Eindverslag. Project Student in Beeld



Vergelijkbare documenten
Monitoring Student in Beeld

Jaarverslag Leerlingzaken

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Protocol. Schoolverzuim 18+ ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie

BELACTIE VERLOREN ZONEN EN DOCHTERS

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Inhoudsopgave verzuimkaart Clusius College mbo

Jaarplan Leerplicht. Schooljaar Gemeente Velsen

Jaarverslag leerplicht Schooljaar

PROTOCOL MELDING EN REGISTRATIE VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS REGIO ZUID-HOLLAND ZUID

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Landelijke doelstelling

Relatief. Gouda Overige gemeenten (incl.verhuizing) Totaal leerplicht

Format eindrapportage Jeugdactieplan Zaanstreek Waterland

VERZUIMPROTOCOL 16 tot 23 jarigen maart 2013

Onderzoek naar RMC+project. L. Doorn-van de Wetering, Msc. E.C. Biemolt-Engels R.F.C. Broeders

Jaarverslag Leerplicht Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant

MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek. Opleiding Helpende zorg en welzijn

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b?

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends

Iedereen naar school..

VERZUIM- EN MELDPROTOCOL V(S)O en MBO REGIO 38

Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 - Wet- en regelgeving Hoofdstuk 3 - Gevolgen ongeoorloofd verzuim Hoofdstuk 4 - Preventie

RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud Resultaten enquête... 3

Achtergrondinformatie formatiemeter 2014

PROTOCOL VOOR HET VERZUIMSPREEKUUR

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

Regiomonitor Utrecht Voortijdig schoolverlaten

Beantwoording vragen rondom in- en uitschrijving in het voortgezet onderwijs

RMC Noord-Kennemerland. Presentatie PORA 6 januari 2016

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar

Verzuimbeleid Verzuimbeleid. Status Vastgesteld MT 20 juni 2018

Nadere uitwerking definitieve Vsv Cijfers voor regio 36b

Sturen op cijfers Iedereen een Startkwalificatie, tenzij

Deel 1: De uitvoering van de Kwalificatieplicht en RMC in de regio Vallei

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D17 (PA 4 september 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Verzuimbeleid Verzuimbeleid. Status Vastgesteld CD d.d. 16 september 2016 Verlengd MT d.d. 24 mei 2017

Denk alvast over de volgende vraag na:

Leerplicht in Baarn. Jaarverslag

Raadsinformatiebrief Nr. :

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Jan Wibier secretaris-directeur

Leerplicht in Baarn. Jaarverslag en

Kennen en gekend zijn

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

8 Samenvatting en conclusies

Monitor Trajectbureau: Tweede meting

Leerplichtbeleid gemeente Tynaarlo Administratie van scholen en gemeente Leerplicht; verzuimmelding, vrijstelling

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Samenleving BOW/ RIS december Evaluatie Haagse vsv-maatregelen

VSV-monitor Nijmegen:

Schooljaar In regio op het gebied. In Hillegom is bij geen. Geconstateerd. weken verzuimt. om verschillendee.

Noteer alvast in de agenda 4 juni van tot uur 2 e thematische bijeenkomst in het CAFE VSV

De pilot Duaanpak op het Albeda College. Fred Reelick

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VSV Analyse RMC regio Zuid-Holland Noord Voorlopige cijfers

Verzuim leerplichtige en kwalificatieplichtige studenten

Regionaal Bureau Leerplicht Jaarverslag schooljaar 2016/2017

Verzuimbeleid Jorismavo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VERLOF. Eerste onderzoek. De Brug DEFINITIEF

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. Datum: Besluitvormend DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad

RMC jaarverslag

Monitoring Utrechtse School: Tweede meting

Verzuim- en. meldprotocol jaar in VO en MBO Noorden Midden-Limburg (regio 38)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Albeda College te Rotterdam

RMC. RMC Subregio Vallei Ede Renswoude Rhenen Scherpenzeel Veenendaal - Wageningen

MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Tweede heronderzoek. ROC ID College te Zoetermeer

Jaarverslag leerplicht gemeente Rijswijk. Schooljaar

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mw. M. Bussemaker Dhr. S. Dekker Postbus BJ 'S-GRAVENHAGE (070) BAOZW/U

samen werken aan een verzuimagenda 18+

Oplegvel. 1. Onderwerp Jaarverslag Regionaal Bureau Leerplicht 2. Rol van het

KWALITEITSONDERZOEK MBO MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV. Koning Willem I College te 's-hertogenbosch

Ziekteverzuimbegeleiding De interventie (Medische Advisering Ziek gemelde Leerling)

Curriculum Vitae. Personalia. Profiel. Werkervaring. Gemeente RMC regio rivierlanden. Voornaam: Irma Geboortedatum: 26 april 1959

EEN PREVENTIEPROJECT APRIL

Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) regio West-Kennemerland

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Een gezond leven in een gezond ROC. ZAT structuur MBO Rotterdam

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

REGIONALE VERZUIMKAART twente

Regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie

MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek. SiNTLUCAS te Eindhoven Gaming artist

VSV CIJFERS: Wat is waarheid en hoe maak je onderscheid?

REKENKAMERONDERZOEK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS

Bijlage 1 Definities en cijfers schoolverzuim op grond van de Leerplichtwet 1969

Informatie over leerplicht. Verzuimwijzer. Leerplicht gemeente Overbetuwe

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: ZonMw,

Gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

MBO-instellingen en gemeenten

Verzuim- en. meldprotocol. voor jongeren van jaar voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in Noord en Midden-Limburg (regio 38)

~"t'~ Emmen. ~~ Gemeente IIII~ I~II~II~IIIIIII~II~ 1I11~1"1. De Raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN

PLAN VAN AANPAK SUBSIDIE REGIONAAL PROGRAMMA

PLAN VAN AANPAK SUBSIDIE REGIONAAL PROGRAMMA

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Wat is schoolverzuim? Volgens de Leerplichtwet van 1969 wordt onderscheid gemaakt in geoorloofd en ongeoorloofd schoolverzuim:

Transcriptie:

De afgelopen jaren is zichtbaar geworden dat er een grote groep jongeren de opleiding verlaat zonder startkwalificatie. De gemeente Utrecht heeft van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de opdracht aangenomen om het cijfer van voortijdige schoolverlaters in de leeftijd van 18 en 19 jaar op het mbo te verlagen. Om te kunnen voldoen aan deze doelstelling is het project Student in Beeld opgericht. Eindverslag Project Student in Beeld Sophie van Wees Lucca Visser Khalid Elbaz Myrthe Disselhorst 3-7-2015 1

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Blz. 3 1.1 Focusopleidingen Blz. 3 1.2 Onderzoek naar VSV Blz. 4 1.3 Opdracht, doelen en cijfers Blz. 4 1.4 Leeswijzer Blz. 5 Hoofdstuk 2 Opzet project Blz. 6 2.1 Wie hebben aan het project deelgenomen? Blz. 6 2.2 Uitvoering project Blz. 7 Hoofdstuk 3 Resultaten Blz. 12 3.1 Resultaten enquête docenten mbo en RMC-medewerkers Blz. 12 3.2 Resultaten gesprekken en interviews signalen en knelpunten Blz. 13 3.3 Verantwoording instrumenten Blz. 15 3.4 Onderzoek verzuimmeldingen en uitschrijvingen Blz. 16 Hoofdstuk 4 Samenvattende conclusies Blz. 23 Hoofdstuk 5 Aanbevelingen Blz. 25 Hoofdstuk 6 Discussie Blz. 28 Inhoudsopgave bijlagen Bijlage 1 Resultaten per opleiding Blz. 2 1.1 ROC Midden Nederland Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent Blz. 3 1.2 ROC Midden Nederland Helpende Zorg en Welzijn Blz. 7 1.3 ROC Midden Nederland Koksopleiding Blz. 12 1.4 ROC Midden Nederland Medewerker Bediening/bar-café Blz. 16 1.5 MBO Utrecht Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent Blz. 20 1.6 MBO Utrecht Handel niveau 2 Verkoopmedewerker Blz. 25 1.7 MBO Utrecht Handel niveau 3 Verkoopspecialist Blz. 31 1.8 MBO Utrecht financiële beroepen, niveau 3 en 4 Blz. 34 Bijlage 2 Instrumenten 2.1 Zorg in Beeld ROC Midden Nederland Blz. 38 2.2 Zorg in Beeld MBO Utrecht Blz. 39 2.3 Stroomschema ROC Midden Nederland Blz. 40 2.4 Stroomschema MBO Utrecht Blz. 41 2.5 Sociale Kaart Blz. 42 2.6 Informatie over leerplicht/rmc voor studenten Blz. 54 2

