De rol van het ministerie van Infrastructuur en Milieu bij innovatie in de maritieme sector. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid



Vergelijkbare documenten
Evaluatie van de nota Zeehavens: ankers van de economie

Advies te hanteren discontovoet bij de Life Cycle Cost analyse. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Belastingen en heffingen in de luchtvaart. Sam envatting

Nederland: de Maritieme Wereldtop

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting. De relaties tussen de zeevaart en de maritieme cluster zijn op basis van deze twee vormen van clustering verder uitgewerkt.

Amsterdamse haven en innovatie

Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 18. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Maarten Kansen

Scheepsbouw in de Delta Sterk in Techniek en Logistiek. Sjef van Dooremalen 12 maart 2012

Monitoringskader Nationale Databank Wegverkeersgegevens

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Historie maritieme sector

Naar duurzaam w egverkeer in Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Bijeenkomst MKB Infra en Rijkswaterstaat. Guido Hagemann/Arnold Breur 7 juni 2018

Rekenen met beleid. Anders omgaan met verkeersmodellen. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Multimodale achterlandknooppunten in Nederland

De Nederlandse Maritieme Cluster High Tech, Hands On

AcW-2007/ 215* ADVI ES OVER DE W ATERVI SI E. 1. Aanleiding

Workshop Leertuin Maritieme Economie. 23 november 2016

Wind op zee en India. 11 December, Ir. Leon Wijshoff

Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren?

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

De OMC peer review van België. Dr Patries Boekholt Managing Director Technopolis Group

Ambities kabinet voor de zeevaart vragen om extra inspanningen

Baten transportinfrastructuur na Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Indicatoren landzijdige bereikbaarheid mainports

Topsectoren. Hoe & Waarom

2018 > DE BOUW BEHOEFT EEN MINDSET.

Analyse Prinsjesdag 2016 Troonrede & Miljoenennota

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit Subsidieprogramma walstroom zeehavens

Het creëren van een innovatieklimaat

O tn N. Aan de leden van de Raad

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

Second opinion kosten en baten capaciteitsverruim ing Maasgeul. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke

Achterlandcongestie en de rol van vervoer over water voor mainport Roterdam

STRATAEGOS CONSULTING

Samenvatting Samenvatting

SUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS!

Bezoekadres Statenlaan LA 's-hertogenbosch 2500 BH Den Haag

Arbeidsm arktbrief I nleiding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

The Netherlands of

Kansen voor topsector HTSM:

Behoefteonderzoek Maritieme maatlatten Maritiem Innovatie Impuls Project. Juni 2015, Michaela Scholl e.a.

Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet

Spreektekst minister Schultz bij jaarvergadering KVNR, 13 november in Rotterdam. [Mw. T. Netelenbos heeft eerst woord van welkom)

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

N EDERLANDSE SAMENVATTI NG

Vernieuw ing arboinfrastructuur PBPE. Op weg naar een healthy com pany. Frank Frijns

LNG en Scheepvaart. Martin Quispel. Zwijndrecht 24 februari 2017

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Sterker, Slimmer, Schoner

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

VISIEdocument. Innovatie in de bouw. April 2009


AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

INGEKOMEN STUKKEN (EXTERNE BRIEVEN t/m 31 januari 2013)

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Tweede evaluatie Pieken in de Delta

G roen Verhuur B.V. Jaar 2012 Mutatie 2011 Mutatie Vaste activa , ,

Nieuwe bedrijvigheid. Flevokust Lelystad. unieke multimodale situering. Lokale ontwikkeling. 115 hectare havengebonden bedrijventerrein

Maritieme ontwikkelingen vanuit de maritieme logistieke keten en de wind op zee keten.

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Duurzame kennis door publiek-private samenwerking. Annet Zweep Directie Agrokennis

autonoom varende schepen, op afstand bewaakte of bestuurde schepen, onbemand varende schepen

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

+HWQHROLEHUDOHEHOHLGYDQ%ULQNKRUVW HQGHRQWZLNNHOLQJVODQGHQ

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Behandeld door Fieke Rijkers Doorkiesnum m er

Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart

KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity BM-Support.org STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT

Technologieontwikkeling in de wegenbouw

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext

Evidence-based policy: over de relatie tussen zeevaart en andere maritieme sectoren

LJN: BU8010,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, Awb 11 / 3823, 11 / 3834, 11 / 3835, 11 / 3836, 11 / 3837, 11 / 3838, 11 / 3839 Datum

Inleiding MCN. Cees van Duyvendijk, Voorzitter Bestuur MCN Maritime Maintenance Conferentie, Den Helder 28 november

Het Bedrijfslevenbeleid

containerisatie Wat is het?

Belastingen en heingen in de luchtvaart. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Port Waste Catch Innovatiever. Schoner. Duurzamer. Make it happen.

Ver weg maar toch dichtbij

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

Copernicus Institute of Sustainable Development. Koe en klimaat. Dr. Jerry van Dijk Dr. Karin Rebel. Copernicus Institute of Sustainable Development

Kosten-batenanalyse bij integrale gebiedsverkenningen

Werken bij Havenbedrijf Amsterdam

The digital transformation executive study

Tuinbouwakkoord. Preambule

Second opinion op de beleidsdoorlichting van Artikel 17 Luchtvaart

Transcriptie:

De rol van het ministerie van Infrastructuur en Milieu bij innovatie in de maritieme sector Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

De rol van het m inisterie van I nfrastructuur en Milieu bij innovatie in de m aritiem e sector Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Maarten Kansen Pieter Wouters Joost Kolkm an decem ber 2011

Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid ( KiM) m aakt analyses van m obiliteit die doorw erken in het beleid. Als zelfstandig instituut binnen het m inisterie van I nfrastructuur en Milieu ( I enm) m aakt het KiM strategische verkenningen en beleidsanalyses. De inhoud van de publicaties van het KiM behoeft niet het standpunt van de m inister en/ of de staatssecretaris van I enm w eer te geven.

I nhoud Sam envatting 5 1 I nleiding 9 1.1 Aanleiding onderzoek 9 1.2 Onderzoeksvraag, afbakening en aanpak 10 2 I nnovatie: begrippen en system en 1 3 2.1 Begrippenkader innovaties 13 2.2 I nnovatiesystem en 14 2.3 I nnovatie in econom isch slechtere tijden 15 3 Algem ene beschrijving van het m aritiem e innovatiesysteem 1 7 3.1 De structuur van het innovatiesysteem voor zeevaart, zeehavens en binnenvaart 17 3.2 Kenm erken van het m aritiem e innovatiesysteem 19 3.3 Huidig innovatiebeleid 21 3.4 De rol van subsidieverstrekker is niet de enige rol 23 4 De innovatiefuncties in de m aritiem e sector 2 5 4.1 Inleiding 25 4.2 Functioneert het innovatiesysteem? 25 5 I nnovatierollen van I enm in de m aritiem e transportsector 3 1 5.1 Rollen voor de overheid bij innovatie 31 5.2 Mix van I enm-rollen 33 6 Algem ene lessen voor de overheid 3 5 Sum m ary 39 Literatuur 43 Bijlage A Overzicht subsidieregelingen in de m aritiem e sector 4 7 Bijlage B Rollen Verkeer en W aterstaat 4 9 Bijlage C Overheidsrollen in de m aritiem e innovatieagenda 5 1 Bijlage D Geïnterview de personen 5 3 Colofon 56 Pagina 3 van 56

