GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN



Vergelijkbare documenten
INHOUDSOPGAVE 2. UITVOERING VAN COMPLEXE ILLEGALE ACTIVITEITEN...35

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

INHOUD. Voorwoord bij de eerste editie... v. Hoofdstuk 1. Inleiding tot het internationaal en Europees strafrecht... 1

De strafrechtelijke rechtshulpverlening van België, Duitsland en Frankrijk aan Nederland Samenvatting

De opsporing van synthetische drugs

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Uit: DE GRENZEN VERKEND Juridisch Kader informatieuitwisseling tussen Nederland en Duitsland

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief

Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief

Wederzijdse samenwerking in strafzaken: de Overeenkomst van 29 mei 2000, het Protocol van 16 oktober 2001 en andere recente ontwikkelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Voorwoord. Toine Spapens

Benelux Reacties kunt u geven via het feedbackformulier.

Internationale bewijsgaring in strafzaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN

Datum 25 maart 2013 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over drugssmokkel via de Antwerpse Haven

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

Een korte introductie

Weerbaar tegen ondermijning. Dat doe je samen. Ondernemers Alert Putten, 15 april 2019

RIEC - LIEC Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit

Corporate brochure RIEC-LIEC

Uitgebreide inhoudsopgave

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Illegale drugsmarkten in België en Nederland

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

1 van :04

Joint Investigation Teams Een adequaat middel in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit?

Het Nederlandse strafprocesrecht. Prof. mr. G.J.M. Corstens hoogleraar in het straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 84

Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken na het Verdrag van Lissabon

Speech n.a.v. 10 jaar BNL politiesamenwerkingsverdrag

Vrij verkeer van bewijs in de EU

FIOD. Aansprekend opsporen

POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE. Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid?

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2110(INI)

AF/CE/CH/FRAUDE/nl 1

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

Steun bij internationale samenwerking in strafzaken voor praktijkmensen. Europees justitieel netwerk en Eurojust. Wat kunnen zij betekenen?

(R 1913) Tweede Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken; Straatsburg, 8 november 2001

Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 september 2000 (29.09) (OR. fr) 11702/00 LIMITE CATS 58 COPEN 63 JAI 97

De Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, Brussel 29 mei 2000 (Trb.

Utrecht, 15 oktober DV08/001j eob

Inhoud. Lijst van enige afkortingen. Lijst van verkort aangehaalde werken. Lijst van websites. Deel I Inleidende beschouwingen

Academiejaar

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15

VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

BABVI/U Lbr. 09/118

Veiligheidskaart overvallen

Nederlandse instrumenten van internationale rechtshulp in strafzaken

15184/16 mak/van/fb 1 DG D 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2004 (OR.en) 10215/04 CRIMORG 46 ENFOPOL 69 COMIX 382

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorwoord. Over de auteur. Lijst met afkortingen

Joint Investigation Teams

INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Europol. Verticale vs Horizontale Samenwerking. Monica den Boer CIROC, Seminar Grensoverschrijdende Recherche Utrecht, 15 mei 2013 EUROPOL

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) RESOLUTIES RAAD

1064 der Beilagen XXII. GP - Beschluss NR - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 9 SLOTAKTE. AF/CE/CH/FRAUDE/nl 1

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Raadsinformatiebrief Nr. :

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Deel 7 De toekomst Prioriteiten en aandachtspunten 2019

Reeks Recherche Specialisten

2. De MDG heeft op 17 juni besloten "financiële criminaliteit en financiële recherche" tot onderwerp van de vijfde evaluatie te maken.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Offensief tegen georganiseerde misdaad

Oost-Europese mobiele bendes

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 96

Inhoudsopgave. Voorwoord / v. Over dit deel / vii. Afkortingenlijst / xix

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 Januari /04 ENFOPOL 4

2. Het CATS heeft op 22 november 2010 deze ontwerp-conclusies van de Raad goedgekeurd.

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. Voorwoord bij de tweede druk / VII

BUURTINFORMATIENETWERKEN EDEGEM

Raakvlakken tussen de verschillende politiesamenwerkingregelingen

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

Transcriptie:

GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN TOINE SPAPENS intersentia Antwerpen - Oxford