Hoofdstuk 1 Inleiding De afgelopen jaren is zichtbaar geworden dat een grote groep jongeren de opleiding verlaat zonder startkwalificatie (diploma op mbo niveau 2, 3, 4 of havo/vwo). In het schooljaar 2014-2015 heeft de gemeente Utrecht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de opdracht aangenomen om het cijfer van voortijdige schoolverlaters (hierna te noemen VSV-ers) in de leeftijd van 18 en 19 jaar op het mbo te verlagen. Om te kunnen voldoen aan deze doelstelling is het project Student in Beeld opgericht. Het project is uitgevoerd door de gemeente Utrecht in samenwerking met ROC Midden Nederland en MBO Utrecht. Het heeft plaatsgevonden op 9 focusopleidingen van deze mbo instellingen. 1.1 Focusopleidingen Er is een kwantitatieve analyse gemaakt van de 18- en 19-jarige schoolverlaters in het mbo in schooljaar 2012-2013. De grootste groep uitvallers in RMC regio Utrecht zijn de jongeren in de leeftijd van 18 en 19 jaar. 6,1% van alle 18-jarige (452 leerlingen) en 6,8% van de 19-jarige (309 leerlingen) mbo-deelnemers vielen uit in het schooljaar 2012-2013. Naar aanleiding van de analyse en overleg met het mbo is ervoor gekozen om een aantal opleidingen met de hoogste VSV-cijfers binnen de doelgroep te benoemen tot focusopleidingen. Hieronder is een overzicht te zien van de deelnemende opleidingen en de VSV-cijfers. MBO instelling Opleiding VSV 18 en 19 jaar VSV in % MBO Utrecht Financiële beroepen 9 17% MBO Utrecht Verkoper 9 25% detailhandel MBO Utrecht AKA 16 67% ROC MN Kok 10 15% ROC MN Horeca Assistent 13 45% ROC MN Helpende Zorg en 18 11% Welzijn ROC MN AKA 8 25% 3

Naast de focusopleidingen zijn er ook twee schaduwopleidingen benoemd; de opleiding commercieel medewerker van MBO Utrecht en Facilitaire dienstverlening van ROC MN. Het project heeft zich niet actief gericht op deze opleidingen. Wel zijn er metingen uitgevoerd. Er is op deze manier gemeten of er verschil van het aantal verzuimmeldingen en het aantal uitvallers zichtbaar is tussen de opleidingen waar het project wel heeft gedraaid en waar het project niet heeft gedraaid. Het project is uitgevoerd binnen de gemeente door twee afdelingen. De afdeling onderwijs heeft metingen uitgevoerd. Een viertal medewerkers van afdeling leerlingzaken, team RMC, zijn verantwoordelijk geweest voor het uitvoerende deel op de mbo instellingen. Studenten in de leeftijd van 18 en 19 jaar vallen onder het MBO/RMC team van de gemeente Utrecht zodra ze in aanraking komen met de gemeente, afdeling leerlingzaken. RMC staat voor Regionale Meld- en coördinatiefunctie. 1.2 Onderzoek naar VSV Uit een onderzoek 1 van Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (hierna te noemen als KBA) in RMC regio Utrecht blijkt dat ruim 50% van de huidige voortijdig schoolverlaters (16-23 jaar) in het mbo binnen de RMC regio Utrecht niet zijn bereikt middels de preventieve instrumenten ter voorkoming van schooluitval. Er is bij deze groep studenten geen verzuim gemeld, en ze zijn niet bij de tweede lijn (studieloopbaancentrum, trajectbureau of zorgpartner) aangekomen. Uit onderzoek 2 van het expertisecentrum beroepsonderwijs (hierna te noemen als ECBO) komt naar voren dat vooral docenten in het mbo veel signalen voor dreigende uitval opvangen, met name tijdens informele contacten met studenten. De sleutel voor het signaleren van dreigende schooluitval ligt bij docenten en loopbaanbegeleiders binnen het mbo. Zij hebben immers dagelijks contact met de deelnemers. 1.3 Opdracht, doelen en cijfers Voor het project Student in Beeld is een opdracht geformuleerd vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Om deze opdracht te behalen zijn drie doelen geformuleerd, met daarbij te behalen cijfers. 1 KBA Nijmegen Regiomonitor VSV Utrecht (Ton Eimers, Rita Kennis, Erik Keppels, juni 2014) 2 Vroegtijdig signaleren van onderwijsuitval, Inzichten van en voor de praktijk (Barbara van Wijk en Carlos van Kan, december 2013) 4

De opdracht van het project Het terugdringen van de schooluitval van jongeren van 18 jaar en 19 jaar in het mbo. Doelen 1. De (dreigende) uitval van studenten eerder en beter in beeld krijgen, waardoor tijdig de juiste acties, zoals doorverwijzen naar tweedelijnszorg, kan worden ingezet. 2. Het opzetten van een intensievere, gestructureerde samenwerking tussen mbo en RMC om beter zicht te krijgen op het verzuim dat daadwerkelijk leidt tot uitval. 3. Het ontwikkelen en opleveren van een instrument om uitval eerder en beter in beeld te krijgen. Cijfers Om de opdracht te laten slagen moeten de volgende cijfers worden behaald: In het schooljaar 2014-2015 is de uitval onder de 18-jarigen (452 leerlingen) verlaagd van 6,1% (28 leerlingen) naar 5,5% (25 leerlingen). De uitval onder 19-jarigen (309 leerlingen) is verlaagd van 6,8% (21 leerlingen) naar 6% (19 leerlingen). 1.4 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de opzet van het project. Er wordt beschreven welke partijen er zijn betrokken, welke methoden en instrumenten zijn gebruikt en er wordt een korte analyse gemaakt van de uitgevoerde taken. Hoofdstuk 3 is gewijd aan de resultaten van het project. Deze resultaten zijn opgedeeld in vier paragrafen. De eerste twee paragrafen bevatten kwalitatieve resultaten, zoals de uitkomsten van de afgenomen enquêtes en een samenvattend overzicht van de verzamelde kwalitatieve gegevens. De derde paragraaf bestaat uit een verantwoording van de ontwikkelde instrumenten. In paragraaf 4 is de terugkoppeling van de kwantitatieve gegevens weergegeven, namelijk de metingen van het aantal uitschrijvingen en verzuimmeldingen van de studenten. In hoofdstuk 4, 5 en 6 worden de samenvattende conclusies, aanbevelingen en de discussie gepresenteerd. De ontwikkelde instrumenten en een compleet overzicht van de kwalitatieve gegevens zijn opgenomen in de bijlagen. 5

