EXAMENPROGRAMMA. Management Diploma('s) Diplomalijn(en) Nemas Basiskennis Management Examen



Vergelijkbare documenten
Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Geen

EXAMENPROGRAMMA. Management Diploma('s) Diplomalijn(en) Nemas Middle Management Examen. Middle Management en Bedrijfsvoering Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Ondernemerschap Diploma('s) Basiskennis Ondernemerschap Financieel Ondernemer Commercieel Ondernemer Examen

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

Basiskennis Management

Basiskennis Management NEMAS

EXAMENPROGRAMMA. Management Diploma('s) Diplomalijn(en) Nemas Advanced Management Examen. Advanced Management Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Secretarieel & Talen Diploma('s)

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Management Diploma('s) Nemas Middle Management Examen. Algemene Managementkennis Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

EXAMENPROGRAMMA. Management Diploma('s) Diplomalijn(en) Nemas HRM Examen. HRM Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Secretarieel & Talen Diploma('s)

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Nemas Middle Management wordt geadviseerd.

EXAMENPROGRAMMA. Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Kostencalculatie niveau 5 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

Middle Management NEMAS

Samenvatting Management & Organisatie Organisatie en personeel

Examenprogramma Ondernemingsrecht 1

Middle Management. Inhoudsopgave. Les 1. Les 3. Les 2. Les 4. Organisaties, een inleiding. Organisaties en hun omgeving (meso - macro)

Proefexamen MANAGEMENT

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

Examenprogramma Communicatieve Vaardigheden 1

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

J. Heijnsdijk BASISKENNIS MANAGEMENT

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Externe Verslaggeving niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI UUR UUR

1 Inleiding: Organisatiekunde in historisch perspectief 15

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens BKL, MPZ, PDL

Inhoud. 5 Bestuur, doelstellingen en bestuurscyclus Strategieformulering Fasen van bestuurscyclus Soorten doelstellingen 90

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

EXAMENPROGRAMMA. Secretarieel & Talen Diploma('s) Diplomalijn(en)

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Jaarrekening niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

woensdag 16 november 2011 Hoofdstuk 9 Structurering

EXAMENPROGRAMMA. Secretarieel & Talen Diploma('s) Diplomalijn(en) Praktijkdiploma Medewerker Secretariaat Examen

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) Examen. Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Bijzonderheden. Pagina 1

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s)

Klassieke scholen: de organisatie is de machine en het management de bestuurder

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Accounting Information Systems niveau 6 Niveau

Inhoud Organisaties en soorten instellingen Kenmerken van een organisatie Profit: winst als doel Non-profit en not-for-profit: ideëel doel

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Ondernemingsrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Ondernemingsrecht niveau 5 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Bedrijfsadministratie niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Loonadministratie Vakopleiding Payroll Services (VPS) Examen Personeel & Organisatie niveau 5 Niveau. Diplomalijn(en) Diploma('s)

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Praktijkdiploma Loonadministratie (PDL ) diploma

8 keer beoordeeld 4 maart 2016

Onderdeel van Praktijkdiploma Boekhouden (PDB ) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Financiële Administratie (FA) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Toetsmatrijs Logistiek supervisor 1

5,7. Samenwerking binnen organisatie: Interne organisatie: taken, functies, procedures en gedragsregels. Functieomschrijving: Werkstructurering:

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Samenvatting M&O Hoofdstukken 1,2,4,5

DEEL SITUERING VAN HET BEGRIP ONDERNEMING...9

1 De leerling kan een bedrijfsorganisatie toetsen aan een historisch kader

Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens 1

Samenvatting M&O Hoofdstuk 1

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) Examen

Inhoud Organisaties en soorten instellingen Kenmerken van een organisatie Profit: winst als doel Non-profit en not-for-profit: ideëel doel

Onderdeel van Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) Examen. Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Veronderstelde voorkennis n.v.t.

5 BELASTINGEN 61 ONDERNEMINGSVORMEN. INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb. afdeling hoofdstuk paragraaf

7,7. Samenvatting door een scholier 1976 woorden 13 juni keer beoordeeld

EXAMENPROGRAMMA. Loonadministratie Vakopleiding Payroll Services (VPS) Examen Personeel & Organisatie niveau 5 Niveau. Diplomalijn(en) Diploma('s)

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 5

Verantwoording bij de zevende druk V Over de auteurs VII Inleiding 1

SPD Bedrijfsadministratie. Antwoordmodel ORGANISATIE & MANAGEMENT MAANDAG 14 DECEMBER UUR

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

ORGANISATIE EN PERSONEEL H1

EXAMENPROGRAMMA. Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingwetgeving niveau 5 Niveau

Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen.

