Office 2007 voor het examen!



Vergelijkbare documenten
Een nieuwe presentatie maak je met de sneltoets <Ctrl+N> of via het tabblad,. Vervolgens kies je Lege presentatie en klik je op de knop Maken.

PowerPoint 2010: rondleiding (deel 1)

Antwoorden op de vragen

INSTRUCT Samenvatting Basis PowerPoint 2013/2016, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1. PowerPoint opstarten, verkennen en afsluiten

Handleiding Paint 2003

De achtergrond van een dia kun je opmaken via het tabblad Ontwerpen, groep Achtergrond:

module Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: februari 2009

Antwoorden op de vragen

INHOUD. Ten geleide Het venster van PowerPoint 15

Europees Computer Rijbewijs. Module 6

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Word Gevorderd , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: augustus 2012

Handleiding Word de graad

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Word Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: augustus 2012

Europees Computer Rijbewijs. Module 3. Word Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: november 2010 ISBN:

Inhoud Basiscursus PowerPoint 2010 NL-NL

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Hoe werkt u met dit boek?

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: mei 2013

Microsoft PowerPoint is een programma om presentaties en diavoorstellingen te maken.

Arbo- en verzuimbeleid

Europees Computer Rijbewijs. Module 3. Word Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: september 2008 ISBN:

1. Kennismaken met Impress

P O W E R P O I N T - onderdeel van Microsoft Office 2000 pakket (nl) De Windows versies van Powerpoint kunnen onderling afwijken

Microsoft Office 2003

INHOUD POWERPOINT 2007

Handleiding Publisher 2010

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 De website bij het boek 8 Introductie Visual Steps 8 Meer over andere Office programma s

Werkbalk Snelle toegang Titelbalk. Tabbladen

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Word Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: december 2012

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave - 3

WERKEN MET POWERPOINT. In dit boek leer je werken met PowerPoint. Met PowerPoint maak je presentaties. INKIJKEXEMPLAAR

Microsoft Powerpoint 2010 STAPPENPLANNEN

Microsoft Office Tekstdocument alle systemen

PowerPoint Mijn naam is; Cees van Aarle

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Hoe werkt u met dit boek?

Deel 1 Werken in Office Deel 2 Aan de slag met Word Deel 3 Aan de slag met Excel

Hoofdstuk 2 Basiskennis Muistechnieken Windows Verkenner

Handleiding PowerPoint 2013

Publisher Handleiding

PowerPoint 2010: rondleiding (deel 2)

HANDLEIDING. PowerPoint 2010

Uitgeverij cd/id multimedia

POWERPOINT Module 6 ECDL

Office LibreOffice Tekstdocument gebruiken

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Kennismaken met Word 2010 Hoofdstuk 2: Vensters en knoppen Hoofdstuk 3: Dialoogvensters en rechtermuisknop

Aanmaken en gebruiken van een PowerPoint-model (Gedeeltelijk overgenomen van de website van Microsoft)

Inhoudsopgave. Deel 1 - Word 15

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: december 2012

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Visio , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: maart 2012

Thuis in de Wereld van Word

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 13

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

HANDLEIDING POWERPOINT 2010

Handleiding Visio

Antwoorden op de vragen

4. Documentweergave kiezen 5. Afbeeldingen 6. Tabellen 113 Computergids Word 2019, 2016 en Office 365

Opmaak in Word. Cursus Word. Tekenopmaak

SG ANKER CONCRETE INVULLING LEERLIJNEN ICT

Thuis in Word Antwoorden op de vragen. Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

In het venster SmartArt-afbeelding kiezen, selecteer je links een categorie en in het midden een SmartArt-afbeelding:

Een eerste kennismaking

Een eenvoudige PowerPoint presentatie maken: Een stappenplan

HANDLEIDING. PowerPoint 2016

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 2010

Handleiding Powerpoint 2010

PowerPoint Basis. PowerPoint openen. 1. Klik op Starten 2. Klik op Alle programma s 3. Klik op de map Microsoft Office

Auteur boek: Vera Lukassen. Ontwerp kaft: Hans Kappers Titel boek: PowerPoint 2010

Dictaat Beginners bloesemtocht in PowerPoint 2007

I) Wat? II) Google documenten. Deel 2 documenten

Presenteren met behulp van Microsoft PowerPoint

Microsoft Word Kennismaken

Module 2 Presentaties op basis van een bestaande sjabloon

Inhoudsopgave Voorwoord 9 Blijf op de hoogte 9 Introductie Visual Steps 10 Wat heb je nodig? 10 Voorkennis 11 Hoe werk je met dit boek?

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 3: Dialoogvensters en rechtermuisknop 22 Werken met dialoogvensters 23 Onderdelen van dialoogvensters 24 Het snelmenu 28

Deel 7: PowerPoint. Presentaties gemakkelijker maken

INHOUDSOPGAVE 2 INSTRUCT

Basiskennis van PowerPoint

Presentatie. Presentatie. In deze module wordt van de kandidaat verwacht dat hij laat zien competent te zijn in het gebruik van presentatiesoftware.

3. Afbeeldingen en vormen Afbeeldingen invoegen... 78

Een korte handleiding door Frederic Rayen

Wegwijs in de wereld van internet

1. OpenOffice.org downloaden en installeren Downloaden en installeren Achtergrondinformatie Tips... 21

15. Tabellen. 1. wat rijen, kolommen en cellen zijn; 2. rijen en kolommen invoegen; 3. een tabel invoegen en weer verwijderen;

Gebruikershandleiding Edit

6. Tekst verwijderen en verplaatsen

10. Pagina-instellingen

Aan de slag. Zie meer opties Klik op deze pijl om meer opties te bekijken in een dialoogvenster.

Handleiding . Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding

Handleiding Visio

PowerPoint Antwoorden

Docentenhandleiding. AaBeeCee-Digitaal. Presenteren met PowerPoint

2.12 Een document opslaan als Oefeningen Achtergrondinformatie Tips... 54

Extra les Muis en toetsenbord

RESULTAATGERELATEERDE

Office 2007 voor het examen! Oefeningen Deel 2 Word Saskia Jacobsen Bert Pinkster Michiel Pinkster Jan Dols Onder redactie van Saskia Jacobsen

Powerpoint. Inleiding

Onderzoek als project

Microsoft Word 365. Kennismaken AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365

Transcriptie:

Office 2007 voor het examen! Oefeningen Deel 5 PowerPoint 2007 Saskia Jacobsen Bert Pinkster Michiel Pinkster Jan Dols Onder redactie van Saskia Jacobsen

Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij: Sdu Klantenservice Postbus 20014 2500 EA Den Haag tel.: (070) 378 98 80 www.sdu.nl/service 2010 Sdu Uitgevers bv, Den Haag Academic Service is een imprint van Sdu Uitgevers bv Deze opgaven horen bij de uitgave Office 2007 voor het examen!, ISBN 978 90 395 2616 3 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich te wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de afwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent. While every effort has been made to ensure the reliability of the information presented in this publication, Sdu Uitgevers neither guarantees the accuracy of the data contained herein nor accepts responsibility for errors or omissions or their consequences.

