RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren



Vergelijkbare documenten
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Hof Leeuwarden, 12 november 2003; Val van paard, kind jonger dan 14 jaar, volledige schadeloosstelling.

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

Hof Arnhem 6 januari 2004: Manege aansprakelijk voor letsel door trap van paard

Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Hoefsmeden Kennisevent

Instantie. Onderwerp. Datum

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

ECLI:NL:RBGEL:2016:7162

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober Rapportnummer: 2014 / /139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Aansprakelijkheid voor robots en algoritmes. Eric Tjong Tjin Tai Private Law, Tilburg Law School 12 mei 2017

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden.

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari Rapportnummer: 2014/010

Civiele Procespraktijk

ECLI:NL:RVS:2016:2348

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november Rapportnummer: 2011/346

Trainingsovereenkomst Stal Vreedenburgh

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

ECLI:NL:RBGEL:2016:3424

Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: Zitting van:

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Pensionstalling Overeenkomst Stal Vreedenburgh


Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen?

AGA International SA, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar.

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Beoordeling Bevindingen

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

Beoordeling. h2>klacht

Aansprakelijkheid op het ijs

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus De procedure Sector civiel recht

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

ECLI:NL:RBDHA:2015:5044

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V., handelend onder de naam [Y],

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Een onderzoek naar het door het Centraal Justitieel Incassobureau terugstorten op een verkeerde rekening van een ten onrechte geïnd geldbedrag.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari Rapportnummer: 2014/004

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

CONTRACT VOOR HALVE STAL

Hoge Raad der Nederlanden

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBZWB:2015:7148

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

Hof van Cassatie van België

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

ANONIEM BINDEND ADVIES

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

Juridische aspecten van verantwoord gebouwonderhoud. Boekel De Nerée Maurits Mazel Congres verantwoord gebouwonderhoud 16 mei 2013

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Hof van Cassatie van België

t twaalfuurtje van deze week 12 november 2014

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/093

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197

Artikel 185 WW. Spoorboekje

Zaaknummer : S21-77 Datum uitspraak : 16 maart 2017 Plaats uitspraak : Zeist

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

Roliene Fluit S Privaatrechtelijke scriptie ter afronding van de master Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Algemene Voorwaarden Van Ekelen & Poort advocaten & mediators

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/ FA RK ; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

Schaderegeling schuldloze derde

De derde-belanghebbende in het algemeen, inclusief. aandacht voor de huurder. Monique Rus-van der Velde. Presentatie VVOR 15 september 2015

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

Transcriptie:

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De risico-aansprakelijkheid voor dieren is neergelegd in artikel 179 van het zesde boek van het Burgerlijk Wetboek (verder: artikel 6:179 BW). In dit artikel wordt bepaald dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade. De eigenaar van een dier kan meestal worden aangemerkt als de bezitter van een dier. Het betreft hier een zogenaamde risico-aansprakelijkheid voor de bezitter van een dier nu het enkele feit dat men als bezitter van een dier kan worden aangemerkt, maakt dat men aansprakelijk is voor de door het dier veroorzaakte schade, ook al valt deze bezitter niets te verwijten en lag het niet in zijn macht om te voorkomen dat het dier schade zou veroorzaken. Het is dan ook een zeer vergaande aansprakelijkheid. De gedachte hierachter is volgens de wetsgeschiedenis 1 dat de aansprakelijkheid behoort te rusten op iemand die vanuit de positie van het slachtoffer gezien gemakkelijk is op te sporen. De bezitter van een dier die dit risico niet wenst te dragen, kan zich vervolgens tegen deze aansprakelijkheid verzekeren. II. Vereisten voor risico-aansprakelijkheid Voor aansprakelijkheid op basis van artikel 6:179 BW is het vereist dat de schade door het dier zelfstandig is aangericht. De schade dient te zijn veroorzaakt door een eigen activiteit van het dier; het gaat hierbij om het onberekenbare element dat in de eigen energie van het dier besloten ligt. Indien een paard bijvoorbeeld handelt zoals de ruiter van hem verlangt en door dit handelen schade veroorzaakt, dan is er géén sprake van het door een paard zelfstandig veroorzaken van schade nu het paard door de ruiter werd bereden. Het hoeft evenwel ook weer niet te gaan om gedrag dat door het dier is bedoeld. Voldoende is dat het niet gaat om gedrag van het dier dat volledig door een mens is gestuurd. Zo werd bijvoorbeeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in een uitspraak van 9 januari 2013 geoordeeld dat het struikelen van een paard wordt beschouwd als door het dier aangericht. 2 1 Memorie van Antwoord II, Parlementaire Geschiedenis, Boek 6, pagina 745. 2 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 januari 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:2504. 1

