MINOR SUS MINOR SUSTAINABLE BUILDING TECHNOLOGY PROJECT 4 CIRCULAIR ONTWERP Modulecode: Modulehouder: Publicatiedatum: Studiejaar; -last: Opleiding: Verbonden lectoraat: IGO PR4 02 Arjan Karssenberg oktober 2017 2017-2018; 5 ECTS / 140u IGO-bouwkunde sustainable building technology
1. Onderwijs inhoud... 3 1.1. Contet en opbouw... 3 1.2. Kennisgestuurd... 4 1.3. Praktijkgestuurd... 4 2. Werkwijze en ondersteuning... 4 2.1. Lesprogramma... 4 2.2. Begeleiding en werkvorm... 4 2.3. Literatuur e.d.... 4 2.4. Uitvoering opdrachten... 5 3. Beoordeling... 5 3.1. Beoordelingsprocedure... 5 3.2. Herkansingsregeling... 5 3.3. Fraude & Plagiaat... 5 4. Organisatie... 6 4.1. Module-informatie... 6 4.2. Studiebelasting... 6 4.3. Werkafspraken... 6 4.4. Inleverdata... 6 4.5. Klachten... 6 5. Verantwoording, Competenties... 6 blad 2
1. Onderwijs inhoud 1.1. Contet en opbouw DE MINOR Duurzaamheid is een essentieel onderdeel van de bouwkunde. Het staat aan de basis van ruimtelijke ordening, architectuur, bouwtechniek, constructies, gebouwinstallaties en de uitvoering. In de minor worden concepten ontwikkeld voor integraal bouwkundige, installatietechnische en constructieve oplossingen. We zoeken naar manieren om gebouwen meer leefbaar, milieubewust, energiezuinig, herbruikbaar, zelfvoorzienend of energieleverend te maken. Daarbij wordt aandacht besteed aan de bijzondere detaillering met duurzame materialen, noodzakelijk voor de realisering van de etreem duurzame concepten. Gezocht wordt naar oplossingen met circulaire grondstoffen, zowel voor water en energie als voor bouwmaterialen. Projecten worden in ateliers uitgevoerd (soms als pressure cookers) op het gebied van innovatieve concepten voor nieuwbouw, herstructurering, renovatie en herbestemming. Ook is er een internationaal project, waarbij in andere maatschappelijke en klimatologische omstandigheden innovatieve oplossingen ontwikkeld moeten worden. BREDER VERBAND: Binnen de minor DBO leren toekomstige bouwtechnici, installatietechnici, bouwfysici en duurzaamheidadviseurs integrale adviezen op te stellen en deze vervolgens bouwtechnisch uit te werken. Ook leren ze duurzaamheid te integreren en wordt hun kennis verruimd naar verwante vakgebieden. Dit wordt versterkt door het projectmatig werken aan de projecten. JOUW EIGENSCHAPPEN: Een brede blik en creatief kunnen nadenken over je eigen vak. Inventief en gevoelig voor wat anderen willen en ook voor wat je zelf wilt bereiken. Samenwerken, bruggen slaan als er verschillen van inzicht zijn, standpunten helder onder woorden en in beeld kunnen brengen. Je weet dat andere disciplines voor de ontwikkeling van de bouwtechniek van belang zijn en weet daarvan zinvol gebruik te maken. Samenwerken en met anderen je doelen weten te bereiken is belangrijk. OPBOUW EN TWEEDE KWARTAAL: De minor bestaat uit twee kwartalen. Zowel het eerste als het tweede kwartaal bestaat uit drie cursussen en 2 projecten. De cursussen worden op maandag en dinsdag gegeven (week 1, 5 en 9) en vragen ruim 2 dagen totale studietijd. De projecten in 2 pressure cookers, full time, week 2-4 en week 6-8. Het tweede kwartaal bestaat uit de cursussen introductie sustainability (SUSb, 3ECTS), duurzaam detailleren (DET, 2ECTS) en lectures (LEC, 2ECTS). De projecten worden na elkaar gegeven, zodat je altijd maar aan 1 project tegelijk werkt. PROJECT CIRCULAIR PLAN (PR4): In het vierde project wordt gewerkt aan het uitwerken van een concept tot een circulair ontwerp voor een gegeven casus. Circulaire concepten worden samengevoegd tot een totaal en realistisch plan. Het project wordt afgerond met rapportages en presentaties. blad 3
