Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Vergelijkbare documenten
Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

S plant beschikbaar kg S/ha 5 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 690 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

S plant beschikbaar kg S/ha 14 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 360 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

S-totale bodemvoorraad mg S/kg 220 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

Bemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 6

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voorste deel Postbus 115

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

ANALYSERAPPORT SPURWAY TOTAAL VOORBEELD

Welkom op de Expertdagen Back to basics

Casus Bodemkwaliteit Gemengd op Klei

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

Fysische eigenschappen

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bokashi als bodemverbeteraar. Resultaten van het veldonderzoek

Thema 4: Een gezonde bodem

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

De positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Balen 73 x. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Bemesting kool en relatie tot trips.

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Werken aan bodem is werken aan:

RELEVANTE ONTWIKKELINGEN

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten)

Mycorrhizae 3. Test met Micosat 3. Testen in het veld 5. Resultaten 6. Conclusie 7. Proefveld Noord-Brabant 1 8. Proefveld Noord-Brabant 2 10

Bodemvruchtbaarheid. Arjan Reijneveld. Dr. Arjan Reijneveld BLGG, Wageningen. August 27, 2013

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Module Plantenvoeding

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

Voederwaardeonderzoek Gras ingekuild Voeding compleet Plaat 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

5 Voederbieten. November

2.2 Grasland met klaver

Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Het gebruik van gips in de fruitteelt

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

Kennismiddagen 2017

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

Duurzaam bodemgebruik

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet 3e snee. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Analyse grondmonsters kavel 2

Analyse grondmonsters kavel 1

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

ORGANISCHE STOF BEHEER

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Goede bemesting geeft gezonde planten

Een moderne (bodem)analyse. begrijpt u het nog? Korte impressie ALTIC Uitleg (bodem)analyses Toepassing in de praktijk

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Teelthandleiding. 4.8 kalkbemesting

Welkom. Themadag Blgg Akkerbouw De bodem doorgrond

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

BODEMANALYSE PAKKET 1

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

1 Vul de gegevens van de aanvrager, leverancier, producent en importeur van de te toetsen stof in. Vul de gegevens van de aanvrager in.

Bodem-Plant-Dier Studiegroep Terschelling. Gerrit Hegen

Programma Expertdag Tijd Onderwerp

Grondsoorten Zand, dalgrond, veen. Klei < 10% org. stof, rivierklei

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.


GRONDONTLEDING, DE BASIS VOOR ELKE TUIN EN ELK PARK. 4 DECEMBER 2014 Stan Deckers BDB

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting

Teelthandleiding wettelijke regels

Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen.

Zwavel als oorzaak van problemen? dr. Guillaume Counotte

Programma voor vandaag:

Bodemverbetering Boomkwekerij Leune Ondertitel: onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Bodembeheer de basis van uw boterhammen

Terugblik zomerprogramma 2014, Bodem in Balans?

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

Transcriptie:

Bemestingswijzer Akker-/tuinbouw perceel 4 Uw klantnummer: 5001382 Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Kees Nieuwenhuizen: 0652761234 T klantenservice: 088 876 1010 E klantenservice@eurofins-agro.com I www.eurofins-agro.com Voorbeeldverslag Postbus 170 6700 AD WAGENINGEN Onderzoek Onderzoek-/ordernr: Datum monstername: Datum verslag: 110504/003034824 16-11-2017 28-11-2017 Monster genomen bij: A. Bouwboer 7800 XX EMMEN Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog N-totale bodemvoorraad kg N/ha 5580 3660-5350 Chemisch C/N-ratio 15 13-17 N-leverend vermogen kg N/ha 75 95-145 S-plantbeschikbaar kg S/ha 32 20-30 S-totale bodemvoorraad kg S/ha 925 660-925 C/S-ratio 89 50-75 S-leverend vermogen kg S/ha 10 20-30 P-plantbeschikbaar kg P/ha 4,6 5,9-9,9 P-bodemvoorraad kg P/ha 390 430-665 K-plantbeschikbaar kg K/ha 195 230-365 K-bodemvoorraad kg K/ha 335 270-410 Ca-plantbeschikbaar kg Ca/ha 265 240-555 Ca-bodemvoorraad kg Ca/ha 3635 2970-4450 Mg-plantbeschikbaar kg Mg/ha 140 165-280 Mg-bodemvoorraad kg Mg/ha 370 160-440 Na-plantbeschikbaar kg Na/ha 30 115-165 Na-bodemvoorraad kg Na/ha 45 75-115 Fysisch Si-plantbeschikbaar g Si/ha 8580 19800-10559 Fe-plantbeschikbaar g Fe/ha 17490 8250-14850 Zn-plantbeschikbaar g Zn/ha 530 1650-2470 Mn-plantbeschikbaar g Mn/ha 15510 19140-26400 Cu-plantbeschikbaar g Cu/ha 130 130-215 Co-plantbeschikbaar g Co/ha 15 15-25 B-plantbeschikbaar g B/ha 320 530-725 Mo-plantbeschikbaar g Mo/ha 1780 330-16500 Se-plantbeschikbaar g Se/ha 17 12-15 Zuurgraad (ph) 5,4 5,4-6,0 C-organisch % 2,5 Organische stof % 4,1 C/OS-ratio 0,61 0,45-0,55 Koolzure kalk % 1,1 2,0-3,0 Klei (<2 µm) % 6 Silt (2-50 µm) % 30 Zand (>50 µm) % 59 Klei-humus (CEC) mmol+/kg 73 > 62 CEC-bezetting % 92 > 95 Ca-bezetting % 75 75-85 Mg-bezetting % 13 6,0-10 K-bezetting % 3,6 2,0-5,0 Na-bezetting % 0,8 1,0-1,5 H-bezetting % < 0,1 < 1,0 Al-bezetting % < 0,1 < 1,0 Pagina: 1 Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van Ir. M.D. Vervoorn, Business Unit Manager. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. Eurofins Agro Testing Wageningen BV stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens ons verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. Eurofins Agro Testing Wageningen BV is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed zeer goed Verkruimelbaarheid rapportcijfer 9,5 6,0-8,0 Verslemping rapportcijfer 7,2 6,0-8,0 Stuifgevoeligheid rapportcijfer 8,1 6,0-8,0 Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog Biologisch Vochthoudend vermogen mm 55 Bodemleven mg N/kg 69 60-80 Essentiële Nutriënten Elk gewas heeft voedingsstoffen nodig. De essentiële nutriënten waar een gewas het meest van nodig heeft, zijn stikstof (N), zwavel (S), fosfaat (P), kalium (K), calcium (Ca) en magnesium (Mg). De andere essentiële nutriënten zijn de sporenelementen ijzer (Fe), zink (Zn), mangaan (Mn), koper (Cu), borium (B), molybdeen (Mo) en chloor (Cl). Een gewas heeft van sporenelementen relatief weinig nodig, maar een tekort kan bij ieder gewas opbrengst- en of kwaliteitsverlies veroorzaken. Een aantal andere nutriënten (natrium, silicium, kobalt, selenium) kunnen ook van belang zijn voor onder andere opbrengst, kwaliteit, weerbaarheid, stevigheid, vruchtbaarheid, smakelijkheid en (dier)gezondheid. Elementen kunnen elkaar ook beconcurreren. Als bijvoorbeeld de Mg-toestand 'goed' is maar de K- toestand 'hoog' is, kan er alsnog een Mg-tekort ontstaan. De adviesgiften houden derhalve ook rekening met deze interacties. Bemestingsadviezen en wetgeving De bemestingsadviezen streven een landbouwkundig optimale opbrengst en kwaliteit na. De adviezen houden geen rekening met restricties vanuit wetgeving. Wanneer u op bedrijfsniveau niet voldoende ruimte heeft, adviseren we de giften van de minst behoeftige gewassen te verminderen, overleg met uw adviseur. Wetgeving Lever de resultaten van grondonderzoek ieder jaar opnieuw in voor 15 mei van het betreffende jaar. Dat kunt u doen op www.rvo.nl/aangifte. Voor dit perceel kunt u de volgende waarden doorgeven: P-Al = 27 mg P 2 O 5 /100 g Pw = 24 mg P 2 O 5 /l Pagina: 2

