Auris. Handleiding navigatiesysteem (Entry)



Vergelijkbare documenten
Waarschuwingen. Controleer dat uw positie stabiel is voordat u uw reis begint.

RAV4 (HDD) Handleiding navigatiesysteem

1. Deze handleiding gebruiken

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2017

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

INHOUDSOPGAVE. Inleiding. Veiligheidsvoorschriften. Waarschuwingen. Korte handleiding. Navigatiesysteem

Traffic Message Channel (TMC)

SMART MAP PRO. Prog. Ver. V3.00. Database Ver NVD-V003 OWNER'S MANUAL Please read before using this disc.

1. RDS-TMC-informatie

Spraakbediening WERKINGSPRINCIPE. Uzelf duidelijk verstaanbaar maken. Belangrijke informatie

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

InteGra Gebruikershandleiding 1

SGH-A400 WAP browser Handleiding

Positionering Nokia N76-1

Tarieven Europa: staffel 1

FIAT RADIONAV - Europe. SD 2012

Garmin (Nederland) GARMIN NÜVI 465T Garmin s eerste draagbare navigatie voor vrachtwagens

Athlon Mobility Card Getting started!

1. Menuschermen en lijstschermen

Beknopte gebruiksaanwijzing voor de belangrijkste functies van het Mobile Station

FOD Mobiliteit en Vervoer. Gebruikershandleiding Webclient Preregistratie

BeoSound Handleiding

1. AM/FM-radio gebruiken

Tarieven Europa: staffel 1

HiPath 3000 HiPath Xpressions Compact Versie 2.0. Beknopte handleiding Xpressions aangepaste bedieningsinstructies

Internet weekbundel EU 50 MB 4,13 7 dagen geldig. 50 minuten 6,20 7 dagen geldig. Internet weekbundel EU 50 MB 4 7 dagen geldig

FIAT DUCATO NL

Prius Touch Pro. Handleiding navigatiesysteem

Mitel 5360 phone. Cheatsheet. 1. Scherm. Luidspreker. 2. Oproep-/berichtindicator. Dempen. 3. Toetsen voor volume, luidspreker en dempen.

FIAT DUCATO NL SMS-READER

Handleiding NZa-portaal. voor zorgaanbieders

HANDLEIDING SIM KAART KROATIË

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Gebruiksaanwijzing M-70

Toyota Touch & Go/Plus Multimediasysteem Quick Guide

1. Voorwoord. Veiligheidsmaatregelen. Nederlands LET OP. Waarschuwing

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

BeoCom 2. Bedieningshandleiding

Z-EMAP50 ESSENTIAL II NAVIGATION QUICK START GUIDE

ACSI HANDLEIDING GARMIN NÜVI 250

1. Wanneer een correctie moet worden gemaakt

Inloggen op het Eduroam wireless netwerk

De Konftel 250 Korte handleiding

FAQ. Koppeling en verbinding

Legal Eagle Agenda handleiding versie 2.8 december 2007

Inhoud van de handleiding

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Video Intercom Systeem

Handleiding bij de Booktest Generator

De Konftel 300W Korte handleiding

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

Snelzoekgids voor de digitale telefoon NL, Uitgave 1, juni 2004

Aanvullende gebruiksaanwijzing. SMS op het vaste net tiptel 340 clip

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c SC Putten - Tel : info@lagarde.nl

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me

Bedieningshandleiding

Auteur: Niels Bons. Handleiding Koepeldatabase Zakelijk toerisme: aanmelden organisatie. 2014, Provincie Fryslân. Uitgegeven in eigen beheer

Gebruikershandleiding Nokia Maps

Gebruikershandleiding. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de telefoon in gebruik neemt!

Gebruikershandleiding HERE Maps

Een Net2 Entry Monitor configureren

ŠKODA MOBILITEITSSERVICE HULP BIJ PECH ONDERWEG

Inloggen op het eduroam wireless netwerk

zūmo 590 Snelstartgids

Tariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli Nationaal

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad

Inhoudsopgave: Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Televisie menu. 4 Radio menu. 6 MiniGids. 8 TV Gids . Programma informatie oproepen. Kiezen en Kijken...

Tariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli Nationaal

Afbeelding: V1.0. Klantenservice: Uitleg van de toetsen Gebruik de afbeelding V1.

Handleiding 103: Collecte Database (CDB) voor Wijkhoofden

Telefonisten handleiding snom 360

SimPhone. Handleiding Gebruik. Nederlands. Versie 3.0

Gebruikershandleiding Integra

Overzicht van het navigatiesysteem

NaviControlCenter Document versie Juni 2011

HANDLEIDING SIM KAART EUROPA

Handleiding controle Portal

Z-E3756 NAVIGATION SNELSTARTGIDS NL

O-synce NAVI2move. Gebruikershandleiding NEDERLANDS

Handleiding Glashart Media ipad applicatie

Gebruikershandleiding HERE Drive

Spraakbediening WERKINGSPRINCIPE DE SPRAAKBEDIENING GEBRUIKEN. Het systeem activeren

GEBRUIKERSHANDLEIDING T8530

Module nr

handleiding siemens gigaset

11562/08 CS/lg DG H 1 A

INSTELLINGS EN GEBRUIKERSHANDLEIDING SENIOREN GSM MET PANIEKKNOP EN LOKALISATIE

1. Het Online platform

NEDERLANDS. Snelstartgids GPS 100 GLOBAL POSITIONING SYSTEM ONTVANGER. Instructies om u op weg te helpen! Niets overtreft een Cobra

INTERFACE-ADAPTER voor ipod KS-PD100 Alvorens gebruik van deze adapter

HANDLEIDING SIM KAART ITALIË

In deze handleiding wordt de werking van het extranet beschreven

Handleiding voor het raadplegen en wijzigen van percelen

Handleiding My GPS Tracking Portal

Handleiding registratie kandidaten

Transcriptie:

Auris Handleiding navigatiesysteem (Entry)

Inleiding Hartelijk dank voor de aanschaf van het navigatiesysteem. Lees deze handleiding aandachtig door en volg de aanwijzingen nauwkeurig op, zodat u de mogelijkheden op de juiste wijze kunt benutten. Bewaar deze handleiding altijd in uw auto. Het navigatiesysteem is één van de technologisch meest geavanceerde accessoires die ooit voor auto s ontwikkeld zijn. Het systeem ontvangt satellietsignalen van het Global Positioning System (GPS) van het ministerie van Defensie van de Verenigde Staten van Amerika. Met behulp van deze signalen en sensoren in de auto kan het systeem de positie van uw auto berekenen en u helpen bij het vinden van uw bestemming. Het navigatiesysteem is ontworpen om een efficiënte route te bepalen van uw vertrekpunt naar uw bestemming. Daarnaast is het navigatiesysteem ontworpen om u op een efficiënte manier naar een voor u onbekende bestemming te brengen. De elektronische landkaarten zijn gebaseerd op kaarten van AISIN AW. Zij betrekken hun informatie van NAVTEQ. De berekende routes zijn niet altijd de kortste routes of routes zonder verkeersopstoppingen. Met uw kennis van de situatie ter plaatse of door een stuk van de berekende route af te snijden kunt u soms sneller uw bestemming bereiken. Het navigatiesysteem beschikt over ongeveer 40 categorieën POI s, zoals hotels en restaurants, met behulp waarvan u snel en gemakkelijk uw bestemming kunt selecteren. Als uw bestemming niet via een van deze categorieën geselecteerd kan worden, kunt u de straatnaam of een belangrijk kruispunt in de nabijheid van uw bestemming selecteren, waar het systeem u naartoe kan leiden. Het systeem geeft zowel visuele aanwijzingen met behulp van een op het display getoonde kaart als gesproken aanwijzingen. De gesproken aanwijzingen geven bij het naderen van een verkeersknooppunt de nog af te leggen afstand en de richting die u moet volgen aan. Dankzij deze gesproken aanwijzingen kunt u uw volle aandacht bij het verkeer houden. Voor de weergave van de informatie van het navigatiesysteem wordt gebruikgemaakt van door Free Type Team ontwikkelde software. 1

