Wat hebben gezinnen nodig om menswaardig te participeren aan onze maatschappij? Garandeert je OCMW een menswaardig inkomen? Bérénice Storms & Karel Van den Bosch Katholieke Hogeschool Kempen & Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck Leuven, 12 februari 2011 SITUERING EN VERANTWOORDING Inkomensbescherming in België: Bovenwettelijke en privé-verzekeringen Sociale verzekeringen Minimale voorzieningen Minimumuitkeringen sociale zekerheid Gewaarborgde minimuminkomens Individuele bijstand Recht op maatschappelijke integratie (Leefloonwet) Recht op maatschappelijke dienstverlening Geldelijke materiële hulpverlening Niet-geldelijke materiële hulpverlening Immateriële hulpverlening 1
Recht op maatschappelijke dienstverlening: ruime en discretionaire opdracht Gevolg: Grote ongelijkheden tussen de verschillende OCMW s Lappendeken aan steunnormen Aanvullende steun Percentage van de OCMW s dat aanvullende financiële steun verleent aan: Vl Kempen Cliëntsiuatie A (vrouw, relatiebreuk) 71,2 69,2 Cliëntsiuatie B (koppel, ziektekosten) 76,5 80,8 Cliëntsiuatie C (koppel + kinderen) 81,7 76,9 Cliëntsiuatie D (asielzoeker) 55,6 46,2 Cliëntsiuatie E (langdurig werkloze) 64,6 61,5 Cliëntsiuatie F (vrouw, kachel) 62,4 65,4 Cliëntsiuatie G (student, messenset) 64,2 80,8 Bron: Van Mechelen, N., Bogaerts,K., 2008, aanvullende steun in Vlaamse OCMW s, CSB-Berichten, juni 2008 Storms, B., 2008, Menselijke waardigheid en aanvullende steun in de Kempen, Geel: KHK 2
Aanvullende steun: omvang Cliënt A (vrouw, relatiebreuk) 6 15 Cliënt B (koppel, ziektekost) 15 50 Cliënt C (koppel + kinderen) 16 15 Cliënt D (asielzoeker) 6 16 Cliënt E (langdurig werkloze) 4 15 Cliënt F (vrouw, kachel) 4 15 Cliënt G (student, messenset) 4 15 Minimum Maximum Mediaan 1 084 256 982 426 860 612 1 238 1132 515 277 825 256 615 284 173 195 190 209 235 250 249 882/101 163 192 150 181 135 142 Bron: Van Mechelen, N., Bogaerts,K., 2008, aanvullende steun in Vlaamse OCMW s, CSB-Berichten, juni 2008 Storms, B., 2008, Menselijke waardigheid en aanvullende steun in de Kempen, 2008, Geel: KHK PROBLEEMSTELLING Vraagstelling: Hoeveel middelen heeft een gezin nodig om op een menswaardige manier te participeren in onze samenleving? Doelstelling: Richtnormen ontwikkelen voor het toetsen van leefsituaties aan de menselijke waardigheid. 3
MAATSCHAPPELIJKE EN WETENSCHAPPELIJKE RELEVANTIE Behoeften aan een algemeen normensysteem voor: OCMW s Arbeidsrechtbanken Collectieve schuldenregeling Vredegerechten Nood aan wetenschappelijke norm om uitspraken te doen over: Omvang van de armoede Doeltreffendheid minimuminkomensbescherming Maatschappelijke participatie: bijhoren & bijdragen Sociale uitsluiting Gezondheid: Gezonde voeding Geschikte kleding Adequate huisvesting Gezondheidszorg en persoonlijke verzorging Rust Ontspanning Autonomie: Veilige kindertijd Betekenisvolle relaties Mobiliteit Veiligheid 4
Inhoud korven (aard, kwaliteit, hoeveelheid en prijs) Drie criteria: Gezonde levensstijl mogelijk Autonome keuzes over invulling maatschappelijke rollen Aanvaard door lageinkomensgezinnen Vuistregels: Normatieve budgetten Maximale transparantie Flexibel aanpasbaar Lange termijnbudgetten 5
Inhoud korven Vb. niet werkende gezinsleden op actieve leeftijd in goede gezondheid GEZONDE VOEDING Criteria: Gezonde, evenwichtige en gevarieerde voeding (Hoge gezondheidsraad, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie) voorkeur /middenweg: 5/2 Voorkeursproducten: goedkoopste middenwegproducten: zoveel mogelijk variatie, verantwoordbaar binnen een minimumbudget Aanvaardbaar (focusgroups) Inclusief eet-en bereidingsbenodigdheden 6