Hoofdstuk 2 Opzet project In dit hoofdstuk wordt verder in gegaan op wie aan het project hebben deelgenomen en hoe het project is uitgevoerd. 2.1 Deelnemers project Verschillende partijen waren betrokken bij het project. Dit waren de opdrachtgever, de projectgroep, de werkgroep Leerlingzaken, een kwaliteitsmedewerker en een communicatiemedewerker. Deze partijen hadden de volgende rollen in het project: - Opdrachtgever Slaus van Dam, manager Leerlingzaken van de Gemeente Utrecht, is de opdrachtgever van het project. De projectleider van Student in Beeld legde verantwoording af over de voortgang van het project aan de opdrachtgever. De opdrachtgever gaf dit door aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. - Projectgroep De projectgroep richtte zich op de inhoudelijke voortgang van het project. De projectgroep bestond naast vertegenwoordigers vanuit ROC MN en MBO Utrecht, ook uit een aantal medewerkers van de gemeente Utrecht; een beleidsmedewerker van de afdeling onderwijs en de teamleider van afdeling Leerlingzaken en de projectleider. De projectgroep verzamelde signalen vanuit ieders partij en waar nodig werd het project aangepast of bijgestuurd. - Werkgroep leerlingzaken De werkgroep leerlingzaken bestond uit drie projectmedewerkers en de projectleider, allen werkzaam bij de gemeente Utrecht. De werkgroep was verantwoordelijk voor de uitvoering van het projectplan op de mbo-instellingen en in de (regio)gemeente(n). Ieder lid van de werkgroep was gekoppeld aan één of meerdere opleidingen uit het project en droeg verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het project op die betreffende opleidingen. Daarnaast was het de taak van de werkgroep signalen en knelpunten te verzamelen vanuit de verschillende lagen van de opleidingen, zoals de opleidingsmanagers, de medewerkers uit de tweede lijn en de docenten. - Kwaliteitsmedewerker De kwaliteitsmedewerker die betrokken was bij het project was Carlos van Kan, die werkzaam is bij het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO). Hem is gevraagd om vanuit zijn expertise kritische en objectieve feedback te geven op het project en de projectgroep te adviseren over de ontwikkelde aanpak en maatregelen. Carlos van Kan heeft ondersteund in de ontwikkeling van de producten. Daarnaast heeft hij tijdens de eerste gezamenlijke (pizza)bijeenkomst van het project een workshop gegeven over vroegsignalering door docenten. 6

- Communicatiemedewerker De communicatiemedewerker, Joni Prescher, heeft de communicatie over het project richting de (regio)gemeente(n) op zich genomen. Daarnaast heeft zij bijgedragen in de opmaak en ontwikkeling van de uiteindelijke producten. Figuur 1. Organogram deelnemers project Kerngroep VSV / Opdrachtgever Communicatie medewerker Projectgroep Kwaliteits medewerker Werkgroep Leerlingzaken 2.2 Uitvoering project De uitvoering van het project vond voornamelijk plaats op de scholen. De leden van de werkgroep hadden ieder eigen locaties met hun focusopleidingen. Zij waren twee of drie dagen per week aanwezig op school om de samenwerking tussen de focusopleidingen, de zorgstructuur binnen het mbo en het RMC te intensiveren. 2.2.1 Methoden voor data verzameling In het project zijn verschillende methoden gebruikt om de benodigde informatie over verschillende vraagstellingen te verzamelen en de doelstellingen te bereiken. 7

Methoden Doelgroep Gericht op Beantwoording doelstelling Enquête Docenten en RMCmedewerkers Redenen van uitval van studenten, interne en externe zorgstructuur en de samenwerking tussen mbo en RMC. Doel 1 en 2: Inzicht krijgen in ervaringen van docenten en RMCmedewerkers over die onderwerpen, om startpunt te bepalen. Interviews Opleidingsmanagers, professionals uit de zorgstructuur, docenten en RMCmedewerkers Bestaande werkprocessen binnen het mbo, de mate van tevredenheid over interne en externe zorgstructuren en de Doel 1, 2 en 3: Zicht krijgen op de huidige praktijk, door signalen (knelpunten en good practice) op samenwerking tussen mbo te halen en dieper in en RMC. te gaan op de enquêteresultaten. Ook zijn behoeftes van professionals op het mbo in kaart gebracht. Gesprekken met studenten Studentenraden, interviews met studenten en verzuimgesprekken Verzuim en (dreigende) uitval van studenten. Doel 1 en 3: Zicht krijgen op de visie van studenten op het verzuimbeleid en de preventieve hulpmiddelen om verzuim tegen te gaan. Analyse Werkgroep Verzuimmeldingen van 18- Doel 2 en 3: verzuimmeldingen leerlingzaken en 19-jarigen Zicht krijgen op hoe het verzuimbeleid van het mbo en werkprocessen binnen RMC in de praktijk worden uitgevoerd en 8

tot welke resultaten dat leidt. Analyse Mbo Werkprocessen binnen het Doel 3: werkprocessen en mbo, zoals het Werkprocessen in beleid verzuimprotocol, de kaart brengen en op zorgstructuur, het een overzichtelijke uitschrijven van studenten manier in een en de schorsings- en stroomschema verwijderingsprocedure. verwerken. Analyse van KBA Ton Eimers en Rita Onderzoek naar mate van Doel 1 en 2: Nijmegen Kennis, KBA verzuim en redenen van Analyseren wat voor Nijmegen uitval op basis van soort verzuim gegevens uit DUO en via daadwerkelijk leidt tot dossieronderzoek van alle uitval en welk effect studenten woonachtig in de het project Student in gemeente Utrecht. Beeld heeft op de focusopleidingen. 2.2.2 Uitwerking methoden In de eerste fase van het project is een enquête onder de docenten en RMCmedewerkers afgenomen. In deze enquête is gevraagd naar wat zij beschouwen als de belangrijkste redenen van uitval bij studenten. Ook is er gevraagd wie ze binnen en buiten school inschakelen als er sprake is van (dreigende) uitval bij studenten en in hoeverre ze tevreden zijn met de zorgstructuren binnen en buiten school. Tot slot is ingegaan op de tevredenheid over de samenwerking tussen het mbo en RMC. In totaal hebben 26 docenten en 11 RMC-medewerkers de enquête ingevuld. De leden van de werkgroep hebben naar aanleiding van de uitkomsten van de enquêtes met verschillende disciplines binnen het mbo diepte-interviews gehouden. Er is verder ingegaan op de signalen (good practices en knelpunten) omtrent verzuim en (dreigende) uitval van studenten binnen het mbo. De behoeften rondom dit probleem zijn in kaart gebracht. Over deze thema s is uitgebreid gesproken met de vijf opleidingsmanagers van de negen focusopleidingen en 17 professionals uit de zorgstructuur. Tevens is met de SLB ers en docenten dieper in gegaan op de ingevulde enquêtes. Ook studenten en studentenraden zijn bevraagd over deze onderwerpen. De RMC-medewerkers uit het project hebben ook deelgenomen aan de teambesprekingen en zijn aangesloten bij studentbesprekingen. Daarnaast is ingezoomd op de ondersteunende werkprocessen ten behoeve van vroegsignalering binnen het mbo. Er is onder andere gekeken naar het verzuimprotocol, de zorgstructuur, het uitschrijven van studenten en de schorsings- en 9