Inhoud 25 Programma verkennen... 5 Oefening 25.1 Eerste kennismaking... 5 26 Presentatie maken... 6 Oefening 26.1 Nieuwe presentatie maken... 6 Oefening 26.2 Dia s toevoegen... 6 Oefening 26.3 Diaweergaven... 8 Oefening 26.4 Dia s verplaatsen, kopiëren en verwijderen... 9 Oefening 26.5 Presentatie bewaren en sluiten... 10 Oefening 26.6 Opvragen en schakelen tussen presentaties... 11 Oefening 26.7 Opslaan in andere indelingen... 12 27 Presentatie maken... 14 Oefening 27.1 Teksten in tijdelijke aanduidingen... 14 Oefening 27.2 Teksten in tekstvakken... 15 Oefening 27.3 Uitlijning... 16 Oefening 27.4 Tekenopmaak... 16 Oefening 27.5 Regelafstand en alinea-afstand... 17 Oefening 27.6 Opsommingstekens en nummering... 18 Oefening 27.7 Teksten opmaken... 19 Oefening 27.8 Tabs gebruiken... 20 Oefening 27.9 Lettertypen vervangen... 21 Oefening 27.10 Hoofdlettergebruik... 21 Oefening 27.11 Teksten bewerken in het overzicht... 22 Oefening 27.12 Koptekst en voettekst... 22 28 Sjablonen, modellen en thema s... 24 Oefening 28.1 Diamodel aanpassen... 24 Oefening 28.2 Koptekst en voettekst... 26 Oefening 28.3 Logo opnemen... 27 Oefening 28.4 Achtergrond... 27 Oefening 28.5 Sjabloon en thema... 28 29 Afbeeldingen en vormen... 29 Oefening 29.1 Afbeeldingen opnemen... 29 Oefening 29.2 Afbeeldingen bewerken... 30 Oefening 29.3 Vormen tekenen... 30 Oefening 29.4 Afmetingen wijzigen en verplaatsen... 31 Oefening 29.5 Vormen dupliceren... 33 Oefening 29.6 Teksten in objecten... 35 Oefening 29.7 Overige mogelijkheden... 36 30 Multimedia... 40 Oefening 30.1 Geluid toevoegen... 40 Oefening 30.2 Film toevoegen... 41 31 Tabellen... 43 Oefening 31.1 Tabel maken... 43 Oefening 31.2 Tabel verplaatsen en afmetingen wijzigen... 44 Oefening 31.3 Tabel opmaken... 46 Oefening 31.4 Rijen/kolommen invoegen en verwijderen... 47 Oefening 31.5 Kolombreedte en rijhoogte... 47 Oefening 31.6 Cellen samenvoegen en splitsen... 48 Sdu Uitgevers 3/72

32 Grafieken... 50 Oefening 32.1 Grafiek maken... 50 Oefening 32.2 Grafiektype wijzigen... 51 Oefening 32.3 Grafiek bewerken... 51 Oefening 32.4 Grafiek opmaken... 52 33 SmartArt-afbeeldingen... 56 Oefening 33.1 SmartArt-afbeeldingen maken... 56 Oefening 33.2 SmartArt-afbeelding opmaken en bewerken... 57 Oefening 33.3 Organigram maken... 59 Oefening 33.4 Overige mogelijkheden... 59 34 Diavoorstellingen... 62 Oefening 34.1 Diavoorstelling geven... 62 Oefening 34.2 Diaovergang instellen... 63 Oefening 34.3 Tijdsinstellingen maken voor diavoorstelling... 64 Oefening 34.4 Animaties toevoegen... 65 35 Afdrukken... 68 Oefening 35.1 Pagina-instellingen... 68 Oefening 35.2 Afdrukvoorbeeld... 68 Oefening 35.3 Afdrukken... 69 36 Overige mogelijkheden... 70 Oefening 36.1 Spellingcontrole... 70 Oefening 36.2 Zoeken en vervangen... 70 Oefening 36.3 Lettertypen insluiten... 70 Oefening 36.4 Inpakken voor cd... 71 Sdu Uitgevers 4/72

25 Programma verkennen Oefening 25.1 Eerste kennismaking 1. Start PowerPoint. 2. Als het programmavenster niet is gemaximaliseerd, doet dit dan eerst. 3. Op het scherm staat de eerste dia van een nieuwe presentatie. 4. Klik in het tijdelijke object Klik om een titel te maken. Er verschijnt een gestippelde rand omheen met witte rondjes en blokjes en een soort antenne aan de bovenkant. De cursor knippert erin. 5. Typ de volgende tekst: Mijn presentatie. 6. Klik in de tijdelijke aanduiding Klik om een ondertitel te maken. De rand rondom de titel is verdwenen: hier staat alleen nog de cursor. 7. Typ hier <uw naam> gevolgd door Enter. Typ op deze nieuwe alinea de datum van vandaag. 8. Klik buiten de dia: nu is ook de rand rondom de ondertitel verdwenen. 9. Kijk in het overzicht aan de linkerkant. Hier zien we een voorbeeld van de eerste dia in het klein. 10. Klik in het overzicht op het andere tabblad Overzicht. Nu zien we alleen de teksten die we hebben getypt in de tijdelijke aanduidingen. 11. Klik op het tabblad Dia s om het voorbeeld in het klein weer te zien. 12. Klik in de tekst van de titel. Rondom de tijdelijke aanduiding staan weer de rondjes en blokjes: het object is geselecteerd. a. Wijzig de tekst in Mijn allereerste presentatie. b. Klik daarna buiten het object, zodat dit niet meer geselecteerd is. c. Wijzig de tekst nog eens en maak ervan: Mijn eerste presentatie. 13. Gebruik de zoombalk rechtsonder om de dia te vergroten tot 150%. 14. Verklein nu de diaweergave tot 30%. 15. Gebruik de knop Dia aanpassen aan huidig venster rechts van de zoombalk om de dia in het werkgebied te laten passen. 16. Sluit PowerPoint af en sla de wijzigingen in deze presentatie niet op. Sdu Uitgevers 5/72

26 Presentatie maken Oefening 26.1 Nieuwe presentatie maken 1. Start PowerPoint. 2. Op het scherm staat nu al een nieuwe lege presentatie. Die sluiten we eerst op de volgende manier. a. Klik op de Office-knop. b. Klik op Sluiten. 3. Nu is alleen het programma PowerPoint gestart, maar is er geen presentatie waar we mee bezig zijn. 4. Eerst beginnen we met een nieuwe lege presentatie. a. Klik op de Office-knop. b. Klik op Nieuw. c. Klik op Lege presentatie. d. Klik op de knop Maken. 5. Er staat een nieuwe lege presentatie op het scherm. Wat is de tijdelijke naam van deze presentatie? 6. Sluit deze presentatie weer. 7. Nu beginnen we met een nieuwe presentatie op basis van een geïnstalleerde sjabloon. a. Klik op de Office-knop. b. Klik op Nieuw. c. Klik links op Geïnstalleerde sjablonen. d. Klik in het midden op Introductie van PowerPoint. e. Klik op Maken. 8. Ook nu staat er een nieuwe presentatie op het scherm. a. Wat is de tijdelijke naam? b. Zoek op de statusbalk hoeveel dia s deze presentatie heeft en welke sjabloon de basis is voor deze presentatie. c. Bekijk de verschillende dia s van deze presentatie door te klikken op verschillende miniatuurdia s. d. Gebruik de knoppen met de twee driehoeken onder de verticale schuifbalk om steeds een dia vooruit of terug te gaan. 9. Sluit de presentatie en sla de wijzigingen niet op. 10. Dit laatste deel van de oefening kunnen we alleen uitvoeren als we een internetverbinding hebben. a. Klik op de Office-knop. b. Klik op Nieuw. c. Klik links op een van de opties onder Microsoft Office Online. d. Maak daarna in het midden nog een keuze. Soms moet er daarna nog een keuze gemaakt worden. e. Klik op Downloaden. 11. Bekijk de nieuwe presentatie. 12. Sluit de presentatie en sla de wijzigingen niet op. Oefening 26.2 Dia s toevoegen 1. Begin met een nieuwe lege presentatie. 2. Klik in de tijdelijke aanduiding voor de titel en typ Werken met PowerPoint 3. Klik in de tijdelijke aanduiding voor de ondertitel en typ PowerPoint 2007 Sdu Uitgevers 6/72

4. Selecteer het tabblad Start. 5. Klik op de afbeelding van de knop Nieuwe dia (niet op de tekst bij de knop!). 6. Klik in titel van deze nieuwe dia en typ: Tekstdia s. 7. Klik in de tijdelijke aanduiding eronder (maar niet op een pictogram!). 8. Op het scherm verschijnt een opsomteken en de cursor staat erachter. Typ de volgende tekst (achter elkaar doortypen: PowerPoint begint vanzelf op een nieuwe regel). In een object met opsommingstekens zoals dit kunnen we puntsgewijs teksten zetten. 9. Druk nu op Enter. Er verschijnt een nieuw opsommingsteken. 10. Typ de volgende tekst. Wanneer we op Enter drukken zal er op een nieuwe alinea worden begonnen en verschijnt er een volgend opsommingsteken. 11. Druk op Enter. 12. Typ bij het derde opsommingsteken: Na het laatste opsommingsteken in de lijst drukken we niet meer op Enter, maar klikken we buiten het object. 13. De dia moet er nu zo uitzien. Figuur 26.1 14. Maak weer een nieuwe dia, maar klik nu op de tekst van de knop. 15. Kies als dia-indeling Alleen titel. 16. De dia die nu verschijnt, heeft alleen een tijdelijke aanduiding voor een titel. 17. Geef de dia de volgende titel: Hier staat alleen een titel. 18. Voeg een nieuwe dia toe met als dia-indeling Inhoud van twee. 19. Deze indeling heeft een titel en daaronder twee naast elkaar gelegen objecten. In deze objecten kunnen we een lijst maken met opsommingstekens of een ander onderdeel plaatsen. Zorg dat deze dia er zo uit komt te zien. Sdu Uitgevers 7/72

