Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed!
Hoe bereid ik mijn krantenkring voor? 1. 1 week voor je krantenkring ga je op zoek naar een interessant, spannend, leuk of grappig nieuwsbericht. Deze knip of print je uit. En plak je op het voorbereidingsblad (deze zitten in de map die in de klas staat). 2. Je vertelt aan de klas: - hoe je berichtje heet (de kop). - waarom je dit bericht hebt gekozen - waar je het vandaan hebt. - waar het over gaat (de inhoud van het berichtje). - nu mag je het artikel of een stukje ervan voorlezen. - je stelt 2 discussievragen en/of stellingen aan de groep waar we over kunnen discussiëren. 3. Nadat je alles hebt verteld, mogen andere kinderen vragen stellen of zelf iets vertellen. Tips - kies een onderwerp wat je zelf interessant vindt. - zorg voor 2 goede discussievragen. Dus waar kinderen verschillende meningen over kunnen hebben. - kijk goed de kring rond tijdens het vertellen en praat duidelijk. - staan er moeilijke woorden in het artikel? Zorg dan dat je weet wat deze woorden betekenen en leg ze uit aan de andere kinderen.
Tips voor een spreekbeurt Een spreekbeurt is eigenlijk een werkstuk alleen dan mondeling. Je vertelt over jouw onderwerp. Bereid je dus goed voor! Het is leuk om er bijvoorbeeld een PowerPoint presentatie of Prezi bij te maken. Dit is gemakkelijk want daar kun je steekwoorden in typen, zodat je niks vergeet. Typ hier dus geen lange stukken tekst, want dan leest iedereen wat er staat i.p.v. dat ze luisteren naar jouw verhaal. Het is goed om nog dingen te laten zien over jouw onderwerp. Dus neem gerust materialen mee die jouw verhaal aanvullen. Je mag tijdens je spreekbeurt een spiekbriefje gebruiken. Op dit blad staan de kernwoorden, de belangrijkste woorden van je spreekbeurt. Hierop schrijf je ook op welk moment je iets laat zien. Zorg dat je thuis voldoende oefent, probeer niet alles van een briefje op te lezen, het is immers een spreekbeurt en geen leesbeurt. Moet je moeilijke woorden gebruiken, zorg er dan voor dat je weet wat deze betekenen en leg ze uit, of probeer er makkelijkere woorden voor te gebruiken. Je moet ook 3 vragen maken voor na je spreekbeurt. Daar moet één meningvraag bij zitten. Maak geen vragen waarop de kinderen JA of Nee moeten beantwoorden. Zorg ervoor dat je spreekbeurt met de vragen samen ongeveer 10 minuten duurt. Zie je het helemaal zitten nu? Gebruik de tips en dan wordt je spreekbeurt vast en zeker een echt meesterstuk! Blijf rustig en begin op tijd. Dan komt het vast wel goed! Succes!
Wat doet je wel tijdens je spreekbeurt? Kleur de bolletjes groen. Wat doet je beter niet? Kleur de bolletjes rood.
Hoe maak ik een werkstuk? 1. Je kiest je onderwerp Neem een onderwerp waar je zelf meer over wilt weten. Je moet tijdens het maken van een werkstuk nieuwe dingen ontdekken die je nog niet wist. Als je een onderwerp hebt, overleg even met de meester of juf of het goed is. Als je geen goed onderwerp kunt bedenken kom dan ook even langs om te overleggen. 2. Bedenk minstens 3 studievragen Je moet vooraf al een idee hebben van wat je wilt gaan ontdekken. Dat moet niet zo moeilijk zijn, want daar heb je al over nagedacht toen je het onderwerp bedacht. Noteer minstens 3 studievragen in de inleiding en geef ook aan waar je deze studievragen hebt gekozen. 3. Hoofdstukken Voor je begint met informatie zoeken bedenk je zelf al in welke hoofdstukken je het werkstuk gaat verdelen. Dat zijn er minstens 5 (inleiding en slot tellen niet mee). Meer mag uiteraard ook. De bedoeling is dat je nu nog beter weet naar welke informatie je moet gaan zoeken. Als je dit ook af hebt ga je met de studievragen en de indeling van de hoofdstukken nog even langs de meester of juf zodat je weet dat je goed begonnen bent. 4. Informatie verzamelen Natuurlijk kun je veel op internet vinden, en de bieb staat ook vol met interessante boeken. Maar de leukste en beste manier is om de informatie bij de bron te zoeken. Maak je een werkstuk over een dierenasiel, ga met de verzorgers praten. Heb je Greenpeace als onderwerp, schrijf ze een mail en vraag om informatie. Doe je het over een land, mail de ambassade en vraag om info voor je werkstuk. Je zult verbaasd zijn wat je allemaal krijgt.
5. Nu gaan we echt schrijven Nu ga je je werkstuk schrijven. Je begint met je inleiding. Je vertelt waarom je dit onderwerp hebt gekozen, wat je studievragen zijn en hoe je denkt aan informatie te komen. Dan begin je met de tekst. Zorg er voor dat je nooit zomaar stukken kopieert van internet of overtypt uit een boek, dan is je werkstuk niet goed en moet je misschien wel stukken overdoen. Vertel het verhaal in je eigen woorden, net alsof het een spreekbeurt is. Als het kan kun je ook iets over jezelf in je werkstuk zetten of ergens jouw eigen mening over geven. Het is belangrijk dat iedereen kan zien dat het echt een werkstuk van jou is. 6. Bronvermelding Schrijf duidelijk op waar je al je informatie vandaan hebt. Dus niet van internet of van google, maar noem de websites, de boeken (titel, auteur, uitgever) en (als het kan) de personen waar je al je nieuwe kennis van hebt gekregen. 7. Werkstuk mooi maken Uiteraard komen er plaatjes in. Kies plaatjes uit die natuurlijk mooi zijn, maar die ook iets extra s vertellen. Als je je werkstuk over hockey doet kun je veel beter met een plaatje uitleggen hoe groot het veld is. Je kiest dus ook plaatjes die iets extra s vertellen. 8. De voorkant Nu kunnen ook de creatievelingen wat extra s doen!! Print niet gewoon een plaatje uit en dan jouw naam eronder, dat is zo saai. Maak iets creatiefs, een plakwerk, een supertekening, laat zien hoe creatief je bent. Op de kaft noteer je in ieder geval het onderwerp en jouw naam. 9. Afmaken Nu schrijf je nog als laatste het slot. Hiervoor lees je eerst je inleiding nog eens door en je geeft commentaar. Had je goede studievragen gekozen (en je geeft er natuurlijk antwoord op)? Kon je informatie vinden waar je dacht dat het was? Was het leuk om aan te werken? Heb je nog onverwachte ontdekkingen gedaan? Ga je de volgende keer iets op een andere manier doen? Enz. enz. Inleveren van de werkstukken: 11 november en 6 april. TIP: Begin vroeg, een goed werkstuk maken kost best veel tijd.