verwijderingsprocedure. De leden van de werkgroep konden met hun kennis van de problematiek rond verzuim, schooluitval en het brede netwerk van partners in de ondersteuning van risicojongeren, signalen van docenten en jongeren actief ophalen en verbinden. Het doel hiervan is het vroeg signaleren van studenten die dreigen uit te vallen, zodat op tijd actie ondernomen kan worden en de kans vergroot wordt dat de student zijn schoolloopbaan kan voortzetten. Naast de interviews en het ophalen van de signalen en knelpunten is er ook gesproken met studenten. De focusopleidingen hebben het volgende aantal studenten: MBO Utrecht ROC Midden Nederland Regio 227 262 489 Gemeente 138 122 260 365 384 Totaal Tabel 1. Aantal studenten van de focusopleidingen van MBO Utrecht en ROC Midden Nederland Er is voornamelijk met studenten gesproken tijdens de verzuimgesprekken, maar ook tijdens voorlichtingen in de klas en tijdens de bijeenkomsten van de studentenraad. De verzuimmeldingen van de studenten van 18 en 19 jaar zijn behandeld door de leden van de werkgroep. In totaal zijn er van 151 studenten uit de focusopleidingen één of meerdere verzuimmeldingen gedaan. Iedere melding is in behandeling genomen door de werkgroep leden. Aan de hand van sommige meldingen heeft er een huisbezoek of een gesprek plaatsgevonden op school met de student, de SLB er en eventueel de ouders. Andere meldingen zijn afgedaan met een schriftelijk waarschuwing. Tot slot heeft het onderzoeksbureau KBA Nijmegen, in opdracht van Student in Beeld, onderzoek 3 gedaan binnen de focusopleidingen van het project. In het onderzoek zijn de jongeren die geboren zijn tussen 1 december 1994 en 31 juli 1997, oftewel de 18- en 19-jarige studenten, uit de opleidingen in het project Student in Beeld in de eerste negen maanden van het schooljaar 2014-2015 gevolgd in hun schoolloopbaan. Er is gekeken naar de mate van verzuim (tussen september 2014 en april 2015), naar uitval, problematieken van studenten en voortijdig schoolverlaten (tot 1 februari 2015). Voor het bepalen van uitval zijn brongegevens van DUO gebruikt. 2.2.3 Analyse Met de resultaten uit de enquête en de eerste interviews met betrokkenen is een algemeen beeld omtrent het onderwerp uitval ontstaan vanuit de docenten en RMC- 3 KBA Nijmegen Monitoring Student in Beeld (Rita Kennis, juni 2015) 10

medewerkers. Dit algemene beeld is voorgelegd aan de projectgroep en aan de medewerkers van de focusopleidingen tijdens de zogeheten pizzabijeenkomst. Deze bijeenkomst is halverwege het project georganiseerd om alle betrokkenen op de hoogte te stellen van de signalen die tot dus ver waren opgehaald, onze werkwijzen en de stappen die de maanden daarop zouden volgen. Gedurende het project zijn alle signalen en knelpunten die naar voren zijn gekomen in de interviews bijgehouden in één document per focusopleiding. De belangrijkste signalen zijn maandelijks besproken met de projectgroep. Deze signalen en knelpunten van alle opleidingen zijn naast elkaar gelegd en vergeleken. Hieruit bleek dat er overeenkomsten tussen de signalen van de verschillende opleidingen waren. Er zijn vijf gemeenschappelijke thema s uit naar voren gekomen. Op basis van deze vijf thema s zijn de resultaten per opleiding uitgeschreven (zie bijlagen). Dit is voorgelegd aan de betrokkenen (de opleidingsmanagers, tweede lijn, docenten en de leden van de projectgroep). Vervolgens zijn deze resultaten vergeleken en zijn overeenkomsten uitgeschreven. Hieruit is het aandachtspuntendocument ontstaan. Dit document is terug te vinden in het hoofdstuk resultaten. 11

Hoofdstuk 3 Resultaten Om te voldoen aan de drie doelstellingen en de te behalen cijfers, heeft het project Student in Beeld op verschillende manieren informatie ingewonnen over het onderwerp (dreigende) uitval van studenten op het mbo. De resultaten hiervan zijn in dit hoofdstuk te lezen en zijn opgedeeld in vier paragrafen. 1. Voor het behalen van doel één (de (dreigende) uitval van studenten eerder en beter in beeld krijgen, waardoor er tijdig de juiste acties, zoals doorverwijzen naar tweedelijnszorg, kan worden ingezet) en doel twee (beter zicht krijgen op het verzuim dat leidt tot uitval), is ten eerste een enquête onder docenten van de focusopleidingen en RMC-medewerkers uitgezet. 2. Vervolgens zijn aan de hand van deze resultaten gesprekken gevoerd met docenten. Daarnaast zijn interviews gehouden met de opleidingsmanagers en tweedelijnszorg binnen de opleidingen over de signalen en knelpunten omtrent (dreigende) uitval van studenten. Per opleiding zijn resultaten hiervan uitgewerkt (opgenomen in de bijlagen), om vervolgens algemene aandachtspunten te kunnen beschrijven. 3. Aan de hand van die resultaten is aan de slag gegaan met doel drie: het ontwikkelen van instrumenten, om uitval eerder en beter in beeld te krijgen, waar andere opleidingen ook gebruik van kunnen maken. 4. Tot slot zijn metingen van verzuimmeldingen en uitschrijvingen gedaan, om de cijfers van de opdracht in kaart te brengen. 3.1 Resultaten enquête docenten mbo en RMC-medewerkers In de eerste fase van het project is er een enquête afgenomen onder de docenten van de focusopleidingen en de RMC-medewerkers. Er is gekozen om een enquête te gebruiken om onder andere zicht te krijgen op de beleving van de betrokkenen op een aantal onderwerpen. Denk hierbij aan de mate waarop men tevreden is over de samenwerking tussen mbo en RMC, maar ook wat de belangrijkste redenen van uitval kunnen zijn. Een van de doelen is om, door een intensievere samenwerking tussen mbo en RMC, beter zicht te krijgen op het verzuim dat daadwerkelijk leidt tot uitval. Door de RMC-medewerkers werden een verkeerde studiekeuze, de kwaliteit van onderwijs en persoonlijke problematiek het meest genoemd als belangrijkste redenen van uitval van studenten. Bij alle mbo-scholen werd persoonlijke problematiek het meest genoemd als belangrijkste reden van uitval. Onder persoonlijke problematiek worden problemen in de thuissituatie, financiële problemen en psychische problemen verstaan. Daarna volgden een verkeerde studiekeuze en motivatie. Opvallend is dat elf docenten van horeca opleidingen (koksopleiding en gastheer/gastvrouw) vermoeden dat een ander 12

verwachtingspatroon van de opleiding een belangrijke reden van uitval is. Op het mbo wordt door de docenten het meest het SLC/SDV ingeschakeld op het moment dat er sprake is van (dreigende) uitval bij studenten (25 keer). Daarna wordt de aandachtsfunctionaris zorg/taakdocent zorg het meest genoemd (18 keer). Verder worden leerplicht/rmc, de schoolarts, SMW, medecollega s, de studieloopbaanbegeleider en de teammanager ingeschakeld. De RMC-medewerkers schakelen binnen school het meest de loopbaanbegeleider in. Vervolgens werden het SMW, de opleidingsmanagers en het SLC/SDV genoemd. Om zicht te krijgen op de tevredenheid rondom de onderwerpen zorgstructuur en samenwerking mbo en RMC, konden er vragen beantwoord worden in een schaalvraag die liep van niet tevreden naar neutraal en uiteindelijk tevreden. De vragen konden gescoord worden naar eigen beleving. De tevredenheid van de RMC medewerkers over de zorgstructuur binnen school varieert van niet tevreden tot tevreden. De docenten van ROC MN zijn neutraal tot heel tevreden over de zorgstructuur binnen school, waarbij de meeste docenten tevreden zijn over de zorgstructuur. Op MBO Utrecht varieert de tevredenheid van niet tevreden tot tevreden. Het grootste deel geeft aan tevreden te zijn. Wanneer er sprake is van (dreigende) uitval schakelen de docenten van het MBO buiten school voornamelijk leerplicht/rmc in (24 keer). Vervolgens werden ouders het meest genoemd (22 keer). De RMC-medewerkers noemen het Buurtteam het vaakst (acht keer), met vervolgens Jes030, JOU Jongerenwerk, Young Ambition en ouders. Op de vraag hoe tevreden de docenten op het mbo en de RMC-medewerkers zijn met de zorgstructuur buiten school, antwoordden de meeste respondenten dat ze hier neutraal over zijn. Een enkele docent van het mbo is niet geheel tevreden of juist wel tevreden. Zowel de docenten binnen het mbo als de RMC-medewerkers zijn neutraal tot tevreden over de samenwerking tussen mbo en RMC. Als opmerking werd door meerdere docenten genoemd dat er echter wel grote verschillen zijn in werkwijzen tussen Utrecht en omliggende gemeenten. De meningen over het aanbod van RMC verschillen. Negen docenten geven aan neutraal te zijn over het aanbod van RMC. Zeven docenten vinden het aanbod van RMC niet toereikend genoeg en zes docenten zijn tevreden over het aanbod van RMC. 3.2 Resultaten gesprekken en interviews signalen en knelpunten Per opleiding zijn resultaten van de gesprekken en interviews uitgewerkt. Deze verslagen per opleiding zijn opgenomen in de bijlagen. Een aantal verslagen zullen qua inhoud grotendeels overeen komen. De oorzaak hiervan is dat sommige docenten op meerdere opleidingen les geven en dat de tweedelijnszorg zich richt op de gehele locatie. Na analyse van alle opgehaalde signalen en knelpunten vanuit de verschillende opleidingen, bleken er ook vele overeenkomsten tussen de verschillende locaties te zijn. Deze 13