Pagina 4 van 56

Sam envatting I n de m aritiem e transportsector is w einig innovatie. Dat kom t doordat innovatiesystem en van de sector niet goed functioneren. Dit gebrek aan innovatie m aakt het m oeilijker om overheidsdoelen op het gebied van m ilieu te realiseren. De m aritiem e sector is zelf prim air verantw oordelijk voor de verbetering van zijn innovatiesystem en Als het m inisterie van I nfrastructuur en Milieu ( I enm) innovatie door de sector w il stim uleren, kan het kiezen uit een breed palet aan rollen: regisseur, w et- en regelgever, inkoper en launching custom er, aanbesteder, publiek- private partner en subsidiegever. I enm m oet een optim ale m ix van deze rollen vinden door toetsing op effectiviteit en efficiency. De vooronderstelling dat de overheid innovatie alleen kan stim uleren door subsidie te geven, m oet w orden losgelaten. De rol van subsidiegever alleen is onvoldoende en bovendien niet altijd geschikt om een innovatiesysteem goed te laten functioneren. IenM heeft een aantal subsidieregelingen voor innovaties in de m aritieme sector. Een deel daarvan liep in 2010 af. De directie Maritiem e Zaken van I enm heeft naar aanleiding van het aflopen van de subsidieregelingen het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) gevraagd te onderzoeken wat de rol van het m inisterie kan zijn bij innovaties in de m aritieme sector. Innovatie is een middel om beleidsdoelen te realiseren. Het onderzoek beperkt zich tot de m aritiem e deelsectoren zeevaart, zeehavens en binnenvaart. Dat zijn de transportsectoren waar het m aritiem e beleid van I enm zich het m eest op richt. Er is specifiek gekeken naar innovaties die verbetering van de m ilieuprestaties betreffen. De m aritiem e transportsector heeft een beperkte innovatiegraad De drie onderzochte deelsectoren bestaan uit een relatief klein aantal grote ondernem ingen en een groot aantal kleinere bedrijven en eenm anszaken. Vooral grote bedrijven zijn zich bewust van het belang van innovatie en beschikken over de m ogelijkheden om innovaties te realiseren. Als gevolg van het grote aantal kleine bedrijven kom t de bewustwording van nut en m ogelijkheden van innovatie in de sector langzaam tot stand. Dit geldt vooral voor de binnenvaart, vanwege haar behoudende karakter, m aar ook voor de zeevaart. De zeehavens zijn m ede door hun logistieke functie innovatiever dan de zee- en binnenvaart. De m aakindustrie en toeleveringsbedrijven realiseren de m eeste innovaties in de m aritiem e sector. Het gaat daardoor vooral om technische innovaties. Eén van de belangrijkste innovatiethem a s in de m aritiem e sector is het m ilieu. Verbeteringen op m ilieugebied kom en veelal tot stand door technische innovaties. Verbeteringen m ogelijk in innovatiesysteem I n dit onderzoek is gebruik gem aakt van de innovatiesysteem theorie van Hekkert (2007). Het kernpunt van deze theorie is dat innovaties alleen tot stand kom en als zeven functies adequaat worden vervuld: experim enteren door ondernem ers, kennisontwikkeling, kennisverspreiding, richting geven aan het innovatieproces, creëren van m arkten, beschikbaar stellen van m iddelen en tot slot weerstand bieden bij tegenstand en lobbyen. Pagina 5 van 56

Bij bijna alle zeven functies is in de m aritiem e sector nog verbetering m ogelijk. De functie experim enteren door ondernem ers kan vooral in de binnenvaart sterk worden verbeterd. I n de zeehavens hebben de havens van Rotterdam en Am sterdam aandacht voor innovatie. De functie kennisontwikkeling is voldoende ontwikkeld aan de onderzoekskant. De functie kennisverspreiding verloopt niet erg goed door onvoldoende wisselwerking tussen kennisinstellingen en de sector. Verder is er behoefte aan een hoger opleidingsniveau en een betere aansluiting van het onderwijs op de praktijk. De functie richting geven aan het innovatieproces is zowel door de sector als door de overheid ingevuld. De sector heeft een innovatieprogram m a op hoofdlijnen, dat echter nog concreet m oet worden uitgewerkt. De overheid heeft een aantal subsidieregelingen. Het gaat echter om te veel kleine regelingen. Minder regelingen en m eer eenduidigheid, flexibiliteit en helderheid, zouden de sector welkom zijn. De functie creëren van nieuwe behoeften verloopt m oeizaam, doordat nieuwe m arkten op het gebied van duurzam e producten m oeilijk tot stand kom en. Voor de individuele ondernem er zijn de voordelen niet altijd duidelijk. De functie beschikbaar stellen van middelen is verre van optim aal. De sector stelt weinig financiële middelen voor innovatie beschikbaar. Ook is er een tekort aan voldoende goed geschoold personeel. De functie weerstand bieden bij tegenstand en lobbyen is niet goed ontwikkeld. Het succesvol lobbyen voor schonere technieken verloopt m oeizaam. I enm kan m eerdere rollen spelen Voor een goed functionerend innovatiesysteem is de m aritiem e sector zelf primair verantwoordelijk. Als betrokkenheid van I enm gewenst is om beleidsdoelen te realiseren, staat het m inisterie een breed palet aan rollen ter beschikking: regisseur, wet- en regelgever, subsidiegever, inkoper en launching custom er, aanbesteder en publiek-private partner. Per rol geven we aan welke functies versterkt kunnen worden en hoe. Regisseur: Betere kennisverspreiding door partijen bij elkaar te brengen of voorlichting te geven over innovatie. Richting geven aan het innovatieproces door sam en m et de sector en de kennisinstellingen na te gaan voor welke problem en de m aritiem e sector zich gesteld ziet. Wet- en regelgever: Richting geven aan het innovatieproces door m ilieunorm en op te stellen, de kosten van m ilieuvervuiling in rekening te brengen en wettelijke belem m eringen voor innovatie weg te nem en. Subsidiegever: Subsidies verstrekken voor innovatie en kennisontwikkeling draagt bij aan de beschikbare financiële m iddelen. Onder de rol van financier kunnen ook garantiestellingen vallen die m arktintroducties m ogelijk m aken. I nkoper en launching custom er: Bijdragen aan het creëren van nieuwe m arkten door als launching custom er op te treden bij de aanschaf van m ilieuvriendelijker rijksschepen. Pagina 6 van 56

(I nnovatief) aanbesteder: Richting geven aan het innovatieproces en m iddelen beschikbaar stellen. Publiek-private partner: Experim enten van ondernem ers stim uleren en nieuwe behoeft en creëren, bij voorbeeld door als publieke part ner in publiekprivate ondernem ingen infrastructuur aan te leggen. Uit bovenstaande koppeling van functies en overheidsrollen blijkt dat voor een goed functionerend innovatiesysteem het m inisterie m eerdere rollen kan spelen. I n de praktijk zal het om m eer dan één rol gaan. Het is dan voor I enm de uitdaging om tot een optim ale mix van rollen te komen. Een belangrijke conclusie is dat de traditionele vooronderstelling dat innovatie van overheidszijde alleen te stim uleren is m et subsidies, m oet worden losgelaten. De rol van subsidiegever alleen is onvoldoende en niet altijd adequaat om een innovatiesysteem goed te laten functioneren. Bovendien kan deze rol m arktverstorend werken. Voor innovatiebeleid m oet per innovatie het hele innovatiesysteem worden doorgelicht en worden bepaald welke functies onvoldoende werken en of de overheid daarin een rol m oet spelen. Deze KiManalyse van een hele sector is daarvoor te grofm azig, m aar de aanpak kan als voorbeeld dienen. Pagina 7 van 56