Advies Frequentie Gewas Adviesgift Afvoer in kg per ha per jaar Stikstof (N) per jaar Zetmeelaardappelen 285 Suikerbieten 180 Snijmais 215 Zomergerst 120 Sulfaat (SO 3 ) per jaar Zetmeelaardappelen 28 60 Suikerbieten 68 100 Snijmais 21 73 Zomergerst 0 25 Fosfaat (P 2 O 5 ) per jaar Zetmeelaardappelen 175 40 Suikerbieten 160 55 Snijmais 175 80 Zomergerst 110 45 Kali (K 2 O) per jaar Zetmeelaardappelen 120 - Suikerbieten 170 150 Snijmais 300 300 Zomergerst 100 75 Calcium (CaO) per jaar Zetmeelaardappelen 60 Suikerbieten 55 Snijmais 40 Zomergerst 55 Magnesium (MgO) per jaar Zetmeelaardappelen 15 Suikerbieten 0 Snijmais 25 Zomergerst 0 Natrium (Na 2 O) per jaar Suikerbieten 200 Overige gewassen Natriumbemesting is niet zinvol Zink (Zn) per jaar Zetmeelaardappelen 0,5 Suikerbieten 0,5 Snijmais 1,0 Zomergerst 0,5 Mangaan (Mn) Er is Mn-gebrek te verwachten. Koper (Cu) per jaar Zetmeelaardappelen 0 Suikerbieten 0 Snijmais 0 Zomergerst 0 Borium (B) per jaar Zetmeelaardappelen 0,5 Suikerbieten 1,5 Snijmais 1,5 Zomergerst 0,5 Kalk (nw) eenmalig 790 De kalkgift is gebaseerd op een optimale ph van 5,7 Voor elk tiende ph-verhoging is een kalkgift (nw) nodig van 265 Bodemstructuur Effectieve org. stof per jaar 1185 Calcium (CaO) eenmalig 340 Magnesium (MgO) eenmalig 0 Pagina: 3 Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van Ir. M.D. Vervoorn, Business Unit Manager. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. Eurofins Agro Testing Wageningen BV stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens ons verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. Eurofins Agro Testing Wageningen BV is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.

Toelichting De resultaten en/of het advies van dit bemestingsonderzoek kunt u t/m 2021 gebruiken. Laat het perceel daarna opnieuw bemonsteren. Dan krijgt u een betrouwbaar bemestingsadvies gebaseerd op de actuele bodemtoestand. Stikstof: Het N-advies betreft een jaargift. We adviseren deze N-gift zo mogelijk op te delen in meerdere giften. Of de vervolggift nodig is, kunt u - tijdens het groeiseizoen - laten controleren via ons Bodem-Check onderzoek (dit onderzoek meet onder andere de plantbeschikbare N (minerale N) in de bodem). Calcium: Het calciumadvies is - afhankelijk van de bodemtoestand - deels gewasgericht en deels bodemgericht. Het gewasgerichte CaO-bemestingsadvies (direct onder het kaliadvies) is voornamelijk bedoeld om de kwaliteit van gewassen te verbeteren. Het bodemgerichte advies is bedoeld om de bodemvoorraad van calcium op peil te brengen en zal daarnaast een positief effect hebben op de bodemstructuur (zie CEC-driehoek). Let op: mogelijk krijgt u ook een kalkgift geadviseerd. U hoeft niet meerdere keren calcium te geven; calcium uit stikstof-, fosfaaten kalkmeststoffen dient u hierop in mindering te brengen. Zwavel: Zwavel (S) komt vrij bij de afbraak van organische stof of mest. Deze afbraak vindt plaats door bodemleven. Bodemleven is onder koudere omstandigheden niet erg actief. Vroeg in het voorjaar komt er derhalve weinig S vrij uit de bodem. Voor veel vroege gewassen kan het dan ook verstandig zijn om S te bemesten, zelfs al is de bodemvoorraad goed of hoog (overleg met uw adviseur). Mangaan: Het advies is om in de periode dat het gewas het snelst groeit een bladbemesting uit te voeren. De gewassen aardappelen, bieten, granen, erwten, uien, bonen, kool, wortelen, sla en koolzaad zijn het meest gevoelig voor mangaangebrek. Kali: Het K-getal is voor dit perceel 14 Kalium is een mobiel element. Het kali-advies is daarom maar 2 jaar van toepassing. Let op: een hogere kaligift dan geadviseerd is niet zinvol voor een hoger zetmeelgehalte in zetmeelaardappelen. De afvoer van kali bij zetmeelaardappelen bedraagt 235 kg/ha. Kalk: Verdeel de kalkgiften over de jaren of geef de kalk voorafgaand aan het meest kalkbehoeftige gewas in het bouwplan. Pagina: 4

Bontheid BodemScout toont - gebaseerd op 9 jaar satellietbeelden - de structurele verschillen binnen een gewasperceel; waar deed het gewas het gemiddeld beter en waar slechter? Geeft de BodemScout aan dat uw perceel heel heterogeen is, dan kunt u eerst onderzoeken waardoor de verschillen veroorzaakt worden (zoals structuur, vochtbinding, (schadelijk) bodemleven, tekort aan nutriënten, phtoestand) en vervolgens uw management aanpassen aan deze informatie. Pagina: 5 Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van Ir. M.D. Vervoorn, Business Unit Manager. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. Eurofins Agro Testing Wageningen BV stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens ons verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. Eurofins Agro Testing Wageningen BV is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.