1.2. Kennisgestuurd STUDIE: Het studie-onderdeel bestaat uit het bestuderen van de opgegeven casus, samen met de opgegeven literatuur en artikelen. Van de casus-studie en artikelen worden door alle studenten zelfgemaakte verslagen/samenvattingen gemaakt, die onderdeel worden van de rapportage. 1.3. Praktijkgestuurd De opdracht wordt in een apart opdracht-document beschreven, compleet met de casus, doel(en) en fases. AFSLUITING: Het eindresultaat van het project bestaat uit één allesomvattende rapportage met tekeningen (factsheets), berekeningen, metingen en een eindpresentatie van het project: - het rapport moet gekozen oplossingen beoordelen op de visie/randvoorwaarden; - van het project moeten complete tekeningen worden gemaakt en toegelicht met concept-tekeningen, schemas en (kosten)berekeningen; - de mate van duurzaamheid/circulariteit en uitvoerbaarheid/toepasbaarheid moet uitvoerig worden behandeld; - het rapport moet een bondige onderbouwing geven van de gemaakte keuzes en afwegingen, alternatieven zijn vermeld en als minder interessant aangetoond; - het rapport en de presentatie moet een professionele uitstraling hebben, passend bij laatste-jaars studenten; - alle stukken in het rapport moeten voldoen aan de in de praktijk gangbare eisen (zoals de afgelopen studiejaren geleerd); - als het eindresultaat niet voldoet aan bovenstaande voorwaarden wordt deze niet in behandeling genomen. 2. Werkwijze en ondersteuning 2.1. Lesprogramma Het programma wordt in een apart programma-document beschreven. Zie voor de opdrachten ook 2.4. Uitvoering opdrachten. Deelname/aanwezigheid bij alle projectdagen is verplicht. Voor afwezigheid zie 4.3. Werkafspraken. 2.2. Begeleiding en werkvorm De begeleiding vindt plaats conform opdracht-document; werkvorm staat beschreven in het programmadocument. 2.3. Literatuur e.d. Voor studie voor het cursusdeel wordt een literatuurlijst op de website gezet. Hierin staat aangegeven van welke literatuur en artikelen kennis genomen moet worden: www.duurzaamibo.wordpress.com. Verplichte literatuur: Architectuur als klimaatmachine, Dobbelsteen e.a. ISBN 9789461057266 Duurzame ideeen & DCBA Methodiek, Peter Teeuw e.a, ISBN 978-94-6104-009-1 Energie vademecum, Boom, ISBN 978-94-6104-02-2, voor studenten gratis, Aeneas.nl Aanvullende literatuur/leermiddelen: Artikelen, zie www.duurzaamibo.wordpress.com. Werkmodellen (zie N@tschool): Technisch tekenen en Verslaglegging Modulewijzer, zie www.duurzaamibo.wordpress.com. blad 4
2.4. Uitvoering opdrachten Alle rapportage uitvoeren op A3 en gebundeld inleveren. 3. Beoordeling 3.1. Beoordelingsprocedure STUDIEPUNTEN EN LENGTE De lengte zie lesprogramma. Aan het einde wordt de eindpresentatie gegeven en wordt dit samen met het eindrapport (waarin alle fases) beoordeeld. Bij totaal eindresultaat van een 5,5 of hoger worden 5 ects. toegekend. Het is niet mogelijk voor onderdelen van het vak ects te behalen. PROJECT De beoordeling heeft betrekking op de volgende onderdelen: a. is het eindresultaat volledig (COMPLEET) b. zijn gemaakte keuzes voldoende toegelicht, alternatieven afgewogen (VERDEDIGBAAR) c. zijn de voorgestelde oplossingen niet tegenstrijdig (BRUIKBAAR) en passen ze bij jullie opgestelde visie (VERDEDIGBAAR) d. is er een basis voor het uitwerken van het concept tot een concreet plan (BRUIKBAAR) e. is de eindpresentatie met de factsheets en de rapportage compleet en professioneel (COMPLEET) f. is inzet en inbreng zodanig geweest dat je onmisbaar was in het proces en in je aandeel in het eindresultaat (INZET) g. heb je gewerkt op niveau 3 van de competenties (zie hfdst. 5) Alleen projecten conform voorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 3 worden in behandeling genomen. EINDCIJFER Het eindcijfer, op basis waarvan de studiepunten worden toegekend, wordt bepaald aan de hand van de bovengenoemde onderdelen a-g. Het eindcijfer is 2 weken na het inleveren van het eindrapport en de individuele verslagen bekend. Randvoorwaarden beoordeling: 1. Er bestaat aanwezigheidsplicht voor de student. Zie 4.3. Werkafspraken; 2. De docent zal in de verslaglegging reageren op de taalvaardigheid (grammatica en spelling) van de student. Indien nodig zal bijscholing worden opgelegd. 3.2. Herkansingsregeling Herkansing: Bij onvoldoende eindcijfer kom je in aanmerking voor een herkansingsopdracht. Herkansing zal tijdens de beoordeling van de eindpresentatie worden besproken. De herkansingsopdracht zal 2 weken na de eindpresentatie moeten worden ingeleverd. Becijfering van de module vindt uiterlijk plaats in week 9 van het kwartaal. Op dat moment is ook bekend wie in aanmerking komt voor een herkansing en wanneer die gereed moet zijn. Dit wordt bekend gemaakt tijdens de beoordeling van de eindpresentatie. Het behaalde cijfer wordt ingeleverd op het bedrijfsbureau en verwerkt in Osiris. De herkansing wordt in principe binnen 10 werkdagen beoordeeld. Resultaten worden bekend gemaakt in Osiris. 