19 juni 2014. I. Het Taalunieverdrag

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstellen voor de geplande Talennota van de Vlaamse minister van Onderwijs

In artikel 18 van de Wet op de expertisecentra wordt na het tweede lid een lid

nr. 218 van WARD KENNES datum: 29 januari 2015 aan HILDE CREVITS Samenwerking Vlaanderen-Nederland - Onderwijs

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Parnassusplein 5 T F

Intentieverklaring. inzake onderwijssamenwerking tussen Nederland en Vlaanderen

Meertaligheid als kerncomponent van internationale competentie. Lies Sercu KU Leuven

Zorgen voor onze taal en letteren. Memorandum voor de verkiezingen in 2019

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up

Uitgegeven: 3 februari , no. 10 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma s

TAALUNIE Taal schept kansen. Strategisch plan

De nieuwe regels voor het bewijs van kennis van het Nederlands, nodig om bij een Vlaams lokaal bestuur aan de slag te kunnen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek

Fiche 5: Aanbeveling inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

Onze vraag: CD&V antwoordde ons:

Taalunie Talendebatten 2017

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Meer kansen door internationaal basisonderwijs

De Staat van het Nederlands

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang

Beïnvloeden internationale denkkaders Vlaamse beleidsdossiers? Een kijk vanuit het middenveld

Vraag nr. 612 van 5 juni 2013 van MARIJKE DILLEN

Onderwijs Nederlands / taalbeleid in de 21 ste eeuw

Meesterschapsteam MVT

CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS

DIALECT EN TAALVERWERVING

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen

FAQs over meertaligheid en het leren van talen

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

Taalunie Talendebatten 2016

ENGELS als Tweede Taal

Hartelijk welkom allemaal hier in het Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding en Vrede ter gelegenheid van onze nationale feestdag.

Toegepaste Taalkunde Academisch Nederlands

De Gentse opleidingen in de Toegepaste Taalkunde stappen over naar de universiteit. Vertalen Tolken Meertalige Communicatie

VERSLAG N.A.V. VIERDE CONSULTATIEFASE (JANUARI-MAART 2019) Ontwikkelteam Engels / Moderne Vreemde Talen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands

DE WAARDE VAN DE NEDERLANDSTALIGE TERMINOLOGIE Herman Gevaert

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

obs Jaarfke Torum CL Scheemda Postbus ZH Scheemda

Conceptnota nieuwe regelgeving taaldecreet Commissie Werk en Economie Vlaams Parlement

TOELICHTING. Voor alle scholen waar het leergebied Frans verplicht is, gelden bijgevolg dezelfde eindtermen Frans.

Wat doet de Taalunie? u x. t v. Samen sterker. voor het Nederlands.

Meertaligheid en taalbeleid in Nederland. Voorbeeld voor Vlaanderen of niet?

Interview met minister Joke Schauvliege

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER Mede mogelijk dankzij:

Samenleven in Diversiteit in cijfers: Taalkennis, taalgebruik en taalbeleid

Engagementsverklaring

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

THEMA 4: MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol?

AN, BN, NN en een snuifje SN. Regionale variatie in het Nederlands

Professionele leeromgeving. Inleiding

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken.

Gelet op hoofdstuk IV van de Grondwet;

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, 2, 3, 4 en 5 ;

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE

Persvoorstelling Resultaten Europees Vreemdetalenonderzoek. 21 juni 2012

Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?

VR DOC.1297/3BIS

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

INLEIDING

Ronde 3. Nvt Nt2: één pot nat? 1. Inleiding. 2. Context

Onze vraag: CD&V antwoordde ons:

Gecoördineerde tekst:

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

ERKENNING STREEKTALEN IN HET NEDERLANDS TAALGEBIED CHARLOTTE REIJNGOUDT-GIESBERS

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;

Voorbij het binaire. Hoe de meertalige realiteit op school en in de klas integreren met het leren van de schooltaal?