Figuur 26.2 20. Voeg een nieuwe dia toe met als dia-indeling Vergelijking. Hier staat een extra tijdelijke aanduiding op. 21. Zorg dat deze dia er zo uit komt te zien. Figuur 26.3 22. Selecteer de eerste dia. 23. Wijzig de tekst van de ondertitel in: Versie 2007. 24. Wijzig de titel van de tweede dia in Teksten op een dia. 25. Voeg achter de laatste dia een nieuwe dia toe met de dia-indeling Titel en object. 26. Laat de presentatie op het scherm staan voor de volgende oefening. Oefening 26.3 Diaweergaven 1. Op het scherm staat nog de presentatie van de vorige oefening. Zo nee, maak dan eerst oefening 2.2. 2. De presentatie staat nu in de normale weergave. Controleer dit met de knop voor de zoombalk in de statusbalk. 3. Klik in het overzicht aan de linkerkant op het tabblad Overzicht. Nu zien we alleen de teksten in de tijdelijke aanduidingen. 4. Waarom staat in het overzicht niets bij de laatste dia? Conclusie: Als er niets staat in de tijdelijke aanduidingen, dan zal deze dia leeg lijken in het Overzicht. 5. Schakel terug naar de miniatuurdia s door te klikken op het tabblad Dia s van het Overzicht. 6. Klik op de knop Diasorteerder bij de zoomknop op de statusbalk. Sdu Uitgevers 8/72

7. We zien nu alle 6 dia s van de presentatie tegelijk. 8. Plaats de muisaanwijzer op de laatste dia en sleep deze dia tussen dia 1 en dia 2 in (let op de verticale streep die tussen dia 1 en 2 moet komen). De dia is verplaatst. 9. Maak deze actie ongedaan met de knop Ongedaan maken op de Werkbalk Snelle Toegang. 10. Klik op dia 6 en druk dan op Delete. Dia 6 is verwijderd! 11. Klik op dia 2, druk op Ctrl en houd deze toets ingedrukt. Klik nu op dia 4 en 5. Druk op Delete. De geselecteerde dia s zijn verwijderd. 12. Maak deze laatste twee acties ongedaan: de verwijderde dia s zijn teruggezet! 13. Klik op dia 3. 14. Klik op de knop Diavoorstelling. 15. Er start een diavoorstelling die begint met de derde dia. 16. Druk op Esc om de voorstelling af te breken. 17. Selecteer de eerste dia. 18. Start weer een diavoorstelling. 19. Gebruik steeds Enter of de linkermuisknop om naar de volgende dia te gaan. 20. Na de laatste dia verschijnt een zwart scherm. Klik om terug te keren naar de laatste weergave. 21. Selecteer weer dia 5. 22. Gebruik nu de knop Diavoorstelling op het tabblad Beeld. Nu wordt er wel automatisch gestart met de eerste dia! 23. Breek eventueel de diavoorstelling af of doorloop de voorstelling helemaal. 24. Schakel weer over naar de normale weergave. 25. Selecteer de eerste dia. 26. Typ in het deel onder de dia, het notitiegedeelte, de volgende tekst: In het notitiedeel kunnen we aantekeningen maken bij de dia s van de presentatie. 27. Typ als notitie bij de tweede dia de volgende tekst: Hier komt straks alleen een afbeelding. 28. Selecteer de derde dia. 29. Selecteer het tabblad Beeld en klik op de knop Notitiepagina. 30. Aangezien er geen notitie is gemaakt bij de derde dia, zien we alleen de dia op een verder leeg vel. 31. Blader terug naar de dia s van de eerste en tweede pagina. Wanneer we notitiepagina s zouden afdrukken, zullen die er zo uitzien. 32. Laat de presentatie op het scherm staan voor de volgende oefening. Oefening 26.4 Dia s verplaatsen, kopiëren en verwijderen 1. Op het scherm staat nog de presentatie van de vorige oefening. Zo nee, maak dan eerst de vorige oefening 2.3. 2. Klik in het overzicht met de rechtermuisknop op de tweede dia. 3. Selecteer het tabblad Start. 4. Klik in de groep Dia s op de knop Indeling. 5. Controleer welke dia-indeling deze dia heeft. Conclusie: Deze dia heeft de dia-indeling Titel en object. Sdu Uitgevers 9/72

6. Gebruik de knop Indeling om deze dia een andere dia-indeling te geven, namelijk Inhoud met bijschrift. 7. Klik met de rechtermuisknop op de derde dia. a. Kies Kopiëren. 8. Plaats de muisaanwijzer tussen de derde en vierde dia in het overzicht. 9. Klik op Plakken op het tabblad Start. Er is een kopie gemaakt van de dia. 10. Wijzig de dia-indeling van deze dia in Inhoud van twee. 11. Wat gebeurt er met de teksten op deze dia? Conclusie: Alle tekst uit de lijst met opsommingstekens komt in de linkerkolom te staan. De rechterkolom blijft leeg. 12. Klik met de rechtermuisknop op de vierde dia. a. Kies Dia dupliceren. 13. Wijzig de dia-indeling van deze dia in Leeg. 14. Wat gebeurt er met de tekst? Conclusie: De bestaande tekst verdwijnt niet. 15. Verwissel de dia s vier en vijf van plaats. 16. Bekijk de dia s drie en vier nauwkeurig. De tekst is hetzelfde, maar ze hebben een verschillende dia-indeling. Zijn er verschillen? Kijk voor deze controle op beide dia s eens in de titel en ook in de lijst met opsommingstekens. Conclusie: Hoewel de tekst hetzelfde is, zijn de dia s niet hetzelfde. Bij de dia met de indeling Leeg staan de tekstvakken tegen de linkerkant van de dia. 17. Verwijder de laatste dia met de dia-indeling Vergelijking. 18. Verwissel de eerste en de laatste dia van positie. 19. Maak de laatste twee acties ongedaan. Dat zijn het verplaatsen van de dia s en het verwijderen van de laatste dia. 20. Laat de presentatie op het scherm staan voor de volgende oefening. Oefening 26.5 Presentatie bewaren en sluiten 1. Op het scherm staat de presentatie van de vorige oefening. Zo nee, maak dan eerste oefening 2.4. 2. Klik op de knop Opslaan in de Werkbalk Snelle Toegang. 3. Omdat deze presentatie nog niet eerder is opgeslagen, verschijnt het dialoogvenster Opslaan als. 4. Waarschijnlijk staat in de balk bovenaan dat de presentatie opgeslagen zal worden in de map Documenten. Zo nee, klik dan links op Documenten. 5. De oefeningen bewaren we in een nieuwe map, die we nu eerst maken. a. Klik op de knop Nieuwe map. b. Geef de map de naam Oefeningen module PowerPoint 6. Direct nadat we de nieuwe map hebben gemaakt, is de map ook geselecteerd. Figuur 26.4 Sdu Uitgevers 10/72