INHOUD VOORWOORD LIJST VAN AFKORTINGEN xv xvii HOOFDSTUK 1 ALGEMENE INLEIDING 1 1.1 Achtergrondschets 1 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen 4 1.3 Uitvoering van het onderzoek 6 1.3.1 Rechtshulpverzoeken 7 1.3.2 Dossiers van opsporingsonderzoeken en basisregistratiegegevens 9 1.3.3 Achtergronddocumenten 10 1.4 Leeswijzer 10 HOOFDSTUK 2 TRANSNATIONALE ZWARE EN GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT: EEN THEORETISCH KADER 13 2.1 Inleiding 13 2.2 Het begrip transnationale zware en georganiseerde criminaliteit 13 2.3 Een economisch-sociologische benadering 15 2.3.1 Het criminele bedrijfsproces 17 2.3.2 Criminele samenwerkingsverbanden en organisaties 18 2.3.3 Het criminele netwerk 19 2.3.4 Functietypen 21 2.4 Internationale dimensies van het criminele netwerk 23 2.5 Besluit 26 HOOFDSTUK 3 OPSPORING VAN ZWARE EN GEORGANISEERDE MISDAAD IN NEDERLAND, BELGIË EN DUITSLAND 29 3.1 Inleiding 29 3.2 De organisatie van de opsporing in Nederland, België en Duitsland... 30 3.2.1 De organisatie van de opsporing in Nederland 30 3.2.1.1 De rol van het openbaar ministerie 30 V

Georganiseerde misdaad en strafrechtelijke samenwerking 3.2.1.2 De organisatie van de recherchefunctie bij de politie 31 3.2.1.3 De opsporingstaken van de Koninklijke Marechaussee 33 3.2.1.4 De opsporingstaken van de Bijzondere Opsporingsdiensten 34 3.2.2 De organisatie van de opsporing in België 34 3.2.2.1 Het openbaar ministerie 34 3.2.2.2 De politie 36 3.2.3 De organisatie van de opsporing in Duitsland 38 3.2.3.1 Het openbaar ministerie 38 3.2.3.2 De politie 41 3.2.3.3 De Bundespolizei 43 3.2.3.4 Zollfahndung 44 3.3 Keuzes in de opsporing in Nederland, België en Duitsland 45 3.3.1 Keuzes in de opsporing in Nederland 47 3.3.2 Keuzes in de opsporing in België 50 3.3.3 Keuzes in de opsporing in Duitsland 51 3.4 Uitvoering van opsporingsonderzoek 52 3.4.1 Verzamelen of verkrijgen van startinformatie 53 3.4.2 Heimelijk verzamelen van informatie en bewijsmateriaal 53 3.4.3 Verhoren van verdachten, getuigen en deskundigen 55 3.4.4 Doorzoekingen en inbeslagnames 57 3.5 Besluit 57 HOOFDSTUK 4 DE KADERS VOOR INTERNATIONALE JUSTITIËLE EN POLITIËLE SAMENWERKING 61 4.1 Inleiding 61 4.2 Verdragsrechtelijke kaders voor internationale samenwerking 61 4.2.1 Het ERV (1959) en het Benelux-uitleveringsverdrag (1962)... 62 4.2.2 De Schengen Uitvoeringsovereenkomst (1990) 64 4.2.2.1 Verstrekking van informatie 65 4.2.2.2 De grensoverschrijdende achtervolging 66 4.2.2.3 Grensoverschrijdende observatie 66 4.2.2.4 Grensoverschrijdende gecontroleerde aflevering... 68 4.2.2.5 Justitiële samenwerking 69 4.2.3 De EU-overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp (2000) 69 4.2.3.1 Gemeenschappelijke onderzoeksteams (JIT's) 70 4.2.3.2 Grensoverschrijdende infiltratie 71

