VERENIGING VOOR GRENSARBEIDERS VZW



Vergelijkbare documenten
VERENIGING VOOR GRENSARBEIDERS VZW

VERENIGING VOOR GRENSARBEIDERS VZW

Belastingplan Vs

VERENIGING VOOR GRENSARBEIDERS VZW

Als u 65 jaar of ouder bent

23,75 per maand (CZ) 25,90 per maand (VGZ) Maximaal dagloon voor de ziekenfondspremie Premie werkloosheidsfonds (Awf) 5,85 % 5,80 %

VERENIGING VOOR GRENSARBEIDERS VZW

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Heffingskortingen 2016

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

VERENIGING VOOR GRENSARBEIDERS VZW

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Info voor gastouders over

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2009

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

1. Belastingen Schijf: Loon op jaarbasis: Niet meer dan: Totaal tarief: Heffing over totaal van de schijven:

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2011

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2012

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2015

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2014

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

Bijlage WFTNIVO examens Bijlage WFTNIVO examens Inhoud. Belastingtarief box 2 en 3

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Fiscale cijfers 2008

WELKOM CNV Senioren. Agenda ODP voorlichtingsmiddag

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Pensioenverzekeringen

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2. Versie aug

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Hypothecair Krediet Wft Levensverzekeringen

Voorlichting Low budget, high service

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Cijfer- en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2013

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2016

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies)

SRA-Praktijkhandreiking

,15% 27,65% 40,80% ,80% 40,80% % 52% ,15% 9,75% 22,90% 6.

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012

JAN PELLEGROM ORGANISATIEADVIES Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2008

geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum:

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

Belastingspecial 2011

Belastingcijfers 2015

FACTSHEET TOESLAGEN 1

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

PARTICULIEREN: LETOP

Als u gaat samenwonen

1. Alle belastingplichtigen

Als u gaat trouwen. Sommige inkomsten en aftrekposten kunt u verdelen. Let op! PA 940-1Z71FD

1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv)

Als u AOW krijgt. Inhoud Wat is AOW 2

Overzicht tarieven box 1. Belastingjaar 2017

1 Belastingjaar 2016

U ontvangt een uitnodiging tot het doen van aangifte van de Belastingdienst (per post of in uw digitale Berichtenbox).

Bijlage 2015 (eerste helft) bij het rapport van de Expertgroep Alimentatienormen

Hoofdpunten belasting 2009

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

Info voor gastouders over inkomen en belastingen in 2017

Bijlage 2016 (eerste helft) bij het rapport van de Expertgroep Alimentatienormen

Bijlage WFt Opleidingen

Bijlage 2013 (eerste helft) bij het rapport van de Werkgroep Alimentatienormen

Bijlage 2014 (tweede helft) bij het rapport van de Expertgroep Alimentatienormen

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2018 en later

Belastingplan Zoals aangeboden aan de 2 e Kamer op 16 september Krijn Doornekamp

Bijlage 2013 (tweede helft) bij het rapport van de Werkgroep Alimentatienormen

1. Kosten kinderen. Netto Gezins Inkomen. Berekend per Besteedbaar tijdens huwelijk / samenwonen. Vrouw 0 0 Gemaximeerd tot 6000

ASR Kerncijfers 2013

Alles over je belastingtoeslagen

Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2003

1. Kosten kinderen. Netto Gezins Inkomen. Berekend per Besteedbaar tijdens huwelijk / samenwonen. Vrouw 0 0 Gemaximeerd tot 6000

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

FLO-overgangsregeling Ambulancezorg

Bijlage 2015 (tweede helft) bij het rapport van de Expertgroep Alimentatienormen

Belastingspecial 2014

Kinderopvangtoeslag Een bijdrage in de kosten voor kinderopvang

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Wijzigingen op privégebied

Samenvatting. Dossier naam: Voor-Beeld Datum: Partijen Voor Beeld. Kinderen D Voor T Voor

Hier vindt u de actuele lijst van hypotheekverstrekkers die wel of geen middelrente aanbieden.

Op de website kan de regeling worden opgevraagd en kunnen proefberekeningen worden gemaakt.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2019 en later

Aangeven van vermogensbestanddelen. Aanmerkelijk belang. Aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Aanvullende combinatiekorting

Belastingveranderingen Alex van Scherpenzeel Manager afdeling Belangenbehartiging

Transcriptie:

VERENIGING VOOR GRENSARBEIDERS VZW Januari 2013 2013 / 1 VVG-NIEUWS driemaandelijkse uitgave afgiftekantoor: 3930 Hamont-Achel Verantwoordelijk uitgever: Diederik Verweyen, Achel Statie 58, 3930 Hamont-Achel 1. BESTE GRENSARBEIDER, - De VVG wenst u allen een gelukkig en vooral een gezond 2013. - Op 23 oktober 2012 heeft het Hof van Beroep dan toch een arrest uitgesproken in de zaak betreffende de belastingvermindering voor personen ten laste. Helaas is het arrest negatief. Er rest ons nog het Hof van Cassatie. Meer hierover onder punt 2. - Wat zal 2013 ons brengen? 2012 was op veel vlakken een rotjaar, zeker voor diegenen die geen werk hebben of werkloos zijn geworden. Het is een hele uitdaging voor de politiek om maatregelen te nemen die op lange termijn tot een positief resultaat zullen leiden. Maar welke maatregelen zijn dan goed? De ene zegt dat er moet worden bezuinigd, de andere dat er vooral nu niet moet worden bezuinigd maar moet worden geïnvesteerd. Niemand heeft blijkbaar de waarheid in pacht, ook niet de knapste professoren en de meest gerenommeerde economen. Deze onduidelijkheid is ook terug te vinden in het Nederlandse regeerakkoord. Trots was men met het snelle bereikte akkoord. Doch de inkt was nog niet droog of er werden weer aanpassingen aangebracht: aan de zorgpremie, aan de belastingtarieven, aan de hypotheekrente-aftrek, aan de studiefinanciering,... - De impact van de maatregelen op het salaris in 2013 is per situatie verschillend. Het loonstrookje van januari 2013 zal u de meeste duidelijkheid geven. - In dit VVG-nieuws komen aan de orde: 2. Juridische procedures betreffende de belastingvermindering voor personen ten laste. 3. Afhandeling van de juridische procedures m.b.t. de aanvullende crisisbijdrage en de fiscale aftrekbaarheid van de in Nederland betaalde premie voor de particuliere ziektekostenverzekering. 4. Verhoging AOW-leeftijd en het AOW-gat 5. Tarieven van premies en belastingen en andere wijzigingen in Nederland in 2013. 6. Toeslagen 7. Studiefinanciering 8. Koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen 9. Geen opbouw bedrijfspensioen en dan? 2. JURIDISCHE PROCEDURES BETREFFENDE DE BELASTINGVERMINDERING VOOR PERSONEN TEN LASTE - Op 23 oktober 2012 heeft het Hof van Beroep dan toch haar arrest uitgesproken in de zaak betreffende de personen ten laste. - Helaas heeft het Hof de argumentatie van onze advocaten (de wijze waarop de belastingvermindering voor personen ten laste wordt berekend, is in strijd met het dubbelbelastingverdrag (DBV) tussen België en Nederland) niet gevolgd. - Het Hof is van mening dat het DBV deze berekening wel toestaat. Ook zegt het Hof dat er geen discriminatie is tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden ten opzichte van feitelijk samenwonenden. - In het arrest gaat het Hof niet echt in op de uitgebreide argumentatie met betrekking tot het internationaal recht die onze advocaten in het verzoekschrift hebben opgenomen. - Er rest nu nog het Hof van Cassatie. Men kan de zaak voorleggen aan het Hof van Cassatie indien men van mening is dat een recht is geschonden. In dit geval menen we dat het internationaal recht is geschonden. - Aan het Hof van Cassatie zijn een 20-tal advocaten verbonden en het is via een van deze advocaten dat de zaak uiteindelijk zal worden voorgelegd. - De stap naar het Hof van Cassatie bestaat uit twee fasen. - De eerste fase bestaat uit het vragen van een advies aan een van deze advocaten die is gespecialiseerd in fiscaal recht. Uit het advies zal blijken of er een kans op succes bestaat bij het Hof van Cassatie. - Men heeft 3 maanden de tijd om de zaak voor te leggen aan het Hof van Cassatie. Deze periode gaat echter in op het moment dat het arrest van 23 oktober is betekend door de indiener. Onze advocaat heeft gevraagd het arrest te laten betekenen. Op dit moment is dit nog niet gebeurd. Daarom is er nogmaals aan de advocaat van de Belgische Staat gevraagd het arrest te laten betekenen. Dit is 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 1

