DE MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,



Vergelijkbare documenten
f ONDERWIJSRAAD. N A. 'S-GRAVENHAGE, 2jT-Apr.il 1923.

i/m^^ 1 CW *» **<! *#~^::ïa ' 3 9-#0. N. ^Z-JJLZ MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. 's-gravenhage, /»T^/k^L-*erz^C

# e-&ravenhage»2 Maart 1933*

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen

DERWIJSRAAD. N. Jl33 60« Juni 1 93*

(ONDERWIJSRAAD. $ \ No 63f A 11, 'S-GRAVENHAGE, j/bb** Frankenstraat 39.

Bericht op schrijven van 88,,,,,. Men gelieve bij het antwoord dagteekening 3.Q.QGjtLQT&ejr...^ en nummer van dit schrijven te vermelden.

ONDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE, -^? Januari pit. 10 ^Ättuar i 1927-#-JIo?93* Af d. H, 0. Betreffende : stalen-examengeld«

^3> MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN NR FD. H.O.W. Betreffende Studie in de sociale Wetenschappen. 25 November Î949 '

«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A..

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de eer aan de e erste... afdeeling van..tax

<y Augustus /f «Juni 1938, No. 2677* Afdeeling H.O, Regeling van het economisch Hooger Onderwies*

1 S we t e nschappen«

2l f w. ».v. ghß SÉGRAVENHAGE, X<^ /7% C 19 ^<7 ~U& De Minister van Onderwijs, K&nsten en Wetenschappen. doet aan

statuut» Uw nevenve rme. ichri erzoek om

8 mei 57. O.R. 134 H.O. 30 maart 1957, no H.O.W. Regeling universitaire studie notariaat.

ONDERWIJSRAAD. Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. s-gravenhage,zfjuli I960.

i Mo nm/- 'S-GRAVENHAGE, ^._ a JT. tf uiar.i 1930 Eiffltotm&imifflira StiiXßmLß/tE Bericht op schrijven van

ONDERWIJSRAAD. Zijne Excellent ie-d e Minister van Onderw-i-js-j- Kunsten-en -Wetenschappen. -smä-k--à V* H : -H AGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

y * 4 October 1935, tfo , Af d. H. O. Dubbele onderwijsbevoegdheid «foor historici. er 1935.

Betreffende: Exa^ag j de psychologie Zijne Excellentie de Minister 3 " van Onderwijs, Kunsten en wetenschappeet te 's-gbavbnhage

De Minister van OnlerwJs^Kunsten.en Wetenschappen heeft. de eer aan dl ^ h ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ i ^. ^ ^ WZÊÈk

U I T S P R A A K

»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968

P ONDERWIJSRAAD. '." N" 1MA.M: S-GRAVENHAGE A^çr H jg ;

k ) \ J % N. dfrf/ Onderwijsraad 193/ Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de eer aan

20 augustus H.O. 23 duli Baccalaureaat in de wis- en natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam.

U I T S P R A A K

ionderwijsraäd ^&4y? Afd.H.O.W en 31 Augustus 19*91 Nr Afd.H.O.W. Betreffende : Volkenkunde

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

f^lxxyutl^i^ ( AAN de eerste afdeeling van den Onderwijsraad No.ö9b Afd. H.O. s-oravenhage, b Maart

U I T S P R A A K

kosten van dissertaties.

U I T S P R A A K

den Onderwijsraad""* Statenlaan 125

U I T S P R A A K

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONDERWIJSRAAD. N. 101X9. ''' 'S-GRAVENHAGE,.MeMhex 193CL. Betreffende: lichaamsoefeningen aan uni- --v-ersiteiten en hoogescholen«

i j: 20 October 1949, Nr , Afd.H.O.W. Betreffende: aêvies inzakt het Rapport van de Commissie--"-"Qpleidiag en Titel Psychologen"

Eerste Kamer der Staten-Generaal

OMffiRWIJSRAAD. 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi Stat 125.