Inhoud 4.2.3.3 Grensoverschrijdend aftappen van telecommunicatie 71 4.2.4 Het Benelux-verdrag inzake politiesamenwerking (2004) 74 4.2.5 Het Verdrag van Enschede (2005) 77 4.2.6 Het Verdrag van Prüm (2005) 81 4.2.7 Het Europese Kaderbesluit 2006/960/JHA (2006) 83 4.3 Organisatorische kaders voor de internationale samenwerking 85 4.3.1 De rol van Interpol in de internationale samenwerking 86 4.3.2 De rol van Europol, het Europees Justitieel Netwerk en Eurojust 87 4.3.3 Organisatorische kaders voor de strafrechtelijke samenwerking in Nederland 89 4.3.3.1 Organisatorische kaders op nationaal niveau 90 4.3.3.2 Organisatorische kaders op subnationaal niveau 91 4.3.4 Organisatorische kaders voor de strafrechtelijke samenwerking in België 93 4.3.5 Organisatorische kaders voor de strafrechtelijke samenwerking in Duitsland 95 4.4 Besluit 96 HOOFDSTUK 5 BEELD VAN CRIMINALITEITSCIJFERS EN HET RECHTSHULPVERKEER IN DE GRENSREGIO'S 99 5.1 Inleiding 99 5.2 Criminaliteitscijfers in de grensgebieden 99 5.2.1 Criminaliteitscijfers in het grensgebied van Noord- Brabant en Zeeland 100 5.2.2 Criminaliteitscijfers in het grensgebied van Limburg 102 5.2.3 Criminaliteitscijfers in het grensgebied van Gelderland, Overijssel en Twente 104 5.2.4 Criminaliteitscijfers in het grensgebied van Drenthe en Groningen 106 5.3 Omvang en onderwerpen van het rechtshulpverkeer 107 5.3.1 Rechtshulpverkeer in het grensgebied van Noord-Brabant en Zeeland 108 5.3.2 Rechtshulpverkeer in het grensgebied van Limburg 109 5.3.3 Rechtshulpverkeer in het grensgebied van Gelderland, Overijssel en Twente 110 5.3.4 Rechtshulpverkeer in het grensgebied van Drenthe en Groningen 112 Vil

Georganiseerde misdaad en strafrechtelijke samenwerking 5.4 Aard van de rechtshulpverzoeken 113 5.5 Besluit 114 HOOFDSTUK 6 SERIEMATIGE ROOFCRIMINALITEIT 117 6.1 Inleiding 117 6.2 Seriematige roofcriminaliteit in relatie tot woningen 118 6.2.1 Seriematige woninginbraken 118 6.2.1.1 Omvang van het criminaliteitsprobleem 118 6.2.1.2 Het bedrijfsproces van woninginbraak. 121 6.2.1.3 Typering van seriematige woninginbrekers 122 herkomst 122 b Daders en dadergroepen van Belgische of Duitse herkomst 125 c Dadergroepen van Zuidoost-Europese herkomst 125 6.2.2 Overvallen op woningen 128 6.2.2.1 Omvang van de problematiek 128 6.2.2.2 Het bedrijfsproces van overvallen op woningen 128 6.2.2.3 Typering van overvallers op woningen 130 herkomst 130 b Daders van Oost- of Zuidoost-Europese herkomst 130 6.3 Seriematige roofcriminaliteit in relatie tot voertuigen 131 6.3.1 Seriematige voertuigdiefstal 132 6.3.1.1 Omvang van de problematiek 132 6.3.1.2 Het bedrijfsproces van seriematige voertuigdiefstallen 134 6.3.1.3 Typering van de daders van voertuigdiefstallen 137 a Dadergroepen van Nederlandse herkomst... 137 b Dadergroepen van Oost- of Zuidoost- Europese herkomst 140 6.3.2 Seriematige diefstallen van zaken uit of vanaf voertuigen 141 6.3.2.1 Omvang van de problematiek 141 6.3.2.2 Het bedrijfsproces van diefstallen van zaken uit of vanaf voertuigen 142 6.3.2.3 Typering van de daders 143 a Dadergroepen van Nederlandse herkomst 143 vul