Houd er rekening mee dat alle actuele navigatiesystemen hun beperkingen hebben en niet onder alle omstandigheden feilloos zullen functioneren. De nauwkeurigheid waarmee de actuele locatie van de auto wordt weergegeven, is afhankelijk van de conditie van de satellieten, het wegennet, de conditie van de auto en andere omstandigheden. Zie voor meer informatie over de beperkingen van het systeem bladzijde 242 en 243. 2010 TOYOTA MOTOR CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Dit materiaal mag niet worden gereproduceerd of gekopieerd, noch geheel noch gedeeltelijk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Toyota Motor Corporation. Vertaling en productie: WK automotive bv, Oosterhout (NB) WKA--10C075--08010--00 2

Belangrijke informatie over deze handleiding Deze handleiding geeft onderwerpen die uit veiligheidsoverwegingen bijzondere aandacht vragen, op de volgende wijze aan. Veiligheidsinstructie WAARSCHUWING Dit is een waarschuwing tegen iets wat mensen letsel kan toebrengen. U wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen om het risico voor uzelf en voor anderen te vermijden of te verminderen. OPMERKING Dit is een waarschuwing tegen iets wat schade aan de auto of uitrusting ervan kan veroorzaken. U wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen om schade aan uw auto en de uitrusting ervan te vermijden of het risico te verminderen. INFORMATIE Hiermee wordt aanvullende informatie verstrekt. Deze handleiding bevat informatie voor zowel hybrideauto s als auto s met benzinemotor. Informatie voor auto s met benzinemotor wordt weergegeven tussen punthaakjes. Houd u aan de volgende instructies om dit systeem zo veilig mogelijk te gebruiken. Het systeem is bedoeld om u te assisteren bij het bereiken van uw bestemming en zal dit, mits goed gebruikt, ook doen. U bent als bestuurder verantwoordelijk voor het veilig functioneren van uw auto en voor de veiligheid van uw passagiers. Gebruik de functies van dit systeem zodanig dat ze geen afleiding vormen en een veilige rit niet beletten. De veiligheid tijdens het rijden moet altijd als eerste prioriteit gezien worden. Neem tijdens het rijden altijd de verkeersregels in acht. Voordat u het systeem gaat gebruiken, moet u eerst de werking en mogelijkheden ervan goed leren kennen. Lees eerst de volledige handleiding van het navigatiesysteem door om er zeker van te zijn dat u het systeem begrijpt. Laat anderen geen gebruik maken van het systeem tot ze de aanwijzingen in deze handleiding gelezen en begrepen hebben. Uit veiligheidsoverwegingen zijn sommige mogelijkheden niet beschikbaar als de auto rijdt. Schermtoetsen die niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven. 3

WAARSCHUWING Wees extra voorzichtig als u het navigatiesysteem tijdens het rijden bedient. Onvoldoende aandacht voor de weg, het verkeer of de weersomstandigheden kan leiden tot een ongeval. Houd u tijdens het rijden aan de verkeersregels en let op de toestand van de weg. Als een verkeerssituatie recentelijk gewijzigd is, kan het routebegeleidingssysteem u van verkeerde informatie voorzien, zoals het advies om een eenrichtingsweg in te rijden. Luister tijdens het rijden zo veel mogelijk naar de stembegeleiding en werp alleen een blik op het scherm als de wegsituatie dit toelaat. Vertrouw echter nooit volledig op de informatie van de stembegeleiding. Gebruik deze alleen als referentie. Het is mogelijk dat u onjuiste, verlate of geen stembegeleiding hoort als het systeem de actuele locatie niet kan vaststellen. De gegevens in het systeem zijn soms niet volledig. De wegsituatie, inclusief beperkingen (niet linksaf slaan, afgesloten straten, enz.), kan gewijzigd zijn. Kijk daarom voordat u een instructie van het systeem gaat opvolgen of deze handeling veilig en conform de plaatselijke regelgeving kan worden uitgevoerd. Het systeem kan u niet waarschuwen voor zaken als de veiligheid van een gebied, de toestand van het wegdek en de beschikbaarheid van hulpdiensten. Als u niet overtuigd bent van de veiligheid van een bepaald gebied, rijd dit gebied dan niet in. Het systeem ondersteunt de bestuurder, maar vervangt nooit diens persoonlijke beoordeling. Gebruik dit systeem alleen waar dit wettelijk is toegestaan. In sommige landen is het gebruik van beeld-- en navigatieschermen naast de bestuurder verboden. 4

Inhoudsopgave Uw navigatiesysteem Index functies navigatiesysteem... 10 Korte uitleg... 12 Scherm Bestemming... 14 Scherm Menu... 16 Scherm Instellen... 17 1 Basisfuncties Basisinformatie Opstartscherm... 20 Bediening touchscreen... 21 Invoeren van letters en cijfers/scrollen... 22 Helpfunctie... 25 Bediening kaartscherm... 26 Weergave actuele locatie... 26 Scrollen... 26 Wisselen van scherm... 31 Schaal... 33 Kaartrichting... 34 Voorbeeld bediening navigatiesysteem... 34 Routebegeleiding... 34 Vastleggen van thuis... 36 Beknopte handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 Index 5

2 Zoeken bestemming Zoeken van bestemming... 40 Selecteren van het zoekgebied... 40 Zoeken van bestemming met behulp van thuis... 42 Zoeken van bestemming met behulp van sneltoegang... 43 Zoeken van bestemming met behulp van adres... 43 Zoeken van bestemming met behulp van POI... 47 Zoeken van bestemming met behulp van POI nabij cursor... 51 Zoeken van bestemming met behulp van geheugen... 54 Zoeken van bestemming met behulp van vorige bestemming... 55 Zoeken van bestemming met behulp van kaart... 55 Zoeken van bestemming met behulp van kruispunt... 56 Zoeken van bestemming met behulp van oprit/afrit autosnelweg.. 57 Zoeken van bestemming met behulp van coördinaten... 58 Zoeken van bestemming met behulp van telefoonnummer... 58 Starten van routebegeleiding... 59 3 Routebegeleiding Routebegeleidingsscherm... 64 Specifieke stembegeleidingstermen... 67 Afstand en reistijd tot bestemming... 69 Invoeren en wissen van een bestemming... 70 Toevoegen van bestemmingen... 70 Herschikken van bestemmingen... 71 Wissen van bestemmingen... 72 Invoeren van route... 73 Zoekcriterium... 73 Instellen van omleiding... 74 Wegvoorkeur... 75 Route starten vanaf aangrenzende weg... 76 Kaart... 76 Weergeven van POI --iconen... 76 Routeoverzicht... 79 Routevoorbeeld... 80 Gereden route... 81 : Point of Interest (nuttig adres) 6

4 Geavanceerde functies Functies voor een effectief gebruik Onderbreken en hervatten van de begeleiding... 84 Volume... 85 Gebruikersprofiel... 86 Geheugen... 88 Vastleggen van geheugenpunten... 89 Wijzigen van geheugenpunten... 90 Wissen van geheugenpunten... 94 Vastleggen van thuis... 95 Wissen van thuis... 96 Vastleggen van te vermijden gebieden... 96 Wijzigen van te vermijden gebieden... 97 Wissen van te vermijden gebieden... 100 Verwijderen van vorige punten... 100 Configuratie... 101 RDS--TMC... 112 5 Overige functies Onderhoudsinformatie... 122 Instellingen onderhoudsinformatie... 122 Dealerinstellingen... 124 Kalender met memo... 126 Toevoegen van een memo... 128 Wijzigen van een memo... 129 Memolijst... 129 Handsfree -systeem (voor mobiele telefoon)... 131 Invoeren van een Bluetooth --telefoon... 134 Bellen met de Bluetooth --telefoon... 138 Beantwoorden van oproepen op de Bluetooth --telefoon... 145 Praten via Bluetooth --telefoon... 145 Wijzigen van de instellingen van de Bluetooth --telefoon... 147 Selecteren van een Bluetooth --telefoon... 172 Afstellen scherm... 182 Instellen scherm... 183 Instellen pieptoon... 186 Taal selecteren... 186 7