Pagina 8 van 56

1 I nleiding 1.1 Aanleiding onderzoek Het belang van innovatie I n algem ene zin is innovatie van belang om dat bedrijven daarm ee een concurrentievoordeel kunnen behalen. Dat zorgt voor econom ische dynam iek die op de lange term ijn de economische groei in stand houdt. Specifiek voor de m aritiem e sector geldt dat een groot deel van de m ondiale transportstrom en verloopt via de m aritieme deelsectoren zeevaart, zeehavens en - vooral in Nederland - de binnenvaart. Welk toekom stscenario we ook hanteren, de verwachting is dat deze strom en toenem en en verschuiven door de econom ische groei van landen als Brazilië, Rusland, India, I ndonesië en China. Het accom oderen van deze goederenstrom en levert een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse econom ie. Nederland beschikt als transport- en logistiek land over een goede infrastructuur om grote goederenstrom en te accom oderen. Zo heeft Nederland op m aritiem gebied m et Rotterdam de grootste zeehaven van Europa. Nederland heeft ook de grootste binnenvaartvloot van Europa. De am bitie van I enm op het gebied van zeevaart, zeehavens en binnenvaart is gericht op de accom m odatie van de (te verwachten toenem ende) goederenstrom en. Dat levert een bijdrage aan de econom ische groei. Maar de toenem ende goederenstrom en hebben negatieve effecten op het gebied van bereikbaarheid, veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. De sector zou prim air zelf verantwoordelijk m oeten zijn voor de negatieve gevolgen die goederenstrom en veroorzaken: de vervuiler betaalt. Econom ische activiteiten m oeten passen binnen de randvoorwaarden van de m aatschappelijke belangen m ilieu en veiligheid. Dit betekent dat de sector zelf de kosten daarvoor m oet opvangen. Door vanuit de overheid randvoorwaarden te stellen die deze m aatschappelijke belangen waarborgen, ontstaan prikkels voor de sector om te innoveren en daarm ee com penserende kostenvoordelen te realiseren. Einde aan huidige subsidieregelingen I enm en EL& I in zicht Hoewel m eerdere departem enten betrokken zijn bij de m aritiem e sector, spitst dit onderzoek zich vooral toe op het toenm alige m inisterie van Verkeer en Waterstaat (VenW, nu het m inisterie van I nfrastructuur en Milieu, I en M) en in mindere m ate op het toenm alige m inisterie van Econom ische Zaken (EZ, nu het m inisterie van Econom ische Zaken, Landbouw en I nnovatie, EL&I ). IenM kent een aantal subsidieregelingen die zijn bedoeld om innovaties in de deelsectoren zeevaart, zeehavens en binnenvaart van het m aritiem e cluster te stim uleren. De regelingen voor zeevaart en binnenvaart liepen in 2010 af. De nieuwe innovatieregeling voor de zeehavens (ZeehavenI nnovatieprojecten, ZI P) is daarentegen juist van start gegaan. Naast de I enm-regelingen had ook het m inisterie van Econom ische Zaken (EZ) innovatieregelingen voor de m aritiem e sector (het Maritiem e I nnovatie Program m a en I nnovatie Zeescheepsbouw, SI Z), die in 2010 afliepen. I n bijlage A staat een overzicht van de verschillende regelingen. Pagina 9 van 56

Voor I enm biedt het aflopen van de diverse subsidieregelingen een goede gelegenheid zich te (her)oriënteren op zijn rol bij innovaties in het m aritieme cluster. Daarnaast vragen de bezuinigingen - in de heroverwegingen van het kabinet als antwoord op de financiële en economische crisis - om bezinning op de financiële inzet op innovatie (Brede heroverwegingen 2010). Dit KiM-onderzoek dient als input bij het form uleren van nieuw innovatiebeleid en zal onder andere gebruikt worden om te bepalen welke rol IenM wil spelen bij de innovatieagenda van de m aritiem e sector. Deze agenda is opgesteld door kennisinstellingen en de sector. De agenda is in decem ber 2010 op hoofdlijnen gepresenteerd en wordt de kom ende tijd concreet ingevuld. De voorm alige m inisteries van Verkeer en Waterstaat en VROM zijn in 2010 sam engevoegd tot het nieuwe m inisterie van I nfrastructuur en Milieu (afgekort I enm). De m inisteries van Econom ische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn sam engevoegd tot het m inisterie van Econom ische Zaken, Landbouw en I nnovatie (afgekort EL&I ). Beide m inisteries zijn verantwoordelijk voor het innovatiebeleid in de m aritiem e sector. 1.2 Onderzoeksvraag, afbakening en aanpak De centrale onderzoeksvraag is wat de rollen van I enm kunnen zijn bij innovaties in de m aritiem e sector in de driehoek beleid, onderzoek en bedrijfsleven. Het Nederlandse m aritiem e cluster bestaat uit elf deelsectoren (Webers 2010). Deze KiM-studie beperkt zich tot de drie deelsectoren zeevaart, binnenvaart en zeehavens: de transportsectoren waarop het I enm-beleid het m eest gericht is. Figuur 1.1 Overzicht van het Nederlandse m aritieme cluster. Bron: NML, 2006 Pagina 10 van 56

Twee belangrijke innovatiethem a s in de m aritiem e sector zijn verbetering van de m ilieuprestaties - en daarm ee een duurzam ere m aritiem e sector - en verbetering van de integratie van deze sector in de logistieke keten. Het innovatiethem a m ilieu geldt voor alle drie de deelsectoren. Voor het innovatiethem a logistiek geldt dit ook, m aar dit innovatiethem a speelt een grotere rol bij de zeehavens om dat dit knooppunten zijn van overslag waar ook andere vervoerm iddelen bij betrokken zijn. Beide innovatiethem a s zijn verschillend van aard. I n de logistiek gaat het vooral om processen ter verbetering van de logistieke keten. Bij het m ilieu speelt schonere en zuinigere hardware een grotere rol waarin vooral de m aakindustrie (scheepsbouw, m aritiem e toeleveranciers, waterbouw) een grote rol speelt. I n dit rapport ligt de nadruk op verbetering van de m ilieuprestaties die vooral gerealiseerd kunnen worden via technologische innovaties in de m aakindustrie. Zo leiden bijvoorbeeld schonere scheepsm otoren tot een betere m ilieuprestatie in zowel de binnenvaart, de zeevaart als de zeehavens. Het departem ent dat prim air verantwoordelijk is voor de m aakindustrie is echter EL&I. De rol van I enm is gericht op het stim uleren van een schonere zeevaart en binnenvaart en schonere zeehavens (bijvoorbeeld via norm stelling) in bredere zin. De m aakindustrie (en daarm ee EL&I ) speelt wel een belangrijke rol in de realisatie van een schonere m aritiem e sector. Het innovatiethem a logistiek is in 2009 al behandeld in het I nnovatieprogram m a Logistiek en Supply Chains dat opgesteld is door bedrijven en kennisinstellingen uit de logistieke sector. Dit innovatieprogram m a is prim air gericht op een efficiëntere logistieke keten. Hoewel niet het prim aire doel, heeft een efficiëntere logistieke keten (bijvoorbeeld een hogere beladingsgraad, gebruik van m eerdere vervoerm iddelen) ook milieuvoordelen. Bij de m aritiem e sector zijn verschillende departem enten betrokken: I enm, Defensie en EL&I. Dit rapport gaat alleen over de betrokkenheid van I enm. De onderzoeksvraag beantwoorden we m et behulp van innovatiem odellen. We analyseren innovaties in de m aritiem e sector door eerst de structuur van het innovatiesysteem te beschrijven. Vervolgens kijken we naar de visie van de sector en de overheid op innovatie. Daarna analyseren we of het innovatiesysteem goed werkt. Uit deze analyse kom t naar voren welke innovatie functies kunnen worden verbeterd. De analyse is uitgevoerd door interviews te houden m et innovatiedeskundigen en literatuur te raadplegen. Ten slotte bekijken we of de overheid bij de m inder goed lopende innovatiefuncties een rol zou kunnen spelen. Als dat het geval is proberen we deze functies te koppelen aan rollen van de overheid en beschrijven we de m ogelijke handelingsopties die de overheid heeft om het innovatiesysteem goed te laten functioneren. Leesw ijzer I n hoofdstuk 2 behandelen we de theorie van innovatie. Hoofdstuk 3 beschrijft de algem ene kenm erken van het innovatiesysteem in de m aritiem e sector. Hoofdstuk 4 gaat in op de innovatiefuncties. Hoofdstuk 5 gaat over de m ogelijke rollen die de overheid kan spelen bij innovaties in de m aritiem e sector. Hoofdstuk 6 beschrijft algem ene overheidslessen bij innovaties. Pagina 11 van 56