7. Typ de naam van de presentatie achter Bestandsnaam onderin het dialoogvenster: Oefening 2.5 8. Klik op Opslaan. 9. Bovenaan in de titelbalk van het PowerPoint-venster staat nu de naam waaronder we de presentatie hebben opgeslagen. 10. Voeg aan het einde van de presentatie nog een nieuwe dia toe met de dia-indeling Titel en object. 11. De presentatie is nu gewijzigd vergeleken met de net opgeslagen versie. Klik op de knop Opslaan in de Werkbalk Snelle Toegang om de nieuwe versie op te slaan. 12. Er wordt nu niets gevraagd, want de oude versie wordt overschreven. 13. Moeten we de presentatie bijvoorbeeld overzetten op een andere computer, dan kunnen we de presentatie opslaan op een USB-geheugen. Volg deze stap van deze oefening alleen als u een USB-geheugen heeft. Hebt u die niet, ga dan naar de volgende stap. a. Stop het USB-geheugen in een USB-poort. b. Wacht even tot de computer het geheugen heeft ontdekt. c. Klik op de Office-knop en klik op Opslaan als. Wanneer u een submenu ziet, kiest u voor PowerPoint-presentatie. d. Klik aan de linkerkant in het dialoogvenster Opslaan als op Computer en zoek het USB-geheugen. e. Klik op het USB-geheugen om dit te selecteren. Aan de bovenkant van het dialoogvenster staat nu Computer > <naam geheugen+letter:> f. Typ achter bestandsnaam in het dialoogvenster de nieuwe naam voor deze presentatie Werken met PowerPoint. g. Klik op Opslaan. De nieuwe naam staat nu in de titelbalk. 14. Als u geen USB-geheugen heeft, gaan we de presentatie opslaan op een andere locatie. a. Klik op de Office-knop en klik op Opslaan als. Wanneer u een submenu ziet, kiest u voor PowerPoint-presentatie. b. Klik aan de linkerkant in het dialoogvenster Opslaan als op Bureaublad. c. Aan de bovenkant van het dialoogvenster staat nu Bureaublad. d. Typ achter bestandsnaam in het dialoogvenster de nieuwe naam voor deze presentatie Werken met PowerPoint. e. Klik op Opslaan. De nieuwe naam staat nu in de titelbalk. 15. Sluit de presentatie. Oefening 26.6 Opvragen en schakelen tussen presentaties 1. Klik op de Office-knop. 2. Kijk of de presentatie Oefening 2.5 in de lijst met recent geopende bestanden staat. a. Zo ja, open deze presentatie dan door op de naam te klikken. b. Zo nee, gebruik dan de knop Openen om de presentatie te openen. 3. Maak een nieuwe presentatie op basis van een sjabloon. Gebruik de sjaboon Quiz (staat bij Geïnstalleerde sjablonen). a. Als deze sjabloon niet aanwezig is, kies dan een willekeurige andere. 4. Sla de nieuwe presentatie op onder de naam Quiz in de map Oefeningen module PowerPoint. Sdu Uitgevers 11/72

5. Gebruik de taakbalk van Windows om over te schakelen naar de presentatie Oefening 2.5. 6. Schakel weer terug naar Quiz, maar gebruik nu het tabblad Beeld. 7. Open de presentatie Introductie. 8. Er zijn nu drie presentatie geopend: Oefening 2.5, Quiz en Introductie. Selecteer het tabblad Beeld en zoek in de groep Venster naar de knop Alle vensters. Klik op deze knop. 9. Alle geopende vensters staan nu naast elkaar op het scherm. Hebben we een grote monitor dan kan dit soms handig zijn! 10. Klik op de knop Maximaliseren bij de presentatie Quiz. 11. Schakel nu over naar een van de andere presentaties. 12. Sluit alle presentaties. Oefening 26.7 Opslaan in andere indelingen 1. Open de presentatie Oefening 2.5. We gaan deze presentatie opslaan in verschillende indelingen. 2. Opslaan in de indeling voor een oudere versie van PowerPoint. a. Klik op de Office-knop en wijs op Opslaan als. b. Kies voor PowerPoint 97-2003-presentatie. c. Geef de presentatie de naam Oefening 2.7 oude versie. d. Sla de presentatie op in de map Oefening module PowerPoint. e. In de titelbalk staat nu de tekst [Compatibiliteitsmodus]. 3. Opslaan als een PDF-bestand. a. Klik op de Office-knop en wijs op Opslaan als. b. Klik op PDF of XPS. c. Geef het bestand de naam Oefening 2.7. d. Controleer of het selectievakje Bestand openen na publiceren is ingeschakeld. Zo nee, schakel dit in. e. Klik op Publiceren. f. De presentatie wordt nu als een PDF-bestand getoond in een apart venster. g. Sluit dit venster na de presentatie even bekeken te hebben. h. De presentatie staat nu in PowerPoint nog steeds in de compatibiliteitsmodus onder de naam Oefening 2.7 oude versie! 4. Opslaan als een afbeeldingenbestand. a. Zorg dat de eerste dia is geselecteerd. b. Klik op de Office-knop. c. Wijs op Opslaan als, zodat het submenu verschijnt. d. Kies voor Andere indelingen. e. Het dialoogvenster Opslaan als verschijnt. f. Klik op de lijstknop achter Opslaan als. g. Klik op JPEG-indeling. h. Sla op onder de naam Oefening 2.7. i. Geef in het dialoogvenster aan dat alle dia s opgeslagen moeten worden. j. Gebruik het programma Computer om te kijken wat er nu exact is opgeslagen. Conclusie: Er is een map gemaakt met de naam Oefening 2.7 en daarin staan alle dia s als afbeeldingen met de naam Dia1, Dia2, enzovoort. Sdu Uitgevers 12/72

Figuur 26.5 Sdu Uitgevers 13/72

27 Presentatie maken Oefening 27.1 Teksten in tijdelijke aanduidingen 1. Open de presentatie Spreekbeurt. 2. Bijna links op de statusbalk zien we de gebruikte sjabloon: Presentation for report on country. 3. Geef als titel Zuid-Afrika. 4. Wijzig de tekst in de ondertitel in je eigen gegevens. 5. Maak een nieuwe dia met de indeling Titel en object. 6. Neem de volgende gegevens over. Figuur 27.1 7. Maak een nieuwe dia en neem de gegevens die hieronder staan over. Figuur 27.2 8. Maak nu ook de volgende dia. Bedenk zelf welke dia-indeling het beste past. Sdu Uitgevers 14/72

Figuur 27.3 9. Maak een nieuwe dia met de indeling Titel en object. We gebruiken deze dia als een test om te zien wat er gebeurt als er te veel tekst in een tijdelijke aanduiding komt. a. Geef als titel: Te veel tekst! b. Typ in de lijst eronder telkens op een nieuwe alinea: een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, enzovoort. c. Op een bepaald moment zullen we zien dat de tekst vanzelf verkleind wordt. Bij de tijdelijke aanduiding komt een symbool te staan dat er een automatische correctie heeft plaatsgevonden. d. Wijs op dit symbool en klik erop. Bekijk de verschillende opties waaruit we kunnen kiezen. e. Kies voor Wijzigen in indeling met twee kolommen. f. Gebruik de knop Ongedaan maken. g. Kies nu voor Tekst verdelen over twee dia s. h. Verwijder de dia s die we net gebruikt hebben voor de Autocorrectie-test. De laatste dia moet dus Flora en Fauna zijn. 10. Sla de presentatie op onder de naam Zuid-Afrika oefening 3.1. 11. Laat de presentatie op het scherm staan voor de volgende oefening. Oefening 27.2 Teksten in tekstvakken 1. Open de presentatie Zuid-Afrika 3.1. 2. Selecteer de eerste dia van deze presentatie. 3. Selecteer het tabblad Invoegen. 4. Klik in de groep Tekst op de knop Tekstvak. 5. Klik een keer onderaan de dia ongeveer in het midden. Er staat nu een leeg tekstvak: de cursor knippert. 6. Typ de volgende tekst: Gegevensbronnen onder ander Wikipedia en Bosatlas Het tekstvak wordt vanzelf breder als er meer tekst in komt! 7. Klik buiten het tekstvak. 8. Selecteer de laatste dia. 9. Maak linksonder een tekstvak, maar sleep nu een vak van ongeveer 1 cm. 10. Typ de volgende tekst. Schrik niet, want het zal niet goed passen. Waarschijnlijk loopt de tekst zelf van de pagina af! Uit: Wikipedia. Conclusie: Sdu Uitgevers 15/72