overeenkomsten waren onder te verdelen in vijf onderwerpen: student, docent, ouders, zorgstructuur en samenwerking mbo en RMC. Het blijkt dat men veelal tegen dezelfde knelpunten aan loopt en dat signalen overeenkomen. Daarvanuit zijn per onderwerp algemene aandachtspunten beschreven. Aandachtspunten S T U D E N T Het aantal studenten waarbij sprake is van (multi)problematiek neemt toe, dit vraagt meer individuele aandacht voor studenten en doet een appèl op de kennis, kunde en begeleidingstijd van docenten. Elke opleiding heeft te maken met de zogenoemde niet-willers. Deze studenten zitten op school omdat ze moeten, terwijl ze bijvoorbeeld liever zouden willen werken. De groepsdynamica in een klas blijkt een terugkerend onderwerp, er zijn klassen waarin studenten elkaar positief beïnvloeden en klassen waarin studenten elkaar juist negatief beïnvloeden. Naast ongeoorloofd verzuim kan geoorloofd verzuim tevens gevolgen hebben voor de schoolloopbaan. Beleid op geoorloofd verzuim is nodig om deze studenten in beeld te houden. D O C E N T Aandachtspunten Docenten ervaren een toenemende werkdruk en taakbelasting. Daarnaast is er tussen docenten een verschil in betrokkenheid en tijd die men in begeleiding van studenten steekt. Studenten geven aan dat persoonlijke aandacht van de loopbaanbegeleider essentieel is bij de vroege signalering van mogelijke problemen. Acties worden regelmatig pas uitgezet zodra er al sprake is van dreigende uitval. Het is niet altijd bekend welke taken en verantwoordelijkheden onder de functie van studieloopbaanbegeleider valt. Denk hierbij aan het doorverwijzen naar zorg of het monitoren van een traject. O U D E R S Aandachtspunten Er heerst onduidelijkheid over het beleid rondom het betrekken van ouders bij de schoolloopbaan van de student. Dit geldt voor zowel studenten van 18+ als studenten van 18-. Ouders zijn van grote invloed op het succesvol doorlopen van de schoolloopbaan door een student. Echter, ouders zijn of willen niet altijd betrokken worden. Ouders komen niet opdagen op ouderavonden, reageren niet op uitnodigingen voor gesprekken of zijn niet bereikbaar voor de docent. 14

Z O R G S T R U C T U U R Aandachtspunten Scholen bieden tal van mogelijkheden van zorg binnen de school. Dit zorgt voor een grote hoeveelheid en verscheidenheid aan protocollen en procedures. Deze zijn op papier goed beschreven, maar in de praktijk blijkt dat loopbaanbegeleiders door de bomen het bos niet meer zien. Studenten komen in niet altijd aan bij de zorg of staan op een wachtlijst voor zorg. Voor docenten is het onduidelijk welke stappen er genomen moeten worden zolang er nog geen sprake is van hulp en wie hier verantwoordelijk voor is. In het kader van vroegsignalering is het van belang dat de tweede lijn tijdig wordt ingeschakeld. Een keerzijde is dat er dan een hogere caseload en mogelijke wachtlijsten ontstaan bij de tweede lijn. M B O & Aandachtspunten Er zijn verschillen in werkwijzen tussen leerplichtambtenaren, zowel binnen als buiten de gemeente Utrecht. Het MBO heeft niet altijd zicht op de (on)mogelijkheden van leerplicht/rmc. R M C 3.3 Verantwoording instrumenten Gedurende het project Student in Beeld is er in samenwerking met de focusopleidingen een aantal instrumenten ontwikkeld. Er is bekeken wat nodig is om de studenten die dreigen uit te vallen eerder en beter in beeld te krijgen. Er is naar voren gekomen dat het voor de docenten niet altijd duidelijk is wat zij met signalen die zij opvangen bij studenten moeten doen. Daarnaast bleek dat er door de vele verschillende protocollen, het onoverzichtelijk is welk protocol wanneer gebruikt moet worden. Dit is door middel van de afbeelding Zorg in Beeld en het stroomschema proberen te ondervangen. Voor sommige studenten is een plek in het reguliere onderwijs niet haalbaar of is er hulpverlening nodig. Zicht op de verschillende mogelijkheden aan hulpverlening en onderwijstrajecten buiten school is niet altijd bekend bij bijvoorbeeld de medewerkers uit de tweede lijn. Om de bekendheid van de mogelijkheden te vergroten is er een sociale kaart opgesteld. Deze sociale kaart geeft een overzicht van de voorzieningen die ingezet kunnen worden voor jongeren. Tot slot kwam de vraag van verschillende focusopleidingen om te verduidelijken wanneer een docent precies leerplicht/rmc in 15

moet schakelen. Er blijkt onduidelijkheid te heersen over de mogelijkheden van leerplicht/rmc waardoor er misvattingen ontstaan. De instrumenten worden hieronder nader toegelicht. 3.3.1 Afbeelding Zorg in Beeld De afbeelding Zorg in Beeld geeft een overzicht van de stappen die een docent moet zetten wanneer er zorgen ontstaan rondom een student. Het is een overzicht/afbeelding van de alle bestaande protocollen die het voor de docent inzichtelijk maakt hoe de verschillende protocollen zich tot elkaar verhouden en bij welk signaal welk protocol gebruikt moet worden. De problematieken van studenten zijn ondergebracht in drie onderwerpen: psychosociale problematiek, gedrag en verzuim. 3.3.2 Stroomschema Het stroomschema is gekoppeld aan de afbeelding Zorg in Beeld. Het stroomschema geeft antwoord op de vraag wanneer, hoe en door wie een bepaalde handeling moet worden uitgevoerd. Dit is uitgewerkt op basis van drie signalen, namelijk aanwezigheid, gedrag in de klas en prestaties. Op deze manier kan een docent teruglezen wat hij moet doen zodra er zorgen ontstaan rondom een student. 3.3.3 Sociale kaart De sociale kaart van Utrecht is een overzicht van allerlei organisaties en instellingen die te maken hebben met de zorg in het middelbaar beroepsonderwijs op het gebied van bijvoorbeeld welzijn, gezondheidszorg en (sociale) voorzieningen waarnaar je kunt doorverwijzen. De sociale kaart geeft zicht op de organisaties en instellingen buiten het mbo. Deze informatie kan aanleiding zijn om de handen ineen te slaan en op concrete punten samen te werken. 3.3.4 Informatie over leerplicht/rmc De verschillende mogelijkheden die leerplicht/rmc heeft zijn verwerkt op één vel. De informatie is geschreven voor studenten, maar kan ook door docenten worden gebruikt. 3.4 Onderzoek verzuimmeldingen en uitschrijvingen Naast de input uit kwalitatieve gegevens, zoals de signalen en de knelpunten, zijn er ook resultaten uit kwantitatieve gegevens voortgekomen. Om inzicht te krijgen in het verzuim en de uitval van studenten uit de betrokken opleidingen in het project, zijn er aan de hand van gegevens vanuit DUO en de eigen administratie vanuit Leerplicht (Key2Onderwijs) analyses uitgevoerd. Daarnaast is gebruik gemaakt van het onderzoek van KBA Nijmegen. Dit heeft geresulteerd in zicht op de problematiek van studenten en 16