gezonde voeding Gezonde voeding 7
Geschikte kleding Criteria: Bescherming bieden tegen alle weersomstandigheden Casual kleding, multifunctioneel Identiteit verschaffen Nieuwe kleding Ondergoed: Hoge kwaliteitseisen aan schoenen en regenkleding Lage, maar geen bodemprijzen Levensduur: kinderen (1 jaar), volwasssenen (2 jaar) Zeeman, Wibra, C&A, JBC, Brantano Inclusief: materiaal voor opbergen en onderhouden van kleding Geschikte kleding 8
Geschikte kleding Persoonlijke verzorging en adequate gezondheidszorg Achterliggende principes persoonlijke verzorging: Handhaven gezondheid en bestrijden van infecties Zelfrespect ( sociale exclusie) Persoonlijke verzorging Handhygiëne Mondhygiëne Algemene hygiëne Cosmetica Voorbehoedsmiddelen 9
Persoonlijke verzorging en adequate gezondheidszorg Achterliggende principes gezondheidszorg: Budgetten voor gezonde personen Gebruik van medische zorgen wordt bepaald door: - Behoefte - Neiging tot gebruik - Mogelijkheid tot gebruik Geen harde criteria: externe validering (Domus Medica) Gezondheidszorg: Arts, geneesmiddelen (infectieziekten, traumata, psychosociaal welzijn, preventie) Ziekenfondsbijdrage Hospitalisatieverzekering Zorgverzekering reële medische kosten! 10
Adequate huisvesting Adequate Woonsurvey 2005 door huisvesting K. Heylen (HIVA)) : Criteria (geoperationaliseerd m.b.v data van de Kwaliteitsvolle woning: Veiligheid en bescherming bieden Interne en externe bouwfysische kwaliteit Sanitair moet dagelijkse hygiëne toelaten Comfortniveau: badkamer (bad of douche), toilet Voldoende ruim Aantal slaapkamers: één voor ouders, één per twee kinderen van hetzelfde geslacht Woonomgeving Aanwezigheid van voorzieningen Woonzekerheid Een betaalbare prijs 11
Adequate huisvesting Adequate huisvesting Huisvestingskosten: illustratief Mediane huurprijs van kwaliteitsvolle woningen in Vlaanderen Private huisvestingsmarkt (sociale huisvestingsmarkt) Mediane verbruikerskosten in kwaliteitsvolle woningen Overige huisvestingskosten Onderhoud (poetsen, verven, behangen, ) Herstel Hulpverlening: vertrekken van reële huisvestingskosten! 12
Veiligheid:veilig wonen Veiligheid Basisbankdienst Brandverzekering Familiale verzekering Preventie brandveiligheid 13
Rust en ontspanning Uitgangspunten: Gezondheid Recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing (art. 23 Belgische grondwet) Participatiedecreet Steunpunt vakantieparticipatie Rust en ontspanning: Bed en beddengoed Binnenlandse vakantie Deelname aan georganiseerde (verenigingsleven) en niet- georganiseerde vrijetijdsaanbod Tv, dvd, radio-cd 14
15
Veilige kindertijd Criteria : Opgroeien in liefde en veiligheid Nieuwe ervaringen opdoen Lof, erkenning en positieve feedback Graduele uitbreiding verantwoordelijkheden Concreet gemaakt o.b.v. Internationaal verdrag inzake de Rechten van het Kind Vlaams Jeugdbeleidsplan Deskundigen jeugdbeleid en zorg (Delphi) 16
Veilige kindertijd Concrete uitgaven: Gezinsuitstap GSM tieners Verjaardagsfeestje voor klasgenootjes Bibliotheekabonnement Deelname aan georganiseerde (verenigingsleven) en niet- georganiseerde vrijetijdsaanbod Speelgoed Cultuurparticipatie Directe onderwijskosten Uit eten/afhaalmaaltijd Zakgeld 17