Basiskennis Management

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) Examen. Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Veronderstelde voorkennis n.v.t.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT MAANDAG 3 OKTOBER UUR

Examenprogramma MBA Financiële Rapportage en Analyse 1

Opleidingen Management

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

HUISHOUDELIJK REGLEMENT ASCO 2

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R INTERNE ORGANISATIE

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht

Branchetoetsdocument: Effectief leidinggeven

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 4

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1

6, Inleiding. 1.2 Management. 1.3 Doelstellingen van een organisatie. Samenvatting door een scholier 1195 woorden 16 oktober 2001

Inhoud. Deel 1 Wat is een bedrijf? 17. Inleiding 14

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Bijzonderheden

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5

Samenvatting Management & Organisatie Domein B

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Transcriptie:

EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Management Diploma('s) Nemas Basiskennis Management Eamen Basiskennis Management Niveau vergelijkbaar met mbo 4 Versie 2-0 Geldig vanaf 1-02-15 Vastgesteld op 26-09-13 Vastgesteld door Bestuur Nederlandse Associatie voor Eaminering Veronderstelde voorkennis n.v.t. Pagina 1

Eind- en toetstermen *) = Zie toelichting K = Kennisvragen B = Begripsvragen T = Toepassingsvragen A = Analysevragen 1 Begrippen 1.1 De kandidaat kan de term en het vak management omschrijven. 1.2 De kandidaat kan een aantal basisbegrippen omschrijven.*) 1.3 De kandidaat kan de wisselwerking tussen de organisatie en de interne en eterne omgeving(sfactoren) beschrijven - door de belanghebbenden van een organisatie te noemen; - door de rol van overheid aan te geven; - door een beeld te hebben van de Europese ontwikkelingen; - door de werking van het marktmechanisme te kunnen uitleggen. 1.4 De kandidaat kan de wetgeving, die op alle organisaties van toepassing is, noemen. 1.5 De kandidaat kan de organisatorische, juridische en financiële consequenties van de verschillende bedrijfs- of ondernemingsvormen aangeven. 1.6 De kandidaat kan een onderscheid maken in de hoofdtypen van organisaties. 1.7 De kandidaat kan de ontwikkelingen aangeven, die zich binnen een bedrijfskolom kunnen voordoen. 2 Bestuur- en bedrijfsvoering: doel en beleid *) 2.1 De kandidaat kan de fasen van de bestuurscyclus noemen en aangeven wat de inhoud van de fasen is. 2.2 De kandidaat kan de managementtaken op de verschillende managementniveaus noemen. 2.3 De kandidaat kan de fasen van een rationeel besluitvormingsproces systematisch noemen. 2.4 De kandidaat kan de soorten doelen naar aard en reikwijdte onderscheiden. 3 Planning en procesbeheersing *) 3.1 De kandidaat kan de betekenis van een goede planning aangeven. 3.2 De kandidaat kan de plannen of planning indelen naar termijn of naar de betekenis voor het management. 3.3 De kandidaat kan de te gebruiken hulpmiddelen of technieken bij de planning noemen en omschrijven. 4 Organiseren *) 4.1 De kandidaat kan de arbeidsverdeling binnen een organisatie vormgeven naar werkzaamheden, taken en functies. 4.2 De kandidaat kan de belangrijke motieven bij de organisatie-opbouw noemen. 4.3 De kandidaat kan de betekenis en de aard van de verticale en horizontale taakverdeling binnen een organisatie aangeven. 4.4 De kandidaat kan de begrippen spanwijdte en omspanningsvermogen binnen een specifieke organisatie toelichten. 4.5 De kandidaat kan de voordelen en nadelen van de belangrijkste organisatiestelsels aangeven. 4.6 De kandidaat kan op grond van verstrekte gegevens een eenvoudig organisatieschema lezen en interpreteren. 5 Communicatie *) 5.1 De kandidaat kan de inhoud en onderdelen van het communicatieproces binnen een organisatie noemen. 5.2 De kandidaat kan de kenmerken en vormen van schriftelijke communicatie aangeven. 5.3 De kandidaat kan de verschillende vergaderingstypen noemen. 5.4 De kandidaat kan de mogelijkheden tot besluitvorming noemen. 5.5 De kandidaat kan de taken van een voorzitter noemen. 6 Inschakelen medewerkers en personeelsbeleid *) Basiskennis Management Pagina 2