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

VR DOC.0430/1

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Brussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

onze school kijkt positief naar thuistalen Basisschool Sint-Salvator Gent

Internationalisering zo beoogde ook het Erasmusprogramma (1987) de onderdompeling in de taal en cultuur van de ontvangende universiteit (9)

40 jaar Vlaams parlement

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Beroepsstandaarden docent Nederlands

Overtuigingen van leerkrachten over taal in onderwijs. Reinhilde Pulinx, Universiteit Gent VFO SSL, Leuven, 18 september 2014

Leren parafraseren & synthetiseren

TWEETALIGE KLASSEN INFOMOMENT. 25 mei 2018 De Nekker, Mechelen Publiek infomoment

brugge.be OVERAL TAAL Overal Taal tentoonstelling en activiteiten 18 februari - 17 maart 2015 Hoofdbibliotheek Biekorf - Kuipersstraat Brugge

Master in het vertalen. E.Snauwaert en P.Pauwels

TAALMODELLEN VOOR HET HOGER ONDERWIJS IN HET NEDERLANDSE TAALGEBIED

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

~ :-.~? 'J~ ~ Vlaamse Regering. DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Transcriptie:

19 juni 2014 Reactie van de Taalunie op de standpunten van vzw Vereniging van Vlaamse Leerkrachten, vzw Algemeen-Nederlands Verbond en stichting Nederlands in het artikel Het Nederlandse Taalbeleid in V.V.L.-Ideeën (jg. 45, nr. 4, pp. 4-6) I. Het Taalunieverdrag V.V.L.-Ideeën: Wij willen het Taalunieverdrag beter bekendmaken in binnen- en buitenland en de opvolging en de uitvoering van het Verdrag kritisch volgen vanuit het gezichtspunt van het maatschappelijk middenveld. De Taalunie juicht het toe dat haar verdrag breder onder de aandacht wordt gebracht en dat de uitvoering ervan kritisch wordt gevolgd door het maatschappelijk middenveld. De ambitie van de Taalunie reikt vandaag de dag echter verder dan het verdrag. Met het verdrag kreeg de Taalunie de opdracht een verantwoord gebruik van het Nederlands in de samenlevingen na te streven, met name bij de overheid en in het onderwijs. Vandaag de dag gaat het niet meer om een verantwoord gebruik van het Nederlands alleen, maar om het gebruik van het Nederlands in het algemeen. Als we willen dat het Nederlands een volwaardige taal blijft, moet het in alle maatschappelijke domeinen worden gebruikt. De Taalunie is ervan overtuigd dat taal kansen schept en wil daarom stimuleren dat gebruikers en maatschappelijke sectoren het Nederlands optimaal benutten, zodat het hun kansen vergroot. De Taalunie adviseert de betrokken overheden over hun taalbeleid voor het Nederlands, reikt basisvoorzieningen voor het Nederlands aan en ondersteunt gebruikers en leerders van het Nederlands binnen en buiten het taalgebied. Wet- en regelgeving is niet het enige en niet altijd het meest aangewezen middel om het gebruik van het Nederlands door mensen en in maatschappelijke domeinen te stimuleren. Het gaat er ook om noodzakelijke voorwaarden te scheppen en op kansen te wijzen. De Taalunie stelt een pragmatisch beleid voor waarin mensen en maatschappelijke sectoren veeleer worden verleid dan verplicht het Nederlands te gebruiken. II. De hoofddoelstelling volgens het Taalunieverdrag V.V.L.-Ideeën: Wij vragen de Taalunie om de intrekking van het besluit om ( ) theoretische standaardvarianten te onderscheiden, een besluit dat haaks staat op de eerste doelstelling van het Taalunieverdrag: de bevordering van de eenheid van taal in Nederland en Vlaanderen. De Taalunie is het er niet mee eens dat het onderscheiden van (sub)variëteiten van de standaardtaal haaks staat op de doelstelling van het verdrag om de eenheid van de standaardtaal te bevorderen. De Taalunie erkent wel dat ze de variatie de voorbije jaren misschien wat te veel en de eenheid misschien wat te weinig heeft beklemtoond. In het Raadsadvies inzake taalvariatie uit 2003 staat een genuanceerde visie: 1