Jf. O. &. -t- -t--e- Ä **->

Öt.% ONDERWIJSRAAD. 30 september Eerste Afdeling O.E. 229 H.O. Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I

ONDERWIJSRAAD, î f N. 8325»

w.ftf&> L ^W*; Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, secretaris- Generaa, MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

< /^y^~^- N. /^f \ De Minister van OnderwijjrKunsten en Wetenschappen. heeft.de eer aan. stuj^^ te doen Joekomen met verzoek -0?y

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#

studiescheaa hoofdzakelijk op IaSonesie 1- gericht Îie L betrekkin- het ongewenst doet zijn om op dit ogenblik r ds vers^esendl

DEPARTEMENT VAN OPVOEDING, WETENSCHAP EN KULTUURBESCHERMING HÉL S^tf^-y. Ie afdeeling van den \9# r wijsraad, ^s-g R A V S E H A

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

U I T S P R A A K

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

De Eerste *Af de eling van den Onderwijsraad heeft de eer Uwe

U I T S P R A A K

dfib ONDERWIJSRAAD.. 'S-GRAVENHAGE, //..Maart 192?

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

U I T S P R A A K

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

U I T S P R A A K

- gen(advies van 22 September 1924), zoomede het advies van den / het advies van den Senaat der Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Zaaknummer : 2013/129

U I T S P R A A K

1 Iwi (VAN POELJJ& \v No. ^ NO. Hp / AFDEELING. stf^hs/éé-. MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Zaaknummer : 2014/145

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

ONDERWIJSRAAD. f f. NO. 59 H.O. 's-gravenhage, ^JSovember 195 O Statenlaan 125

O N D E RWIJS RAAD. 29 maart I966. Tweede Afdeling. O.R. 206 Exp. Bericht op schrijven van 2 februari I966, V.H.M Aan

U I T S P R A A K

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

U I T S P R A A K

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN B.V.D twee Politieke activiteit van Indonesische studenten in Nederland GEHEIM

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

-Gravenhage,11 Juni <

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-masteropleiding Rechtsgeleerdheid 1 van 5

's-gravenhage, S Mei 195 0

ALGEMENE INFORMATIE VOOR HET AANVRAGEN VAN VRIJSTELLINGEN:

U I T S P R A A K

Zaaknummer : 2014/153

U I T S P R A A K

Transcriptie:

Afschrift. MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN 29 FeSmiari 1?40. No. 8$?<? AFDEELING S»Ö«AAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN, Golüt op artikel 4» pe»i&rakf ff va» ift Aea&Aaiaoh Statuut; öealen het besluit,vas â a tsstesa Softener 1939* vs» -tem Se&aat àmt Heaerlas&eeba ^soemtalae&e lloogeselioex te Botter&e» tot instelling Tau ee» staeluamdig-eeoa$8&8 E[ aoetoraal erases; aessieb-liet berlobt«tas den leden November 1959*»n d* f aoultesé 6e? eeoaos&eafee wetenschappen UB C* gewestelijke universiteit va» Aaaterdm; im&& gezien het advies van de aasest«isfâeelln va» âes ön&arwijarasa" van den 21atea Februari 194ö f Me.lB? 50; tear algasieae ke&nie te brengen* âat 4e Sesaat âer &a&e&lafaâ0a&e leasostie^ue Hoogeaohool te Botterâ&m bea&pfeaii beeft tôt instelling va& #a steatkiihfâig-^eeosomiiaôbl âoetoraah eateea» o?hvatten& de vlakken: 1«a^aatbuiamôuâkua&a, t* ata&tarecht en aüjalaietratief 1 r*eït&* 3 en 4» taae &asr volgende vakken a) burgerlijk reent es lianâelareobt, b) aconomiashe aas&rijkakun&e» e) eooaomisahe gesehledeaie, d) koloniale economie en koloniale politiek {gecombineerd}, e) volkenraaat, f) leer fer opeaaare ftnaneita» g) be tnura«a$assoaap* h) arbes&sraght ( geeossbineerd met testistonluis burgerlijk recht en hamelsraant} t de eerste afdeeling van den Onderwijsraad. 7423 - '39