Organische stof In de gekleurde balk staat de informatie over organische stof (kg/ha) die u moet weten om het organische stofgehalte niet te laten dalen. 133075 2215 1030 1185 3,9 % 4,1 % Organische stof Jaarlijks afbraakpercentage van de totale voorraad organische stof (%): 1,6 Voorraad organische stof die over 1 jaar in de bemonsterde laag nog aanwezig zal zijn als er geen (effectieve) organische stof wordt aangevoerd. Totaal benodigde aanvoer van effectieve organische stof als gevolg van afbraak van de organische stof. Aanvoer via gewasresten (gemiddeld binnen opgegeven bouwplan of gewassen). Nog aan te vullen via bijv. dierlijke mest, groenbemesters en/of compost. Gewas(rest) Zetmeelaardappelen 875 Suikerbieten 1275 Snijmais 660 Zomergerst 1310 ------- Gemiddelde aanvoer/jaar 1030 Aanvoer effectieve organische stof Bij granen gaan we uit van afvoer van stro. Om het organische stofgehalte met 0,1% te verhogen dient u een extra hoeveelheid effectieve organische stof aan te voeren van: 3300 kg per ha. Weergave van de kwaliteit van de organische stof Organische stof bestaat uit met name C, N, P, S. Wanneer de organische stof relatief veel N en of S bevat is dit aantrekkelijk voor bodemleven. Bodemleven vreet deze organische stof graag. Hierbij komt N en S vrij en het gehalte aan organische stof daalt licht (dynamische organische stof). Organische stof kan ook veel C bevatten. Dat is over het algemeen minder aantrekkelijk voor bodemleven. De organische stof wordt derhalve minder aangevreten door bodemleven; de organische stof is stabieler. Stabiele organische stof draagt onder andere bij aan de bewerkbaarheid van de bodem en aan de rulheid. Dynamische organische stof draagt bij aan met name het vrijkomen van N en S en is daarmee een bron van deze nutriënten voor het gewas. De kwaliteit van de organische stof is (geleidelijk) aan te passen door onder andere te letten op de eigenschappen van bodemverbeteraars als dierlijke mest, compost en gewasresten. Fysisch De beoordeling van de potentiële structuur wordt gedaan op basis van de verhouding tussen calcium, magnesium en overige kationen aan het klei-humuscomplex. Uiteraard is de werkelijke structuur ook afhankelijk van weersomstandigheden en vochttoestand van de bodem tijdens berijden en bewerken en de zwaarte van machines. Weergave onderlinge verhouding van de CEC-bezetting optimale structuur goede structuur matige structuur zeer matige structuur slechte structuur huidige situatie van dit perceel Pagina: 6

Fysisch Weergave van de textuurdriehoek Naast klei (lutum), worden ook de silt- en zandfracties weergegeven. Klei is kleiner dan 2 micrometer (µm), siltdeeltjes zijn 2-50 µm en zanddeeltjes groter dan 50 µm. De onderlinge verdeling van bodemdeeltjes wordt onder andere gebruikt om het verslempingsrisico van een bodem in te schatten. Bij verslemping wordt de bodem dichtgesmeerd met kleinere deeltjes (klei en silt). Een heel eenzijdige verdeling (bijvoorbeeld hoofdzakelijk zand- of kleideeltjes) levert het minste risico van slemp op. Bij 10-20% klei is het risico op slemp het grootst. Mediaan van de granulaire zandfractie (M50) = 218 µm M50 is een maat voor de grofheid van zand. We benutten dit bij het vaststellen van het waterbindend vermogen (pf). De verkruimelbaarheid is goed te noemen. Echter is dit ook afhankelijk van de soort teelt. Gezien het resultaat is de kans op verslemping klein. Weergave van de waterretentiecurve De hoeveelheid plant beschikbaar water in de bemonsterde laag is 55 mm. Dit is wat u maximaal zou moeten beregenen. Alles wat u meer geeft spoelt af van het perceel of zakt naar diepere lagen. Als het vochtgehalte van het perceel daalt hebben gewassen moeite om voldoende water op te nemen, de grens ligt bij pf 3,3. Wanneer u het vochtgehalte kan bepalen, begin dan met beregenen als het vochtgehalte van dit perceel op 14,2 % vocht zit en geef dan 41 mm. Het actuele vochtgehalte kan bepaald worden door een vochtsensor of verzamel grond van een tiental plekken in het perceel. Meet het gewicht van de vochtige grond en het gewicht van de grond na 24 uur drogen. Het verschil tussen de twee is een indicatie van het vochtgehalte van het perceel. Pagina: 7 Dit rapport is vrijgegeven onder verantwoording van Ir. M.D. Vervoorn, Business Unit Manager. Op al onze vormen van dienstverlening zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. Op verzoek worden deze en/of de specificaties van de analysemethoden toegezonden. Eurofins Agro Testing Wageningen BV stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van door of namens ons verstrekte onderzoeksresultaten en/of adviezen. Eurofins Agro Testing Wageningen BV is ingeschreven in het RvA-register voor testlaboratoria zoals nader omschreven in de erkenning onder nr. L122 voor uitsluitend de monsternemings- en/of de analysemethoden.

