn om beroepen uit te oefenen op het gebied van raadswerk, educatie, organisatievraagstukken, (of op het raakvlak van deze terreinen), en zij zich verder kunnen ontwikkelen tot wetenschappelijk onderzoeker. Jaarlijks studeren 25-30 masterstudenten humanistiek af, waarvan ruim de helft in het raadswerk wil gaan werken. Het humanistisch raadswerk staat echter onder druk. Er wordt een terugloop van het aantal plaatsen voor humanistisch geestelijk verzorgers in de klassieke velden verwacht, maar een toename van mogelijke functies daarbuiten. Studenten humanistiek worden algemeen geprezen om hun sterk vermogen tot conceptueel denken en goed ontwikkelde morele competenties. Zij verlaten de opleiding met een goed academisch denk- en werkniveau. En het zijn juist deze competenties waar de maatschappij de komende jaren grote behoefte aan heeft. Een toenemende vraag naar breder gevormde academici in combinatie met een afnemende vraag naar specialisten, maken dat de UvH de toekomst voor haar afgestudeerden positief tegemoet ziet. Daarnaast verzorgt de universiteit sinds september 2013 de masteropleiding Zorgethiek en Beleid. Ook voor deze opleiding is de instroom goed en daarom geldt ook hier dat het arbeidsmarktperspectief van de studenten zorgvuldige aandacht krijgen. Doelstelling 5.1 Monitoren arbeidsmarktperspectieven Streefwaarde - Tevredenheid met werk: score 7,5 op een 10-punts schaal - Aansluiting opleiding op de arbeidsmarkt: score 3,8 op een 5-punts schaal - Niveau werk: WO 75% - Input op vragen naar nieuwe beroeps- en stagemogelijkheden Middelen Inzet beleidsmedewerker onderwijs Realisatie Monitoren sinds 2011, nieuwe realisatie 2016 Toetsing Jaarlijkse alumni-enquête Doelstelling 5.2 In samenwerking met het Humanistische Verbond de positie van het raadswerk verbreden en versterken Streefwaarde Minimaal één gezamenlijk project per jaar gerealiseerd. Middelen Inzet leden wetenschappelijke staf Realisatie 2017 Toetsing Voortgang evaluatie 2015, eindevaluatie in 2017 Doelstelling 5.3 Nadere wetenschappelijke onderbouwing van (het belang van) de humanistiek Streefwaarde - Steeds drie promotieplaatsen in combinatie met werken bij met justitie, defensie en in de zorg - Het op sterkte brengen van de onderzoeksgroep geestelijke verzorging (zie ook doelstelling 3.4) - Afstemming stages en scriptie-onderzoek, in aansluiting op onderzoek van de andere leerstoelgroepen Middelen 3 gedeeltelijke promotieplaatsen Realisatie AIO en scripties vanaf 2014, op sterkte eind 2017 Toetsing Jaarverslag Doelstelling 5.4 Het organiseren van een geaccrediteerd bijscholingsprogramma voor professionals in de zorgsector Streefwaarde De Leerstoelgroep Z&W ontwikkelt, in samenspraak met het praktijkcentrum en met beroepsverenigingen van huisartsen, verpleegkundigen en geestelijk verzorgers, een geaccrediteerd nascholingsprogramma Middelen Te ontwikkelen door een UD Realisatie Vanaf 2014 Toetsing Jaarverslagen
10 Deze ontwikkelingen vragen om herbezinning op (de invulling van) het beroep van humanistisch geestelijk verzorger in de klassieke zin, en op de versterking van de kansen van de breed opgeleide humanistici in andere beroepsvelden noodzakelijk. Daartoe zet de universiteit de komende jaren in op: 1. een versterking van de aansluiting van het raadswerk op de nieuwe vragen en behoeftes in de samenleving. Dit in nauwe samenwerking met het Humanistisch Verbond. Daarnaast zet de universiteit de komende jaren in op versterking van het empirisch onderzoek naar het geestelijk werk, door het faciliteren van AIO plaatsen in samenwerking met de klassieke velden en door gericht talentmanagement om het onderzoek naar geestelijke verzorging ook inhoudelijk te versterken. 