Als we een tekstvak slepen tot een bepaalde breedte, zal het tekstvak niet breder worden als de tekst niet past. De tekst blijft binnen de gesleepte breedte! In een latere oefening lossen we dit op. 11. Sla de presentatie op onder dezelfde naam. 12. Sluit de presentatie. Oefening 27.3 Uitlijning 1. Open de presentatie Oefening 3.3. 2. Maak na de laatste dia een nieuwe dia met de indeling Sectiekop. 3. Typ in de twee tijdelijke aanduidingen achtereenvolgens: Tekst opmaken in PowerPoint en Uitlijnen 4. Selecteer het bovenste object op deze dia. 5. Klik op de knop rechts uitlijnen. 6. Zorg dat ook de onderste tekst rechts uitgelijnd wordt. 7. We maken een kopie van deze dia a. Klik in het Overzicht met de rechtermuisknop in het overzicht op deze dia. b. Kies Dia dupliceren. Er is nu een kopie gemaakt van de dia. Die kopie is eronder gezet en direct geselecteerd. 8. Wijzig in deze dia de uitlijning van beide teksten in gecentreerd. a. We kunnen dit per stuk doen, maar ook in één keer. b. Klik hiervoor in de eerste tekst. c. Druk Shift in en houd deze toets ingedrukt. d. Klik in de tweede tekst. Beide objecten zijn nu geselecteeerd. e. Geef de opdracht om te centreren. 9. Maak nu een kopie van deze dia en zet deze achter deze dia. 10. De nieuw ingevoegde kopie maken we nog verder op met een ander soort uitlijning, namelijk de verticale uitlijning. Nu staat in het bovenste gebied de tekst aan de onderkant. De tekst in het onderste object staat aan de bovenkant. a. Klik in het bovenste object. b. Selecteer het tabblad Start en klik in de groep Alinea op de knop Tekst uitlijnen. c. Kies Boven. d. Kies voor het onderste object een uitlijning tegen de onderkant van het object. 11. Selecteer de derde dia (Diaindeling: Inhoud van 2). 12. Maak de lijst met opsommingstekens aan de rechterkant rechts uitgelijnd. 13. Maak de lijst met opsommingstekens op de vierde dia (Teksten op een dia) gecentreerd. 14. Selecteer de tweede dia. Op deze dia staan vier tekstvakken met tekst. a. Geef elk tekstvak de uitlijning, zoals het in de tekst is aangegeven. 15. Sla de presentatie op onder dezelfde naam. 16. Laat de presentatie op het scherm staan voor de volgende oefening. Oefening 27.4 Tekenopmaak 1. Op het scherm staat nog Oefening 3.3. Als dit niet het geval is open deze presentatie dan of maak eerst oefening 3.3. 2. Selecteer de eerste dia. Sdu Uitgevers 16/72

3. Maak de tekst van de titel cursief. 4. Typ als ondertitel: verschillende soorten opmaak. 5. Geef de teksten van beide objecten een rode tekstkleur. 6. Ga naar de vierde dia. 7. Wijzig de opmaak, zodat de dia wordt als onderstaande afbeelding. Voeg ook de nieuwe tekst onderaan toe. Het is misschien in de afbeelding niet goed te zien, maar de titel heeft een schaduweffect gekregen. Figuur 27.4 8. Selecteer de derde dia (Dia:indeling: Inhoud van 2) 9. Maak de teksten in de linker- en rechterkolom cursief. 10. Sla de oefening op. 11. Laat de presentatie staan op het scherm voor de volgende oefening. Oefening 27.5 Regelafstand en alinea-afstand 1. Op het scherm staat nog Oefening 3.3. Als dit niet het geval is open deze presentatie dan of maak eerst oefening 3.3 en 3.4 of open de presentatie Oefening 3.4. 2. Maak een nieuwe dia met de dia-indeling Titel en object aan het einde van de presentatie. 3. Neem de volgende gegevens over. Figuur 27.5 4. Bekijk wat de regelafstand is van de lijst met opsommingstekens. Selecteer hiervoor eerst het hele object door op de rand ervan te klikken. 5. Wijzig de regelafstand op de knop Regelafstand te klikken en te kiezen voor 1,5. Sdu Uitgevers 17/72

6. Maak deze actie ongedaan. 7. Selecteer het object van de lijst met opsommingstekens door op de rand ervan te klikken. 8. Klik op de knop voor de Regelafstand en kies Opties voor regelafstand. a. Kies bij Regelafstand voor Meerdere en vul in het tekstvak erachter in 0,5. b. Klik op OK. De tekst staat nu heel dicht op elkaar! 9. Klik op de knop voor de Regelafstand en kies Opties voor regelafstand. a. Houd de regelafstand hetzelfde, maar vul bij Afstand Voor in 1 cm. b. Klik op OK. We zien nu duidelijk het verschil tussen regelafstand en alinea-afstand! 10. Breng de regelafstand terug naar enkel (1) en zet de alinea-afstand op 8. Als we geen eenheid invullen, wordt automatisch de eenheid punten gebruikt). 11. Sla de presentatie op onder de naam Na oefening 3.5. 12. Sluit de presentatie. Oefening 27.6 Opsommingstekens en nummering 1. Open de presentatie Zuid-Afrika 3.6. 2. Selecteer de derde dia (Klimaat). 3. Selecteer de tekst van de subpunten onder het punt Bepaald door. 4. Klik op de lijstknop bij Nummering en kies een nummering 1,2,3. 5. Wijzig de opsommingstekens op de tweede dia, zodat deze wordt als in de afbeelding hieronder. Figuur 27.6 6. Maak aan het einde van de presentatie een nieuwe dia met de indeling Titel en object. 7. Zet er als titel boven Provincies. 8. Zet eronder in een genummerde lijst de namen van de provincies. West-Kaap, Noord-kaap, Oost-Kaap, KwaZoeloe-Natal, Vrijstaat, Noordwest, Gauteng, Mpumalanga, en Limpopo. 9. Maak na de dia over het klimaat een nieuwe dia. Neem onderstaande gegevens over. Let op: de tekst kan van de dia aflopen! Sdu Uitgevers 18/72

Figuur 27.7 10. Selecteer het object met de opsommingstekens. 11. Gebruik de knop Opsommingstekens om deze tekens te verwijderen. De eerste regel van de alinea s springt er nu uit! Dat wordt in de volgende oefening rechtgezet! 12. Sla de presentatie op onder de naam Zuid-Afrika na oef 3.6 en laat deze staan voor de volgende oefening. Oefening 27.7 Teksten opmaken 1. Op het scherm staat nog de presentatie van de vorige oefening. Open anders de presentatie Zuid-Afrika 3.7. 2. Selecteer de dia met de titel Klimaat (2). Hier hebben we in de vorige oefening de opsommingstekens verwijderd. Daardoor springen de eerste regels van de alinea s terug vergeleken met de andere regels. Dat wordt nu aangepast. a. Selecteer het hele object met de opsommingstekens. b. Selecteer het tabblad Start. c. Klik op het startpictogram voor dialoogvensters van de groep Alinea. d. Zorg dat de hele alinea 0 cm ingesprongen wordt. Kies bij Speciaal voor Geen. e. Nu staan alle alinea s tegen de linkerkant van het object. 3. Selecteer de tweede dia (Waar bevindt zich Zuid-Afrika?). 4. De ruimte tussen het opsommingsteken en de tekst is erg klein. Dat passen we aan. a. Selecteer de tekst bij de eerste drie opsommingstekens. b. Klik op het startpictogram voor dialoogvensters van de groep Alinea s en wijzig de 0,95 achter Met in 2 cm. c. Doe dit ook met de tekst bij hetzelfde opsommingstekens verderop. d. De opsommingstekens bij de namen van de landen staat nu niet meer netjes onder de teksten erboven. Wijzig de inspringing in het dialoogvenster. Bij Voor tekst moet komen te staan 4 cm en bij Met 2 cm. 5. Selecteer de vierde dia (Klimaat 2). 6. Selecteer het grote object met de tekst. a. Klik op de knop Opsommingstekens en kies een opsommingsteken. b. De tekst springt nu niet netjes in onder de opsommingstekens. c. Wijzig de inspringing zo, dat het opsommingstekens aan de linkerkant van het object blijft, maar de tekst er ongeveer 2 cm achter begint. Sdu Uitgevers 19/72