[B]innen het Standaardnederlands [kan] een onderscheid gemaakt worden tussen het Standaardnederlands dat in formele domeinen en in de schrijftaal wordt gebruikt, en het Standaardnederlands dat in meer informele domeinen wordt gebruikt, met name in de spreektaal. Naast een verschil tussen het formele en informele domein bestaat er een geografisch bepaald verschil tussen het Standaardnederlands in Nederland en het Standaardnederlands in België. Hiermee kunnen vier (sub)variëteiten van de standaardtaal onderscheiden worden: formeel Nederlands Nederlands; formeel Belgisch Nederlands; informeel Nederlands Nederlands; informeel Belgisch Nederlands. De Werkgroep is van mening dat het bestaan en het bestaansrecht van deze vier vormen van de Nederlandse standaardtaal als maatschappelijk gegeven moeten worden beschouwd. Voor het Standaardnederlands van het formele domein adviseert de werkgroep om de tendens naar convergentie van de beide nationale variëteiten te bestendigen en waar mogelijk te versterken. Voor het Standaardnederlands van het informele domein bestaat er zoals gezegd een zekere tendens tot divergentie. De Werkgroep beschouwt deze divergentie als een natuurlijk gegeven, en acht het niet realistisch om te streven naar een strakke uniformering. In zijn voorjaarsvergadering van 2004 heeft het Comité van Ministers van de Taalunie deze uitgangspunten op hoofdlijnen onderschreven en daarbij ook aandacht gevraagd voor het Surinaams Nederlands als (sub)variëteit van de standaardtaal. Via Taaladvies.net ondersteunt de Taalunie gebruikers van het Nederlands in een correct gebruik van de standaardtaal. Het gaat dan met name om de formele (sub)variëteiten van de standaardtaal en daarvoor wordt convergentie nagestreefd. De aanduiding dat iets als Nederlands of Belgisch Nederlands moet worden beschouwd, houdt geen waardeoordeel in en is niet gericht op het aan- of afraden van het gebruik ervan, maar dient louter om de taalgebruiker te wijzen op een mogelijk beperktere bruikbaarheid binnen het taalgebied. Het is dan aan de taalgebruiker om er al dan niet gebruik van te maken. De Taalunie ziet de tendens tot divergentie tussen de informele (sub)variëteiten van de standaardtaal niet als een bedreiging voor de taaleenheid. Ook in andere talen zoals het Engels en het Frans leven verschillende tongvallen naast elkaar en die staan in die talen net zomin als in het Nederlands de onderlinge verstaanbaarheid in de weg. Zoals in alle communicatie zijn er soms verschillen die tot misverstanden leiden, maar soms worden we ook blij verrast door verrijkende wendingen die we graag willen overnemen. De beste garantie op taaleenheid is onderling contact en dat is er vandaag de dag meer dan ooit tevoren. De producten van Studio 100 zijn op de Nederlandse televisie te zien, de producten van Albert Heijn zijn in België te verkrijgen en de havens van Antwerpen en Rotterdam gaan zich in de wereld samen profileren in plaats van elkaar te beconcurreren. De taal die Nederland en Vlaanderen delen, nodigt uit tot samenwerking, zowel onderling als richting derde landen. De Taalunie wil dat meer dan ooit tevoren beklemtonen. 2

III. Taalvariatie V.V.L.-Ideeën: Wij stellen de Taalunie voor om een eenduidig erkenningsbeleid te voeren ten aanzien van dialecten, streektalen en regionale talen in Vlaanderen en Nederland. Waardoor bijvoorbeeld het Limburgs zowel in Nederland als in Vlaanderen erkend wordt, wat nu niet het geval is om voor de burger ondoorgrondelijke redenen. Als organisatie heeft de Taalunie altijd een eenduidig erkenningsbeleid ten aanzien van dialecten, streektalen en regionale talen in Nederland en Vlaanderen voorgesteld. In die zin is de erkenning van het Limburgs als minderheidstaal in Nederland inderdaad een ongelukkige keuze geweest, zoals ook mag blijken uit het advies van de toenmalige algemeen secretaris van de Taalunie aan de toenmalige directeur-generaal Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Fries, wordt het Limburgs niet als een aparte taal beschouwd, maar als een grensoverschrijdend dialect van het Nederlands. Door het Limburgs als aparte minderheidstaal te erkennen, wordt de sprekers van het Limburgs de facto de status van moedertaalsprekers van het Nederlands ontzegd en daar is de Taalunie geen voorstander van. De Taalunie waardeert het Limburgs evenzeer als het West-Vlaams, het Gents, het Zeeuws of het Achterhoeks en wil het dus niet loslaten als deel uitmakend van het Nederlands. V.V.L.-Ideeën: Wij vragen de Taalunie om haar bemoeienis met de ontwikkeling van terminologie in het Nederlands uit te breiden omdat er veel belangrijke gebieden zijn waarop de Nederlandstalige terminologie verdwijnt of verkwijnt. De Taalunie dankt de middenveldorganisaties voor hun expliciete steun voor haar terminologiebeleid. Het is inderdaad cruciaal dat vaktaal uit diverse maatschappelijke domeinen in het Nederlands ontsloten blijft worden. De Taalunie wil dat dan ook blijven aanjagen in samenwerking met diverse partijen in het beleid en in het veld. Op vraag van de vertaaldiensten van de Europese Unie onderzoekt de Taalunie of ze een coördinerende rol kan vertolken in het samenbrengen van expertise op het terrein van technisch vertalen. Daarmee wordt de eenheid van het Nederlands als bestuurstaal bevorderd. IV. Nederlandstalig universitair en hoger onderwijs V.V.L.-Ideeën: Wij vragen de Taalunie de gevolgen te bestuderen van het politiek gesteunde of gedoogde universitair verengelsingbeleid, op korte en lange termijn. Artikel 2 van het Verdrag bepaalt dat de Taalunie een verantwoordelijkheid heeft op het gebied van de taal als communicatiemiddel van de wetenschappen, en de nationale wetgeving ter zake geeft bovendien een duidelijke richting aan. Ook de nefaste historische ervaringen opgedaan in vroegere koloniën zoals Ierland en landen in Afrika en Azië kunnen in het onderzoek worden betrokken, evenals de ervaringen in Vlaanderen opgedaan in de 19e en de 20e eeuw. De Taalunie deelt de zorg van de middenveldorganisaties over de positie van het Nederlands als instructietaal in het hoger en universitair onderwijs. Het is van het grootste belang dat instellingen voor hoger en universitair onderwijs een weldoordacht taalbeleid voeren dat hun studenten optimaal voorbereid op hun functioneren binnen de betrokken 3