Een klassiek geval van risico-aansprakelijkheid voor dieren volgt uit een arrest van de Hoge Raad van 27 april 2001 3, welk arrest ook wel bekend staat als het Donkers/Scholten arrest. In deze zaak was dierenarts Scholten op het bedrijf van Donkers om de paarden van Donkers in te enten tegen tetanus en influenza. Na drie paarden te hebben ingeënt ging Scholten de stal van het vierde paard binnen, een 4-jarige E-pony. Scholten zag dat het paard erg gespannen was en ging als voorzorgsmaatregel een neuspraam halen. Toen hij terugkwam en de stal weer binnen wilde gaan, ging het paard echter geheel onverwacht door het lint en bracht Scholten ernstig letsel toe. In deze zaak was voldaan aan alle vereisten voor risico-aansprakelijkheid op basis van artikel 6:179 BW, nu de E-pony de schade geheel zelfstandig aan Scholten had toebracht. Het onberekenbare element dat in de eigen energie van een dier besloten ligt, was hier duidelijk aanwezig, nu de E-pony volstrekt onberekenbaar en onverwacht handelde. Nu Donkers in deze zaak tevens de bezitter van de E-pony was (hij was namelijk de eigenaar), rustte op hem dan ook de aansprakelijkheid voor de door dit paard aan Scholten toegebrachte letsel. III. Ontsnappingsmogelijkheid Artikel 6:179 BW kent echter een ontsnappingsmogelijkheid voor de bezitter van een dier aan aansprakelijkheid. Het artikel bepaalt namelijk dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade, tenzij hij niet onrechtmatig zou handelen (waardoor hij tot schadevergoeding verplicht zou zijn) indien hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd veroorzaakt in zijn macht zou hebben gehad. Het gaat hier om de controle van de bezitter op het dier op het tijdstip van het ontstaan van de schade. Er wordt uitgegaan van een hypothetische situatie waarin de bezitter de gedraging van het dier waardoor schade werd veroorzaakt zou hebben toegelaten. De bezitter gaat slechts vrijuit indien hij in dat geval niet onrechtmatig zou hebben gehandeld. Een welbekend arrest van de Hoge Raad waarin op basis van deze tenzij-clausule werd geoordeeld dat een bezitter van een dier niet aansprakelijk was voor de door het dier aangerichte schade is het arrest van 24 februari 1984 4, welk arrest ook wel bekend staat als het Zeug Geel-113 arrest. 3 Hoge Raad 27 april 2001, NJ 2002 / 54 (Donkers / Scholten). 4 Hoge Raad 24 februari 1984, NJ 1984 / 415 (Zeug Geel-113). 2