Inhoud b Dadergroepen van Oost- of Zuidoost- Europese herkomst 144 6.3.3 Seriematige ladingdiefstallen 145 6.3.3.1 Omvang van de problematiek 145 6.3.3.2 Het bedrijfsproces van ladingdiefstallen 147 6.3.3.3 Typering van de daders van ladingdiefstallen 150 herkomst 150 b Dadergroepen van Oost- of Zuidoost- Europese herkomst 151 6.4 Seriematige roofcriminaliteit in relatie tot bedrijven 152 6.4.1 Seriematige diefstallen bij bedrijven 152 6.4.1.1 Omvang van de problematiek 152 6.4.1.2 Het bedrijfsproces van seriematige diefstallen bij bedrijven 155 6.4.1.3 Typering van de daders van seriematige diefstallen bij bedrijven 156 herkomst 156 b Dadergroepen van Duitse of Belgische herkomst 158 c Dadergroepen van Oost- of Zuidoost- Europese herkomst 159 6.4.2 Professionele overvallen op bedrijven 161 6.4.2.1 Omvang van de problematiek 161 6.4.2.2 Het bedrijfsproces van overvallen op bedrijfsobjecten 163 6.4.2.3 Typering van de daders van overvallen op bedrijfsobjecten 164 herkomst 164 b Dadergroepen van Belgische of Franse herkomst 166 c Dadergroepen van Oost- of Zuidoost- Europese herkomst 167 6.5 Besluit 168 HOOFDSTUK 7 VERDOVENDE MIDDELEN: PRODUCTIE EN HANDEL 173 7.1 Inleiding 173 7.2 Productie van synthetische drugs 173 ix

Georganiseerde misdaad en strafrechtelijke samenwerking 7.2.1 Omvang van de problematiek 173 a Amfetamine 173 b Xtc (MDMA) 174 7.2.2 Het bedrijfsproces van de productie van synthetische drugs.. 177 7.2.3 Typering van de dadergroepen 179 7.3 Hennepteelt 180 7.3.1 Omvang van de problematiek 180 7.3.1.1 Hennepteelt in Nederland 180 7.3.1.2 Hennepteelt in België en Duitsland 183 7.3.2 Het bedrijfsproces van hennepteelt 184 7.3.3 Typering van de dadergroepen 187 7.4 Internationale handel in verdovende middelen 188 7.4.1 Omvang van de problematiek 188 7.4.2 Het bedrijfsproces van handel in verdovende middelen 189 7.4.2.1 Import van verdovende middelen in Nederland... 190 7.4.2.2 Export van verdovende middelen vanuit Nederland 191 7.4.3 Typering van de dadergroepen 192 7.5 Besluit 195 HOOFDSTUK 8 MENSENHANDEL EN MENSENSMOKKEL 197 8.1 Inleiding 197 8.2 Mensenhandel 197 8.2.1 Omvang van de problematiek 197 8.2.2 Het bedrijfsproces van mensenhandel 200 8.2.3 Typering van de daders en dadergroepen 202 herkomst 202 b Daders en dadergroepen van Belgische of Duitse herkomst 203 c Dadergroepen van Oost- of Zuidoost- Europese herkomst 203 d Dadergroepen van Afrikaanse herkomst 205 8.3 Mensensmokkel 205 8.3.1 Omvang van de problematiek 205 8.3.2 Het bedrijfsproces van mensensmokkel 207 8.3.3 Typering van de dadergroepen 208 a Kleinschalige (familie)verbanden in Nederland 209 b Dadergroepen van Turkse herkomst 209 X

Inhoud c Dadergroepen van Oost- of Zuidoost- Europese herkomst 210 d Dadergroepen van Aziatische herkomst 211 8.4 Besluit 213 HOOFDSTUK 9 FRAUDE 215 9.1 Inleiding 215 9.2 Oplichting 215 9.2.1 Omvang en aard van de problematiek 215 9.2.2 Typering van de dadergroepen 217 a Daders of dadergroepen van Nederlandse herkomst 217 b Daders of dadergroepen van Duitse of Belgische herkomst 219 c Dadergroepen uit Zuidoost-Europa 219 d Dadergroepen van Afrikaanse herkomst 219 9.3 Btw-carrouselfraude 221 9.3.1 Omvang en aard van de problematiek 221 9.3.2 Typering van de dadergroepen 223 9.4 Sigarettensmokkel 223 9.4.1 Omvang en aard van de problematiek 223 9.4.2 Typering van de dadergroepen 224 9.5 Illegale tewerkstelling 226 9.5.1 Omvang en aard van de problematiek 226 9.5.2 Typering van de dadergroepen 228 9.6 Handel in vervalste merkartikelen 228 9.6.1 Omvang en aard van de problematiek 228 9.6.2 Typering van de dadergroepen 229 9.6 Besluit 231 HOOFDSTUK 10 LEVENSDELICTEN EN GIJZELINGEN 233 10.1 Inleiding 233 10.2 Levensdelicten 233 10.2.1 Omvang en aard van de problematiek 233 10.2.2 Typering van de zaken 234 10.3 Gijzelingen en ontvoeringen 236 10.3.1 Omvang en aard van de problematiek 236 10.3.2 Typering van de zaken 237 10.3.2.1 Gijzelingen of ontvoeringen inde relationele sfeer.. 237 XI