belastingrecht (g combineerd aas testimonium burgerlijk reeii haadelareolit} t j) al^emeene geschiedenis van dan aieuaatea tijd, *'' k) «enig ÄÄE door des candida&t stet gaa4via&e» van den Senaat vak uit de vakken van de economische of andere faculteit* Deze beschikking sal w>rden gap-laatatjia 4e Ifederlaadsehe - ataattacouswt en ia afaesrift worden mede^meelâ a^s ' Jo* Curatoren van de Si&teXMtâaene Sconossdsoh«ïS&ogeacaool te H am van de Katholieke iäeonosiisehe Hoogeaehool te Tilburg tmv d eel ing aan des Senaat- en aan Burgemeester es Wathoude&e va asafcerdaüf. %G& meftedeeliag aan 4«Fa&ulteit 4«? laoiiessiaon«schappen gqj» te aerate àf^#eliag vsa âaa Onda^tjaraajd*»a-öRAVaiHJC3» 29 Februari 1940* Ovavwaakomstlg de geparafeerde aissafe Ba Sacretaria-Generaal» (van Poelje)* ^KL?0D3:a m» <ï ßfit ^fxv<

^ ^ ^ ; 187 50» fccii 26 Sept.1939, )73 en 21 November 1939»No. 5161, Af d. H. 0, Instelling staatkundig eeon. cor aal examen» Jil februari 40 jf De Eerste Afdeeling van den Onderwijsraad heeft de eer Uwe Excellentie nierbij -wederom aan te bieden; l.hefc besluit, d.d.20 September 1939» van den Senaat der Nederlandsehe Economische Hoogeschool te Rotterdam (ingekomen ten Departemente 22 September 1939) tot instelling van een staatkundig-economisch doctoraal examen. 2.het daartegen ingesteld beroep» d.d.16 November 1939» van de faculteit der Economische Wetenschappen van de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam (ingekomen ten Departemente 18 November 1939)» De Afdeeling moge naar aanleiding van deze stukken het navolgende berichten. Set gewone doctoraal examen in de economische wetenschappen is thans geregeld in artikel 4, 93» Academisch Statuut, maar 97 maakt de faculteit, zoo noodig vereenigd met een der faculteiten der rechtsgeleerdheid, bevoegd om bovendien andere doctorale examens af te nemen op den grondslag van het in 90 vermelde candidaatsexamen. De Senaat der Rotterdamâche Hoogeschool, die in dezen dezelfde bevoegdheden heeft als een faculteit der economische wetenschappen aan een universiteit, heeft hiervan gebruik gemaakt door de instelling van het bovenbedoelde doctoraal examen» doch de Amsterdamsche economische faculteit verzoekt nu aan Uwe Excellentie dit besluit niet goed te keuren» blijkbaar bedoelende het in 97 derden volzin, aangeduide beroep in te stellen, op grond waarvan het besluit aan de Kroon ter vernietiging kan worden voorgedragen. -Omtrent pne Excellentie den Minister van çrwijs, Kunsten en Wetenschappen f s-gravenhage»

2. Omtrent het daarvoor aangevoerde motief kan opgemerkt worden dat het ingestelde examen, evenals dat van 93» twee verplichte en twee keuzevakken omvat* Het eene verplichte vak is in beide gevallen staathuishoudkunde. Terwijl het examen ingevolge 93 daarnaast bedrijfshuishoudkunde als verplicht vak bezit» treedt bij het ingestelde examen staats- en administratief recht hiervoor in de plaats. De keuzevakken zijn deels dezelfde, deels andere. Men kan niet volhouden, dat op grond daarvan het ingestelde examen lichter zou zijn, althans een minder gerechtvaardigde aanspraak kan geven op het doctoraat in de economische wetenschappen. Daarvan zou dus alleen sprake kunnen zijn in verband met het andere verplichte vak. Nu acht de Amsterdamsche faculteit een economische vorming, waarbij staathuishoudkunde het eenige verplichte economische vak voor het doctoraal examen is, onvolledig, hetgeen dus beteekent, dat zij bedrijfshuishoudkunde hierbij onmisbaar acht. Op grond van verkregen inlichtingen, acht de Afdeeling dit oordeel niet geheel gerechtvaardigd. Het zou iets anders zijn, wanneer de bedrijfshuishoudkunde bij een bepaalde opleiding voor het doctoraat economische wetenschappen geheel achterwege bleef. Dit vak wordt echter oqk geëxamineerd bij het candidaatsexamen. De doctorandus, die het ingestelde examen afgelegd heeft, heeft voor de bedrij f shuishoudkund e iets in de plaats gekregen, waardoor men zeker niet kan zeggen, dat zijn examen als geheel genomen, lichter was. Volgens de Amsterdamsche faculteit ontbreekt hem echter de volledige staatkundige vorming, omdat hij juridische propaedeuse gemist heeft. Daarbij kan alleei gedacht zijn aan het vak "inleiding tot de rechtswetenschap 11. De Afdeeling erkent, dat het onderwijs in staatsrecht bezwaren zal opleveren, wanneer het niet op onderwijs in dit vak kan voortbouwen, maar deze bezwaren zijn niet onoverkomelijk. Het onderwijs in burgerlijk recht en handelsrecht, dat voor het candidaatsexamen verplicht is, geeft een aanvulling van het juridische deel dezer opleiding, die natuurlijk allerminst volledig is, al ware het alleen omdat procesrecht en strafrecht geheel ontbreken» maar de abituriënt krijgt dan ook niet de bevoegdheden van den doctorandus in de rechtsgeleerdheid, doch slechts de onderwijsbevoegdheden, bedoeld in artikel 22ter Academisch Statuut. Dat hij als doctorandus in de economische wetenschappen een schijn van wetenschappelijkheid zou wekken, die niet gerechtvaardigd is, kan op mjr- rnn A