belangrijk omdat de advocaten van het Hof van Cassatie pas echt in gang schieten als ze weten dat er een deadline in zicht is. Zij hebben namelijk genoeg werk te doen. - Of er een tweede fase komt, nl. het voorleggen van de zaak aan het Hof van Cassatie, is afhankelijk van het advies uit de eerste fase. - Zolang de zaak lopende is adviseren wij om bezwaarschriften in te dienen tegen de belastingaanslag en zonodig een verzoekschrift in te dienen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg. - U kunt hierover altijd contact opnemen met de VVG. 3. AFHANDELING VAN DE JURIDISCHE PROCEDURES M.B.T. DE AANVULLENDE CRISISBIJDRAGE EN DE FISCALE AFTREKBAARHEID VAN DE IN NEDERLAND BETAALDE PREMIE VOOR DE PARTICULIERE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING - De afhandeling van deze juridische procedures die in 2007 zijn gestart en waarin de Belgische Staat op 7 september 2010 is veroordeeld, komt in de laatste rechte lijn. Eindelijk. - Iedereen die een procedure (in totaal waren er dat 150) is gestart, heeft in de afgelopen maand een brief van de VVG ontvangen over de verdere afhandeling van deze zaken. - Tevens heeft de VVG aan hen gevraagd om de rechtsplegingsvergoeding d.m.v. een volmacht rechtstreeks op de derdenrekening van advocaat Ward Robben te laten storten. Dit scheelt een hoop administratief werk. Bijna iedereen heeft inmiddels de volmacht teruggestuurd. We hopen dat de laatste tien dit ook snel zullen doen. - Het is pas na de uitspraak van de rechter dat het ministerie van financiën kan overgaan tot de terugbetaling van de onterecht geïnde belastingen en eventuele moratoriumintresten. http://www.vvgvzw.be/ ADVISEER OOK JE COLLEGA S OM AAN TE SLUITEN! Zodat ook hij of zij op de hoogte is van de ontwikkelingen m.b.t. grensarbeid Word lid door 19 over te schrijven op rekeningnummer met IBAN nr. BE83 7845 8983 6515 BIC code : GKCCBEBB op naam van Vereniging Voor Grensarbeiders vzw 4. VERHOGING AOW-LEEFTIJD EN HET AOW-GAT - De systematische verhoging van de AOW-leeftijd in Nederland is al enkele jaren bezig. De nieuwe Nederlandse regering heeft de AOW- leeftijd nogmaals gewijzigd. - In 2012 was de AOW-leeftijd al aangepast: de AOW-uitkering start op het moment dat men effectief 65 jaar wordt en niet meer op de eerste van de maand dat men 65 jaar wordt. - Het nieuwe schema ziet er als volgt uit: U bent geboren U krijgt AOW in Uw leeftijd bij ingaan AOW-uitkering Voor 01-01-1948 2012 65 Tussen 01-01-1948 en 30-11-1948 2013 65 + 1 maand Tussen 01-12-1948 en 31-10-1949 2014 65 + 2 maanden Tussen 01-11-1949 en 30-09-1950 2015 65 + 3 maanden Tussen 01-10-1950 en 31-07-1951 2016 65 + 5 maanden Tussen 01-08-1951 en 31-05-1952 2017 65 + 7 maanden Tussen 01-06-1952 en 31-03-1953 2018 65 + 9 maanden Tussen 01-04-1953 en 31-12-1953 2019 66 Tussen 01-01-1954 en 30-09-1954 2020 66 + 3 maanden Tussen 01-10-1954 en 30-06-1955 2021 66 + 6 maanden Tussen 01-07-1955 en 31-03-1956 2022 66 + 9 maanden Tussen 01-04-1956 en 31-12-1956 2023 67 Na 31-12-1956 Onbekend * Onbekend * * De AOW-leeftijd zal verder aangepast worden aan de levensverwachting. Wat dit concreet inhoudt zal een Nederlandse regering in de toekomst beslissen. - De verhoging van de AOW-leeftijd kan leiden tot een AOW-gat. Dit geldt voornamelijk voor mensen die gebruik maken van een vroegpensioenregeling, waarbij deze regeling eindigt op de 65 e verjaardag. Doordat de AOW-uitkering (en het bedrijfspensioen) door de nieuwe regeling later ingaat, ontstaat er een AOW-gat. - In deze periode heeft men dus geen of een verminderd inkomen. Mensen die in die situatie zitten, dienen zich dit te realiseren. Mocht dit een onoverkomelijk probleem zijn, dan kan er misschien een regeling worden getroffen met uw bedrijfspensioenfonds. Sommige pensioenfondsen bieden namelijk de mogelijkheid om het pensioen naar voren te halen. 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 2

5. VERZEKERINGSPREMIES, BELASTINGTARIEVEN, HEFFINGSKORTINGEN, EIGENWONINGFORFAIT, KINDERBIJSLAG, ENZ IN NEDERLAND PER 1.1.2013. 5.1. Werknemersverzekeringen Inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet 2013 2012 7,75 % over max. 50.853 (1) 7,10 % over max. 50.064 (1) (1) De werkgever vergoedt de inkomensafhankelijke bijdrage die de werknemer moet betalen en draagt dit af. De werknemer dient wel belastingen te betalen over deze compensatie door de werkgever. Over uitkeringen waarvoor geen compensatie plaats vindt door de uitkeringsinstantie, is een inkomensafhankelijke bijdrage van 5,65 % (in 2012: 5 %) verschuldigd. 5.2. Samenstelling premies volksverzekeringen (voor personen jonger dan AOW-leeftijd) (Bron :eindejaarspersbericht van het Nederlandse Ministerie van Financiën) 2013 2012 AOW 17,90 % 17,90 % ANW 0,60 % 1,10 % AWBZ 12,65 % 12,15 % Totaal premies volksverzekeringen 31,15 % 31,15 % 5.3. Tarieven premies volksverzekeringen en belastingen (voor personen jonger dan Aow-leeftijd) in Box 1(inkomen uit werk en woning) Belastbaar inkomen Premies vvz Belastingtarief Totaal 2013 2012 2013 2012 2013 2012 2013 2012 Schijf 1 0 19.645 0 18.945 31,15 % 31,15 % 5,85 % 1,95 % 37 % 33,1 % Schijf 2 19.645-33.363 18.945-33.863 31,15 % 31,15 % 10,85 % 10,80 % 42 % 41,95 % Schijf 3 33.363 55.991 33.863 56.491 - - 42 % 42 % 42 % 42 % Schijf 4 > 55.991 > 56.491 - - 52 % 52 % 52 % 52 % 5.4. Heffing over het totaal van de schijven 2013 2012 t/m volledige schijf 1 7.268 6.270 t/m volledige schijf 2 13.029 12.528 t/m volledige schijf 3 22.532 22.031 5.5. Heffingskortingen (voor personen jonger dan AOW-leeftijd) Premiedeel Belastingdeel Totaal 2013 2012 2013 2012 2013 2012 Algemene heffingskorting (1) 1.913 1.913 120 120 2.001 2.033 Arbeidskorting lagere inkomens 1.723 1.611 (maximaal) (2) Arbeidskorting hogere inkomens 550 1.533 (maximaal) (2) Werkbonus (3) 1.100 ----- Inkomensafhankelijke 2.133 2.133 Combinatiekorting (4) Alleenstaande ouderkorting (5) 947 947 Aanvullende alleenstaande (5) 1.319 1.319 ouderkorting (maximaal) Levensloopkorting (per jaar van 205 205 deelname) (6) Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) (7) 4,24 4,18 (1) Algemene heffingskorting 2013 Iedere belastingplichtige heeft recht op de algemene heffingskorting. Partners hebben allebei recht op deze heffingskorting. Als één van de partners geen of weinig inkomsten heeft en dus zijn eigen heffingskorting niet (helemaal) gebruikt, kan hij onder voorwaarden (een deel van) het bedrag rechtstreeks uitbetaald krijgen door de Belastingdienst. Voorwaarde voor uitbetaling is 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 3