het aantal verzuimmeldingen en uitschrijvingen op de focus- en schaduwopleidingen die deel hebben genomen aan het project Student in Beeld. Het betreffen de verzuimmeldingen en uitschrijvingen van alle 18- en 19-jarige studenten, die geboren zijn tussen 1 december 1994 en 31 juli 1997, uit de regio en gemeente Utrecht. 3.4.1 Problematiek van studenten In het onderzoek 4 dat KBA Nijmegen heeft uitgevoerd voor het project is naast onderzoek naar verzuim en uitval, ook gekeken naar de problematiek van studenten uit de gemeente Utrecht in de focusopleidingen. Er is onderscheid gemaakt tussen zes probleemprofielen, namelijk gedragsproblematiek, persoonlijke problematiek, problematiek in studiehouding/studievaardigheden, niveauproblematiek, loopbaanproblematiek en geen melding van problemen. Opvallend is dat bij meer dan de helft van de studenten (57%) binnen de focusopleidingen en uit de gemeente Utrecht sprake is van problematiek. Er is bij 43% van de studenten geen melding van problemen. Bij 27% van de studenten is sprake van gedragsproblematiek. Studenten met gedragsproblemen zijn vaak druk, luisteren niet en komen afspraken niet na. Ook brutaal en agressief gedrag komt voor. Studenten met problemen in hun persoonlijke situatie hebben vaak problemen in de thuissituatie en/of met hun lichamelijke gezondheid. Hiervan is sprake bij 13% van de studenten uit de gemeente Utrecht binnen de focusopleidingen. Ruzies thuis, pedagogische problemen (onmacht, aanwezigheid van voogd), (psychische) ziektes bij gezinsleden en gebroken gezinnen komen het meest voor. Lichamelijk problematiek van studenten zijn onder meer chronische ziektes, energetische problemen/beperkingen en allerhande lichamelijke klachten, zoals migraine. Daarnaast is per mbo-instelling en per niveau naar de overbelasting gekeken. Overbelasting is gedefinieerd als het hebben van problemen op twee of meer gebieden, waarvan ten minste één probleem op het gebied van gedrag/sociaal-emotioneel of op persoonlijk vlak (thuis, lichamelijk, verslaving, financieel). Er moet sprake zijn van multiproblematiek. Daarnaast zijn ook studenten met meerdere problemen op het gebied van gedrag/sociaal-emotioneel of meerdere persoonlijke problemen tot de groep van overbelasten gerekend (meervoudige problematiek). Het percentage overbelaste studenten uit de gemeente Utrecht binnen de focusopleidingen, is bij ROC MN (32%) hoger dan bij MBO Utrecht (26%). Gekeken naar het aantal overbelaste studenten per niveau, blijkt het percentage het hoogst op niveau 2 (38%) en niveau 1 (31%), met daarna niveau 4 (19%) en niveau 3 (12%). 4 KBA Nijmegen Monitoring Student in Beeld (Rita Kennis, juni 2015) 17

3.4.2 Verzuimmeldingen MBO Utrecht Vanuit DUO-gegevens zijn het aantal verzuimmeldingen van de focus- en schaduwopleidingen van zowel MBO Utrecht als ROC Midden Nederland geanalyseerd. Tabel 1 geeft een overzicht van het totale aantal verzuimmeldingen en het aantal studenten waarvan één of meerdere verzuimmeldingen zijn binnen gekomen in de periode van september 2014 tot en met mei 2015 van de focusopleidingen en schaduwopleiding van MBO Utrecht. Tabel 1. Aantal verzuimmeldingen en aantal leerlingen die zijn gemeld van MBO Utrecht van sep 2014 t/m mei 2015 BOL-opleiding MBO Utrecht Regio Gemeente Aantal Aantal Aantal Aantal melding en gemelde melding studente en n gemelde studente n Entree-opleiding/AKA niveau 1 106 39 72 26 Handel niveau 2 Verkoopmedewerker 245 53 189 39 Handel niveau 3 Verkoopspecialist 10 4 5 1 Financiële beroepen niveau 3 27 12 18 7 Financiële beroepen niveau 4 71 34 41 18 Schaduwopleiding Commercieel medewerker 19 6 8 2 Totaal 478 148 333 93 Het aantal studenten dat is gemeld ligt lager dan het aantal verzuimmeldingen, omdat meerdere studenten vaker worden gemeld binnen een schooljaar. Deze meldingen zijn de zogenoemde herhaalmeldingen. Binnen de focusopleidingen zijn in totaal 478 meldingen van relatief verzuim gedaan in de leerplichtregio Utrecht voor 148 studenten. In de gemeente Utrecht zijn 333 meldingen van relatief verzuim gedaan voor 93 studenten. Bij het aantal verzuimmeldingen zijn dus ook de herhaalmeldingen meegerekend. Grafiek 1. Aantal verzuimmeldingen gedurende het schooljaar 2014 2015 van studenten binnen de focusopleidingen woonachtig in Utrecht 18

3.4.3 Verzuimmeldingen ROC Midden Nederland Tabel 2 geeft een overzicht van het totale aantal verzuimmeldingen en het aantal studenten waarvan één of meerdere verzuimmeldingen zijn binnen gekomen in de periode van september 2014 tot en met mei 2015 van de focusopleidingen en schaduwopleiding van ROC Midden Nederland (ROC MN). Tabel 2. Aantal verzuimmeldingen en aantal leerlingen die zijn gemeld van ROC MN van sep 2014 t/m mei 2015 BOL-opleiding ROC MN Regio Gemeente Aantal Aantal Aantal Aantal melding en gemelde melding studente en n gemelde studente n AKA niveau 1 128 24 84 14 Koksopleiding niveau 2 3 2 0 0 Helpende Zorg & Welzijn niveau 2 126 54 73 32 Medewerker Bediening/café-bar niveau 2 25 12 7 3 Schaduwopleiding: Facilitaire dienst 26 16 16 9 Totaal 308 108 180 58 19

Binnen de focusopleidingen van ROC MN zijn in totaal 308 meldingen van relatief verzuim gedaan in de leerplichtregio Utrecht, hierin heeft de gemeente Utrecht een aandeel van 180 meldingen. Hierbij zijn de herhaalmeldingen meegerekend. In de regio zijn 108 studenten minimaal één keer gemeld, ten opzichte van 58 studenten in de gemeente Utrecht. Grafiek 2. Aantal verzuimmeldingen gedurende het schooljaar 2014 2015 van studenten binnen de focusopleidingen woonachtig in Utrecht 3.4.4 Uitschrijvingen MBO Utrecht Naast de verzuimmeldingen is het aantal uitschrijvingen bijgehouden tot 1 juni 2015. Uit onderzoek van KBA Nijmegen blijkt dat er een piek in het aantal uitschrijvingen plaatsvindt in de zomer. De gegevens van de zomermaanden 2015 zijn nog onbekend en kunnen daardoor nog niet meegenomen worden in de metingen. Onderstaande cijfers geven een eerste indruk van de uitschrijvingen. In onderstaande tabellen wordt een vergelijking gemaakt tussen het aantal uitschrijvingen op 1 juni 2014 (schooljaar 2013-2014) en 1 juni 2015 (schooljaar 2014-2015) voor zowel MBO Utrecht als ROC Midden Nederland. Tabel 3 geeft een overzicht van het aantal uitschrijvingen op de focusopleidingen en schaduwopleiding van MBO Utrecht op 1 juni in de schooljaren 2013-2014 en 2014-2015. 20