Onderhouden van relaties Mensen zijn sociale wezens: Fundamentele behoefte aan verbondenheid: identiteitsontwikkeling Wederkerige afhankelijkheid Onderhouden van relaties Vrienden- en familiebezoek GSM, computer, internetaansluiting en fototoestel Feesten Uit eten, afhaalmaaltijd Huisdieren Gezelligheid thuis Burgerverplichtingen 18
19
Mobiliteit Uitgangspunten: Mobiliteit noodzakelijk om verschillende maatschappelijke rollen adequaat te kunnen vervullen Decreet basismobiliteit: 90% woonzones een gegarandeerd aanbod openbaar vervoer Mobiliteit: Fiets Busabonnement Rail Pass 20
TOTAAL BUDGET 2008 2151 1905 1295 1554 1683 1579 1874 1274 1403 978 Budget 2011= budget 2008*1,023 TOTAAL BUDGET met sociale voordelen en sociale huisvesting 2008 1482 1715 1336 1210 1052 1232 1457 1076 704 950 Budget 2011= budget 2008*1,023 21
Kostprijs kind Eenoudergezin Tweeoudergezin Valorisatiemogelijkheden budgetstandaard De budgetstandaard kan worden gebruikt voor: 1. Beoordelen van doeltreffendheid minimuminkomensbescherming 2. Bepalen van aanvullende steun, leefgelden in kader van schuldbemiddeling, bepalen van kredietwaardigheid, 3. Financiële opvoeding en preventie; 4. Meten van armoede 5. Aanmoedigen van politici voor verder het uitbouwen van een sociaal inclusieve samenleving 22
2500 2000 1. Doeltreffendheid minimuminkomens Niet werkenden op actieve leeftijd Huurder prive sector Huurder sociale sector Eigenaar, zonder hypotheek Eigenaar, met hypotheek Leefloon Werkloos Invaliditeit 1500 1000 500 0 2500 2000 1500 1000 500 0 koppel koppel + kind (j, 2 jaar) koppel + kind (m,4jaar) koppel + kind (j, 8 jaar) koppel + kind (m,15 jaar) koppel + kinderen (2, 4 jaar) koppel + kinderen (4, 8 jaar) koppel + kinderen (8, 15 jaar) 1. Doeltreffendheid leefloon en aanvullende steun -106-244 -179-300 23
1. Doeltreffendheid minimuminkomens Niet werkenden op actieve leeftijd Leefloon en minimumwerkloosheidsuitkering schieten tekort voor bijna alle gezinstypen Tenzijbijbeperktewoonkostendoorsociale huurof eigendom zonder hypotheek Aanvullende steun dicht kloof niet Minimuminvaliditeitsuitkering voldoende voor alleenstaandenof alleenstaandemet jongekinderen, maar schiet tekort voor koppels en alleenstaanden met oudere kinderen (Zonder rekening te houden met ziektekosten) Minimuminkomensbescherming voor niet werkende actieven is: Beter voor alleenstaanden dan voor koppels Minder goed naarmate kinderen ouder zijn 1. Doeltreffendheid minimuminkomens Gezinnen met werkenden (éénverdieners) 3000 Huurder prive sector Eigenaar met hypotheek Eigenaar zonder hypotheek Minimumloon Autokost en 2500 2000 1500 1000 500 0 Vrouw Vrw+1K 2j Vrw+1K 4j Vrw+1K 8j Vrw+1K 15j Vrw+2K 2,4j Vrw+2K 4,8j Vrw+2K 8,15j Huurder prive sector Eigenaar met hypotheek Eigenaar zonder hypotheek Minimumloon 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 Koppel Kop+1K 2j Kop+1K 4j Kop+1K 8j Kop+1K 15j Kop+2K 2,4j Kop+2K 4,8j Kop+2K 8,15j 24
1. Doeltreffendheid minimuminkomens Gezinnen met werkenden (éénverdieners) Minimumloon is voor alleenstaanden in sommige omstandigheden voldoende: geen kinderen én geen auto geen hypotheek én geen auto (Eén) minimumloon is voor koppels veelal onvoldoende, tenzij bij lage huisvestingskosten en er geen auto nodig is Tekort neemt toe naarmate de kinderen ouder zijn 1. Doeltreffendheid minimuminkomens Gezinnen met studenten Ouders werken niet Huurder prive sector Huurder sociale sector Eigenaar, zonder hypotheek Eigenaar, met hypotheek Leefloon Werkloos Invaliditeit 3000,00 2500,00 2000,00 1500,00 1000,00 Eén ouder werkt 500,00 0,00 Vrouw + kind (v, 20, pendelstudent) Vrouw + kind (m, 20, kotstudent) Koppel + kind (v, 20, pendelstudent) Koppel + kind (m, 20, kotstudent) Huurder prive sector Eigenaar zonder hypotheek 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 Vrouw + pendelstudent Vrouw + kotstudent Eigenaar met hypotheek Minimumloon Koppel + pendelstudent Koppel + kotstudent 25