3.3. Fraude & Plagiaat Fraude is als de student probeert de inhoudelijke beoordeling op onrechtmatige wijze te beïnvloeden. Onder fraude wordt eveneens verstaan als de student een andere student in de gelegenheid stelt onderdelen van zijn of haar werk over te nemen. De ingeleverde uitwerkingen van de projecten kunnen worden gescand op plagiaat. Onder plagiaat verstaat het instituut: het letterlijk overnemen van teksten zonder correcte bronvermelding. Bij constatering van fraude en/of plagiaat wordt de Eamencommissie IGO direct geïnformeerd met het verzoek tot het nemen van een maatregel. Na een hoorzitting legt de Eamencommissie IGO een maatregel op die bindend is. Voor de juistheid wordt verwezen naar artikel 9.5 van de Hogeschoolgids van het instituut IGO. blad 5
4. Organisatie 4.1. Module-informatie Modulecode & naam Minor Aantal studiepunten Modulehouder Begeleiders 4.2. Studiebelasting : IGO PR4 02, circulair ontwerp : Sustainable Building Technology : 5 ECTS : Arjan Karssenberg : R. Looman, D. Tegelbeckers en A.J. Karssenberg Studenttaken (toets, portfolio, opdrachten, eindrapport en presentatie) 5 ECTS 5 ECTS = 5 28 uur = 140u per student Project: Verplichte start-symposium bijeenkomsten (8 uur) 8 Projectwerk 3 w a 40 uur 120 presentaties (12 uur) 12 Totaal 140 4.3. Werkafspraken Deelname houdt in dat alle dagen op het atelier gewerkt wordt. Op het prikbord wordt de aanwezigheid dagelijks bijgehouden. Aanwezigheid van 90% is verplicht. Studenten die meer dan 1 dagdeel ongeoorloofd afwezig zijn tekenen zich hierbij automatisch uit, en zullen het project in zijn geheel moeten overdoen. Afwezigheid altijd vooraf bij docent melden. Elke week dient voor de lessen de in het lesprogramma genoemde studiewerk gedaan te zijn en literatuur doorgenomen te zijn en daarvan samenvattingen gemaakt. 4.4. Inleverdata Wk Product Inleveren: 5/6/7 Zie programma-document 8 Projectboek (+ presentatie en pers. verslag) eind week 8 Te laat inleveren sluit je uit van de beoordeling. 4.5. Klachten Het Instituut voor de Gebouwde Omgeving hanteert het reglement klachtenregeling. Deze klachtenregeling is verwoord in de bijlage van de Hogeschoolgids van het Instituut IGO. Is er een klacht over een tentamen of eamen dan dient de student de klacht eerst te bespreken met de uitvoerende docent en modulehouder/onderwijsmanager. Leidt die bespreking niet tot een oplossing, dan bestaat de mogelijkheid in beroep te gaan bij de Eamencommissie IGO (zie hiervoor artikel 3 van het reglement klachtenregeling). Het beroepschrift dient geadresseerd te zijn aan de voorzitter van de eamencommissie en wordt ingeleverd bij het Bedrijfsbureau IGO. 5. Verantwoording, Competenties De carrière van een duurzaam integraal bouwtechnicus kan zich afspelen op alle vlakken van de bouwkunde, binnen alle disciplines van de bouw. Dat kan zijn binnen de organisatie van een architectenbureau in de vorm van projectleider, de technische en organisatorische spil bij de uitwerking en vertaling naar de uitvoering van een architectonisch ontwerp, of als duurzaamheidsepert van een raadgevend ingenieursbureau of van een bouwbedrijf. Maar ook bij duurzaamheids-adviseurs kan men ingezet worden om integrale duurzaamheidsscans voor projecten uit te voeren en innovatieve oplossingen aan te dragen. Juist de combinatie van kennis op het gebied van bouwtechniek en integrale duurzaamheid maakt je een gewilde en bijzondere specialist! blad 6
Bijlage: toetsmatrijs: Taonomie A Kennis B Begrip C Toepassen D Probleem oplossen Leerdoelen of beroepsproducten ontwerpen (BBE2.3) en specificeren (BBE3.1) van een duurzaam concept; compleet en bruikbaar toetsen (BBE6.1) van een concept op randvoorwaarden; verdedigbaar onderzoek (BBE7.1) naar de meest passende oplossing met een onderzoekende houding (BBE7.4); verdedigbaar informatie overbrengen (BBE8.1) en effectief samenwerken (BBE8.3); inzet proces sturen (BBE9.1), innoveren door te zoeken naar vernieuwende, etreem duurzame oplossingen (BBE9.3) en projectmatig werken (BBE9.4); inzet Punten totaal 50 25 25 Punten totaal 100 SUSateliers, 170821 blad 7