Tabel 3. Aantal uitschrijvingen op MBO Utrecht op 1-6-2014 en 1-6-2015 Binnen de focusopleidingen op MBO Utrecht vindt de hoogste uitval op niveau 1 plaats. Dit geldt zowel in de stad Utrecht als de regio. Op de opleidingen Verkoopmedewerker, Verkoopspecialist en Financiële beroepen niveau 3 is er een stijging van het aantal uitschrijvingen te zien. Op de opleiding Financiële beroepen niveau 4 zijn er zowel in de regio als in de gemeente Utrecht geen uitschrijvingen op 1 juni 2015, ten opzichte van respectievelijk 8 en 6 uitschrijvingen een jaar eerder. 3.4.5 Uitschrijvingen ROC Midden Nederland Tabel 4 geeft een overzicht van het aantal uitschrijvingen op de focusopleidingen en schaduwopleiding van ROC Midden Nederland (ROC MN) op 1 juni in de schooljaren 2013-2014 en 2014-2015. Tabel 4. Aantal uitschrijvingen op ROC MN op 1-6-2014 en 1-6-2015 BOL-opleiding MBO Utrecht Regio Gemeente 1-6- 2014 1-6- 2015 1-6- 2014 1-6- 2015 Entree-opleiding/AKA niveau 1 10 14 7 8 Handel niveau 2 Verkoopmedewerker 0 5 0 4 Handel niveau 3 Verkoopspecialist 1 2 0 1 Financiële beroepen niveau 3 0 1 0 1 Financiële beroepen niveau 4 8 0 6 0 Schaduwopleiding Commercieel medewerker 0 1 0 1 Totaal 19 23 13 15 BOL-opleiding ROC MN Regio Gemeente 1-6- 2014 1-6- 2015 1-6- 2014 1-6- 2015 AKA niveau 1 10 8 6 3 Koksopleiding niveau 2 1 0 1 0 Helpende Zorg & Welzijn niveau 2 17 11 6 3 Medewerker Bediening/café-bar niveau 2 1 2 1 0 Schaduwopleiding: Facilitaire dienst 2 0 1 0 Totaal 31 21 15 6 21

Binnen de focusopleidingen van ROC MN vinden op 1 juni 2015 de meeste uitschrijvingen op AKA niveau 1 en Helpende Zorg en Welzijn plaats. Het aantal uitschrijvingen is voor deze opleidingen wel gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Van de Koksopleiding, Medewerker bediening/café-bar en Facilitaire dienst zijn er tot 1 juni 2015 nog geen uitschrijvingen geweest. 22

Hoofdstuk 4 Samenvattende conclusies De gemeente Utrecht, afdeling Leerlingzaken, heeft in opdracht van het Ministerie van OC&W en in samenwerking met ROC MN en MBO Utrecht het project Student in Beeld opgericht. Het project heeft als doel om het aantal uitvallers in de leeftijd van 18 en 19 jaar op het mbo te verlagen. De gemeente en de mbo-instellingen hebben de handen ineengeslagen en onderzocht hoe ze de (dreigende) uitvallers eerder en beter in beeld kunnen krijgen, om zo tijdig de juiste ondersteuning in te zetten. Het project is uitgevoerd op negen focusopleidingen van zowel MBO Utrecht als ROC MN. De doelen zijn gericht op de versterking van de werkprocessen rondom de student die dreigt uit te vallen en de verbetering van de samenwerking tussen mbo en RMC. Hieronder worden een aantal belangrijke uitkomsten puntsgewijs genoemd. Een verslag van de opgehaalde uitkomsten is terug te vinden in de resultaten per opleiding, die zijn opgenomen in de bijlagen. Hierin staat per opleiding beschreven wat de signalen (good practices en knelpunten) zijn. Een samenvattend overzicht van al die resultaten is terug te vinden in het hoofdstuk aanbevelingen. Doelstelling 1 De (dreigende) uitval van studenten eerder en beter in beeld krijgen, waardoor tijdig de juiste acties, zoals doorverwijzen naar tweedelijnszorg, kunnen worden ingezet. De uitval van 18- en 19-jarige studenten op het mbo kan veroorzaakt worden door zowel school gerelateerde factoren als school overstijgende factoren. Naar voren is gekomen dat zowel op het mbo als binnen de gemeente Utrecht wordt ingezet op het terugdringen van de uitval. Zo zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet in het versterken van de tweede lijn binnen het mbo en het structureren van de verzuimregistratie. Het tegengaan van de uitval wordt echter ook bemoeilijkt door een aantal factoren. De toenemende (multi)problematiek onder studenten kan ervoor zorgen dat een school handelingsverlegen wordt. Ook de (beleving) van de hoge werkdruk en taakbelasting van docenten zorgt ervoor dat men niet altijd de tijd kan investeren in studenten die nodig is. De inzet van de tweedelijnszorg kan helpend zijn in deze gevallen. Het blijkt echter dat niet alle studenten bereikt worden middels deze hulpvorm. Een hoge caseload van de tweedelijnszorg enerzijds en het wegblijven van studenten op afspraken anderzijds zijn twee oorzaken hiervan. Doelstelling 2 Het opzetten van een intensievere, gestructureerde samenwerking tussen mbo en RMC om beter zicht te krijgen op het verzuim dat daadwerkelijk leidt tot uitval. De samenwerking tussen mbo en RMC blijkt niet in alle gevallen optimaal te zijn. Er is naar voren gekomen dat er onbegrip en onwetendheid heerst over elkaars functie. Het 23

mbo kent onvrede richting RMC vanwege de grote hoeveelheid administratie die de samenwerking met zich meebrengt (bijvoorbeeld het doen van de melding en het beantwoorden van standaard e-mails), maar ook door de verschillende werkwijzen van de RMC-medewerkers binnen de regio én binnen de gemeenten. Vanuit RMC komt het signaal omhoog dat docenten niet altijd of niet tijdig reageren op e-mails. Gedurende het project Student in Beeld is er een RMC-medewerker op de mbo locatie gaan werken. Dit heeft de samenwerking bevorderd. Door de afstand letterlijk en figuurlijk te verkleinen is er meer bekendheid gekomen over elkaars (on)mogelijkheden en is er meer samengewerkt. Een voorbeeld hiervan is dat de RMC-medewerker bij de studentbesprekingen aanwezig is geweest en SLB er bij de verzuimgesprekken. Doelstelling 3 Het ontwikkelen en opleveren van een instrument om uitval eerder en beter in beeld te krijgen. Studenten geven gedurende hun schoolloopbaan allemaal signalen af. Deze signalen kunnen duiden op (dreigende) uitval. Echter, naar voren is gekomen dat het voor de docenten niet altijd duidelijk is wat zij met deze signalen moeten doen. Er zijn protocollen aanwezig op het mbo waarin staat beschreven welke stappen genomen moeten worden indien er zorgen zijn rondom een student. Het blijkt echter dat er door de vele verschillende protocollen, het onoverzichtelijk is welk protocol wanneer gebruikt moet worden. Ook heerst er onduidelijkheid over de hoeveelheid partijen die betrokken moeten worden, binnen en buiten het mbo. Denk hierbij aan leerplicht/rmc, de verschillende afdelingen binnen de tweede lijn en het buurtteam. De instrumenten die zijn opgeleverd richten zich grotendeels op bovenstaande vraagstukken. Cijfers Aan het begin van het project is de doelstelling neergezet om het percentage voortijdig schoolverlaters onder de Utrechtse studenten te laten dalen naar een gemiddelde van 6,4 procent naar een gemiddelde van 5,8 procent. Op basis van het aantal uitgevallen studenten is een schatting gemaakt binnen de focusopleidingen door KBA Nijmegen. Dit komt waarschijnlijk uit tussen de 4,5 en 8,6 procent. Het is dan ook nog niet te zeggen in hoeverre de in het project benoemde doelstelling van 5,8 procent VSV-ers zal worden behaald. Daarvoor is verdere monitoring nodig, in ieder geval na afronding van het schooljaar 2014-2015. Om te zien of de (verwachte) effecten blijvend zijn, is monitoring ook daarna zinvol. 24