dat de partner van de belastingplichtige voldoende inkomen heeft en daarbij voldoende belasting betaalt. Deze uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner wordt afgebouwd in 15 jaar tijd met 6,67% per jaar. De afbouw is gestart in 2009. Dit betekent dat er in 2013 ten hoogste 1.334 (66,67%) van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de minstverdienende partner. De beperking van de uitbetaling geldt niet indien de belastingplichtige die zijn heffingskorting niet volledig gebruikt geboren is voor 1-1-1963. Voor deze groep blijft mits ook aan de andere voorwaarden is voldaan de uitbetaling voor 100% gehandhaafd. In 2011 gold deze uitzondering nog indien de belastingplichtige geboren is voor 1-1-1972 of indien er in het huishouden kinderen van 5 jaar of jonger aanwezig zijn. In 2012, 2013 en 2014 worden deze uitzonderingen stapsgewijs afgeschaft. Dit betekent dat in 2013 ten hoogste 1.734 (86,67%) van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de minstverdienende partner als die tussen 1-1-1963 en 1-1-1972 geboren is of als er in het huishouden kinderen van 5 jaar of jonger aanwezig zijn. (2) Arbeidskorting 2013 Een belastingplichtige heeft recht op arbeidskorting als hij één van de volgende inkomsten heeft: loon, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Die inkomsten moeten met tegenwoordige arbeid worden genoten. De hoogte van arbeidskorting is afhankelijk van het gezamenlijk bedrag van de hiervoor bedoelde inkomsten uit tegenwoordige arbeid (het arbeidsinkomen) en het maximum van de arbeidskorting. Er zijn 2 tabellen : één voor de lagere inkomens en één voor de hogere inkomsten. Lagere inkomens zijn inkomens die maximaal in de eerste twee schijven vallen. (3) Doorwerkbonus 2013 Een belastingplichtige heeft recht op de werkbonus als hij een van de volgende inkomsten heeft : loon, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden (arbeidsinkomen) en bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt maar nog niet de leeftijd van 64 jaar. Het maximum van de werkbonus bedraagt 1.100 en wordt bereikt bij een inkomen vanaf 100 % van het wettelijk minimumloon en loopt door tot 120 % van het wettelijk minimumloon. Boven 120 % van het wettelijk minimumloon wordt de werkbonus lineair afgebouwd tot nihil bij 175 % van het wettelijk minimumloon. (4) Inkomensafhankelijke combinatiekorting 2013 De inkomensafhankelijke combinatiekorting geldt voor minstverdienende partners en alleenstaande ouders die de zorg hebben voor kinderen onder de 12 jaar. Het basisbedrag van deze heffingskorting is 1.024 indien met werken een arbeidsinkomen van minimaal 4.814 wordt verdiend of indien er recht bestaat op de zelfstandigenaftrek. Voor elke euro die meer wordt verdiend dan 4.814 loopt de inkomensafhankelijke combinatiekorting met 4% op tot maximaal 2.133. Dit maximale bedrag wordt bereikt bij een arbeidsinkomen van 32.539. Rekenvoorbeeld: - De minstverdienende partner heeft een jaarinkomen van 20.000. De inkomensafhankelijke combinatiekorting is dan 1.024 (basisbedrag) + 607 (4 % van 20.000-4.814) = 1.631. (5) Alleenstaande-ouderkorting 2013 Een belastingplichtige heeft recht op de alleenstaande-ouderkorting als hij in 2013 meer dan zes maanden: geen partner heeft; een huishouding voert met een kind dat hij/zij in belangrijke mate onderhoudt en dat op hetzelfde woonadres ingeschreven staat; deze huishouding voert met minimaal één kind dat op 1 januari 2013 de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. De hoogte van de alleenstaande-ouderkorting bedraagt 947. Dit bedrag wordt vermeerderd (aanvullende alleenstaande-ouderkorting) met 4,3% van het arbeidsinkomen, maar maximaal met 1.319 indien het kind bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 16 jaar niet heeft bereikt. Het arbeidsinkomen is het gezamenlijke bedrag van hetgeen door de belastingplichtige met tegenwoordige arbeid is genoten als winst uit een of meer ondernemingen, loon en resultaat uit een of meer werkzaamheden. (6) Levensloopverlofkorting 2013 De levensloopregeling is afgeschaft per 1 januari 2012. De levensloopverlofkorting vervalt daardoor ook. De in het verleden opgebouwde levensloopverlofkorting blijft intact voor deelnemers die op 31 december 2011 een positief saldo op hun levensloopregeling hebben staan. Deelnemers aan de levensloopregeling die op 31 december 2011 een saldo van minimaal 3.000 hebben staan, kunnen met de levensloopregeling doorgaan. Bij een nieuwe inleg wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd. De levensloopverlofkorting is gelijk aan het bedrag van het opgenomen levenslooptegoed, maar ten hoogste 205 per jaar waarin is gestort in de levensloopregeling. Bedragen aan levensloopverlofkorting die in voorafgaande jaren al zijn genoten worden in mindering gebracht. (7) Ouderschapsverlofkorting 2013 De ouderschapsverlofkorting geldt voor de belastingplichtige die in 2013 gebruik maakt van zijn wettelijke recht op ouderschapsverlof. De korting wordt berekend door het aantal uren ouderschapsverlof in het kalenderjaar te vermenigvuldigen met een bedrag van 50% van het bruto minimumuurloon per opgenomen verlofuur en bedraagt voor 2013 4,24 per verlofuur. De korting bedraagt niet meer dan de terugval in het belastbare loon in 2013 ten opzichte van 2012. 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 4