samenlevingen en in de wereld. Het beheersen van meerdere vreemde talen maakt daar vaak deel van uit, het beheersen van de eigen moedertaal is daarvoor een vereiste. Een student(e) die internationaal recht studeert, kan inderdaad niet zonder het Engels, maar om het binnen onze eigen samenlevingen uit te leggen, moet hij of zij de materie ook kunnen vertalen naar het Nederlands. Een jurist(e) die wordt opgeleid om in onze eigen rechtbanken te pleiten, kan sowieso niet zonder het Nederlands, en ook niet zonder zekere retorische vaardigheden in zijn of haar eigen moedertaal. De dokter van morgen moet op de hoogte blijven van de recentste internationale ontwikkelingen, maar moet die ook nog kunnen uitleggen aan zijn of haar patiënten die de terminologie niet beheersen. Op 30 mei 2012 heeft de toenmalige Nederlandse staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangekondigd de Nederlands-Vlaamse Accreditatie-Organisatie (NVAO) te vragen toezicht te houden op het taalbeleid van instellingen voor hoger en universitair onderwijs en hun motivaties om af te wijken van de regel dat Nederlands instructietaal is. De Taalunie monitort de ontwikkelingen in het hoger en universitair onderwijs en de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren komt in het najaar met een uitvoerig advies over de taalvaardigheid Nederlands van studenten. De positie van het Nederlands in het hoger en universitair onderwijs laat de Taalunie dus niet los, niet alleen vanuit het perspectief van Nederlands als wetenschapstaal, maar ook vanuit het perspectief dat Nederlands in alle maatschappelijke domeinen een stevige positie moet blijven bekleden. V. Het watervaleffect V.V.L.-Ideeën: Wij verzetten ons tegen een onderwijsbeleid dat het Nederlands in de klassen steeds verder marginaliseert door steeds meer ruimte te geven aan het Engels als een het Nederlands vervangende taal. Dit beleid voert niet naar de gewenste en in het verleden ook bereikte meertaligheid, maar juist tot eentaligheid, tot Engelstaligheid. Dit is strijdig met de culturele grondslagen van Nederland en Vlaanderen en van de Europese Unie, zoals nog eens onderschreven door de lidstaten in het akkoord van Barcelona in 1992. De Taalunie is het ermee eens dat er behoedzaam moet worden omgesprongen met andere instructietalen dan het Nederlands in het reguliere onderwijs. Meertaligheid is voor onze kinderen en jongeren een verrijking en we moeten hen zeker in staat stellen in een vroeg stadium vreemde talen te verwerven, maar daarbij mogen we de toegankelijkheid van ons onderwijs, de taalvaardigheid Nederlands van onze kinderen en jongeren en de mogelijke gevolgen voor de positie van het Nederlands binnen onze samenlevingen niet uit het oog verliezen. Tweetalig onderwijs kan zeker zijn meerwaarde hebben, net zoals thuistaalonderwijs dat kan hebben voor anderstalige leerlingen, maar de toepassing ervan mag nooit ten koste gaan van het onderwijs in en van het Nederlands. In het reguliere onderwijs moet het Nederlands centraal blijven staan en moeten er bij voorkeur meerdere vreemde talen worden aangeboden, zodat er niet één andere taal centraal kan komen te staan, zoals het Engels, en de plaats van het Nederlands kan overnemen. Als we al onze kinderen en jongeren opleiden in het Engels, dan kan het met het Nederlands concurreren als voertaal binnen onze samenlevingen en dan dreigt het Nederlands gereduceerd te worden tot een huis-tuin-en-keukentaal. Als we willen dat 4