2. het verruimen van de beroepsperspectieven voor humanistici en zorgethici. Daarvoor is het nodig de naamsbekendheid van de universiteit te verbreden en de duurzame professionalisering van onze afgestudeerden te versterken door life long learning programma s te ontwikkelen. Verdere professionalisering In het kader van life long learning is het ook voor afgestudeerde humanistici en zorgethici belangrijk dat zij hun kennis en vaardigheden op peil houden. Daartoe ontwikkelt de universiteit een programma in het kader van postacademisch onderwijs. Voor de universiteit heeft het ontwikkelen van postacademisch onderwijs nog een andere toegevoegde waarde, het geeft de mogelijkheid om de wetenschap dichter bij de praktijk te brengen. Doelstelling 5.5 Het versterken van het beroepsvoorbereidend karakter van de masteropleidingen Streefwaarde Op basis van onderzoek naar de arbeidsmarkt en ontwikkelingen in het beroepenveld wordt de bestaande een leerlijn beroep uitgebreid tot beroep en arbeidsmarkt Middelen Inzet leden van de wetenschappelijke en ondersteunende staf Realisatie - Rapport arbeidsmarkt, beroepenveld en beroepsprofiel: december 2014 - Analyse curriculum en ontwerpen leerlijn: juni 2015 - Vertaling naar samenhangend pakket van maatregelen: december 2015 - Onderwijsvoorbereiding: vanaf maart 2016 - Invoering: studiejaar 2016-2017 (zo mogelijk op onderdelen eerder) Toetsing Onderwijscatalogus 2016-2017 Doelstelling 5.6 Naamsbekendheid Universiteit vergroten in (1) de universitaire wereld, (2) bij OCW, (3) in Utrecht en (4) in het publieke/ private domein Streefwaarde - Goede relatie met NLU en VSNU behouden en versterken - Relatie met OCW verder uitbouwen - Relatie met gemeente Utrecht versterken door samenwerking in 3 onderzoeksprojecten en met HOC - Het aangaan van 3 nieuwe partnerschappen in het kader van arbeidsmarktverkenningen voor studenten. Middelen Inzet rector en leden van de wetenschappelijke staf Realisatie 2015 Toetsing Jaarverslag Doelstelling 5.7 Verbreden stagemogelijkheden studenten Streefwaarde Ontsluiten nieuwe sectoren allereerst in de publieke sector Middelen Inzet stagecoördinator en docenten Realisatie Vanaf 2014 Toetsing Jaarlijkse rapportage stagecoördinator
11 6. Voortbestaan als zelfstandige universiteit De universiteit is de laatste jaren gestaag gegroeid. Indien deze groeitrend zich voortzet en studierendementen conform de prestatieafspraak verbeteren, heeft de universiteit in 2015 ongeveer 525 studenten ingeschreven in bachelor- en (pre)masteropleidingen. Wil de universiteit met de huidige omvang van de staf, de kwaliteit en intensiviteit van het onderwijs op het huidige hoge niveau kunnen blijven garanderen dan worden daarmee de grenzen van de mogelijke groei bereikt. Formatie De universiteit is een kleine zelfstandige instelling en wil dat blijven, omdat de voordelen van korte lijnen en dat iedereen zich gekend weet groter zijn dan de evidente schaalnadelen. In de bedrijfsvoering is dat merkbaar, omdat specialistische ondersteuning moet worden ingekocht bij derden, waarbij m.n. de Universiteit Utrecht een logische maar niet de enig mogelijke - vraagbaak en ondersteuner is. De universiteit is dankzij enerzijds de kostenbesparingen overeenkomstig het reorganisatieplan en anderzijds door de hogere studentenaantallen en de extra gelden uit de prestatieafspraak in financieel rustiger vaarwater terecht gekomen. Doelstelling is om dat minimaal in stand te houden door beperkingen op te leggen aan de groei van het vaste formatie van wetenschappelijk personeel ten faveure van meer mogelijkheden om wetenschappelijk personeel met aanstellingen voor bepaalde tijd aan te trekken. De lasten van de universiteit kunnen daardoor gemakkelijker variëren met wisselingen in de structurele inkomsten. Doelstelling 6.1 Stabilisering van studentenaantallen Streefwaarde De jaarlijkse instroom van studenten is niet groter dan 100 bachelorstudenten, 35 studenten in de master Zorgethiek en beleid, 40 studenten in de master humanistiek en 50 premasterstudenten Middelen Matching Realisatie 2014-2017 Toetsing Jaarverslagen Doelstelling 6.2 Streefwaarde Middelen Duurzame bedrijfsvoering Duidelijkheid over welke dienstverlening m.b.t. de bedrijfsvoering (personeel, infrastructuur, financiën, juridisch) extern moet worden ingekocht en welke taken structureel binnen de eigen organisatie moeten worden uitgevoerd Formatieplan In, door- en uitstroombeleid Realisatie 2015 Toetsing Nota duurzame bedrijfsvoering Doelstelling 6.3 (nieuw) Streefwaarde Beheersing personeelslasten Middelen Realisatie Vanaf 2014 Toetsing Jaarverslagen De personeelskosten van het WP in vaste dienst zijn - na aftrek van structurele inverdiendoelstellingen - niet hoger dan 43% van de som van de niet geoormerkte rijksbijdrage + collegegeld gemiddeld over de voorgaande 3 jaar. De omvang van de vaste OBP-formatie kan alleen toenemen wanneer vaste WP-formatie met meer dan 10% in omvang toeneemt. In dat geval kan de vaste OBP-formatie groeien met de helft van de vaste WPformatie uitgedrukt in FTE Per kwartaal te genereren managementinformatie