5.6. Aanslaggrens voor de inkomstenbelasting De aanslaggrens voor de inkomstenbelasting blijft in 2013 45. Als het verschil tussen de verschuldigde inkomstenbelasting en het saldo van de gezamenlijke voorheffingen en de voorlopige teruggaven meer bedraagt dan 45 volgt een aanslag. 5.7. Teruggaafgrens loonbelasting en premie volksverzekeringen De grens voor teruggaaf op verzoek, op grond van teveel ingehouden loonbelasting en premie volksverzekering over het belastingjaar 2013 blijft 14. Naast de voorheffingen moeten ook in aanmerking worden genomen de voorlopige teruggaven (gezamenlijk genoemd: voorheffingssaldo). Als dit voorheffingssaldo de verschuldigde belasting niet of met niet meer dan 14 overtreft, dan volgt geen aanslag. 5.8. Hypotheekrente-aftrek Met ingang van 1 januari 2013 geldt de hypotheekrente-aftrek alleen voor hypotheken met een annuïtair of lineair aflossingsschema van maximaal 30 jaar. Wel is voorzien in eerbiediging van bestaande leningen. Voor mensen die op 31 december 2012 een eigen woning en een eigenwoningschuld hadden blijft de hypotheekrente aftrekbaar ook al wordt op de betreffende lening niet afgelost. 5.9. Verhuisregeling hypotheekrente-aftrek De maximale termijn voor behoud van hypotheekrente-aftrek bij verkoop van de voormalige eigen woning is drie jaar. Die termijn geldt tot en met het belastingjaar 2013. Dit betekent dat als de woning in 2010 te koop is gezet, voor die woning nog recht op hypotheekrente-aftrek bestaat in 2013. De maximale termijn voor het verkrijgen van hypotheekrente-aftrek voor de nog leegstaande toekomstige eigen woning (bijvoorbeeld in aanbouw) is ook drie jaar. Ook dat geldt voor het belastingjaar 2013. Dit betekent dat in 2013 recht op hypotheekrente-aftrek bestaat voor een leegstaande woning die uiterlijk in 2016 de eigen woning (hoofdverblijf) zal worden. 5.10. Eigenwoningforfait Het eigenwoningforfait wordt berekend op de WOZ (Waarde Onroerende Zaken) van de eigen woning. Gezien alleen in Nederland gelegen woningen een WOZ hebben, dient voor in België gelegen woningen worden uitgegaan van de verkoopwaarde van de woning. WOZ-waarde Forfaitpercentage 2013 2013 (in 2012) 0 12.500 Nihil 12.500 25.000 0,20 % 25.000 50.000 0,35 % 50.000 75.000 0,45 % 75.000 1.040.000 0,60 % 6.240 vermeerderd met 1,55 % van de eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven 1.040.000 (2012 6.240 vermeerderd met 1,30 % van de eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven 1.040.000) 5.11. Jaarlijkse waardering onroerende zaken Vanaf 1 januari 2007 stellen de Nederlandse gemeenten de WOZ-waarde van onroerende zaken jaarlijks vast. Vanaf 1 januari 2008 zal de periode tussen het gebruik van de WOZ-waarde en de waardepeildatum van een onroerende zaak nog maar 1 jaar bedragen. Dit geldt ook zo voor de bepaling van de in België gelegen woning. 5.12. Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Deze aftrek wordt verleend als het saldo van eigenwoningforfait minus de aftrekbare kosten zoals hypotheekrente positief is. De aftrek is gelijk aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten. Door deze aftrek kan de bijtelling van het eigenwoningforfait nooit leiden tot een positief inkomensbestanddeel in box 1. De regeling beoogt een positieve prikkel te geven aan de financiering van de eigen woning uit eigen middelen. 5.13. Auto van de zaak Voor personenauto s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km die in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 worden aangeschaft, geldt gedurende 60 maanden een 0%-tarief voor de bijtelling. Op auto s die al voor 1 januari 2012 zijn aangeschaft en niet meer dan 50 gr/km CO2 uitstoten, is voor zover ze daar nog geen recht op hadden vanaf 1 januari 2012 het 0% tarief van toepassing tot 1 januari 2017. Voor personenauto s met een CO2- uitstoot van niet meer dan 50 gr/km die in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende 60 maanden een 7%-tarief voor de bijtelling. Het huidige onderscheid in CO2-grenzen voor benzine en diesel verdwijnt. De komende jaren groeien deze grenzen naar elkaar toe. Vanaf 2015 wordt er geen onderscheid meer gemaakt. Tabellen met bijtellingen in functie van de CO2 zijn terug te vinden op de website van de Nederlandse belastingdienst. 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 5