onze moedertaal een volwaardige cultuurtaal blijft, die in alle maatschappelijke domeinen wordt gebruikt, dient ze zeker in het reguliere onderwijs centraal blijven te staan. In lijn met het Europese meertaligheidsbeleid en vroeg vreemdetalenonderwijs onderschrijft de Taalunie het belang van het beheersen van meerdere vreemde talen naast de eigen moedertaal. Het Europese principe van moedertaal plus twee vreemde talen respecteert niet alleen de positie van de eigen moedertaal, maar toont ook aan dat meertaligheid niet ophoudt bij het Engels. Voor Nederlanders en Vlamingen bieden Duits en Frans toegang tot hun naaste buren en kunnen talen als Pools en Spaans nieuwe markten openen. Op 10 juli 2013 kondigde de huidige Nederlandse staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in een Kamerbrief een plan van aanpak aan voor Engels in het primair onderwijs. In dat plan wordt ook ruimte gelaten voor tweetalig onderwijs in het Nederlands en het Frans of het Duits, maar in de eerste proefprojecten gaat het louter om tweetalig onderwijs in het Nederlands en het Engels. De Taalunie vindt dat er niet louter op het Engels mag worden gefocust en dat ook het Frans en het Duits bij de proefprojecten moeten worden betrokken, zo mogelijk in combinatie met elkaar volgens het Europese principe van moedertaal plus twee vreemde talen, zodat het Nederlands niet eenzijdig in concurrentie met het Engels wordt gezet en te allen tijde centraal blijft staan. VI. Actuele talige problemen in het onderwijs V.V.L.-Ideeën: Initiatieven van de Taalunie en de Ministeries van Onderwijs in Vlaanderen en Nederland die zich richten op een versnelde verwerving van het Nederlands door niet- Nederlandstalige leerlingen op alle onderwijsniveaus, zullen wij graag steunen. In zowel Nederland, Vlaanderen als Suriname, kan er in het reguliere onderwijs niet zomaar van uit worden gegaan dat het Standaardnederlands als instructietaal ook de thuistaal van de leerlingen is. Dat geldt niet alleen voor kinderen en jongeren van wie de ouders een andere talige achtergrond hebben, maar bijvoorbeeld ook voor kinderen en jongeren die thuis niet in standaardtaal maar in dialect worden opgevoed. De Taalunie wil graag beklemtonen dat andere talen en talige variëteiten steeds als een verrijking moeten worden beschouwd, in de context van het onderwijs zelfs aanknopingspunten bieden om de algemene taalvaardigheid van de leerlingen te bevorderen, en daarom in geen geval negatief mogen worden weggezet. Dat staat geenszins in de weg dat het gebruik van het Algemeen Nederlands in het onderwijs positief wordt gestimuleerd. Het is van het grootste belang onze kinderen en jongeren op te leiden tot volwaardige burgers die volledig kunnen functioneren in een meertalige werkelijkheid binnen en buiten hun eigen taalgebied. Daarbij horen zowel de beheersing van meerdere talen en talige variëteiten als het bewuste gebruik ervan in verschillende sociale situaties. En daarbij hoort ook een positieve attitude ten aanzien van het Algemeen Nederlands, als voertaal binnen onze samenlevingen en als gedeelde taal tussen onze samenlevingen die ons telkens weer uitnodigt tot samenwerking over alle landsgrenzen heen. Daarvoor wil de Taalunie zich blijven inzetten, om samen kansen te blijven verzilveren. 5