6 Audiosysteem Korte uitleg... 190 Gebruik van audiosysteem... 191 Basishandelingen... 191 Bediening van de radio... 196 Bediening van de CD--speler... 200 Bediening van de Bluetooth --audio... 210 Afstandsbediening audio... 227 Bedieningstips audiosysteem... 228 7 Rear View Monitor -systeem Rear View Monitor--systeem... 236 8 Appendix Beperkingen van het navigatiesysteem... 242 Database--informatie kaart en updates... 244 INDEX... 247 8

9

Uw navigatiesysteem Index functies navigatiesysteem Kaart Weergave van kaarten Bladzijde Bekijken van het kaartscherm 12 Weergave van de actuele locatie van de auto 26 Bekijken van de kaart van de omgeving van de actuele locatie 26 Wijzigen van de schaal 33 Wijzigen van de kaartrichting 34 Weergave van POI s 76 Weergave van de geschatte reis--/aankomsttijd tot aan de 69 bestemming Selecteren van het dubbele kaartscherm 31 Wissen van de schermtoetsen van het kaartscherm 104 Weergave van de verkeersinformatie (RDS--TMC) 112 Zoeken van bestemmingen Bladzijde Zoeken van de bestemming (via thuisadres, POI, telefoonnummer, 40 enz.) Wijzigen van het land 40 Bedienen van de kaart met de geselecteerde bestemming 59 Routebegeleiding Voordat u de routebegeleiding start Bladzijde Instellen van de bestemming 59 Weergeven van alternatieve routes 59 Starten van routebegeleiding 59 Voordat u de routebegeleiding start of tijdens de routebegeleiding Bladzijde Bekijken van de route 59 Toevoegen van bestemmingen 70 Wijzigen van de route 73 Weergave van de geschatte reis--/aankomsttijd tot aan de 69 bestemming : Point of interest (nuttig adres) 10

Tijdens routebegeleiding Bladzijde Onderbreken van de routebegeleiding 84 Instellen van het volume van de routebegeleiding 85 Wissen van de bestemming 70 Weergave van de gehele route 79 Handige functies Geheugenpunten Bladzijde Vastleggen van geheugenpunten 89 Markeren van iconen op de kaart 88 Informatie Bladzijde Weergave van onderhoud auto 122 Weergave van de kalender 126 Handsfree -systeem (voor mobiele telefoon) Bladzijde Starten van Bluetooth 134 Bellen met de Bluetooth --telefoon 138 Een gesprek aannemen met de Bluetooth --telefoon 145 11

Korte uitleg 1 Symbool Noorden boven of Rijrichting boven Dit symbool geeft aan dat de kaart wordt weergegeven met het noorden boven of met de rijrichting boven. Door dit symbool te kiezen wordt de oriëntatie van de kaart gewijzigd.... 34 2 Schaalindicator Dit getal geeft de schaal van de kaart aan.... 33 3 Nationaliteitsaanduiding Als de auto een landsgrens overschrijdt, wordt de nationale vlag van dat land aangegeven. 4 Toets MAP/VOICE Met deze toets kunt u een gesproken aanwijzing herhalen, de scroll--functie uitschakelen, de routebegeleiding starten en de actuele locatie weergeven... 26, 67 5 Toets DEST Druk op deze toets om het scherm Bestemming op te roepen.... 14, 34, 40 6 Toets MENU Druk op deze toets om het scherm Menu weer te geven.... 16, 83, 245 7 Toets Uitzoomen Met deze toets kunt u de schaal verkleinen.... 33 12

8 Mark. Met deze toets kunt u de positie van de cursor opslaan als geheugenpunt.... 27 9 Route Met deze toets kunt u de route wijzigen.... 70, 73 10 Kaart. Kies deze toets om informatie over de route naar de bestemming en over POI s op het kaartscherm te krijgen.... 76, 79, 80, 81 11 Uit Druk op deze toets voor een wijder zicht. Sommige schermtoetsen worden dan niet weergegeven. De oorspronkelijke toetsen verschijnen weer als de toets Aan bediend wordt.... 104 12 Toets Inzoomen Met deze toets kunt u de schaal vergroten.... 33 13 Toets Schermconfiguratie Met deze toets kunt u de schermmodus wijzigen.... 31 14 Toets DISPLAY Met deze toets kunt u het scherm Display weergeven.... 182 15 Toets INFO/TEL Druk op deze toets om het scherm Informatie weer te geven.... 20, 122, 126, 134, 183, 186 16 Afstand en reistijd tot bestemming Geeft de afstand, de geschatte reistijd tot de bestemming en de geschatte aankomsttijd op de plaats van bestemming weer.... 69 17 Symbool RDS -TMC Dit symbool verschijnt als er RDS--TMC--informatie ontvangen wordt.112 18 GPS -merkteken (Global Positioning System) Op het moment dat uw auto GPS--signalen ontvangt, wordt dit teken weergegeven.... 242 13

Scherm Bestemming In het scherm Bestemming kunt u de bestemming kiezen. Druk op de toets DEST om het scherm Bestemming weer te geven. 1 Adres U kunt met behulp van de invoertoetsen de straatnaam en het huisnummer invoeren.43 2 POI U kunt een van de vele POI s selecteren die in de database van het systeem zijn opgeslagen.... 47 3 POI nabij cursor U kunt een bestemming uit de categorie POI s kiezen.... 51 4 Vorige U kunt een bestemming selecteren uit de 100 laatst ingevoerde bestemmingen en met behulp van het vorige startpunt.... 55 5 Geheugen U kunt uit de vastgelegde Geheugenpunten een locatie selecteren. (Zie Vastleggen van geheugenpunten op bladzijde 89 voor meer informatie over het vastleggen van geheugenpunten.)... 54 14

6 Kaart U kunt een bestemming selecteren door eenvoudigweg de locatie op de getoonde kaart aan te raken.... 55 7 Kruispunt U kunt de namen van twee elkaar kruisende straten invoeren. Dit is handig wanneer u niet het precieze adres, maar alleen de buurt weet.... 56 8 Op/afrit autosnelw. U kunt de naam van de op--/afrit invoeren.... 57 9? U kunt op dit scherm de helpfunctie voor het scherm Bestemming bekijken.... 25 10 Toets zoekgebied U kunt het zoekgebied aanpassen door deze toets aan te raken.... 40 11 Toets sneltoegang U kunt een van de 5 vooraf ingevoerde bestemmingen kiezen door het scherm aan te raken. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u de optie Sneltoegang voor elk geheugenpunt activeren. (Zie Wijzigen van geheugenpunten op bladzijde 90 voor meer informatie over het vastleggen van een sneltoegang.)... 43 12 Toets Thuis U kunt een huisadres selecteren zonder dat u telkens het adres hoeft in te voeren. Om deze functie te kunnen gebruiken moet Thuis vastgelegd zijn. (Zie Vastleggen van thuis op bladzijde 95.)... 42 13 Tel.nummer U kunt een bestemming opgeven door een telefoonnummer in te voeren.... 58 14 Coördinaten U kunt een bestemming selecteren door de lengte-- en breedtecoördinaten in te geven.... 58 15