Pagina 12 van 56

2 I nnovatie: begrippen en system en I n dit onderzoek is gebruik gem aakt van twee innovatiem odellen. Het eerste m odel beschrijft de structuur van een innovatiesysteem aan de hand van de actoren die er deel van uit m aken (zoals vragers, aanbieders en het politieke systeem ); het tweede m odel beschrijft de functies die cruciaal zijn voor de totstandkom ing van innovaties (zoals experim enteren door ondernem ers, kennisontwikkeling en verspreiding). Om dat het onderzoek niet één innovatie betreft, m aar innovatie in een hele sector, is de analyse kwalitatief en niet kwantitatief van aard. Econom isch slechtere tijden kunnen zowel positieve als negatieve effecten hebben op innovatie. 2.1 Begrippenkader innovaties I nnovatie wordt wel beschreven als de succesvolle im plem entatie van een nieuw idee (Raad voor Verkeer en Waterstaat, 2005). I nnovatie is niet hetzelfde als een nieuw idee. Nieuwe ideeën ontstaan vaak, m aar bereiken niet altijd de m arkt of de gebruiker en veranderen daarm ee niet van een nieuw idee in innovatie. Het traject van een nieuw idee naar innovatie is een innovatietraject of innovatieproces. Dit proces verloopt niet lineair (bijvoorbeeld van wetenschappelijk onderzoek als startpunt naar een product in de m arkt als eindpunt), m aar is een diffuus proces tussen actoren die een innovatiesysteem vorm en. Een dergelijke systeem benadering van innovatie vorm t de basis voor innovatiebeleid van de OESO, EU en veel nationale overheden. Er bestaan verschillende beschrijvingen en principes om innovaties in te delen in soorten (Hekkert en Ossebaard, 2010, Raad VenW, 2005 en Webers c.s, 2010). Een veelgebruikte indeling is gebaseerd op oplopende com plexiteit: enkelvoudige innovaties (autom aten voor treinkaartjes), systeem innovaties (de OV-chipkaart) en transities (de overgang van kolen naar gas). Deze indeling is hiërarchisch. Transities bevatten systeem innovaties, die op hun beurt enkelvoudige innovaties bevatten (Raad VenW, 2005). Bij innovatie is het belangrijk een onderscheid te m aken tussen innovaties die vanuit een sector zelf kom en, om dat innovatie een concurrentievoordeel op kan leveren, en innovaties die afgedwongen worden, om dat die vanuit een m aatschappelijke ontwikkeling gewenst zijn. Een voorbeeld van het eerste type is de bouw van grotere schepen om grotere volum es te kunnen transporteren per transportbeweging. Een voorbeeld van het tweede type zijn innovaties op het gebied van m ilieu, doordat de overheid norm en stelt ter verbetering van bijvoorbeeld de luchtkwaliteit. Deze norm en dwingen een sector tot bijvoorbeeld de ontwikkeling van schonere scheepsm otoren. I nnovatie wordt nog vaak geassocieerd m et alleen technische research and developm ent (R&D) in de m aakindustrie m et het doel bijvoorbeeld een nieuw Pagina 13 van 56

apparaat of product te ontwikkelen (WRR, 2008). Ook de Maritiem e Clusterm onitor (2010) richt zich in het hoofdstuk over innovatie vooral op R&D. Maar innovatie is veel m eer. Het gaat niet alleen om R&D, m aar bijvoorbeeld ook om procesactiviteiten die nodig zijn voor een succesvolle m arktintroductie. 2.2 I nnovatiesystem en Voor de analyse van innovaties in de m aritiem e sector is in dit KiM-onderzoek gebruik gem aakt van de m odellen van Kuhlm an en Arnold (2001) en Hekkert (2007). Beide m odellen zijn eerder gebruikt bij het opstellen van innovatieagenda s waarin m obiliteit aan de orde kom t, zoals de I nnovatieagenda Energie van het m inisterie van Econom ische Zaken (2008) en het advies Sam en slim m er in ketens van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT, 2004). Het m odel van Kuhlm an en Arnold (2001) beschrijft de structuur van het innovatiesysteem aan de hand van de actoren die deel uit m aken van het systeem. Het m odel m aakt daarbij onderscheid tussen een aantal com ponenten: de vragers (verladers, uitvoerders, transportdiensten), de m aakindustrie, het onderwijs en het kennissysteem (scholen en universiteiten), de interm ediairen tussen het industrieen kennissysteem (onderzoeksinstellingen), de infrastructuur (onder andere banken, standaarden en norm en, intellectueel eigendom ) en het politieke systeem. I n figuur 2.1 staat een vereenvoudigde versie van het m odel. Figuur 2.1 Vereenvoudigde versie van het m odel van Kuhlm an en Arnold voor de structuur van het innovatiesysteem. Hekkert heeft een innovatiem odel ontwikkeld dat specifiek gericht is op duurzam e innovaties en dat beschrijft hoe het innovatiesysteem functioneert aan de hand van zeven cruciale functies: 1. Experim enteren door ondernem ers. De rol van ondernem ers is het vertalen van nieuwe kennis, netwerken en m arkten in concrete acties. 2. Kennisontwikkeling. Zonder nieuwe kennis geen nieuwe dienst of een nieuw product. 3. Kennisverspreiding in netwerken. De kenm erkende structuur van een innovatiesysteem is een netwerk, waarbinnen nieuwe kennis gedeeld kan worden. 4. Richting geven aan het zoekproces. Het duidelijk maken van wensen, verwachtingen en behoeften van de actoren in het innovatiesysteem. Pagina 14 van 56