1. Doeltreffendheid minimuminkomens Gezinnen met studenten Leefloon of minimumwerkloosheidsuitkering + kinderbijslag + studiebeurs bijna steeds tekort Minimuminvaliditeit en minimumloon schieten tekort tenzij bij lage huisvestingskosten Hogere studiebeurs voor kotstudent is toch te klein om hogere kosten van kotleven tov. pendelen te dekken. 1. Doeltreffendheid minimuminkomens Niet-hulpbehoevende bejaarden IGO schiet tekort voor huurders in de privé sector IGO ligt boven de budgetstandaard voor Eigenaars zonder hypotheek Huurders in de sociale sector 1400 1200 1000 Huurder prive sector, zonder sociale verminderingen 800 600 400 Huurder sociale sector + sociale tarieven Eigenaar, zonder hypotheek 200 0 Alleenstaande vrouw niet hulpbehoevend Koppel niet hulpbehoevend IGO 26
1. Doeltreffendheid minimuminkomens Hulpbehoevende bejaarden IGO + federale tegemoetkoming voldoende bij lage huisvestingskosten IGO + federale tegemoetkoming + Vlaamse zorgverzekering steeds voldoende IGO + Federale tegemoetkoming + Vlaamse zorgverzekering Eigenaar, zonder hypotheek Huurder sociale sector + sociale tarieven Huurder prive sector, zonder sociale verminderingen Koppel hulpbehoevend Alleenstaande man hulpbehoevend 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 De budgetstandaard naar huishoudelijke bestedingscategorieën all (vrouw) all (man) all+ ki 2 all+ ki 8 all+ ki 15 all+ ki 2,4 all+ ki 8,15 kop Bank en verzekering 15 15 16 16 16 16 18 15 16 16 16 16 18 Huur, verbruikerskosten 510 510 656 656 656 656 715 556 657 657 657 657 716 Ziekenfondsbijdrage, zorgverzekering, hospitalisatieverzekering 16 16 20 20 20 23 23 27 30 30 30 33 33 internet, kabeltv, vakbondsbijdrage, provinciebelasting 42 42 43 43 43 43 43 43 43 43 44 44 44 TOTAAL vaste (maandelijkse) uitgaven (niet-discretionair inkomen) 584 584 736 736 736 739 800 641 747 747 747 750 811 Voeding 150 166 202 261 298 263 405 285 328 391 430 397 540 Klein onderhoud woning (poetsgerief, spaarlampen) 2 2 2 2 2 3 3 2 3 3 3 3 3 Gezondheid en verzorging 32 24 49 51 58 67 79 54 71 73 81 89 100 Kleding 34 29 77 87 99 121 151 63 106 116 127 149 180 Herstel schoenen,schoensmeer, naaigerief en waspoeder 6 6 10 10 9 14 13 8 12 12 12 16 16 Vervoer (trein, bus, onderhoud fiets) 25 25 25 27 48 27 50 50 50 52 72 52 75 Ontspanning, onderhoud relaties, onderwijs, zakgeld 61 61 85 139 197 115 269 102 129 183 241 157 311 Nazicht boiler, centrale verwarming, herstellingen aan woning 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 Rest- en GFT afval 2 2 2 2 2 4 4 2 4 4 4 4 4 TOTAAL Leefgeld (discretionair inkomen) 327 329 465 593 726 626 987 579 716 848 984 880 1242 Keukenuitrusting 12 12 13 16 16 14 17 16 17 17 17 17 18 Rookmelders en zaklamp 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Bed en toebehoren 2 2 9 4 4 11 6 4 10 6 6 12 8 Wasmachine, strijkijzer en -plank, droogrek, wasspelden, kleerkast 5 5 6 6 6 7 7 6 7 7 7 7 7 Fiets 3 4 4 4 6 6 7 7 8 9 10 10 11 Groot onderhoud woning (verven, behangen, vloerbekleding en gordijnen vervangen) 11 11 13 13 13 15 16 11 14 14 14 15 16 computer, printer, fototoestel, tv+dvd+radiocd, GSM, zetel, kast, tafeltje 29 29 29 30 33 29 33 31 32 32 34 32 34 TOTAAL Spaargeld duurzame consumptiegoederen (discretionair inkomen) 66 67 77 77 81 85 89 79 91 87 91 97 98 977 979 1278 1406 1542 1450 1876 1299 1555 1683 1822 1727 2151 kop+ki 2 kop+ki 8 kop+ ki 15 kop+ 2,4 kop+ 8,15 27