Scherm Menu Dankzij het scherm Menu kan het navigatiesysteem effectief worden gebruikt. Druk op de toets MENU om het scherm Menu weer te geven. 1 Pauzeer begeleiding en Herneem begeleiding Onderbreken en hervatten van de routebegeleiding.... 84 2 Volume Instellen van het volume van de stembegeleiding.... 85 3? U kunt op dit scherm de helpfunctie voor het scherm Menu bekijken.... 25 4 Kaart -DVD Oproepen van informatie over de DVD--versie of het gebied dat de DVD bestrijkt.... 245 5 Kies gebruiker Er kunnen maximaal 3 verschillende instellingen voor verschillende gebruikers worden opgeslagen.... 86 6 Instellen Wijzigen van verschillende instellingen van het navigatiesysteem.... 17, 101 7 Geheugen Wijzigen van geheugenpunten, thuis en te vermijden gebieden. Wissen van het vorige punt.... 88 8 RDS -TMC Instellen van verkeersinformatie.... 112 16

Scherm Instellen U kunt de onderwerpen instellen die op het scherm Instellen worden weergegeven. Druk op de toets MENU en kies Instellen om het menu Instellen op te roepen. 1 Afstand U kunt kiezen uit km en mijl.... 102 2 Geschatte reistijd U kunt instellen of de geschatte reistijd en aankomsttijd op het routebegeleidingsscherm moeten worden weergegeven. 102 3 Layout toetsenbord Wijzigen van de indeling van het toetsenbord.... 103 4 -functie Instellen of elke schermtoets en straatnaam op de kaart moeten worden weergegeven.... 104 5 POI s tonen Op het scherm POI s tonen kunnen 6 verschillende iconen worden weergegeven.... 105 6 3D oriëntatiepunt Aan of Uit zetten van de weergave van het 3D oriëntatiepunt.... 106 17

7 Verkeersmelding Het systeem waarschuwt u voor (seizoensgebonden) verkeersbeperkingen.... 106 8 Tijdzone Selecteren van de gewenste tijdzone.... 107 9 Spraakherkenning dialoog Instellen van spraakherkenning voor de routebegeleiding.... 108 10 Stembegeleiding in alle modi Instellen van stembegeleiding in alle modi.... 108 11 Automat. stembegeleiding Instellen van automatische stembegeleiding.... 109 12 Pop -upbericht Aan of Uit zetten van de weergave van pop--upberichten.... 109 13 IJking Handmatig instellen van het merkteken voor de actuele locatie van de auto of corrigeren van een rekenfout bij het verwisselen van de banden.... 110 14 Stand. Initialiseren van alle instellingen.... 101 15? Bekijken van de helpfunctie voor het scherm Instellen.... 25 18

BASISFUNCTIES BASISFUNCTIES HOOFDSTUK 1 Basisinformatie Opstartscherm... 20 Bediening touchscreen... 21 Invoeren van letters en cijfers/scrollen... 22 Helpfunctie... 25 Bediening kaartscherm... 26 Weergave actuele locatie... 26 Scrollen... 26 Wisselen van scherm... 31 Schaal... 33 Kaartrichting... 34 Voorbeeld bediening navigatiesysteem... 34 Routebegeleiding... 34 Vastleggen van thuis... 36 19

BASISFUNCTIES Opstartscherm Onderhoudsinformatie Het systeem informeert u wanneer bepaalde onderdelen vervangen moeten worden en toont dealerinformatie (indien geprogrammeerd) op het scherm. Wanneer de auto een vooraf ingestelde afstand of voorgeschreven datum voor een periodieke onderhoudscontrole bereikt en het navigatiesysteem in werking is, wordt het scherm Informatie weergegeven. Wanneer het contact in stand ACC of AAN staat, wordt het opstartscherm weergegeven en treedt het systeem in werking. WAARSCHUWING Wanneer de auto stilstaat als het hybridesysteem in werking is <bij draaiende motor>, moet uit veiligheidsoverwegingen altijd de parkeerrem worden geactiveerd. Na een aantal seconden wordt het scherm WAARSCHUWING weergegeven. Het scherm verschijnt niet meer als u de toets Deze boodschap niet meer tonen. hebt gekozen. Dit scherm verdwijnt wanneer het scherm gedurende een aantal seconden niet wordt bediend. Kies Deze boodschap niet meer tonen. om te voorkomen dat dit informatiescherm opnieuw wordt weergegeven. Zie Onderhoudsinformatie op bladzijde 122 voor meer informatie over het vastleggen van onderhoudsinformatie. Lees de instructies en volg deze op. Als u Kaart tonen op het scherm kiest, wordt het kaartscherm weergegeven. 20

BASISFUNCTIES Memo -informatie Dit systeem informeert over geregistreerde memo s. Op de desbetreffende datum verschijnt de memo op het scherm als het navigatiesysteem in werking is. Elke keer als het systeem wordt ingeschakeld, wordt het memo--informatiescherm weergegeven. Bediening touchscreen Bijna alle belangrijke functies van dit systeem kunnen worden bediend door op de toetsen op het touchscreen te drukken. Raak, om beschadiging van het scherm te voorkomen, de gewenste toets licht aan met uw vinger. Als u een toets op het scherm indrukt, klinkt er een piep. Bedien de toetsen op het scherm alleen met uw vinger. INFORMATIE U kunt de actuele memo bekijken door Memo te kiezen. (Zie Wijzigen van een memo op bladzijde 129.) Het scherm verschijnt niet meer als u de toets Deze boodschap niet meer tonen. hebt gekozen. Dit scherm verdwijnt wanneer het scherm gedurende een aantal seconden niet wordt bediend. Kies Deze boodschap niet meer tonen om te voorkomen dat dit informatiescherm opnieuw wordt weergegeven. Zie Kalender met memo op bladzijde 126 voor het vastleggen van memo--informatie. Als het systeem niet reageert op de aanraking van uw vinger, neem uw vinger dan van het scherm en probeer het nogmaals. Niet- verlichte toetsen op het touchscreen kunnen niet worden bediend. Verwijder vingerafdrukken met een brillendoekje. Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen om het scherm te reinigen. Het display kan als het nog koud is iets donkerder worden en de bewegende beelden kunnen dan iets worden vervormd. Bij extreem koud weer is het mogelijk dat de kaart niet wordt weergegeven en dat ingevoerde gegevens worden gewist. Ook is het dan mogelijk dat de toetsen harder moeten worden ingedrukt dan normaal. Wanneer u naar het scherm kijkt door gepolariseerd materiaal zoals een gepolariseerde zonnebril, wordt het scherm mogelijk donker en moeilijk te zien. Kijk in dat geval vanuit een andere hoek naar het scherm, en wijzig de scherminstellingen op het scherm Scherm of zet uw zonnebril af. 21

BASISFUNCTIES Invoeren van letters en cijfers/scrollen Als u zoekt naar een adres of een naam, of als u een memo wilt invoeren, kunt u de letters en cijfers invoeren via het scherm. INFORMATIE U kunt de lay- out van het toetsenbord wijzigen. (Zie bladzijde 103). Invoeren van letters Kies A-Z of om de lettertoetsen weer te geven. Voer de letters in door op de desbetreffende toets te drukken. : Als u deze toets aanraakt, wordt er één letter gewist. Als deze toets vastgehouden wordt, worden er meer letters gewist. Bij sommige invoerschermen kunnen de letters in hoofdletters en kleine letters worden ingevoerd. : Voor het invoeren in kleine letters. : Invoeren van hoofdletters. 22