5.14. Heffingvrij vermogen box 3: vanaf 2011 één peildatum Per 1 januari 2011 geldt voor de vaststelling van de rendementsgrondslag voor box 3 nog maar één peildatum, nl. 1 januari van het kalenderjaar. 5.15. Heffingvrij vermogen Bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen heeft een belastingplichtige recht op een heffingvrij vermogen van 21.139. De gezamenlijke grondslag sparen en beleggen van partners (zijnde de gezamenlijke rendementsgrondslag voor zover die meer bedraagt dan het gezamenlijke heffingvrije vermogen) kan tussen partners in elke gewenste verhouding worden toebedeeld. 5.16. Toeslag heffingvrij vermogen minderjarige kinderen vervallen per 1 januari 2012 De toeslag heffingvrij vermogen minderjarige kinderen is vervallen met ingang van 1 januari 2012. Voor 2011 bedroeg deze toeslag 2.779. 5.17. Levensloopregeling Per 1 januari 2013 is de levensloopregeling niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers. Voor deelnemers met een saldo van minder dan 3.000 op 31 december 2012 valt het tegoed vrij aan het begin van 2013. Bij die vrijval wordt belasting geheven over 80 % van het tegoed op 31 december 2011 en worden in het verleden opgebouwde rechten op de levensloopverlofkorting in aanmerking genomen. Bij een tegoed van 3.000 of meer op 31 december 2012 kan men tot het jaar 2022 gebruik blijven maken van de levensloopregeling. Vanaf het jaar 2013 vervalt de voorwaarde dat het levenslooptegoed slechts voor verlof opgenomen kan worden. Indien het volledige tegoed in 2013 opgenomen wordt, wordt slechts 80 % van de waarde in het economische verkeer van de levensloopaanspraak op 31 december 2011 in aanmerking genomen voor de belastingheffing. Het meerdere wordt wel volledig belast. Bij de belastingheffing worden ook de in het verleden opgebouwde rechten op de levensloopverlofkorting in aanmerking genomen. Met betrekking tot de levensloopregeling is er een overeenkomst tussen België en Nederland om dubbele heffing te voorkomen. Zie VVG-nieuws 2012/2 punt 9. 5.18. Vitaliteitssparen: gaat niet door Per 1 januari 2013 zou vitaliteitssparen worden ingevoerd. Deze plannen zijn echter gewijzigd: het vitaliteitssparen gaat niet door. Hiermee vervalt ook de mogelijkheid van omzetten van levenslooptegoeden in vitaliteitssparen. 5.19. 30% regeling Werknemers die naar Nederland komen, kunnen onder bepaalde voorwaarden een belastingvrije vergoeding voor de extraterritoriale kosten krijgen van 30% van het loon inclusief de vergoeding. Deze zogenoemde 30%-regeling is vanaf 1 januari 2012 onder andere op de volgende punten aangescherpt: schaarse specifieke deskundigheid periode dat van de 30% regeling gebruik gemaakt kan worden definitie van het begrip ingekomen werknemer : de 30%-regeling voor werknemers die naar Nederland komen geldt vanaf 1 januari 2012 alleen voor werknemers die minstens 150 kilometer van de Nederlandse grens woonden voordat zij in Nederland gingen werken. promovendi Als een werknemer niet (meer) onder de 30%-regeling valt, dan kunnen wel de werkelijke extraterritoriale kosten vrij worden vergoed. Voor ingekomen werknemers die voor 1 januari 2012 onder de 30%-regeling vallen, geldt een overgangsrecht. 5.20. Woonlandfactor voor inwoners van België De woonlandfactor is van belang bij de berekening van de verschuldigde bijdragen voor de zorgverzekering die in Nederland verzekerde post-actieven of meeverzekerde gezinsleden dienen te betalen. Voor 2013 is deze factor: 0,6760 ( dezelfde als in 2012). 5.21. Kinderbijslag in Nederland In Nederland is er recht op kinderbijslag voor kinderen tot 18 jaar. De hoogte van de kinderbijslag hangt af van de leeftijd van het kind. De bedragen voor de kinderbijslag veranderen niet per 1 januari 2013. De hieronder vermelde bedragen gelden vanaf juli 2012: 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 17 jaar Per kind / kwartaal in 2012 188,57 228,98 269,39 Nederland kent geen kinderbijslag voor kinderen vanaf 18 jaar. Men kan dan terugvallen op de Belgische kinderbijslagregeling. In België is er recht op kinderbijslag tot 25 jaar als het kind onderwijs of een opleiding volgt en maar een klein inkomen heeft uit werk of een sociale uitkering. 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 6