In deze zaak was er sprake van het ontsnappen van enige varkens die in eigendom toebehoorden aan Swinkels. Een zeug met het oormerk Geel-113 kwam vervolgens in aanraking met de varkens van de buurman van Swinkels; Bardoel. Later bleek dat Zeug Geel-113 op dat moment een besmettelijke ziekte had die zij over had gebracht op de varkens van Bardoel. Als gevolg daarvan sprak Bardoel Swinkels aan tot schadevergoeding. In het algemeen kan het overslaan van een besmetting van het ene dier op het andere dier niet worden aangemerkt als een eigen gedraging van een dier, in die zin dat een dier zelfstandig (met eigen energie ) schade veroorzaakt. Nu Zeug Geel-113 echter geheel zelfstandig was uitgebroken en bij de varkens van Bardoel was gekomen, was er wel sprake van een gedraging. In beginsel rustte op Swinkels als bezitter van Zeug Geel-113 (hij was de eigenaar) dan ook de aansprakelijkheid voor de door dit dier veroorzaakte schade. De Hoge Raad oordeelde echter op basis van de hiervoor genoemde tenzij-clausule dat Swinkels toch niet aansprakelijk was. Swinkels was alleen aansprakelijk indien hij ook aansprakelijk zou zijn geweest (wegens onrechtmatig handelen) als hij de gedraging van Zeug Geel-113 in zijn macht zou hebben gehad en deze gedraging zou hebben toegelaten. Dit was volgens de Hoge Raad niet het geval aangezien Swinkels niet kon worden verweten dat hij het overdragen van de besmetting had veroorzaakt indien hij zelf Zeug Geel-113 bij de varkens van Bardoel had gebracht, omdat hij niet van de besmettelijke ziekte op de hoogte was. Alhoewel in deze zaak Swinkels niet aansprakelijk werd geacht voor de door Zeug Geel-113 veroorzaakte schade, zal de bezitter van een dier in de meeste gevallen geen geldig beroep kunnen doen op de tenzij-clausule en toch aansprakelijk zijn voor de door het dier veroorzaakte schade. Indien een paard bijvoorbeeld een voorbijganger raakt met zijn benen, dan zal de bezitter van dit paard in het hypothetische geval dat hij deze gedraging in zijn macht heeft, gewoon moeten voorkomen dat het paard de voorbijganger zal trappen, wil hij niet onrechtmatig handelen. IV. Bedrijfsmatig gebruik van paarden Worden dieren echter in de uitoefening van een bedrijf gebruikt dan rust de risicoaansprakelijkheid voor de door een dier veroorzaakte schade op degene die dit bedrijf uitoefent en niet op de bezitter van het dier. Dit volgt uit artikel 181 van het zesde boek van het Burgerlijk Wetboek (verder: artikel 6:181 BW). Er treedt op basis van dit artikel een verschuiving van aansprakelijkheid op. De gedachte hierachter is blijkens de 3

wetsgeschiedenis 5 dat de aansprakelijkheid zo wordt geconcentreerd bij de feitelijke gebruiker van het dier en daar als bedrijfsrisico wordt aangemerkt. Nu zal in veel gevallen de vraag gaan spelen of er sprake is van bedrijfsmatig gebruik van een dier. Uit de wetsgeschiedenis 6 volgt dat onder bedrijfsmatig gebruik van dieren in ieder geval géén dieren vallen die iemand in de uitoefening van zijn bedrijf enkel voor een ander bewaart of vervoert. Indien bijvoorbeeld iemand een pensionstalling houdt waar paarden van derden louter worden gestald dan is er geen sprake van het bedrijfsmatig gebruiken van deze paarden en is de pensionhouder ook niet aansprakelijk indien één van deze paarden schade veroorzaakt. In dit geval rust de aansprakelijkheid op de bezitter van het dier. Zo oordeelde ook de Rechtbank s-hertogenbosch in een uitspraak van 22 april 2009 7. Van bedrijfsmatig gebruik van een dier zal eerder sprake zijn wanneer men een dier exploiteert dan wel indien een dier een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de bedrijfsvoering. Een voorbeeld van bedrijfsmatig gebruik volgt uit een arrest van de Hoge Raad van 1 april 2011 8, ook wel bekend als het Loretta-arrest. In deze zaak raakte een kind ernstig gewond aan haar gezicht door een trap van het paard Loretta. Het ongeval vond plaats op een manege waar het paard door een derde tegen betaling werd ondergebracht ter belering (trainen, africhten en zadelmak maken). De Hoge Raad was van oordeel dat er hier sprake was van bedrijfsmatig gebruik in de zin van artikel 6:181 BW. Een ander voorbeeld van bedrijfsmatig gebruik volgt uit een arrest van het Gerechtshof Leeuwarden van 28 februari 2012 9. In deze zaak werd een bij een manege door een derde gestald paard vervoerd om vervolgens te worden gefilmd voor een door de manege georganiseerde veiling. Bij het uit de trailer halen van het paard liep een werkneemster van de manege een polsblessure op. Het Gerechtshof was van oordeel dat er hier sprake was van bedrijfsmatig gebruik in de zin van artikel 6:181 BW. Er was immers sprake van meer dan het louter voor een derde stallen of vervoeren van het paard. 5 Memorie van Antwoord II, Parlementaire Geschiedenis, Boek 6, pagina 746. 6 Memorie van Antwoord II, Parlementaire Geschiedenis, Boek 6, pagina 747. 7 Rechtbank s-hertogenbosch 22 april 2009, zaaknummer 174253 / HA ZA 08-819. 8 Hoge Raad 1 april 2011, LJN:BP1477 (Loretta) 9 Gerechtshof Leeuwarden 28 februari 2012, LJN:BV7349 4