*) = Zie toelichting K = Kennisvragen B = Begripsvragen T = Toepassingsvragen A = Analysevragen 6.1 De kandidaat kan het belang en de inhoud van een arbeidsovereenkomst aangeven. 6.2 De kandidaat kan de factoren die een rol spelen bij het ziekteverzuim binnen een organisatie noemen. 6.3 De kandidaat kan de kenmerken van de verschillende stijlen van leiderschap noemen. 6.4 De kandidaat kan de mogelijke rangorde in behoeften en motieven beschrijven. 6.5 De kandidaat kan de kenmerken, de voordelen en de nadelen van de belangrijkste loonstelsels noemen. 6.6 De kandidaat kan de functie, werkwijze en valkuilen van belangrijke gesprekken met medewerkers geven. 6.7 De kandidaat kan de manieren van personele werving voor de organisatie noemen. 6.8 De kandidaat kan de opbouw van een personeelsadvertentie noemen. 7 Marketing en de commerciële functie *) 7.1 De kandidaat kan de ontwikkeling in de marketing met betrekking tot de elementen product, verkoop, markt en klant geven. 7.2 De kandidaat kan elementaire marketingbegrippen noemen in een specifieke situatie. 7.3 De kandidaat kan onderdelen van de marketingmi noemen. 7.4 De kandidaat kan de hoofddoelen en de inhoud van de commerciële beleidskeuzes aangeven. 7.5 De kandidaat kan de concurrentie- of marktvormen noemen. 7.6 De kandidaat kan de inhoud en de gevolgen van het begrip marktsegmentatie beschrijven. 7.7 De kandidaat kan de hoofdtypen van marktonderzoek noemen. 7.8 De kandidaat kan de dienstverlenende instellingen op marketinggebied noemen. 8 Productie en de logistieke functie *) 8.1 De kandidaat kan de onderdelen van het productieproces noemen. 8.2 De kandidaat kan de productievormen noemen. 8.3 De kandidaat kan de doelen en de inhoud van de productiefunctie aangeven. 8.4 De kandidaat kan de doelen, onderdelen en de inhoud van de logistieke functies aangeven. 9 Kosten en de financiële functie *) 9.1 De kandidaat kan de onderdelen van een balans- en eploitatierekening toelichten. 9.2 De kandidaat kan de functies en onderdelen van de jaarrekening noemen. 9.3 De kandidaat kan de gangbare methoden tot kostenverbijzondering toelichten. 9.4 De kandidaat kan een eenvoudige break even-analyse toelichten. 9.5 De kandidaat kan een eenvoudige verschillen- of budgetanalyse toelichten. 9.6 De kandidaat kan de Wet op de Jaarrekening, met de gevolgen op het terrein van het jaarverslag, de accountantscontrole en de relatie met de ondernemingsvormen aangeven. Basiskennis Management Pagina 3