Inlichtingen: Diederik Verweyen: tel. 011/641622 Luc Moris: tel. 011/621381 VVG, Haverstraat 65, 3930 Hamont-Achel www.vvgvzw.be e-mail: vvgvzw@telenet.be 6. TOESLAGEN - De Nederlandse overheid kent een aantal toeslagen toe. - Ook Belgische grensarbeiders kunnen recht hebben op deze toeslagen. Belangrijk is om zich hierover goed te informeren. - In 2013 zijn een aantal regels gewijzigd. Zorgtoeslag: - De zorgtoeslag is een persoonlijke tegemoetkoming van de Nederlandse overheid om de premie voor de zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te houden. - De hoogte van de zorgtoeslag is afhankelijk van de gezinssamenstelling en van de hoogte van het inkomen. - Om in aanmerking te komen voor zorgtoeslag, mag het inkomen in 2013: * niet hoger dan 30.939 zijn voor een alleenstaande * indien men een toeslagpartner heeft, dan mag het gezamenlijk inkomen niet hoger dan 42.438 zijn - In 2013 is de definitie van toeslagpartner gewijzigd. - Ook nieuw is dat men in 2013 geen recht op zorgtoeslag heeft als het vermogen op 1 januari 2013: * groter was dan 101.139 voor een alleenstaande * groter was dan 122.278 voor partners - De zorgtoeslag voor 2012 dient voor 1 september 2013 te worden aangevraagd. - Meer informatie over de zorgtoeslag is te vinden op de website: http://www.toeslagen.nl/ Kindgebonden budget (KGB): - Op 1 januari 2009 is het kindgebonden budget (KGB) ingevoerd. Het vervangt de kindertoeslag. Het KGB is net als de kindertoeslag een bijdrage in de kosten voor kinderen onder de achttien jaar. - Het KGB valt onder de sociale zekerheid. Grensarbeiders kunnen dus ook recht hebben op KGB - Het KGB heeft geen invloed op de kinderbijslag. Kinderbijslag is het inkomensonafhankelijke bedrag, dat alle ouders per kwartaal als tegemoetkoming voor de opvoedingskosten van een kind krijgen. Het KGB komt bovenop de kinderbijslag. - Om KGB te krijgen, moet men aan de volgende voorwaarden voldoen: * 1 of meer kinderen onder de 18 jaar hebben. * Voor deze kinderen recht hebben op kinderbijslag. * Het gezamenlijk inkomen van u en uw partner mogen niet te hoog zijn. Er geldt namelijk een inkomensgrens die mede afhankelijk is van het aantal kinderen. - De hoogte van het totale KGB per gezin is dus afhankelijk van het bruto gezinsinkomen en van het aantal kinderen in het gezin. Hoe lager het inkomen, des te hoger het bedrag per kind. Hoe meer kinderen een gezin telt, des te hoger het totale bedrag aan KGB. * Nieuw is dat men in 2013 geen recht op kindgebonden budget heeft als het vermogen op 1 januari 2013: * groter was dan 101.139 voor een alleenstaande * groter was dan 122.278 voor partners - Grensarbeiders opgelet, want buitenlandse gezinsbijslagen tellen mee! - Bij de berekening van het KGB wordt naar het totaal aan gezinsbijslagen gekeken die men zowel in Nederland (kinderbijslag, KGB, kinderopvangtoeslag) als in België ontvangt. - Men ontvangt in totaal nooit meer dan het hoogste bedrag aan gezinsbijslagen waarop men recht had volgens de Nederlandse of de Belgische regels. - Nederlanders ontvangen het KGB via de Nederlandse belastingdienst. - Bij de berekening van het eventuele recht op het Nederlandse KGB speelt de Nederlandse Sociale Verzekeringsbank een rol. - Het KGB dient te worden aangevraagd bij de Nederlandse belastingdienst, via www.toeslagen.nl/ - Informatie over het KGB is ook te vinden op internet: http://www.svb.nl/ De VVG adviseert om contact op te nemen met het Bureau Belgische Zaken te Breda om te laten berekenen of men in aanmerking komt voor het KGB. http://www.svb.nl/int/nl/bbz/index.jsp email: bbz@svb.nl Kinderopvangtoeslag: - Als uw kinderen naar de kinderopvang gaan, dan is het mogelijk dat u in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag. 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 7