5. Creëren van m arkten. Als innovaties nog niet kunnen concurreren m et bestaande producten of diensten kan het creëren van (niche)m arkten een opening bieden. 6. Mobiliseren van m iddelen. Zonder financiële en personele m iddelen kom t een innovatie niet van de grond. 7. Legitim atie en tegenspel bieden aan weerstand. I nnovaties kunnen bij gevestigde partijen m et grote belangen weerstand oproepen. Met overtuigingskracht en lobbyen kan deze weerstand worden overwonnen. Het m odel stelt dat een innovatiesysteem goed functioneert wanneer voldoende aandacht bestaat voor elk van de zeven functies. Als er problem en ontstaan bij het functioneren van het innovatiesysteem, is de oorzaak vaak de structuur van het innovatiesysteem. Het kan zijn dat aan het innovatiesysteem niet de juiste partijen m eewerken, de capaciteiten van de partijen onvoldoende zijn of dat de prikkels voor verandering onvoldoende aanwezig zijn. Figuur 2.2 Het model van Hekkert m et de zeven sleutelfuncties van het innovatiesysteem. Het innovatiem odel van Hekkert is prim air ontwikkeld voor analyses van technische innovaties op het gebied van duurzaam heid die één product of proces betreffen. I n dit KiM-rapport worden innovaties in een hele sector onderzocht. Dit hogere abstractieniveau m aakt een kwantitatieve analyse m oeilijk. Daarom is de analyse kwalitatief van aard en kunnen alleen algem ene uitspraken gedaan worden, die niet altijd recht doen aan het innovatieve verm ogen van specifieke onderdelen. Immers, som m ige deelsectoren zijn innovatiever dan andere. Zo zijn in het algem een in de m aritiem e sector de deelsectoren in de maakindustrie innovatiever dan deelsectoren die betrekking hebben op transport (Webers c.s., 2010). 2.3 I nnovatie in econom isch slechtere tijden Econom isch slechtere tijden kunnen zowel positieve als negatieve effecten op innovatie hebben. Positieve effecten kunnen optreden, doordat een crisis een (extra) aanleiding kan zijn om bijvoorbeeld diensten efficiënter te m aken of producten goedkoper te produceren. Crises dwingen m ogelijk ook tot betere sam enwerking, wat in het algem een gezien wordt als een kans tot bredere kennisuitwisseling, een belangrijke functie in het innovatieproces. Pagina 15 van 56

Bedrijven die onder norm ale om standigheden investeren in innovaties, hebben in crisistijd een extra voorsprong op bedrijven die dat niet doen. De crisis kan daarom een opschonend effect hebben: zwakke of niet-innovatieve bedrijven redden het niet m et als gevolg dat een sector als geheel sterker uit de crisis kom t. I n het extrem e geval zijn er te weinig sterke bedrijven wat kan leiden tot het wegsaneren van een hele sector. Extra investeringen in innovaties bieden niet alleen kansen om uit de crisis te kom en, m aar ook om na de crisis een goede concurrentiepositie te hebben (OECD, 2010). Negatieve effecten kunnen ontstaan door een grotere terughoudendheid. Dat speelt zowel bij het aangaan van financiële risico s door de innoverende bedrijven zelf, als bij banken die geld aan deze bedrijven lenen. I nnovaties kom en in toenem ende m ate tot stand in internationaal verband. Crises zorgen doorgaans voor sterkere nationale aandacht (protectionism e) m et gevaar van suboptim ale oplossingen. I nnovaties hebben vaak effecten op de lange termijn. In tijden van crisis is de verleiding groot om alleen op korte term ijn te denken om zo snel m ogelijk de crisis te bestrijden. Dan ontstaat het risico dat de stim ulering op lange termijn gevaar loopt (OECD, 2010). Pagina 16 van 56

3 Algem ene beschrijving van het m aritiem e innovatiesysteem De m aritiem e sector bestaat uit een relatief klein aantal grote ondernem ingen en een groot aantal kleinere bedrijven. Dit heeft tot gevolg dat de bewustwording van nut en m ogelijkheden van innovatie langzaam tot de hele sector doordringt. De innovatiegraad in het transportdeel van de m aritiem e sector is laag. Eén van de belangrijkste innovatiethem a s in de m aritiem e sector is het m ilieu. I enm en EL&I hebben verschillende uitgangspunten voor innovatie: bij I enm speelt het m aatschappelijk probleem van het m ilieu een grote rol. 3.1 De structuur van het innovatiesysteem voor zeevaart, zeehavens en binnenvaart De structuur van het innovatiesysteem voor duurzam e innovaties volgens Kuhlm an en Arnold (2001) bestaat voor de zeevaart, binnenvaart en zeehavens uit de volgende partijen: De m aakindustrie De com ponent industrie bestaat bij de binnenvaart en zeevaart vooral uit scheepsbouwers, m akers van scheepsonderdelen, toeleveranciers en de oliem aatschappijen voor de levering van brandstof. Bij de havens is de industrie vertegenwoordigd door aannem ers voor de aanleg van haveninfrastructuur (kades en term inals), bouwers van kranen etc. De industrie is cruciaal voor de m ilieuprestaties van de zee- en binnenvaart om dat zij in staat is tot de productie van zuinigere en schonere m otoren, efficiëntere scheepsrom pen etc. Zij zal dit echter pas doen als er voldoende vraag naar schonere technologie is. Schonere schepen zorgen ook voor m inder belasting in de havens. De havens kunnen hun milieuprestaties daarnaast verbeteren door bijvoorbeeld verbetering van afvalafgifte en -inzam eling en het beschikbaar m aken van walstroom. De vraagzijde De vraagkant bestaat uit de gebruikers van innovatie: bij de binnenvaart en zeevaart zijn dit verladers, vervoerders en scheepseigenaren en bem anning. Bij de zeehavens zijn dit havenbedrijven en bedrijven die behoefte hebben aan overslagcapaciteit. De ontwikkeling van schonere technologie kom t pas tot stand als er door de gebruikers ervan naar wordt gevraagd. Scheepseigenaren, vervoerders etc. blijken hier niet uit zich zelf naar te vragen, voornam elijk om dat ze daar als individuele ondernem er geen voordeel bij hebben: het levert hun geen concurrentievoordeel op. Daarom legt de overheid deze vraag aan hen op vanuit haar m aatschappelijke verantwoordelijkheid burgers een schoon m ilieu te bieden. Onderwijs en publiektoegankelijk onderzoek Als we naar de com ponent onderwijs kijken, zien we dat de opleidingen zich vooral op m bo- en (in mindere m ate) hbo-niveau bevinden. Op de Filippijnen is een Pagina 17 van 56

opleiding gestart om de vaardigheden van het steeds groter wordende aandeel buitenlands zeevarend personeel te verhogen. Universitair onderwijs en onderzoek op het gebied van de technische kant van het m aritiem e cluster vindt plaats op de technische universiteiten (onder m eer TU Delft). Op m eer econom isch en bestuurskundig gebied voor de zeehavens vindt universitair onderwijs en onderzoek plaats bij de Erasm us Universiteit Rotterdam (EUR), en voor logistiek onder andere aan m eerdere technische universiteiten. I nterm ediaire organisaties Het m aritiem e cluster bevat een groot aantal interm ediaire organisaties tussen kennisinstellingen en industrie. Deze variëren van internationaal sterke onderzoeksinstituten en allerlei sam enwerkingsverbanden tot brancheorganisaties. De scope van onderzoekinstellingen als TNO is breed m et m ilieu, logistieke keten, m aterialen en veiligheid als them a s. De scope van het Maritim e Research I nstitute Netherlands (MARI N) ligt vooral bij techniek en scheepsbouw. Een voorbeeld van een sam enwerkingsverband tussen kennisinstellingen en bedrijven is het Maritiem Kenniscentrum (MKC), waarin naast TNO, TU Delft, MARI N en de Koninklijke Marine ook enkele leidende bedrijven (leader firm s) uit de m aritiem e m aakindustrie vertegenwoordigd zijn. Andere m aritiem e sam enwerkingsverbanden m et vertegenwoordigers van kennisinstellingen, brancheorganisaties, sectorpartijen en overheid zijn Nederland Maritiem Land en het Maritiem I nnovatie Forum. Het doel van het Maritiem I nnovatie Forum is om in het kader van Nederland Maritiem Land innovaties in het m aritiem e cluster te bevorderen. Op havengebied is er onder andere de Nationale Havenraad en de Havenalliantie. Daarnaast zijn er organisaties die zorgen voor de uitvoering van subsidieregelingen, waarvan Agentschap NL (voorheen SenterNovem ) een belangrijke is voor m et nam e innovatieregelingen die de zeevaart en de binnenvaart betreffen. Agentschap NL werkt specifiek voor innovaties in de binnenvaart sam en m et het Expertise- en I nnovatiecentrum Binnenvaart (EI CB). Tot slot is er een groot aantal brancheorganisaties zoals Deltalinqs voor bedrijven in de Rotterdam se haven, Koninklijke Schuttevaer voor de binnenvaart en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) voor de zeevaart. I nterm ediaire organisaties zijn gericht op m eer onderwerpen dan alleen op een betere m ilieuprestatie. Niettem in ervaren zij dit wel als een van hun belangrijkste aandachtsgebieden. I nfrastructuur voor innovatie Onder de infrastructuur van een innovatiesysteem vallen bijvoorbeeld banken, standaarden en norm en, m aar ook de heersende opvatting over innovatie. Een belangrijk onderdeel van de infrastructuur om innovaties m ogelijk te m aken zijn de banken. Zij kunnen de benodigde financiële m iddelen ter beschikking stellen. Vanwege het internationale karakter van de m aritiem e sector én het belang om vanuit concurrentieoverwegingen op wereldniveau een gelijk speelveld te realiseren zijn internationale norm en en standaarden van groot belang. Die worden m eestal via de com ponent het politieke systeem opgelegd. Pagina 18 van 56