BASISFUNCTIES Invoeren van cijfers en symbolen Kies 0-9 om de cijfertoetsen en symbooltoetsen op het scherm weer te geven. Oproepen van de lijst Voer de cijfers en symbolen in door op de desbetreffende toetsen te drukken. : Als u deze toets aanraakt, wordt er één letter gewist. Als deze toets wordt vastgehouden, worden er meer letters gewist. Kies Lijst om een adres of naam op te zoeken. Na het invoeren van een deel van het adres of de naam verschijnt er al een lijst op het scherm. Als het aantal alternatieven vier of minder is, wordt de lijst weergegeven zonder dat Lijst gekozen hoeft te worden. : Door deze toets aan te raken, worden er andere symbolen weergegeven. INFORMATIE Het aantal overeenkomende onderwerpen wordt aan de rechterkant van het scherm aangegeven. Als het aantal alternatieven groter is dan 9.999, verschijnt op het scherm. 23

BASISFUNCTIES Scrollen Kies, wanneer een lijst wordt weergegeven, de juiste toets om door de lijst te scrollen. Sorteren U kunt de volgorde van een lijst die op het scherm wordt weergegeven herschikken. TYPE A Naar volgende of vorige pagina. 1. Kies Sorteer op. Naar volgende of vorige onderwerp. Dit symbool geeft aan welk gedeelte van de totale lijst wordt weergegeven. Als rechts naast de naam van het onderwerp verschijnt, past de volledige naam niet op het scherm. Kies om de rest van de naam weer te geven. Bedien om naar het begin van de naam te gaan. 2. Kies de gewenste sorteercriteria. De sorteercriteria zijn als volgt: Afstand: Voor het rangschikken op afstand vanaf uw actuele locatie. Datum: Voor het rangschikken op volgorde van datum. Categorie: Voor het rangschikken op volgorde van categorie. Icoon: Voor het rangschikken op volgorde van icoon. Naam: Voor het rangschikken op volgorde van naam. Eigensch.: Voor het rangschikken op volgorde van eigenschap. 24

BASISFUNCTIES TYPE B Helpfunctie U kunt een uitleg van de functies van de schermen Bestemming, Instellen en Menu bekijken. Sort. op afstand: Voor het sorteren op afstand tot de actuele locatie van de auto. De afstand vanaf de actuele locatie van de auto tot aan de bestemming wordt rechts van de naam weergegeven. Sort. op naam: Voor het sorteren op alfabetische volgorde van de naam. Kies. : Bekijken van de vorige pagina. : Bekijken van de volgende pagina. : Als u wilt terugkeren naar het vorige scherm. 25

BASISFUNCTIES Werking kaartscherm Weergave actuele locatie Scrollen Bij het inschakelen van het navigatiesysteem wordt eerst de actuele locatie weergegeven. Op het scherm verschijnen de actuele locatie van de auto en een kaart met de omgeving. Wanneer u een willekeurig punt op de kaart aanraakt, beweegt dat punt naar het midden van het scherm en wordt het aangegeven met de cursor ( 1 ). De actuele locatie van de auto ( 1 ) wordt weergegeven in het midden of midden onder in het kaartscherm. Afhankelijk van de schaal van de kaart ( 2 ) verschijnt er onder in het scherm een straatnaam. U kunt dit scherm te allen tijde oproepen door op de toets MAP/VOICE te drukken. Tijdens het rijden wordt de actuele locatie van de auto op het scherm weergegeven en beweegt de kaart. De actuele locatie wordt automatisch vastgelegd als uw auto signalen ontvangt van het GPS (Global Positioning System). Als uw actuele locatie niet correct wordt weergegeven, wordt dit automatisch gecorrigeerd als uw auto signalen ontvangt van het GPS (Global Positioning System). Gebruik de scroll--functie om het gewenste punt naar het midden van het scherm te bewegen om een ander punt op de kaart dan de actuele locatie te bekijken. Als u uw vinger onafgebroken op het scherm houdt, zal de kaart in die richting blijven scrollen totdat u uw vinger van het scherm haalt. Afhankelijk van de schaal van de kaart ( 2 ) wordt voor het punt dat wordt aangewezen een straatnaam, naam van een stad, enz. weergegeven. De afstand van de actuele locatie tot wordt ook getoond ( 3 ). Na het verplaatsen van het scherm wordt het scherm vastgezet met de gekozen locatie in het midden, totdat u een andere functie activeert. Het merkteken dat de actuele locatie van uw auto aangeeft, zal zich blijven verplaatsen langs de berekende route en kan mogelijk van het scherm verdwijnen. 26 INFORMATIE Als de 12V- accu losgenomen is geweest, of bij een nieuwe auto, wordt de actuele locatie mogelijk niet goed weergegeven. De actuele locatie wordt automatisch vastgelegd als uw auto signalen ontvangt van het GPS (Global Positioning System). Zie bladzijde 110 om de actuele locatie handmatig te corrigeren.

BASISFUNCTIES Wanneer u op de toets MAP/VOICE drukt, wordt het merkteken dat de actuele locatie van de auto aangeeft, weer in het midden van het scherm weergegeven en beweegt de kaart mee met de route die u aflegt. Invoeren van de cursorpositie als een bestemming U kunt met de scrollfunctie een specifiek punt op de kaart invoeren als bestemming. INFORMATIE Het merkteken kan tijdens het verplaatsen van de kaart van het scherm verdwijnen. Beweeg de kaart met een van de scrolltoetsen of druk op de toets MAP/VOICE om het merkteken in het midden van de kaart weer te geven. Kies Enter. Op het scherm verschijnt de kaart met de geselecteerde bestemming en de voorkeursroute. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) De cursorpositie opslaan als geheugenpunt Het opslaan als geheugenpunt geeft snel toegang tot een specifiek punt. Kies Mark.. 27

BASISFUNCTIES Nadat u de toets Mark. hebt gekozen, verschijnt onderstaande melding gedurende enkele seconden op het scherm, waarna de kaart weer verschijnt. Informatie weergeven over de icoon waarbij de cursor zich bevindt Het geheugenpunt wordt nu op de kaart aangegeven met het symbool. Zie Wijzigen van geheugenpunten op bladzijde 90 voor het wijzigen van de icoon, naam, enz. Er kunnen maximaal 106 geheugenpunten worden opgeslagen. Als u meer dan 106 geheugenpunten wilt opslaan, verschijnt er eerst een mededeling op het scherm. Plaats de cursor op de icoon om de informatie te zien over de icoon die als geheugenpunt is opgeslagen met behulp van de cursor. 28

BASISFUNCTIES INFORMATIE POI Als de cursor op een POI--icoon wordt geplaatst, verschijnen aan de bovenzijde van het scherm de naam en de toets Info. Kies Info. Als er reeds een bestemming is ingevoerd, worden Toev. en Vervang. weergegeven. Toev. : Om een bestemming toe te voegen. Vervang : Om de bestaande bestemmingen te wissen en een nieuwe in te geven. Kies Mark. om dit POI vast te leggen als geheugenpunt. (Zie Vastleggen van geheugenpunten op bladzijde 89.) Als kiest, kan het vastgelegde telefoonnummer worden gebeld. INFORMATIE Het punt dat u gekozen hebt, kan op het scherm worden getoond. (Zie POI s tonen op bladzijde 76.) Op het scherm wordt informatie zoals de naam, het adres, de positie en het telefoonnummer weergegeven. Als u Enter kiest, wordt de cursor ingevoerd als bestemming. 29

BASISFUNCTIES INFORMATIE GEHEUGENPUNT Als de cursor op een geheugenpunt--icoon wordt geplaatst, verschijnen aan de bovenzijde van het scherm de naam en de toets Info. INFORMATIE BESTEMMING Als de cursor op een bestemmingsicoon wordt geplaatst, verschijnen aan de bovenzijde van het scherm de naam en de toets Info. Kies Info. Kies Info. Op het scherm wordt informatie zoals de naam, het adres, de positie en het telefoonnummer weergegeven. Als u Enter kiest, wordt de cursor ingevoerd als bestemming. Als er reeds een bestemming is ingevoerd, worden Toev. en Vervang. weergegeven. Toev. : Om een bestemming toe te voegen. Vervang : Om de bestaande bestemmingen te wissen en een nieuwe in te geven. Kies Bewerk om een geheugenpunt te wijzigen. (Zie Wijzigen van geheugenpunten op bladzijde 90.) Kies Wissen om een geheugenpunt te wissen. Als kiest, kan het vastgelegde telefoonnummer worden gebeld. Op het scherm wordt informatie zoals de naam, het adres, de positie en het telefoonnummer weergegeven. Kies Wissen om een bestemming te verwijderen. Als kiest, kan het vastgelegde telefoonnummer worden gebeld. 30