Toelichting op toetstermen Toetsterm Toelichting 1.2 Organisatie, bedrijf, onderneming - Macro, meso, micro-omgeving Eenmanszaak, maatschap, vof, cv - BV, NV, Coöperatieve vereniging Stichting - Vereniging Aansprakelijkheid - Organen binnen NV/BV Directe omgeving - Indirecte omgeving Stakeholders - Primaire proces Transformatieproces - Profit en non-profit organisatie Omgevingsfactoren - Producent en consument Secundaire sector - Tertiaire sector Quartaire sector - Bedrijfskolommen en bedrijfstak 1.4 Wet op de Ondernemingsraden met betrekking tot de bevoegdheden van de ondernemingsraad, de Wet Economische Mededinging wat betreft kartels (Verbodswetgeving), Arbo-wetgeving 2007 en de ondernemingswetgeving wat betreft de reguliere ondernemingsvormen. 1.6 Het betreft de volgende hoofdtypen van organisaties: de indeling in formele en informele organisatie, de indeling volgens de theorie van Mintzberg (simpele structuur, divisiestructuur, professionele bureaucratie, adhoc-cratie, machinebureaucratie), de indeling in profit organisaties en non-profitorganisaties, de indeling in publieke en private organisaties, de indeling in lijnorganisatie, lijnstaforganisatie, matri-organisatie, projectorganisatie en entente organisatie. 1.7 Het betreft de volgende ontwikkelingen: differentiatie, integratie, parallellisatie en specialisatie. 2.1 Het uitvoeren van een SWOT-analyse, het bepalen van de levenscyclus van het product en het portfolio management (BC-matri). 2.2 Het betreft de volgende managementtaken: Op strategisch niveau: het formuleren van de hoofddoelstellingen, de visie en de missie. Het naar buiten treden in geval van crisis en bijzondere gebeurtenissen. Op tactisch niveau: het formuleren van het beleid. Op operationeel niveau: het plannen en het aansturen van de dagelijkse activiteiten. 2.3 Het betreft de volgende fasen: voorlopige probleemstelling, de diagnose en informatieverzameling, de definitieve probleemstelling, ontwikkelen van alternatieven, afwegen van alternatieven, de selectie van de gewenste handelswijze en de evaluatie. De systematiek zit in de vaste opeenvolging van de verschillende fasen. 2.4 Het betreft de doelstellingen naar strategische, tactische en operationele aard en de indeling in lange termijn (langer dan vijf jaar), middellange termijn (1 tot 5 jaar) en korte termijn (korter dan een jaar).begrippen als hoofddoelen en afgeleide doelen. 3.2 Het betreft lange termijn planning, middellange termijn planning en korte termijn planning. De indeling strategische planning (door de directie), tactische planning (door middle managers) en operationele planning (teammanagers). 3.3 Het betreft de volgende hulpmiddelen: planbord, Gantt Chart, Netwerkplanning (Kritieke Padmethode), het geven van feedback en feed forward, controle en evaluatie. 4.1 Het gaat om de volgende aspecten: activiteiten, taken (en taakomschrijving), functies (en functiebeschrijvingen), formele en informele organisatie, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in de organisatiestructuur, hiërarchie in de organisatie, verticale taakverdeling, horizontale taakverdeling. 4.2 De motieven betreffen het bestuursmotief, sociaal motief, kostenmotief en het maatschappelijk motief. 4.3 Het betreft hier de taakspecialisatie en eenheid van leiding en eenheid van bevel, taakverdeling naar functie, taakverdeling naar product, taakverdeling naar geografisch gebied, taakverdeling naar de markt. 4.5 Het betreft de voor- en nadelen van de volgende organisatietypen: lijnorganisatie, lijnstaforganisatie, divisieorganisatie, projectorganisatie. 4.6 Het gaat hier om de volgende relaties: lijnrelatie (bevelsrelatie), stafrelatie, functionele relatie en bevoegdheid, horizontale en hiërarchische relatie en het vaststellen wat een steile en een platte organisatie is. 5.1 Het gaat om de volgende onderdelen: informatie, formele en informele communicatie, zender en ontvanger, ruis en boodschip, verbale communicatie, non-verbale communicatie. Basiskennis Management Pagina 5