Het politieke systeem Het politieke systeem bestaat in deze context m et nam e uit de Nederlandse rijksoverheid en internationale verbanden. De rijksoverheid heeft in diverse beleidsbrieven aangegeven innovaties te willen stimuleren. Zij doet dit onder andere door het stellen van norm en die m et nam e tot technologische innovaties m oeten leiden. Gezien het internationale karakter van de m aritiem e sector zijn organisaties als de I nternational Maritim e Organization (I MO), European Seaports Organization (ESPO) en de Centrale Com m issie voor de Rijnvaart (CCR) bepalend voor het m aritiem e beleid. 3.2 Kenm erken van het m aritiem e innovatiesysteem Na bovenstaande beschrijving van de verschillende com ponenten in het innovatiesysteem, beschrijven we in deze paragraaf een aantal karakteristieken van het innovatiesysteem. Het gaat hierbij om de verhouding tussen grote en kleine bedrijven, technische innovaties, grote investeringen en cultuur en im ago. Enkele grote (buitenlandse) en veel kleine bedrijven De drie onderzochte deelsectoren bestaan uit een relatief klein aantal grote ondernem ingen (in de zeevaart en bij de zeehavens vooral internationale bedrijven) en een groot aantal kleinere bedrijven. De Nederlandse zeevaartsector telde in 2008 650 reders, waarvan 250 m et m eer dan twee werknem ers en acht leader firm s (Webers 2010). Het m erendeel van de leader firm s in de zeevaart heeft het hoofdkantoor nog in Nederland, m aar alle hebben ze ook buitenlandse vestigingen. Deze sterke internationale oriëntatie van de zeevaartsector heeft onder m eer tot gevolg dat het m erendeel van het personeel uit het buitenland kom t. Van de Nederlandse koopvaardijvloot is 95% aangesloten bij de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR). Het aantal binnenvaartbedrijven bedroeg in 2008 3600, waarvan 90% tussen de één en vijf werknem ers heeft. De sector telt zeven leader firm s. De Nederlandse binnenvaartvloot is de grootste en m odernste van West-Europa en bestaat vrijwel geheel uit Nederlandse bedrijven. De binnenvaart is veel m inder goed georganiseerd dan de zeevaartsector: er zijn 10 brancheorganisaties waarbij 35% van de schippers is aangesloten. De zeehavensector (kadegebonden activiteiten, werkzaam heden door cargadoors, expediteurs, loodswezen en havenbeheer) telde in 2008 2000 bedrijven, waarvan 1500 m et m axim aal tien m edewerkers. Er zijn 7 leader firm s, waaronder enkele zeer grote buitenlandse term inaloperators en de havenbedrijven van Rotterdam en Am sterdam. De zeehavenbeheerders zijn georganiseerd in grem ia als de Nationale Havenraad en de Havenalliantie. Net als in de zeevaart kom en ook in de zeehavens de leader firm s steeds vaker in buitenlands handen. Bovendien ontstaan door horizontale integratie (fusie van reders) en verticale integratie (reders worden bijvoorbeeld eigenaar van term inals, waardoor ze een groter deel van de logistieke keten kunnen beïnvloeden) enkele zeer grote vooral buitenlandse spelers die de beslissingsmacht van de havens doen verm inderen. Deze cijfers over de verhouding tussen grote en kleine bedrijven en de organisatiegraad zijn voor het innovatiesysteem een belangrijk gegeven, om dat vooral grote bedrijven (leader firm s) zich bewust zijn van het belang van innovatie Pagina 19 van 56

(PRC 2010). Uit interviews blijkt ook dat ze beschikken over m ogelijkheden om innovaties te realiseren die daarna als proven technology door de kleinere bedrijven kunnen worden overgenom en. Het grote aantal kleine bedrijven heeft tot gevolg dat de bewustwording van nut en m ogelijkheden van innovatie m aar langzaam tot de hele sector doordringt. Dat speelt vooral in de binnenvaart vanwege haar behoudende karakter, m aar ook in de zeevaart. Ook dat werd in de interviews bevestigd. Vooral technische innovaties De m eeste innovaties in de m aritiem e sector worden gerealiseerd door de m aakindustrie en toeleveringsbedrijven en zijn daarm ee vooral technologische innovaties (Webers 2010). Daarentegen lopen in de havens de m aakindustrie en de bouwsector juist achter op de sectoren zakelijke dienstverlening, handel en transport en logistiek (I NSCOPE 2009). Technologische innovaties waren vooral gericht op het vergroten van de efficiency in de bedrijfsvoering en de veiligheid, m aar zijn inm iddels ook gericht op het realiseren van m ilieudoelstellingen. Mogelijk ligt een deel van de verklaring voor vooral technische innovaties in de aard van de zee- en binnenvaartopleidingen in de m aritiem e sector. Deze zijn vooral nautisch technisch van aard en m inder gericht op logistiek en bedrijfseconomie. Kapitaalintensief De aanschaf van nieuwe schepen in de binnenvaart en zeevaart of van bijvoorbeeld nieuwe kranen in de havens m aken de m aritiem e sector tot een kapitaalintensieve sector. De lange technische levensduur van bijvoorbeeld schepen gecom bineerd m et de grote kapitaalintensiteit en het beperkte investeringsverm ogen hebben een rem m end effect op het implem enteren van technische innovaties. Daarentegen kunnen innovaties tussentijds gerealiseerd worden bij bijvoorbeeld groot onderhoud en kunnen innovaties leiden tot een versnelde sloop als niet om technische m aar om econom ische redenen het de m oeite loont nieuwe schepen of scheepsonderdelen aan te schaffen. Over de gehele linie geldt echter dat in de m aritiem e sector m inder ruim te is voor trial and error. Cultuur Een aantal culturele kenmerken van de sector is van invloed op de rol van innovatie: De binnenvaartsector is nauwelijks georganiseerd - slechts 35% is georganiseerd en dan nog in tien verschillende brancheorganisaties - en bestaat voor m eer dan 90% uit kleine fam iliebedrijven, die niet neigen tot sam enwerking zoals ook recent is geconstateerd door binnenvaartam bassadeur Verberk (Verberk 2010). Daarnaast heerst in de binnenvaart een behoudende cultuur die onder andere heeft geleid tot deze lage organisatiegraad. I n com binatie m et lage winstm arges heeft dit tot gevolg dat een goede voedingsbodem ontbreekt om innovaties in de binnenvaart een kans te geven. Pagina 20 van 56