- Ook als de kinderen naar een Belgische kinderopvang, die onder Kind en Gezin valt, gaan. - De Nederlandse overheid gaat minder bijdragen aan de kosten van kinderopvang. De kinderopvangtoeslag wordt daardoor lager. Hoeveel lager, hangt af van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe meer men zelf moet betalen. * Nieuw is dat men in 2013 geen recht heeft op kinderopvangtoeslag voor het 1 e kind indien het (gezamenlijke) inkomen 118.189 of hoger is. Voor het 2 e en volgende kinderen verandert er niets. - Men kan alleen nog kinderopvangtoeslag krijgen voor de uren die men werkt. Men moet uitgaan van de ouder die de minste uren per jaar werkt. Gaat het kind minder uren per week naar de opvang dan dat men werkt, dan dient men de werkelijke uren te nemen. - Belangrijk is ook dat de kinderopvangtoeslag niet met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd. - Meer informatie over de kinderopvangtoeslag (o.a. het aanvragen en het maken van een proefberekening) is te vinden op de website: http://www.toeslagen.nl/ 7. NEDERLANDSE STUDIEFINANCIERING - Naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 14 juni 2012 gaat Nederland de wet op de studiefinanciering aanpassen : de woonplaatsvereiste (de zogenaamde 3 uit 6-regel) is niet van toepassing voor kinderen van in Nederland werkende grensarbeiders. - De uitspraak van het Europees Hof van Justitie blijft voor een aantal Nederlandse politici moeilijk verteerbaar. Zij vinden dat Europa zich te zeer bemoeid met hun wetgeving. - Belangrijk is het voornemen van de Nederlandse regering om vanaf het schooljaar 2013-2014 het aantal meeneembare studiefinancieringen te plafonneren op 8.000/jaar. Dit zal dan gaan gebeuren volgens het principe wie eerst komt, eerst maalt. Reden voor het plafonneren is dat Nederland controle wil hebben op de financiële impact van de meeneembare studiefinanciering. - Nog een ander voornemen van de Nederlandse regering is dat ze de prestatiebeurs wil omzetten in een sociaal leenstelsel en wel vanaf het schooljaar 2014-2015. De Nederlandse regering moet dan net zoals bij alle andere zaken een meerderheid zien te vinden in de Eerste Kamer. - Er verandert dus heel wat op het vlak van studiefinanciering. In de volgende editie van het VVG-nieuws besteden we uitgebreider aandacht aan bovenstaande. 8. KOOPKRACHTTEGEMOETKOMING OUDERE BELASTINGPLICHTIGEN - Binnenkort zal de Europese Commissie (EC) een beslissi ng nemen inzake de omstreden Nederlandse Wet Koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen. Naar aanleiding van de vele klachten die de EC hierover heeft ontvangen is ze een inbreukprocedure gestart tegen Nederland. - Op 26 oktober 2012 heeft de EC in een brief aan de VVG het volgende medegedeeld: De Nederlandse regering heeft haar opmerkingen op het met redenen omkleed advies ondertussen aan de Commissie overgemaakt. De Commissie bestudeert deze momenteel nog en zal naar afsluiting van haar onderzoek een formele beslissing over de verdere gang van zaken nemen. Om praktische redenen zal dit zeker niet voor eind januari 2013 gebeuren. - Dus binnenkort zal er een beslissing vallen. Indien de EC niet overtuigd is door het antwoord van de Nederlandse regering, dan rest de stap naar het Europees Hof van Justitie te Luxemburg 9. GEEN OPBOUW (AANVULLEND) BEDRIJFSPENSIOEN EN DAN? - Iedereen die in Nederland werkt en er sociaal verzekerd is, bouwt in Nederland het wettelijk pensioen op, de AOW (Algemene OuderdomsWet). - Naast die AOW bouwen velen (de meesten) extra pensioen op via een bedrijfspensioenfonds. - Niet iedereen bouwt dit extra pensioen op. Dit heeft financiële consequenties op het moment dat men op pensioen gaat. - Als men bij pensionering alleen op de AOW terugvalt, dan heeft men het financieel niet breed. Sterker nog, als men geen financiële reserves heeft, komt men onmiddellijk terecht in de armoede. - Grensarbeiders die in een situatie verkeren waarbij ze naast het wettelijk pensioen geen extra pensioen opbouwen kunnen we alleen maar adviseren op een of andere manier toch te sparen, beleggen enz voor later. Dit kan op vele manieren: via banken, via verzekeringen, risicovol, defensief, fiscaal aftrekbaar, niet fiscaal aftrekbaar - Sommige bedrijven geven hiervoor jaarlijks een bedrag waarbij u zelf mag beslissen wat u hiermee doet. - Wij kunnen alleen maar adviseren om hiermee verstandig om te gaan en ervoor te zorgen dat u later niet voor een onaangename verrassing komt te staan. In het volgende VVG-nieuws zullen we aandacht besteden aan de hypotheek-aftrek in Nederland en voor wie uiteindelijk de sanctieregelingen wel en voor wie niet van toepassing zijn. 2013 / 1 VVG-nieuws januari 2013 8