7. Wanneer we hebben gespeeld met de opmaak, kunnen we dit eenvoudig terugbrengen naar de oorspronkelijke instellingen voor deze dia-indeling. a. Selecteer het tabblad Start en klik in de groep Dia s op de knop Opnieuw instellen. 8. Sla de presentatie op onder de naam Zuid-Afrika na oefening 3.7. Oefening 27.8 Tabs gebruiken 1. Maak een nieuwe lege presentatie. 2. De eerste dia is een titeldia. Die gaan we omzetten naar een dia met de indeling Titel en object. a. Gebruik hiervoor de knop Indeling op het tabblad Start. 3. Neem onderstaande gegevens over. Figuur 27.8 4. De percentages staan nu niet netjes onder elkaar. Dat wordt met tabstops geregeld. a. Zorg dat de liniaal in beeld staat. Kies eventueel Liniaal op het tabblad Beeld als dit niet het geval is. b. Selecteer de alinea s van de lijst met opsommingtekens. c. Klik op het startpictogram voor dialoogvensters van de groep Alinea. d. Klik op de knop Tabs. e. Typ in het dialoogvenster Tabs achter Tabpositie: 16. f. Klik daarna op Instellen. g. Vervolgens twee keer op OK. h. In de tekst gebeurt nog niets! Dat komt omdat de tabstops alleen gebruikt worden als in de tekst op de Tab-toets is gedrukt. i. Plaats de cursor vóór de 1 van 10% in de eerste alinea. In de liniaal staat op 16 cm een tabstop. j. Druk op Tab. Het percentage begint op 16 cm (dat is te zien in de liniaal). k. Doe dit ook voor de andere percentages. 5. Omdat er een linkslijnende tab is ingesteld, staan de getallen van de percentages aan de linkerkant op dezelfde hoogte. Voor cijfers is dat minder fraai, want meestal willen we de eenheden onder elkaar zetten. We maken daarom van de linkslijnende tab een rechtslijnende. a. Selecteer de alinea s van de lijst met opsommingstekens. b. Roep het dialoogvenster Tabs op. c. Klik in de lijst onder Tabpositie op de tabstop van 16 cm. Onderaan in het dialoogvenster zien we dat dit een linkslijnende tab is. d. Klik op Rechts. e. Klik op Instellen. f. Klik twee keer op OK. Sdu Uitgevers 20/72

g. De percentages zijn nu rechtslijnend, maar staan wat te dicht op de tekst. Sleep de tabstop in de liniaal wat meer naar rechts. Zorg dat de alinea s nog geselecteerd zijn! Figuur 27.9 6. Maak nu zelf de volgende dia. Figuur 27.10 7. Sla de presentatie op onder de naam Oefening Tabs instellen. 8. Sluit de presentatie. Oefening 27.9 Lettertypen vervangen 1. Open de presentatie Introductie. 2. Sla de presentatie op onder de naam: Lettertype vervangen. 3. In deze presentatie is het lettertype Corbel gebruikt. Dat moet vervangen worden door Comic Sans. a. Selecteer het tabblad Start. b. Klik in de groep Bewerken op de lijstknop bij Vervangen. c. Klik op Lettertypen vervangen. d. Vul het dialoogvenster correct in. e. Klik op Vervangen. 4. Sla de presentatie op. 5. Sluit de presentatie. Oefening 27.10 Hoofdlettergebruik 1. Maak een nieuwe lege presentatie. 2. Typ de titel Hoe werkt hoofdlettergebruik? 3. Typ als ondertitel: KIJKEN OF HET WERKT! 4. Selecteer de titel en gebruik de knop Hoofdlettergebruik op het tabblad Start om deze tekst om te zetten in hoofdletters. Sdu Uitgevers 21/72

5. Zet de ondertitel om naar Zoals in een zin. 6. Sluit de presentatie en sla de wijzigingen niet op. Oefening 27.11 Teksten bewerken in het overzicht 1. Maak een nieuwe lege presentatie. 2. Selecteer in plaats van het tabblad Dia s nu het tabblad Overzicht aan de linkerkant. 3. Klik achter de afbeelding van de eerste dia. In het werkgebied zien we de eerste dia. 4. Typ Hoe werkt het overzicht? De tekst komt ook op de dia in het werkgebied. 5. Druk op Enter. 6. Er is een nieuwe dia gemaakt. 7. Typ als titel: Enter- en Tab-gebruik. Deze tekst is de titel van de nieuwe dia. 8. Druk weer op Enter. Er is weer een nieuwe dia gemaakt. We willen echter een lijst met opsommingen maken bij de vorige dia. 9. Druk op Tab. De nieuwe dia is verwijderd en we staan in de lijst met opsommingstekens van de tweede dia. 10. Typ de volgende tekst: Telkens als we op Enter drukken blijven we op hetzelfde niveau (Enter) Drukken we na Enter op Tab, dan wordt de tekst ingesprongen (Enter) 11. Druk nu op Shift+Tab. We gaan weer meer naar links en maken een nieuwe dia. 12. Typ de volgende titel: Gebruik van de knoppen voor niveaus 13. Maak nu de volgende tekst die als een lijst met opsommingstekens op de derde dia moet komen. Figuur 27.11 14. Wijzig in het overzicht de titel van de tweede dia in: Toetsengebruik. 15. Sla de presentatie op onder de naam Tekst maken in Overzicht. 16. Sluit de presentatie. Oefening 27.12 Koptekst en voettekst 1. Open de presentatie Introductie. 2. Sla de presentatie op onder de naam Koptekst en voettekst. 3. Selecteer het tabblad Invoegen. Sdu Uitgevers 22/72

4. Klik in de groep Tekst op de knop Koptekst en voettekst. 5. Schakel het selectievakje Datum en tijd in. a. Kijk rechtsonder in het dialoogvenster bij Voorbeeld waar een datum komt te staan. b. Kies een automatische datum in een notatie waarbij de maand voluit geschreven wordt. c. Zorg dat de koptekst niet wordt weergegeven op de titeldia s. d. Klik op Overal toepassen. 6. Bekijk de dia s in de diasorteerder. 7. Op alle dia s staat de datum en de tijd, ook op de eerste! Bekijk welke dia-indeling deze dia heeft. Conclusie: Deze dia heeft de indeling Sectiekop. Dat geldt ook voor de dia s 3, 7, 11 en 16. a. Wijzig de indeling van deze dia s allemaal in Titeldia. b. Hoe zit het nu met de koptekst en voettekst? c. Laat de koptekst en voettekst nog eens Overal toepassen. Nu pas is de datum verdwenen op deze titeldia s. 8. Zet ook op alle dia s een dianummer, behalve op de titeldia s. a. Waar komt dit nummer te staan? b. Hoe zit het met de datum? 9. Breng op alle dia s behalve de titeldia s de volgende voettekst aan: PowerPoint 2007. 10. Selecteer de dia s 9 en 10. a. Verwijder hier het dianummer en de voettekst. 11. Sla de presentatie op. 12. Sluit de presentatie. Sdu Uitgevers 23/72

28 Sjablonen, modellen en thema s Oefening 28.1 Diamodel aanpassen 1. Maak een nieuwe lege presentatie. 2. Geef als titel: Sjablonen, modellen en thema s. Geef als ondertitel: Hoe zit dat nu? 3. Maak een nieuwe tweede dia met als indeling Titel en object. 4. Neem de volgende gegevens over. Figuur 28.1 5. Maak een volgende dia met als indeling Inhoud van twee. 6. Neem de volgende inhoud over. Figuur 28.2 7. Wijzig de opmaak van de titel op de tweede dia (Hiërarchie). a. Maak de tekst cursief. b. Zet de tekst tegen de linkerkant van het titelobject. c. Gebruik het tabblad Opmaak om het titelobject een gele achtergrondkleur te geven (knop Opvullen van vorm). 8. Breng in de lijst met opsommingstekens de volgende wijzigingen aan. a. Wijzig het lettertype van de tekst in Times New Roman. b. Wijzig het opsommingsteken van het eerste niveau in een vierkant. c. Maak de ruimte tussen opsommingsteken en tekst iets groter. d. Wijzig het opsommingsteken van het tweede niveau in een open rondje. e. Geef het object een groene achtergrondkleur. 9. We gaan de opmaak van het titelobject kopiëren naar de volgende dia. Sdu Uitgevers 24/72