Hoofdstuk 5 Aanbevelingen Na analyse van alle opgehaalde signalen en knelpunten vanuit de verschillende opleidingen, bleken er vele overeenkomsten te zijn. Er kwam naar voren dat men veelal tegen dezelfde knelpunten aan loopt en dat signalen overeenkomen. Daarvanuit zijn aandachtspunten beschreven, die voor meerdere opleidingen kunnen gelden. Naast deze aandachtspunten is nagedacht over tips om met die signalen om te gaan. Deze tips zijn geformuleerd vanuit eerder onderzoeken 5 naar dit onderwerp en good practices van andere opleidingen. S T U D E N T Aandachtspunt Het aantal studenten waarbij sprake is van (multi)problematiek neemt toe, dit vraagt meer individuele aandacht voor studenten en doet een appèl op de kennis, kunde en begeleidingstijd van docenten. Elke opleiding heeft te maken met de zogenoemde niet-willers. Deze studenten zitten op school omdat ze moeten, terwijl ze bijvoorbeeld liever zouden willen werken. De groepsdynamica in een klas blijkt een terugkerend onderwerp, er zijn klassen waarin studenten elkaar positief beïnvloeden en klassen waarin studenten elkaar juist negatief beïnvloeden. Naast ongeoorloofd verzuim kan geoorloofd verzuim tevens gevolgen hebben voor de schoolloopbaan. Beleid op geoorloofd verzuim is nodig om deze studenten in beeld te houden. Tip De toename van de (multi)problematiek van studenten is niet tegen te gaan door docenten. Het mbo kan er echter wel voor zorgen dat de docenten voldoende onderlegd zijn om met deze doelgroep om te gaan door professionalisering en het onderwerp regelmatig te agenderen tijdens de vergaderingen. Het reguliere mbo-onderwijs is niet voor alle studenten passend. Of er nou sprake is van niet-willers of niet-kunners, er zou voor iedere student een passende plek moeten zijn. Een opvangklas of plusvoorziening voor studenten die uitvallen is een wens vanuit docenten en de tweede lijn. Om grip op groepsdynamica te krijgen kunnen er observaties in de klas worden uitgevoerd door de tweede lijn. Vervolgens kan er advies en handvatten gegeven worden over hoe om te gaan met gedrag in de klas. Het hebben van een helder beleid voor geoorloofd verzuim dat bekend is bij zowel studenten, ouders als docenten helpt het in beeld houden van studenten die geoorloofd afwezig zijn. Zet daarnaast ook de tweede lijn in, zoals de schoolarts. 5 ECBO Vroegtijdig signaleren van onderwijsuitval, Inzichten van en voor de praktijk (Barbara van Wijk en Carlos van Kan, december 2013) en KBA Nijmegen Regiomonitor VSV Utrecht (Ton Eimers, Rita Kennis, Erik Keppels, juni 2014) 25

D O C E N T Aandachtspunt Docenten ervaren een toenemende werkdruk en taakbelasting. Daarnaast is er tussen docenten een verschil in betrokkenheid en tijd die men in begeleiding van studenten steekt. Studenten geven aan dat persoonlijke aandacht van de loopbaanbegeleider essentieel is bij de vroege signalering van mogelijke problemen. Acties worden regelmatig pas uitgezet zodra er al sprake is van dreigende uitval. Het is niet altijd bekend welke taken en verantwoordelijkheden onder de functie van studieloopbaanbegeleider valt. Denk hierbij aan het doorverwijzen naar zorg of het monitoren van een traject. Tip De focus ligt op het in beeld hebben van de student, maar ook de docent moet in beeld zijn. Zicht op de beleving van werkdruk en investering kan helpend zijn om de taakbelasting van de docent te monitoren. Voortgangsgesprekken of teambesprekingen zijn momenten om hier bewust over in gesprek te gaan. De vroegsignalering om risicostudenten beter en eerder in beeld te krijgen start al bij de intake. Zorg ervoor dat er aandacht is voor vroegsignalering binnen het team en dat men een proactief handelt in plaats van reactief. Instrumenten als de signaleringswijzer kunnen als handvat worden ingezet. De studieloopbaanbegeleider heeft de regierol waarbij taken horen als vroegsignalering, doorverwijzing en het volgen van de schoolloopbaan van de student. Dit betekent echter niet dat de studieloopbaanbegeleider alles zelf moet uitvoeren, maar dat diegene het overzicht houdt. Een helder beleid en intervisie met studieloopbaanbegeleiders over deze rol kan helpend zijn om de bekendheid van deze rol bij docenten te vergroten. O U D E R S Aandachtspunt Er heerst onduidelijkheid over het beleid rondom het betrekken van ouders bij de schoolloopbaan van de student. Dit geldt voor zowel studenten van 18+ als studenten van 18-. Ouders zijn van grote invloed op het succesvol doorlopen van de schoolloopbaan door een student. Echter, ouders zijn of willen niet altijd betrokken worden. Ouders komen niet opdagen op ouderavonden, reageren niet op uitnodigingen voor gesprekken of zijn niet bereikbaar voor de docent. Tip Bespreek met de student ouderbetrokkenheid tijdens de intake en leg in het leerling systeem vast wanneer de student bezwaar maakt tegen het betrekken van ouders bij de schoolloopbaan. Leg de student en ouders uit wat de invloed is van ouderbetrokkenheid. Denk ook als school na over hoe je ouders kan betrekken en bereiken. Bijvoorbeeld een ouderavond organiseren waarbij de studenten een opdracht moeten maken, die beoordeeld wordt door ouders, kan zorgen voor een grotere opkomst van ouders. 26

Z O R G S T R U C T U U R Aandachtspunt Scholen bieden tal van mogelijkheden van zorg binnen de school. Dit zorgt voor een grote hoeveelheid en verscheidenheid aan protocollen en procedures. Deze zijn op papier goed beschreven, maar in de praktijk blijkt dat loopbaanbegeleiders door de bomen het bos niet meer zien. Studenten komen in niet altijd aan bij de zorg of staan op een wachtlijst voor zorg. Voor docenten is het onduidelijk welke stappen er genomen moeten worden zolang er nog geen sprake is van hulp en wie hier verantwoordelijk voor is. In het kader van vroegsignalering is het van belang dat de tweede lijn tijdig wordt ingeschakeld. Een keerzijde is dat er dan een hogere caseload en mogelijke wachtlijsten ontstaan bij de tweede lijn. Tip Protocollen kunnen inzichtelijk worden gemaakt in bijvoorbeeld een stroomschema of tekening (zie bijlagen). Informeer naar de beschikbare middelen die je in kan zetten, als een doorverwijzing naar de tweede lijn op zich laat wachten of niet het gewenste resultaat heeft gehad. Zorg ervoor dat studieloopbaanbegeleiders op de hoogte zijn van de partijen die betrokken moeten worden, zoals het docententeam, ouders of leerplicht/rmc. Denk na over wie er binnen school aan zet is indien er sprake is van een wachtlijst. Vroegsignalering vraagt om tijdige doorverwijzing, echter wachtlijsten staan vroegsignalering in de weg. Overbruggingszorg zou het probleem van de wachtlijsten kunnen verhelpen. M B O & R M C Aandachtspunt Er zijn verschillen in werkwijzen tussen leerplichtambtenaren, zowel binnen als buiten de gemeente Utrecht. Het MBO heeft niet altijd zicht op de (on)mogelijkheden van leerplicht/rmc. Tip Bij de regio Utrecht ligt een taak om deze werkwijzen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. In het schooljaar 2015-2016 zal zowel RMC regio 19 als gemeente Utrecht het versterken van het schoolcontactpersoonschap als speerpunt hebben. het afstemmen van de werkwijzen op elkaar zal een uitgangspunt worden. Een nauwere samenwerking geeft meer zicht op elkaars mogelijkheden. De aanwezigheid van leerplicht/rmc op school werkt positief. De leerplicht/rmc kan de docententeams inlichten over de (on)mogelijkheden van leerplicht/rmc. Voor zowel het mbo als leerplicht/rmc werkt dit effectiever en efficiënter. Er kan gezamenlijk worden gewerkt aan de zorgen rondom studenten. 27