3.3 Huidig innovatiebeleid Om te weten hoe tot op heden tegen innovatie in de m aritiem e sector is aangekeken, is het goed om onderscheid te m aken tussen de sector en de overheid. Am bities van de sector De am bities en doelstellingen van de m aritiem e sector kom en tot uiting in de recent op hoofdlijnen gepresenteerde innovatieagenda van de m aritiem e sector (Nederland: de m aritiem e wereldtop, decem ber 2010). Dit is een vervolg op het Maritiem e I nnovatie Program m a (MI P). Het MI P is vooral gericht op de m aakindustrie, de waterbouw en de offshore. De nieuwe m aritiem e innovatieagenda krijgt een bredere scope; dat wil zeggen inclusief zeevaart, binnenvaart en de zeehavens. Hierm ee wordt een stap voorwaarts gezet naar een m eer integrale benadering van de m aritiem e sector. Hoewel deze agenda nog concreet m oet worden uitgewerkt, is duidelijk dat de sector inzet op: de Europese koppositie uitbouwen die Nederland heeft als handels- en transportland; de bijdrage aan de Nederlandse econom ie versterken m et een krachtige industrie en dienstverlening; de im pact van m aritiem e activiteiten op het m ilieu op een verantwoordelijke m anier verminderen; het hoge veiligheidsniveau handhaven en de m aatschappelijke veiligheid vergroten; in de continuïteit van energie- en grondstoffenlevering voorzien en de transities naar alternatieve energiebronnen offshore realiseren. Hierm ee heeft de agenda een brede scope: onderwijs en onderzoek, R&D, producten procesinnovaties, nieuwe m arkten et cetera. Specifiek op m ilieugebied hebben deelsectoren hun am bities al aangegeven. Zo am bieert de zeevaart in 2050 het em issieloze zeeschip, een groei van de zeevaart die vanaf 2020 CO 2 -neutraal is en in 2050 een CO 2 -reductie van 50% ten opzichte van 2020. Klim aatinitiatieven zijn ook genom en door de havens van Rotterdam en Am sterdam. Am bities van de overheid De innovatieam bities van I enm zijn te vinden in de Strategische Kennis- en I nnovatieagenda Mobiliteit en Water (Ministerie VenW 2008). Belangrijke them a s in deze agenda zijn een efficiëntere logistieke keten en aandacht voor een schonere m aritiem e sector. De agenda gaat vooral in op de rol van de rijksoverheid als subsidiegever. De subsidieregelingen uit de diverse m aritiem e beleidsnota s zijn hierm ee in lijn. Alhoewel ook EL&I m aritieme innovaties stim uleert m et subsidieregelingen benaderen I enm en EL&I innovatie vanuit een verschillend perspectief (fig 3.1). Een goede econom ische positie van Nederland en van de m aritiem e sector als deel daarvan is het belangrijkste streven vanuit EL&I. Voor I enm is innovatie in de transportsectoren enerzijds gedreven door het krijgen van concurrentievoordeel, anderzijds door m aatschappelijke uitdagingen als een goede bereikbaarheid, verbetering van de leefom geving en verhoging van de veiligheid. IenM heeft door deze m aatschappelijke doelen m eer directe verantwoordelijkheid en ook m eer de rol Pagina 21 van 56

van initiatiefnem er dan EL&I, die de regie en verantwoordelijkheid vooral in handen van de sector kan laten. Een belangrijke uiting van het verschil in benadering tussen beide departem enten is dat I enm zelf m ede richting geeft aan ontwikkelingen binnen de sector via beleidsbrieven. EL&I heeft een m eer ondersteunende rol voor innovatie-initiatieven vanuit de sector. De verantwoordelijkheid van I enm behelst daarnaast het uitvoeren van de afspraken die in internationaal verband worden gem aakt, zoals binnen de EU, de OECD en de I MO. Figuur 3.1 De verschillende uitgangspunten van I enm en EL&I op innovatiegebied Op internationaal niveau wordt richting gegeven aan ontwikkelingen via de Nederlandse inspanningen in bijvoorbeeld de I MO voor de zeevaart, de CCR (Centrale Com m issie voor de Rijnvaart) voor de binnenvaart en de EU voor zeehavens. Daarnaast stuurt de Nederlandse overheid via subsidieregelingen in kaderprogram m a s die specifiek op innovatie zijn gericht. De I enm-am bities op het gebied van zeevaart, zeehavens en binnenvaart kunnen sam engevat worden als het accom m oderen van de (naar verwachting) toenem ende goederenstrom en onder randvoorwaarden van m ilieu en veiligheid. Om dit te kunnen doen wil de overheid expliciet innovatie bevorderen. Deze beleidsam bities zijn verwoord in een aantal beleidsbrieven, waaronder de beleidsbrieven Zeehavens als draaischijven naar duurzaam heid (2008), Verantwoord varen en een vitale vloot (2008) en Varen voor een vitale econom ie (2007). Naast deze am bities kan IenM norm en stellen voor de uitstoot van stoffen als NO x, SO 2, CO 2 en fijn stof. Gezien het internationale karakter van de m aritiem e sector worden deze norm en m eestal in Europees of m ondiaal (I MO) verband afgesproken. Deze norm en kunnen m et nam e gerealiseerd worden door technologische innovaties in de m aakindustrie. Zo heeft het Marine Environm ent Protection Com mittee (MEPC) van de I MO afspraken gem aakt voor een verdere verscherping van de norm en voor het zwavelgehalte van scheepsbrandstof: wereldwijd van 4,5% nu naar 0,5% in 2020. Pagina 22 van 56

I n speciale bescherm ingsgebieden, waaronder de Noordzee, geldt een norm van 1,5% nu en 0,1% vanaf 2015. Topsectoren logistiek en water I n februari 2011 heeft EL&I een nieuw bedrijvenbeleid aangekondigd. Met dit beleid zijn negen topsectoren benoem d. Dit zijn zich internationaal uniek onderscheidende sectoren in het bedrijfsleven. Per topsector worden de knelpunten en kansen in kaart gebracht door een team waarin het bedrijfsleven, de overheid en de wetenschap vertegenwoordigd zijn. Twee van deze topsectoren zijn de topsector Logistiek (Van Wijk e.a. 2011) en de topsector Water (Van Oord e.a. 2011). Voor deze sectoren is I enm de eerstverantwoordelijke. De m aritiem e sector valt onder beide topsectoren. 3.4 De rol van subsidieverstrekker is niet de enige rol De wijze waarop I enm invulling heeft gegeven aan de innovatieam bities in de diverse beleidsnota s is vooral door de rol van subsidieverstrekker te spelen. Dit is gebeurd in de vorm van specifieke zeevaart-, binnenvaart- en zeehavensubsidieregelingen. Er zijn echter nog andere rollen die I enm zou kunnen spelen in het innovatiesysteem. De Raad voor Verkeer en Waterstaat (2005, bijlage B) kom t tot de volgende m ogelijke I enm rollen: Regisseur: Betere kennisverspreiding door partijen bij elkaar te brengen of voorlichting te geven over innovatie. Richting geven aan het innovatieproces door sam en m et de sector en de kennisinstellingen na te gaan voor welke problem en de m aritiem e sector zich gesteld ziet. Wet- en regelgever: Richting geven aan het innovatieproces door m ilieunorm en op te stellen, de kosten van m ilieuvervuiling in rekening te brengen en wettelijke belem m eringen voor innovatie weg te nem en. Subsidiegever: Subsidies verstrekken voor innovatie en kennisontwikkeling draagt bij aan de beschikbare financiële m iddelen. Onder de rol van financier kunnen ook garantiestellingen vallen die m arktintroducties m ogelijk m aken. I nkoper en launching custom er: Bijdragen aan het creëren van nieuwe m arkten door als launching custom er op te treden bij de aanschaf van m ilieuvriendelijker rijksschepen. (I nnovatief) aanbesteder: Richting geven aan het innovatieproces en m iddelen beschikbaar stellen. Publiek-private partner: Experim enten van ondernem ers stim uleren en nieuwe behoeft en creëren, bij voorbeeld door als publieke part ner in publiekprivate ondernem ingen infrastructuur aan te leggen. Hoofdstuk 5 gaat nader op deze rollen in na eerst in hoofdstuk 4 het functioneren van m aritiem e system en besproken te hebben. Pagina 23 van 56