a. Selecteer het titelobject van de tweede dia. b. Selecteer het tabblad Start en klik op de knop Opmaak kopiëren/plakken in de groep Klembord. c. Klik op de derde dia. d. Klik in het titelobject van deze dia. De opmaak van het titelobject van de vorige dia is gekopieerd naar deze derde dia. 10. Neem op dezelfde manier ook de opmaak van het object over van de tweede dia naar de twee objecten op de derde dia. 11. Maak een nieuwe dia achter de derde dia met als indeling Titel en object. 12. Typ als titel: En hoe wordt dit nu? 13. Typ in de lijst met opsommingstekens de volgende tekst: Eerste punt (Enter) Tweede punt (Enter) Subpunt van punt2 Volgende subpunt Derde punt 14. De opmaak van deze derde dia is nu afwijkend van de tweede en derde. Zouden we deze ook hetzelfde willen maken, dan moeten we de opmaak weer kopiëren. Dit zouden we voor elke dia moeten herhalen! Dat is niet praktisch! 15. Selecteer de tweede dia. a. Klik op de knop Opnieuw instellen op het tabblad Start. b. Alle zelf aangebrachte opmaak is nu verwijderd en de dia is teruggebracht naar de standaardopmaak van deze presentatie. 16. Breng de derde dia terug naar de standaardinstellingen. 17. Selecteer het tabblad Beeld. 18. Klik op de knop Diamodel. a. Op het scherm is een extra tabblad Diamodel gekomen vóór het tabblad Start. 19. Klik in het linkerdeel op de bovenste dia Office-thema Diamodel. 20. Maak hier het titelobject cursief, linkslijnend en met een gele achtergrond. a. Kijk wat er gebeurt met de dia-indelingen eronder. b. Klik op de knop Modelweergave sluiten. c. We zijn teruggekeerd naar de presentatie zelf. d. Alle titels hebben de opmaak overgenomen van het diamodel. 21. Maak een nieuwe dia aan het einde met de indeling Alleen titel. a. Geef als titel: En hoe wordt dit dan? b. Verplaats het titelobject op deze dia naar de onderkant van de dia en geef het object een blauwe achtergrondkleur. 22. Ga weer naar het diamodel. a. Selecteer de bovenste dia Office-thema Diamodel. b. Geef het titelobject een vette tekst. c. Zoek onder het diamodel naar de dia-indeling Alleen titel. d. Wijzig hier het lettertype in Comic Sans. e. Sluit de modelweergave. 23. Bekijk de dia s van de presentatie. 24. Ga naar de dia met de indeling Alleen titel (laatste dia). 25. Breng deze terug naar de standaardindeling van deze presentatie. a. Wat is het lettertype in het titelobject hier? b. Wat is het lettertype in het titelgebied in de andere dia s? c. Hoe is dat te verklaren? Conclusie: Sdu Uitgevers 25/72

Wijzigingen in het diamodel werken door op alle dia-indelingen. Heeft een dia-indeling een afwijkende opmaak, dan heeft dat voorrang op de opmaak van het diamodel. 26. Ga naar het diamodel. a. Kopieer de opmaak van het titelgebied van het diamodel. b. Plak die op het titelgebied van de dia-indeling Alleen titel. c. Keer terug naar de presentatie. d. Bekijk het lettertype van de dia met de indeling Alleen titel. 27. Ga naar het diamodel van de presentatie. a. Zorg dat in alle dia-indelingen het opsommingstekens op het eerste niveau gewijzigd wordt in een open wit rondje. b. Het lettertype moet op alle niveaus Comic Sans worden. c. De achtergrondkleur van het object moet groen worden. 28. Bekijk dia s van de presentatie. 29. Sla de presentatie op onder de naam Sjabloon en model. Oefening 28.2 Koptekst en voettekst 1. Open de presentaties Oefening 4.2 en Introductie allebei. 2. Kopieer van de presentatie Introductie de dia s 3, 4, 5 en 6. 3. Plak deze dia s achter de laatste dia van Oefening 4.2. 4. Wat gebeurt er met de opmaak van deze dia s? Ze krijgen een andere opmaak: de opmaak van de presentatie waar ze nu deel van uitmaken. 5. Hoe is dat te verklaren? Ze worden onderdeel van een andere presentatie met een ander diamodel. Ze nemen dus de opmaak over van het diamodel van de nieuwe presentatie waar ze deel van uitmaken. 6. Sluit de presentatie Introductie. 7. Sla de presentatie Oefening 4.2 op onder de nieuwe naam Na oefening 4.2. 8. Bekijk de laatste drie dia s. De tekst van de linkerlijst past door de nieuwe opmaak niet meer in het object. a. Klik op een van de dia s in de linkerlijst. b. Rechtsonder verschijnt de knop Opties voor AutoAanpassen. c. Gebruik deze knop om de tekst in het object te laten passen. d. In de andere dia s is deze nieuwe instelling overgenomen, al lijkt het niet zo in het overzicht. 9. Selecteer het tabblad Invoegen en klik op de knop Koptekst en voettekst. a. Zorg dat er een vaste datum komt te staan op de dia s. Dit moet de datum van vandaag zijn. b. Zorg dat er een dianummer op de dia s komt. c. Maak een voettekst Oefening 4.2. d. Pas dit toe op alle dia s behalve de titeldia. 10. Bekijk de dia s van de presentatie en kijk vooral waar de onderdelen dianummer en datum staan. 11. Ga naar het diamodel. a. Verplaats in het hoofdmodel het dianummergebied naar rechtsboven. b. Verplaats het datumgebied naar linksboven. c. Verplaats het voettekstgebied naar linksonder. d. Wijzig het lettertype van het voettekstgebied in Comic Sans 14 punten. e. Keer terug naar de presentatie. Sdu Uitgevers 26/72

12. Hoe komt het dat de tekst in het voettekstgebied niet tegen de linkerkant staat? Conclusie: In het diamodel staat deze tekst in het voettekstgebied gecentreerd. a. Zorg dat de tekst van het voettekstgebied linkslijnend wordt. 13. Zorg dat er geen koptekst of voettekst komt op dianummer 6 (Tekst en afbeeldingen). 14. Sla de presentatie op en sluit de presentatie. Oefening 28.3 Logo opnemen 1. Open de presentatie Oefening 4.3. 2. Sla de presentatie op onder de naam Na oefening 4.3. 3. Ga naar de laatste dia. 4. Selecteer de bovenste vlinder op deze afbeelding en kopieer deze. 5. Ga naar het diamodel. 6. Plak de dia in het diamodel van alle dia-indelingen. a. Verplaats deze afbeelding naar de hoek linksonder. b. Verklein de afbeelding zodat deze buiten het groene vlak valt. c. Op alle dia-indelingen staat nu deze vlinder. 7. Keer terug naar de presentatie. 8. Het logo, de vlinder, staat nu op elke dia rechtsonder. Het is echter de bedoeling dat deze vlinder op de dia-indelingen Titeldia en Sectiekop midden boven de titel komt te staan. a. Ga naar het diamodel. b. Selecteer de dia-indeling Titeldia. c. Schakel op het tabblad Diamodel in de groep Achtergrond het selectievakje Achtergrondafbeeldingen verbergen in. De vlinder is verwijderd. d. Plak de vlinder nog eens. e. Verplaats de vlinder zodat deze boven de titel komt te staan. f. Herhaal dit voor de dia-indeling Sectiekop. g. Keer terug naar de presentatie. 9. Sla de presentatie op. Oefening 28.4 Achtergrond 1. Open de presentatie Oefening 4.4. 2. Sla de presentatie op onder de naam Na oefening 4.4. 3. Selecteer het tabblad Ontwerpen. 4. Klik in de groep Achtergrond op de knop Achtergrondstijlen. a. Kies een donkerblauwe achtergrond (Stijl3). 5. Welke dia s krijgen deze achtergrond? Conclusie: Een achtergrondstijl wordt toegepast op alle dia s van de presentatie. 6. Selecteer de tweede dia (Hiërarchie). 7. Klik in de groep Achtergrond op de knop bij Achtergrondstijlen. a. Kies Achtergrond opmaken. b. Kies voor een effen achtergrondkleur. c. Kies als kleur Rood. d. Klik op de knop Sluiten. 8. Welke dia s hebben nu een rode achtergrond? 9. Geef de dia nu een paarse achtergrondkleur en kies nu voor Overal toepassen. Sdu Uitgevers 27/72