Noodzakelijk inkomen en uitgekeerd leefgeld in het kader van schuldbemiddeling Noodzakelijk inkomen (budgetstandaard) all (vrouw) all all+ ki all+ ki all+ ki (man) 2 8 15 all+ ki 2,4 all+ ki 8,15 kop kop+ ki 2 kop+ ki 8 kop+ ki 15 kop+ 2,4 kop+ 8,15 TOTAAL Leefgeld 327 329 465 593 726 626 987 579 716 848 984 880 1242 TOTAAL Spaargeld duurzame consumptiegoederen 66 67 77 77 81 85 89 79 91 87 91 97 98 TOTAAL DISCRETIONAIR INKOMEN 393 396 542 670 807 711 1076 658 807 935 1075 977 1340 Cumulatief % dossiers naar toegekend maandelijks leefgeld (VCS, 2009) 0-100 0-200 0-300 0-400 0-500 0-750 0-1000 Alleenstaand 10 19 50 79 93 99 100 Eenoudergezin 4 6 19 37 64 89 100 Koppel 3 6 14 27 58 90 96 Koppel met kinderen 7 13 33 52 70 87 96 1. Doeltreffendheid minimuminkomens Algemene conclusies Leefloon of minimumwerkloosheidsuitkering zijn praktisch altijd te laag om menswaardig te leven Minimuminvaliditeit schiet in veel situaties tekort, vooral voor koppels Minimumloon is in veel situaties onvoldoende, wanneer er kosten zijn voor hypotheek, auto en/of kinderopvang. Leefgelden (schuldbemiddeling) in meer dan de helft van de dossiers ontoereikend Minimuminkomensbescherming is slechter voor koppels dan voor alleenstaanden En schiet meer tekort wanneer kinderen ouder worden IGO voldoende voor eigenaars zonder hypotheek, indien geen bijzondere ziektekosten 28
2. Bepalen van aanvullende steun, leefgelden : ontwikkeling van een praktisch instrument (REMI) 3. Financiële educatie/preventie 29
4. Armoedemeting Budgetstandaard voor niet werkenden, in goede gezondheid, Vlaanderen 2010 Sociale huur Private rent Eiigenaar met afbetaling Eigenaar zonder afbetaling EU-SILC 5. Aanmoedigen van politici om verder te werken aan een sociaal inclusieve samenleving De budgetstandaard geeft niet enkel het inkomen dat nodig is om menswaardig te leven, politici kunnen hem gebruiken als inspiratiebron om verder te bouwen aan een sociaal inclusieve samenleving 30
5. Aanmoedigen van politici om te werken aan een sociaal inclusieve samenleving Indien auto nodig+ 292! Geen maximumfactuur SO Maximumfactuur Basisonderwijs Huisvestingskosten+ 50%! leefkosten Vaste kosten Noodzakelijk spaargeld Besluit Bugetstandaard: richtnorm voor beoordelen van individuele leefsituaties in functie van de menselijke waardigheid Adequate armoedelijn? Ja, menswaardig participeren niet mogelijk met gezinsinkomen < budgetstandaard Neen, in realiteit hebben gezinnen vaak meer nodig (bij gebrek aan vereiste competenties, wegens ziekte, hogere huisvestingkosten, ) 31
Besluit Adequate hulpverlening: Menswaardig inkomen Minimuminkomens zijn vandaag de dag ontoereikend Aandacht voor individuele en maatschappelijke condities Individuele competenties: leren budgetteren Maatschappelijke condities: pleidooi voor rechtvaardiger,offensiever en dynamischer (lokaal) sociaal beleid Voor wie meer wil lezen: Storms, Van den Bosch, 2009, Wat heeft een gezin minimaal nodig? Een budgetstandaard voor Vlaanderen, Leuven:Acco www.menswaardiginkomen.be Ppt terug te vinden vanaf op: http://onderzoek.khk.be/domein_sociaalecon omischbeleid/dienstverlening.asp 32