Doelstelling 6.4 (nieuw) Het ontwikkelen van een nieuwe systematiek voor functioneringsgesprekken en personeelsbeoordelingen Streefwaarde Systematiek operationeel Middelen Externe ondersteuning Realisatie 2015 Toetsing Jaarverslag 2014 12 Doelstelling 6.5 De vaste activa blijven beperkt tot het pand aan de Kromme Nieuwegracht 25-31 Streefwaarde Het pand wordt binnen grenzen van het financieel mogelijke functioneel bij de tijd gehouden; indien nodig wordt extern extra ruimte gehuurd in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw van de universiteit Middelen Up-to-date onderhoudsplan Realisatie 2014-2017 Toetsing Jaarverslagen
Bijlage: Evaluatie uitvoering strategisch plan 2011-2014 13 Doelstelling strategisch plan 2011-2014 1. De universiteit blijft haar levensbeschouwelijke identiteit ontwikkelen en uitdragen. Dit vraagt een levendig gesprek over de plaats van levensbeschouwing en levensbeschouwelijke universiteiten in de 21 ste -eeuwse samenleving. Dat gesprek wordt zowel intern als met externe partners gevoerd, steeds vanuit de inzet levensbeschouwing in het algemeen en humanisme in het bijzonder een centrale plaats te geven in het onderwijs en onderzoek van de universiteit. 2. Het academisch profiel van de universiteit wordt versterkt. Wetenschappelijk onderzoek is de basis voor onderwijs en valorisatie. De aansturing van het onderzoek, ondergebracht in een beperkt aantal projecten, wordt met het oog daarop versterkt. 3. Het profiel van de humanistiek als academische beroepsopleiding wordt verscherpt. Er worden minder vakken aangeboden, met een grotere onderlinge samenhang en meer verdieping. Centraal in de opleiding staat de vorming van professionals, die op academisch niveau worden toegerust voor de omgang met existentiële en ethische vragen in hun beroepspraktijk. 4. De continuïteit van de universiteit wordt veilig gesteld door het aangaan van intensieve vormen van samenwerking met een of meer strategische partners. Dit betreft zowel inhoudelijk samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek, als het delen van voorzieningen. Evaluatie Dit doel is ten dele bereikt. In de periode 2011-2014 is er in het kader van het reorganisatieplan, de prestatieafspraak en de onderwijsvisitatie op meerdere momenten een intern debat gevoerd over de levensbeschouwelijke identiteit van de universiteit. Dat heeft onder andere de banden met het Humanistisch Verbond versterkt. De levensbeschouwelijke identiteit is ook meer expliciet onderdeel geworden van de opleiding. Het gesprek met (externe) wetenschappelijke partners is minder gevoerd. De universiteit is er nog onvoldoende in geslaagd onderzoeksinspanningen te bundelen en te richten op goed onderscheidend onderzoek. Op het gebied van het onderzoek is er nog steeds sprake van een te grote versnippering van inspanningen. Er zijn stappen gezet in het verankeren van valorisatieactiviteiten in de organisatie. Het streven meer inkomsten uit tweede en derde geldstroomactiviteiten te genereren is nog niet voldoende gerealiseerd. Het vergroten van de academische en maatschappelijke zichtbaarheid van de universiteit vergt een langere adem. In de periode 2011-2013 is het gelukt een aantrekkelijk en kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod te realiseren. Dit blijkt o.m. uit het feit dat de bacheloropleiding humanistiek in 2012 in de Keuzegids Hoger Onderwijs als topopleiding wordt aangemerkt en uit de toegenomen instroom van studenten. De doelmatigheid van opleidingen is vergroot en er is een ambitieuzer, minder vrijblijvend studieklimaat gerealiseerd. De universiteit blijft in samenwerking met bestaande maatschappelijke partners en vertegenwoordigers van nieuw te ontwikkelen werkvelden werken aan de handhaving van dit hoge niveau. Dit doel is ten dele gerealiseerd. In de periode van 2014 tot 2017 worden keuzes m.b.t. de doelstellingen van strategisch beleid nadrukkelijk in interactie met samenwerkingspartners gemaakt. Banden met maatschappelijke partners worden daartoe versterkt en uitgebreid.