3. grond van het bovenstaande niet worden volgehouden en waar het examen, waarover de strijd loopt, reeds ruim 15 jaar aan de Rotterdamsche hoogeschool wordt afgenomen en tal van ' : e^liefß : geëxamineerd en door hun promotie blijk van wetenschappelijke vorming hebben gegeven, geeft de Afdeeling in overweging, om het ingestelde beroep ongegrond te verklaren. De Afdeeling merkt nog op» dat Uwe Excellentie vóór 16 Maart e.k., omtrent het ingestelde beroep een beslissing moet nemen. Namens de Afdeeling voornoemd,»voorzitter.»secretaris.

Praeadvies van den heer van der Pot. Aan den heer Voorzitter van de Eerste Afdeeling van den Onderwijsraad. Naar aanleiding van het mij gedane verzoek om van praeadvies te dienen over het bezwaar, door de FACULTEIT DER ECONO MISCHE WETENSCHAPPEN AM DE GEMEENTELIJKE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM ingebracht tegen HET BESLUIT VAN DEN SENAAT DER NEDo ECON.HOOGESCHOOL TE ROTTERDAM tot instelling van en doctoraal EXAMEN IN DE staatkundig-economische richting, heb ik de eer het volgende te berichten. Het gewone doctoraal examen in de economische wetenschappen is thans geregeld in artikel 4, 93» Academisch Statuut, maar 97 maakt de faculteit, zoo noodig vereenigd met een der faculteiten der rechtsgeleerdheid, bevoegd om bovendien andere doctorale examens af te nemen op den grondslag van het in 90 vermelde candidaatsexamen. De Senaat der Rotterdamsche Hoogeschool, die in de&en dezelfde bevoegdheden heeft als een faculteit der economische wetenschappen aan een universiteit, heeft hiervan gebruik gemaakt door de instelling van het bovenbedoelde doctoraal examen, doch de Amsterdamsche economische faculteit verzoekt nu den Minister dit besluit niet goed te keuren, blijkbaar bedoelende het in 97» derden volzin, aangeduide beroep in té stellen, op grond waarvan het besluit aan de Kroon ter vernietiging kan worden voorgedragen. Omtrent het daarvoor aangevoerde motief kan opgemerkt worden, dat het ingestelde examen, evenals dat van 93, twee verplichte en twee keuze-vakken omvat. Het eene verplichte vak is in beide gevallen staathuishoudkunde. Terwijl het examen ingevolge 93 daarnaast bedrijfshuishoudkunde als verplicht vak bezit, treedt bij het ingestelde examen staats- en administratief recht hiervoor in de plaats. De keuzevakken zijn deels dezelfde, deels andere. Men kan niet volhouden, dat op grond daarvan het ingestelde examen lichter Î0U zijn, althans een minder gerechtvaardigde aanspraak kan geven op het doctoraat in de economische wetenschappen. Daarvan zou dus alleen sprake kunnen zijn in verband met het andere verplichte vak. -Nu-