BASISFUNCTIES Wisselen van scherm U kunt kiezen uit verschillende schermconfiguraties. 1. Kies deze toets om het volgende scherm weer te geven. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen bepaalde schermconfiguratietoetsen niet worden geselecteerd. : Weergeven van het enkele kaartscherm. (Zie bladzijde 32.) : Weergeven van het dubbele kaartscherm. (Zie bladzijde 32.) : Weergeven van het kompasscherm. (Zie bladzijde 33.) : Weergeven van het routeplan. (Zie bladzijde 66.) : Weergeven van het pijlenscherm. (Zie bladzijde 66.) : Weergeven van de autosnelweginformatie. (Zie bladzijde 64.) : Weergeven van het begeleidingsscherm voor kruispunten en autosnelwegen. (Zie bladzijde 65.) 2. Kies een van de volgende toetsen om de gewenste schermconfiguratie te selecteren. 31

BASISFUNCTIES Schermconfiguraties ENKEL KAARTSCHERM Dit is een normaal kaartscherm. Als u op een ander scherm kiest, wordt het enkele kaartscherm weergegeven. DUBBEL KAARTSCHERM Een kaart kan gescheiden worden weergegeven. Als u op een ander scherm kiest, wordt het dubbele kaartscherm weergegeven. Op het scherm wordt een enkele kaart weergegeven. Op het scherm wordt een dubbele kaart weergegeven. De linkerkaart is de hoofdkaart. De rechterkaart kan worden gewijzigd door op een willekeurig punt op de rechterkaart te drukken. Op dit scherm kunnen de volgende procedures worden uitgevoerd. 1. Wijzigen van de schaal van de kaart 2. Weergeven van POI--iconen 3. Tonen RDS--TMC informatie. (Zie bladzijde 112.) 4. Wijzigen van de kaartrichting Kies OK als u de wijziging hebt voltooid. Hierna verschijnt het scherm met de dubbele kaart weer. 32

BASISFUNCTIES KOMPASSTAND De actuele locatie van de auto wordt niet aangegeven met een kaart maar met een kompas. Als u op een ander scherm kiest, wordt het kompasscherm weergegeven. Schaal Op het scherm verschijnen informatie over de bestemming en de actuele locatie en een kompas. Het merkteken voor de bestemming wordt weergegeven in de richting van de bestemming. Controleer tijdens het rijden de lengte-- en breedtecoördinaten en het kompas om er zeker van te zijn dat uw auto in de richting van de bestemming rijdt. INFORMATIE Wanneer de auto uit het dekkingsgebied rijdt, schakelt het begeleidingsscherm over op het kompasscherm. Kies of om de schaal van de getoonde kaart te wijzigen. De horizontale balk onder aan het scherm en de indicator geven de schaal aan. De schaal loopt van 50 m tot 500 km. Kies of totdat de schaal op de gewenste grootte wordt weergegeven. Door uw vinger op de toets te houden gaat de schaal geleidelijk over naar de gewenste grootte. U kunt de gewenste schaal ook instellen door op de balk zelf te drukken. Als verschijnt, kunt u de schaal van de kaart veranderen om de gehele route naar de volgende bestemming op het scherm weer te geven door deze toets aan te raken. De schaal is weergegeven onder het symbool Noorden of Rijrichting links boven in het scherm. INFORMATIE Als de schaal maximaal is (500 km), wordt niet weergegeven. Als de schaal minimaal is (50 m), wordt niet weergegeven. 33

BASISFUNCTIES Kaartrichting U kunt de oriëntatie van de kaart wijzigen van Noorden boven naar Rijrichting boven door de toets links boven in het scherm te kiezen. Voorbeeld bediening navigatiesysteem Routebegeleiding Als u met behulp van POI een bestemming opgeeft, wordt u naar de bestemming begeleid. Kies of. Noorden boven 1. Druk op de toets DEST. Rijrichting boven Noorden boven Het noorden is altijd boven, onafhankelijk van de bewegingsrichting van de auto. Rijrichting naar boven 2. Kies POI. INFORMATIE U kunt op 13 verschillende manieren naar bestemmingen zoeken. (Zie Zoeken van bestemming op bladzijde 40.) De rijrichting is altijd naar boven. Het rode pijltje geeft het noorden aan. 34

BASISFUNCTIES 3. Voer de naam van de bestemming in. Bij elke letter die u invoert, wordt de keuze beperkt. De letters die niet beschikbaar zijn in de database, worden gedimd weergegeven. Wanneer er niet meer dan vier onderwerpen zijn, worden deze in een lijst weergegeven. Zelfs als u een onvolledige naam invoert, verschijnt de lijst als u Lijst kiest. 5. Kies Enter. Het systeem zoekt de route en geeft de geadviseerde routes weer. 4. Selecteer de bestemming uit de getoonde lijst. 35

BASISFUNCTIES Vastleggen van thuis Als uw huisadres geregistreerd is, kunt u de toets Thuis op het scherm Bestemming gebruiken. (Zie Zoeken van bestemming met behulp van thuis op bladzijde 42.) 1. Druk op de toets MENU. 6. Kies Begeleid.. De routebegeleiding start. U wordt zowel via het scherm als door een stem begeleid. (Zie Routebegeleidingsscherm en Specifieke stembegeleidingstermen op bladzijde 64 en 67.) 2. Kies Geheugen. INFORMATIE U kunt de route wijzigen. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) 3. Kies Vastleg.. 4. Kies Adres. 36

BASISFUNCTIES 5. Voer de straatnaam in. Bij elke letter die u invoert, wordt de keuze beperkt. De letters die niet beschikbaar zijn in de database, worden gedimd weergegeven. Wanneer er niet meer dan vier onderwerpen zijn, worden deze in een lijst weergegeven. Zelfs als u een onvolledige naam invoert, verschijnt de lijst als u Lijst kiest. 6. Selecteer de straatnaam uit de getoonde lijst. 7. Voer het huisnummer in. 8. Kies Enter. Het vastleggen van het huisadres is voltooid en het scherm Geheugenpunten verschijnt. 37

BASISFUNCTIES De geregistreerde informatie voor Thuis verschijnt. U kunt de icoon, de sneltoegang, de naam, de locatie en het telefoonnummer van de bestemming wijzigen. (Zie Wijzigen van geheugenpunten op bladzijde 90.) 38

ZOEKEN VAN BESTEMMING ZOEKEN VAN BESTEMMING HOOFDSTUK2 Zoeken van bestemming... 40 Selecteren van het zoekgebied... 40 Zoeken van bestemming met behulp van thuis... 42 Zoeken van bestemming met behulp van sneltoegang... 43 Zoeken van bestemming met behulp van adres... 43 Zoeken van bestemming met behulp van POI... 47 Zoeken van bestemming met behulp van POI nabij cursor... 51 Zoeken van bestemming met behulp van geheugen... 54 Zoeken van bestemming met behulp van vorige bestemming.. 55 Zoeken van bestemming met behulp van kaart... 55 Zoeken van bestemming met behulp van kruispunt... 56 Zoeken van bestemming met behulp van oprit/afrit autosnelweg 57 Zoeken van bestemming met behulp van coördinaten... 58 Zoeken van bestemming met behulp van telefoonnummer... 58 Starten van routebegeleiding... 59 : Point of Interest (nuttig adres) 39