Contact & info Bemonsterde laag: 0-25 cm Grondsoort: Lemig zand Monster genomen door: Eurofins Agro, Harrie de Jong Contactpersoon monstername: Kees Nieuwenhuizen: 0652761234 Bemonsteringsmethode: W-patroon, min. 40 steken; volgens Eurofins Agro standaard MIN 1000 Q Specificatie oppervlakte: Normaal Na verzending van dit verslag wordt, indien de aard en de onderzoeksmethode van het monster dit toelaat, het monster nog twee weken bij Eurofins Agro voor u bewaard. Binnen deze tijd kunt u eventueel reclameren en/of aanvullend onderzoek aanvragen. Methode Resultaat Eenheid Methode RvA Analyse N-totale bodemvoorraad 1690 mg N/kg Em: NIRS (TSC ) Q resultaten S-plantbeschikbaar 9,8 mg S/kg Em: CCL3(PAE ) S-totale bodemvoorraad 280 mg S/kg Em: NIRS (TSC ) Q P-plantbeschikbaar 1,4 mg P/kg Em: CCL3(PAE ) Q P-bodemvoorraad (P-Al) 27 mg P 2 O 5 /100 g PAL1: Gw NEN 5793 Q K-plantbeschikbaar 59 mg K/kg Em: CCL3(PAE ) Q K-bodemvoorraad 2,6 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Ca-plantbeschikbaar 1,0 mmol Ca/l Em: NIRS (TSC ) Ca-bodemvoorraad 56 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Mg-plantbeschikbaar 43 mg Mg/kg Em: CCL3(PAE ) Q Mg-bodemvoorraad 9,2 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Na-plantbeschikbaar 9 mg Na/kg Em: CCL3(PAE ) Q Na-bodemvoorraad 0,6 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Si-plantbeschikbaar 2600 µg Si/kg Em: CCL3(PAE ) Fe-plantbeschikbaar 5300 µg Fe/kg Em: CCL3(PAE ) Zn-plantbeschikbaar 160 µg Zn/kg Em: CCL3(PAE ) Mn-plantbeschikbaar 4700 µg Mn/kg Em: CCL3(PAE ) Q Cu-plantbeschikbaar 39 µg Cu/kg Em: CCL3(PAE ) Q Co-plantbeschikbaar 4,3 µg Co/kg Em: CCL3(PAE ) Q B-plantbeschikbaar 97 µg B/kg Em: CCL3(PAE ) Q Mo-plantbeschikbaar 540 µg Mo/kg Em: CCL3(PAE ) Se-plantbeschikbaar 5,1 µg Se/kg Em: CCL3(PAE ) Zuurgraad (ph) 5,4 Em: NIRS (TSC ) C-organisch 2,5 % Em: NIRS (TSC ) Q Organische stof 4,1 % Em: NIRS (TSC ) Q C-anorganisch 0,20 % Em: NIRS (TSC ) Koolzure kalk 1,1 % Em: NIRS (TSC ) Klei (<2 µm) 6 % Em: NIRS (TSC ) Silt (2-50 µm) 30 % Em: NIRS (TSC ) Zand (>50 µm) 59 % Em: NIRS (TSC ) Klei-humus (CEC) 73 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Bodemleven 69 mg N/kg Em: NIRS (TSC ) De op pagina 1 en 2 bij Resultaat vermelde waarden zijn berekend uit bovenstaande analyseresultaten. Q Methode geaccrediteerd door RvA Em: Eigen methode, Gw: Gelijkwaardig aan, Cf: Conform De resultaten zijn weergegeven in droge grond. Pagina: 8