In een zaak waarin de Rechtbank Oost-Brabant op 27 februari 2014 uitspraak deed 10, werd evenwel weer geconcludeerd dat er geen sprake was van bedrijfsmatig gebruik in de zin van artikel 6:181 BW. In deze zaak werd een werkneemster van een manege tegen haar knie getrapt door een paard dat aldaar door een derde was gestald, waardoor zij letsel opliep. De werkneemster sprak de eigenaresse van het paard aan op grond van artikel 6:179 BW. De eigenaresse verweerde zich met een beroep op artikel 6:181 BW. Volgens haar gebruikte de manege het paard bedrijfsmatig en was zij daardoor van haar aansprakelijkheid bevrijd. Hieraan legde zij ten grondslag dat de werkneemster haar gedurende de periode dat het paard bij de manege gestald stond tegen betaling enkele keren per week les had gegeven bij het berijden en trainen van het paard. De eigenaresse was van mening dat deze situatie vergelijkbaar was met de situatie die speelde in het Loretta-arrest. De Rechtbank oordeelde echter dat dit niet het geval was, omdat (1) de eigenaresse het paard niet bij de manege had ondergebracht met de opdracht het tegen betaling te beleren doch louter om het tegen betaling te stallen en (2) dat de eigenaresse er uitdrukkelijk voor had gekozen om het paard zelf te beleren in welk kader zij een aantal lessen bij de manege had genomen. De werkneemster beleerde het paard dus niet zelf maar gaf aan de eigenaresse instructies over hoe zij haar paard zelf kon beleren. De bemoeienis van de manege ging volgens de Rechtbank dan ook minder ver dan in het Loretta-arrest het geval was, zodat er volgens haar ook geen sprake was van bedrijfsmatig gebruik in de zin van artikel 6:181 BW. De eigenaresse bleef dus op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk voor de door het paard bij de werkneemster veroorzaakte schade. Indien er door een paard op een bedrijf schade wordt veroorzaakt zal het dus van de omstandigheden van het geval afhangen of er sprake is van het bedrijfsmatig gebruik in de zin van artikel 6:181 BW als gevolg waarvan er een verschuiving van aansprakelijkheid kan optreden van de bezitter van het dier naar de bedrijfsmatig gebruiker. V. Conclusie Uit bovenstaande volgt dat de risico-aansprakelijkheid voor dieren een zeer vergaande aansprakelijkheid is. Het enkele feit dat men als bezitter van een dier kan worden aangemerkt, hetgeen meestal de eigenaar van het dier is, maakt dat men aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade ook al valt deze bezitter niets te verwijten en had hij de gedraging van het dier niet in zijn macht. Voor bezitters van dieren is het dan ook zeer van belang om voldoende verzekerd te zijn voor door het dier veroorzaakte schade. Maar 10 Rechtbank Oost-Brabant 27 februari 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:868. 5

ook de bedrijfsmatig gebruiker van een dier dient alert te zijn op eventuele aansprakelijkheden, nu er een verschuiving van aansprakelijkheid kan optreden van de bezitter van een dier naar de bedrijfsmatig gebruiker indien het dier door deze in de uitoefening van het bedrijf wordt gebruikt, in welk geval het ongeval als een bedrijfsrisico wordt aangemerkt. Zowel particulieren als bedrijven doen er dan ook goed aan om zich voor eventuele aansprakelijkheden afdoende te verzekeren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mr. V. Zitman van Schelstraete Advocaten, bereikbaar via e-mail: info@schelstraete.nl of telefoonnummer: 013-5114420. 6