ZOEKEN VAN BESTEMMING Zoeken van bestemming Selecteren van het zoekgebied SELECTEREN VAN HET ZOEKGEBIED OP HET SCHERM BESTEMMING 1. Druk op de toets DEST. Druk op de toets DEST. 2. Kies de toets voor het zoekgebied op het scherm Bestemming om een kaart van Europa op te roepen. Het zoekgebied is afhankelijk van de kaart -DVD die in het navigatiesysteem is geplaatst. (Zie voor database--informatie en updates Database--informatie kaart en updates op bladzijde 244.) U kunt op 12 verschillende manieren naar uw bestemming zoeken. (Zie bladzijde 42 t/m 58.) INFORMATIE Tijdens het zoeken naar de bestemming is de reactie van de schermtoetsen mogelijk traag. 3. Kies de toets van het land dat u wilt selecteren. 4. Nadat u OK hebt gekozen, keert het scherm Bestemming terug. 40

ZOEKEN VAN BESTEMMING SELECTEREN VAN HET ZOEKGEBIED OP HET INVOERSCHERM Om een adres, POI, op--/afrit autosnelweg, kruispunt of telefoonnummer in een ander zoekgebied te kunnen selecteren, moet het zoekgebied worden gewijzigd. 1. Kies op het invoerscherm de toets voor het zoekgebied om een kaart van Europa op te roepen. Het zoekgebied is afhankelijk van de kaart -DVD die in het navigatiesysteem is geplaatst. (Zie voor database--informatie en updates Database--informatie kaart en updates op bladzijde 244.) 2. Kies de toets van het land dat u wilt selecteren. 3. Nadat u OK hebt gekozen, keert het vorige scherm terug. Toets A AND B BG CH CZ D DK E EST F FIN FL GR H HR I IRL L LT LV MC N NL P PL RO RSM S SK SLO Landen Oostenrijk 1 Andorra België Bulgarije Zwitserland 1 Tsjechië Duitsland Denemarken Spanje 2 Estland Frankrijk 3 Finland Liechtenstein Griekenland Hongarije Kroatië Italië 4 Ierland Luxemburg Litouwen Letland Monaco Noorwegen Nederland Portugal Polen Roemenië San Marino Zweden Slowakije Slovenië 41

ZOEKEN VAN BESTEMMING Toets TUR UK V Turkije Landen Verenigd Koninkrijk Vaticaanstad 1 : Inclusief Liechtenstein 2 : Inclusief Andorra 3 : Inclusief Andorra en Monaco 4 : Inclusief San Marino en Vaticaanstad Zoeken van bestemming met behulp van thuis 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies de toets Thuis op het scherm Bestemming. Op het scherm verschijnt de kaart met uw huis en de wegvoorkeur. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Om deze functie te kunnen gebruiken moet Thuis vastgelegd zijn. (Zie voor het vastleggen van de bestemming Thuis bladzijde 95.) 42

ZOEKEN VAN BESTEMMING Zoeken van bestemming met behulp van sneltoegang 1. Druk op de toets DEST. Zoeken van bestemming met behulp van adres Er zijn twee manieren om de bestemming in te voeren met behulp van een adres. 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies Adres op het scherm Bestemming. 2. Kies een van de snelzoektoetsen op het scherm Bestemming. Op het scherm verschijnt de kaart met de geselecteerde snelzoekbestemming en de wegvoorkeur. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u de optie Sneltoegang voor elk geheugenpunt activeren. (Zie bladzijde 92 voor het vastleggen van sneltoegangen.) 43

ZOEKEN VAN BESTEMMING (a) Invoeren van een straatnaam 1. Voer de straatnaam in. 3. Selecteer de gewenste stad of voer hem in. Naam invoeren: Verkleinen van de lijst door de naam van de stad in te voeren. 2. Kies de gezochte straatnaam. Op het scherm verschijnt de kaart met de geselecteerde bestemming en de voorkeursroute. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Als dezelfde straat in meerdere steden voorkomt, verschijnt op het scherm een lijst met deze steden. 4. Voer het huisnummer in. Als er een lijst huisnummers op het scherm verschijnt, kunt u een deel van de lijst selecteren. Als dezelfde straat in meerdere steden voorkomt, verschijnt op het scherm een lijst met deze steden. 44

ZOEKEN VAN BESTEMMING (b) Selecteren van de stad die gezocht moet worden INVOEREN VAN DE STADSNAAM 1. Kies Stad invoeren. Kies Stad. 2. Voer de stadsnaam in. Om op stad te zoeken zijn er vier mogelijkheden. 1. Voer de stadsnaam in 2. Kies een van de 5 dichtstbijzijnde steden 3. Voer de postcode in 4. Kies een van de laatste 5 steden INFORMATIE U kunt het zoekgebied aanpassen door Zoektocht zone te kiezen. Kies Alle steden om het invoeren van de stad te beëindigen. 3. Kies de toets van de gezochte stad in de weergegeven lijst. : Om de geselecteerde bestemming en de voorkeursroute weer te geven. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Het actuele scherm verandert in het scherm waar de straatnaam kan worden ingevoerd. Na het invoeren van de straatnaam verschijnt mogelijk een scherm waarin het huisnummer kan worden ingevoerd of verschijnt een kaart. 45

ZOEKEN VAN BESTEMMING KIEZEN UIT DE 5 DICHTSTBIJZIJNDE STEDEN 1. Kies 5 dichtstbijzijnde steden. INVOEREN VAN DE POSTCODE 1. Kies Postcode invoeren. 2. Kies de toets van de gezochte stad in de weergegeven lijst. Het actuele scherm verandert in het scherm waar de straatnaam kan worden ingevoerd. Na het invoeren van de straatnaam verschijnt mogelijk een scherm waarin het huisnummer kan worden ingevoerd of verschijnt een kaart. 2. Voer de postcode in. 3. Kies de toets van de gezochte postcode in de weergegeven lijst. Het actuele scherm verandert in het scherm waar de straatnaam kan worden ingevoerd. Na het invoeren van de straatnaam verschijnt mogelijk een scherm waarin het huisnummer kan worden ingevoerd of verschijnt een kaart. 46

ZOEKEN VAN BESTEMMING Zoeken van bestemming met behulp van POI KIEZEN UIT DE 5 LAATSTE STEDEN 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies POI op het scherm Bestemming. Kies de gezochte stad. Als het navigatiesysteem nooit is gebruikt, worden er geen steden op het scherm weergegeven. Het actuele scherm verandert in het scherm waar de straatnaam kan worden ingevoerd. Na het invoeren van de straatnaam verschijnt mogelijk een scherm waarin het huisnummer kan worden ingevoerd of verschijnt een kaart. 3. Voer de naam in van het gezochte POI. 4. Kies de gezochte bestemming. Op het scherm verschijnt de kaart met de geselecteerde bestemming en de voorkeursroute. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Als u de naam van een specifiek POI invoert en er meer dan twee adressen zijn met dezelfde naam, verschijnt er een lijst op het scherm. 47

ZOEKEN VAN BESTEMMING (a) Selecteren van de stad die gezocht moet worden Kies de gezochte bestemming. Als dezelfde naam in meerdere steden bestaat, kunt u uw bestemming gemakkelijker opzoeken met de toetsen Stad en Categorie. (Zie (a) Selecteren van de stad die gezocht moet worden op bladzijde 48 en (b) Selecteren uit de categorieën op bladzijde 51.) INFORMATIE Het punt dat u gekozen hebt, kan op het scherm worden getoond. (Zie POI s tonen op bladzijde 76.) Kies Stad. Om op stad te zoeken zijn er vier mogelijkheden. 1. Voer de stadsnaam in 2. Kies een van de 5 dichtstbijzijnde steden 3. Voer de postcode in 4. Kies een van de laatste 5 steden INFORMATIE U kunt het zoekgebied aanpassen door Zoektocht zone te kiezen. Kies Alle steden om het invoeren van de stad te beëindigen. 48