Toetsterm Toelichting 5.2 Het gaat om de volgende vormen van schriftelijke communicatie: brief, e-mail, schriftelijke media (magazine, kranten en vakbladen), nota, agenda, convocatie. 5.3 Het gaat om de volgende vergadervormen: besluitvormende vergadering, instructieve vergadering, overlegvergadering, telefonisch vergaderen, vergaderen via een skypesysteem en vergaderen in de vorm van een brainstorm. 5.4 Het gaat om de volgende besluitvormingsmethoden: besluiten met meerderheid van stemmen, beslutien met een gekwalificeerde meerderheid, besluiten met consensus besluiten met algemene stemmen. Naar de vorm: stemming door handopsteken, door middel van stemkaarten, hoofdelijke stemming, stemmen met een stemcomputer en schriftelijke stemming. 5.5 De taken van de voorzitter betreffen: het plannen van de vergadering, het leiden van de vergadering, toezicht houden op de actielijst, nakijken van de notulen. Bij de arbeidsovereenkomst gaat het om de verrichte arbeid, de beloning en de gezagsrelatie. Het belang van een arbeidsovereenkomst zit in de zekerheid die de arbeidsovereenkomst biedt 6.1 voor werkgever en werknemer. Het gaat om kenmerken van de volgende theorieën: de theorie van McGregor (X en Y), de theorie van Blake en Mouton (the managerial grid), autoritair leiderschap, consultatief leiderschap, democratische leiderschap, participatief leiderschap en fleibel leiderschap. De verschillende management by technieken (Management by Objectives, Management by Autorithy, Management by Eception, Management by Walking Around, Management by Chaos, 6.3 Management by Direction) en Management by Delegation. Het gaat om de theorie: Motivatie - Behoeftepiramide van Maslow. Het gaat om onderwerpen als 6.4 taakroulatie, taakverruiming, taakverrijking en autonome groepen. Het gaat om de volgende loonstelsels: tijdloonstelsel, stukloonstelsel, premieloon, 6.5 premieloonstelsel van Halsey Het gaat om de volgende gespreksvormen: werkoverleg, sollicitatiegesprek, beoordelingsgesprek, functioneringsgesprek, disciplinair gesprek en slechtnieuwsgesprek. Het 6.6 gaat om de volgende valkuilen: het horn effect en het halo effect. De manieren van personele werving betreffen advertenties in media (zoals kranten en vakbladen), interne werving, vacaturesites, wervingsbureaus (uitzendbureau's en headhunters), eigen medewerkers die nieuwe collega's werven, netwerken (via social media), adverteren via het internet, vacatures op de eigen website, banenmarkten, sollicitanten in portefeuille, reclame op 6.7 bedrijfsauto's en het benaderen van concurrenten. Dit betreft de begrippen productontwikkeling, penetratie, diversificatie en marktontwikkeling 7.1 (Theorie van Ansoff), omzet en marktaandeel en doelgroep Dit betreft de begrippen omzet, marktaandeel en doelgroep, soorten goederen (convenience 7.2 goods, shopping goods, speciality goods en unsought goods) en diensten. 7.3 Dit betreft de marketingmi: Productbeleid, Prijsbeleid, Promotiebeleid, Plaats van distributie. 7.4 Het gaat om de theorie van Ansoff en het Vijf krachtenmodel van Porter. Dit betreft de marktvormen: monopolie, oligopolie, monopolistische concurrentie en volledige vrije 7.5 mededinging. De indeling in concrete en abstracte markt. De hoofdtypen van marktonderzoek betreffen het kwalitatief marktonderzoek en het kwantitatief 7.7 marktonderzoek. Het deskresearch en het fieldresearch. De dienstverlenende instellingen op marketinggebied zijn de Kamers van Koophandel, EIM en 7.8 CBS. 8.1 De onderdelen betreffen de creatie- en maakfunctie, research en development. De productievormen betreffen stukproductie, serie-stukproductie, serie-massaproductie, massaproductie, procesproductie. De productievormen convergentie, divergentie en parallel. De 8.2 begrippen routing en lay-out. Het gaat om de doelstellingen betreffende de goederenstroombeheersing (zoals het vermijden 8.3 van buffervoorraden tijdens de productie), doorlooptijden, levertijden en kwaliteit. Het gaat om de logistieke functies materials management en fysieke distributie. Het gaat om de volgende voorraadtypen: strategische voorraden, techniische voorraen, economische voorraden, 8.4 ontkoppelvoorraden en speculatieve voorraden. Basiskennis Management Pagina 6

Toetsterm Toelichting 9.1 De onderdelen van een balans betreffen de indeling in vaste activa, vlottende activa, liquide middelen, eigen vermogen, vreemd vermogen (kort en lang), de verschillende reserves en de voorzieningen. Bij de eploitatierekening gaat om de verschillende kosten en opbrengsten. Het betreft hier de doelstelling dat de jaarrekening informatie geeft aan belanghebbenden zodat zij in staat zijn een oordeel te vormen over het vermoegen en het resultaat van een onderneming 9.2 alsook over de liquiditeit en de solvabiliteit. Het gaat hier om de opslagmethoden (primitief en verfijnd), de kostenplaatsenmethode en de 9.3 ABC-methode (Activity Based Costing) 9.4 Het gaat hier om de toelichting van het Break Even-point. 9.5 Het gaat hier om de begrippen: begroting, budget, kostprijs, budgetverschil, prijsverschil, hoeveelheidsverschil, bezettingverschil, de kostencategorieën en de indeling in constante en variabele kosten. Basiskennis Management Pagina 7

Diplomalijn Eindterm Toetsterm(en) %age vragen min TOETSMATRIJS Management Diploma Nemas Basiskennis Management Eamen Basiskennis Management Versie 2-0 Geldig vanaf 1-2-2015 Vastgesteld op 26-9-2014 Vastgesteld door Bestuur Nederlandse Associatie voor Eaminering Toetsvorm online eamen Toetsduur 1 uur Totaal aantal vragen 40 Toegestane hulpmiddelen %age vragen ma Vraagsoort 1 1.1 t/m 1.7 10 12,5 gesloten vragen 2 2.1 t/m 2.4 10 10 gesloten vragen 3 3.1 t/m 3.3 7,5 7,5 gesloten vragen 4 4.1 t/m 4.6 12,5 12,5 gesloten vragen 5 5.1 t/m 5.5 10 10 gesloten vragen 6 6.1 t/m 6.8 12,5 15 gesloten vragen 7 7.1 t/m 7.8 12,5 15 gesloten vragen 8 8.1 t/m 8.4 7,5 7,5 gesloten vragen 9 9.1 t/m 9.7 10 10 gesloten vragen Totaal (met een marge van plus of min 5%) 70 25 5 Pagina 7