10. Welke dia s hebben een paarse achtergrondkleur? Conclusie: Als we een eigen achtergrondkleur kiezen wordt dit toegepast op de geselecteerde dia, tenzij we kiezen voor Overal toepassen. 11. Selecteer de vierde dia (En hoe wordt dit nu?) 12. Schakel het selectievakje Achtergrondafbeeldingen verbergen op het tabblad Ontwerpen in. a. Wat gebeurt er nu? Conclusie: De vlinder is op deze dia verdwenen. Met Achtergrondafbeeldingen verbergen worden extra elementen uit het diamodel bij de geselecteerde dia( s) verwijderd. 13. Sla de presentatie op. Oefening 28.5 Sjabloon en thema 1. Open de presentatie Oefening 4.5. 2. Sla de presentatie op onder de naam Na oefening 4.5. 3. Selecteer het tabblad Ontwerpen. 4. Wijs in de groep Thema s op enkele thema s (niet klikken, alleen wijzen). a. Klik ten slotte op het thema Concours. 5. Welke dia s wijzigen nu? Conclusie: Een thema wordt toegepast op alle dia s van de presentatie. 6. Het dianummer staat nu door het logo van de vlinder. Verplaats in het diamodel het dianummer naar linksonder. 7. Bekijk het resultaat in de presentatie. 8. Welke dia s hebben nu een dianummer linksonder? a. Waarom heeft dia 7 (Tekst en afbeeldingen) geen dianummer? Conclusie: Deze dia heeft geen dianummer omdat dit is uitgeschakeld in de koptekst en voettekst van deze dia. Controleer dit op het tabblad Invoegen met de knop Koptekst en voettekst. 9. Sla de presentatie op en sluit de presentatie. 10. Open de presentatie Werken met PowerPoint. 11. Geef deze presentatie een ander thema. Kies er zelf een. 12. Sla deze presentatie op onder de naam Werken met PowerPoint <themanaam>. 13. Sluit de presentatie. 14. Open de volgende twee presentaties: Oefening Tabs en Zuid-Afrika 4.5. 15. Kopieer alle dia s van Oefening Tabs en plak die aan het einde van Zuid-Afrika 4.5. 16. Sluit de presentatie Oefening Tabs. Hierin zijn geen wijzigingen aangebracht. 17. Sla de presentatie over Zuid-Afrika op onder de naam Zuid-Afrika Na Oefening 4.5. 18. Sluit ook deze presentatie. Sdu Uitgevers 28/72

29 Afbeeldingen en vormen Oefening 29.1 Afbeeldingen opnemen 1. Open de presentatie Zuid-Afrika Voor Oefening 5.1. 2. Selecteer de derde dia (Klimaat). Op deze dia komt een afbeelding dat als een bestand op onze computer staat. a. Selecteer het tabblad Invoegen. b. Klik in de groep Illustraties op de knop Afbeelding. c. Selecteer de afbeelding Klimaatkaart ZuidAfrika.jpg. 3. De afbeelding staat midden op de dia en is geselecteerd. De afbeelding ligt bovenop de tekst. We gaan de afbeelding verplaatsen naar rechtsonder. a. Plaats de muisaanwijzer op de afbeelding en sleep deze naar rechtsonder. b. Klik buiten de dia. 4. Selecteer de eerste dia. Op deze dia komt een afbeelding van de vlag van Zuid-Afrika. Deze afbeelding wordt gezocht in de illustratiegalerie. a. Selecteer het tabblad Invoegen. b. Klik op de knop Illustraties. Rechts verschijnt het taakvenster Illustraties. c. Typ als zoekwoord vlag Zuid-Afrika. d. Controleer of bij Zoeken in of Alle Collecties is gekozen. e. Controleer bij Resultaten moeten zijn of daar Foto s en Illustraties geselecteerd zijn. f. Klik op Zoeken. g. Als er geen internetverbinding is, zullen er waarschijnlijk geen resultaten gevonden worden. Typ dan bijvoorbeeld als wachtwoord in dier en laat zoeken. Er komt dan weliswaar een andere afbeelding, maar het gaat om het principe. h. Klik op een van de gevonden illustraties. De afbeelding komt midden op de dia te staan. i. Verplaats de afbeelding naar rechtsboven. 5. Open de presentatie Afbeeldingen. Hier staan enkele afbeeldingen die we in de presentatie over Zuid-Afrika opnemen. a. Selecteer een afbeelding van een olifant door erop te klikken. b. Kopieer deze afbeelding. c. Plak de afbeelding op de vijfde dia (Flora en Fauna). d. Verplaats de afbeelding, zodat deze niet bovenop de tekst ligt. 6. Maak achter de dia Flora en fauna een nieuwe dia met de dia-indeling Inhoud van twee. Hier komen twee afbeeldingen te staan van dieren. Een uit een bestand en een uit de illustratiegalerie. a. Typ als titel Big Five. b. Klik links in het object op het pictogram Afbeelding invoegen uit bestand. c. Selecteer de afbeelding Olifant.wmf. d. Klik rechts in het object op het pictogram Illustraties. Als het taakvenster Illustraties er nog stond, is deze verdwenen. Klik nog een keer op dit pictogram. e. Zoek een afbeelding van een leeuw en voeg dit in. f. Sla de presentatie op onder de naam Zuid-Afrika Na Oefening 5.1. Sdu Uitgevers 29/72

Oefening 29.2 Afbeeldingen bewerken 1. Open de presentatie Zuid-Afrika 5.2. 2. Selecteer de zesde dia (Kenmerkende dieren). 3. De afbeelding van de olifant en de leeuw zijn niet even groot. a. Wijzig de afbeelding van de leeuw, zodat deze ongeveer even groot wordt als die van de olifant. Gebruik hiervoor de muis. b. Klik op de afbeelding van de olifant. c. Selecteer het tabblad Opmaak en kijk in de groep Grootte hoe hoog deze afbeelding is. Onthoud dit. d. Maak de afbeelding van de leeuw nu exact even hoog als dit nog niet het geval is. 4. Zet beide afbeeldingen op dezelfde hoogte. 5. Selecteer de derde dia (Klimaat). De afbeelding die hierop staat, gaan we een doorzichtige kleur geven met het tabblad Hulpmiddelen voor afbeeldingen. a. Selecteer de afbeelding. b. Selecteer het tabblad Opmaak. c. Klik in de groep Aanpassen op de knop Andere kleuren. d. Kies voor Doorzichtige kleur instellen. e. Klik nu in de afbeelding op het witte deel linksboven. De muis heeft een bijzondere vorm van een soort potlood. f. Nu is een deel van de afbeelding doorzichtig geworden en zien we de achtergrondkleur van de dia. 6. Selecteer de vijfde dia (Flora en fauna). Hierop staat een afbeelding met twee olifanten. De linkerolifant moet verwijderd worden. a. Selecteer de afbeelding. b. Selecteer het tabblad Opmaak en klik in de groep Grootte op de knop Bijsnijden. c. Plaats de muisaanwijzer links op de afbeelding op de middelde formaatgreep. d. Sleep naar rechts totdat alleen de rechterolifant nog zichtbaar is. e. Klik buiten de dia. 7. Selecteer de zesde dia (Kenmerkende dieren). De afbeelding van de leeuw is oorspronkelijk anders dan we hier zien. a. Klik op de afbeelding van de leeuw. b. Selecteer het tabblad Opmaak en klik in de groep Aanpassen op de knop Beginwaarden van afbeelding. c. De afbeelding is veel groter geworden dan de dia. d. Gebruik de zoomknop zodat de dia en de hele afbeelding zichtbaar is. e. Klik op de afbeelding van de olifant. f. Gebruik dezelfde knop om de oorspronkelijke instellingen van deze afbeelding te bekijken. g. De afbeelding wijzigt niet. Dat betekent dat de afbeelding deze oorspronkelijke grootte al had. h. Gebruik de knop Ongedaan maken tot de leeuw weer dezelfde hoogte heeft als de olifant. i. Klik op de knop Dia aanpassen aan huidig venster naast de zoombalk om de dia weer een normale grootte te geven. 8. Sla de presentatie op onder de naam Zuid-Afrika Na Oefening 5.2. Oefening 29.3 Vormen tekenen 1. Maak een nieuwe lege presentatie. Sdu Uitgevers 30/72