Pagina 24 van 56

4 De innovatiefuncties in de m aritiem e sector Bijna alle zeven innovatiefuncties die we onderscheiden, zijn in het m aritiem e innovatiesysteem voor duurzaam heid voor verbetering vatbaar. Experim enteren door ondernem ers kan in de zeevaart en vooral in de binnenvaart sterk worden verbeterd. Kennisontwikkeling is op het terrein van onderzoek goed ontwikkeld. Kennisverspreiding kan ondanks diverse pogingen verder worden verbeterd. Richting geven aan het zoekproces is door de overheid ingevuld m et diverse beleidsbrieven en door de sector m et de m aritiem e innovatieagenda, die nog wel concreet m oet worden uitgewerkt. Op het gebied van creëren van nieuwe behoeften is weinig concrete vooruitgang geboekt, doordat nieuwe m arkten op het gebied van duurzam e producten m oeilijk tot stand kom en. Het m obiliseren van m iddelen voor innovatie verloopt voor het transportgedeelte verre van optim aal. Het succesvol lobbyen voor schonere technieken verloopt m oeizaam. 4.1 I nleiding I n dit hoofdstuk kijken we naar elk van de zeven functies afzonderlijk zoals die in het innovatiem odel van Hekkert staan beschreven. We geven m et behulp van een beknopte kwalitatieve beschouwing aan welke functies verbeterd kunnen worden. 4.2 Functioneert het innovatiesysteem? We zullen de zeven functies van het innovatiesysteem één voor één doorlopen en beoordelen aan de hand van de interviews, waar m ogelijk ondersteund door literatuur. Functie 1 : Experim enteren door ondernem ers Deze functie kan in de zee- en vooral de binnenvaart sterk verbeterd worden. De cijfers over de verhouding tussen het aantal grote en kleine bedrijven (pag. 16) en de organisatiegraad laten zien dat de zeevaart en binnenvaart een klein aantal leader firm s telt. Deze leader firm s zijn m eestal grote ondernem ingen die zich bewust zijn van het belang van innovatie en hebben hiervoor ook de capaciteit in huis. Uit verschillende interviews kom t naar voren dat bewustwording van het nut van innovaties bij het m erendeel van de vele kleine bedrijven in de zeevaart en binnenvaart langzaam doordringt. Het m aar m atig ontwikkelde innovatieverm ogen van m et nam e de binnenvaartsector is ook geconstateerd door de Binnenvaartam bassadeur (Advies Binnenvaartam bassadeur, 2010). Door de m arginale m arges is voor schippers relatief m inder geld beschikbaar voor innovatie, zeker niet voor innovatiem aatregelen die gericht zijn op m aatschappelijke doelstellingen zoals verm indering van de m ilieubelasting. Dergelijke doelstellingen zijn wel in het belang van de sam enleving, m aar leveren voor de individuele ondernem er geen voordelen op. Pagina 25 van 56

Wat de zeehavens betreft hebben de havens van Rotterdam en Am sterdam aandacht voor innovatie (R&D-agenda Havenbedrijf Rotterdam, 2007, Havenvisie Am sterdam, 2008) en betrekken daar ook m ilieuonderwerpen bij. Zo heeft de haven van Am sterdam het Duurzaam heid- én I nnovatiefonds Haven Am sterdam (DI HA). I n de laatste decennia van de vorige eeuw zijn m et nam e in Rotterdam grote stappen gezet door toepassing van I CT in de containeroverslag, waardoor deze veel efficiënter en goedkoper is georganiseerd (m et het containerbedrijf ECT als voorloper). Functie 2 : Kennisontw ikkeling Deze functie is op het terrein van onderzoek wel voldoende ontwikkeld. De m eeste geïnterviewden geven aan dat de m aritiem e kennisontwikkeling in Nederland naar behoren verloopt m et onderzoeksinstituten als TNO, MARIN, universiteiten als TU Delft en de EUR en sam enwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven als het MKC. Deze kennisontwikkeling legt sterk de nadruk op de com plexe scheepsbouw voor de zeevaart en binnenvaart. Bij de zeehavens ligt de nadruk van de kennisontwikkeling m eer in de logistieke hoek. Functie 3 : Kennisverspreiding Kennisverspreiding via aansluiting van kennisinstellingen en onderwijs m et de sector kan ondanks diverse pogingen verbeterd worden. Eén van de basisvoorwaarden voor kennisverspreiding is de wisselwerking tussen kennisinstellingen en sector. I n verschillende interviews kom t naar voren dat deze wisselwerking voor verbetering vatbaar is, zowel tussen kennisinstellingen en elk van de drie deelsectoren als tussen de binnenvaart, zeevaart en zeehavens onderling. Weliswaar is voor TNO en MARIN een overgang ingezet van aanbodgestuurd onderzoek door de instellingen naar vraaggestuurd onderzoek door de sector, een volledige aansluiting op behoeften van de sector is nog niet gerealiseerd. Een voorbeeld van een sam enwerkingsverband tussen kennisinstellingen en bedrijven is het Maritiem Kenniscentrum (MKC), waarin naast TNO, TU Delft, MARI N en de Koninklijke Marine ook enkele leader firm s uit de m aritiem e m aakindustrie vertegenwoordigd zijn. Andere m aritiem e sam enwerkingsverbanden m et vertegenwoordigers van kennisinstellingen, brancheorganisaties, sectorpartijen en overheid zijn Nederland Maritiem Land (NML) en het Maritiem Innovatie Forum (MI F). Het doel van het Maritiem I nnovatie Forum is om in het kader van Nederland Maritiem Land innovaties in de m aritiem e cluster te bevorderen. Het grote aantal kleine bedrijven in de m aritieme sector m aakt in com binatie m et de lage organisatiegraad in de binnenvaart de verspreiding van kennis lastig. Het niveau van het onderwijs ligt vooral op m bo-niveau en in m indere m ate op hboniveau. Gezien de toenem ende com plexiteit in het m aritiem e cluster, onder andere door ict-gebruik, bestaat er behoefte aan een hoger gem iddeld opleidingsniveau. Daarnaast sluiten veel opleidingen slecht aan bij de praktijk, onder andere om dat de opleidingen vooral technisch-nautisch georiënteerd zijn en m inder aandacht hebben voor bedrijfsvoering (PRC, 2006). Pagina 26 van 56