Georganiseerde misdaad en strafrechtelijke samenwerking 10.3.2.2 Gijzelingen of ontvoeringen in verband met financiële geschillen of afpersing 237 10.3.2.3 Gijzelingen of ontvoeringen in de criminele sfeer.. 239 10.3.2.4 Gijzelingen of ontvoeringen om andere redenen... 240 10.5 Besluit 241 HOOFDSTUK 11 GRENSOVERSCHRIJDENDE CRIMINALITEIT: HOOFDLIJNEN EN ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ DE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING 243 11.1 Inleiding 243 11.2 Glocale criminele bedrijfsprocessen in grensgebieden 244 11.3 Mobiel banditisme 247 11.4 Grensregionale criminaliteit 251 11.5 Besluit 255 HOOFDSTUK 12 HET FUNCTIONEREN VAN DE OPERATIONELE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE GRENSREGIO'S 257 12.1 Inleiding 257 12.2 Vraagstukken in verband met de uitwisseling van informatie 257 12.2.1 Vroegsignalering van illegale activiteiten 258 12.2.1.1 Uitwisseling van criminele inlichtingen 258 12.2.1.2 Uitwisseling van informatie uit andere bronnen... 259 12.2.2 Uitwisseling van informatie in de opsporingsfase 260 12.3 Vraagstukken in verband met onderzoekshandelingen op buitenlands verzoek 261 12.3.1 Beleidsmatige prioriteit 262 12.3.2 Beschikbaarheid van menskracht en middelen 264 12.3.3 Knelpunten in verband met onverwachte verzoeken 267 12.3.4 Knelpunten in verband met uiteenlopende wet- en regelgeving 268 12.4 Vraagstukken in verband met het optreden op buitenlands grondgebied 270 12.5 Besluit 273 HOOFDSTUK 13 VERBETERING VAN DE OPERATIONELE STRAF- RECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE GRENSREGIO'S 275 13.1 Inleiding 275 13.2 Verbetering van het inzicht in criminaliteitsproblemen in grensregio's 276 xii

Inhoud 13.2.1 Vroegsignalering van roofcriminaliteit in de grensregio's 276 13.2.2 Inzicht in geïntegreerde criminele samenwerkingsverbanden en het criminele netwerk in grensregio's 277 13.3 Verbetering van de samenwerking bij de voorbereiding van opsporingsonderzoeken 278 13.3.1 Afstemming van het opsporingsbeleid in de grensregio's 278 13.3.2 Beschikbaarheid van menskracht en middelen in de grensregio's 279 13.4 Verbetering van de samenwerking bij de uitvoering van opsporingsonderzoeken 281 13.4.1 Samenwerking op verzoek in grensregio's 281 13.4.2 Optreden op buitenlands grondgebied in grensregio's 283 13.4.3 Gemeenschappelijke opsporingsteams in grensregio's 284 13.5 (Gezamenlijke) controles op de transportassen 289 13.6 Bestuurlijke maatregelen in grensregio's 291 13.7 Verbetering van de samenwerking met landen in Oost- of Zuidoost- Europa 293 13.8 Verbetering van de glocale politiële en justitiële samenwerking 296 13.9 Besluit 297 HOOFDSTUK 14 ALGEMEEN BESLUIT 299 14.1 Inleiding 299 14.2 Transnationale criminaliteitsproblemen in grensgebieden 300 14.3 Verloop van de politiële en justitiële samenwerking 303 14.3.1 Glocale criminele bedrijfsprocessen 303 14.3.2 Mobiel banditisme 304 14.3.3 Grensregionale criminaliteit 305 14.4 Effecten van de nieuwe verdragsrechtelijke kaders 308 14.5 Bottom-up initiatieven in grensregio's 311 14.6 Aanknopingspunten voor verdere verbetering van de samenwerking 314 BIBLIOGRAFIE 315 XÜi