ZOEKEN VAN BESTEMMING INVOEREN VAN DE STADSNAAM 1. Kies Stad invoeren. KIEZEN UIT DE 5 DICHTSTBIJZIJNDE STEDEN 1. Kies 5 dichtstbijzijnde steden. 2. Voer de stadsnaam in. 2. Kies de gezochte stad. 3. Kies de toets van de gezochte stad in de weergegeven lijst. 49

ZOEKEN VAN BESTEMMING INVOEREN VAN DE POSTCODE 1. Kies Postcode invoeren. KIEZEN UIT DE 5 LAATSTE STEDEN 2. Voer de postcode in. Kies de gezochte stad. Als het navigatiesysteem nooit is gebruikt, worden er geen steden op het scherm weergegeven. 3. Kies de toets van de gezochte postcode in de weergegeven lijst. 50

(b) Selecteren uit de categorieën ZOEKEN VAN BESTEMMING Zoeken van bestemming met behulp van POI nabij cursor De bestemming kan worden ingevoerd door de categorie POI s te selecteren en door zoekpunten te selecteren. 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies de toets POI nabij cursor op het scherm Bestemming. Kies Categorie. Als de gewenste categorie POI s op het scherm is verschenen, kies dan de naam om een gedetailleerde lijst van de categorie op het scherm op te roepen. Als de gewenste categorie POI s niet op het scherm is verschenen, kies dan Lijst alle categorieën om alle categorieën POI s weer te geven. 3. Voer het zoekpunt op de volgende manier in: 1. Voer het stadscentrum in 2. Geef de actuele locatie op als zoekpunt 3. Geef het zoekpunt in via het kaartscherm 4. Geef het zoekpunt in vanaf elke willekeurige bestemming Het is mogelijk de namen weer te geven van de POI s die zich binnen ongeveer 30 km van het geselecteerde zoekpunt bevinden. Als u de gezochte categorie kiest, verschijnt de lijst POI s of het scherm waar u de naam van het POI kunt invoeren. 51

ZOEKEN VAN BESTEMMING INVOEREN VAN HET STADSCENTRUM 1. Kies Voer stadscentrum in. INVOEREN VAN DE ACTUELE LOCATIE ALS ZOEKPUNT Kies Huidige positie. Het zoekpunt wordt op de actuele locatie ingesteld en het scherm POI bij cursor wordt weergegeven. INVOEREN VAN HET ZOEKPUNT VIA HET KAARTSCHERM 1. Kies Kaart. 2. Voer de naam van het stadscentrum in. 3. Kies het gewenste stadscentrum. Kies een van de pijlen om de kaart in de desbetreffende richting te verplaatsen. Het verplaatsen stopt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. 2. Kies Enter. Het zoekpunt is nu ingevoerd en het scherm POI bij cursor verschijnt. Kies een van de pijlen om de kaart in de desbetreffende richting te verplaatsen. Het verplaatsen stopt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. 4. Kies Enter. Het zoekpunt is nu ingevoerd en het scherm POI bij cursor verschijnt. 52

ZOEKEN VAN BESTEMMING INVOEREN VAN HET ZOEKPUNT VIA WILLEKEURIGE BESTEMMINGEN 1. Kies de toetsen voor de bestemming aan de onderzijde van het scherm. Zoeken van POI s bij het zoekpunt Wanneer het zoekpunt is ingevoerd, verschijnt het scherm POI bij cursor. Kies een van de pijlen om de kaart in de desbetreffende richting te verplaatsen. Het verplaatsen stopt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. 2. Kies Enter. Het zoekpunt is nu ingevoerd en het scherm POI bij cursor verschijnt. Selecteer de gewenste categorieën POI s. Lijst: Als de gewenste categorieën POI s al zijn geselecteerd, wordt een lijst van POI s weergegeven uit de geselecteerde categorieën. De icoon van de geselecteerde categorie wordt links boven in het scherm weergegeven. Als de gewenste categorie POI s niet op het scherm is verschenen, kies dan Lijst alle categorieën om alle categorieën POI s weer te geven. Selecteer de gewenste categorieën POI s in de lijst en kies OK. De icoon van de geselecteerde categorie wordt links boven in het scherm weergegeven. 53

ZOEKEN VAN BESTEMMING Zoeken van bestemming met behulp van geheugen 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies Geheugen op het scherm Bestemming. Uw lijst van geregistreerde geheugenpunten wordt weergegeven. (Zie Geheugen op bladzijde 88 voor het opslaan en wijzigen van geheugenpunten.) Cat. selecteren: Om naar het keuzescherm voor de categorieën POI s terug te keren. Lijst tonen: Weergeven van de lijst met POI s in de geselecteerde categorieën. 3. Kies het gezochte geheugenpunt. Op het scherm verschijnt de kaart met de geselecteerde bestemming en de voorkeursroute. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Als u de toets van het gewenste onderwerp kiest, verschijnt de kaart van de bestemming op het scherm met de voorkeursroute. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) De pijlen die de richting van de POI s aangeven, verschijnen alleen wanneer uw actuele locatie als zoekpunt is ingevoerd. Op route: Als dit controlelampje gaat branden als de toets wordt ingedrukt, wordt de lijst gezochte onderwerpen langs de route weergegeven. 54

Zoeken van bestemming met behulp van vorige bestemming 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies Vorige op het scherm Bestemming. ZOEKEN VAN BESTEMMING Zoeken van bestemming met behulp van kaart 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies Kaart op het scherm Bestemming. De voorgaande bestemmingen, tot maximaal 100 stuks, worden op het scherm weergegeven. 3. Kies de gezochte bestemming. Op het scherm verschijnt de kaart met de geselecteerde bestemming en de voorkeursroute. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Het scherm verandert en geeft de kaart aan die werd weergegeven voordat de bestemming werd ingevoerd, met de wegvoorkeur. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) INFORMATIE U kunt de lijst met vorige bestemmingen wissen. (Zie Wissen van vorige punten op bladzijde 100.) 55

ZOEKEN VAN BESTEMMING Zoeken van bestemming met behulp van kruispunt 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies Kruispunt op de tweede pagina van het scherm Bestemming. 3. Voer de naam in van de twee kruisende straten, vlak bij de bestemming die moet worden gevonden. Als dezelfde straten elkaar op meer dan 1 kruispunt kruisen, wijzigt het scherm en geeft dit het menu weer waarin de stadsnaam gekozen kan worden waar de straten kruisen. Kies de stad en de kaart met de geselecteerde bestemming en de wegvoorkeur. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) 4. Kies de toets voor het gewenste onderwerp. Na het invoeren van de twee elkaar kruisende straten, verschijnt de kaart van de bestemming op het scherm met de wegvoorkeur. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) 56

Zoeken van bestemming met behulp van oprit/afrit autosnelweg ZOEKEN VAN BESTEMMING 1. Druk op de toets DEST. 2. Kies voor het invoeren van een oprit/ afrit van een autosnelweg de toets Op -/ afrit autosnelw. op de tweede pagina van het scherm Bestemming. Vul bij het invoeren de complete naam in. 5. Kies de gezochte oprit of afrit. Op het scherm verschijnt de kaart met de geselecteerde bestemming en de voorkeursroute. (Zie Starten van routebegeleiding op bladzijde 59.) Naam invoeren: Wanneer u deze toets kiest en een naam invoert, verschijnt er een lijst op het scherm. 3. Selecteer de gewenste autosnelweg met behulp van de bijbehorende toets. 4. U kunt of een oprit of een afrit van een autosnelweg selecteren. 57